"Hallo, hier ben ik dan, dag mensen op het plein......" een vrolijk deuntje uit 1974, op een zondagmorgen van Luc Bral (1949-2020). En 't is nog waar ook, want hier ben ik dan met mijn zondagse gazet, en ik zeg hallo tegen al mijn geliefde lezers. Het is een beetje mistig, het is een beetje nevelig, wat witte wolkjes en wat witte vliegtuigslierten aan de hemel. De rust zelve buiten, niets te horen buiten wat vroege vogels, niets te zien buiten alleen wat vroege vogels en hondjes met hun baasjes. Ik ben al buiten geweest om mijn 'akker' (woordlewoord) eens te overschouwen en ik zag dat mijn bloempotten nog altijd goed 'gevuld' (woordle6) zijn met de roze-rode geraniums. Die hebben het wonderwel goed overleefd maar de vlijtige liezen zijn hun naam niet waardig geweest deze zomer. Volgend jaar andere en betere. Als ik nu buiten kom, kan het verschil met vorige week niet groter zijn. De 'gewone' levensmodus is weer in gang gezet voor de komende 10 maanden. Dan is het weer verwachtingsvol uitkijken naar al het amusement en de toeristen. Maar de drukte die dat meebrengt ben ik al na 14 dagen beu. Maar ja, un va et vient moet er zijn om leven in de brouwerij te houden. 't Is lang geleden dat ik nog eens een Middeleeuws gedicht getypt heb en dat ga ik vandaag eens goedmaken, met één van onze grootste dichters uit de Gouden Eeuw: Constantijn Huygens (1596-1687). Hij was bekend voor alles en nog wat en hetgeen nu niet meer voor mogelijk gehouden wordt of doenbaar is: dichter, diplomaat, geleerde, componist, architect, polyglot. De literaire prijs 'Constantijn Huygens' die sinds 1947 wordt uitgereikt, is naar hem vernoemd. Ieder jaar wordt is er naast de 'eer', ook een geldprijs van 12.000 € aan verbonden. Jan Wolkers (1925-2007) weigerde evenwel de prijs in 1982. In 2021 was de roem en het geld voor Peter Verhelst. Wat schreef onze geleerde dichter? Ziehier een van zijn rijmpjes: Pier liep my tegen 't lyf, en wou geen stroo-breed wycken: Hy sei, 't en lust hem niet voor yder geck te strycken: Maer seid ik, dat lust my, en trad van 't sandpad af en liet den geck voorby. Dat is enkele jaren later dan de "Kinderspelen" van Breughel (1560) en vandaag is dat weer een nobel onbekend spel nr 83: balletje steken, duike duike reve, stom-en-ambacht. Ik heb er niets aan tot te voegen en dat is meteen het einde van mijn zondagse gazet, de 'Zondagskrant' ga ik nu lezen. Tot morgen
|