Arsène en ik genieten van de Provence. Zoals altijd als ik hier ben, kom ik totaal tot rust, weg van de alledaagse zorgen.
Mama is nooit ver weg uit onze gedachten. We brachten hier samen met haar zo vaak onze vakantie door, dat vele herinneringen naar boven komen. Zo is er het zonnebloe-menveld net naast de inrit van het domein. Mama was gek op zonnebloemen, wat zou ze dat weer prachtig hebben gevonden. De overheerlijke door de gastvrouw zelfgemaakte confituur, die mama s morgens bij het ontbijt met lepeltjes naar binnen speelde, mama's zwarte handtasje dat ze jaren geleden hier in Carpentras kocht en dat ik nu, enkel op reis, elke dag gebruik, het zijn maar enkele van die kleine dingen die ons steeds aan haar doen denken.
Dat mama er nu niet meer bij is, doet gelukkig minder pijn dan de vorige jaren. Ik weet dat het goed gaat met haar. Door de mailtjes en sms-jes, die ik regelmatig krijg van Denise en Karoline, wordt ik op de hoogte gehouden. Zij verzekeren mij telkens weer dat ik mij geen zorgen hoef te maken om mama. Mama wordt door deze twee schatten weer extra vertroeteld.
Alles is goed, Arsène en ik ontstressen in de Provence!
Maandagmorgen vertrekken wij naar de Provence. Dus wordt mama op zondagnamiddag door Arsène en mij nog eens extra vertroeteld.
Vooral ik heb de drang haar te knuffelen, haar nog eens goed vast te nemen.
Ik weet dat ze niets zal tekortkomen die drie weken dat we weg zijn. Mama zal door het personeel goed verzorgd worden, daar kan ik van op aan. Ik hoef mij geen zorgen te maken, maar ja Denise en Karoline hebben mij voor de zoveelste keer op het hart gedrukt dat zij de verwennerij wel in mijn plaats zullen doen.
Het zal mama dus niet aan aandacht ontbreken. We vertrekken deze keer, gerustgesteld en zonder echt schuldgevoel, op reis.
Als ik woensdagnamiddag bij mama toekom, heeft Denise mama al uit haar zetel gehaald. Arm in arm lopen ze mij tegemoet. Kijk eens wie er daar is, zegt Denise, wijzend op mij. Maar mama blijft Denise lachend aankijken. Denise doet verwoede pogingen om de aandacht op mij te vestigen, maar het lukt haar niet. Mama heeft enkel en alleen oog voor Denise. Al sta ik nu al heel dicht bij haar, ze merkt mij niet eens op. Mama herkent mij niet. Zelfs als ik vóór haar ga staan en haar een dikke zoen geef, heeft ze weinig of geen erg in mij. Ze glimlacht eens. Ze weet absoluut niet wie ik ben, dat heb ik wel door. Mama kiest voor de veilige arm van Denise.
Ik dring mij een beetje op aan mama, geef haar een extra knuffel, een extra zoen en na enkele minuten hoor ik er toch ook weer bij.
De warmte houdt ons binnen vandaag. Mama en ik lopen de gangen door en gaan even buren bij Karoline en Marcel. Ze zitten met hun tweetjes op Marcels kamer.
Marcel heeft net een flinke uitbrander gekregen van Karoline, omdat hij de zoveelste T-shirt heeft stuk gemaakt. Sinds enkele weken trekt hij gewoon zijn kledingstukken kapot. Enkel en alleen deze week: 2 spiksplinternieuwe vernielde shorts en 3 kapotte T-shirts. Karoline weet zich geen raad meer met de vernielzucht van haar ventje.
Maanden geleden begon het met een knop of knoopsgat, die er moesten aan geloven. Maar het ging van kwaad tot erger. Karoline blijft maar nieuwe kleren kopen. Herstellen van de gehavende kledij is meestal niet meer mogelijk, want Marcel gaat wel heel erg destructief te werk.
Terwijl Karoline nog een verwoest T-shirt boven haalt, vraagt ze wanhopig, zelfs aan mama: Marcella, Marcel trekt zijn kleren kapot. Dat mag niet, hé? Mama kijkt haar aan alsof ze er alles over weet en zegt: Oh, neen, dat mag niet! ... Ik doe dat niet .Neen, antwoordt Karoline, maar Marcel wel. Karolineheeft echt alles geprobeerd: lieve woordjes, honderden keren gezegd: Neen, Marcel dat mag niet! , maar niets kon Marcel van zijn vernielingsdrang weerhouden. Nu is Karoline eventjes haar geduld kwijt. Ze kijkt haar lieve echtgenoot boos aan, maar Marcel verroert geen vin. Bijna stokstijf en heel braafjes, blijft hij met de handen op de knieën zitten. Hij raakt zijn broek of T-shirt niet aan.
Nu gaat mama er zich mee bemoeien. Ze gaat vóór Marcel staan en maakt allerlei rare bewegingen in zijn richting. Marcel zit mama apathisch te bekijken. Als haar gekke dans niet de minste indruk maakt op Marcel, gaat ze bij hem staan, aait lieflijk over zijn kin en praat ook liefelijke woordjes tegen hem. Er komt geen reactie van Marcel. En dan bukt mama zich en grijpt Marcels blote knie vast. Oh, zegt ze alleen maar en laat ogenblikkelijk de knie weer los. Een voorzichtige glimlach speelt eventjes om Marcels mond. Karoline en ik zijn gefascineerd geraakt door dit schouwspel en moeten er om lachen. Dat is een foto waard! zeg ik. Waarop Karoline antwoordt: Dat is een film waard!.
Karoline haalt de snoepdoos boven en iedereen wordt getrakteerd op een lekkere bonbon.
Het is behoorlijk warm vandaag. Mama en ik gaan naar buiten. Zij heeft het vandaag best moeilijk met stappen. En alle schuld ligt bij haar eigen schaduw. Ze houdt hem voortdurend in de gaten. Het ding lijkt wel aan haar vast te zitten en ze wil er vanaf. Hoe hard ze ook probeert, zwaaiend met haar armen haar schaduw van zich weg te duwen, het lukt niet. Aan mijn uitleg dat ze haar eigen schaduw wil verjagen en dat dat niet kan, heeft mama niets. Ze kijkt me aan en trekt onverschillig haar schouders op. En dan doet ze opeens hard haar best om eroverheen te stappen. Al lukt ook dat niet, mama geeft niet op. Niets kan haar nog boeien, enkel die schaduw. Het is zo vermoeiend. Ik wandel dan maar met haar terug naar binnen. Weg van mamas schaduw, die vandaag behoorlijk de spelbreker was.
We gaan deze namiddag met mama, Karoline en Marcel naar de kermis. Mama en Marcel zitten in een rolstoel. Het is heel warm vandaag. Mama en Marcel hebben een leuke strooien zonnehoed op om hen tegen de zon te beschermen. Mama heeft het druk met die hoed. Dan haalt ze hem van haar hoofd, dan moet hij weer op. Marcel raakt zijn hoed niet aan.
We lopen de attracties af. Op de parking lopen de ponys weer hun rondjes. We blijven even stilstaan bij de Rondreizende Tovenaar. Als de goochelaar uit zijn schatkist zijn toverpillen haalt, die zoals hijzelf beweert ervoor zorgen dat je nooit meer vergeet, kijken Karoline en ik elkaar aan. Moesten die maar bestaan zucht Karoline. Dan zijn er nog de knotsgekke mannen met hun al even knotsgekke machine Car o chienno waarmee ze in 20 minuten één kopje koffie maken. Bapo speelt klassieke en hedendaagse muziek met behulp van vele claxons die over zijn hele lichaam zijn bevestigd. We houden stil om de act van Katina te bekijken en bij het draaiorgel met aapje.
Ondertussen zijn Karolines zus en schoonbroer, Sonja en Luc er ook bij gekomen. We wandelen rustig met zijn allen verder de kermis af. De drie grote reuzen die we voorbij wandelen, maken niet de minste indruk op mama. Het lijkt wel of ze hen niet ziet.
Karoline maakt een dolle rit op de 'Lambada'. Mij zouden ze daar voor geen geld opkrijgen! Karoline lacht heel de tijd, het is of ze daar hoog in de lucht eventjes al haar zorgen kwijt is. En hoewel de meeste dingen aan Marcel en mama lijken voorbij te gaan, genieten ze toch ook wel op hun eigen manier van de uitstap. Arsène en mij valt het op dat mama vorig jaar nog heel wat enthousiaster was bij het bezoek aan de kermis. Ze bewoog toen vanuit haar rolstoel op de muziek die overal speelde, nu lijkt ze die niet te horen. Ze is een stuk apathischer. Het is misschien deels door de warmte, maar natuurlijk zit Alzheimer er voor méér tussen. Het is nu eenmaal zo.
Karoline en ik brengen Marcel en mama netjes op tijd naar boven voor het avondeten. We laten onze lievelingen in handen van de verzorgenden en gaan naar de cafetaria. Daar wachten Arsène, Sonja en Luc ons op. We drinken er ééntje samen en we babbelen nog wat na. Toch al bij al een gezellige namiddag.
Vrijdagmorgen ben ik nog op meters afstand van mama vandaan als ze al begint te lachen naar mij. Ze heeft me dit keer wel heel snel in de gaten gekregen. Ze steekt meteen uitreikend de handen naar me uit. Voor mamas doen, is ze goed vandaag. Haar haar nat maken en in de krulspelden draaien verloopt zonder gemor.
Terwijl ik met de haardroger haar haar droog, zit ze rustig tegen mij te babbelen. En zoals altijd tracht ik, ondanks haar raar taaltje, toch met haar mee te praten. Ineens vraagt ze: Mag ik dat? Ik ga vóór haar staan en mama kijkt me afwachtend aan. Eigenlijk weet ik niet wat ze bedoelt en antwoord diplomatisch: Mama, jij mag alles! Mama fronst diep haar wenkbrauwen en zegt nogal snibbig: Ja, en dat moet je maar geloven, hoor! Waarop ze verontwaardigd haar hoofd van me weg draait. Ik ga verder met het föhnen en mama heeft het, onverstaanbaar voor mij, meteen al over iets anders.
Dinsdagnamiddag gaan mama en ik, ondanks de felle en frisse wind, toch wandelen. We zoeken ons knuffelbank op, die, tussen twee hagen in, ons beschutting geeft tegen de wind. Rustig, dicht bij elkaar, hand in hand, zitten we daar weer, onze snoeten naar de zon gericht. Af en toe wordt die rust verstoord door de wind die toch even over de haag blaast. Plots kijkt mama bruusk naar de opening tussen de hagen. Er staat hier een deur open, zeker? vraagt ze zich af met gefronste wenkbrauwen. Neen, er staat geen deur open. Waarom? vraag ik. t Trekt hier! zegt ze en ze legt haar hand beschermend tegen de tocht in haar nek.