WIE ZIJN WIJ? Mijn vrouw en ik zijn twee “oudere” senioren met een jong hart, vier kinderen en dertien kleinkinderen. We zijn beiden lid van een tafeltennis- en een wandelclub, genieten van klassieke muziek en moderne kunst. Ik speel af en toe piano in een nostalgisch salonorkestje, lees en praat graag over het heelal en ben sterk geïnteresseerd in veel aspecten van de Nederlandse taal en verkeers(on)veiligheid. Verder ben ik sinds 1995 bestuurslid van een zogenaamd "OKRA-trefpunt", een lokale afdeling van de grootste seniorenbeweging in ons land Vrouwlief schildert en tekent niet alleen, maar is ook een creatieve kokkin, houdt van bloemen en onderhoudt de tuin, naait graag en maakte vroeger avontuurlijke exploratiereizen naar Nepal, India, Mongolië, Atlasgebergte, … (is daar op mijn aandringen in 2005 mee gestopt). Ze leest snel en veel en houdt van Franse films.
oma tussen haar verfjes, kwastjes, papier, doek, javel enz.
Sommigen noemen me een kommaneuker (muggenzifter). Of ik die bijnaam verdien, moeten mijn bezoekers maar beoordelen. Op dit blog wordt in elk geval niet geneukt, misschien wel geluld (voor het eerste bestaan andere wipsites, pardon, websites). Op dit blog schrijf ik zowel persoonlijke “dagboek-notities” als commentaren, ernstig of luchtig, op uiteenlopende onderwerpen. De afbeeldingen zijn – tenzij anders vermeld – meestal geschilderd of op computer getekend door mijn echtgenote, waarbij haar 12 jaar academie-opleiding en workshops goed van pas komen. Tot eind 2008 toonde ze haar creaties trouwens op een eigen blog: http://blog.seniorennet.be/computeroma maar ze ziet meer in één gezamenlijk blog voor ons beiden.
05-08-2007
St.-Martens-Latem: wandelaars ongewenst?
Sint-Martens-Latem en omgeving: een paradijs voor fietsers, maar
helaas ten koste van de wandelaars. Wat vroeger voetpaden waren, door een verhoogde stoeprand veilig gescheiden van het snelverkeer, daar hebben ze van de ene dag op de andere fietspaden van gemaakt. Gewoon op elke straathoek bij het (vroegere) voetpad een rond blauw bordje zetten of hangen en hup: voetpad is geen voetpad meer maar wordt voortaan fietspad, klaar is kees. Ja, zo kan ik het ook.
Tijdens een tweedaags bezoek aan dit gebied hebben wij ondervonden hoe irriterend het is om als rustige wandelaar voortdurend opzij te moeten springen om doortocht te verlenen aan fietsers. We hadden soms zelfs geen andere keus dan ofwel in een haag te duiken naast het voetpad, pardon: fietspad, ofwel aan de andere kant op de rijbaan te stappen met alle risicos van dien.
Eerlijkheidshalve moet ik hier zeggen dat mijn kritiek gebaseerd is op persoonlijke indrukken en uiteraard niet op objectieve tellingen; ik twijfel er echter niet aan dat de meeste fietspaden eigenlijk gewoon vroegere voetpaden waren maar ik kan het dus niet keihard bewijzen. Een tweede opmerking: tijdens een wandeling hedenmorgen in de omgeving van Breendonk/Puurs stelden we vast dat ook daar de voetgangers soms geen andere keuze hebben dan een aangeduid fietspad dat duidelijk ooit als voetpad was bedoeld. Het is dus niet alleen in Sint-Martens-Latem dat de wandelaars de pot op kunnen Gelukkig zijn er ook positieve dingen te zeggen over deze kunstenaarsstreek. We hadden de Leiestreek niet alleen uitgekozen om er te wandelen, maar ook om enkele musea te bezoeken (we wonen al 50 jaar op amper 40 km. afstand, dus het mocht wel eens!). Op dat punt werd onze tweedaagse een geweldig succes. Het Roger Raveelmuseum in Machelen werd ronduit een fantastische belevenis, die we iedere kunstliefhebber kunnen aanraden. Hetzelfde geldt voor de (tijdelijke) tentoonstelling van Octave Landuyt in het Museum van Deinze en de Leiestreek. Raveel en Landuyt, twee totaal verschillende stijlen maar twee hedendaagse kunstenaars waar Vlaanderen trots op mag zijn.
TOE(kom)MAATJE. (Duitse) Woord van de Week: Schnellzugzuschlag (sneltreintoeslag), als oefening aanbevolen (of juist NIET? ) voor mensen met een spraakgebrek
Schilderoefening met het (computer)mes van Painter Classic)
Doe gewoon, das gek genoeg! Aan die wijze uitspraak van mijn moeder moet ik vaak denken als ik lees of hoor hoe mensen die in de dagelijkse omgang spontaan gewoon Nederlands spreken, in bepaalde omstandigheden overschakelen naar een soort geforceerde boekentaal. Een paar voorbeelden?
Iemand woont dan nergens meer, hij/zij is woonachtig, hij werkt niet maar is werkzaam (of nog erger: tewerkgesteld), niet getrouwd maar gehuwd, niet met zijn vrouw maar met zijn echtgenote, heeft geen drie maar een drietal kinderen, verdient X euro op jaarbasis (niet per jaar?), bestuurt geen auto maar een voertuig, zijn rekening bij de bank wordt er plots een bij een financiële instelling, hij doet niks nog gewoon vrijwillig maar alles op vrijwillige basis, gaat zelfs niet meer maar begeeft zich, kent ook geen problemen maar wel problematieken, spreekt niet over technieken maar over technologieën, psychische problemen heten dan plotseling psychiatrische problemen, mensen kunnen niet meer gewoon sterven aan een ziekte maar alleen nog aan de gevolgen van zon ziekte en ga zo maar door.
Vooral (Nederlandse) politici zijn sterk in zulke vondsten (let er maar eens op!): Ik heb gezegd wordt dan ik heb aangegeven, ze maken geen rapporten maar rapportages
TOE(kom)MAATJE. denkbeeldig grafschrift, bedacht door wijlen Fons Jansen, cabaretier: Dit graf ziet eruit als de andere toch is er een diepgaand verschil hier ligt namelijk helemaal niemand zijn moeder gebruikte de pil.
Er ging van alles mis bij het plakken in mijn vorige blog. Alles van layout, lettertype en andere grafische was anders dan ik in de kopie-versie had voorbereid. Sorry, bezoekers...
1) Ouderloos. Voor de eerste keer hebben de vier kinderen van onze dochter de voorbije drie dagen hun plan moeten trekken. Onze schoonzoon moest voor zijn werk naar Duitsland en vrouwlief mocht mee als toerist. De zoon (16) en zijn 3 zussen (15 en een tweeling van 14), verstandig, welopgevoed en gedisciplineerd, moesten/mochten zien hoe ze tijdens de afwezigheid van pa en ma naar best vermogen (en goesting ) zouden overleven. Dat overleven is goed gelukt. Ze hebben mekaar niet afgemaakt maar in goede verstandhouding (met af en toe een beetje gekibbel over culinaire details, móet kunnen!) hun potje gekookt. Zoals te verwachten was, kwamen daar ook een paar telefoontjes naar oma aan te pas (zeg oma, maizena is dat hetzelfde als zetmeel? en dat soort vragen). Meestal neem ik de telefoon op, maar nu was het telkens van opa, mag ik oma even? en dus sprak ik met oma af dat zij bij het volgende belletje ineens zelf zou opnemen. Dat gebeurde, en wat kreeg ze te horen? Inderdaad: zeg oma, mag ik opa even? Lap, nu gij weer! Eén keer wou een van de meiden (op de foto samen met oma) het dessert (zekerheidshalve? ) liever in onze keuken fabriceren met meesterkokkin oma in de buurt; als tegenprestatie mochten wij er ook van proeven, wat zeg ik, het hele dessert-gebeuren werd naar hier verplaatst en zo zaten we even later met zijn zessen rond onze tafel aan de abrikozentaart!
2)Ik denk dat slechts weinig mensen (op enkele kommaneukers na) zich gestoord zullen hebben aan een aantal uitspraak- en andere taalfouten in de Trage. En. Deftig. Gesproken. 21juli-toespraak van de koning. Maar waarom niet ineens een speech in vlot en foutloos Nederlands?, dan zou helemaal niemand zich gestoord hebben, allicht integendeel.
3) Er is één ding erger dan tachtig worden en dat is: géén tachtig worden. (succes-schrijver Harry Mulisch, geb. 29 juli 1927, in GVA van gisteren)
het peloton. Geschilderd door Computeroma (nu eens niet op de computer maar op doek, met gemengde technieken)
Vinokourov-dope: sensatie! So what? Et alors? Nou én? Op 11 juli schreef ik in een TOE(kom)MAATJE over het contrast tussen enerzijds mijn onverschilligheid voor de Tour en anderzijds het enthousiasme van mijn wederhelft: mijn schat is er weg van ( ) ze houdt mij dagelijks op de hoogte van allerlei klassementen, ik doe alsof ik luister, zeg af en toe (op goed geluk ) ja of nee en zo blijft ze hardnekkig geloven dat het mij ook interesseert
Gisteren trok de hele ploeg van renner Vinokourov zich uit de Ronde van Frankrijk terug nadat bleek dat meneer Vino stout geweest was en zijn fenomenale prestaties wellicht mede te danken had aan zijn bloed-doping. Sensatie sensatie in alle media. Iedereen (onder wie Computeroma dus) valt uit de lucht. Ach ach ach, wie had dat nu toch kunnen denken?
Nou, muggenzifters als Kommaneuker bijvoorbeeld. Ik begrijp die sensatie inderdaad niet. Ik zou het pas echt sensatie vinden wanneer blijkt dat dopingcontroles wetenschappelijk zo waterdicht zijn dat geen enkele renner het nog aandurft euh naast het potje te plassen (als ik deze beeldspraak hier mag gebruiken ).Maar zolang Computeroma en andere blindgangers zich willen laten bedonderen, zal de leuze in het wielermilieu blijven: Ik dope U in de naam van Ja, van wie of wat eigenlijk? Van de centen denk ik
Als ik in deze laatste dagen van de Toerdefrans toch nog af en toe door oma ontboden word om naar een stukje tv-reportage te komen kijken, dan zal ik als brave sul wel gehoorzamen, maar dan vooral om te kunnen genieten van de prachtige landschappen en kastelen die we vanuit de helikopters te bewonderen krijgen; wel jammer dat die mooie beelden voortdurend onderbroken worden door fietsende kerels (in mooie veelkleurige outfits, dat wel).
TOE(kom)MAATJE. Nog eens de Tour: terwijl zon twintig koeien met hun lodderogen gebiologeerd stonden te staren naar de laagvliegende tv-helikopter, trok op de achtergrond de rennerskaravaan voorbij. Opmerking van de NOS- sportcommentator: De Tour is achter jullie, hoor dames!
computeroma maakte nevenstaande impressie van haar bankkaartafbeelding
Gazet van Antwerpen van 13 juli wijdde bijna een hele bladzijde aan dit onderwerp. Ik stelde vast dat ik niet de enige ben die dat kleine prutswerk liever ziet verdwijnen: ook tal van handelaars ergeren zich aan die bruine muntjes, die bijna geen waarde hebben maar toch tergend veel plaats en gewicht innemen in onze portemonnees, en bovendien zo op elkaar lijken dat ze voortdurend leiden tot vergissingen en oponthoud aan de kassas.
Maar tot mijn verbazing denken de ondervraagde winkeliers dat bij een evt. afschaffing van die kleine MUNTJES automatisch de PRIJZEN afgerond zouden moeten (mogen!) worden naar 0 of 5 cent. Ik snap niet dat de redactrice van dat artikel dat misverstand niet heeft gecorrigeerd: die twee zaken hebben immers absoluut niks met elkaar te maken! Sleutelen aan de prijzen van afzonderlijke artikelen zou een slechte zaak zijn (gevaar van ongecontroleerde prijsverhogingen!!) maar de kleine muntjes kunnen gerust afgeschaft worden zonder nadelige gevolgen voor wie dan ook.
HOE dan? Doodsimpel: alle prijzen moeten blijven wat ze zijn, dus geen afrondingen a.u.b.! Pas wanneer al uw artikelen tegen die niet-afgeronde prijzen zijn ingescand of getikt, wordt alleen het te betalen eindbedrag automatisch afgerond naar het meest nabije 0 of 5 ct.: dus 1, 2, 6 en 7 cent naar beneden, 3, 4, 8 en 9 cent naar boven. Dat eindbedrag zal de ene keer dus maximaal 2 centte hoog, een andere keer 2 cent te laag liggen. Kortom: al wat we zullen voelen is minder gewicht en volume; en alleen de muntjes van 5 cent blijven nog over. Deze eenvoudige maatregel wordt in het buitenland (b.v. in Nederland) al tot tevredenheid van handelaars én consumenten toegepast en ik begrijp niet waarom het hier niet gebeurt.
Dus als ik onze bevoegde ministers, met alle onbescheidenheid die mij ontsiert, een raad mag geven: laat handelaars toe om het te betaleneindbedrag aan de kassa automatisch af te ronden en zelfs 1- en 2-centmuntjes te weigeren maar verbied hen het wijzigen vanprijzen van afzonderlijke artikelen.
Bij wijze van proef op de som heb ik onze laatste kassastrookjes (6 verschillende winkels, 52 artikelen) ontleed: betaald eindbedrag was in totaal 131,83 euro. In de voorgestelde formule zou dat 131,80 geweest zijn, dus 3 cent minder; een volgende keer zal ik misschien ocharme 3 cent te veel moeten betalen...Kortom: zowel op korte als lange termijn geen financiële voor- of nadelen maar wel heel wat meer gemak.
TOE(kom)MAATJE. Over afrondingen gesproken, ik denk dat prins Laurent tegen mijn voorstel zal zijn: zijn jaarlijkse dotatie bedraagt heel precies (sic!) 298.670,12 euro (volgens een kommaneukende GVA van 20.7) en hij zou dus 2 cent moeten prijsgeven. Maar tante Fabiola zal achter mij staan:zij heeft nu 1.404.147,48 euro en zou dus 2 cent per jaar méér krijgen (kan ze naar een nog duurdere kapper)
Krak bLoemmm! na de storm Ook wij zijn helaas niet helemaal ontsnapt aan de storm die maandagochtend over onze regio trok, al mogen we beslist niet klagen: de pannen liggen nog op het dak, alle ruiten zijn nog heel en onze huisdieren zijn niet doodgebliksemd (dat laatste kon ook moeilijk want we hebben geen huisdieren).
De enige schade bestond uit een hoop bladeren en andere afgewaaide rotzooi, de vuilnisbak die in verschillende onderdelen in de tuin verspreid lag en een paar afgeknakte gladiolen en andere bloemen uit onze tuin.
Ik stond al op het punt om die afgebroken en ten dode opgeschreven bloemstukken bij het tuinafval te slingeren, maar als je dan getrouwd bent met een bloemen- en plantenfreakende computeroma, kun je zoiets wel vergeten. Ah nee hé makker, zo niet zunne: nu die gladiolen afgeknakt zijn passen ze perfect in een vaas! Geef maar hier, ik doe er nog een geknakte dahlia bij en dan kunnen we er nog een paar dagen plezier van hebben. En dus staan ze nu in een mooie glazen vaas hun laatste levensdagen te pronken op een van onze vensterbanken.
TOE(kom)MAATJE. Oeps, foutje! Het plaatje bij mijn vorige blog lijkt wel verdacht veel op de eerste afbeelding in de rechterkolom. U zal wel gezien hebben dat het inderdaad om dezelfde tekening (van computeroma) gaat. Dat was natuurlijk niet mijn bedoeling en ook niet nodig (ik heb genoeg andere keus) maar toen ik het zelf opmerkte, was het . juist ja: TE LAAT!
(dit is een fantasietje gecomputerd door mijn favoriete computeroma en dat ik ongevraagd - geplukt heb uit haar uitgebreide voorraad Paint- en PainterClassictekeningen)
OPMAAT. Vandaag voor de verandering nu eens geen TOEMAATJE zoals na mijn vorige blogs, maar een voorgerechtje. Hier komt het. Op verzoek van onze muzikaalste zoon, docent-medewerker aan een zomerstage voor muzikanten en podiumkunstenaars uit verscheidene domeinen zijn wij de voorbije week gastouders (bed and breakfast) geweest voor twee deelnemende, allercharmantste dames. De gastmoeder had twee spuitbusjes tegen de nachtelijke muggen voor hen klaargezet, tenminste dat dacht ze, want een ervan bleek een deodorant voor de voeten te zijn! Gelukkig ontdekte mijn eega haar vergissing tijdig, want we zouden anders toch maar een gek figuur geslagen hebben (mevrouw, uw voeten stinken!). GezondheidSanté! Bij gebrek aan inspiratie grijp ik luiheidshalve eens naar de oude doos (neenee, mijn vrouw heeft hier niks mee te maken). Een van mijn eerste kommas in december 2005 luidde (ongeveer) als volgt:
Mijn bloeddruk is oké, mijn cholesterol ook, mijn hartslag prima, das allemaal dankzij een hele batterij pillen die ik elke morgen slik Kortom, ik VOEL me kerngezond. Alleen dat geheugen hé. Het is denk ik de ziekte van Dinges, kom hoe heet hij ook alweer, zijn naam begint met een A. Ik weet het alweer: het is de ziekte van Oldtimer. Of wacht eens, nee het is Alzheimer, ik had dus toch gelijk: zijn naam begint met een O. Jaja, eigenlijk ben ik nog goed bij de pinten, sorry, pinken. (Ik heb u gewaarschuwd: op mijn blog wordt niet geneukt, maar wel geluld )
P.S. Nu even serieus. Dat van die pillen is waar, maar dat over mijn geheugen is natuurlijk bij het engelenhaar getrokken, al is mijn memorie wel degelijk vaak een zeef, zoals bij veel van mijn leeftijdsgenoten. Maar als ik aan de miserie van anderen denk, voel ik me eigenlijk bevoorrecht dat ik tot op heden gespaard bleef van ernstige ziekten of ongemakken. Ik mag er niet aan denken dat ik b.v. dement zou worden, of anderszins een zware last zou betekenen voor mijn verwanten.
links een foto uit de jaren 70 van mijn (toen nog jonge) schat, bengelend aan een touw tijdens een klimoefening in de rotsen; daarnaast nogmaals dezelfde foto van mijn vorige blog, maar nu hopelijk iets beter van kwaliteit
In mijn vorige blog schetste ik hoe ons gezin jarenlang de zomervakanties doorbracht in het Zwitserse hooggebergte. Allemaal veel minder stoer en gevaarlijk dan het klonk, maar in elk geval wel avontuurlijk en minder voor de hand liggend dan b.v. een zonnig lig- of zwemverblijf aan de Côte dAzur. Vandaar de regelmatig terugkerende vraag: hoe zijn jullie ertoe gekomen om aan alpinisme te gaan doen? Dat vertel ik nu.
Het was zomer 1969 toen we met enkele bevriende gezinnen voor tien dagen naar hotel Stahlbad van de Mutualiteiten in Sankt Moritz trokken. Mama liet zich (als enige getrouwde vrouw) overhalen om mee te doen aan een tweedaagse bergtocht. Ik bleef dus alleen achter met de kindjes, die ik overdag toevertrouwde aan de toegewijde en bekwame monitoren/-trices van de kinderopvang. De volgende middag stonden we op ons balkon op de uitkijk om het groepje tweedaagsers te verwelkomen. Eindelijk was het zo ver en we zagen mama enthousiast naar ons zwaaien. Haar eerste woorden (ik zal ze nooit vergeten!) luidden: Och, kindjes, ik heb een paar keer zó zitten trillen op mijn knieën (we kregen een aanschouwelijke demonstratie ): links 500 m diepte, rechts 500 m diepte, ik was doodsbenauwd en dacht voortdurend och och mijn kindekens!! . Maar PLEZAAAANT!!!
En zo is het begonnen. Om nu een lang verhaal kort (nou ja) te maken: elk volgend jaar was een van mas eerste vragen aan de hotelreceptie: is er een tweedaagse?, dan doe ik mee!. En naarmate de kinderen ouder werden, groeide ook bij hen (en bij mij) de goesting om echte bergtochten te maken. Maar omdat we 10 dagen verblijf wat kort vonden, besloten we om voortaan telkens voor een hele maand in een of ander klein dorpje (nog niet ontdekt door het mondain toerisme) een betaalbaar maar gerieflijk en mooi gelegen chalet te huren.
De eerste poging was al direct een schot in de roos. We vonden een betaalbaar maar gerieflijk en mooi gelegen chalet in het (toen nog rustig) dorpje Zinal aan het eind van de prachtige Val dAnniviers. Door een bureau de guides werd ons een sympathieke gids voorgesteld, die ons op een speciale oefenrots ter plaatse testte om te oordelen wat hij van ons als kandidaat-alpinisten mocht (en vooral NIET mocht! ) verwachten.
En zo werd Gabriël gedurende heel wat zomervakanties onze vertrouwde gids op een- of meerdaagse rots- en/of sneeuwtochten vanuit een of andere berghut. Op den duur kenden we zowat alle berghutten in de regio van binnen en van buiten. Mama en de kinderen volgden bovendien nog een of twee alpinistencursussen, waardoor hun techniek ook nog verder verbeterde. Zo herinner ik me met vaderlijke trots dat onze dochter zelf af en toe voor gids speelde op minder moeilijke beklimmingen (zo van Ja pa, kom maar naar boven: zet je rechtervoet op dat uitsteeksel en je linkerhand in die spleet boven je schouder)
Och ja, het was een heerlijke tijd. Toen we eens na een maand klimmen weer bijna thuis waren, zei onze dochter, enthousiast handenwrijvend: Hoi hoi, nog maar elf maanden en we mogen weer naar Zwitserland!! Commentaar overbodig! Intussen dateert onze laatste bergvakantie alweer van 1996. We treuren echter niet om wat we niet meer kunnen, maar genieten van de dagboeken en de vele dias uit de tijd dat we nog wèl konden, en niet te vergeten! van allerlei mooie dingen die we ervoor in de plaats gekregen hebben.
TOE(kom)MAATJE. De Ronde van Frankrijk (door Nederlanders meestal Toerdefrans genoemd) is weer begonnen. Mijn schat is er weg van, ze heeft een speciaal tijdschrift gekocht met allerlei rand-informatie en in te vullen resultaten, ze houdt mij dagelijks op de hoogte van allerlei klassementen, ik doe alsof ik luister, zeg af en toe (op goed geluk ) ja of nee en zo blijft ze hardnekkig geloven dat het mij ook interesseert Beuhhhh!
vage foto van een vage foto van een enz. van ons gezin op een Zwitserse bergtop tijdens een van onze vele zomervakanties in de jaren 70 In Terzake van 4.7. was er een boeiende BBC-documentaire over een ziekenhuis-tent op een flank van de Mount Everest, waar een artsenteam enkele maanden per jaar standby is om medische hulp te verlenen aan klimmers in problemen. De beelden van zwoegende klimmers in de touwen en met stijgijzers aan de schoenen deden ons met enig heimwee terugdenken aan onze vele jaarlijkse bergtochten in de Zwitserse Alpen, al gaat de vergelijking natuurlijk lang niet helemaal op: 3000 meter stijgen in het Everestgebied duurt weken, hetzelfde hoogteverschil in de Alpen amper een of twee dagen.
Daarom een waarschuwing voordat u kommaneuker en zijn familie gaat zien als De Grote Helden Van De Bergen: wat hierna volgt klinkt misschien allemaal erg stoer maar IS het helemaal niet. Wij waren gewoon een van de vele Vlaamse gezinnen die via bospaadjes naar een of andere berghut trokken, daar met nog (meestal tientallen) andere bergliefhebbers in een grote beddenbak overnachtten om s anderendaags een of meer sneeuw- en/of rotswandelingen te maken.
Om veilig en optimaal van onze tochten te kunnen genieten deden wij dat meestal onder leiding van een gids. Met de allereerste (Gabriël uit Ayer/Zinal) klikte het zo goed dat we hem nog vele jaren als leider voor onze tochten hebben geëngageerd. Zonder hem hadden we het b.v. nooit aangedurfd om via gletsjers, kloven en rotsen tot boven de 4000 meter te klimmen. Mijn persoonlijk record was de Bishorn (4160 meter) in 1974, computeroma (toen nog gewoon mama!) en drie van de kinderen deden nog beter: in 1977 moesten zij op 4460 m. hoogte hun Mont-Blancbeklimming (een verhaal apart) staken wegens opkomende storm. Intussen ligt onze laatste Alpenvakantie alweer ver achter ons (traan traan traan, maar kom, we hebben het gehad en de herinnering, de dagboeken en de fotos blijven).
Hoe is het nu allemaal begonnen? Dat vertel ik in de volgende Komma.
TOE(kom)MAATJE.Want u houdt van de stilte? is de zoveelste geheimzinnige slogan die ik op een levensgroot bord langs de baan zag staan; er stond in kleinere bleke letters nog iets voor, maar het drukke snelverkeer eiste mijn aandacht op want mijn devies is en blijft: de eerste aandacht moet gaan naar het verkeer OP de weg en niet naar moeilijke slogans NAAST de weg!!. Ik heb de bevoegde minister (Landuyt) al eens voorgesteld om die gevaarlijke, want de aandacht afleidende borden te (doen) verwijderen, maar hij beweert dat ze verkeersveiligheid wel degelijk verhogen! Welnu, met alle respect voor de Minister, maar mijn gezond verstand zegt me dat dit gewoon larie is en dat zijn raadgevers hem wat wijsmaken.
(foto tijdens een recente Schelde-Dender wandeling bij Dendermonde)
Mijn schat begint meer en meer de genoegens (en soms ongenoegens ) van het Internet te ervaren. Vorige week stuurde ze onze hele familiemeute haar beste wensen voor een heerlijke vakantie en wees ze terloops ook op haar eigen blog want die is nog maar pas gestart en nog niet bij onze volledige achterban bekend.
Zoals ik had verwacht duurde het niet lang of enkele kleinkinderen reageerden al. Ik pik er twee uit:
- een van onze kleindochters (9) mailde terug:dankjewel oma voor de mail ,maar je hebt vakantie een beetje verkeerd getypt.daaaaaaaaaag van liesje!! - haar grote neef (16) schreef het zo: oma oma toch, dat is allemaal heel fijn, maar je hebt twee cruciale fouten gemaakt.(grapje :-p ) twee kleintjes eigenlijk, en enkel in de mail die je gestuurd hebt. Je hebt namelijk twee keer vakantie met een c geschreven, en het is niet blok maar blog ;-) Voor de rest is alles piefkijn in odre, bvaro!!
TOE(kom)MAATJE. UFOs bestaan!! In Gazet van Antwerpen (25.6) ontkent ene Marc Broux met grote stelligheid dat UFOs zouden bestaan. Keiharde feiten bewijzen dat hij ongelijk heeft en dat UFOs dus wel degelijk bestaan: vooral vliegtuigreizigers en zelfs piloten zien ze vaak vliegen, die vreemde, niet te identificeren dingen (in het Engels Unidentified Flying Objects (UFOs)!!). Meestal vinden wetenschappers er wel een (banale) verklaring voor maar zolang dat niet het geval is, bestaan er dus Ufos.Een bezoek van buitenaardse intelligente wezens is nog nooit aangetoond en dat bedoelt meneer Broux natuurlijk, maar hij zegt precies het tegenovergestelde.
Hiernaast een van de allereerste computertekeningen van computeroma, intussen alweer enkele jaren oud de tekening bedoel ik )
De voorbije week bijna al mijn tijd gestoken in het mee helpen doorstarten van de blog van computeroma. Geroutineerde (of zelfs beginnende) computeraars zouden dat allemaal veel vlugger kunnen, maar ik ben nu eenmaal een trage en onhandige kluns. Krijg voortdurend foutmeldingen of raadselachtige keuzemogelijkheden voorgeschoteld waaruit ik dan gegarandeerd de verkeerde kies en opnieuw moet beginnen. Gelukkig krijgen we veel deskundige hulp van onze jongste zoon maar we willen die IJzerwinkel (loopt al jaren met metalen hulpstukken in zijn vroegtijdig versleten ruggengraat ) niet meer belasten dan we nu al doen.
Goed. Dit gezegd zijnde, begint mijn kunstzinnig aangelegde eega stilaan haar draai te vinden met haar eigen blog http://blog.seniorennet.be/computeroma/ waarop ze onder meer haar computercreaties toont. Voorlopig kan ze daarmee nog een hele tijd voort, want ze heeft er al honderden op haar harde schijf en iedere week maakt ze er wel weer enkele bij. Tot haar eigen verbazing lijkt ze ongeveer de enige seniorennet-blogger (rubriek Kunst) te zijn met deze hobby; in elk geval is ze er nog geen enkele andere tegengekomen.Vreemd, want computertekenprogrammas als bv Paint (standaard in Windows!) zijn toch een leuke uitdaging voor wie wat artistieke ervaring heeft en naast de klassieke technieken met olieverf, pastel of aquarel zijn/haar horizon ook eens wil verruimen met de nieuwe mogelijkheden van computer en internet.
Intussen heeft oma al verschillende vriendelijke commentaren gekregen, niet alleen van haar (klein)kinderen (uiteraard!!) maar ook van andere bezoekers, zoals mijn favoriet-van-het-eerste-uur Bojako.
TOE(kom)MAATJE.De meeste wetenschappers denken dat onze aarde ongeveer 4,5 miljard jaar oud is; waarmee ze voorzichtigheidshalve erkennen dat het op een paar miljoen (!) jaar na niet te zeggen is. Maar de Gazet Van Antwerpen draait haar hand daar niet voor om, zij weet het heel zeker: de aarde is precies 4.527.642.531 jaar oud! (GVA van gisteren 30.6.2007). Knap hoor, van de Frut
(hiernaast een door mijn schat beschilderd kussen; want oma tekent niet alleen met computermuis, computerpen of schminkgerei maar ook met textielverf)
Ik heb, met steun van sommigen van onze (klein)kinderen, mijn kunstzinnig aangelegde wederhelft eindelijk zo ver gekregen dat ze een eigen blog (in de categorie Kunst) heeft gecreëerd, waarop haar computertekeningen en fotos van haar schilderijen beter tot hun recht kunnen komen, en niet meer slechts als randversiering van mijn kommaneuker-blog moeten dienen.
Ga dus eens kijken op http://blog.seniorennet.be/computeroma/ . En wees gerust: zo overdreven uitgebreid als opas komma-blabla (soms?) is, zo weinig tekst hoeft u te vrezen op omas blog. Vaak zal ze zelfs geen titel van haar werken vermelden. Die tegenstelling tussen onze twee blogs is trouwens maar goed ook: ik moet er niet aan denken dat ik me aan de beeldende kunst zou wagen en zij zich aan het schrijven zou zetten: het zou een dubbele ramp worden en dat willen we onze bezoekers niet aandoen.
TOE(kom)MAATJE.Hoofdpunt uit het VRT-radionieuws van vanmorgen: De Koning heeft vannacht goed geslapen.
Hiernaast een krantenknipsel uit 1980; Kommaneuker zit ergens onherkenbaar achteraan
In 1979 kwamen vier piepjonge gasten (ik was toen al iets minder piep) mij vragen om als pianist toe te treden tot een groot Jazz-orkest in oprichting. Ik had namelijk al enige ervaring met big bands, maar die waren intussen ter ziele gegaan (of dat mijn schuld was, laat ik maar in het midden). Ik wou me niet onmiddellijk engageren maar beloofde bij wijze van proef enkele repetities mee te draaien alvorens definitief te beslissen.
Welnu, die enkele repetities werden er stilzwijgend en ongemerkt meer dan duizend en zo was het gisteren na een proeftijd van 28 jaar mijn laatste repetitie. Je zou dus eigenlijk kunnen zeggen dat ik gisteren na zééééér rijp beraad heb beslist om toch maar niet tot de Big Band toe te treden! Dat zou trouwens niet kunnen want van de oorspronkelijke Big bezetting van zon 20 man is al jaren geen sprake meer: door allerlei oorzaken haakten er meer muzikanten af dan er bijkwamen en moest het concept Big Band op den duur worden herbekeken, ook de naam onderging een logische amputatie: de Big werd geslacht en we heetten voortaan Bluebirds Band.Het resultaat was een combo-achtige groep van meestal 6 à 8 man, met aangepaste arrangementen.
Dat alles klinkt misschien triester dan het werkelijk was: ondanks het ontbreken van openbare optredens bleef het enthousiasme van de overgebleven muzikanten voor de wekelijkse repetities overeind: ook zonder publiek is het samen musiceren (of dat nu klassieke kamermuziek of jazz is) steeds weer een hartverwarmende belevenis.
En zo heb ik dan gisteren afscheid genomen van een van mijn hobbys. Mijn leeftijd speelde daarbij uiteraard een rol, want al vind ik mezelf nog niet echt stok, ik ben toch ook allang niet meer piep. Mijn afscheidspijn werd wel verzacht door een prachtig afscheidscadeau dat ik van mijn vrienden mocht ontvangen maar ik zou nog liever weten dat mijn opvolging verzekerd was, en dat blijkt geen sinecure. En zonder pianist(e) ziet de toekomst van onze band er somber uit. Ik hoop dus uit de grond van mijn hart dat we tegen het nieuwe seizoen (september) iemand vinden die aan het gewenste profiel beantwoordt.
TOE(kom)MAATJE. Vanmorgen weer eens genoten van typische VRT-journalistiek. Radionieuws 9 uur: 1) bij de opsomming van de hoofdpunten: de politie heeft een instrument om tachograaffraude op te sporen. 2) eerste afzonderlijk punt: de politie heeft een instrument om tachograaffraude op te sporen 3) een geïnterviewde hoge pief van de politie: klopt, wij hebben een instrument om tachograaffraude op te sporen 4) vraag van interviewster: betekent dat dus dat de politie voortaan tachograaffraude kan opsporen? 5) politie-pief: inderdaad. 6) herhaling van de hoofdpunten: de politie heeft een instrument om tachograaffraude op te sporen. (Zelfs voor mijn slecht geheugen is dit van het goede teveel. Of ben ik nu een echte kommaneuker, d.w.z. een muggenzifter?)
(hiernaast: de -op maat uitgehouwen!- graven van Montmajour; zie ook het fotootje bij mijn vorige blog)
Jacques Tati en Provence
In mijn vorige blog had ik het over de driedaagse reünie, na 55 jaar!, van elf nog levende klasgenoten-met-partners, reünie die we vorige week hielden in de Provence (Zuid- Frankrijk).
Bij ons bezoek aan de eeuwenoude Abbaye de Montmajour (Arles) kreeg het opperhoofd van onze groep aan de kassa een strook met genummerde toegangsbiljetten, die hij onder ons individueel verdeelde. Elk biljet bevatte een afscheurstrookje met hetzelfde nummer als het biljet zelf. Althans: dat was de bedoeling, want plotseling riep iemand: Ik heb een ticket met nummer 38 maar met een strookje nr. 39.
Lichte paniek: ook bij de anderen bleken kaart en strookje telkens met één nummer te verschillen. Onze vertegenwoordiger had in zijn verstrooidheid (op onze leeftijd lopen sommige dingen niet steeds op wieltjes ) de hele reeks toegangskaartjes telkens op de verkeerde plaats afgescheurd. Dus volgde een kwartier van heen-en-weer-geroep, zo van: wie heeft nummer 25, ik heb 26!, en ik heb 37 en 36, enz. enz., waarbij bovendien meestal niet duidelijk was of die roepers nu eerst hun kaartnummer dan wel het controlenummer afriepen.
Kortom: een kwartier lang een complete chaos, die deed denken aan de film Monsieur Hulot en vacances van Jacques Tati. Intussen lagen we natuurlijk dubbel van het lachen (bij sommigen ging dat trouwens vanzelf: zij liepen al jààààren krom, maar dat terzijde).
Maar goed, uiteindelijk trokken we naar de ingang, ieder gewapend met toegangskaartje en (bijpassend!) controlestrookje. Maar wie schetst onze verbazing dat we zomaar binnen konden stappen zonder dat er ook maar iemand was om ons te controleren!! En dat na al die moeite die we gedaan hadden! En dus overwogen we om bij de receptie een controleur te EISEN; dat idee werd afgewezen maar we spraken af dat we niet zouden vertrekken zonder alle hoeken van de abdij doorzocht te hebben op zoek naar een kaartjesknipper. Enkelen van ons klommen zelfs tot de bovenste regionen van de ruïne (zie foto vorige blog) maar ook daar was geen controleur te bekennen.En als er ons geen feestelijk Provençaals avondmaal te wachten had gestaan, zouden we nu nog op jacht geweest zijn Of misschien hebben we de graven niet grondig genoeg onderzocht?
TOE(kom)MAATJE. Wielrennen wordt weer interessant: de kans om te winnen is immers opnieuw voor iedereen gelijk, nu wel vaststaat dat iedere wielrenner onder de dope zit:! (om misverstanden te voorkomen: deze zin is ironisch bedoeld; zolang doping niet grondig uit de wielrennerij is verdwenen, interesseert die sport mij geen barst)
(foto hiernaast: twee van mijn vroegere klasgenoten en mevrouw kommaneuker kijken na een klim van 125 treden neer op de tombes de Montmajour bij Arles in de Provence)
Ik ga terug naar juli 1952. Mijn laatste jaar middelbaar (retorica) op het Sint-Michielscollege in Brasschaat, geleid door de paters Norbertijnen van Averbode, zat er op; idem voor de overige klasgenoten. We zwermden uit over de verschillende windstreken van Vlaanderen en zouden elkaar misschien voor altijd uit het oog verloren zijn indien een viertal ondernemende vrienden van de klas geen initiatief hadden genomen om enkele jaren later een eerste reünie te organiseren. Het werd een geslaagd etentje in een taverne op de Antwerpse Frankrijklei en het initiatief werd nadien nog meerdere keren herhaald, zij het soms met enkele jaren ertussen en met de nodige afwisseling wat de formule betreft. Na zekere tijd werden ook de partners bij de reünie betrokken en ook dat bleek een goeie gok.
Tijdens een van onze bijeenkomsten eind jaren 90 groeide het idee om in 2002 (50 jaar na ons college-afscheid!) iets bijzonders te organiseren. Nu moet ik weer even terug naar 1952. Hoewel onze klas bij de paters van het college een nogal kwalijke reputatie genoot we gaven b.v. een verboden satirisch krantje uit waarin vooral de leraren het moesten ontgelden kwamen er tot ieders verbazing niet minder dan zeven priesterkandidaten uit voort, waarvan er uiteindelijk vijf ook effectief priester zijn geworden! Een gelukkig toeval wilde dat een van de vier oorspronkelijke initiatiefnemers sinds 1992 abt was van een (Norbertijner-!)abdij in Frigolet (bij Avignon in de Provence) en op zijn voorstel besloten we om ons gouden jubileum in 2002 aldaar te vieren (naast de abdij ligt een hotel met een uitstekende accommodatie); dankzij het creatief organisatietalent van ons kwartet werd het een geslaagd driedaags verblijf, rijkelijk gevuld met diverse wandel-, culturele en gastronomische activiteiten.
Die jubileum-reünie werd zon succes dat afgesproken werd om ook in 2007 weer voor enkele dagen naar Frigolet te trekken. En zo beleefden we vorige week opnieuw drie warme, zonnige dagen in het Franse Zuiden met diverse mooie en interessante activiteiten. Iemand noemde onze groep gemakshalve de Frigoleters (met de nadruk op eters, want wie belang hechtte aan de culinaire component, kwam ruimschoots aan zijn trekken)
Helaas is het aantal deelnemers in 55 jaar onvermijdelijk wat geslonken: zo moesten we b.v. nog maar enkele weken geleden voor de achtste keer afscheid nemen van een klasgenoot van toen. Dat er van de nog levende vrienden toch nog elf (plus hun evt. partners) aan deze korte vakantie konden deelnemen, mag gelet op de afstand en andere persoonlijke situaties toch een succes genoemd worden.
Misschien kom ik in de volgende komma(s) nog terug op enkele details en plezante anekdotes (Jacques Tati was soms niet ver af ) die deze driedaagse reis een extra dimensie gaven.
TOE(kom)MAATJE. Uit een In Memoriam in Gazet van Antwerpen van gisteren 16.6, gewijd aan een ex-brandweercommandant: een hersentumor velde deze pompier in hart en nieren De man mag dan nog zo begaan zijn geweest met zijn job, ik zou de zin toch anders geschreven hebben; nu paste hij in het genre van eindelijk had zij haar chronische hoofdpijn onder de knie
Tweeling-dilemma. De kranten: een moeder eist van de vader alimentatie voor hun kind (aldus een bericht in mijn krant). Probleem: wie is de vader? Gelet op het DNA-profiel van het kind zijn er ondubbelzinnig twee mogelijke kandidaten, die echter de schuld op elkaar afschuiven en ze hebben daarvoor ijzersterke argumenten. De eeneiige tweelingbroers (met identiek DNA) erkennen beiden hun betrekkingen met de moeder. Het enige onderscheid tussen beiden zijn hun vingerafdrukken maar die brengen uiteraard geen duidelijkheid. En de broers zelf weten natuurlijk ook niet wie van de twee de vader is! Elk van hen kan dus te goeder trouw het vaderschap blijven ontkennen. Zolang dus geen van beiden bereid is de schuld op zich te nemen, staat de moeder machteloos in haar gevecht om alimentatie. Als leek zou je nog denken: laat de bevoegde rechter elk van de twee veroordelen tot de helft, maar dat is juridisch ondenkbaar want een van de twee is met zekerheid onschuldig. Tijdens een van de vele bezoekjes van onze eigen eeneiige tweelingkleindochters (14 jaar, foto) hadden we het met hen over bovenstaand dilemma. Het was opvallend hoe spontaan en ontspannen het gesprek verliep. Zon onderwerp tussen opa/oma en hun kleindochters zou vroeger ondenkbaar geweest zijn. Ik moest ook ineens denken aan een passage uit het boek De Eeuw van mijn Vader, dat ik momenteel aan het lezen ben en waarin auteur Geert Mak beschrijft hoe een gereformeerde arts in het jaar stillekes de huwelijksdaad omschreef als het mannelijk orgaan om het zaad naar buiten te brengen in verbinding stellen met het vrouwelijk bestanddeel !!Mak zegt dat seksualiteit in bepaalde kringen zover werd weggestopt dat er zelfs geen gebruikstaal voor bestond. (Inderdaad, het woord neuken is pas later ontstaan, komma)
TOE(kom)MAATJE.Bij dit ongeval vielen er geen doden , gelukkig wel enkele zwaargewonden (aldus een bericht, zoals het klonk uit de mond van een niet al te snuggere VRT-radiojournalist; de komma in die zin zal wel achter en niet vóór gelukkig gestaan hebben: geen doden gelukkig , wel )
GRAAG UW COMMENTAAR op mijn schrijfsels! Laat me vooral weten wanneer u het ergens mee oneens bent. Ik ben trouwens niet bang voor kritiek, integendeel: het kan me aanmoedigen om (beter) na te denken voordat ik iets schrijf. Ik krijg liever kritiek dan nietszeggende plaatjes of andere (goedbedoelde) “boodschappen” die niks met mijn blabla te maken hebben.
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
De meeste afbeeldingen uiterst LINKS zijn FOTO'S van schilderijen (op papier, doek of andere materialen) die vrouwlief in haar schildersatelier gemaakt heeft. In deze RECHTERkolom staan afbeeldingen die ze op computer heeft getekend. U kan er ook vinden op haar eigen seniorennet-blog ("computeroma") maar de laatste tekeningen daar dateren van 27.10.2008: ze haat nl. de rompslomp van een eigen blog.... Maar gelukkig mag ik op mijn blog af en toe een of meer van haar creaties tonen. Ze inspireert zich meestal op het familiealbum, foto’s uit de media of bestaande kunstwerken, maar ze houdt niet van braaf copiëren en het eindresultaat wijkt dus nogal eens af van het origineel en benadert soms zelfs het abstracte, waarbij ze haar aangeboren kleurgevoel de vrije loop laat (tijdens haar academie-opleiding kreeg ze daarvoor felicitaties).