Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
Het Russische hondje Laika (Лайка) was het eerste wezen dat levend rond de aarde cirkelde. Al eerder waren er zowel door de Sovjet-Unie als door de VS dieren de ruimte ingeschoten maar die hadden geen omloop volbracht.
De naam Laika betekent "blaffertje". Laika was in Moskou van de straat gehaald; ze reisde met de Spoetnik II die op 3 november1957 vanuit Baikonoer werd gelanceerd. Spoetnik II was niet ontworpen om weer te landen en verbrandde bij terugkeer in de atmosfeer op 14 mei1958 , maar Laika was lang voor dat moment al dood. Het plan was geweest haar voor die tijd door een vergif in het voedsel te laten sterven maar in oktober 2002 werd bekend dat Laika al na een paar uur in de ruimte was overleden aan oververhitting en stress , voordat de vierde omloop ten einde was. In 2006 heeft schrijfsterBibi Dumon Tak het Kinderboekenweekgeschenk van 2006 geschreven. Het boek heette Laika in de sterren en ging over Laika de hond
Monument voor Russische ruimtehond Laika (Martina1)
Monument voor Russische ruimtehond Laika
In Rusland is vandaag een officieel Laika-monument onthuld, ter ere van het hondje dat vijftig jaar geleden een ruimtereis maakte en dat met de dood moest bekopen. Het monument, een beeld van een hond bovenop een raket, staat in de buurt van de militaire onderzoeksfaciliteit in Moskou, waar de reis van Laika werd voorbereid.
Proefkonijn Ten tijde van Laika's ruimtereis, in november 1957, was weinig bekend over het effect van een dergelijke onderneming op levende wezens. Honden werden door het Russische ruimteprogramma gebruikt als proefkonijnen. Alleen straathonden viel deze eer ten deel, omdat deze dieren geacht werden zich beter aan zware omstandigheden aan te passen.
Laika stierf na enkele uren in de ruimte te hebben verbleven aan oververhitting. Na een aantal ruimtevluchten met honden, brachten de Russen op 12 april 1961 wel de eerste mens in de ruimte, Joeri Gagarin. (novum/ap/bdr)
De Nederlandse luchthaven Schiphol experimenteert met een robothavik om vogels van het vliegveld weg te houden. Vogels kunnen immers grote schade aanrichten aan vliegtuigen, bijvoorbeeld door in de motoren te vliegen.
De robotvogel, Horck genaamd, is gemaakt uit kunststof, heeft de vorm van een havik en is van op afstand te besturen. De vogel heeft een vleugelspan van 1,08 meter, is van snavel tot staart zestig centimeter lang en vliegt zon zeventig kilometer per uur.
In ons land denken de luchthavens er nog niet aan om de robotvogel in te schakelen. In Zaventem gebruiken we nu andere methodes om de vogels van het vliegveld te houden en die werken prima, zegt Jan Van der Cruysse, woordvoerder van Brussels Airport.
We maken de luchthavens zo onaantrekkelijk mogelijk voor vogels door er geen bomen, struiken of lang gras te laten groeien of verjagen ze door bepaalde vogelgeluiden na te bootsen. Sommige luchthavens gebruiken zelfs echte roofvogels als afschrikmiddel, maar daar doen wij niet aan mee.
Niet alle katten gedragen zich altijd even lief en voorbeeldig, zo blijkt uit heel wat lezersvragen. Petra: 'Ik heb drie weken geleden een poes gekocht van een jaar oud. Zij heeft zich goed aangepast en iedereen is er dol op. Maar soms begint zij mij te bijten en op mij te klimmen. Hoe komt dat?'
Marie Rose De Weirdt: 'Mijn poes, een kattin van 3 jaar oud, doet niets anders dan overal plassen: op de zetel, op het bed, op onze kleding... Wat kan ik daar aan doen?'
Annelies Bordo: 'Mijn katten aanvaarden mijn vriend niet. In het begin gingen ze bij hem liggen maar nu gaan ze lopen van zodra hij binnenkomt. Als hij blijft slapen, komt de poes in de deuropening wenen en plast ze in de gang. Hoe los ik dit op?'
'Veel hangt af van de opvoeding', zegt dierenarts Rob Lückerath, 'De belangrijkste periode is de eerste zes maanden na de geboorte. De moederkat is erg belangrijk: zij verzorgt en corrigeert haar kittens. Zij begeleidt de aangeboren gedragingen zoals poetsgedrag, de behoeften doen, en eten. Vanaf de 15de dag kan een kitten zijn voorpootjes aflikken, vanaf drie weken kan hij al in de kattenbak gaan en vanaf de 4de week is een kitten in staat om zelfstandig te eten.'
'Vanaf de tweede levensweek begint de communicatie met de nestgenoten. Contact en spel tussen de kittens vormt hun latere gedrag. Het is belangrijk dat ze in contact komen met allerlei situaties die hun zintuigen en intelligentie prikkelen. Het aanleren van gedragingen ten opzichte van andere diersoorten, ook de mens, duurt ongeveer tot 3 maanden.'
'Het is belangrijk dat een kat regelmatig door verschillende mensen wordt aangehaald. Ook contact met zeer jonge kinderen is belangrijk. Een omgeving met veel verschillende geluiden zoals de radio, televisie, spelende kinderen stimuleert een jonge poes om op ontdekking te gaan. Zo'n kat zal zich later kunnen aanpassen aan allerlei omstandigheden.'
'In de relatie baasje-kat is het belangrijk grenzen te stellen: baasje bepaalt wat kan en niet kan. Een beloning gaat uit van het baasje, hij moet dat duidelijk tonen. Een afstraffing mag dan weer niet duidelijk van het baasje uitgaan. Hij moet proberen de foute acties van de kat te koppelen aan onaangename effecten (bijvoorbeeld een spray met water). Hij moet wel altijd kort op de bal spelen en bijvoorbeeld geen kwartier later reageren.'
'Een tweede kat kan een oplossing bieden voor een angstige kat, omdat de kat in de socialisatieperiode zeker in contact is geweest met soortgenoten maar niet altijd met mensen. Een tweede kat kan opnieuw rust brengen. Wanneer er problemen zijn met een oudere kat, kan Feliway de oplossing bieden: dat is een spray of verdamper met gesynthetiseerde gezichtsferomonen, die voor de kat een gevoel van welzijn en veiligheid creëren.' (mkt)
Er zijn vele verschillende schimmels die huidaandoeningen kunnen veroorzaken, maar bij de kat is eigenlijk altijd de schimmel Microsporum canis de veroorzaker. De aandoening kan bij katten op alle leeftijden voorkomen. Het meest waargenomen worden nestinfecties bij de kittens. De schimmel is zeer besmettelijk en de infectie vindt plaats door direct contact met aangetaste dieren of via schimmelsporen uit de omgeving. De huidschimmel kan van de kat overgaan op de hond, een andere kat, de cavia en ook op de mens! In circa 30% van de gevallen gebeurt dat ook. Een groot aantal katten blijkt drager te zijn van de aandoening. Deze katten hebben zelf geen vacht- of huidproblemen, maar kunnen wel de infectie overdragen op andere katten en de mens. Deze dieren worden symptoomloze dragers genoemd en zij zijn vrijwel altijd verantwoordelijk voor problemen in het dierenasiel of -hotel. Het is dan ook van belang deze dieren op te sporen. De schimmelinfectie openbaart zich meestal op de kop en de poten van de kat. De dieren hebben geen jeuk. Er wordt een aantal verschillende vormen onderscheiden: 1. De zgn. ringworm-plekken. Deze bestaan uit ronde, kale en rode huidgedeelten die steeds iets groter worden en waarop huidschilfers zichtbaar zijn. Soms is de huid ook ontstoken. 2. Gebieden met afgebroken haren zodat het lijkt alsof de vacht is aangevreten door motten. De huid onder de haren kan rood verkleurd zijn. Met name deze laatste vorm komt zeer veel voor.
Uit onderzoek blijkt dat het aantal katten dat drager is van schimmels schommelt rond de 20%. Dat betekent dus één op de vijf katten!
Alleen door middel van laboratoriumonderzoek kan vastgesteld worden dat sprake is van een schimmelinfectie. Het te onderzoeken materiaal kan bestaan uit haren, die bij voorkeur dienen te zijn verwijderd uit de huid aan de rand van de huidplekken, of uit oppervlakkige huidschilfers. Blijkt uit het onderzoek dat sprake is van een schimmelinfectie dan dient de behandeling zich te richten op de aangetaste dieren, contactdieren en de omgeving waarin de katten zich bevinden. Voor wat betreft de omgeving dient gestreefd te worden naar de totale verwijdering van infectieuze schimmelsporen. Samengevat houdt dat in dat: 1. De dieren die een aangetaste huid of vacht hebben, gedeeltelijk en in ernstiger gevallen helemaal dienen te worden geschoren. Dit wekt soms veel weerstand bij de eigenaar op maar is zonder twijfel beter voor de kat; 2. De zieke kat apart dient te worden geplaatst gedurende de gehele behandelingsperiode zodat hij geen andere katten kan infecteren; 3. De omgeving waarin de patiënt verblijft met sterke anti-schimmelmiddelen dient te worden gedesinfecteerd; 4. Desinfectie van kleedjes, kammen, borstels e.d.; 5. Gedurende de gehele behandelingsperiode dient contact met andere dieren te worden vermeden.
Naast deze maatregelen dient ook een behandeling ingesteld te worden met diergeneesmiddelen. Zo moeten op de zichtbare plekken driemaal daags een zalf met een antischimmel middel worden aangebracht. Bij uitgebreidere besmetting is het soms nodig de dieren te wassen met een geschikte shampoo en zullen via de bek pilletjes moeten worden ingegeven. In dit kader is het van belang dat de eigenaar beseft dat een behandeling van en kat met een schimmelinfectie lang duurt. Soms wel vier tot zes weken! Indien tevens de nagels zijn aangetast zal de behandeling veelal vier tot zes maanden bedragen. Daarnaast is met name bij drachtige katten voorzichtigheid geboden met het ingeven van anti-schimmel pilletjes via de bek. Als gevolg daarvan kunnen bij de kittens in de baarmoeder namelijk afwijkingen ontstaan.
overgenomen uit Hart voor Dieren auteur DA H. Lommers
Onze hoofdredacteur Henk Lommers, dierenarts in hart en nieren, geeft regelmatig tips voor het houden van verschillende huisdieren.
Inleiding Met betrekking tot de normale geboorte bij de kat bestaan er in de (wetenschappelijke) literatuur nauwelijks gegevens. Meer informatie kan men opdoen in de talrijke kattenboekjes en -bladen. Jammer genoeg moeten we de betrouwbaarheid en de waarde van de waarnemingen soms in twijfel trekken, getuige de zo nu en dan weinig nuchtere manier van schrijven en de vermenselijking van het dier; als voorbeeld citeer ik uit een van de bladen: ...Als telg uit een uitzonderlijk vorstelijk geslacht heeft zij protocollair zondag s avonds om elf uur aangekondigd dat zij zich ging terugtrekken in haar Chambre daccouchement. Ook de soms ten onrechte geboden hulp bij de geboorte, vaak voortkomend uit paniek, emotionele redenen en soms misschien ook uit commercieel oogpunt, doet aan het normale verloop van de geboorte en de beschrijving hiervan niet veel goed (...Wij waren in alle staten. Een zat nog in het vlies; de andere had een navelstreng - van welke weten we nogo niet - om zijn nek en over zijn rug. En daar lig je dan op je knieen, te proberen je koele verstand te bewaren! Gelukkig lagen alle benodigdheden klaar: gesteriliseerde schaar, watten, washandjes, noem maar op! Wij hebben het geklaard. Ik ben er van overtuigd, dat er, als Pepete deze bevalling alleen - zonder hulp - had moeten volvoeren, s ochtends niet een levend jong te vinden zou zijn geweest...).
Hulp nooit nodig? Hiermee wil ik overigens niet beweren dat hulp nooit nodig is. Voorts bestaat de in druk dat veel beschrijvingen over de geboorte en de voortekenen ervan bij de kat worden gegeven in analogie met die bij de hond. Als voorbeeld kan worden genoemd bij het temperatuursverloop vóór de geboorte. Bij de hond bestaat zon 24 uur voor het werpen een duidelijke temperatuursdaling. Vaak wordt dan, ten onrechte, aangenomen dat dit bij de kat eveneens het geval is.
En nu de rest De hierna volgende gegevens zijn enerzijds verzameld uit eigen onderzoek, opgedaan voor, tijdens en na talrijke geboortes bij verschillende katten.. Tijdens dit onderzoek is ook een film gemaakt die de geboorte van minuut tot minuut registreert. Hiervan is een aantal foto's op deze website te zien.
Staartmees is een zeer mooi tuinvogeltje dat onafgebroken insecten vangt. (Colombine)
De staartmees is een zangvogel uit de familie staartmezen (Aegithalidae) en behoort niet tot de familie van de echte mezen (Paridae). Ze worden ongeveer 14 cm groot (daarvan neemt zijn staart ruim 8 cm in beslag), ongeveer even groot als de koolmees.
De staartmees (Aegithalos caudatus) valt erg op door de zeer lange staart (8 tot 10 cm). Ze vertoeven meestal in groepjes. Eens je deze mooie vogeltjes gezien hebt, vergeet je hun naam nooit meer.
Het mannetje en het vrouwtje zijn met het blote oog niet van elkaar te onderscheiden. Zwart, wit en roze zijn de kleurtinten van deze mees.
De staartmees komt voor in bosrijke omgevingen en in parken en tuinen. Ze leven in groepen tot 40 stuks. Ze bouwen gedurende drie weken met beide ouders aan het nest dat voornamelijk bestaat uit geweven mos, spinrag, pluizen en korstmossen met een ingangsopening van circa 3 cm aan de bovenzijde. Het feitelijke nest waarin de eieren komen te liggen wordt extra zacht gemaakt met haren en donsveertjes. Deze nesten bevinden zich tussen 1 en 3 meter hoogte in de struiken. De staartmees maakt dus geen gebruik van natuurlijke holten, zoals andere mezensoorten wel doen. Het vrouwtje moet haar staart over of naast haar rug vouwen als ze op de eitjes zit. Het staartmezenmannetje zal tussendoor ook wel eens op de eieren zitten, maar veel minder dan het vrouwtje die je in die periode makkelijk kan herkennen aan de verhakkelde staart. De eerste nesten worden bebroed vanaf begin april en een tweede broedsel kan volgen in juni. In het eerste nest komen 8 tot 12 eieren te liggen, bij het tweede legsel zijn dat er 6 tot 8 stuks. De broedduur is ongeveer 2 weken en na nog eens 2 weken verlaten de jongen het nest. Deze worden dan door beide ouders gevoederd.
Zijn zang bestaat uit korte kreten en roepgeluiden.
Het zijn echte insectenvangers die constant op zoek zijn in struiken, bomen,... naar hun voedsel. De staartmees voedt zich het gehele jaar door met insecten en is als gevolg daarvan gevoelig voor strenge vorst. Vetbollen zijn dan ook ideale voedselpakketjes tijdens koude periodes.
Staartmees is tevens een verzamelnaam van allerlei moeilijk te herkennen ondersoorten, welke een behoorlijk complexe groep vormen. In Nederland komt de ondersoort europaeus voor, welke een samenraapsel is van vogels met een grote variatie in verenkleed. Van witkoppig tot donkerkoppig. Deze verzamelgroep komt voor in het grootste deel van Europa.
Met betrekking tot het sociale aspect en nestbouw, is de staartmees een gevierde groep omdat deze vogels behoorlijk sociaal zijn en zeer bijzonder gedrag vertonen
Garfield bestaat echt en woont in Italië. Orazio weegt zestien kilogram en is net als de cartoonheld verslaafd aan lasagna. De lieveling van Laura Santarelli vreet werkelijk alles en ook de buren verwennen hem. Laura heeft hem al een paar keer op dieet gezet maar zonder resultaat. De Italiaanse heeft nog vijf katten en hoopt dat die niet even dik worden. (vsv)
Een proef aan de universiteit van Wake Forest heeft aangetoond dat onderdanige mannetjesapen onder stress een voorkeur hebben voor cocaïne. De cynomolgusapen hebben een samenlevingsvorm waarbij dominantie belangrijk is.
De onderzoekers stelden dan ook vier dominante en vier onderdanige cynomolgusapen bloot aan een stressvolle situatie. Na veertig minuten kregen ze de keuze tussen een portie eten en cocaïne. De onderdanige apen kozen voor de drug. (vsv)
Door aanraking van je hond ben je bezig met communiceren. Elk lichaamsdeel heeft een eigen betekenis bij aanraking.
Bij aanraking van de schedel laat je zien dat je duidelijk zijn meerdere bent.
Als je zijn rug aanraakt ben je nog steeds zijn meerdere maar je laat zien dat je zin hebt om te spelen.
Aanraking op zijn flank betekent dat je vriendschappelijk met hem om wilt gaan.
De nek en kin aanraken verstevigt de band tussen jullie beide.
Als u uw hond seksueel wil opwinden moet u vooral zijn borst en liezen kriebelen een reu kan hierdoor makkelijk een erectie door krijgen.
Onder de buik aaien word aanbevolen voor bange en onzekere honden aangezien je door deze aanraking hun ego opkrikt.
Samen met strelingen op zijn schedel geef je een onzekere hond weer zekerheid in het leven.
Gaat je trouwe viervoeter op zijn rug leggen en biedt hij zijn buik aan bevestig zijn onderdanigheid door hem over zijn buik te aaien. Op deze manier bevestig je de rangorde positie tussen jullie beide.
Probeer eens het volgende, leg je hand op de rug of schouder van de hond niet aaien alleen aanraken. De ene hond zal weglopen de ander gaat vervelend doen geeft niks gewoon laten gaan. Doe dit meerdere keren op een dag vooral niet dwingen of aanhouden als de hond niet wil. Hij gaat deze aandacht prettig vinden en zal zodra je een hand op zijn schouder legt naar je gaan kijken. Na verloop van tijd gaat de hond ook contact zoeken met jou. Praat niet tegen de hond maar kijk hem alleen vriendelijk aan. Nu heb je de basis voor een natuurlijke verstandhouding met je hond. Een hond vindt het heerlijk als hij gestreeld wordt. Als je een hond eraan went om hem elke dag even te borstelen, zal de band met je hond steeds beter en intenser worden. Het effect wordt nog beter als je de hond gaat masseren.
De TTouch methode is een makkelijk zelf aan te leren techniek. Een massagetechniek die een positieve invloed heeft op je hond. Om zelf een begin te maken met massage kun je alvast enkele eenvoudige massage technieken gaan toepassen. De simpelste techniek is strijken. Als de hond voor je staat ga je met beide handen aan weerskanten van de hond in een vloeiende beweging van nek naar achterhand. Na enkele keren kun je voorzichtig de druk iets vergroten. Een strijkbeweging langzaam uitvoeren en de duimen langs de ruggengraat houden. Als de hond op zijn zij ligt kun je dezelfde beweging uit voeren alleen dan begin je met één hand vanaf de nek en strijk je naar de achterhand. Zodra je bij de achterhand bent ga je met je andere hand naar de nek en maak je er een doorgaande beweging van. Op dezelfde manier als hierboven kun je met een hand cirkelvormige bewegingen maken. Kleine cirkels met de klok mee langs het lichaam van de hond. Met je duim en wijsvinger kun je langs de rand van de oren kleine cirkels maken altijd naar het uiteinde van de lichaamsdelen toewerken. Door langs de ruggengraat voorzichtig te drukken kun je een begin maken met drukpuntmassage. De duimen langs de ruggengraat plaatsen licht drukken en een duimbreedte opschuiven. Ook langs de rand van het oor kun je met duim en wijsvinger voorzichtig drukken.
Als de hond zich ontspannen en veilig voelt kan het best gebeuren dat hij in slaap valt. Een hond kan van een goede massage net zo genieten als een mens. Daarnaast heeft het ook nog een therapeutisch effect.
Blaffen in snelle reeksen van drie of vier, met pauzes ertussen op een normale toonhoogte
Allemaal verzamelen. Ik vermoed dat er iets aan de hand is
Waarschuwing, eerder belangstellend dan alarmerend
Snel blaffen, normale toonhoogte
Roep de roedel! Iemand betreedt ons territorium. We moeten wellicht in actie komen
Normaal alarmerend blaffen. De hond is alert, maar niet bang. Wordt veroorzaakt door het naderen van een onbekende of een onverwachte gebeurtenis, langer aanhoudend dan het onderbroken blaffen van hierboven beschreven
Voortdurend blaffen, maar een beetje langzamer en op een lagere toonhoogte
De indringer (het gevaar) is zeer dichtbij. Volgens mij is dit de vijand. Maak je klaar om jezelf te verdedigen
De hond begint onrustig te worden en voelt zich duidelijk bedreigd
Een verlengde reeks blaffen, met gematigde tot lange intervallen
Is daar iemand? Ik ben eenzaam en heb behoefte aan gezelschap
Doorgaans veroorzaakt door sociale isolatie of opsluiting
Een of twee scherpe, korte blaffen, op normale toon of hogere toon
Hallo! Ik zie je
Typisch begroetings- of herkenningssignaal, veroorzaakt door de aankomst of aanblik van een bekend persoon
Enkele scherpe korte blaf op lage tot halfhoge toonhoogte
Ophouden! Ga weg!
Geërgerd blaffen, bv wanneer hij in zijn slaap gestoord wordt
Enkel, gematigd luide scherpe, korte blaf op een hogere toon
Wat is dit? Hé?
Signaal van verrassing of schrik
Enkele weloverwogen blaf, en niet zo scherp of kort als de vorige
Kom hier ...
Aangeleerde vorm van communicatie, om een menselijk reactie te bewerkstelligen, zoals het openen van een deur, honger hebben, enz...
Stotterblaf en toonhoogte opgaand blaffen
Laten we gaan spelen!
Doorgaans gepaard gaand met voorbenen plat op de grond en achterlijf omhoog, als een uitnodiging om te gaan spelen
In toonhoogte opgaand blaffen
Dat is leuk! Vooruit, we gaan
Opgewondenheid tijdens het spelen of bij het vooruitzicht op een leuk spel
Ik ben hier! Dit is mijn territorium. Ik hoor je huilen
Honden gebruiken dit om hun aanwezigheid aan te kondigen, om op afstand te kunnen socialiseren en om hun territorium af te bakenen. Hoewel dit geluid in het menselijk gehoor vrij triest klinkt, is de hond tamelijk tevreden
Blafhuil
Ik ben alleen en maak mij zorgen. Waarom komt er niemand om mij gezelschap te houden?
Het droevige geluid van een hond die eenzaam is en vreest dat niemand op zijn noodkreet zal reageren.
Janken dat stijgt in toonhoogte aan het einde van het geluid
Ik wil iets. Ik heb iets nodig
Een verzoek of smeekbede om iets
Janken dat daalt in toonhoogte aan het eind van het geluid
Vooruit, laat me niet langer wachten
Opwinding vanwege het vooruitzicht op iets
Jammerjodel (klinks als jowel-jowel-jowel) of huilgeeuw (klinkt als hhoeoeoeoe-ahhoe-oeoe)
Ik ben opgewonden! Dit is fantastisch!
Signalen van plezier, vanwege het vooruitzicht op iets leuks
Zacht janken
Ik heb pijn. Ik ben echt heel bang
Een geluid van angst en passieve onderworpenheid
Enkele kef
Au!
Reactie op een plotselinge pijn
Gillen
Help! Ik denk dat ik doodga
Een teken van pijn en paniek van een hond die vreest voor zijn leven
Hijgen
Ik ben zover! Wanneer beginnen we?" Dit is ongelooflijk! Dit is spannend. Is er iets mis?
Geluid veroorzaakt door spanning, opwinding of het vooruitzicht op iets opwindend. Kan gepaard gaan met natte pootafdrukken
Zuchten
Ik ben tevreden en ga hier even lekker liggen. Ik geef het op en ben een beetje depressief
Teken van emotie, ter beëindiging van een actie. Wanneer die actie lonend is geweest, is het een teken van tevredenheid. Zo niet, is het een teken van berusting
In de korte, blauwe schemering deed ik een kleine wandeling. De grond was rood, gebarsten-droog. De lucht was dun en vreeslijk hoog, en blauwe distels stijf en grillig ritselden driftig en onwilig. Stil grazend naast een grijze rots zag ik opeens op hoge benen een jonge ezel; zijn oren schenen doorzichtig, zijn gelaat was trots. Zijn lange, ambren ogen blonken als water, ernstig en bezonken en onpartijdig was zijn blik. En na een korte, felle schrik verstarde ik in verwondering. Of kan het eerbied zijn geweest voor dit schoon, ongeschonden beest, waarmee ik langzaam verder ging? Een pijnlijke herinnering: zo ben ik vroeger ook geweest. Die gaafheid en zachtzinnigheid, onzware ernst en droomrigheid, o kon ik dat nog ééns herwinnen, kon ik nog ééns opnieuw beginnen.
Een sprinkhaan in Scheveningen Wou 's zien hoe ver hij kon springen. Hij sprong - en toen riep ie: 'Sjonge, 'k ben over de zee gesprongen! Ze spreken hier een heel andere taal, De mensen zeggen hier allemaal Yes en No, niet Ja en Nee, Dus ik zit in Engeland over de zee.
Maar of ik nu terug durf te springen Van hier naar Scheveningen ? Neehoor, dat waag ik toch niet meer, Zo'n sprong lukt maar één enkele keer.
En dus springt ie nu rond in 't engelse gras En doet of ie altijd al Engelsman was. Drinkt engelse thee en kauwt engelse drop, Parapluutje steeds bij zich en bolhoedje op.
De zon kuipt in mijn oren En kriebelt in mijn snor En tussen al mijn haren, Tot ik zo soezig word Dat ik niet meer kan zeggen Wààrvan ik ben gemaakt: Van poes, van zon, van kriebel? 't Is door elkaar geraakt
Er was er eens een koebeest en Er was eens een kikker. De kikvors was een dikzak, maar De koe was nog veel dikker.
En weet je wat de kikvors zei? "Straks ben ik net zo dik als jij! Let maar eens op wat of ik doe. Strakjes ben ik de grootste. Boe!"
Toe ging de kikker blazen, Hij blies en blies voor tien. Hij blies zich zo groot als een suikerpot, En zo groot als een soepterrien. Hij blies zich zo groot als een kolenfornuis. 't Was angstig om te zien. Hij was bijna zo groot als je moeders dressoir, Toen barste de kikvors uit elkaar!!'
Zo is het met de kikker Van Kudelstaart geschied. En als je het niet geloven wilt, Geloof je het maar niet.
Wetenschappers hebben op het Zuidoost-Aziatische eiland Borneo kikkers zonder longen ontdekt. De dieren ademen waarschijnlijk door hun huid.
Negen exemplaren Onderzoekers ontdekten tot nu toe negen exemplaren van de waterkikvors Barbourula kalimantanensis in het Indonesische deel van het tropische eiland, meldt De Telegraaf. Van amfibieën waren nog maar nauwelijks soorten zonder longen bekend. (vsv)
Bij auto-ongeluk verandert een hond in een olifant (Martina1)
Bij auto-ongeluk verandert een hond in een olifant
De Duitse automobielorganisatie ADAC is met een crashtest nagegaan hoe veilig de bestaande systemen zijn om je huisdier in de auto vast te maken. Transportboxen braken en dierdummys slingerden naar voren. Volgens onze wet is een dier lading.
In de crashtest - een botsing aan 50 km per uur - werden boxen getest, speciale autogordels voor huisdieren, en er werd ook bekeken wat er gebeurt wanneer je een dier níet vastmaakt, zowel met het dier als met de bestuurder van de wagen.
Een hond van 20 kg ontwikkelt bijvoorbeeld bij 50 km/u een kracht van iets meer dan een halve ton. Dus ongeveer zijn gewicht maal 25.
In zijn verslag schreef de ADAC - de grootste automobielclub van Europa - dat een hond in een auto in geen tijd in een olifant verandert. Voor een kleine hond of kat is een reisbox in de auto het handigst.
Plaatsing
Maar het maakt, volgens de test, wel een belangrijk verschil waar je die plaatst. Op de achterbank, zelfs mét gordel, is nefast. In de test vloog de katdummy van 4 kg door het deurtje van de box tegen de rugleuning van de bestuurder aan. Bij een bepaald type sloeg de bovenkant van de box ook stuk.
Het best plaats je zon box achter een van de voorste zetels, op de grond, zeggen de ADAC-specialisten. Je kunt m ook in de kofferbak zetten, vastgemaakt tegen de achterbank aan. Nog veiliger is het als de kofferruimte is afgescheiden met een scheidingshekje of -net. Ook voor grotere honden, in een bench dan, is dat de beste manier. Let wel: die moet dwars staan, dus haaks op de rijrichting.
Gordel
ADAC raadt eigenlijk af een gordelsysteem voor de hond te gebruiken, hoewel dat nog steeds veiliger is dan zonder. Zulke harnassen zijn wel veilig als ze brede gordels en stevige sluitingen hebben, en als ze het dier heel dicht bij de rugleuning van de achterbank houden.
Niet in wetgeving
Huisdieren worden niet specifiek in de wetgeving vermeld. Ze worden beschouwd als lading en mogen dus op geen enkel moment de bestuurder hinderen. Het is een kwestie van aansprakelijkheid. Krijg je een ongeluk doordat je hond op je schoot springt of je kat onder je rempedaal zit, dan kun je met andere woorden in de problemen komen. Anderzijds zal de politie je niet zomaar beboeten als je hond los in de auto zit. Op de gevaren kun je wél gewezen worden.
De toekomst van de koekoek staat op het spel. Door de opwarming van de aarde keren andere trekvogelsoorten vroeger terug naar Europa. De koekoek doet dat niet en vindt daardoor steeds moeilijker een andere vogel die zijn kroost op de wereld wil zetten.
Koekoeken behoren tot een van de weinige vogelsoorten die aan broedparasitisme doen, vertelt Frederik Thoelen van het Natuurhulpcentrum in Opglabbeek. Dat wil zeggen dat zij graag vrijgesteld zijn van hun plichten als ouder. Als zij terugkeren van hun winterverblijf, zoeken zij een nest op van een andere vogelsoort. Daar leggen zij dan hun eieren om die te laten uitbroeden door een ander. Zo spreken de koekoeken een tiental verschillende nesten aan.
Luie broedgedrag
Dat luie broedgedrag lijkt zich nu te gaan wreken op de beestjes. Door de opwarming van de aarde keren steeds meer trekvogels vroeger terug uit Afrika.
De koekoeken blijven daarentegen tot begin april vertoeven in de warmere oorden. Het gevolg is dat bij hun thuiskomst de meeste trekvogels al aan het broeden zijn. Het is dan heel moelijk om nog snel een eitje onder zo een vogel in te schuiven.
Kunnen we iets doen om de koekoek te beschermen? Thoelen: Niet echt. Het is zinloos om wilde dieren op te gaan sluiten in dierentuinen. Het enige wat we kunnen doen om de koekoek te redden, is minder schadelijke stoffen uitstoten.
Neem een kat en misschien ook een hond voor uw hart (Knudde1)
Wetenschap
08/04Neem een kat en misschien ook een hond voor uw hart
Een kat in huis kan voor het baasje het risico op een hartaanval met bijna een derde verminderen.
Deze bevinding is het belangrijkste resultaat van 10-jaar durend Amerikaans onderzoek. Het zou zeer goed kunnen dat een hond in huis hetzelfde heilzame effect heeft, maar van de onderzochte 4.000 Amerikanen waren er te weinig hondenbezitter.
Hobby?
Het zijn onderzoekers van de University of Minnesota die het verband bloot legden. De studie toont volgens hen aan dat heel wat mensen onder redelijk grote stress staan. Een huisdier zorgt voor een meer relaxte sfeer. En een hond bovendien ook nog eens voor meer beweging.
Eerdere studies hebben al aangetoond dat een huisdier een rustbrengend effect hebben op mentale stress bij mensen.
Zeldzame lynx terug in de Italiaanse Alpen (Knudde1)
Zeldzame lynx terug in de Italiaanse Alpen
Voor het eerst in 100 jaar is er in de Italiaanse Alpen een lynx gesignaleerd.
Autoriteiten in Zuid-Tirol, waar de lynx werd waargenomen, leggen er de nadruk op dat het dier geen bedreiging vormt voor de lokale veestapel.
Radiozender Het dier stak de grens over vanuit Zwitserland, waar het in februari een radiozendertje kreeg, zodat het kon worden gevolgd.
Uitgeroeid Lynxen werden in de regio uitgeroeid in het begin van de 20ste eeuw. Ze werden opnieuw geïntroduceerd in Zwitserland in de jaren zeventig.
Beschermd Volgens de WWF zijn er in Zwitserland zo'n 100 lynxen, die volledige bescherming genieten. Ze houden zich op in twee gebieden, de noordwestelijke Alpen, met inbegrip van Interlaken en de Jura, nabij het Meer van Génève.
Prooi Lynxen zijn solitaire jagers, die hun prooi zoeken onder kleinere zoogdieren, zoals hazen, vossen en kleine herten. Ze lusten ook vis.
Vergeten WWF-woordvoerder Riccardo Niro vertelde aan de BBC dat carnivoren zoals beren, wolven en lynxen het moeilijk hebben om leefgebieden in Zuid-Europa te blijven bevolken, omdat de dorpsbewoners aldaar vergeten zijn hoe ze hun vee met eenvoudige middelen, zoals schrikdraad en honden die het vee verdedigen, kunnen beschermen.
Een Italiaans programma om beren opnieuw in de Alpen in de voeren, werd een zware slag toegebracht toen een van de dieren lokaal vee aanviel. De beer kon Beierse jagers een week afhouden, maar werd in juni 2006 doodgeschoten. (hhm) hln.be
De rosse woelmuis (Myodes glareolus of Clethrionomys glareolus) is een knaagdier uit de familie van woelmuizen. Rosse woelmuizen eten plantaardig voedsel als zachte zaden, vlezige vruchten, bladeren, kruiden en boomschors (tot op vijf meter hoogte), aangevuld met paddenstoelen, mossen, wortels, knoppen en gras, en ook insecten, wormen en slakken. Dieren in noordelijke streken leggen voedselvoorraden aan. De dieren zijn zowel 's nachts als overdag actief, maar 's zomers voornamelijk 's nachts. Ook 's winters zijn de dieren actief. Het zijn goede klimmers en laten zich regelmatig zien op omgevallen bomen. De rosse woelmuis maakt een bolvormig nest van bladeren, mos, gras en veertjes. Dit nest heeft een duidelijke ingang en ligt zo'n twee tot tien centimeter onder de grond, meestal onder boomwortels of omgevallen bomen. Vanuit het nest loopt een systeem van gangen. Het nest waarin de jongen worden geboren, kan ook in een holle boom liggen. Het voortplantingsseizoen loopt van april tot september of oktober. De jongen worden geboren na een draagtijd van 16 tot 18 dagen. Vrouwtjes krijgen meestal drie tot vijf jongen per worp, en vier à vijf worpen per jaar. Een jong weegt bij de geboorte zo'n twee gram. Enkel de moeder zorgt voor de jongen. De zoogtijd duurt veertien dagen. Vrouwtjes kunnen na 4,5 week geslachtsrijp zijn, maar jongen uit late worpen kunnen zich meestal pas na de winter voortplanten. De rosse woelmuis kan tot 18 maanden oud worden in het wild, en tot 40 maanden in gevangenschap. De rosse woelmuis is een belangrijk prooidier voor uilen, wezels en vossen.
De bosmuis (Apodemus sylvaticus) is een knaagdier uit het geslacht bosmuizen (Apodemus) van de onderfamilie van muizen en ratten van de Oude Wereld (Murinae) van de familie Muridae. De rug is donkerbruin, de flanken geelbruin en de buik zilverachtig grijs van kleur. De bosmuis wordt 97 tot 110 millimeter lang en 13 tot 27 gram zwaar. De staart is 69 tot 115 millimeter lang. Mannetjes worden iets groter dan vrouwtjes De bosmuis is een opportunist. Hij heeft een gevarieerd dieet: hij leeft van graan, noten, vruchten, bessen, eikels, beukennootjes, hazelnoten, zaden, knoppen, paddenstoelen, mossen en galappels, maar ook van insecten, duizendpoten, spinnen, regenwormen en slakken. 's Zomers eet hij voornamelijk boomzaden en noten, 's winters voornamelijk scheuten, knoppen en rupsen. De bosmuis is meestal 's nachts actief, 's zomers ook in de schemering. De bosmuis woont in een zelfgegraven ondergronds hol, meestal met één ingang, een nestkamer en een voorraadkamer. Het nest bestaat uit bladeren, mos en reepjes gras. Het voortplantingsseizoen duurt van maart tot oktober, met een piek in juli en augustus. Een vrouwtje krijgt één à twee, soms tot vier worpen per jaar. De bosmuis wordt maximaal achttien tot twintig maanden oud, hoewel hij in gevangenschap meer dan vier jaar kan worden. Natuurlijke vijanden zijn onder andere wezel, hermelijn, das, marter, vos, kat, steenuil, bosuil, velduil, kerkuil en torenvalk. De bosmuis komt in vrijwel geheel Europa voor, met uitzondering van het noorden van Scandinavië en het overgrote deel van Rusland en de Baltische Staten. Bosmuizen leven over het algemeen in bossen, tuinen, braakliggend terrein, graanvelden, struikgewas en zandduinen; soms ook in gebouwen.
De zwarte rat (Rattus rattus) is een knaagdier van het geslacht Rattus uit de onderfamilie Murinae (muizen en ratten van de Oude Wereld). De zwarte rat is ook wel bekend onder de namen scheepsrat, huisrat, dakrat en pestrat. Verreweg de meeste ratten in Nederland zijn bruOndanks zijn naam komt de zwarte rat in verschillende kleurvarianten voor. De kleur verschilt van zwart tot lichtbruin, de buikzijde is lichter van kleur. Zwart is wel de meest voorkomende kleur in stedelijke gebiedenine ratten. De zwarte rat verschilt van de bruine rat door de langere, ruigere vacht, de grotere, dunner behaarde oren, de grotere ogen en de langere, dunnere staart. De zwarte rat leeft voornamelijk in de buurt van havens, schepen en gebouwen als pakhuizen, supermarkten en andere gebouwen met een ruime voedselvoorraad, en in gebouwen met holle muren of kleine zolders. In tropische gebieden leeft hij voornamelijk op daken. Anders dan de bruine rat legt de zwarte rat geen ondergrondse gangen aan, en ontbreekt hij in meer open gebieden. Het dier kan een drager zijn van een aantal ziektes, waaronder de pest en trichinose de meest bekende zijn. De zwarte rat is de belangrijkste verspreider van de pest. Vlooien, die op de huid van de zwarte rat leven, brengen de pestbacterie Yersinia pestis over van de rat naar de mens. Anders dan de bruine rat is de zwarte rat geen drager van Leptospira interogans, de bacterie die de ziekte van Weil veroorzaakt.
Hantavirussen zijn een groep virussen behorend tot de familie van de Bunyavirussen. Er zijn een aantal verschillende hantavirussen, zoals Puumalavirus, Seoulvirus, Hantaanvirus, Sin Nombrevirus en nog enkele anderen. De hantavirussen circuleren in wilde knaagdieren, elk hantavirus heeft een eigen knaagdiersoort als gastheer. Daar waar knaagdieren wonen zal het virus in de omgeving terecht komen. In ingedroogde urine, speeksel en keutels kan het virus nog lang in leven blijven. Mensen besmetten zich met name door het inademen van besmette stofdeeltjes, door opdwarrelend stof. Ook via bijtwonden kan het virus de mens besmetten De hantavirusziekte die in Europa, met name in Scandinavië, veelvuldig voorkomt wordt veroorzaakt door het Puumalavirus. Een rosse woelmuis brengt het virus over. De ziekte lijkt in het algemeen op een vrij onschuldige griep: hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid, koorts en spierpijn zijn de belangrijkste verschijnselen. De nieren kunnen licht ontstoken zijn, maar dit leidt in het algemeen niet tot complicaties. De ziekte gaat veelal vanzelf weer over. Ook besmetting met het Seoulvirus, waarvan de rat drager is, verloopt meestal zonder complicaties. Knaagdieren dragen het virus bij zich zonder er zelf ziek van te worden. In Nederland wordt de diagnose hantavirusinfectie slechts sporadisch gesteld, gemiddeld is er één geval per jaar.
Maart was nog nooit zo nat. Overal staan weides onder water. Dierenarts Rob Lückerath krijgt regelmatig oproepen voor problemen met schapen en paarden die last hebben van te natte voeten.
W aarom krijgen paarden problemen als ze op een natte weide staan?
Dierenarts Rob Lückerath : 'Doordat de hoeven nat worden, verweekt de huid. Bacteriën, schimmels en gisten krijgen vrij spel. Ga zelf maar eens een dag in een bak met water zitten met je blote voeten. (lacht) De hoeven gaan rotten en dus enorm stinken.'
'Bij paarden kan je dit voorkomen door dagelijks - of toch zeker om de twee dagen - de hoeven goed te verzorgen en uit te kuisen. Vergeet dan zeker niet om met een harde borstel het kootje boven de hoef schoon te maken. Hoefrot begint vaak in dat kootje. De meeste mensen vergeten daar eens over te gaan en al het vuil weg te halen, waardoor de bacteriën de kans krijgen om de huid binnen te dringen. Bacteriën dringen zeer makkelijk binnen via een natte huid of een klein wondje. Zo ontstaat mok of hoefrot.'
Wat moeten we doen als onze paarden al last hebben van hoefrot?
'Het belangrijkste is om alles droog te krijgen. De paarden moeten op een droge ondergrond gezet worden. Ideaal is een stal vol stro of vlaslemen. Joodtinctuur heeft een drogend effect. Als de hoeven eenmaal droog zijn, kan je de zool en de straal verzorgen door er een zalf op te strijken. Egyptische zalf, bijvoorbeeld, zet droog en ontsmet. Het kleverige goedje bestaat uit koperacetaat, azijn en honing.'
Ook schapen kunnen last krijgen van hun hoeven. Hoe pakken we dat aan?
'Bij schapen blijft het hoornweefsel van de hoefjes doorgroeien. Aangezien een schaap al stappend graast, is het belangrijk dat het gezonde hoeven heeft. Bij onvoldoende slijtage van de hoornlaag ontstaan na een tijdje hoefafwijkingen, die kunnen leiden tot een abnormale stand van de poten. Het gevolg: chronische mankheid. Schapen met kurkentrekkersklauwen zijn geen uitzondering. Het is belangrijk om de hoefjes twee keer per jaar te controleren en bij te knippen.'
Kunnen we de hoefjes van schapen zelf bijknippen?
'Meestal is het voldoende om de teenpunten bij te knippen. Dat kan met een speciale schaar. Hoornranden die naar binnen krullen, moeten worden bijgeknipt. Daarna werk je ze wat bij met een mesje. Het beste is dat je dit eens door een dierenarts laat voordoen. Na de behandeling moet de vorm van de hoeven zo zijn, dat de hele oppervlakte van de zool de grond raakt. Het gewicht van het dier is dan gelijkmatig over de vier hoefjes verdeeld.'
'In natte perioden zijn schapenhoefjes het zachtst, het bijknippen gaat dan makkelijker. Door de hoeven regelmatig te verzorgen, loopt het dier ook minder kans op rotkreupel.'
Wat is dat precies?
'Rotkreupel is een ontsteking van de huid tussen de twee klauwen, die bij zware infecties kan leiden tot het loslaten van de hoef. Een aantal factoren speelt hierin een rol: vochtige weides, temperaturen boven 10 graden (anders ontwikkelt de rotkeupelbacterie zich niet) en slecht onderhouden hoeven.'
'De behandeling van rotkreupel kost veel tijd. Hoefjes moeten zeer nauwkeurig worden bijgesneden en ontsmet. Daarna moeten de schapen naar een droge weide gebracht worden en een behandeling van antibiotica krijgen. Rotkreupel is een typische voor- en najaarsziekte wegens de temperatuur- en vochtigheidsomstandigheden. In een kudde waar rotkeupel is geweest, is de kans op herhaling het volgende jaar zeer groot.'