WIE ZIJN WIJ? Mijn vrouw en ik zijn twee “oudere” senioren met een jong hart, vier kinderen en dertien kleinkinderen. We zijn beiden lid van een tafeltennis- en een wandelclub, genieten van klassieke muziek en moderne kunst. Ik speel af en toe piano in een nostalgisch salonorkestje, lees en praat graag over het heelal en ben sterk geïnteresseerd in veel aspecten van de Nederlandse taal en verkeers(on)veiligheid. Verder ben ik sinds 1995 bestuurslid van een zogenaamd "OKRA-trefpunt", een lokale afdeling van de grootste seniorenbeweging in ons land Vrouwlief schildert en tekent niet alleen, maar is ook een creatieve kokkin, houdt van bloemen en onderhoudt de tuin, naait graag en maakte vroeger avontuurlijke exploratiereizen naar Nepal, India, Mongolië, Atlasgebergte, … (is daar op mijn aandringen in 2005 mee gestopt). Ze leest snel en veel en houdt van Franse films.
oma tussen haar verfjes, kwastjes, papier, doek, javel enz.
Sommigen noemen me een kommaneuker (muggenzifter). Of ik die bijnaam verdien, moeten mijn bezoekers maar beoordelen. Op dit blog wordt in elk geval niet geneukt, misschien wel geluld (voor het eerste bestaan andere wipsites, pardon, websites). Op dit blog schrijf ik zowel persoonlijke “dagboek-notities” als commentaren, ernstig of luchtig, op uiteenlopende onderwerpen. De afbeeldingen zijn – tenzij anders vermeld – meestal geschilderd of op computer getekend door mijn echtgenote, waarbij haar 12 jaar academie-opleiding en workshops goed van pas komen. Tot eind 2008 toonde ze haar creaties trouwens op een eigen blog: http://blog.seniorennet.be/computeroma maar ze ziet meer in één gezamenlijk blog voor ons beiden.
08-04-2006
gevaarlijke slogans
Op 2.4 stuurde ik volgende e-mail aan verkeersminister R Landuyt: “Sinds enige tijd verschijnen op tal van plaatsen langs onze wegen grote borden met lange en raadselachtige slogans, blijkbaar het resultaat van een “ludieke” (?) actie www.watisuwexcuus.be. ter bevordering van de verkeersveiligheid. (Een voorbeeld: “U raast voorbij wegenwerken want u staat graag in de krant”) Een nogal naïef initiatief want het effect is natuurlijk averechts: de doorsnee chauffeur zal immers, als hij de hele tekst wil lezen, sterk moeten vertragen (vaak tot ver beneden de toegelaten maximumsnelheid); persoonlijk geef ik er de voorkeur aan – en hopelijk veel anderen met mij… - die borden te negeren en mijn aandacht te houden bij het verkeer zelf (sic!). Blijkbaar zijn de slogans vooral bedoeld om de automobilisten aan te zetten tot trager rijden bij wegenwerken. Als “men” dan toch niet-officiële borden langs de weg wil, zouden die ten minste relevant, direct en kort moeten zijn, zodat een chauffeur ze in één oogopslag a) kan lezen én b) begrijpen. B.v. “Wegenwerken! Rij traag!” en niet (nog een voorbeeld): “U raast voorbij wegenwerken want uw kat moet bevallen” (de borden staan ook op plaatsen waar geen sprake is van wegenwerken! Van relevantie gesproken!).Nu er (eindelijk) een breed draagvlak lijkt te bestaan om het mes te zetten in het grote aantal gevaarlijke want overbodige, misleidende en zelfs onwettige verkeersborden, is het mij een raadsel waarom de bevoegde overheden de hierboven gesignaleerde praktijken tolereren (of zelfs bevorderen?) Met vriendelijke groet … “enz.
TOE(kom)MAATJE. Wie vreesde dat ik me ook nog aan een Franse variant van mijn Komma zou wagen (zie vorig toemaatje 5.4.), mag gerust zijn: de Nederlandse is al moeilijk genoeg! Maar toch kan het niet laten om u het volgende onvertaalbare raadseltje, dat sommigen allicht kennen, voor te schotelen:: “mon premier est un fruit, mon deuxième est un fruit, mon troisième est un fruit, etc., et mon tout est un hymne national”. --(Oplossing: “De Brabançonne!: pom pom pom pom etc…” ).
In de VOLGENDE KOMMA krijgt u het relaas van mijn (mislukte) carrière als “leesvader”…
“Vanaf morgen heeft u geen uitvlucht meer om niet te koken”, met die slagzin spoorde GVA 29.3 haar lezers aan, bonnen uit te knippen voor goedkope kookboeken. Maar de slogan alleen was al genoeg om mij te doen koken, nl. van angst! Angst dat mijn vrouw het ook zou lezen en mij zou aansporen eindelijk eens te leren … koken, terwijl ik dat helemaal niet wil!! Ik heb meer dan één reden om mij zo ver mogelijk buiten de keuken te houden: de belangrijkste is, dat ik totaal gespeend ben van enige culinaire aanleg (kan nog geen ei bakken) en zelfs met de beste kookcursus nooit zo lekker, gevarieerd, origineel en gezond zal kunnen kokkerellen als mijn vrouw, die dus zelf gestraft zou zijn zodra ik de pollepel eens van haar zou overnemen. Ik besef dat mijn gedrag getuigt van een flinke dosis egoïsme, maar tracht dat te compenseren door steeds volop en zichtbaar te genieten van wat mijn keukenprinses me voorschotelt, wat haar dan toch ook weer plezier doet. Een tweede reden waarom ik niet wil (leren) koken is de gedachte dat ik dan minder tijd over houd voor mijn echte hobby’s (zoals b.v. het schrijven van blog- en andere artikelen …).
TOE(kom)MAATJE. Ik zou best een “B.V.” willen worden, maar hoe? Een vriend adviseerde me de volgende onfeilbare truc: start gewoon een Franstalige Kommaneuker, genaamd Baise-Virgule!! Cool, nietwaar?
In de VOLGENDE KOMMA laat ik u meegenieten van (of ergeren aan?) de e-mail die ik stuurde aan verkeersminister Landuyt in zake de ludieke slogans die sinds enige tijd onze wegen (ont)sieren.
Vandaag een heel korte en luchtige komma over de “zwarte parel” uit de modewereld, topmannequin Naomi Campbell. Nog niet zo lang geleden las ik dat ze haar enkel verstuikt had. Ja, vroeg of laat moest dat er van komen, dacht ik. De kreupele en onnatuurlijke manier waarop mannequins heupwiegend over de catwalk bewegen, geeft mij steeds weer de indruk dat ze op het punt staan door hun benen te zakken of net een operatie aan hun onderdelen achter de rug hebben (of daar dringend aan toe zijn). Dit is wel een oordeel van een volstrekt onkundige op modegebied maar dat had u al begrepen natuurlijk…
TOE(kom)MAATJE. Gisteravond kregen vier van mijn vele muzikale familieleden (waaronder enkele “beroeps”) een uitzonderlijke gelegenheid om samen een publiek concert te verzorgen; misschien zal (o)pa in een van zijn volgende blogs wel aandacht besteden aan dat voor hem en (o)ma nogal emotioneel gebeuren.
Maar eerst nog de VOLGENDE KOMMA: die gaat waarschijnlijk over … KOKEN.
Burgemeester Patrick Poppe van het Oost-Vlaamse Zele paradeert met bijna de regelmaat van een klok in de pers met zijn foto voor of naast een verwarrend oerwoud van verkeersborden in zijn gemeente. Aan zijn brede smile te zien is hij erg trots op die overdadige signalisatie, terwijl er juist van vele kanten wordt aangedrongen op een drastische beperking van het aantal borden langs onze wegen. 1) Op een foto uit het Zeelse industriepark in GVA 21.11.98, toen nog zonder de burgemeester, telde ik niet minder dan tachtig (!) wegwijzers op één kruispunt en ik geloof dat ze er nog steeds staan.Men komt het verschijnsel van tientallen borden op één kruispunt trouwens ook in andere gemeenten veelvuldig tegen, vooral in industrieparken. Stel je voor: ik kom voor het eerst in het industriepark ivm een afspraak bij de fa. Huppeldepup; op het eerste kruispunt staan zo’n 80 wegwijzers naar de diverse bedrijven, in één oogopslag de “mijne” eruit pikken is uiteraard onmogelijk (is het linksaf?, rechtsaf?, rechtdoor?…), dus ik moet wel vertragen en zelfs stoppen, tot grote ergernis van mijn achterligger(s) die de weg wél kennen en mij met agressieve licht- en claxonsignalen aanmanen om door te rijden. Kortom, een gedroomde situatie voor verkeersagressie! 2) In GVA 10.11.2005 weer een foto (met een tevreden lachende burgemeester) op dezelfde plaats, met nog steeds dezelfde bordenwirwar. Per e-mail van 13.11.05 wees ik dhr Poppe op die gevaarlijke situatie en suggereerde hem een zeer eenvoudig concreet alternatief, geïnspireerd op de super-eenvoudige bewegwijzering in het Antwerps havengebied: daar ziet een zoekende chauffeur op elk kruispunt in één oogopslag hooguit twee of drie verwijzingen naar de kaainummers. De reactie van de burgemeester was vriendelijk maar liet vermoeden dat mijn suggestie in het “verticaal klassement” was beland. 3) Op een foto in GVA 15.3.2006 zie ik de Zeelse burgervader fier bij twee volkomen identieke borden pal boven elkaar op dezelfde plaats (dus ten minste één te veel) … Ik denk spontaan aan een legendarische uitspraak van Johan Cruyff: “ben ik nou zo slim of zijn de anderen zo dom?” TOE(kom)MAATJE. Winston Churchill had blijkbaar iets tegen dokters; “Met een appel per dag hou je de dokter buiten” zei hij, “vooral als je goed mikt!” In de VOLGENDE KOMMA schrijf ik over een “manke” topmannequin Naomi Campbell, die wat luchtiger en een stuk korter zal zijn (de komma bedoel ik).
“Aaire of joeng” Aldus de kop boven een column van journalist Wim Daeninck in Gazet van Antwerpen 24.3.2006. Ik vond zijn artikel niet alleen “plizaant” maar zag er tegelijk een veroordeling in van de taalverloedering (waaraan we ons allemaal wel eens schuldig maken?). Het is dan ook met volle overtuiging dat ik misschien af en toe een stukske uit die column zal citeren. Daar gaat de eerste selectie: “”(…) Ver maai meud’et loâte, ieder zenne meug, mor as ge Nederlands wilt klappe, doe’get dan inies goe. Gin Ollands mé hoâr oep. Of geschaafd Aantwaarps. Ik kraaig soemweile de weubbe van da verkoâvelingsvloms van al die veeteejemmers en véertejers. Ze denke da ze schoon klappe, mor het trekt er ni oep. Da blét, da schét, da frét en da zékt, mor wa zedder mé? Nougabolle Gérard. (…)“” TOE(kom)MAATJE. Nederlands spreken is als je geliefde kussen: het doet helemaal geen pijn en je bent niet alleen! (Jan Synaeve in Taalpost). Mijn VOLGENDE KOMMA gaat over de “diarree” aan overbodige verkeersborden in het industriepark van Zele (O.-Vl) (en helaas niet alleen daar)
Toen onze kinderen nog “kinderen” waren, was een van hun geliefkoosde bezigheden: met (kleur)krijtjes schrijven op het grote schoolbord dat we tegen de muur van een van de slaapkamers hadden gespijkerd. Inmiddels zijn ze zelf papa’s en mama’s maar het schoolbord hangt er nog steeds en is weer even populair als destijds, maar nu bij onze kleinkinderen als ze bij opa en oma binnenwaaien, en dat gebeurt gelukkig heel dikwijls. De jongste (6) – da’s die met haar ‘dagboek’ waarover ik onlangs berichtte – volgde haar schrijversdrang met een beschrijving van kleuren, telkens geschreven – uiteraard – met het passende kleurkrijtje: de b van blauw, de g van geel, de r van root (!) enz. De grappigste van de lijst vond ik echter de o van obergin… (die ‘o’ leek me een logische fout maar in plaats van die – correcte – ‘g’ zou ik eerder ‘zj’ of zoiets verwacht hebben; misschien heeft ze het woord aubergine ergens gezien en is die ‘g’ haar bijgebleven?). Haar zus (7) wou kennelijk niet voor de ander onderdoen en beschreef de kleuren van de regenboog, waaronder de F van … Fiolet. TOE(kom)MAATJE. TV-presentator Ben Crabbé gisterenavond 24.3 in “Blokken”: “Ja, ’t lijkt soms gemakkelijk maar je moet toch steeds met beide benen naar de grond blijven kijken!” (Ik moest spontaan lachen om die taalkronkel, die Ben zelf kennelijk niet door had en ook bij het publiek kon er geen (hoorbaar) lachje af; moet je dan echt een kommaneuker zijn om van zo’n spontane verspreking te kunnen genieten?) De VOLGENDE KOMMA wordt een hommage aan het Antwerps dialect, maar daarvoor moest ik wel bij een echte kenner te rade gaan…
Een mens kan er niet meer omheen: iedere chique villa of kasteel heet tegenwoordig een stulpje of een optrekje (ik overdrijf een beetje maar de trend is toch onmiskenbaar). Eigenlijk betekenen die woorden: armoedige, kleine, oncomfortabele behuizing. Toen ik jaren geleden voor het eerst las over een “optrekje” van Michael Jackson, vond ik die sarcastische omschrijving van zijn gigantische villa een grappige taalvondst, maar dat originele is er sindsdien wel af en nu vind ik het oubollig en afgezaagd (al maak ik mezelf er soms ook nog schuldig aan); ik probeer in elk geval om zo weinig mogelijk aan die rage mee te doen. Een stulpje is een stulpje en een kasteel is een kasteel, basta. Ik wou dat ik dat ook kon zeggen voor b.v. het begrip “bebouwde kom”. Op zeker ogenblik heeft notabene onze eigen wetgever officieel beslist dat een bebouwde kom iets anders is dan een … bebouwde kom. Terwijl in ons dagelijks spraakgebruik een “bebouwde kom” vroeger (en in Nederland is dat nog steeds zo) gewoon een reeks aaneen- of bijeenstaande huizen betekende, zei onze wetgever: ah neen, die betekenis ga ik nu eens fijn afschaffen: een bebouwde kom kan ik voortaan plotseling omtoveren tot een niet-bebouwde kom en omgekeerd! Het wordt gewoon een kwestie van mooie rechthoekige borden met een plaatsnaam: zet ik zo’n bord, dan bent u in een bebouwde kom, ook al is er (nog) geen huis te zien; zolang ik geen bord zet, bent u buiten de bebouwde kom, ook al bent u in euh … de bebouwde kom! Stel je voor: de overheid die taalverloedering (want dat is het) in de hand werkt! Voilà, dat lucht op. Vindt u dat echter allemaal oervervelend gezaag en gezever, sorry dan, maar ik had u op voorhand aangeraden het over te slaan! TOE(kom)MAATJE. Tijdens een gesprek over de EU-lidstaten vroeg iemand: is het nu DE of HET lidstaat? Antwoord: normaal zeg je “DE lidstaat”, maar “HET lid staat” is ook prima. Vergelijk met een woord als “Brandweer”: “DE brandweer” is goed, maar “HET brandt weer” kan ook. (het grapje is helaas niet van mij, toch: haha!). In de VOLGENDE KOMMA staat opa even stil bij een grappige (vindt hij…) “literaire ontboezeming” van zijn 6-jarige kleindochter.
Ik heb me er altijd over verbaasd hoe nonchalant sommige mensen omgaan met zegmaarhun “engagement” in een vereniging, club of andere vergelijkbare organisatie. Zelf ben ik al decennia als vrijwilliger lid van een koor, weekendorganist in mijn parochiekerk, spelend lid in een jazzcombo en bestuurslid van een seniorenafdeling. Het zou niet in me opkomen om, zelfs eenmalig, op een van die activiteiten afwezig te blijven zonder tijdige voorafgaande kennisgeving (behoudens overmacht uiteraard). Ik zeg dat niet om te imponeren met mijn “goed gedrag” of belerend over te komen, want het is niet meer dan een normale elementaire vorm van beleefdheid, maar ik stel vast dat veel anderen in gelijkaardige situaties zelfs een eenvoudig telefoontje, mailtje of ander seintje nog te veel vinden, waardoor mede-leden misschien nodeloos op hem/haar zitten te wachten. N.B. Ik laat mijn tafeltennisclub en mijn wandelclub buiten beschouwing: dat is pure recreatie en als ik er eens onaangekondigd niet ben stoor ik niemand, misschien zelfs integendeel (dan zijn ze weer even af van mijn gezaag?) TOE(kom)MAATJE. Iemand vroeg me: “Wat denk jij, als buitenstaander, over de mens?” Mijn VOLGENDE KOMMA kunt u beter overslaan want daarin laat ik nog eens mijn frustraties de vrije loop in een voor buitenstaanders oervervelend ge-blabla over "optrekjes en stulpjes in de bebouwde kom".
Gisteren 14.3 schakelde Inter-Milaan Ajax uit voor de weet-ik-veel-welke-voetbalbeker. ‘s Morgens had ik in mijn krant (GVA) nog het volgende citaat van Ajax-trainer Dany Blind gelezen: “We moeten voetballen, daar ligt onze kracht”. Ja zeg, dat had ik – nochtans geen expert terzake - ook kunnen bedenken: om een voetbalmatch te kunnen winnen of zelfs maar te kunnen spelen, moet je (zo dacht ik toch) op het veld niet gaan rolschaatsen of droogzwemmen maar … voetballen. De krantenkop loog nochtans niet: ik had het Blind in een radio-interview wel degelijk horen zeggen: “we kunnen nog winnen, we moeten chwoon foebele”. Toen ik dan ook op TV gisteravond Ajax onderuit zag gaan, dacht ik: tiens, volgens hun trainer hebben ze dus niet gefoebeld, maar wat was het dan? Het was zeker geen tafeltennis, want dat zou ik – als regelmatig pingponger - zeker gezien hebben. Misschien was het een of andere variant van voetbal?, want nogmaals: van die sport ken ik nu eenmaal niks (al heb ik ooit nog bij de miniemen gespeeld en in die periode zelfs de enige officiële goal van mijn leven gescoord; het was er wel een in eigen doel, maar kom, mijn doelpunt stond toch op het scheidsrechtersblad!). Enfin, om een lang verhaal niet nog langer te maken: het was geen voetbal, maar voetbal. TOE(kom)MAATJE. Het toppunt van pretentie is: denken dat je in alles even goed bent als ik. (nog niet gesnapt? Effe doordenken dan). Voor de VOLGENDE KOMMA ben ik bezig aan een tekstje over “sociaal engagement”.
Mijn blog bestaat nu zo’n drie maanden en volgens de teller is daar een goeie 2650 keer op geklikt, uit oprechte belangstelling, uit nieuwsgierigheid, persoonlijke sympathie van familie of vrienden, of gewoon … per ongeluk. Per week zijn er doorgaans niet meer dan enkele tientallen “klikkers”, waarvan ongetwijfeld heel wat die na een éénmalige klik niet meer terugkomen (wat uiteraard hun volste recht recht is!!; ik geef trouwens eerlijk toe dat ik zelf om allerlei redenen maar heel weinig andere blogs bezoek). Mijn (logische?) conclusie is, dat ik met mijn serieuze en andere blabla hooguit vijftien à twintig echte “blogvrienden” regelmatig bereik; ik kan overigens niet genoeg herhalen hoe ik hun sympathie op prijs stel en zou zeggen: blijf komen en spaar vooral uw commentaar niet! Intussen is het wel zo dat ik mijn teksten niet zomaar uit mijn mouw schudt (zoals het misschien lijkt); met het vinden van een onderwerp heb ik meestal weinig moeite maar voordat ik tevreden ben over een tekst van amper tien à twintig regels kunnen er uren verlopen (kommaneuker?…). Hetzelfde probleem heb ik als redacteur van twee tijdschriften (een maandelijkse nieuwsbrief voor mijn plaatselijke seniorenafdeling en een “krantje” voor een zangkoor waarin ik de bassectie onveilig maak); alleen is mijn lezerspubliek daar veel groter (resp. +/- 300 en 50) en dat werkt uiteraard meer motiverend dan een publiek van misschien maar 15 bloggers. Vreemd genoeg heb ik dat probleem helemaal niet met mijn handgeschreven vakantie-dagboek (twee à vier lezers!), dat zo uit mijn pen rolt! Dit allemaal gezegd zijnde, zal ik mezelf toch maar wat oppeppen om voorlopig nog niet op te geven; ik zou natuurlijk tijd kunnen winnen door een soort telegramstijl te hanteren en/of minder belang te hechten aan “het juiste woord”, maar pogingen in die zin gaan lijnrecht in tegen mijn persoonlijkheid en zijn dan ook tot mislukken gedoemd (ik weet dat trouwens uit ervaring!).
TOE(kom)MAATJE. Taalslogan: “ook zo'n hekel aan kids terwijl u kinderen graag mag?” (uit mijn elektronische Taalpost).
Voor de VOLGENDE KOMMA (normaal tegen woensdagavond a.s.) heb ik nog niks maar dat komt nog wel.
Mijn talenkennis beperkt zich voornamelijk tot mijn Nederlandse moedertaal en een bescheiden woordje Frans. Van Engels (en zeker Duits) rest er uit mijn schooltijd niet veel meer dan wat losse woorden. Toch heb ik, in een vlaag van gigantische zelfoverschatting, enkele van die losse “Engelse” woordjes zo achter elkaar gezet dat het net een gedicht LIJKT. Ik heb er al schrijvend zelf om zitten lachen, ondanks (of misschien juist door) het feit dat ik aan mijn eigen “literaire schepping” geen touw vast kan knopen. Dus: mocht u het wél snappen, laat het me dan asjeblief weten zodat ik zelf ook weet wat ik heb bedoeld!!Maar vermoedelijk zal u hetzelfde zeggen als mijn vrouw: “wat een gelul van kommaneuker”! Enfin, hou u vast, hier komt het gedricht gedrocht euh… “gedicht”:
I’m faking your flowers For what they may be And singing for hours You come and will see
But none in our windows We never will hide To look for these pillows And there comes the bride
TOE(kom)MAATJE. Ik had een ander item gepland, maar ik moet me dringend afreageren na het tv-nieuws van zojuist (8 maart 19 uur): VRT bracht als eerste hoofdpunt (!) gedurende vijf minuten (!! )een reportage over een man die in China hoogstwaarschijnlijk GEEN vogelgriep heeft opgedaan. Ik zapte naar VTM, maar moest daar hetzelfde “NIEUWS” vernemen… Beide zenders gaan er kennelijk van uit (misschien terecht?) dat hun kijkers zitten te wachten op, ja op wat eigenlijk? Wedden dat ze ons morgen komen bevestigen dat er inderdaad niks aan de hand was? Wat mij betreft: ik word er razend van, en da’s slecht voor mijn gezondheid, vandaar dat ik het even kwijt wou. Met mijn excuses als ik u op mijn beurt geërgerd of verveeld heb. Omdat mijn oorspronkelijk TOE(kom)MAATJE toevallig nogal goed aansluit op het vorige, krijgt u het hier alsnog: Advies aan mijn (niet-vegetarische) bezoekers: EET meer KIP, het is NU het moment! Immers: dankzij de enorm strenge kwaliteitscontroles is het eten van gevogelte nog nooit zo veilig geweest, terwijl de prijzen spectaculair gedaald zijn (door de psychotische koopangst bij de bevolking).
In de VOLGENDE KOMMA kom ik waarschijnlijk tot de ontmoedigende vaststelling dat ik met mijn tijdrovende blogschrijfsels maar een zéééééér klein publiek bereik, afgezien van enkele regelmatige lieve bezoekers (die ik hierbij alvast bedank).
Na veertig jaar heb ik een punt gezet achter een van mijn (kleinere) hobby’s, nl. het verzamelen van ongestempelde Belgische postzegels; het afscheid ging niet van harte maar het was de “schuld” - geloof het of niet – van “De Post” zelf! Ik besteedde al enkele jaren een bescheiden budget aan de aankoop van zegels, die ik vervolgens braaf en onpersoonlijk achterelkaar in een album stak, totdat ik begin jaren ’70 een bezoekje bracht aan het Postmuseum in Brussel en daar geïnspireerd werd door de mooie presentatie van alle zegels ooit uitgegeven door de Belgische Posterijen. Na veel zweet, tranen en slapeloze nachten – computers bestonden nog niet, laat staan tekenprogramma’s, gelukkig wel fotokopieermachines – lukt het me op een A4 een zeer persoonlijk kader te ontwerpen waarbinnen ik mijn zegels vrij naar eigen smaak kon rangschikken (zie foto). Die optie bood mij o.m. de mogelijkheid om “zwarte gaten” in onvolledige reeksen te verdoezelen, wat voor echte filatelisten een gruwel moet zijn... Maar voor mij ging de esthetische presentatie van mijn collectie boven volledigheid, zeldzaamheid (=waarde), tanding, gomkwaliteit en andere typisch filatelistische normen. Op zeker ogenblik, gemakzuchtig als ik ben, nam ik bij De Post een abonnement voor automatische toezending van elke nieuwe zegeluitgifte, inclusief een folder met interessante uitleg over de zegel(s). De kosten bleven beperkt tot de (meestal bescheiden) waarde van de zegels. Maar sinds enkele jaren geeft De Post steeds meer “post”zegels uit die in veel postkantoren niet eens verkrijgbaar zijn en in de praktijk dan ook zelden op brieven voorkomen; voor mij zijn dat dan ook geen “post”zegels meer maar gegomde plaatjes die alleen nog door filatelisten gekocht worden. De folders zijn intussen qua design verbeterd maar bevatten zo veel fouten, verwarrende informatie en onduidelijke uitgifte-chronologie, dat het me allemaal zo op mijn zenuwen begon te werken dat ik na rijp beraad beslist hebt, mijn abonnement op te zeggen, mijn vrije tijd aan andere leuke dingen te wijden en af en toe nog eens met een heimweeïge (wat een woord!) blik in mijn mooie albums te bladeren.TOE(kom)MAATJE. Een Nederlandse traditie is de jaarlijkse uitgifte van speciale ‘Kinderpostzegels’. Vraag: hoe heet een verzamelaar van zulke zegels? Antwoord: een pedofilatelist! (een goeie hé?, ik wou dat-ie van mij kwam) In de VOLGENDE KOMMA krijgt u een “Engels gedichtje” van mijn hand, nou ja, “Engels” is zwaar overdreven (ook wie Engels kent, zal er geen touw aan vast kunnen knopen) en poëtische kwaliteiten heeft het ding zo mogelijk nog minder. U bent dus gewaarschuwd.
“Ik haat uw mening maar ben bereid te sterven voor uw recht om ze te uiten”. Dat sterven zou me wel wat te ver gaan, maar in de strekking van die uitspraak (Voltaire) kan ik me wel vinden. Omdat die “vrije meningsuiting” de laatste tijd weer flink in het nieuws is, wil ik ook mijn onbetekenende duit in het zakje doen. Natuurlijk zijn er aan die vrijheid grenzen maar om die in wetten vast te leggen – wat naar het schijnt voor bepaalde meningen het geval is - acht ik persoonlijk verkeerd. Een voorbeeld. Stel dat ik schrijvers- of tekentalent had (quod non) dan zou het, zelfs met mijn slecht karakter, niet in me opkomen om via mijn schrijfsels of karikaturen bewust met subtiele gevoeligheden van anderen te spotten, maar ik vind wel dat ik de vrijheid daartoe zou moeten hebben; die anderen moeten dan op hun beurt vrij zijn – en in een democratie is dat gelukkig het geval – om me voor de rechtbank te slepen, die dan moet oordelen of ik de morele grenzen van mijn vrijheid inderdaad heb overschreden en zo ja, mij een passende straf zal opleggen. Maar om bij “wet” vast te leggen waar de grenzen van die vrije meningsuiting (van mij en van die anderen) liggen? Neen, asjeblieft niet! TOE(kom)MAATJE. “Hoe paradijselijk zal het zijn wanneer ooit de dag aanbreekt dat weldenkende moslims niet protesteren tegen de belediging van hun profeet maar in de eerste plaats tegen de erbarmelijke kwaliteit van de cartoons, sketches en films waarin deze wordt afgezeken.”(Kees van Kooten in Humo) In de VOLGENDE KOMMA neem ik met tranen afscheid van een van mijn hobby’s (“filatelie”)
1) WORDT u soms gepest? IK ook!2) HEBT u soms gepest? IK ook! 1: Persoonlijk ben ik niet zo bang voor pesterijen via gsm, internet en andere moderne media. Mijn vrienden zullen me niet pesten, mijn vijanden (mocht ik die hebben) zouden het niet kunnen: ik zou het negeren, zoals een eend het water langs zich laat glijden. En toch voel ik me regelmatig ‘gepest’, nl. als ik weer eens gedwongen word te luisteren naar een of andere reclameboodschap via mijn telefoon en ik aan de beller (meestal belster) moet uitleggen dat zij naar de pomp kan lopen (ik zeg het wel beleefder want het is misschien een bloedmooi meiske dat ook liever iets anders zou doen). 2: Ik beken dat ik zelf ooit wel eens een actieve pester geweest ben, nl. als kleuter. Ik had wel enkele medeplichtige leeftijdsgenootjes… Ik herinner me een braaf (te braaf!) buurjongetje, hij zal een jaar of zes geweest zijn, dat ons blindelings gehoorzaamde als we hem ‘opdrachten’ gaven zoals: ‘Hansje, steek je armpjes omhoog, nu je ene arm opzij, andere arm naar beneden, ga op je rug liggen enz. enz. En Hansje deed het allemaal en probeerde tevergeefs zijn traantjes te bedwingen. Achteraf en objectief bekeken hebben we ons natuurlijk walgelijk sadistisch gedragen. Enfin, korte tijd later verhuisde ons gezin en ik heb nooit meer iets van Hansje vernomen, hopelijk is hij intussen ook een gelukkige brave opa en herinnert hij zich die kinderlijke wreedheden niet eens meer. Mijn slecht karakter zal ik wel nooit meer kwijtraken maar kleine (of grote) ‘Hansjes pesten’: no, never again! …
(Toepasselijk?) TOE(kom)MAATJE: Een masochist vraagt een sadist: “Doe mij eens pijn a.u.b.!” – De sadist antwoordt, met een grijnzende trek rond zijn mond: “Nééé!” De VOLGENDE KOMMA: nog geen flauw idee….
In 1983 werd in Californië een moordenaar ter dood veroordeeld (het zal dus wel geen brave koorknaap geweest zijn, maar dat terzijde). Hij vloog in de bajes en wachtte daar al die jaren op de uitvoering van het vonnis. Pas zeer onlangs gaf men hem eindelijk een dodelijke injectie. Of men nu voor of tegen de doodstraf is, ik vind het ronduit barbaars om (zelfs) een ter dood veroordeelde drieëntwintig jaar “aan het lijntje” te houden. Dat de man in kwestie intussen niet alleen bejaard maar ook nog doof, blind en ziek was, doet als zodanig niet terzake maar maakt het geval zo mogelijk nog schrijnender.
TOE(kom)MAATJE. “Met Urbanus hebben die Vlamingen toch iets wat wij niet hebben” (Kees van Kooten, geciteerd in Humo)
De VOLGENDE KOMMA gaat waarschijnlijk over ‘pesten’ (dat blijkbaar ‘in’ is?)
“Webloggers, een goeie raad: hou uw artikelen zo kort mogelijk!”, aldus een deskundige op de Nederlandse radio.
TOE(kom)MAATJE: een verkoudheid waar niets aan wordt gedaan, is pas na een week over. Met behulp van medicijnen heb je er slechts zeven dagen last van. (‘uit: “lexicon van nutteloze feiten”, uitg. Contact) Mijn VOLGENDE KOMMAatje gaat(als de wind zo blijft) over een erg laat uitgevoerde doodstraf in de USA.
Naar verluidt is het nieuwe BB-huis in de meest letterlijke zin een glazen huis (op de WC na) waar de bewoners niets onverhuld laten om de op sensatie beluste kanaal2-kijkers op hun wenken te bedienen. Sorry, maar alleen alhet idee van zo’n georganiseerd voyeurisme vind ik walgelijk en ik zal er hoogstens tijdens het zappen af en toe een halve seconde naar (moeten) kijken. De zender promoot het programma in de kranten met de provocerende maar blijkbaar juiste slogan (helaas) “Privacy bestaat niet meer”, alsof dat een pluspunt is. Ik ben geen pilarenbijter en mijn ouders hebben zich ongetwijfeld al vaak omgedraaid in hun graf wegens de breeddenkendheid van hun zoon, maar ik begin me nu toch ongerust af te vragen wat de tv-reclamejongens nog zullen bedenken om de grenzen van de tv-wansmaak te verleggen. TOE(kom)MAATJE. Toen ik onlangs voor de tweede keer in korte tijd op spreekuur ging bij mijn huisarts, begroette hij me met: “aha, ge kunt me niet missen hé!” – Ik zei: “aha, maar omgekeerd evenmin hé dokter!”. Hij kon er gelukkig mee lachen.
In de VOLGENDE KOMMA een deskundig advies voor…. bloggers!
Ik stel deze vraag bewust verkeerd: het is immers niet of/of maar en/en. Ik hou van dialecten en vind het doodjammer dat ik er zelf niet één beheers. Onlangs vond ik ergens de volgende satirische tekst en ik kan er nog steeds van watertanden: ”Als uw (klein)zoon politieagent wil worden.. … kan hij in Gent aan de slag als hij het volgende sollicitatieformulier heeft ingevuld:“Stad Gent. Poliese. Inschraavingspapier veur Fliek (oischeu misschraaft, moede’n neeuwke vroage aanuwen waakazent.- (Zelve ninvulle en eu nie loaten mee elpe deur euwijf of eune moat!! - (En nie aan beginne oas g’eu derde studejoar nie uitgedoan et!) (….)”(en dan volgt een reeks vroage over de moate van eu uuft en euwe kole.d.” Heerlijk nietwaar?Intussen mag u me niet verkeerd begrijpen. Hoe waardevol ik dialecten ook inschat, en hoe spijtig ik het dus vind dat ik me alleen in Algemeen Nederlands kan uitdrukken, daarmee kan ik me in elk geval verstaanbaar maken tegenover taalgenoten uit zowel het ‘Hoge Noorden’ als het ‘Diepe Zuiden’, zonder dat er een ‘tolk’ aan te pas moet komen om onze respectieve streektalen te ‘vertalen’ in standaardnederlands. Tussen haakjes: die B uit A’B’N stond vroeger voor ‘Beschaafd’, alsof dialecten per se onbeschaafd waren/zijn. Trouwens: ik meen te weten dat ook het Algemeen Nederlands van oorsprong evengoed een dialect is, nl. dat van de Hollanders in hun Gouden (17de) eeuw. TOE(kom)MAATJE. In het VRT-journaal van gisteravond 24.2 kondigde Sigrid Spruyt met veel nadruk de zoveelste belangrijke “onthullingen” aan rond de voetbalomkoperijen. Het bleef echter beperkt tot een “anonieme (!) getuige”, die wel namen noemde van nieuwe “betrokkenen”, maar zonder ook maar een spoor van bekentenis, integendeel. Onthullingen??? Niks onthullingen!!! En daar betalen we kijkgeld voor.
Behalve schilderen op doek, papier of transparanten e.d., of het verluchtigen van mijn blog met computertekeningen, heeft mijn vrouw nog andere hobby’s, zoals b.v. het “oplossen” van tekenpuzzels met kleurpotloden. Die laatste bezigheid inspireerde onze jongste kleindochter (6) onlangs tijdens een bezoekje aan opa en oma tot het schrijven van twee kantjes in haar “dagboek” (!). Ze wil later schrijfster worden en zo te zien is ze al goed bezig: bijgaande foto (van de tweede “bladzijde”) is vrijwel onleesbaar, daarom herhaalt opa hierna de volledige ongecorrigeerde tekst van beide kantjes): (blz.1) ik ben blij om dat ik naar de teekensgool ben geweest en dat is tof om dat ik dan kan teekenen en dat is tof ik ben op ge haalt van oopaa en daarmee kan ik dit ge sgreeven (blz.2, zie foto) en dat is tof om te sgrijven om dat je dan kan dingu en dan verzinen en dat is tof en ooma is nuu ant puuzelen met haar boek en haar potelooten en haar gom TOE(kom)MAATJE. Twee titels in Gazet van Antwerpen van gisteren 21 febr.: 1) “Consument panikeert voor niks; zelfs rauw kippenvlees of dode eenden houden geen risico in” – 2) “Vogelgriep rukt op”. Sommige journalisten beseffen blijkbaar niet dat ze lezers die alleen de koppen van hun artikels lezen (en m.i. zijn er dat nogal wat), behoorlijk op het verkeerde been kunnen zetten… Voor de VOLGENDE KOMMA weet ik nog niks. Ofwel ga ik in op de actualiteit van de dag, ofwel geef ik mijn mening over de vraag “Dialect of A(B)N?”
In de krant van 15.2 las ik dat Johan Sauwens (CD&V) het Vlaams Parlement voorstelt om alle Franse vertalingen van namen van Vlaamse steden en gemeenten af te schaffen. Weg dus met Fourons, Anvers, Louvain enz. Ik vind dat een goed idee en hoop dat het Parlement nu ook het omgekeerde zal beslissen en binnenkort de borden naar bijvoorbeeld “Bergen” vervangen door wegwijzers naar “Mons” (vooral kaartlezende buitenlanders, in Vlaanderen op doorreis naar Wallonië, zullen hem dankbaar zijn!) TOE(kom)MAATJE. “Als er één echt separatistische kracht in dit land is, dan zijn dat niet de Vlaamse of Waalse partijen maar de Franstalige Brusselaars die van Brussel een zuiver Franstalige stad willen maken.” (Brigitte Grouwels, Brussels staatssecretaris, in Knack)
In de VOLGENDE KOMMA een plezante bladzijde uit het “dagboek” van mijn 6-jarige kleindochter…
GRAAG UW COMMENTAAR op mijn schrijfsels! Laat me vooral weten wanneer u het ergens mee oneens bent. Ik ben trouwens niet bang voor kritiek, integendeel: het kan me aanmoedigen om (beter) na te denken voordat ik iets schrijf. Ik krijg liever kritiek dan nietszeggende plaatjes of andere (goedbedoelde) “boodschappen” die niks met mijn blabla te maken hebben.
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
De meeste afbeeldingen uiterst LINKS zijn FOTO'S van schilderijen (op papier, doek of andere materialen) die vrouwlief in haar schildersatelier gemaakt heeft. In deze RECHTERkolom staan afbeeldingen die ze op computer heeft getekend. U kan er ook vinden op haar eigen seniorennet-blog ("computeroma") maar de laatste tekeningen daar dateren van 27.10.2008: ze haat nl. de rompslomp van een eigen blog.... Maar gelukkig mag ik op mijn blog af en toe een of meer van haar creaties tonen. Ze inspireert zich meestal op het familiealbum, foto’s uit de media of bestaande kunstwerken, maar ze houdt niet van braaf copiëren en het eindresultaat wijkt dus nogal eens af van het origineel en benadert soms zelfs het abstracte, waarbij ze haar aangeboren kleurgevoel de vrije loop laat (tijdens haar academie-opleiding kreeg ze daarvoor felicitaties).