WIE ZIJN WIJ? Mijn vrouw en ik zijn twee “oudere” senioren met een jong hart, vier kinderen en dertien kleinkinderen. We zijn beiden lid van een tafeltennis- en een wandelclub, genieten van klassieke muziek en moderne kunst. Ik speel af en toe piano in een nostalgisch salonorkestje, lees en praat graag over het heelal en ben sterk geïnteresseerd in veel aspecten van de Nederlandse taal en verkeers(on)veiligheid. Verder ben ik sinds 1995 bestuurslid van een zogenaamd "OKRA-trefpunt", een lokale afdeling van de grootste seniorenbeweging in ons land Vrouwlief schildert en tekent niet alleen, maar is ook een creatieve kokkin, houdt van bloemen en onderhoudt de tuin, naait graag en maakte vroeger avontuurlijke exploratiereizen naar Nepal, India, Mongolië, Atlasgebergte, … (is daar op mijn aandringen in 2005 mee gestopt). Ze leest snel en veel en houdt van Franse films.
oma tussen haar verfjes, kwastjes, papier, doek, javel enz.
Sommigen noemen me een kommaneuker (muggenzifter). Of ik die bijnaam verdien, moeten mijn bezoekers maar beoordelen. Op dit blog wordt in elk geval niet geneukt, misschien wel geluld (voor het eerste bestaan andere wipsites, pardon, websites). Op dit blog schrijf ik zowel persoonlijke “dagboek-notities” als commentaren, ernstig of luchtig, op uiteenlopende onderwerpen. De afbeeldingen zijn – tenzij anders vermeld – meestal geschilderd of op computer getekend door mijn echtgenote, waarbij haar 12 jaar academie-opleiding en workshops goed van pas komen. Tot eind 2008 toonde ze haar creaties trouwens op een eigen blog: http://blog.seniorennet.be/computeroma maar ze ziet meer in één gezamenlijk blog voor ons beiden.
06-12-2011
Hulpsinterklazen bestaan niet!
6 december vind ik een uitgelezen dag om de tekst te hernemen die ik twee jaar geleden schreef: Het is een hardnekkig misverstand dat Sinterklaas over Hulpsinten zou beschikken; het tegendeel is waar: van mijn moeder zaliger weet ik zeker dat iedere Sint die ik tegenkom de enige echte is. Elke twijfel die ik als kind opperde, ontzenuwde zij met keiharde bewijzen. Sint Nicolaas is een Heilige, en Heiligen kunnen alles. Zo kan de Heilige Man zich bv. zonder problemen tegelijkertijd op verschillende plaatsen en in verschillende outfits vertonen; ik heb dus nooit bij een vervanger op schoot gezeten: het was iedere keer de Heilige Man zelf, ook al zag ik Hem tezelfdertijd in een winkel aan de overkant met een ander kindje. Het was zoals bij God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest, telkens nochtans dezelfde ene God, dus waarom dan niet één en dezelfde Sinterklaas, in de ene winkel met een bril en aan de overkant zonder bril? In zijn begeleidende briefjes bij de cadeautjes herkenden wij het karakteristieke handschrift van mama, maar dat was voor haar (en dus voor ons!) juist een bewijs temeer van s mans Veelzijdige Gaven: Sinterklaas kan toch ook alles, zelfs mijn handschrift kan Hij nadoen! Het bericht in mijn Gazet,dat er bijscholingscursussen voor hulpsinterklazen bestaan, ontneemt dit kinderfeest een flinke brok romantiek en doet me met heimwee terugdenken aan mijn kinderjaren, toen mijn moeder helemaal geen hulpsinterklazen nodig had en wij elk jaar weer op de schoot van De Enige Echte Sint onze liedjes konden opdreunen.
Onlangs maakte een GVA-lezer zich druk over de gebrekkige kennis van het Nederlands door onze Franstalige landgenoten. Hij vond dat zij een voorbeeld moeten nemen aan de vele Vlamingen die op hun beurt het Frans wél machtig zijn. Als overtuigd Vlaming, verliefd op mijn moedertaal, dacht ik daar jaren geleden ook zo over maar ben de kwestie sindsdien toch wat genuanceerder gaan bekijken. Om te beginnen is het al lang niet meer zo, dat wij Vlamingen behoorlijk Frans kennen, terwijl omgekeerd bij Franstaligen juist een tendens schijnt te groeien om (beter) Nederlands te leren. Maar eigenlijk doet dit niet ter zake. Kennis van een andere taal heeft alleen zin wanneer men die ook effectief moet of wil gebruiken. De ervaring (bv. van Vlaamse emigranten naar de USA) heeft immers bewezen dat de kennis van een taal verwatert of zelfs verdwijnt naarmate men ze minder of niet (meer) nodig heeft. Ook aanleg en milieu spelen een rol bij anderstaligheid: het Nederlands (?!) van meneer di Rupo is ronduit abominabel maar ik begin echt te denken dat hij misschien wel zou willen maar het gewoon niet kan; we kunnen alleen maar hopen dat hij als premier toch extra gemotiveerd zal zijn om via wat extra lessen ten minste een ietsiepietsie te sleutelen aan zijn praktische kennis van de belangrijkste taal van zijn land.
Overigens moeten wij Vlamingen niet te hoog van de toren blazen. Herman Van Rompuy mag dan veel vlotter Frans spreken dan di Rupo Nederlands, zijn uitspraak is ook niet bepaald mooi...
Mijn stad organiseert elk jaar een grootscheepse quiz, op zoek naar de slimste straat. In principe mag elke straat een ploeg van 4 à 6 vertegenwoordigers afvaardigen, maar de interesse blijft meestal beperkt tot een 20-tal straten. Nu heb een hekel aan alles wat maar enigszins ruikt naar quizzen, maar twee dagen vóór de jongste uitgave van de slimste straat belde een straatgenoot aan mijn deur: hij was wanhopig op zoek naar een vierde man om samen met hem en nog twee vrienden een ploeg te vormen. Ik antwoordde dat ik totaal geen zin had en dat ik trouwens te dom was voor een quiz. Dat laatste vond hij helemaal geen bezwaar (sic!): ik moest er alleen maar bij zijn om het vereiste aantal te bereiken; de drie anderen zouden wel zorgen voor de juiste antwoorden. Ik bleef de boot afhouden maar meneer gaf niet toe (hij drukte nog net geen pistool tegen mijn slaap ). Kortom, ik verloor het gevecht en zo zat ik twee dagen later als vierde keus aan een tafeltje, met als enige verdienste dat ik . er zat! (slechts één keer wist ik als enige het antwoord op een vraag) En geloof het of niet: ondanks (en dus niet dankzij !) mijn deelname kwamen wij ten slotte als winnende straat uit de bus!! Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik eigenlijk geen spijt heb van mijn deelname, pardon: aanwezigheid: ik was aangenaam verrast door de perfectie van deze quiz, zowel inhoudelijk (de vragen) als organisatorisch. Uit alles bleek dat de initiatiefnemers flink wat ervaring hadden met dit soort evenementen. Ik heb dit ook gezegd tegen de man die mij had aangeworven: luister, ik had het niet graag willen missen, het was interessant, maar kom het mij volgend jaar niet opnieuw vragen, want één keer vind ik genoeg!
TOE(kom)MAATJE. Enkele dagen later was ik jarig, vierde dat discreet in familiekring, zonder veel ruchtbaarheid. Ik was dan ook verbaasd toen vrienden van onze tafeltennisclub mij proficiat wensten. Ik vroeg hen: hoe wisten jullie dat ik verjaarde? antwoord: oh, dat wisten we niet; onze felicitatie sloeg op je overwinning in De Slimste Straat, de foto van je ploeg staat in de krant!!
Op 23 november 1931 (vandaag dus precies 80 jaar geleden) beviel een 26-jarige jonge vrouw van een zoon. Het was geen makkelijke gebeurtenis: het kind had er immers voor gekozen om tegen het einde van de zwangerschap dwars te gaan liggen (letterlijk en figuurlijk) maar bleek gelukkig tot een compromis bereid door zich kort voor de geboorte een beetje te draaien zodat hij via een zgn stuitligging ter wereld kwam. Anders gezegd: hij liet eerst zijn achterste zien De boreling van toen is inmiddels vader en grootvader, geliefd bij zijn kinderen en kleinkinderen, die hem zijn kuren graag vergeven. Want hij komt er eerlijk voor uit (soms toch ) dat hij zich na 80 jaar nog steeds regelmatig als een dwarsligger gedraagt, als een echte Kommaneuker zegmaar .
Al jaren leidt het BIVV de aandacht van automobilisten af van het verkeer naar lange en vaak raadselachtige boodschappen op levensgrote borden langs de snelwegen. De nieuwste BIVV-"vondst" is zijn campagne Go For Zero: vrienden kunnen elkaar dood verklaren via een vals krantenartikel op Facebook, wat al tot tragische misverstanden heeft geleid. Na massale protesten tegen deze schaamteloze actie heeft het BIVV nu in kleine lettertjes gepreciseerd dat het om fictie gaat Wanneer zal dit Belgisch Instituut voor VerkeersVeiligheid (!)eindelijk eens verplicht worden zich te beperken tot zijn eigenlijke opdracht en geen gevaarlijke zijpaden meer te bewandelen.
Zoals aangekondigd in mijn vorige blog, heb ik de Taaltest in de Canvasuitzending van 18.11 gevolgd, in de hoop de taalkundige voetangels en schietgeweren te ontdekken. Het programma werd aangekondigd als een test op dt-fouten, maar bleek onverwachts ook andere taalfouten te bevatten. Bovendien kwam de test via een snel afrollende autocue in beeld, waardoor het praktisch onmogelijk was om de fouten ordentelijk te noteren. Daardoor raakte ik de kluts en mijn concentratie kwijt, maar wist toch nog met een 22-tal dt- en andere fouten te noteren. Ik hoop nu ook nog ergens de correcte tekst te vinden zodat ik mijn werkelijke score kan kennen. Terloops gezegd: ik vraag me af of de in het programma geïnterviewde taaldeskundige professor D. Sandra geen (weliswaar vaak gemaakte) taalfout maakte toen ik hem hoorde zeggen: laat ME zeggen dat . terwijl hij duidelijk bedoelde laat IK zeggen .
TOE(kom)MAATJE. Ik wil de volgende uitzending van de reeks (vrijdag 25.11 op Canvas) beslist niet missen; ik ben benieuwd!
Onder deze titel start vanavond om 20.40 uur op Canvas een reportagereeks over de Nederlandse taal. Als rechtgeaard en overtuigd Vlaming ben ik een enthousiast (volgens sommigen zelfs maniakaal) liefhebber van mijn moedertaal en ga daarom beslist het programma bekijken en voor alle zekerheid ook op de harde schijf van mijn dvd-recorder kopiëren. Ik kijk met nieuwsgierigheid uit naar deze eerste aflevering en hoop dat ik ze interessant genoeg vind om ook de volgende vijf te bekijken. Volgens HUMO gaat het om een taalprogramma dat geen taalregeltjes wil opleggen, maar zich juist buigt over boeiende en geestige aspecten van onze taal. Ik ben benieuwd!
TOE(kom)MAATJE. Moet een Belg zowel Nederlands als Frans kennen? Een GVA-lezer vond onlangs van wel. Ik ben het daar absoluut niet mee eens en zal in een van mijn volgende blogs uitleggen waarom.
Op 20 oktober overleed op 56 jaar de man van onze dochter, na een ongeneeslijke ziekte. Toen hij enkele maanden geleden besefte dat hem nog weinig tijd restte, ondernam hij (als zelfstandig fabrikant in een zeer gespecialiseerde branche) de nodige stappen die zijn gezin ten minste gedeeltelijk zouden ontlasten van praktische bekommernissen. Kortom: een toegewijde huisvader, bezorgd om de toekomst van zijn gezin als hij er niet meer zou zijn. Toen zijn toestand zodanig verslechterde dat hij onmogelijk nog langer thuis verzorgd kon worden en onze dochter nog nauwelijks aan slapen toekwam, vroeg hij zelf om zijn allerlaatste dagen in het ziekenhuis te kunnen verblijven. Vijf dagen later nam hij afscheid van vrouw en zijn vier kinderen. Hij overleed donderdag 20.10 en werd vorige zaterdag 29.10 begraven, na een uitvaartdienst in een stampvolle kerk (naar schatting 430 personen). Op het doodsprentje prijkte de volgende openhartige herinnering van zoon Erik aan zijn fantastische papa:
Hoe druk ik uit in woorden hoe hard ik papa mis?
Nooit meer iets tegen hem kunnen zeggen. Nooit meer zijn blik kunnen zien. Nooit meer zijn stem horen. Het is vernietigend, het doet pijn. Het doet me huilen.
Ons papa is er altijd geweest. De harde hand die mij schrik kon aanjagen. De boze blik wanneer ik weer iets stoms deed. Zijn opvliegendheid wanneer iets niet snel genoeg ging. Je hebt geen idee hoeveel ik dat mis. Om nog maar te zwijgen over zijn aanstekelijke lach wanneer hij plat lag bij een of andere onnozele film. Zijn glimlach wanneer hij trots op ons was. Zijn onvoorwaardelijke steun bij onze keuzes. Zijn sterke persoon wanneer we ons onzeker voelden. Zijn flauwe moppen, eindeloos herhaald. Zijn Croque Bruno s. Zijn grote mond en zijn klein hartje.
Kon ik hem nog maar eens zien. Maar dat kan natuurlijk niet. De dood is definitief. Gedaan. Ik zal hem moeten missen. Wij zullen hem moeten missen. Hij is er niet meer. Papa is weg.
Het leven gaat door zei je. Gewoon verder doen. Dat is waar. En ik zal mn best doen papa. Ik zal je trots maken, waar je ook bent. Maar ik zal je missen.Erik.
Vandaag 29.10 hebben we de man van onze dochter begraven. Hij overleed een week geleden na een ernstige ziekte van acht maanden. Al onze aandacht en zorg ging de voorbije week naar onze dochter en haar vier kinderen. Van bloggen was dan ook geen sprake maar ik denk binnen enkele dagen mijn blogdraad weer op te nemen, misschien met een terugblik op de afgelopen dagen.
Tot twee jaar geleden was ik om diverse redenen tegen de aanschaf van een GPS-navigatiesysteem, in tegenstelling tot mijn wederhelft, die het kotsbeu was dat ik voortdurend verkeerd reed. Ze had al vaak aangedrongen op zon aankoop. Uiteindelijk heb ik toegegeven nadat een neef in Eindhoven (die ons had uitgenodigd) moest komen redden toen ik totaal verloren was geraakt in een Eindhovense buitengemeente. Gelukkig had ik al wel een GSM, waarmee ik hem kon vertellen in welke straat in welk stadje ik gestrand was. Zijn reactie: hoe ben je daar in vredesnaam terechtgekomen?, ik weet zelf niet eens waar dat precies is maar ik zal mijn tomtom opzetten; binnen een halfuurtje ben ik daar. Kort daarna stond hij daar dus inderdaad en zei (uiteraard enthousiast aangemoedigd door mijn passagier!): waarom koop je zelf niet zon GPS-ding?. En zoals het vaak gaat bij een meningsverschil tussen partners: het advies van een buitenstaander geeft dan de doorslag. Kortom, nog diezelfde week hadden we een tomtom en ik moet toegeven: dankzij die GPS rijd ik nu al twee jaar nog maar zelden verkeerd! Maar nu de clou van het verhaal. Eergisteren (16.10) gingen oma en ik opnieuw op bezoek bij diezelfde neef, die intussen wel verhuisd was naar Nuenen bij Eindhoven. Met onze tomtom zouden we deze keer uiteraard geen probleem meer hebben om dat nieuwe adres te vinden. Dachten we, maar uitgerekend onze redder van destijds, aan wie we onze succesvolle GPS-aankoop dus eigenlijk te danken hebben, raadde ons enkele dagen voor ons vertrek aan om het ding uit te zetten vóór Eindhoven, wegens allerlei recente ingrijpende veranderingen aan de Ring, die in de meeste GPS-versies nog niet verwerkt zijn. Zijn advies: volg uitsluitend de borden via via via enz. Ik hield mijn hart vast maar geloof het of niet, we raakten probleemloos ter bestemming. Oef!
TOE(kom)MAATJE Charel: Mijn vrouw en ik wilden een huisdier en hebben een geit gekocht Lowie: Allee jong, ge hebt niet eens een tuin; waar houdt ge dat beest? Charel: Awel in onze slaapkamer Lowie: Maar enfin, dat moet toch stinken?! Charel: Och, daar moet die geit maar aan wennen!
Dexia-spaarders kunnen voor 200% gerust zijn! aldus premier Yves Leterme in de media. Ik ben geen klant bij Dexia maar anders was ik onmiddellijk naar die bank gestapt om het dubbele van mijn centen op te vragen: Leterme heeft het zelf gezegd! Het is tegenwoordig mode om je voor 300 of 500 of pakweg 1000 procent voor iets in te zetten. Als je honderd procent zegt, kijken de mensen je al scheef aan: allee man, kan je echt niet wat meer?! Maar van een verstandig man als Leterme zou je toch verwachten dat hij weet dat 100 procent van iets gewoon betekent: alles, helemaal
TOE(kom)MAATJE. - Vrouwen over mannen: wat verstaat een man onder helpen in het huishouden? Zijn benen optillen zodat zijn vrouw kan stofzuigen! - Mannen over vrouwen: de doorsnee vrouw heeft twee problemen: ze heeft geen kleren om aan te trekken en geen kasten genoeg om ze allemaal in te hangen. (bron: onbekend)
Mijn liefste wederhelft (enfin, ik heb maar één "wederhelft", die is dus per definitie de liefste) kreeg voor haar verjaardag van een van de zoons een gsm, want die van onze pa staat nooit aan. Dat laatste klopt wel niet echt maar hoe dan ook, oma was in de wolken met haar aanwinst: haha, nu zal mijn contact met mijn (klein)kinderen veel soepeler verlopen! Het heeft twee maanden geduurd voordat zij de knepen van het smsen enigszins onder de knie had. De handleiding bij het toestel was trouwens niet erg duidelijk en er ging regelmatig wat mis: berichtjes verdwenen plots uit beeld, werden te vroeg verzonden of naar een verkeerde bestemmeling, verschenen verminkt op het schermpje enz. enz. Maar sinds enkele dagen loopt het met vallen en opstaan vrij vlot en smst oma dat de stukken eraf vliegen (soms bijna letterlijk, als het ding uit haar handen dreigt te flikkeren!). Als je bedenkt dat we wel dertien kleinkinderen hebben, is het logisch dat het wel even duurde voordat die allemaal bediend waren. Het waren meestal vragen over de pas begonnen studies. Tot groot jolijt van oma kreeg ze verschillende keren onmiddellijk reacties zoals Dag oma, zo super om van jou een sms te krijgen; deze week is het al zeer druk geweest . Hoi oma, die nieuwe studies gaan goed!, - Dag oma, kben goed begonnen, kheb binnen 3 weken al een examen ., - Amai oma, ( ) ge hebt zeker wat geoefend (en op een blijkbaar te vroeg verzonden berichtje:) Euhm hallo, voor ik antwoord geef, wie zijt gij? enz.
Als aanvulling op onze sportieve activiteiten (wandelen en tafeltennis) kochten we jaren geleden een hometrainer. We dachten daarmee tegen beter weten in, gelet op onze gevorderde leeftijd - onze conditie een beetje op peil te houden. Maar kom, de dag beginnen met een kwartiertje fietsen zou in elk geval geen kwaad kunnen. Ons plezier van stappen en pingpongen (echte hobbys) stond echter flink in contrast tot het dagelijks zweten op zon tweewielig marteltuig. Het eerste excuus dat we verzonnen om geen zeven dagen op zeven te moeten afzien, was het schrappen van de weekends: dat waren nu toch echt geen dagen om je af te peigeren!. De volgende truc lag eigenlijk voor de hand: een Home-trainer gebruik je per definitie alleen thuis, dus als we eens met vakantie waren of anderszins een of meer dagen afwezig, dan precies! Maar met een beetje wilskracht en gezond verstand lukt het nu toch al jaren om niet te vlug naar excuses te grijpen. Meer nog: we zijn inmiddels aan onze tweede hometrainer toe (voor een prikje gekocht in de Kringwinkel). Wat nog altijd niet betekent dat we s morgens opstaan met de juichkreet heerlijk heerlijk, nu fijn een kwartier fietsen!. Integendeel, we haten het ding nog steeds en al fietsend ergeren we ons aan de traagheid waarmee de wijzer van de wekker zich voortsleept. Maar onlangs kwam ik op het idee om me tijdens het fietsen voortaan niet meer te fixeren op de wekker maar een boek, tijdschrift of krant ter hand te nemen. En verdomd, dit zelfgekozen afleidingsmanoeuvre werkte. Hoe interessanter mijn lectuur is, des te sneller de tijd vooruit lijkt te gaan; toegegeven, lezen in een fauteuil is natuurlijk nog altijd leuker dan zwoegend op een hometrainer, maar toch
TOE(kom)MAATJE. Zitbanken in de Toekomstlaan (Hamme) worden verwijderd om hangjongeren te weren (GvA 20.7.11). Eigenaardige logica. Niet de HANGjongeren worden getroffen (ze hebben per definitie geen behoefte aan ZITbanken) maar de brave burgers die voortaan hun vertrouwde zitplaatsen moeten missen en dus ook moeten HANGEN (letterlijk en figuurlijk).
Ik zou er misschien beter niet van wakker liggen, maar ik erger me regelmatig aan de gevaarlijke wedijver tussen de media door hun zwaar overdreven berichtgeving over bepaalde gebeurtenissen. Met alle respect voor de vrijheid van pers (een van onze democratische verworvenheden!), vraag ik me toch af of wat meer spontane terughoudendheid soms niet geboden is, om labiele geesten niet op verkeerde ideeën te brengen. Het gebeurt nogal eens dat een uitgebreid in de schijnwerpers gebrachte wandaad of -toestand kort nadien elders wordt gekopieerd. Nog maar kort geleden werd in een Vlaamse stad een uitgebreid illegaal arsenaal van superdodelijke stoffen blootgelegd, die indien niet tijdig ontdekt tienduizenden (!!) bewoners hadden kunnen doden! Dat de media dit nieuwsfeit brengen: geen probleem, maar moeten ze nu echt in geuren en kleuren uit de doeken doen om welke spullen het precies gaat, waar je ze kunt bestellen en wat je moet doen om er een hele bevolkingsgroep mee om zeep te helpen? Pas op, ik heb het niet over de boekskes, die hou je toch niet tegen (zij moeten het juist hebben van smeuïge stories), maar over mijn eigen ernstige krant, al was die zeker niet de enige. Ik dacht er even aan een lezersbrief over mijn ergernis te schrijven (ik weet dat die krant de laatste tijd nogal gemakkelijk lezersbrieven publiceert), maar dan zou ik misschien meewerken aan een fenomeen dat ik juist sterk afkeur, nl. gevaarlijk overdreven aandacht. Toch wou ik mijn frustraties ergens afreageren, en mijn blog leek me de gedroomde uitlaatklep: die wordt immers slechts bezocht door een klein aantal brave senioren
TOE(kom)MAATJE. twoorden voor TWitterwoordenboekje INL. Veel twitteraars maken twapjes met twoorden. Zo ontstaat er een geheel eigen twidioom. Maar wie begrijpt al die Twitterwoorden nog? Het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) biedt uitkomst. Op zijn vernieuwde website staat een TWitterwoordenboekje. De lijst is waarschijnlijk nog niet volledig en het INL roept iedereen op om ontbrekende twoorden te melden (bron: Taalpost)
Op mijn Belgische identiteitskaart staat het niet maar ik voel mij een breeddenkende Vlaming, al stroomt er wel wat Nederlands bloed door mijn aderen. Ik heb dus niks tegen Hollanders die door onze Vlaamse omroep worden uitgenodigd als buitenlandse correspondent, maar ik vind het wel wat beschamend voor de V(laamse) R(adio) en T(elevisie) dat ze niet wil/kan zorgen voor een redelijk arsenaal van eigen (=Vlaamse) buitenlandse reporters (of andere deskundigen). In het radionieuws hoorde ik onlangs drie buitenlandse correspondenten; hun accent loog er niet om: het waren alledrie Nederlanders: Frank Reinout (Parijs), Lia Van Bekhoven (Londen) en Hedwig Zeedijk (Rome). Ook een zekere Hollandse professor Reinoud Leenders mocht zijn visie geven over de situatie in Syrië. En het was echt geen toevallige uitzondering, luister maar eens een paar keer naar de hoofdjournaals op VRT-radio (TV mag ook). Sinds enkele jaren noteer ik af en toe hun namen (een idiote afwijking natuurlijk maar ik moet mijn reputatie van kommaneuker toch eer aan doen? ) Mijn lijst omvat intussen 33 namen (reporters vanuit Nederland zelf niet inbegrepen ); ziehier de oogst van de voorbije week (met voorbehoud voor de juiste schrijfwijze ): Rob Savelberg (Berlijn) - Edwin (Erwin ?) Koopman(s) (Spanje) - Andrea Vrede (Italië).
TOE(kom)MAATJE. Regelmatig zie ik in mijn krant kleine advertenties-met-foto waarmee mensen hun jarige of jubilerende verwante(n) op al dan niet ludieke (?) wijze verrassen. Zo van Onze Luc wordt 43 jaar. Je papa, mama, Jos, Daisy en de poes. Hopelijk zal mijn familie me zoiets nooit aandoen; als ze me willen verrassen, dan liever met een fles wijn of jenever
GRAAG UW COMMENTAAR op mijn schrijfsels! Laat me vooral weten wanneer u het ergens mee oneens bent. Ik ben trouwens niet bang voor kritiek, integendeel: het kan me aanmoedigen om (beter) na te denken voordat ik iets schrijf. Ik krijg liever kritiek dan nietszeggende plaatjes of andere (goedbedoelde) “boodschappen” die niks met mijn blabla te maken hebben.
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
De meeste afbeeldingen uiterst LINKS zijn FOTO'S van schilderijen (op papier, doek of andere materialen) die vrouwlief in haar schildersatelier gemaakt heeft. In deze RECHTERkolom staan afbeeldingen die ze op computer heeft getekend. U kan er ook vinden op haar eigen seniorennet-blog ("computeroma") maar de laatste tekeningen daar dateren van 27.10.2008: ze haat nl. de rompslomp van een eigen blog.... Maar gelukkig mag ik op mijn blog af en toe een of meer van haar creaties tonen. Ze inspireert zich meestal op het familiealbum, foto’s uit de media of bestaande kunstwerken, maar ze houdt niet van braaf copiëren en het eindresultaat wijkt dus nogal eens af van het origineel en benadert soms zelfs het abstracte, waarbij ze haar aangeboren kleurgevoel de vrije loop laat (tijdens haar academie-opleiding kreeg ze daarvoor felicitaties).