Maand 4 is voorbij en maand 5 kan beginnen. Dat gebeurt met een speciale dag: Dag van de Arbeid. Of is het Feest van de Arbeid? Als ik zeg 'dag' moet er gewerkt worden en als ik zeg 'feest' kan ik luilekker buiten genieten van deze dag mits de temperaturen het enigszins toelaten. Ik heb geen zin om te werken, ik maak er maar een 'feesteke' van. De zon schijnt en daar moet ik mijn voordeel uit halen. En deze morgen kreeg ik een verrassingsboeketteke per WatsApp toegestuurd: een tuiltje lelietjes-van-dalen. Tot we mooi Nederlands moesten praten, dat Joos Florquin (1916-1978) en zijn companen ons aanleerden in het programma "Hier spreekt men Nederlands", waren dat muguettekes. Nu zijn het meiklokjes en officieel noemen ze convallaria majalis. Alles aan deze plant is giftig. In de farmaceutische industrie verwerkt men ze, omdat ze verschillende biochemische stoffen bevatten die de hartwerking zouden kunnen beïnvloeden. De gedroogde blaadjes zijn ideaal om op een feestje of in de klas als 'niespoeder' te gebruiken. Het 'lelietje-van-dalen' zou ontstaan zijn, volgens een kerkelijke mythe, door de tranen die Maria plensde onder het kruis waar haar zoon Jezus de marteldood stierf op de 'Berg Golgotha'. In Engeland noemt men deze 'the Lily of the Valley' daarom ook: Mary's Tears. De bloem zou volgens de 'Oude Germanen', en Germanen zijn we nog altijd, geluk en liefde brengen en symbool staan voor liefde en zuiverheid. Hier wil ik een citaat dat Heinrich Heine (1797-1856) liet optekenen, bij een leugentje voor een mooi verhaaltje: "God zal het me wel vergeven, het is tenslotte zijn vak". Maar het is ook de maand van de 'beewegen'oftewel 'bedeweg' of 'ommegang' of 'bedevaart'. De toeristenbussen met de bedegangers zullen naar alle bedevaartsoorden uitrijden om de mensen de gelegenheid te geven er kaarsjes te branden voor het beeld van Maria of een andere Heilige. En voor de rest, na het kaarsje en gebed, maakt men er een toeristische uitstap van met alles wat daar bij hoort: een pintje, een koffie een taartje, wie weet zelfs een dansje in die grote baancafés als ze nog bestaan. Voetvolk zal men ook wel tegenkomen. Voor de doorgedreven en fantieke stappers is het een pelgrimstocht richting Santiago de Compostella in Spanje, anderen nemen genoegen met enkele tientallen kilometers richting Scherpenheuvel in Vlaams Brabant. Al opgemerkt dat ik veel verkleinwoorden gebruik? Dat is het enige dat ik kan leren van de West-Vlaming. Het spreken is onbegonnen werk, maar 'je-ke' achter een woordje zetten lukt wel af en toe. Tot morgen
|