WIE ZIJN WIJ? Mijn vrouw en ik zijn twee “oudere” senioren met een jong hart, vier kinderen en dertien kleinkinderen. We zijn beiden lid van een tafeltennis- en een wandelclub, genieten van klassieke muziek en moderne kunst. Ik speel af en toe piano in een nostalgisch salonorkestje, lees en praat graag over het heelal en ben sterk geïnteresseerd in veel aspecten van de Nederlandse taal en verkeers(on)veiligheid. Verder ben ik sinds 1995 bestuurslid van een zogenaamd "OKRA-trefpunt", een lokale afdeling van de grootste seniorenbeweging in ons land Vrouwlief schildert en tekent niet alleen, maar is ook een creatieve kokkin, houdt van bloemen en onderhoudt de tuin, naait graag en maakte vroeger avontuurlijke exploratiereizen naar Nepal, India, Mongolië, Atlasgebergte, … (is daar op mijn aandringen in 2005 mee gestopt). Ze leest snel en veel en houdt van Franse films.
oma tussen haar verfjes, kwastjes, papier, doek, javel enz.
Sommigen noemen me een kommaneuker (muggenzifter). Of ik die bijnaam verdien, moeten mijn bezoekers maar beoordelen. Op dit blog wordt in elk geval niet geneukt, misschien wel geluld (voor het eerste bestaan andere wipsites, pardon, websites). Op dit blog schrijf ik zowel persoonlijke “dagboek-notities” als commentaren, ernstig of luchtig, op uiteenlopende onderwerpen. De afbeeldingen zijn – tenzij anders vermeld – meestal geschilderd of op computer getekend door mijn echtgenote, waarbij haar 12 jaar academie-opleiding en workshops goed van pas komen. Tot eind 2008 toonde ze haar creaties trouwens op een eigen blog: http://blog.seniorennet.be/computeroma maar ze ziet meer in één gezamenlijk blog voor ons beiden.
24-05-2006
Een amputatie? Wat leuk!
Rond ons 40ste werden wij verliefd op de bergen. De zomervakanties brachten we steevast door in verschillende valleien van het Zwitserse hooggebergte (meer bepaald in de Valais, d.i. het Franstalig Wallis), waarbij het meestal “ons ma” was, die – bijna letterlijk! – de spits afbeet. Naarmate onze kinderen ouder werden, werden ook zij door het virus gegrepen, volgden alpinismecursussen en trokken (met of zonder ons maar heel vaak met een gids) van hut tot hut, van kam tot kam en van top tot top. We hebben in al die jaren heel wat verschillende streken letterlijk uitgekamd”! ’s Zomers zaten we meer in de sneeuw (soms tot aan ons middel, dodelijk vermoeiend, maar plezaaaant!) dan we in de koudste Belgische winters ooit konden meemaken. Toen onze oudste zoon Luc samen met zijn zus Ann en een gids na een stevige gletsjertocht terugkwamen in de berghut, waar de rest van ons gezin achtergebleven was, kregen we te horen dat Luc op zeker moment, op een steile gletsjerwand met Ann vlak boven zich, een stukje omlaag was gegleden en zoekend naar een steunpunt impulsief zijn “piolet” (pikhouweel) in de kuit van zusjelief had geplant in plaats van in de ijswand. Resultaat: geen ernstige kwetsuren, alleen een indrukwekkende maar in wezen vrij onschuldige snee van zo’n 15 cm (20 jaar later nog steeds een litteken). In ons vakantiedagboek noteerde Ann het voorvalletje nogal laconiek in één korte zin: “Luc met piolet tekeningetje gemaakt in mijn been”. Zelf besteedde ik er wat meer woorden aan, ik citeer weer: “De gardien bood zijn medewerking aan bij de verzorging van de wonde die L. in A. haar been had gemaakt. Hij suggereerde – zoals van gidsen en gardiens in dergelijke omstandigheden verwacht kan worden – een onmiddellijke amputatie, waarop Luc hoopvol en gretig lachend reageerde: ‘hé wat leuk, mag IK dat doen?’. Maar hij mocht niet, zodat Ann nog steeds op 2 benen rondloopt, zij het dan met een indrukwekkend aantal kleefpleisters en dergelijke.”
TOE(kom)MAATJE. Ach ja, de bergen liggen al weer lang achter ons: pa en ma doen meer ‘laag-bij-de-grondse’ dingen en onze kinderen moesten hun passie opgeven vanwege hun partners… Gelukkig resten ons nog de honderden nostalgische dia’s, die we dan ook regelmatig projecteren, tot groot jolijt van onze (klein)kinderen.
Mijn VOLGENDE KOMMA gaat waarschijnlijk over wijn”kenners”…
Wij Vlamingen zijn bekend om ons minderwaardigheidscomplex: om dat tegen te spreken zeggen we dan dat “wat we zelf doen, ook beter doen” en soms is dat ook wel zo, maar toch geven we maar al te vaak de indruk dat buitenlanders het toch eigenlijk nog beter weten. Neem nu onze nationale omroep. Ik heb er niets op tegen dat ze daar af en toe een beroep doen op buitenlandse (meestal Nederlandse) journalisten of andere deskundigen, integendeel: het is altijd goed om je horizon zo breed mogelijk te houden en zo een vorm van culturele inteelt te vermijden. Maar bij de VRT overdrijven ze daarin toch een beetje: wie regelmatig naar het nieuws op onze Vlaamse VRT-radio luistert (en een beetje geldt dat ook voor het TV-nieuws), kan horen dat de meerderheid (het woord is niet overdreven) van “onze” buitenlandse correspondenten Nederlanders zijn. Het argument, dat die mensen daar toch zitten en het dus goedkoper is om hen in te schakelen dan er eigen volk naar toe te sturen, overtuigt me niet erg: dat ze dan eens flink de schaar zetten in eindeloze overbodige blabla (“er was brand in X maar de oorzaak is nog niet bekend, zegt onze reporter Jefke ter plaatse” – Jefke: “ja er was hier brand maar de oorzaak is nog niet bekend, zegt ook brandweercommandant Louis” – Louis: “ja er was hier brand maar de oorzaak is nog niet bekend” – Jefke: “U hoort het, er was hier brand maar de oorzaak is nog niet bekend; terug naar de studio” – tot slot herhalen we de belangrijkste punten: “er was brand in X maar de oorzaak is nog niet bekend”) Toegegeven: ik maak er nu een karikatuur van, maar in wezen komt het daar toch vaak op neer. Ander voorbeeld (geen karikatuur maar spijtige werkelijkheid): wie één week lang ’s middags van 12 tot 13 uur luistert naar “Alinea” op radio Klara (en misschien ook op andere tijdstippen en andere VRT-posten) krijgt zeker 2, 3 of meer keerNederlandse deskundigen te horen. Het toppunt voor mij viel op 8 mei, toen een Hollandse wetenschapper aan Vlaanderen mocht uitleggen wie Reinaert de vos was, alsof we hier geen mensen hebben die dat niet even goed (of beter?) hadden kunnen doen.
TOE(kom)MAATJE. In mijn gastenboek zegt een bezoeker dat ik géén kommaneuker ben – da’s dus een compliment! – maar een “foeflezer”. DAT woord staat helaas NIET in mijn Van Dale, geen idee wat het betekent.
De VOLGENDE KOMMA (ik denk aan een vrolijke titel: “Een amputatie? Wat leuk!”) plan ik tegen 24.5 ’s avonds, tenzij ik de wereld vóór die tijd al iets belangrijks wil melden.
Omdat onze meeste kleinkinderen niet ver van ons wonen, springen ze regelmatig al dan niet aangekondigd bij ons binnen: het huis van opa en oma is soms een echte Zoete Inval. Voor sommige woensdagmiddagen mag u dat “zoete” zelfs letterlijk nemen: tijdens het kijken naar jeugdtelevisie wordt er dan traditioneel fruitsap of limonade gedronken, dorst of geen dorst, het gaat hun (en ons) vooral om de gezelligheid. Dat drinken gebeurde vroeger uit bekers, met als nadelig nevenverschijnsel soms morsvlekken in de bekleding van onze meubelen. Toen we dan ook jaren geleden een nieuw bankassortiment kochten, stuurden we de kinderen naar de keuken om daar hun “drankzucht” te botvieren en zo onze nieuwe meubelen te beschermen. Maar ja, zo viel een “belangrijke” component van het gezellig tv-kijken weg. Niet dus!
Een onzer kleinzonen, wiens stadium van babyvoeding al vele jaren achter hem lag, wist dat oma ergens in haar keukenkast nog enkele “papflessen-met-tutter” achter de hand hield voor de allerallerkleinsten van de familie. Kortom, tot op de dag van vandaag zitten er regelmatig drie of vier tieners (waaronder de “papfles-initiatiefnemer” van destijds, intussen alweer 15 !) in onze driezitsbank naar het scherm te kijken terwijl ze (zonder morsen!) aan hun tutterflessen-met-fruitsap-of-limonade zitten te zabberen!
TOE(kom)MAATJE. Ik zag onlangs een jongedame met op de rugzijde van haar T-shirt de woorden “Ik mag er zijn”; toen ze zich omdraaide las ik op de voorkant de (in haar geval zeer toepasselijke) variant “We mogen er zijn”.
Voor de VOLGENDE KOMMA (komend weekend?) heb ik nog niks (maar misschien vindt u dat eerder goed dan slecht nieuws).
Wij hebben 13 kleinkinderen waaronder een ééneiige meisjestweeling, nog maar net dertien geworden maar desondanks al flink uit de kluiten gewassen; onder hun klas- en andere leeftijdgenootjes vallen ze op door zowel hun lengte als hun (boven)breedte... Ze vinden die extra-aandacht soms wel wat gênant maar hebben er gelukkig niet echt een probleem mee en zijn intelligent genoeg om te beseffen dat hun profiel met de jaren minder en minder zal opvallen. Wat niet wegneemt dat het voor hen nu ook al best “een beetje minder” had mogen zijn. Tijdens het laatste jaarlijks medisch schoolonderzoek vroeg een van beiden toch een beetje “ongerust” aan de dokter of haar borsten nog verder zouden groeien. De dokter, die blijkbaar maar half geluisterd en zeker niet goed gekeken had, antwoordde: “Ja hoor, maak je niet ongerust, ze zullen heus nog wel toenemen de komende jaren!”. Een misverstandje, waarmee ze gelukkig toch kon lachen.
Voorlopig zullen die twee dus nog even moeten leven met een flinke bos hout voor hun deur, waarbij die andere twee van Pamela Anderson verbleken tot punaises. Ik hoor u al denken: die Kommaneuker is knettergek met zijn overdreven vergelijkingen; nou goed dan, ik zal één borst laten vallen, die van Pamela bedoel ik.
TOE(kom)MAATJE. In mijn vorige komma over verkeers(on)veiligheid ben ik nog iets vergeten: wanneer gaat onze overheid eindelijk (het gebruik van) de cruise control verbieden? Die “automatische piloot” in (vooral vracht-)auto’s is een moordwapen dat niet thuishoort in een land als het onze, met alleen maar korte afstanden; men praat er wel over maar doet er niks aan. Welke belangen spelen hier mee?…
In de VOLGENDE KOMMA geef ik een “uiteenzetting” (amai!) over de papflessen van mijn (grote!) kleinkinderen…
Ik ben het meestal eens met de uitstekende politieke commentaar van GVA-redacteur Paul Geudens, maar wat hij schreef op 9.5 over verkeers(on)veiligheid vond ik een maat voor niks. Hij riep de weggebruikers op tot een betere mentaliteit maar dat horen we al jaren. Meneer Geudens zou toch moeten weten dat een betere mentaliteit nooit spontaan tot stand komt en helaas alleen maar “afgedwongen” kan worden door boetes en andere sancties bij onveilig verkeersgedrag. Zolang de pakkans op overtredingen zo belachelijk klein blijft, zullen egoïstische en onveilige weggebruikers nooit spontaan hun verkeersgedrag aanpassen; we kunnen net zo goed protesteren tegen onze te natte zomers.
Overigens is het belangrijk te bedenken dat zelfs veiligheidsbewuste weggebruikers toch nog vaak in de fout gaan door de schuld van de overheid zelf, die verkeersgevaarlijke situaties toelaat of zelfs bevordert. Zoals de talloze overbodige borden in het verkeer (bovendien vaak met te ingewikkelde boodschappen, zoals sommige van de Dienst voor …. Verkeersveiligheid!!), die de aandacht van de weggebruiker alleen maar afleiden met alle risico’s van dien.
De jongste weken verscheen langs de snelwegen op grote borden voortdurend de door de smile van Tom Boonen ondersteunde slogan “Iedereen is wereldkampioen”; zo’n slogan heeft niets met verkeersveiligheid te maken en hoort dus niet thuis op een autostrade. En wat te denken van de vele nutteloze “welkom”-borden langs de snelwegen, waarvan het “toeristisch nut” (voor zover het al bestaat…) beslist niet opweegt tegen hun gevaarlijk afleidend karakter.
TOE(kom)MAATJE. “Wie klaagt over zijn ouderdom, had maar vroeger moeten sterven” (ergens gelezen)
Voor de VOLGENDE KOMMA heb ik weer een wat vrolijker onderwerp in gedachten, nl. over … de punaises van Pamela Anderson.
Eerst twee uit het tijdschrift “Neerlandia, Nederlands-Vlaams tijdschrift voor taal, cultuur en maatschappij”, jaarg. 110, nr. 1/2006: 1) ‘Spelling is het minst boeiende van wat er allemaal aan taal te beleven is’Met deze stelling ben ik het helemaal eens: taal is veel meer dan alleen spelling. Stelling 2): ‘Spelling is eigenlijk bijzonder onbelangrijk’. Niet akkoord: spelling bijzonder onbelangrijk noemen is een aansporing tot (taalkundige) ontucht en dat gaat me toch weer iets te ver. En ten slotte een ludieke stelling 3): (uit een column over dialect in GVA 24.3): “Dialecte zén oek zoe puur as artches en peekes. Ze wiere ni oem de vaaif voet deur toâlsjamfoeters ‘aangepast’ in wér e nief gruun boekske.” Weer helemaal akkoord.
TOE(kom)MAATJE. Brusselse ziekenhuizen kampen met een personeelstekort, dat ze willen opvullen met medisch geschoolden uit …. Roemenië. Die kennen wel geen Nederlands, maar vaak wel Frans en voor Brussel is dat genoeg; en Nederlands?, och dat “kunnen ze nog altijd leren” (en gij gelooft dat?!)… Maar waarom geen Nederlanders of Surinamers rekruteren, want die kennen al zeker Nederlands, en Frans “kunnen ze nog altijd leren”. Ik heb zo’n vaag vermoeden waarom “men” die tweede optie blijkbaar niet overweegt...
Wat ik in mijn VOLGENDE KOMMA (tegen zaterdagavond?) voor blabla aan mijn bezoekers zal voorschotelen is voor mezelf momenteel ook nog een verrassing: het weer is me nog te mooi om lang achter mijn computer na te zitten denken; hopelijk krijgen we dus ook nog wat slecht weer…(?)
Eerst moet u even weten dat Komma en mevrouw Komma behoren tot de (oudste) recreanten van een vrij grote tafeltennisclub, waar we normaal zo’n drie keer week gaan spelen. We doen dat in een grote zaal (met 15 tafels) en dan gebeurt het al eens dat een bal op of bij een aanpalende tafel belandt; op zo’n moment wordt er dan onmiddellijk geroepen “twee ballen” waarna het spel op beide tafels even stilligt en de storende bal terug naar afzender gaat. Op een avond – we vonden zoals gewoonlijk gemakkelijk een ander koppel om een “dubbel” tegen te spelen – deed zich onverwachts iets grappigs voor. Ook op de andere tafels werd druk gespeeld. Mijn vrouw had pas een nieuw kunstgebit en toen ze met een enorme zwier en een luide kreet van inspanning een geweldige (maar mislukte) smash plaatste, kwam niet alleen het balletje op een aanpalende tafel terecht, maar belandde ook haar kunstgebit, dat blijkbaar nog iets te los zat, via een onwaarschijnlijk grote boog klak-klak-klak-klak bij de “geburen”. Ik riep de gebruikelijke waarschuwing, lichtjes “aangevuld”:“twee ballen …. en een kunstgebit!!”. Onnodig te zeggen dat wijzelf en alle “getuigen” in een deuk lagen van het lachen (inclusief het slachtoffer; gelukkig beschikt ook zij over een flinke dosis humor); de anekdote duikt trouwens nog regelmatig op in de bar van onze pingpongclub.
TOE(kom)MAATJE. Tijdens een wandeling in Lavacherie (Ardennen) kwam ik de voorbije week langs de ‘Chapelle de la Bonne Dame’, waarin uiteraard een beeld van de ‘Heilige Maagd’; in het gastenboek las ik o.m. het volgende verzoek van een (Vlaamse?) bezoeker: “Bestaat U? Zeg dan eens ‘Ja’ (‘Oui’ mag ook!)” In de
VOLGENDE (korte) KOMMA geef ik u mijn mening over enkele citaten die ik vond in verband met spelling…
Het is alweer wat jaren geleden maar het blijft een “leuke” (?) herinnering. Twee kleindochters (nog echte kleutertjes) mochten met opa en oma voor het eerst mee “op restaurant”, geen Comme chez soi of Carmeliet (gelukkig) maar toch nogal een deftige “tent”; we kenden de kleintjes echter genoeg om ze te durven meenemen zonder bang te moeten zijn met hen in affronten te vallen. Dachten we… Op zeker ogenblik fluisterde de een: “Oma, ik moet plassen”. “Okee”, antwoordde oma even discreet, “moet oma niet meegaan?”, maar nee dat was niet nodig en het kleintje stapte kordaat naar de WC. Een minuut later werden wij en de andere bezoekers opgeschrikt door een langgerekte noodkreet, komend uit de richting van het sanitair en luid galmend door het etablissement: “OOOMAAA!!, IK HEB DIAAARREEEEE!!!”
TOE(kom)MAATJE. Weblog/blog. Is het “de” of “het” blog? Volgens mijn elektronische Taalpost van 24.4 behoort weblog tot “een vrij grote groep woorden die zowel ‘het’ als ‘de’ als lidwoord kunnen krijgen”. Het kan dus (voorlopig?) allebei. Meer info hierover op http://nieuwsbrief.taalpost.nl/r/tp.plx?1287-529.
Mijn VOLGENDE KOMMA (volgend weekend?) gaat over … een huppelend kunstgebit.
De Kristelijke Beweging van Gepensioneerden (225.000 leden) bestaat 50 jaar en viert dat o.m. met een nieuwe naam omdat – ik citeer - “KBG bij jonge senioren te negatief klonk”: zelfs ingewijden denken soms dat die K de enge betekenis had van “Katholiek”. Daarom heet KBG voortaan OKRA, maar dus toch opnieuw met K, wat wel verrassend is, temeer omdat hij nog steeds staat voor “Kristelijk”, een oubollige en sinds jaren afgeschafte spelling. De K zal m.i. dus nog méér doen denken aan “Katholiek” dan vroeger al het geval was. Vreemd genoeg vond ik in andere OKRA-bronnen dat de K staat voor Christelijk (?!); waarom dan niet ineens een “C” in de nieuwe naam?? Ander onduidelijk punt: naargelang mijn bron richt OKRA zich de ene keer tot “alle ouderen”, een andere keer (alleen) tot “gepensioneerden” of “55-plussers”. Verder: volgens een regionale maar eveneens officiële bron bestaan er voortaan geen “afdelingen”meer, maar worden dat “OKRA-punten” (hopelijk worden “voorzitters” geen “hoofden” want dan krijgen we letterlijk en figuurlijk OKRA-punthoofden, grapje!!). O ja, ik zou het nog bijna vergeten: OKRA staat voor Open, Kristelijk (of Christelijk?!…), Respectvol, Actief. Probeer dat eens te onthouden (KBG ging al zo moeilijk)!… Maar kom, laat u door mijn bedenkingen niet afschrikken. Wie al bij een (KBG) OKRA–afdeling aangesloten is, zal dat heus wel blijven, ook al weet hij/zij niet wat de nieuwe naam betekent. De aantrekkingskracht van aan seniorenbeweging hangt immers niet af van de naam maar van het gevarieerd activiteitsaanbod in de verschillende afdelingen. Daarom zeg ik tot geïnteresseerde “nog-niet-leden”: in uw regio is er beslist wel een afdeling met een profiel waarin u zich als “senior” kunt vinden (ik spreek uit ervaring). Kijk ook eens op www.okra.be. Tot slot nog dit: van een OKRA-lid wordt niet verwacht dat hij/zij christelijk is, laat staan katholiek, alleen dat hij/zij de christelijke uitgangspunten van de vereniging respecteert; in de elf jaar dat ik zelf bestuurslid ben van een OKRA-afdeling heeft dit beleid nog nooit een probleem opgeleverd, integendeel.
TOE(kom)MAATJE 1. Als u eens wat anders wil lezen dan het saaie geneuk van Kommaluller, pardon, het gelul van Kommaneuker, surf dan eens naar de gezellige site van Bojako: http://blog.seniorennet.be/bojako/
TOE(kom)MAATJE 2. In mijn vorige blog schreef ik dat onze zoon na de tragische dood van zijn eerste dochtertje twee kinderen kreeg; correctie: dat moest drie zijn (met dertien kleinkinderen in totaal raakt opa al eens ergens de tel kwijt…)
De VOLGENDE KOMMA gaat over een gênante (maar achteraf eigenlijk heel plezante) belevenis met een van mijn kleinkinderen in een chique restaurant.
In tegenstelling tot de enorme keus aan mooie momenten (vorige komma) heb ik minder moeite om de pijnlijkste er uit te pikken, maar het is er dan ook een van formaat… . Het was een van die zeldzame zachte en windstille zomeravonden in 1990. We waren op bezoek bij onze oudste zoon en schoondochter en zaten tot ’s avonds laat te genieten in hun tuin. Ook hun eerste kindje Lotte, ons kleindochtertje dus, zes weken oud, blakend van gezondheid en vol levenslust, lag rustig te slapen in haar wiegje. Vóór we afscheid namen, koesterde ik ze nog even in mijn armen, een heerlijke ervaring die elke rechtgeaarde opa moet kennen. Enkele uren later, de volgende ochtend dus, lag ze dood in haar wiegje. Wiegendood. We voelden al onmiddellijk dat er “iets ernstigs” moest zijn toen we onze zoon en schoondochter onze oprit zagen oprijden, zeer onverwachts en ongewoon voor een vroege ochtend, zeker omdat we elkaar de avond tevoren nog gezien hadden. Snikkend probeerde onze zoon iets te zeggen maar kwam eerst niet uit zijn woorden. We verstonden alleen dat er inderdaad “iets” was met Lotje. Toen de volle waarheid tot ons doordrong stortten we in. Met z’n vieren hingen we minuten lang in elkaars armen en lieten onze tranen de vrije loop. Ons verdriet als grootouders was onbeschrijfelijk, een “dubbel” verdriet bovendien, in die zin dat we niet alleen zo plots ons kleinkind verloren maar bovendien nog eens geconfronteerd werden met het onmetelijk verdriet van ons eigen kind (en zijn vrouw). Een pijn die nooit overgaat maar sinds die fatale dag gelukkig wat draaglijker werd door de vreugde om een lange reeks “nieuwe” geboorten (waaronder twee schatten bij onze zoon).
TOE(kom)MAATJE. Ik kijk bijna dagelijks even in mijn krant en/of Humo of er ’s avonds op TV “iets” is dat ik absoluut “zou moeten” zien (of opnemen). En hoe gek het ook klinkt, ik ben altijd blij als er “niks” is, zodat ik meer tijd krijg voor andere dingen…
In mijn VOLGENDE KOMMA zal ik hoogstwaarschijnlijk ongezouten commentaar hebben op de recente naamswijziging van mijn seniorenvereniging KBG in … OKRA.
Eigenlijk herinner ik me zó veel mooie belevenissen, dat ik daar achteraf moeilijk “de” allermooiste uit kan pikken. Was dat toen ik als kind in een Middernachtmis solo mocht zingen en ik bij het buitengaan de mensen tegen mekaar hoorde zeggen: “wat een prachtig stemmetje!”? Of toen ik in de kleuterklas van zuster Bernardina een mooi (heiligen)prentje kreeg omdat ik het juiste cijfer onder de tien geraden had? Was het – veel jaren later – toen ik geslaagd was voor mijn eindexamen op het College? Of was het mijn trouwdag (stel je voor dat ik die niet zou vermelden en mijn vrouw dit blog leest!)? Was het mijn eerste optreden als pianist in een (amateur-) Jazz Big Band of toen ik als solist met begeleiding van een symfonieorkest een klassiek pianoconcert mocht spelen? Of toen ik op een Zwitserse bergtop van 4.160 meter genoot van het onmetelijke uitzicht. Of was het toen mijn zoon in 1976 de Europaprijs won van de “Pro Civitate”-muziekwedstrijd voor de jeugd? Of – meer recent- toen ik in een éénmalig optreden met mijn vrouw een rolletje als “seniorenkoppel” mocht vertolken in een soort musical met kinderen en tieners? En dan vergeet ik nog al die andere honderden, duizenden kleine en grote momenten van geluk. Zou de mooiste gebeurtenis in mijn leven misschien mijn … geboorte geweest zijn, toen ik dat alles nog “te goed” had?
TOE(kom)MAATJE. Tine Van Den Brande over de PLASTUIT (Humo 21.3.06): “Ik begrijp niet dat het geen succes is geworden. Na een paar keer proberen had ik het onder de knie.” Ik ken (uiteraard) niks van plastuiten, maar wat doen die dingen “onder de knie”?
De VOLGENDE KOMMA gaat over mijn meest pijnlijke herinnering.
Neen, verkneukel u niet bij voorbaat op een reeks ontroerende jammerklachten van een aan lager wal geraakte druggebruiker. Ik ben alleen maar verslaafd aan … Sudoku-puzzels! In mijn krant verschijnen er elke dag drie en ik had me van in het begin voorgenomen om niet aan die rage mee te doen maar ik kan het gewoon niet laten. Gisteren lukte het me met veel mentale inspanning, de betreffende bladzijde over te slaan en zo de bekoring te omzeilen, maar vandaag was het alweer mis. Het ergste van al is dan nog, dat ik vaak halverwege een puzzel moet afhaken als ik tot mijn verbijstering vaststel dat ik in een rijtje voor de tweede keer eenzelfde cijfer heb ingevuld (Sudoku-kenners weten dat zoiets dodelijk is). Zou er nog geen heilige bestaan, gespecialiseerd in het helpen van Sudoku-verslaafden? Dan zou ik zijn/haar hulp inroepen zodat ik mijn tijd weer kan besteden aan andere hobby’s zoals het schrijven van blogartikels, bijvoorbeeld over ….Sudoku-verslaving. (Eééhh????!!! …)
TOE(kom)MAATJE. Gelezen in de krant: “Voortijdig klaarkomen? Bel nr. ………………”. Ik heb zo’n vaag vermoeden dat die reclameboodschap precies het tegenovergestelde zegt van wat ze eigenlijk bedoelt, nl. “bel ons als u NIET voortijdig wil…”enz., of is dat een vergezochte kommaneukerige opmerking?….
In de twee VOLGENDE KOMMA’s ga ik “op zoek” naar het mooiste resp. het pijnlijkste moment uit mijn leven.
Op 1 april (geen grap!) gaven onze zoon (beroepsviolist), zijn ex (beroepspianiste), onze kleindochter (pianiste met professionele ambities) en onze kleinzoon (student opnametechniek, speelt hoorn) samen een avondvullend concert voor een honderdtal muziekliefhebbers. Het was de eerste keer dat onze (klein)kinderen samen optraden, en door hun overvolle en uiteenlopende agenda’s zal dat ook wel de laatste keer geweest zijn; in die zin was het dus inderdaad letterlijk een “uniek” gebeuren. Soms droom ik ervan om gewoon eens in familiekring bijeen te komen voor een groot “huisconcert”: ikzelf als (amateur)pianist, drie musicerende kinderen (viool, klarinet/slagwerk en piano/zang), en nog een hele horde kleinkinderen (piano, hoorn, saxofoon, gitaar). Die droom zal zich wel nooit realiseren, maar het is een heerlijke gedachte te weten dat ik mijn liefde voor de muziek blijkbaar heb kunnen doorgeven aan mijn kinderen en kleinkinderen.
TOE(kom)MAATJE. Mijn vrouw heeft gedurende 12 jaar een kunstopleiding gevolgd aan de plaatselijke “teken- en schilder-academie”. Ik herinner me dat ze eens van de les thuiskwam met de mededeling “vanaf volgende week gaan we naakt schilderen”. Ik zei: “pas dan maar op dat je geen kou vat”…
De VOLGENDE KOMMA wordt een hulpkreet van een verslaafde...
Vorige woensdag 12.4 mochten lelijke mensen gratis binnen in Dungeon, een Amsterdamse horrorattractie (GVA 11.4). Bij de ingang zouden “rechters” oordelen of iemand lelijk genoeg was. Ik heb sterk overwogen om de test te wagen en naar Amsterdam te sporen, in de hoop dat ik … zou moeten betalen! Mijn vrouw (de schat!!) vond dat ik ondanks mijn “seniorleeftijd” wel kans maakte om te moeten (mogen?!) betalen. Dus bleef ik maar thuis bij haar, niet alleen als blijk van waardering voor haar complimenteuze beoordeling van mijn uiterlijk maar ook omdat ik door thuis te blijven al zeker een treinticket uitspaarde en misschien ook de toegangsprijs voor die horrortent.
TOE(kom)MAATJE. Een hartverscheurend bericht in GVA: een peuter ziet zijn moeder “flauwvallen” en belt een noodnummer. Pas nadat het kind drie uur later een tweede keer belt komt er hulp, maar dan is het te laat: mama is dood. Welke instantie(s) er evt. fouten gemaakt hebben, zal het gerecht moeten uitzoeken en het is dus niet aan buitenstaanders om wie of wat dan ook te beschuldigen maar mijn maag keert als ik denk aan die kleine pruts, die misschien voor de rest van zijn leven met een trauma opgescheept zal blijven…
In de VOLGENDE KOMMA heb ik het over een nogal uniek concert door mijn familiale “achterban”.
Deze resp. Waalse en Vlaamse gemeenten betwisten elkaar met een potsierlijke hardnekkigheid de titel van “kleinste stadje van België” (GVA 8.4). Alsof een stad plotseling mooier, interessanter, aantrekkelijker wordt omdat er minder mensen wonen en/of hun grondgebied minder hectares telt: “Kom bij ons met vakantie, want wij zijn de kleinste van het land!” Ik denk dan: “Nou, en?” Het gekke is dat die slogan nog werkt ook! Ga maar eens kijken in het seizoen: je loopt er over de koppen. Pas op, ik zeg niks lelijks over Durbuy of Mesen, heb in Durbuy jaren geleden trouwens zelf een vakantiehuisje gehuurd en vond het een schat van een dorpje, pardon: stadje, zoals er in de Ardennen veel zijn. Ik vond het overigens helemaal niet zo klein, integendeel: de gemeentegrenzen lagen toen door de fusie intussen letterlijk al mijlenver uit elkaar. Maar zelfs als we in het (gezellige) “centrum” kuierden, dachten we geen enkel ogenblik: “goh, je ziet wel dat we in het kleinste stadje van België zitten”… Wordt vervolgd? Zeker niet door Kommaneuker, één keer is meer dan genoeg.
TOE(kom)MAATJE. Vanmiddag gehoord op KLARA: “het is vandaag woensdag vóór Pasen: Aswoensdag dus.” Een blunder vind ik zoiets, niet omdat de man blijkbaar niks kent van de katholieke kerkelijke kalender (da’s geen schande) maar omdat hij zich tegenover heel wat luisteraars te kakken zet door te doen alsof hij het wél weet …
In de VOLGENDE KOMMA weer wat luchtigers: over lelijke mensen, die ook al eens iets mogen hebben…
Ik las in mijn krant iets over een “leesmoeder”, een dame die voorleest aan kleine kinderen. Dat herinnerde me aan mijn jonge(re) jaren toen mijn eigen kinderen nog gevoelig waren voor voorlezende ouders en ik het op mijn beurt zalig vond (echt waar!) om voor te lezen uit Wolf Sneeuwwitje en de Zeven Dinges (Geitjes of Dwergen, daar wil ik van af zijn). Er was wel een probleem: terwijl het voorleesritueel was bedoeld als voorbereiding op het slapengaan van de kleintjes, was het steeds Papa zelf die na amper vijf minuten voorlezen al zat te geeuwen en knikkebollend onsamenhangende wartaal begon uit te kramen. Op dat moment trokken de kinderen, zelf nog klaarwakker en met spanning wachtend op het vervolg van het verhaal, mij ongeduldig aan de arm: “Allez papa, vertel nu!!”. Enfin, om een lang verhaal kort te maken: mijn proefperiode als leesvader heeft niet lang geduurd en ik moest met pijn in het hart maar noodgedwongen uit deze familiale functie ontslag nemen… Mijn kroost is dan “van arremoei” maar zelf gaan lezen, en achteraf bekeken is dat nog niet zo’n slechte keuze geweest! TOE(kom)MAATJE. De “Memoires” van Wilfried Martens, die op 18.4 verschijnen, beloven een commercieel succes te worden. Ik zal ze echter beslist niet lezen, laat staan kopen: misschien heb ik ongelijk maar ik wantrouw memoires van (oud-)politici als de pest. Ze mogen dan allicht een hoop interessante details bevatten maar zodra het gaat over echt belangrijke momenten uit hun carrière, weet ik als lezer nooit of de beschrijvingen niet sterk “gekleurd” zijn.
Mijn VOLGENDE KOMMA is gewijd aan de “ruzie” tussen de stadjes Durbuy en Mesen (“welk is het kleinste?”) en voor “later” heb ik ook nog wat lichte en minder lichte items in voorbereiding over TV-ondertiteling van Nederlandse en Vlaamse broebeltaal, over mijn musicerende familie, over een genante belevenis met een van mijn kleinkinderen in een chique restaurant en wie-weet-nog-andere-dingen.
Op 2.4 stuurde ik volgende e-mail aan verkeersminister R Landuyt: “Sinds enige tijd verschijnen op tal van plaatsen langs onze wegen grote borden met lange en raadselachtige slogans, blijkbaar het resultaat van een “ludieke” (?) actie www.watisuwexcuus.be. ter bevordering van de verkeersveiligheid. (Een voorbeeld: “U raast voorbij wegenwerken want u staat graag in de krant”) Een nogal naïef initiatief want het effect is natuurlijk averechts: de doorsnee chauffeur zal immers, als hij de hele tekst wil lezen, sterk moeten vertragen (vaak tot ver beneden de toegelaten maximumsnelheid); persoonlijk geef ik er de voorkeur aan – en hopelijk veel anderen met mij… - die borden te negeren en mijn aandacht te houden bij het verkeer zelf (sic!). Blijkbaar zijn de slogans vooral bedoeld om de automobilisten aan te zetten tot trager rijden bij wegenwerken. Als “men” dan toch niet-officiële borden langs de weg wil, zouden die ten minste relevant, direct en kort moeten zijn, zodat een chauffeur ze in één oogopslag a) kan lezen én b) begrijpen. B.v. “Wegenwerken! Rij traag!” en niet (nog een voorbeeld): “U raast voorbij wegenwerken want uw kat moet bevallen” (de borden staan ook op plaatsen waar geen sprake is van wegenwerken! Van relevantie gesproken!).Nu er (eindelijk) een breed draagvlak lijkt te bestaan om het mes te zetten in het grote aantal gevaarlijke want overbodige, misleidende en zelfs onwettige verkeersborden, is het mij een raadsel waarom de bevoegde overheden de hierboven gesignaleerde praktijken tolereren (of zelfs bevorderen?) Met vriendelijke groet … “enz.
TOE(kom)MAATJE. Wie vreesde dat ik me ook nog aan een Franse variant van mijn Komma zou wagen (zie vorig toemaatje 5.4.), mag gerust zijn: de Nederlandse is al moeilijk genoeg! Maar toch kan het niet laten om u het volgende onvertaalbare raadseltje, dat sommigen allicht kennen, voor te schotelen:: “mon premier est un fruit, mon deuxième est un fruit, mon troisième est un fruit, etc., et mon tout est un hymne national”. --(Oplossing: “De Brabançonne!: pom pom pom pom etc…” ).
In de VOLGENDE KOMMA krijgt u het relaas van mijn (mislukte) carrière als “leesvader”…
“Vanaf morgen heeft u geen uitvlucht meer om niet te koken”, met die slagzin spoorde GVA 29.3 haar lezers aan, bonnen uit te knippen voor goedkope kookboeken. Maar de slogan alleen was al genoeg om mij te doen koken, nl. van angst! Angst dat mijn vrouw het ook zou lezen en mij zou aansporen eindelijk eens te leren … koken, terwijl ik dat helemaal niet wil!! Ik heb meer dan één reden om mij zo ver mogelijk buiten de keuken te houden: de belangrijkste is, dat ik totaal gespeend ben van enige culinaire aanleg (kan nog geen ei bakken) en zelfs met de beste kookcursus nooit zo lekker, gevarieerd, origineel en gezond zal kunnen kokkerellen als mijn vrouw, die dus zelf gestraft zou zijn zodra ik de pollepel eens van haar zou overnemen. Ik besef dat mijn gedrag getuigt van een flinke dosis egoïsme, maar tracht dat te compenseren door steeds volop en zichtbaar te genieten van wat mijn keukenprinses me voorschotelt, wat haar dan toch ook weer plezier doet. Een tweede reden waarom ik niet wil (leren) koken is de gedachte dat ik dan minder tijd over houd voor mijn echte hobby’s (zoals b.v. het schrijven van blog- en andere artikelen …).
TOE(kom)MAATJE. Ik zou best een “B.V.” willen worden, maar hoe? Een vriend adviseerde me de volgende onfeilbare truc: start gewoon een Franstalige Kommaneuker, genaamd Baise-Virgule!! Cool, nietwaar?
In de VOLGENDE KOMMA laat ik u meegenieten van (of ergeren aan?) de e-mail die ik stuurde aan verkeersminister Landuyt in zake de ludieke slogans die sinds enige tijd onze wegen (ont)sieren.
Vandaag een heel korte en luchtige komma over de “zwarte parel” uit de modewereld, topmannequin Naomi Campbell. Nog niet zo lang geleden las ik dat ze haar enkel verstuikt had. Ja, vroeg of laat moest dat er van komen, dacht ik. De kreupele en onnatuurlijke manier waarop mannequins heupwiegend over de catwalk bewegen, geeft mij steeds weer de indruk dat ze op het punt staan door hun benen te zakken of net een operatie aan hun onderdelen achter de rug hebben (of daar dringend aan toe zijn). Dit is wel een oordeel van een volstrekt onkundige op modegebied maar dat had u al begrepen natuurlijk…
TOE(kom)MAATJE. Gisteravond kregen vier van mijn vele muzikale familieleden (waaronder enkele “beroeps”) een uitzonderlijke gelegenheid om samen een publiek concert te verzorgen; misschien zal (o)pa in een van zijn volgende blogs wel aandacht besteden aan dat voor hem en (o)ma nogal emotioneel gebeuren.
Maar eerst nog de VOLGENDE KOMMA: die gaat waarschijnlijk over … KOKEN.
Burgemeester Patrick Poppe van het Oost-Vlaamse Zele paradeert met bijna de regelmaat van een klok in de pers met zijn foto voor of naast een verwarrend oerwoud van verkeersborden in zijn gemeente. Aan zijn brede smile te zien is hij erg trots op die overdadige signalisatie, terwijl er juist van vele kanten wordt aangedrongen op een drastische beperking van het aantal borden langs onze wegen. 1) Op een foto uit het Zeelse industriepark in GVA 21.11.98, toen nog zonder de burgemeester, telde ik niet minder dan tachtig (!) wegwijzers op één kruispunt en ik geloof dat ze er nog steeds staan.Men komt het verschijnsel van tientallen borden op één kruispunt trouwens ook in andere gemeenten veelvuldig tegen, vooral in industrieparken. Stel je voor: ik kom voor het eerst in het industriepark ivm een afspraak bij de fa. Huppeldepup; op het eerste kruispunt staan zo’n 80 wegwijzers naar de diverse bedrijven, in één oogopslag de “mijne” eruit pikken is uiteraard onmogelijk (is het linksaf?, rechtsaf?, rechtdoor?…), dus ik moet wel vertragen en zelfs stoppen, tot grote ergernis van mijn achterligger(s) die de weg wél kennen en mij met agressieve licht- en claxonsignalen aanmanen om door te rijden. Kortom, een gedroomde situatie voor verkeersagressie! 2) In GVA 10.11.2005 weer een foto (met een tevreden lachende burgemeester) op dezelfde plaats, met nog steeds dezelfde bordenwirwar. Per e-mail van 13.11.05 wees ik dhr Poppe op die gevaarlijke situatie en suggereerde hem een zeer eenvoudig concreet alternatief, geïnspireerd op de super-eenvoudige bewegwijzering in het Antwerps havengebied: daar ziet een zoekende chauffeur op elk kruispunt in één oogopslag hooguit twee of drie verwijzingen naar de kaainummers. De reactie van de burgemeester was vriendelijk maar liet vermoeden dat mijn suggestie in het “verticaal klassement” was beland. 3) Op een foto in GVA 15.3.2006 zie ik de Zeelse burgervader fier bij twee volkomen identieke borden pal boven elkaar op dezelfde plaats (dus ten minste één te veel) … Ik denk spontaan aan een legendarische uitspraak van Johan Cruyff: “ben ik nou zo slim of zijn de anderen zo dom?” TOE(kom)MAATJE. Winston Churchill had blijkbaar iets tegen dokters; “Met een appel per dag hou je de dokter buiten” zei hij, “vooral als je goed mikt!” In de VOLGENDE KOMMA schrijf ik over een “manke” topmannequin Naomi Campbell, die wat luchtiger en een stuk korter zal zijn (de komma bedoel ik).
GRAAG UW COMMENTAAR op mijn schrijfsels! Laat me vooral weten wanneer u het ergens mee oneens bent. Ik ben trouwens niet bang voor kritiek, integendeel: het kan me aanmoedigen om (beter) na te denken voordat ik iets schrijf. Ik krijg liever kritiek dan nietszeggende plaatjes of andere (goedbedoelde) “boodschappen” die niks met mijn blabla te maken hebben.
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
De meeste afbeeldingen uiterst LINKS zijn FOTO'S van schilderijen (op papier, doek of andere materialen) die vrouwlief in haar schildersatelier gemaakt heeft. In deze RECHTERkolom staan afbeeldingen die ze op computer heeft getekend. U kan er ook vinden op haar eigen seniorennet-blog ("computeroma") maar de laatste tekeningen daar dateren van 27.10.2008: ze haat nl. de rompslomp van een eigen blog.... Maar gelukkig mag ik op mijn blog af en toe een of meer van haar creaties tonen. Ze inspireert zich meestal op het familiealbum, foto’s uit de media of bestaande kunstwerken, maar ze houdt niet van braaf copiëren en het eindresultaat wijkt dus nogal eens af van het origineel en benadert soms zelfs het abstracte, waarbij ze haar aangeboren kleurgevoel de vrije loop laat (tijdens haar academie-opleiding kreeg ze daarvoor felicitaties).