Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
11-11-2007
Wist je dat hondennamen over de jaren veranderen ?
Wist je dat hondennamen over de jaren veranderen? Ik kwam een leuk stukje tekst tegen over een onderzoek wat al in 1997 gedaan is. Je zou zeggen dat ze ondertussen alweer een nieuw onderzoek mogen doen. Wat leuk is om te zien dat steeds meer honden een mensennaam krijgen in plaats van een echte hondennaam zoals Fido. Dit komt vooral doordat mensen een hond zien als een deel van de familie. Niet als mens maar wel als maatje en trouwe vogeling/beschermeling van de familie. Ik vind het wel begrijpelijk dat de lijn van namen vager wordt tussen mens en dier. Het is tegenwoordig ook een sport om een zo origineel mogelijk naam voor je baby te verzinnen dus de honden kunnen niet achter blijven. Iemand nog een origineel idee??? Voor een hondennaam he ;-) Wil je meer over het onderzoek naar hondenamen lezen dan kan dat hier. (honden.blogo.nl)
Een vliegtuig stort neer in de jungle. De enige overlevende is John Woodhouse. Samen met zijn accordeon begeeft hij zich op weg naar de bewoonde wereld. Plots komt er een leeuw aanstormen. John Woodhouse begint op zijn accordeon te spelen, en de leeuw doet hem niks. Even later komt een tweede leeuw aanstormen. John Woodhouse begint nog wat harder te spelen, en ook deze leeuw doet hem niks. Dan komt er een derde leeuw aanstormen. John Woodhouse gaat nog harder spelen, maar de leeuw blijft doorlopen en vreet hem helemaal op. Zitten er twee apen in de boom. Zegt de ene tegen die andere: "Ik heb het je toch gezegd. Als die dove straks komt: die heeft hem!"
Een jong katje zit voor een huis in de zon. Komt er een grote kater langs. Vraagt het jonge katje: 'wat ga je doen?'. 'Ik ga Miesje neuken', zegt de kater. Katje: 'Is dat Leuk?' Kater: "Ja nou en of!' 'Mag ik mee?', Vraagt het katje. 'Ja, hoor'. Na een poosje komen ze bij een grote schuur en daar zit Miesje van het zonnetje te genieten. Ze ziet de kater al van ver aan komen en neemt een sprint om de schuur heen. De kater sprint achter haar aan en het jonge katje daar weer achteraan. Maar Miesje heeft echt geen zin en blijft rondje na rondje om de schuur rennen, gevolgd door de kater en het katje. Tot het katje na een poos roept: 'nou, ik neuk nog één rondje mee, maar dan schei ik er mee uit, hoor!'
Over steriliseren doen heel wat foutieve veronderstellingen de ronde. Het lijkt een drastische ingreep, maar toch beveelt dierendokter Rob Lückerath het aan voor baasjes die geen nestjes in huis willen. 'De voordelen zijn véél groter dan de mogelijke nadelen.'
1 Twaalf maanden is ideale leeftijd voor de sterilisatie van een hond. FOUT 'In België adviseren wij hondeneigenaars om hun teef honderd dagen ná de eerste loopsheid te steriliseren. Die eerste loopsheid treedt gemiddeld op tussen 6 en 9 maanden. Als de hond nog loops is, zijn baarmoeder en eierstokken enorm gestimuleerd, wat de operatie voor de hond en dierenarts veel complexer maakt. In de Verenigde Staten gaan dierenartsen echter veel vroeger over tot sterilisatie. Daar kan je pups kopen met of zonder voortplantingsstelsel, aangezien de teefjes er op acht weken worden gesteriliseerd. Wie gelijk heeft, dat moet de toekomst nog uitwijzen. De operatie bij een kleine pup is natuurlijk veel eenvoudiger, maar honden zijn pas op 6 maanden 'narcosevolwassen' en kunnen, met minder risico dan een pup, verdoofd worden.'
2 De operatie houdt een zeker risico in. JUIST
'Net als bij de mens kunnen er tijdens een operatie altijd complicaties optreden. In de regel echter zijn het gezonde (jonge) dieren die gecastreerd worden. Onze ervaring leert dat, hoewel sterilisatie een grote ingreep is, de meeste honden een à twee dagen na de operatie weer helemaal zichzelf zijn. In principe kan u uw hond 's ochtends brengen en 's middags weer ophalen. Bij de operatie wordt de buik geopend via de middellijn. De eierstokken worden altijd verwijderd, de baarmoeder alleen als die er afwijkend uitziet. De hond is normaalgezien goed wakker als u haar mee naar huis krijgt. Het is dan de taak van het baasje de hond minimaal een week rustig te houden en dus niet te laten springen of met een bal of met vriendjes te laten spelen.'
3 Mijn hond zal zich anders gaan gedragen na de operatie. FOUT
Het klopt dat uw hond rustiger, lustelozer of slomer kan worden. Deze gedragsverandering treedt echter niet altijd op. In tegenstelling tot castratie bij de reu is deze eventuele karakterverandering dus niet te voorspellen. Sommige teven worden zelfs actiever na sterilisatie. Soms is dat vervelend, in andere gevallen juist gewenst door de baasjes.'
4 Sterilisatie voorkomt bepaalde ziektes. JUIST
Wanneer je de ingreep op tijd laat uitvoeren, maakt uw hond veel minder kans kwaadaardige melkkliertumoren te ontwikkelen. Ook het risico van een baarmoederontsteking, tumoren en cysten aan baarmoeder en eierstokken en de ontwikkeling van suikerziekte is beduidend kleiner. Bovendien zal uw hond geen bloedingen meer hebben en is een ongeplande zwangerschap uitgesloten.'
5Mijn hond zal zeker verdikken na de operatie. FOUT
'De voordelen van een sterilisatie zijn beduidend groter dan nadelen. Geen enkel nadeel is levensbedreigend, terwijl de ziektes die voorkomen worden door een sterilisatie dat wel kunnen zijn. Teven kunnen inderdaad in gewicht toenemen, maar met een goed dieet is dit te voorkomen. Gewichtstoename wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een verlaagde schildklierfunctie. Een regelmatige gewichtscontrole is zeker geen overbodige luxe. Soms krijgt de hond last van incontinentie of een veranderende vachtstructuur. Maar ook daar heeft de dierenarts eenvoudige en schadeloze oplossingen voor.' (Nieuwsblad)
Ongeveer 25 cm voor reuen; teven zijn iets kleiner
Gewicht
6-8 kg
Kleur
Alle kleurvariaties zijn mogelijk, van goudkleurig tot donkergrijs, zwart of wit.
Goed met kinderen
Goed met honden
Goed met dieren
Geschiedenis
De Lhasa Apso of ´blaffende leeuwhond´ vindt zijn oorsprong in Tibet, waar hij gefokt werd in Boeddhistische monnikenkloosters. Dit ras is erg oud en zou onstaan zijn uit de kruising van de Terriër met een Tibetaanse Spaniël. Ze waren populair als waakhond en gezelschapshond en werden beschouwd als symbool van geluk om boze geesten op een afstand te houden. Deze hondjes verdienden zeer hoog aanzien en leefden vooral aan adellijke hoven.
Karakter
De Lhasa Apso heeft, zoals zijn afkomst doet vermoeden, Oosterse eigenschappen. Deze hond is wel heel gehecht aan zijn baasje en erg gesteld op contact met het gezin, maar staat wantrouwig ten opzichte van vreemden. Het is een vrolijk en speels hondje dat, niettegenstaande hij maar klein is van gestalte, een stevige wandeling aankan. Hij is een beetje eigenwijs en zelfverzekerd. Eerder geschikt voor al wat oudere kinderen, want hoewel hij goed met kinderen kan opschieten, laat hij niet met zich sollen. Een andere eigenschap van dit ras is dat ze een uitstekend gehoor hebben en bij een vreemd geluid zal hij zijn baas onmiddellijk waarschuwen.
Verzorging
De Lhasa Apso heeft een lange stevige en rechte vacht met een middelmatige ondervacht. Deze diende oorspronkelijk om hem goed te beschermen tegen extreme weersomstandigheden. Hun vacht dient best dagelijks te worden uitgekamd om klitten te voorkomen. Zoals bij alle andere honden hebben show-exemplaren een speciale verzorging nodig. Hoewel de Lhasa Apso een dikke weelderige vacht heeft, verhaart deze hond bijna niet.
Hoe laat ik mijn kat kennismaken met de kattenbak (Martina1)
Hoe laat ik mijn kat kennismaken met de kattenbak
Heeft u een kat in huis gehaald, zorg er dan voor dat het dier de kattenbak weet te vinden. Zo vermijd u onwelriekende toestanden. Wijs uw dier de plaats door het (herhaaldelijk) op de bak te zetten. In het begin is het misschien handig om meerdere bakken op verschillende plaatsen neer te zetten, zolang uw dier zich nog wat moet aanpassen aan de nieuwe omgeving. Een afwasbakje kan ook prima dienst doen als voorlopige oplossing. Een kat is van nature zindelijk en zal snel genoeg doorhebben wat van haar verlangd wordt én op welke plaats. Kattenbakvulling bestaat vooral uit vochtopnemende korrels. De bak maakt u best geregeld schoon. Ook de inhoud ervan moet regelmatig ververst worden. (Het Nieuwsblad)
Mijn hond bijt altijd maar aan zijn poten (Martina1)
Mijn hond bijt altijd maar aan zijn poten
Pootlikkers of -bijters, dat is de veterinaire term. Zeven factoren kunnen de oorzaak zijn van deze aandoening: demodex (mijt), malasessia (gist), herfstmijt, allergie, bacteriën, schimmel of psychogeen. Meestal start de aandoening met een schimmelinfectie en gaat de hond hieraan likken. Door dit veroorzaakte letsel kunnen bacteriën en gisten de wonde binnensluipen en begint de ellende. De psychogene factor is vergelijkbaar met menselijke nagelbijters. Het is een probleem dat vrij veel voorkomt bij honden. De enige oplossing is naar de dierenarts gaan om uitsluitsel te krijgen.
Urine als spiegel van de gezondheid van uw dier (Martina1)
Urine als spiegel van de gezondheid van uw dier
Net als mensen zijn honden en katten op latere leeftijd onderhevig aan ouderdomskwaaltjes, het ene al erger en moeilijker te behandelen dan het andere. Gelukkig is een aantal van deze leeftijdsgebonden problemen makkelijk op te sporen door een eenvoudig en goedkoop urineonderzoek.
Met de resultaten van een urineonderzoek kan men urinaire problemen opsporen, maar ook de eerste signalen van algemene ziekten. Wacht dus niet tot uw hond of kat symptomen vertoont, maar wees er op tijd bij, is de goede raad die dierendokter Rob Lückerath meegeeft. s De functie van urine: urine zorgt in de eerste plaats voor de verwijdering van afvalstoffen die zich in het bloed hebben opgestapeld. Urine waarborgt ook de zelfregulering, regelt dus de uitscheiding van water en mineralen. De urine wordt gevormd ter hoogte van de nieren, door filtratie van het bloed in de nefronen, en loopt vervolgens naar de urineblaas, waar ze wordt opgestapeld. De urinelozing geschiedt via de urinebuis. s Normale urine: urine moet lichtgeel van kleur zijn en helder. De urine bij hond en kat heeft een zuurtegraad die varieert tussen 5 en 7,5 pH. Het bepalen van de urinaire pH is van belang, omdat steentjes in de urine zich pas bij een pH-waarde hoger dan 7 vormen.
Aandoeningen:
moeilijk plassen, pijn bij het plassen (vaak vergezeld van janken of klaaglijk miauwen), vaker de genitale streek reinigen, vaak kleine plasjes maken, bloed in de urine (lichtroze kleur), agressief gedrag bij aanraken van de buik en onzindelijkheid kunnen wijzen op aandoeningen van de lagere urinewegen, zoals een blaasontsteking of urinewegstenen. Bij hond en kat kunnen verschillende soorten stenen voorkomen. In erge gevallen kunnen die de urinewegen obstrueren, waardoor het dier niet meer kan plassen. Dergelijke obstructie moet zo vlug mogelijk worden verwijderd omdat ze kan leiden tot uitdroging, coma en sterfte.
Urineweginfectie:
zitten er bacteriën in de nieren of in de urinewegen, dan spreekt men van een urineweginfectie. Dor verdedigingsmechanismen zoals geconcentreerde, zure urine en algemene immuniteit zijn gezonde dieren vrij resistent tegen infecties. Slechts door onderdrukking van de algemene immuniteit, verminderde lokale verdediging of aandoeningen die het urineren bemoeilijken, krijgen bacteriën de kans om zich in de urinewegen te nestelen. Katten zijn resistenter dan honden. De signalen zijn dezelfde als hierboven. De dieren blijven ook langer in de urineerhouding zitten. Bloed in de urine (hematurie) kan aanwezig zijn (lichtroze kleur). De dieren kunnen agressief reageren bij het aanraken van de buik of tijdens het vastnemen, of onzindelijk worden. Bij een infectie van de hogere urinewegen zullen de dieren symptomen vertonen als sufheid, mindere eetlust, koorts, loomheid, enz.
Urinekristallen en -stenen:
urolithen of stenen in het urinair stelsel bestaan uit samengeklonterde kristallen, die ontstaan wanneer de urine verzadigd is met mineralen. Dat kan te wijten zijn aan metabole stoornissen of aan de voeding, wanneer die de vorming van urinekristallen bevordert. Zowel bij hond als kat komen stenen vooral voor in de blaas en de urethra. Maar dat is stof voor een volgende bijdrage.
Katten Fratsen Onze kat die heeft personeel en vindt dat helemaal niet raar hij heeft het prima voor elkaar ze bedient m echt soms teveel.
Als hij miauwt komt ze naar buiten haar lieve woorden stild zijn luid gegil en als meneer nog aaitjes wil hoeft hij enkel zn ogen maar te sluiten.
Zelfs zijn buik wordt gemasseerd wanneer hij zich behaaglijk rolt en schattig met zijn pootjes dolt zich uitrekt,... lui...,ongegeneerd.
Dan vertrekt t personeel naar binnen er moet per slot nog werk worden gedaan maar ze blijft toch aarzelend staan bij het horen van zn lokkend spinnen.
Zelfs de deuren doet ze open als hij vragend zijn lijfje strekt en het zonder meer uit rekt om door het kattenluik te lopen
Hij weet precies waarvoor ze zwicht en geeft haar kopjes als beloning wandelt rond als een trotse koning ja..., onze kat heeft zijn personeel afgericht!
Tegen de prijs van een pot honing hadden een wolf, een haas en een vos de taak op zich genomen om een stuk land te ontginnen. Om zeker van hun beloning te zijn hadden zij gevraagd de honing al vooraf te krijgen. De pot werd achter de schuur gezet en zij togen aan het werk. "Laten wij afspreken," zei de wolf nog, "dat we pas van de honing gaan eten als we helemaal klaar zijn. Anders zie ik nu al dat er van het werk niets terecht komt." - "Mogen we wel van te voren even proeven?" probeerde de vos. "Nee, geen sprake van," besliste de wolf. "We kennen jou!"
De vos drong niet verder aan en het werk begon. Maar na enige tijd begon het werk de vos te vervelen. Hij zou veel liever eens van de honing proeven. Toen hij eens een eind van de anderen af stond niets te doen liet hij plotseling "Skitsjie! Skitsjie" horen. De wolf en de haas kwamen naar hem toe en vroegen: "Hoorde jij dat ook? Het leek wel of er iemand geroepen werd." - "Klopt," antwoordde de vos, "ze hebben mij geroepen. Ik moet een kleintje ten doop komen houden. Vinden jullie goed, dat ik even wegga?" - "Vooruit dan maar," fronste de wolf, "maar maak het niet te lang. We moeten nog wel klaarkomen vandaag!"
De vos sloop naar de schuur en maakte de pot honing open. Gulzig als hij was schrokte hij achter elkaar er wel een derde van op. Voldaan keerde hij daarna terug naar het veld en zei: "Daar ben ik weer! Het heeft niet te lang geduurd, hè?" - "Dat heb je inderdaad vlug gedaan. Hoe heet je petekind?" vroeg de haas. "Eerste-hap," antwoordde de vos, "merkwaardige naam, niet?" Wel, dat vonden de anderen ook, maar in de familie van de vos kwamen wel meer vreemde namen voor. En dus kregen de wolf en de haas geen argwaan.
Na verloop van tijd begon de vos opnieuw trek in honing te krijgen. En evenals de vorige keer liet hij uit de verte "Skitsjie! Skitsjie!" horen. "Ik Geloof dat ze je alweer roepen!" schreeuwde de haas naar de vos. "Ja! Ik moet weer peter zijn. Mag ik weer even?" Opnieuw deed de vos zich achter de schuur tegoed aan de honing. "En hoe heet de kleine dit keer?" vroeg de wolf, nadat de vos weer terug was. "Tweede-hap," zei de vos terloops.
Weer werd er een poos hard gewerkt, toen de vos plotseling al weer zijn "Skitsjie! Skitsjie!" liet horen. "Zeg, blijft dat de hele dag zo?" vroeg de wolf verstoord. "Er moet hier gewerkt worden, niet in de kerk!" - "Heus, het is de laatste keer," beloofde vos, "als ze me nog een keer zouden roepen, ga ik gewoon niet. Maar voor deze keer vind je het toch nog wel goed?" - "Als het echt de laatste keer is tenminste. Schiet nu maar op!" bromde de wolf. Toen de vos korte tijd daarna weer verscheen, antwoordde hij op de vraag hoe het petekind nu genoemd was: "Laatste-hap."
Uren waren er inmiddels voorbijgegaan. De wolf en de haas voelden dat zij goed moe waren geworden. Daarom stelde de wolf voor: "Het is wel tegen onze afspraak, maar laten we toch maar vast iets van de honing gaan eten. Ik moet even nieuwe kracht opdoen."
Moe gingen ze achter de schuur op de grond zitten. De haas maakte de pot open en zag dat alle honing er uit verdwenen was. "Wat een misselijke streek! Dat heb jij natuurlijk gedaan, sluwe vos," schold de wolf, buiten zichzelf van woede. "Ik? Hoe kom je daarbij? Als je het mij vraagt heeft de haas dat gedaan," sprak de vos verontwaardigd. "En ik ben geen minuut van het veld af geweest! Kom nou gauw!" De haas was diep beledigd. "En toch heb jij het gedaan," hield de vos vol. "Bij alle sterren in de hemel zweer ik jullie, dat ik onschuldig ben," riep de haas, "maar ik kom er wel achter, wie het wel gedaan heeft. Wacht maar! Het is nu bijna donker, laten we eerst maar gaan slapen. Als er morgenochtend bij een van ons de honing uit het lijf loopt, reken maar dat hij dan de dader is. En ik zal dat niet zijn!"
De anderen stemden daarmee in. "Maar er zal toch eerst gegeten moeten worden," vond de wolf, "vos, ga jij maar in het dorp wat voor jezelf opscharrelen. En haas, ga jij maar wat knabbelen in het klaverveld. In de tussentijd hoop ik ook iets te vinden, want ik rammel van de honger." De haas ging er vandoor, nadat hij beloofd had zo gauw mogelijk weer terug te zijn. Maar de vos zei, dat hij veel te moe was om nog helemaal naar het dorp te lopen. Hij had het immers de hele dag al drie keer gedaan! Nee, hij zou liever eerst wat gaan slapen. De haas was spoedig weer terug. Hij had de klaver gevonden en kon er weer even tegen.
Toen de vos de volgende morgen de eerste zonnestralen op zijn snuit voelde, schrok hij niet alleen daarvan wakker. Ook liep er gestadig honing uit zijn lijf. Wat moest hij doen? Voorzichtig sloop hij naar de haas en liet zich naast de haas helemaal leeglopen. Vervolgens maakte hij de wolf wakker: "Ga eens bij de haas kijken! Je weet niet wat je ziet!" Nu werd ook de haas wakker. Hij zag het stinkende vuil naast zijn bed en begreep welke kool de vos hem gestoofd had. Halsoverkop maakte hij dat hij wegkwam.
Dit was voldoende bewijs voor de wolf. Met een slaapdronken hoofd rende hij de haas achterna. Door bos en veld, door struiken heen en over greppels holde hij achter hem aan. Toen hij bij een schutting was gekomen probeerde de haas zich tussen twee planken door te wringen. Maar het lukte niet en dat was zijn ongeluk. De wolf had hem nu gauw te pakken en... beet een stuk van zijn staart af. Daarom heeft sinds die tijd de haas enkel nog een pluimstaart. En ook sinds die tijd jaagt de vos onvermoeibaar op de haas, bevreesd als hij is dat de haas ooit nog eens de kans zal krijgen om het allemaal aan de wolf uit te leggen.
Castratie betekent het onvruchtbaar maken van een konijn waarbij inwendige geslachtsorganen worden verwijderd. Bij een vrouwtje wordt dit meestal sterilisatie genoemd, maar dit is eigenlijk onjuist. Sterilisatie betekent het afbinden of doorsnijden van de eileiders, maar met behoud van de eierstokken. Ook bij vrouwtjes konijnen worden de inwendige geslachtsorganen (baarmoeder en eierstokken) verwijderd, en wordt het dus een castratie. In de praktijk worden meestal de mannetjes, en zelden de vrouwtjes gecastreerd.
Waarom is het zo belangrijk een konijn te laten castreren? 1) Gecastreerde konijnen leven langer en gezonder. Vrouwtjes konijnen hebben 50 tot 80% kans om baarmoederkanker te krijgen. Dit risico wordt tot bijna 0 gereduceerd als ze gekastreert wordt. Mannetjes leven langer omdat ze na castratie minder snel met andere dieren (konijnen, katten, etc) zullen vechten, want hij heeft niet meer zo'n grote drang om zijn territorium te verdedigen.
2) Gecastreerde konijnen zijn beter gezelschap. Ze zijn rustiger, aardiger en betrouwbaarder wanneer hun drang tot voortplanting is weggenomen. Daar komt nog bij dat gecastreerde konijnen minder destructief (knagen en graven) en agressief (bijten, grommen, aanvallen).
3) U voorkomt vervelend gedrag. Ongecastreerde mannetjes (en soms ook vrouwtjes) sproeien met hun urine. En zowel mannetjes als vrouwtjes zijn veel gemakkelijker zindelijk te maken wanneer ze gecastreerd zijn.
4) Gecastreerde konijnen dragen niet bij aan het konijnenoverschot. Het komt nog te vaak voor dat een vrouwtjes konijn per ongeluk zwanger raakt. Door uw konijn(en) te castreren voorkom je een hoop ellende. Een ongeluk zit in een klein hoekje, en het kan in een wip gebeurd zijn. Er zitten duizenden konijnen in de verschillende asielen in België. En er worden ook veel konijnen los gelaten op grasvelden, natuurgebieden of gewoon op straat. Tamme konijnen kunnen niet voor zichzelf zorgen. Ze raken ondervoed, worden ziek, worden aangevallen door andere dieren of worden aangereden door een auto. Ook verkopen aan een dierenwinkel is geen goed idee, omdat je niet weet aan wie het wordt verkocht. Een konijn wordt verkocht aan iedereen die geld heeft. Het maakt ze vaak niet uit of dat konijn verkocht wordt als slangenvoer of aan een klein kind.
5) Gecastreerde konijnen kunnen veilig samen leven met een soortgenoot. We kunnen het niet vaak genoeg benadrukken: konijnen zijn sociale dieren die graag gezelschap hebben van een soortgenoot. Maar een ongecastreerd konijn kan vaak niet samenleven met een ander konijn, ook niet een van hetzelfde geslacht, omdat het seksuele en agressieve gedrag door de geslachtshormonen wordt bepaald.
Castratie is een veilige handeling, mits het is uitgevoerd door een deskundige dierenarts. Vroeger was het heel moeilijk om een konijn onder narcose te brengen. Veel konijnen gingen dood tijdens of na de narcose. Tegenwoordig is het risico van een narcose bij een gezond konijn bijzonder klein. In 99% van de gevallen gaat het goed. Het is wel zeer belangrijk dat je een goede dierenarts hebt die veel ervaring heeft met het castreren van een konijn, en die de juiste narcose in de juiste hoeveelheid gebruikt.
Wat is de beste leeftijd voor een castratie? Zowel mannetjes als vrouwtjes kunnen het beste gecastreerd worden tussen een leeftijd van 6 maanden en 1 jaar. Het kan zelfs tot aan een leeftijd van 6 jaar, maar dan moet het konijn wel eerst grondig worden nagekeken of het niets mankeert.
Kan je zien of een konijn is gecastreerd? Bij mannetjes kan je het aan de ballen zien. De balzakken zijn leeg als het konijn is gecastreerd.
Bij vrouwtjes is het niet te zien. Je kunt de buik kaal laten scheren bij de dierenarts om te kijken of er wellicht een litteken te zien is, maar ook dat is niet altijd te zien als er bepaalde hechttechnieken zijn gebruikt.
In principe mag je er vanuit gaan dat een gevonden konijn niet is gecastreerd. Het is een prijzige ingreep (vooral bij vrouwtjes). Doorgaans laat men niet zo'n ingreep doen om vervolgens het konijn op straat te gooien.
Wat kost een castratie? Het kastreren van een mannetje kost ongeveer 50 tot 100 euro afhankelijk van het gewicht.
Voor een vrouwtje is het duurder (het is ook een moeilijkere en langere operatie). Het kost ongeveer 200 tot 300 euro daar er een gasanesthesie moet uitgevoerd worden.
Moeder een 4 jarige Ierse setter schonk het leven aan 15 pupies heeft hulp nodig om haar, maar kan niet alleen voor hen zorgen en krijgt daarbij de hulp van een 6 jarige Engelse Setter. Toen Madyson het leven schonk aan haar pupies kon zij alle pupies niet zelf gewassen krijgen en kreeg hulp van Liliana. Zij begon zelf melk te produceren om de pupies mee te voeden, al was Liliana niet zwanger. Normaal is een Ierse Setter heel beschermend tegenover haar pupies, maar liet Liliana gewillig helpen, wat een wonder is ! het zal in elk geval een grote hulp zijn voor Madyson.