Mijn persoonlijke belevingswereld. Lieve bezoekers van mijn blog.
Ik wil jullie vragen om geen grote prenten als button te gebruiken omdat het mijn blog onnoemelijk langzaam maakt en slecht te openen, wat anderen dan weer afschrikt. Ik hoop op jullie begrip! Bedankt.
25-03-2010
Missie volbracht en geslaagd!!
Ik zit nog na te genieten. Waarvan dan wel? Mijn eerste tennismatch sinds meer dan twee jaren. Mijn schoondochter had een plein gereserveerd in een hal in Nederland, waar haar moeder in de winter speelt. Afspraak om te tennissen was om 17u00. Toen ik gisteren was opgestaan en me aankleedde, kon ik aan niets anders meer denken. Dit was de dag van de waarheid en als het niet lukte was het over en uit en kon ik mijn tennisspullen van de hand doen. Had daar al eerder over nagedacht maar kreeg het niet over mijn hart. Daar was nog steeds genoeg tijd voor. Dus maar wat afwachten en hopen, bijna tegen beter weten in. Op een zeker ogenblik heb ik dan al maar het trainingspak aangetrokken, tennissokken en tennisschoenen aan, want dan was ik al aangekleed tegen dat ik moest vertrekken. Nog erger dan een klein kind , dat op schoolreis mag gaan en 's morgens om 05u00 aan het bed van zijn ouders staat om te vragen of het nog niet tijd is om te vertrekken. De wekker kroop vooruit en ik nam voortdurend vanalles in mijn handen om het weer even snel weer weg te leggen. Ik liep van boven naar beneden en omgekeerd en controleerde nog maar eens of ik ook wel alles had klaar liggen. Oh ja, nog een flesje drinken, dus naar de bergruimte om drank te halen. En kauwgom, die moest er ook nog ergens zijn. De enige ogenblik dat ik kauwgom eet, is tijdens het sporten en die moet dus steeds mee, als ik ga tennissen. Toen de wijzers van de klok eindelijk voortgekropen waren tot 15u00, kon ik het niet meer harden. M. was vertrokken voor een vergadering en ik liep alleen te ijsberen door het huis. Ik kon ook net zo goed vertrekken, rustig naar Limbricht rijden en dan daar, samen met mijn schoondochter en kleinkinderen wachten tot onze zoon thuiskwam en aansluitend doorrijden naar de tennishal. Zo gedacht, zo gedaan. Mijn schoondochter keek natuurlijk op dat ik zo vroeg verscheen maar had gelijk in de gaten wat het probleem was. Na een jaar of achttien kent ze natuurlijk wel een beetje. Toen het eindelijk laat genoeg was om te vertrekken, reed ik achter hen aan in mijn eigen auto. Op een zeker ogenblik had ik de indruk dat we rondjes aan het rijden waren en ik zat er niet ver naast. De afslag naar de hal was veranderd en mijn zoon was aan het zoeken, hoe hij er kon geraken. Toen we eindelijk op de parking stopten, stond de moeder van mijn schoondochter ons al op te wachten. Met een klein hartje sjokte ik achter hen aan naar binnen. Wij konden direct het plein op en na wat stretchen begonnen we in te kloppen.Dat inkloppen is een vrij internsieve bedoening en na een minuut of tien voelde ik een lichte beklemming opkomen. De paniek schoot door me heen en ik nam meteen wat gas terug. Ik nam wat meer tijd om een bal op te rapen en om op te slaan. Mijn zoon vroeg op een bepaald moment of het wel ging. Ja hoor, niets aan de hand... En dan begonnen wij aan de match en vergat ik alles, wat me bedrukte en ging volledig op in het spel. Eerst speelde ik met de moeder van mijn schoondochter, en wij verloren, vooral door mijn toedoen met 3-6 en dan stelde mijn zoon voor om samen een set met hem te spelen tegen moeder en dochter. Ik kwam steeds beter in het spel en toen het 3-2 was voor ons ging het eindsignaal en moesten we het spel staken want de volgende spelers kwamen reeds het plein op. En ik had gespeeld zonder problemen, zonder beklemming en zonder pijn in de borstkast. Mijn conditie was niet wat ze moet zijn na twee jaren van inactiviteit maar ik kon het weer en ik was de koning te rijk. Ik ben naar huis gereden met een gevoel van euforie. Competitie zal ik nooit meer spelen en daartoe voel ik niet eens meer de behoefte, maar ik kon weer bewegen en tennissen zonder het gevoel te hebben, dat ik elk moment in mekaar zou stuiken. Tijdens mijn rit naar huis heb ik gezongen van geluk. En zelfs mijn spierpijn vandaag is miniem en dat is voor een dame op jaren, zeker niet niks!
Ja dat zal het dan wel worden, de ultieme poging om opnieuw te sporten en zien of die gezondheidsproblemen eindelijk van de baan zijn. Na twee jaren van onderzoeken, uren van afspraken en testen in het ziekenhuis, steeds weer andere artsen en telkens weer de uitspraak: we kunnen je niet helpen, we weten niet wat die angina pectoris veroorzaakt, heb ik het heft zelf in handen genomen. Ik was het beu om niet meer te kunnen wandelen, niet te kunnen fietsen, en vooral niet meer te kunnen tennissen. Zeker op mijn leeftijd wordt aangeraden om zoveel mogelijk te bewegen en aan sport te doen. En dan kun je opeens helemaal niets meer. Dat lijf, dat die regelmatige sport gewoon was, voelt zich dus helmaal niet happy met dat gedwongen nietsdoen en ik werd er gewoon met de dag somberder van. En dan was er opeens die klik. Ik stond mistroostig voor de spiegel in de badkamer en vond dat het zo niet langer kon. Wat kon ik zelf doen of proberen om mij beter in mijn vel te voelen? Ik kon me gewoon niet neerleggen bij de situatie! Héél gezond gaan eten, gewicht verliezen, vitamienes slikken en zien hoever me dat zou brengen. Ik voelde me al een stuk opgemonterd, toen ik voor mezelf dit besluit genomen had. Ben naar beneden gegaan en heb prompt een afspraak gemaakt met een diëtiste. En dan volgden er enkele maanden van opletten, veel ontzeggen, heel anders eten en alle snoep achterwege laten. En het resultaat mag er zijn. Ik ben dan ook wel zo koppig, dat ik dat erg goed volhoud. En langzaam voelde ik de energie terugkomen en leek het leven een stuk zonniger. Ik had wel een héél dom ogenblik gekozen voor de start van mijn dieet, namelijk anderhalve maand voor de feestdagen van Kerstmis en Nieuwjaar. Ik liet het aan mijn hart niet komen en heb rigoureus alles afgewezen, wat mijn doelstelling in gevaar kon brengen. En nu moet de kers op de taart komen, nl. terug gaan tennissen. Zou dat lukken? Nu woensdag a.s. ga ik voor het eerst in twee jaren opnieuw tennissen in een dubbel met mijn zoon, schoondochter en moeder van mijn schoondochter. Ik ben bang en hoopvol tegelijk en misschien loop ik de dagen erna rond op krukken, maar dat gaat wel weer voorbij. Als die borstkas het maar volhoudt zonder die afgrijselijke pijn en zonder dat mijn medespelers moeten bang zijn, dat ik elk moment in elkaar zal stuiken. Ik ben nu een klein kind, dat zich ongelooflijk verheugt op iets, wat ze jaren lang als vanzelfsprekend aanzien heeft.
Het is laat en ik zit weeral te tokkelen op dit toetsenbord. Wij zijn vanavond naar een jaarmis geweest van de dochter van M's oudste zus. Moeder (dus zus van M.) gestorven op 37-jarige leeftijd, haar dochter omgekomen in een auto-ongeval, toen ze net de leeftijd van 40 jaar gepasseerd was. Ik heb er toen over geschreven in mijn blog en schrik ervan, hoe lang dit reeds geleden is. De tijd spoelt als water tussen onze vingers door en wij hebben geen enkele mogelijkheid om hem vast te houden. Ik zat achteraan in de kerk en zag hoe de familieleden binnengedruppeld kwamen en hun plaats zochten in de rijen banken. Ook de twee zonen van K. waren in de kerk en de oudste is een boom van een kerel geworden. Hij stak met kop en schouders boven iedereen uit. Het doet zo vreemd aan, om hem als bijna volwassen man te zien en je af te vragen, wat zijn moeder zou gevoeld hebben, als ze hem zo had kunnen meemaken. In hoeverre blijf je doorleven in je kinderen als je er niet meer bent? Er is een gezegde: je bent niet echt dood zolang je niet vergeten bent. Is dat zo? Wat doet je kind aan je denken, als het leven terug zijn rechten opeist en de hectiek van alle dagen hun aandacht gijzelt. Is er dan nog tijd om stil te staan bij een moeder, die wel deel uitmaakte van hun jonge leven, maar niet meer van de jongen, die langzaam man wordt. Wordt zij een vluchtige herinnering, die nu en dan door een woord, een gebaar, even in de herinnering opduikt en dan weer vervaagt. Gaat het zo in zijn werk, of is het toch helemaal anders? Hoeveel jaren zijn er nodig om het exacte beeld uit je geheugen te wissen, en alleen nog via foto's een voorstelling te hebben, van hoe ze was, wat ze zei en al die intieme dingen, die een moeder voor een kind is en doet. Soms denk ik, dat het beeld steeds blijft bestaan en er geen week voorbij zal gaan zonder dat een kind aan zijn overleden moeder denkt. Andere keren denk ik dat vergeten worden juist een deel is van doodgaan en dat wij onbewust daar het meeste schrik van hebben. Dat je dan, zelfs in de dood, heel veel verdriet hebt, omdat je vergeten bent. Klinkt dit allemaal luguber? Dat is niet de bedoeling, maar ik heb over die dingen steeds erg veel nagedacht en door omstandigheden, doe ik dat vanavond dus weer. En nu denk ik dus niet alleen aan K. maar ook aan haar moeder en alle anderen, die reeds vertrokken zijn naar andere en betere(?) oorden. En als het waar is, dat je niet dood bent, zolang je niet vergeten bent, zijn zij in elk geval nog lang niet dood.
Vandaag was het de stormachtigste dag sinds jaren, en het hemelwater kwam met bakken naar beneden. Echt weer dus om een en ander te lezen. Gewoonlijk begin ik met de krant en daarna een of ander maand- of weekblad om vervolgens over te gaan naar een van de vele boeken, die gewoonlijk binnen handbereik liggen. Deze voormiddag, het was nog te vroeg om met de voorbereiding voor het middagmaal te beginnen, had ik mij verdiept in PLUS Magazine, dat ik gewoonlijk grondig doorneem. Opeens stootte ik op het artikel over het bijhouden van een blog. Mijn interesse was meteen gewekt en dat wel om een heel speciale reden. Een maand of zowat geleden, kwam ik thuis van een uitstap en M. vertelde, dat er een journalist voor me getelefoneerd had. De man wilde een afspraak met me maken over mijn blog. Dat interview zou verschijnen in het PLUS Magazine van maart. M. maakt geen afspraken voor mij en dat had hij de goede man dan ook meegedeeld. Die had daar alle bgrip voor en had vriendelijk gevraagd of ik hem diezelfde avond wilde terugbellen op zijn GSM. Dat heb ik dan gedaan en wij spraken af, dat hij me 's anderendaags zou bellen voor een interview. 's Anderendaags op de afgesproken tijd ging de telefoon en had ik de journalist aan de lijn. De arme man voelde zich vreselijk opgelaten, want wat bleek nu! Hij moest mij vriendelijk meedelen van hogerhand, dat hij mij geen interview mocht afnemen omdat ik een blog heb bij een concurrent van Plus en ik daardoor niet in aanmerking kwam. Het was vervelend en vooral voor hem pijnlijk, maar daar viel dus geen mouw aan te passen. Dus namen we met vriendelijke woorden afscheid. De daarop volgende dagen, moest ik nog een paar maal denken aan het gebeurde. Ik vond het allemaal een beetje absurd maar geleidelijk aan verdween het uit mijn gedachten. Tot vandaag, toen ik het artikel onder ogen kreeg. Inderdaad geschreven door de journalist, die mij belde. En wat me nu vooral tegen de borst stoot, en de reden waarom ik het nu op mijn blog zet is: Er staat een speciaal stukje bij, blauw gemarkeerd, waarin men vertelt, hoe men een blog start en bij welke weblogdiensten men dat kan doen en Seniorennet wordt er niet eens vernoemd, terwijl de naam van zes anderen wel wordt genoemd met enige uitleg erbij. Ik was en ben diep verontwaardigd, want seniorennet is op gebied van blogs en bloggers, zeker niet een van de minsten. Dat ze mij zonder meer opzij schoven op, bedenkelijke gronden, kan ik dan nog accepteren. Dat dit een staaltje is van allesbehalve neutrale journalistiek, vind ik minder te pruimen. En eens te meer heeft mijn vertrouwen in de mensen en hun beweegredenen een flinke knauw gekregen.
Wij zijn dus van de winter in de herfst terecht gekomen en het is buiten een grijze natte bedoening, die je alleen maar triest kan stemmen. En toch hoor ik nu en dan een vogel, die zijn uiterste best doet om alles wat vrolijker en lenteachtiger te maken.En warempel het lukt hem nog ook! Tenminste voor mijn gevoel en voor anderen kan ik niet praten. M. hoort dat allemaal niet, want zijn gehoor is niet je dat! Dat komt hem meestal wel goed uit, maar niet altijd natuurlijk. Ik heb net nog een paar dozen met kaarten en foto's uitgeladen en alles zijn plaatsje gegeven. Bleef het maar voor me uitschuiven. Hoe zeggen ze dat: de laatste loodjes...... en dat was hier ook van toepassing. Verder houd ik me maar bezig met vanalles en nog wat en lees weer véél meer dan een tijdje geleden. Toch heb ik veel repetities en vergaderingen op het programma staan, maar die gaan altijd 's avonds door, dus moet de dag volgemaakt worden. Ik las in een weekblad interviews met verschillende zussenparen en ondanks de grote verschillen van het ene zussenpaar met het andere en de verschillen in leeftijd tussen hen, waren het geweldige artikels en ik merkte eens temeer wat ik zelf miste. Heb slechts één zus, die vier jaar jonger is. We hebben totaal geen voeling met elkaar en door schade en schande wijs geworden, houd ik me nu afzijdig, dan kunnen er ook geen nieuwe irritaties en wrijvingen ontstaan. Aan die houding is veel pijn enverdriet vooraf gegaan, maar het is wat het is, en de illusie dat het zou kunnen veranderen, heb ik al lang verloren. Vriendinnen nemen dan een klein beetje van die open plek in en ik heb natuurlijk mijn broers. Met drie van hen heb ik een heel intens contact, maar dat is anders. Met een broer kun je niet zitten giechelen over zottigeheden, of huilen over dingen, die je raken en misschien buiten proportie zijn in jouw gevoelswereld. Je kunt er niet gezellig mee gaan winkelen of gewoon een paar dagen samen naar zee trekken en genieten van het samenzijn en veel samen babbelen en heel véél samen zwijgen. Ik ben dol op mijn broers maar zij kunnen die lege plaats niet opvullen. Maar daar is één iemand die dat kan. Een heel goede vriendin, waarop al het voorgaande van toepassing is. En langzaam maar zeker rijpte in mij het idee om haar te vragen mijn zus te worden. Alle voor en tegen woog ik duizend keren af en ik dacht: je maakt jezelf onsterfelijk en totaal belachelijk. Wie vraagt er nu zoiets??? En toch liet die gedachte me niet meer los. Misschien wilde zij dat ook helemaal niet en vond ze het maar een idiote ingeving, maar als ik het niet probeerde, zou ik het nooit weten. En dus heb ik met een bang hart gevraagd of zij vanaf nu mijn zus wil zijn en ze heeft ja gezegd! En misschien klinkt het belachelijk maar mijn hart buitelde van vreugde en die miezerige regen en het grijze weer, kunnen me even totaal niet meer deren, want dit kleine kind, dat ik eigenlijk toch wel ben, is overgelukkig.
Het sneeuwen is eindelijk gestopt en ik kijk door de glazen deur van de bureau naar buiten. Alles is bedekt met een witte donzen deken en langzaam komt er zoiets als zonnelicht door de wolken. Het verdubbelt de witkracht van de sneeuw en ik knijp mijn ogen een beetje dicht om duidelijk te zien. Wat is het mooi! En toch! Ik hoor een vogeltje fluiten en vanbinnen roert zich iets. Mijn hart begint te buitelen en krijgt lentegevoelens. Een beetje voorbarig, dat weet ik wel, maar ik kan het gewoon niet helpen. Zie alweer zonnige dagen in het verschiet en lange wandelingen aan zee. De zon warmt mijn huid en de zeebries speelt met mijn haren en kleren. De nood aan warmte en licht is zo groot, dat ik zonder problemen in die andere wereld glijd en die witte wereld rond mij vergeet. Af en toe stoppen en neerzitten op de banken van de boulevard. Mijn blik verliezen in de verre einders van het water en een totale rust neemt bezit van mijn lichaam en geest. Ook kan ik uren lang onder een van de grote beukenbomen achter ons huis zitten met een boek. Soms lezend, soms mijmerend en dromend, maar steeds genietend met een gevoel van intens leven. Dat zijn gevoelens, die alleen de lente, zomer en zon kunnen oproepen in mij, waarbij ik het gevoel krijg, dat ik voor meer dan honderd procent leef. Alles in mij zuigt dan die warmte en zon op en brengt een soort van euforie teweeg, die met niets te vergelijken is. Alleen eraan denken, doet me al goed. En dat zal ik nog wel een tijdje nodig hebben, niet?
Het valt me telkens weer op, hoe onze wereld wordt bezoedeld door geluid! Zou er nog ergens een plaatsje zijn, waar het echt stil is en waar je die stilte kan horen? Dat zinderende geluid, alsof de lucht en alles rondom je trilt in totale geluidloosheid.
Deze avond hadden we, zoals elke maandagavond, repetitie van ons koor. Met zo'n dertig vrouwen samen, wil dat al heel wat zeggen. Lieve deugd, wat kunnen die lawaai maken. Dat kwekt en ratelt non-stop en ik vraag me dan af, wat die allemaal zo dringend te vertellen hebben en waarom dat met zoveel decibel moet gepaard gaan.. De meesten zijn familie van elkaar en zien elkaar meerdere malen per week, omdat ze ook nog in hetzelfde of aanpalend dorp wonen. Zussen, nichten, schoonzussen, bijna één grote familie, op enkele uitzonderingen na, waar ik dan bij hoor. Onze dirigente moet telkens opnieuw vragen om stilte en ik vraag me serieus af, waar ze haar stem blijft halen, want ze moet dat verzoek telkens opnieuw herhalen, omdat ze door hun eigen lawaai, haar niet eens horen praten. Ik zit dan op mijn stoel en voel hoe golven geluid mij overspoelen. Ik kan er behoorlijk geïrriteerd door geraken, omdat ik problemen heb met mensen, die geen zelfdiscipline hebben. Ik vind het trouwens getuigen van heel weinig respect voor anderen, en vooral de dirigente, door maar verder te gaan met tateren zodat wij niet aan ons programma kunnen beginnen. Het valt me dan ook nog op dat er enkel personen uitspringen, die het wel heel bont maken en gewoon geen minuut zwijgen en moet ik er dan bij vertellen, dat het leerkrachten zijn?? Juist van hen zou men begrip mogen verwachten voor iemand, die voor een groep mensen staat en probeert om hen rustig te krijgen om met het programma te beginnen. Als we dan eindelijk met onze repetitie begonnen zijn, gebeurt het dat de verschillende stemgroepen even apart moeten zingen of herhalen om een of andere moeilijkheid de baas te kunnen. En dan gaat het weeral verder, dat geklets. Het irriteert me mateloos omdat je dan niet eens fatsoenlijk kunt volgen wat er gezegd wordt. Als ik dat tegen M. zeg, repliceert hij, dat L, de dirigente, strenger zou moeten optreden, maar het zijn allemaal vrijwilligers en zij gaan ervan uit, dat zij zingen om zich te amuseren en blijkbaar hoort daar geen discipline bij. Ik zie dat anders, en met mij nog wel andere ook, maar wij zijn duidelijk in de minderheid en moeten ons maar aanpassen aan dat ongelooflijk gekwek. Heb voordien nooit geweten, dat een relatief kleine groep vrouwen zoveel kabaal kunnen maken. Als ik dan naar huis rij, alleen in de auto, geniet ik van de stilte en de algehele rust, die een weldaad is voor mijn gepijnigde oren. Ik hoor erg goed en dat is duidelijk niet altijd een zegen.
Schrijven over vriendschap en je er goed bij voelen, en dan plots uit heldere hemel een bericht via de PC. Ik lees, en herlees, en kan mijn ogen niet geloven. Ontgoocheling en verdriet zijn de eerste gevoelens, die ik ervaar en dan word ik ook nog boos. Ik correspondeer reeds sinds mijn vijftiende met een Braziliaanse jongen/man. Het is een fijne correspondentie, zonder flauwe kul met interesse van beide zijde voor elkaars familie, interesses en dergelijke meer. T. is een humoristische en grappige man, die ik steeds erg gewaardeerd heb, en die duidelijk liet blijken in zijn schrijven dat dat gevoel wederzijds was. Wij wisselden foto's uit van onze gezinnen en stuurden verjaardagswensen voor alle leden van de familie. Kortom, het was een fijne, ongecompliceerde relatie, die eerst via brieven werd opgevouwd en later via de PC verdergezet werd. Ik had reeds het gevoel dat er iets scheelde, want ik had al een tijdje, ttz. na Kerstmis niets meer gehoord en er kwam ook geen antwoord op vragen, die ik stelde. Soms was hij gewoon te lui om te schijven of had andere dingen aan zijn hoofd, en dat moet kunnen. Nadien verontschuldigde hij zich dan uitgebreid voor zijn stilzwijgen en we gingen op dezelfde voet weer verder met onze correspondentie. Op een bepaald ogenblik dacht ik bij mezelf: hij kan wel ziek zijn, of iets ernstigs gekregen hebben en ik zit aan het andere einde van de wereld en weet van toeten of blazen. Dus dan maar een mail gestuurd, dat hij een seintje moest geven of er iets ersntigs aan de hand was of dat hij alleen maar de luierik uithing. Enkele dagen geleden, opende ik mijn mailbox en zag een mail van een M.C., die ik niet zo direct kon thuiswijzen. Zulke dingen open ik niet en ik had ze reeds in de vuilnisbak gedropt. Maar de naam bleef hangen en ik heb die mail terug opgevist. Ik wist dat ik die naam ergens van kende. Ik opende het ding en wat ik toen las sloeg me dus met verstomming. De tekst was van T.'s vrouw en ze vertelde mij onverbloemd, dat ze het nooit eens geweest was met onze vriendschap en dat die maar eens en voorgoed gedaan moest zijn. Ik moest haar man met rust laten en uit haar huwelijk blijven. (Alsof ik daar al ooit tussen gezeten had!) Ze wilde geen antwoord, en ging ervan uit, dat ze nooit meer iets van mij zou horen. Ik heb het een paar maal gelezen, M. geroepen en laten lezen en dan een paar keren geslikt. Ik was ontgoocheld, verdrietig , verontwaardigd en boos! Elk van onze mails of brieven mag gelezen worden door de hele wereld en dan hoef ik niet blozen over de inhoud. Wij kennen elkaar langer dan vijftig jaar en dat wordt met een handgebaar van tafel geveegd en afgedaan als niet ter zake doende. Die mate van jaloezie, want wat kan het anders zijn, slaat mij met verstomming en krenkt me, want dan gaat men ervan uit, dat ik onzuivere plannen of bedoelingen heb. En wat me het meest krenkt, is dat hij me dat zelf niet geschreven heeft. Hij is het misschien niet eens met die zienswijze, maar ik begrijp dat hij moet leven met zijn vrouw en zich met haar moet verstaan, eerder dan met mij. Maar om door haar op die manier aangepakt te worden zonder dat hij ook maar een teken van leven geeft, had ik nooit van hem verwacht. Mijn geloof in oprechte vriendschap heeft eens temeer een flinke knauw gekregen.
Ja ze is er steeds, de behoefte om te schrijven en dat is zelfs zo, als ik totaal niets te vertellen heb! Waar komt het vandaan? Heb er gewoon geen verklaring voor. Toch gaat de godganse dag de tredmolen in mijn hoofd maar door. Voer ik ganse gesprekken met mezelf en een denkbeeldig iemand. Dat kan je natuurlijk allemaal neerpennen, maar daarover voel ik dan een bepaalde gêne, die ik niet opzij kan zetten. Echt helemaal in mijn ziel laten kijken, doe ik dus niet omdat er gevoelens en gedachten zijn, die ik gewoon met niemand wil delen. Waarom? Heb er verschillende verklaringen voor en het zal wel van allemaal iets zijn. Je wordt ontzettend kwetsbaar zodra je al je zieleroerselen prijs geeft. Schrik om niet begrepen te worden of afgewezen te worden. Dat speelt zeker een grote rol. Ervaringen, die niet erg positief waren, hebben ook een vinger in de pap. Ik herinner mij een avond, een jaar of 28 geleden. Ik volgde in die tijd Spaans in het Hoger Instituut voor Talen in Hasselt. Er werden gesprekken gevoerd in het Spaans over allerlei onderwerpen zoals o.a. het dagelijkse leven van jonge mensen, vrouwen in het bijzonder, in Spanje. Er werden vergelijkingen gemaakt tussen vrouwen in België en in Spanje en kwamen tot de conclusie, dat er, in die tijd wel te verstaan, een groot verschil was tussen hen ons ons. Er werd o.a. als voorbeeld te berde gebracht dat het helemaal normaal was in onze samenleving, om als vrouw alleen naar een café te gaan en daar iets te drinken. Wij mochten er een uitgesproken mening op na houden en die ook laten horen, etc. etc. En dat allemaal in tegenstelling tot de Spaanse vrouwen, die nog heel erg ondergeschikt waren aan hun mannen. Zie liepen dus behoorlijk op ons achter! Dat was tenminste de conclusie, die uit het gesprek voortvloeide. Ik hoorde al die ronkende volzinnen en zelfvoldane conclusies aan en heb dan gezegd, dat ik het niet volledig eens was met alles, wat daar verteld werd. Ja maar, dat moest ik dan toch eens nader verklaren. Dat heb ik dan ook gedaan. Hun mooie stellingen gingen dan misschien wel op voor jonge vrouwen in de grootsteden of universiteitsteden maar in geen geval voor diegenen, die in kleine stadjes of dorpen woonden. Ik wist pertinent zeker, dat ik niet moest proberen om drie maal ergens alleen iets te gaan drinken in een café, of ik ging over de tong, en niet alleen in ons dorp! Een sportclub buiten beschouwing gelaten. Ik ben steeds geïnteresseerd geweest in gesprekken met wat inhoud en die kreeg ik te horen bij een groep van onze mannelijke vrienden. Je in zo'n gesprek mengen en je mening geven over een bepaald onderwerp, werd dan alvast niet in dank afgenomen en dan kreeg je al snel het etiket opgeplakt van haaiebaai. Wij werden namelijk niet verondersteld logisch te kunnen nadenken en er ook nog een uitgesproken mening op na te houden. Zolang je, liefst bewonderend, luisterde en je mond hield, was alles prima in orde. Ik heb zelfs ooit de opmerking gekregen dat ik niet vrouwelijk was. Toen ik vroeg, wat daar dan wel mee bedoeld werd, kreeg ik als antwoord (van een man natuurlijk) dat ik veel te logisch nadacht en problemen benaderde? Moet je dat als een compliment of als een blamage opvatten? Iedereen stond me verstomd aan te staren en deed alsof hij dat fenomeen niet kende en er nooit over gehoord had. Onze leraar vroeg, of dat mijn vrienden waren, die zich zo gedroegen. Ja, zo kon je ze noemen, maar het waren eigenlijk de vrienden en kennissen van M. Ik was maar aangetrouwd in het dorp. De leraar antwoordde: wordt het dan niet tijd dat jij je eigen vrienden zoekt met wie je wel voeling hebt en van wie je wel de waardering krijgt om wie je bent en die je echt wel verdient. En inderdaad, die vrienden heb ik nu al jaren, en soms komen er enkele bij en is daar dan weer iemand bij, die heel speciaal is, en die me begrijpt met een half woord, of helemaal zonder. Waarmee je kunt discuteren en zwijgen, mee kunt lachen en ernstige gesprekken voeren, aan wie je elke dag wel even denkt, ook al zie je elkaar niet zo dikwijls als je zou willen. En als ik daar dan over nadenk, besef ik dat ik tot de gelukkigen behoor, die echte vrienden heeft en dat geeft me een heerlijk warm gevoel. Het maakt mij extra kwetsbaar maar ook extra sterk.
Het is zover, alles is afgewerkt en terug op zijn plaats, opgeruimd of ingetast. De louvre-drapes zijn geplaatst en alles lijkt lichter en aangenamer door de zachte kleuren. Het heeft draad gekost en behoorlijk wat geld, maar je kan het beter uitgeven dan op een boekje zetten en er dan ook nog op verliezen. en mijn verjaardag heb ik in een vernieuwd huis mogen vieren. Hier hebben we allebei heel veel plezier van en moesten we, om welke reden dan ook, morgen beslissen het huis te verkopen, dan heeft het een meerwaarde, die de meeste mensen wel zal aanspreken. Helemaal tevreden dus allebei. Vandaag werd die periode afgesloten door een etentje met de schoonfamilie, dat elk jaar in de maand januari plaats vindt, maar nu op het juiste moment van pas kwam. Nu kan ik de regen en het slechte weer helemaal buitensluiten, als ik het allemaal niet meer wil zien. Ik kan de lamellen ook helemaal opentrekken en over de tuin en de weiden uitkijken en me laten inspireren door het paard van de buurman, dat ginder achter loopt en iets doet, wat op grazen gelijkt, maar waar ik mijn twijfels over heb in die besneeuwde vlakte. Want die ligt er inderdaad nog steeds, hopen sneeuw. Vanmiddag is het echter beginnen te regenen en als dat even duurt, zal die witte deken wel verdwijnen zonder ook maar een spoor na te laten. Toch zal het nog niet voorbij zijn volgens onze weerman. Sneeuw?? Weinig waarschijnlijk, maar koude dus wel. Maar nu weten we tenminste weer, wat het woord "winter" betekent. En voor veel jongere kinderen is dat waarschijnlijk de eerste maal. En toch betrap ik er mij op dat ik begin te dromen over zonniger oorden. De eerste vakantiebrochure zat in de bus, en hopla, biebieke's hart slaat op hol. De kriebels beginnen hun werk te doen en ik dompel me onder in zonnige bestemmingen en laat mijn dromen de vrije loop.
Ja die hebben we vast hé, en nog niet zo voor even. Ik vind het prachtig en voor mijn gevoelen hoort er sneeuw bij de wintertijd. Ik ben nochtans een zonnekind en leef op als het lente wordt, maar een winter, zoals wij die de laatste jaren gekend hebben, met windvlagen en regen, alsmaar regen, daar word ik dus echt ziek en mistroostig van. Bij dit weer kan een mens tenminste goed ingeduffeld naar buiten. Ikzelf voel daar niet direkt de aandrang toe, maar er zijn genoeg mensen, zoals ook M., die elke dag eropuit trekken en een wandeling maken in de sneeuw. Het bos vlakbij leent zich daar natuurlijk uitstekend toe, en als M. terug binnen gestampt komt, brengt hij de geur van buiten en sneeuw mee, rode wangen, dampende adem en schitterende ogen. Echt waar, ik ruik de sneeuw. Nu ja, als ik naar sommige programma's kijk op de TV, heb ik ook de indruk dat ik ruik, wat daar wordt klaar gestoomd en zo'n modern toestel hebben wij toch echt niet, als die al überhaupt zouden bestaan! Als ik via het grote raam naar buiten kijk, zie ik nog wat stofsneeuw vallen, maar het geweld van de ganse voormiddag heeft afgenomen. Er staat een ferme noord-oostenwind en die joeg de sneeuwbuien met wervelend geweld door de bomen en struiken en heeft het sneeuwdek, dat er al dagen lag, weer ferm aangedikt en alles in een wollig witte deken gepakt. En wat vind ik dat mooi. Zelfs de vogeltjes, die normaal af- en aanvliegen naar het voederbakje, houden zich gedeisd en hebben elders een onderkomen gezocht. Ik heb het idee, dat als je nu naar buiten loopt in de koude wind, je terugkomt met een craquelé huid. En daar zit ik nu echt niet op te wachten! Ik doe dus maar mijn dagelijkse werkjes, en ook de wasmachine draait op volle toeren. Voor de rest wordt het een "oeieldag", lekker warm binnen, wat tuttelen, tokkelen en lezen en misschien naar dat kastje kijken en muziek beluisteren. Normaal gesproken zou ik naar een receptie van de tennisclub willen vanavond, maar ik ga mijn lieve leven en auto echt niet riskeren voor een drankje en hapje, waarvan ik het meeste toch aan me voorbij laat gaan. Weet me bevoorrecht, dat ik in een lekker warm huis woon met alle comfort en tel dan ook mijn zegeningen, zeker in deze koude wintertijd.
Kerstavond hebben wij doorgebracht bij onze kinderen, zoals we dat sinds enkele jaren doen. Onze schoondochter en zoon hadden heel lekker gekookt en de tafel was gedekt als een plaatje. Ook de moeder van onze schoondochter, een weduwe sinds verschillende jaren, was bij het gezelschap en de heel avond was een warme, vriendelijke en liefdevolle ontmoeting en samenzijn, waardoor je een gevoel krijgt van roezige tevredenheid en geluk. Het licht van de kaarsen wierp een fluwelige glans op het witblonde haar van onze kleinzoon en hij en zijn zusje hadden de sterren van de hemel geplukt en die straalden uit hun ogen. Als ik daar dan zit en alles tevreden bekijk, besef ik tenvolle wat een onwaarschijnlijk geluk we hebben, M. en ik, dat dit onze kinderen en kleinkinderen zijn. Ik realiseer me best dat er op heel veel plaatsen heel anders met elkaar wordt omgegaan en die warme liefdevolle aandacht voor elkaar soms mijlen ver te zoeken is of helemaal nooit heeft bestaan. Het gesprek kabbelde rustig voort en ik had totaal geen behoefte om te praten en wilde alleen maar luisteren en genieten en met alle poriën die warmte en liefde opzuigen en met me meedragen. Ik kan dat elk moment van de dag terug oproepen en ervan genieten, en dat maakt een dag, die misschien iets minder aangenaam is, toch weer de moeite waard. Na het heerlijke eten bleven we gewoon zitten en verder babbelen met een kop koffie, een koekje en pralineke en een pousse-café of de avond af te sluiten. Toen we dan opstonden om naar huis te gaan, kwam zoonlief met een prachtige reuzeruiker met witte amarylissen en andere witte bloemen aanzetten voor de beide omi's en een uitnodiging om in januari samen ergens heel lekker uit te gaan eten. In de auto, op weg naar huis, waren we het er roerend over eens, dat wij een lot uit de loterij hebben gewonnen. Mijn witte ruiker staat in de hal mooi te wezen en verschillende keren per dag geniet ik van de pracht van die witte bloemen, en weet me gewaardeerd en geliefd op een heel speciale manier.
De grote ellende op de wegen is eindelijk een beetje opgelost, tenminste wat de sneeuw betreft. Als ik door mijn ramen naar buiten kijk naar de gazon en de velden die daarachter liggen, is het nog steeds één wollige, witte pracht, wat ik zie. Vandaag heeft de zon de ganse dag geschenen en dan verwacht je min of meer dat alles smelt en verdwijnt. Neen dus! Het licht dat door de laagstaande zon in de living viel, zette alles in een verblindend licht en door de lichte muren en plafonds werd ik er totaal door verblind. De Louvre-drapes zijn nog niet geplaatst en dat zal iets zijn voor na nieuwjaar. Net langs het terras staat een ceder met daarin een vogelhutje. In dat open hutje staat steeds een schoteltje, waarop we dan de kruimels en restjes van tafel leggen. Boven het vogelhuisje hangt, aan een takje, een netje met bolletjes vogelvoeder. Het is hartverwarmend om die kleine, vederlichte schepseltjes te zien, als ze af en aan vliegen en aan die bollen hangen in niet aflatende ijver om zoveel mogelijk van die graantjes mee te pikken. Verder is het landschap verstild en geluiden gedempt door de sneeuw. Af en toe komt een kat uit de buurt aangewandeld en laat haar sporen na. Ze hoopt op een smakelijk hapje maar dat gaat gelukkig aan haar neus voorbij. Ooit heb ik er een betrapt, als ze lui bovenop dat vogelhuisje lag te wachten om toe te slaan. Ze had echter buiten biebieke gerekend en ze wist niet hoe snel ze het hazenpad moest kiezen, toen ik haar in de gaten kreeg. Dan heeft me iemand de goede raad gegeven om op het dak van het vogelhuisje enkele takjes hulst te plakken en op die stekelige ondergrond zal ze zich niet meer neervlijen. Aan hulst hier geen gebrek, dus dat was een zeer snelle en simpele oplossing. Morgenavond is het Kerstavond en dat zal, voor ons dan toch, een witte Kerst worden, met sneeuw van gisteren of eergisteren, maar daarom niet minder wit en niet minder mooi.
Ja dat is het, héérlijk, dat gevoel van in een quasi nieuw huis te wonen! Deze voormiddag hebben M. en een schoonbroer de meubelen uit de garage gehaald en terug in elkaar en op hun plaats gezet. Voor mij was het poets- en boenwerk en dat is nog niet klaar maar er komt schot in de zaak. Nog enkele dagen, want alles moet terug in de kasten getast worden en veel wordt opgeruimd en weggegeven, dat heb ik me nu al voorgenomen. Alles wat donker en houtkleurig was is nu ivoorkleurig of taupe en ik kan nog steeds mijn eigen ogen niet geloven, als ik rondom me kijk. De parket ziet er zelfs mooier uit in kontrast met die lichte kleuren en elke kast en tafel komt beter tot zijn recht. Hier zit dus een heel gelukkige vrouw te tokkelen, ondanks het feit, dat ik zo ongeveer geradbraakt ben en het werk nog niet gedaan is. Ik moet me een beetje in acht houden want donderdag en zaterdag nog een repetitie voor het concert op zondag en zaterdagavond ook nog een optreden op het kerstfeest van de plaatselijke harmonie. Het enige wat nu nog ontbreekt is natuurlijk de kerstboom en dat zie ik dus echt niet zitten om die nog te halen en op te tuigen, want er is ander werk dat voorgaat. Dus zullen het wat kerststukjes worden, die de kerstsfeer moeten oproepen en kaarsen natuurlijk, héél veel kaarsen. Ik ben sowieso verzot op die dingen en er branden er altijd wel enkele vanaf het ogenblik dat het 's avonds donker genoeg is om te genieten van die lichtjes. En dan wat mooie muziek en de avonden kunnen niet meer stuk. Aan CD's geen gebrek, dat heb ik ondervonden, toen ik ze in hun hoesjes één voor één met een vochtige doek heb zuiver gemaakt en teruggeplaatst op hun plekje in de kast. En wat hoort daar dan nog bij? Een héérlijk wijntje natuurlijk. Ik drink maar zelden iets maar dat moet kunnen en ik klink op een prachtige kersttijd, een splinternieuw jaar dat er zit aan te komen en dat heerlijke gevoel te wonen in een vernieuwd en superproper huis. Proost!!!
Nee hoor geen Mexicaane griep maar zo'n klein beetje stof op de longen! Maar dat is nu voorbij en vandaag zijn de laatste stoffige werkzaamheden uitgevoerd. Vanaf maandag kan er volop geverfd worden en hopelijk wordt dan weer niet geschuurd. Ik hoop en ik denk dat dat niet het geval zal zijn omdat de te bewerken oppervlakten mooi glad en zuiver zijn. Alles wordt zachtwit (tenniswhite), bone (ivoorkleur) en taupe, zelfs de kasten en deuren en ik denk dat ik ons eigen huis niet meer ga herkennen als deze onderneming eindelijk voorbij is. Zou dat lukken voor Kerstmis??? We zullen er de moed maar in houden en niet doemdenken. Onder het poetsen en vegen kan ik dan mijn liedjesteksten voor het kerstconcert opzeggen of zingen maar dat zal wel niet in de smaak vallen van mijn helpers, want elke tekst wordt veelvuldig herhaald en dat is dan niet erg lollig meer voor de toehoorders. Voor mij ook niet maar dat is de enige manier om die hele rimram vanbuiten te leren: herhalen, herhalen, herhalen.....Zou dat echt goed zijn voor mijn memorie? Ik ga seffens een geheugen hebben gelijk een paard en er mankeerde zo al niets aan! (tot nog toe). Ja het nadert weer met rasse schreden, ons kerstconcert en de liedjes zijn weer prachtig, nu moeten wij ze ook nog prachtig zingen natuurlijk. Eerst een Bulgaars liedje als intro. Dan Hold me van Michael Jackson, vervolgens Oh Fortuna ( in het Latijn), Amazing Grace, The Little Drummerboy (in het Nederlands), Vrede, I sing Holy, en An African Celebration. En zoals elk jaar wordt het weer een wedloop tegen de tijd. En het heel mooie aan dat Kerstconcert is voor mij de aanwezigheid van mijn vrienden. Geen vrienden hier uit mijn buurt, maar mensen die ik heb leren kennen via Seniorennet en die de moeite nemen, om elke jaar opnieuw, naar ons optreden te komen luisteren. Ze komen van Schilde, van Sint Truiden, van Hasselt, Genk, Maasmechelen, enz...en dat is allemaal echt niet bij de deur, maar elk jaar zijn ze er en dan loopt mijn hart over van dankbaarheid en liefde voor hen.
Hier zijn we dan weer even, maar echt maar voor even! Heb de PC onder het laken en de plastiek gehaald en kom even tokkelen gedurende het zoveelste weekend in stof en rommel. Het zou allemaal maar anderhalve week of twee weken duren en nu zijn we seffens een maand verder en het boeltje is nog steeds niet in orde. Het wordt wel mooi en de jongeman levert uitstekend werk, en dat is natuurlijk ook wat waard. De rommel en het stof beginnen me nu echter echt de keel uit te hangen en ik hoop dat hij toch zeker tegen woensdag klaar geraakt met de werkzaamheden. Dan is het nog steeds niet voorbij, want alles moet geschilderd worden en dat zal ook nog wel een week in beslag nemen en dan mag Meister Proper op de proppen komen, want het kan hier een schoonmaakbeurt gebruiken, dat kan jullie wel vertellen. Door de grote vensters zonder glasgordijnen kunnen wij nu heel verweg kijken en al die verschillende weersveranderingen volgen zonder onze neus buiten te steken. Achter ons eigen gebied beginnen de weiden en velden, waar nu enkele vaarzen en een paard lopen. De hagel, de regen, de wind en het zwiepen van de takken van struiken en bomen geeft echt zo'n geborgen gevoel in het besef dat wij lekker warm binnen zitten, al is het dan kamperen in eigen huis. Ik lees me te pletter en heb al een stuk of tien boeken uitgelezen. Het is de ideale manier om niet voortdurend de neiging te krijgen om te stofzuigen en vensters te wassen enz, enz. Ik ben helemaal geen poetsmaniak maar je zou het worden, als je maar lang genoeg in de rommel en het stof zit. Ik meld me weer af en denk dat het ergste nog een dag of drie zal duren en zodra er geverfd wordt, kan ik (hopelijk!!!) weer elke dag op de PC, zodat ik de blogs van mijn blogvrienden kan bezoeken en niet meer het gevoel heb, dat ik van de bewoonbare wereld ben afgesloten!
Ja hoor, we snuiven nog steeds met volle teugen stof en de werken vorderen maar met behoorlijk wat vertraging. We zullen blij mogen zijn als het einde van de maand alles een beetje op zijn pootjes terecht gekomen is en wij de meubelen terug op zijn plaats kunnen zetten. We zullen er maar niet teveel woorden aan verspillen want dat helpt toch niet en het maakt me alleen maar chagerijnig, omdat er slechts vier en een halve dag gewerkt is op twee weken tijd. Het zal wel beteren zeker en wat gedaan is, is perfect en dat mag ook gezegd worden.
Ik kom net van de repetitie van het koor thuis en er was ons reeds eerder meegedeeld, dat wij samen met Folkgroep Ishtar een avond zouden verzorgen hier ter plaatse om samen met de bezoekers te zingen. We zullen ons dan tussen de mensen begeven en hen zo aan het zingen brengen. Wij zullen daarvoor een groot aantal liedjes moeten instuderen, liedjes, die door bijna iedereen gekend zijn en proberen om het ganse publiek aan het zingen te krijgen.Dat is tenminste de bedoeling. Vandaag werd ons meegedeeld, dat wij op 02 Mei 2010 naar Gent treinen om daar in het station met Ishtar samen te zingen. Kan me voorstellen dat het iets is, als reeds plaats gevonden heeft in Antwerpen Centraal, enige tijd geleden. Er zal dus behoorlijk geoefend en gekweeld moeten worden, want op het ogenblik zijn we heel druk bezig met het repertoire voor ons Kerstconcert en die liedjes zijn niet van de minsten. Als je iets in detail instudeert, merk je eerst de moeilijkheidsgraad van een eenvoudig lied. En wat heet eenvoudig. Als wij een lied op de radio horen, en meeezingen, zingen wij dat na zoals wij dat menen te horen. Heel de valkuilen, de moeilijkheidsgraad en speciale buigingen gaan aan de meeste oren voorbij. Telkens opnieuw stellen wij verrast vast, hoe moeilijk dat "eenvoudige" liedje toch weer is! Maar niet getreurd, wij blijven oefenen tot we het onder de knie hebben en eens erin, blijft het erin en zingen we de sterren van de hemel, zonder partituur en zonder tekst voor onze neus, alles"par coeur" met heel ons hart!
De jonge man is aan het werk, helemaal in zijn eentje, en ik sta gewoon verstomd hoe snel en grondig die tewerk gaat. Hij heeft allerlei attributen bij om de platen in zijn eentje omhoog te brengen naar het plafond en daar vast te klemmen. De parketvloer is volledig afgedekt met een soort van dikke folie en daar overheen liggen ook nog eens platen. Hij staat op een dubbele ladder met een been aan elke kant en hij beweegt op die manier van links naar rechts met ladder en alles. Hoeft hij niet elke keer naar beneden te klauteren. Is funest voor de knieën natuurlijk, want die bewegen voortdurend zijwaarts en daar zijn ze niet voor gemaakt. Hij zal nog de ganse volgende week werk hebben en ook nog enkele dagen daarna. Weet niet waar me op te houden want van ons plan om de tweezit of een zetel op de logeerkamer te zetten om daar rustig te zitten en een boek te lezen, is helemaal niets in huis gekomen. Die zetels gaan namelijk niet door de deur en dan houdt het op natuurlijk. Ik blijf hier maar wat opruimen, ofschoon het totaal niets uithaalt. Keren, stofzuigen, wat stof vegen, maar wat moet een mens anders! Tot overmaat van ramp viel gisteren de verwarming uit. Ik kreeg het heel erg koud en omdat ik helemaal niet zo kouwelijk ben, ging ik eens kijken hoe warm het was. Net 16° en om daar bij stil te zitten is echt niet meer gezellig. Begreep niet hoe dat kon en ging de verwarmingsketel controleren. Het water daar was 30° en de brander maakte van die rare plopgeluiden. Manlief erbij gehaald, en inderdaad dat ding deed het niet. Dan maar dringend de verwarmingsman gebeld. Die had de dag ervoor twee radiatoren van de muur gehaald en die avond was alles ok, maar gisteren dus niet meer. Hij is gelukkig nog komen kijken en een en ander geprutst en hij heeft de brander terug aan de praat gekregen. De hele gang hing dan wel vol rook en stank, maar dat moet een mens dan in koop nemen. Nu zit hij opnieuw beneden om alles deftig na te zien en te kuisen en indien nodig te repareren. Want lawaai en stof en daar bovenop nog kou lijden is een beetje veel gevraagd van biebieke. Je hebt dan natuurlijk ook geen warm water om je te wassen en de badkamer is ook steenkoud. Ik wil me niet beklagen, want we hebben er zelf voor gekozen ( niet voor een verwarming, die er de brui aan geeft!) maar dat ik me niet erg goed in mijn vel voel, is wel duidelijk en misschien door andere ook nog te begrijpen.
Ik loop een beetje met mijn ziel onder de arm. Hoe dat zo komt? Op het einde van de lente hebben wij een afspraak gemaakt met een jonge man, die interieurs verbouwt en moderniseert. Wij wonen in december reeds 40 jaar in ons huis en de binnenmuren zijn in veldbrandsteen en de plafonds in redwood-hout. Dat resulteert, ondanks de zeer grote vensters in een vrij donker interieur, waarmee wij eindelijk komaf willen maken. Alle plafonds worden dus bekleed met lichte platen en nog eens extra geïsoleerd en alle buitenmuren idem, met eveneens extra isolatie. De werken zouden aangevangen worden op 23 of 26 oktober; want de aannemer was tot die tijd bezet. Natuurlijk moeten nu alle kasten leeggemaakt en het hele materiaal dient in dozen verpakt en naar beneden in de bergruimte gestapeld. Als men begint op te ruimen en in te pakken, ziet men men eerst hoeveel men bewaart, en zeker in een tijdspanne van veertig jaren!! Ik heb dus overal stevige dozen verzameld. Hier een paar, dan daar weer enkele en die worden voor en na allemaal gevuld met vanalles en nog wat. Tegen de tijd dat het materiaal terug in de kasten geladen moet worden, zal er heel wat afgevoerd worden naar de kringloopwinkel. Een andere mogelijkheid is, de man bellen, die regelmatig tweedehandspullen ophaalt en, daarmee de markten afgaat. Als alle kasten en laden geleegd zijn, moeten die meubelen allemaal naar de garage gebracht en de auto blijft dan maar voor tijd en wijle buiten overnachten. Ik ben blij dat het eindelijk zover is, dat die werken gaan plaatsvinden , maar als ik eraan denk, krimpt mijn maag samen. Ik zie ongelooflijk op tegen de rommel en het stof en zie niet goed, waar wij ons dan moeten ophouden in die tijd. Hoe en waar ik eten kan klaarmaken enz. Enkele radiatoren moeten ook van de muur genomen, dus geen verwarming en warm is het het nu echt niet meer. Boven is er ruimte genoeg en onze zetels kunnen daar wel op de logeerkamer geplaatst worden, maar daar zit je tegen de muur op te kijken en maaltijden gereed maken, zie ik me daar ook nog niet doen! Zover zo goed, dacht ik! Krijgen we een telefoontje dat de komst van de verbouwers met één tot anderhalve week uitgesteld is. Dus daar begint de miserie al. Dat is dan in het beste geval in de week na Allerheiligen dat er een aanvang gemaakt wordt met de werken. Als alles veranderd is, moet er natuurlijk nog geverfd. Pffffffffffff!!!! Daarom loop ik nu met mijn ziel onder de arm en weet niet goed waar me op te houden en wat te doen. Maar voor Kerstmis zou toch alles terug in orde zijn!!!
De tijd! Hij vloeit als water door mijn vingers, en af en toe glippen de dagen door elkaar en moet ik er eens gaan voorzitten om te weten, welke dag het is, om van een datum helemaal maar te zwijgen. Raar dat ik dat nooit aan de hand had, toen ik nog buitenshuis werkte. Waar zou dat dan wel aan liggen? En als ik dan zie hoe weinig dat het allemaal voorstelt, en hoe snel een mensenleven voorbijflitst, is het nog onbegrijpelijker, dat er zoveel misverstanden, disputen en onbegrip voor elkaar is. Er is zo'n uitdrukking: elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Zo erg is het gewoonlijk niet, maar afgunst en nijd regeren met stevige hand en als ik dan met mijn neus op de feiten geduwd word, slaat het me elke keer met verstomming en probeer ik uit alle macht mijn mond te houden en niemand van repliek te dienen. Ik zwijg dan dus in alle talen, maar eigenlijk wil ik dan niets liever, dan de "schuldigen" duchtig mijn mening te zeggen. Dat doe ik dus als een vestandig mens (pfff!!) niet en schrijf het hier dan maar van me af. Er zijn mensen die het goed en beter treffen in het leven, dan anderen en er zijn er die teveel op hun bord krijgen voor één leven. Ik denk dat niemand daarvan moet overtuigd worden. Maar het gaat toch niet op, dat sommigen, die het minder goed getroffen hebben, de anderen alle plezier ontzeggen, of tenminste niet verdragen kunnen, dat er over gepraat wordt. Als je hieraan toegeeft, mag er nooit meer gepraat worden over kinderen of kleinkinderen, want er zijn heel wat mensen, die tot hun groot verdriet geen kinderen kunnen krijgen. Dus alle aanstaande moedertjes moeten maar zwijgen tot ze zweten over hun geluk van het aanstaande moederschap. Jij of ik kunnen misschien nog achter een balletje rennen op het tennisplein, maar oh wee, geen verhalen daarover alstublieft, want anders kunnen mensen, die in een rolstoel zitten of niet meer goed te been zijn, zich wel eens ongelukkig daarover voelen. En zo kan ik nog heel lang doorgaan. Ver gezocht? Neen toch niet en nog maar pas meegemaakt. De verongelijkte personen in kwestie staken een preek af, die een pastoor zou doen blozen, om iedereen er op attent te maken, dat zij dat ook wel allemaal graag zouden meemaken en doen, maar dat wij maar eens goed moesten nadenken vooraleer we zo uitbundig over de plezante dingen in het leven vertelden. Ik denk dat de Kliniclowns aan hen een héél zware klus zouden hebben. Ik denk niet dat het leven en de wereld er beter van wordt, als niemand nog vrolijk is of lacht en iedereen alleen maar triestig en ernstig rondloopt. Wie dat nodig heeft, hoeft alleen maar elke dag de krant open te slaan.