Mama, wij kunnen niet meer samen praten. Ik praat, jij luistert, maar begrijp je wel wat ik jou vertel?
Mama, je kunt niet meer schrijven. De woorden komen niet meer uit je pen. Jouw kruiswoordraadselboek blijft nu al maanden ongeopend liggen.
Mama, je kunt zo moeilijk stappen. Samen winkelen, samen op dinsdag naar de markt
Het is allemaal al zo lang geleden.
Mama, eens samen uit eten gaan, je hield er zo van. Maar dat kan ik nu vergeten. Jij trakteerde ons eens graag, met jouw verjaardag, met Moederdag, of gewoon zo maar. Het is allemaal verleden tijd.
Mama, zolang je me maar blijft herkennen, zolang je nog maar weet dat ik jouw dochter ben. Houd dat alstublieft nog een tijdje vol.
|