Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
In de korte, blauwe schemering deed ik een kleine wandeling. De grond was rood, gebarsten-droog. De lucht was dun en vreeslijk hoog, en blauwe distels stijf en grillig ritselden driftig en onwilig. Stil grazend naast een grijze rots zag ik opeens op hoge benen een jonge ezel; zijn oren schenen doorzichtig, zijn gelaat was trots. Zijn lange, ambren ogen blonken als water, ernstig en bezonken en onpartijdig was zijn blik. En na een korte, felle schrik verstarde ik in verwondering. Of kan het eerbied zijn geweest voor dit schoon, ongeschonden beest, waarmee ik langzaam verder ging? Een pijnlijke herinnering: zo ben ik vroeger ook geweest. Die gaafheid en zachtzinnigheid, onzware ernst en droomrigheid, o kon ik dat nog ééns herwinnen, kon ik nog ééns opnieuw beginnen.
Een sprinkhaan in Scheveningen Wou 's zien hoe ver hij kon springen. Hij sprong - en toen riep ie: 'Sjonge, 'k ben over de zee gesprongen! Ze spreken hier een heel andere taal, De mensen zeggen hier allemaal Yes en No, niet Ja en Nee, Dus ik zit in Engeland over de zee.
Maar of ik nu terug durf te springen Van hier naar Scheveningen ? Neehoor, dat waag ik toch niet meer, Zo'n sprong lukt maar één enkele keer.
En dus springt ie nu rond in 't engelse gras En doet of ie altijd al Engelsman was. Drinkt engelse thee en kauwt engelse drop, Parapluutje steeds bij zich en bolhoedje op.
De zon kuipt in mijn oren En kriebelt in mijn snor En tussen al mijn haren, Tot ik zo soezig word Dat ik niet meer kan zeggen Wààrvan ik ben gemaakt: Van poes, van zon, van kriebel? 't Is door elkaar geraakt
Er was er eens een koebeest en Er was eens een kikker. De kikvors was een dikzak, maar De koe was nog veel dikker.
En weet je wat de kikvors zei? "Straks ben ik net zo dik als jij! Let maar eens op wat of ik doe. Strakjes ben ik de grootste. Boe!"
Toe ging de kikker blazen, Hij blies en blies voor tien. Hij blies zich zo groot als een suikerpot, En zo groot als een soepterrien. Hij blies zich zo groot als een kolenfornuis. 't Was angstig om te zien. Hij was bijna zo groot als je moeders dressoir, Toen barste de kikvors uit elkaar!!'
Zo is het met de kikker Van Kudelstaart geschied. En als je het niet geloven wilt, Geloof je het maar niet.
Wetenschappers hebben op het Zuidoost-Aziatische eiland Borneo kikkers zonder longen ontdekt. De dieren ademen waarschijnlijk door hun huid.
Negen exemplaren Onderzoekers ontdekten tot nu toe negen exemplaren van de waterkikvors Barbourula kalimantanensis in het Indonesische deel van het tropische eiland, meldt De Telegraaf. Van amfibieën waren nog maar nauwelijks soorten zonder longen bekend. (vsv)
Bij auto-ongeluk verandert een hond in een olifant (Martina1)
Bij auto-ongeluk verandert een hond in een olifant
De Duitse automobielorganisatie ADAC is met een crashtest nagegaan hoe veilig de bestaande systemen zijn om je huisdier in de auto vast te maken. Transportboxen braken en dierdummys slingerden naar voren. Volgens onze wet is een dier lading.
In de crashtest - een botsing aan 50 km per uur - werden boxen getest, speciale autogordels voor huisdieren, en er werd ook bekeken wat er gebeurt wanneer je een dier níet vastmaakt, zowel met het dier als met de bestuurder van de wagen.
Een hond van 20 kg ontwikkelt bijvoorbeeld bij 50 km/u een kracht van iets meer dan een halve ton. Dus ongeveer zijn gewicht maal 25.
In zijn verslag schreef de ADAC - de grootste automobielclub van Europa - dat een hond in een auto in geen tijd in een olifant verandert. Voor een kleine hond of kat is een reisbox in de auto het handigst.
Plaatsing
Maar het maakt, volgens de test, wel een belangrijk verschil waar je die plaatst. Op de achterbank, zelfs mét gordel, is nefast. In de test vloog de katdummy van 4 kg door het deurtje van de box tegen de rugleuning van de bestuurder aan. Bij een bepaald type sloeg de bovenkant van de box ook stuk.
Het best plaats je zon box achter een van de voorste zetels, op de grond, zeggen de ADAC-specialisten. Je kunt m ook in de kofferbak zetten, vastgemaakt tegen de achterbank aan. Nog veiliger is het als de kofferruimte is afgescheiden met een scheidingshekje of -net. Ook voor grotere honden, in een bench dan, is dat de beste manier. Let wel: die moet dwars staan, dus haaks op de rijrichting.
Gordel
ADAC raadt eigenlijk af een gordelsysteem voor de hond te gebruiken, hoewel dat nog steeds veiliger is dan zonder. Zulke harnassen zijn wel veilig als ze brede gordels en stevige sluitingen hebben, en als ze het dier heel dicht bij de rugleuning van de achterbank houden.
Niet in wetgeving
Huisdieren worden niet specifiek in de wetgeving vermeld. Ze worden beschouwd als lading en mogen dus op geen enkel moment de bestuurder hinderen. Het is een kwestie van aansprakelijkheid. Krijg je een ongeluk doordat je hond op je schoot springt of je kat onder je rempedaal zit, dan kun je met andere woorden in de problemen komen. Anderzijds zal de politie je niet zomaar beboeten als je hond los in de auto zit. Op de gevaren kun je wél gewezen worden.
De toekomst van de koekoek staat op het spel. Door de opwarming van de aarde keren andere trekvogelsoorten vroeger terug naar Europa. De koekoek doet dat niet en vindt daardoor steeds moeilijker een andere vogel die zijn kroost op de wereld wil zetten.
Koekoeken behoren tot een van de weinige vogelsoorten die aan broedparasitisme doen, vertelt Frederik Thoelen van het Natuurhulpcentrum in Opglabbeek. Dat wil zeggen dat zij graag vrijgesteld zijn van hun plichten als ouder. Als zij terugkeren van hun winterverblijf, zoeken zij een nest op van een andere vogelsoort. Daar leggen zij dan hun eieren om die te laten uitbroeden door een ander. Zo spreken de koekoeken een tiental verschillende nesten aan.
Luie broedgedrag
Dat luie broedgedrag lijkt zich nu te gaan wreken op de beestjes. Door de opwarming van de aarde keren steeds meer trekvogels vroeger terug uit Afrika.
De koekoeken blijven daarentegen tot begin april vertoeven in de warmere oorden. Het gevolg is dat bij hun thuiskomst de meeste trekvogels al aan het broeden zijn. Het is dan heel moelijk om nog snel een eitje onder zo een vogel in te schuiven.
Kunnen we iets doen om de koekoek te beschermen? Thoelen: Niet echt. Het is zinloos om wilde dieren op te gaan sluiten in dierentuinen. Het enige wat we kunnen doen om de koekoek te redden, is minder schadelijke stoffen uitstoten.
Neem een kat en misschien ook een hond voor uw hart (Knudde1)
Wetenschap
08/04Neem een kat en misschien ook een hond voor uw hart
Een kat in huis kan voor het baasje het risico op een hartaanval met bijna een derde verminderen.
Deze bevinding is het belangrijkste resultaat van 10-jaar durend Amerikaans onderzoek. Het zou zeer goed kunnen dat een hond in huis hetzelfde heilzame effect heeft, maar van de onderzochte 4.000 Amerikanen waren er te weinig hondenbezitter.
Hobby?
Het zijn onderzoekers van de University of Minnesota die het verband bloot legden. De studie toont volgens hen aan dat heel wat mensen onder redelijk grote stress staan. Een huisdier zorgt voor een meer relaxte sfeer. En een hond bovendien ook nog eens voor meer beweging.
Eerdere studies hebben al aangetoond dat een huisdier een rustbrengend effect hebben op mentale stress bij mensen.
Zeldzame lynx terug in de Italiaanse Alpen (Knudde1)
Zeldzame lynx terug in de Italiaanse Alpen
Voor het eerst in 100 jaar is er in de Italiaanse Alpen een lynx gesignaleerd.
Autoriteiten in Zuid-Tirol, waar de lynx werd waargenomen, leggen er de nadruk op dat het dier geen bedreiging vormt voor de lokale veestapel.
Radiozender Het dier stak de grens over vanuit Zwitserland, waar het in februari een radiozendertje kreeg, zodat het kon worden gevolgd.
Uitgeroeid Lynxen werden in de regio uitgeroeid in het begin van de 20ste eeuw. Ze werden opnieuw geïntroduceerd in Zwitserland in de jaren zeventig.
Beschermd Volgens de WWF zijn er in Zwitserland zo'n 100 lynxen, die volledige bescherming genieten. Ze houden zich op in twee gebieden, de noordwestelijke Alpen, met inbegrip van Interlaken en de Jura, nabij het Meer van Génève.
Prooi Lynxen zijn solitaire jagers, die hun prooi zoeken onder kleinere zoogdieren, zoals hazen, vossen en kleine herten. Ze lusten ook vis.
Vergeten WWF-woordvoerder Riccardo Niro vertelde aan de BBC dat carnivoren zoals beren, wolven en lynxen het moeilijk hebben om leefgebieden in Zuid-Europa te blijven bevolken, omdat de dorpsbewoners aldaar vergeten zijn hoe ze hun vee met eenvoudige middelen, zoals schrikdraad en honden die het vee verdedigen, kunnen beschermen.
Een Italiaans programma om beren opnieuw in de Alpen in de voeren, werd een zware slag toegebracht toen een van de dieren lokaal vee aanviel. De beer kon Beierse jagers een week afhouden, maar werd in juni 2006 doodgeschoten. (hhm) hln.be
De rosse woelmuis (Myodes glareolus of Clethrionomys glareolus) is een knaagdier uit de familie van woelmuizen. Rosse woelmuizen eten plantaardig voedsel als zachte zaden, vlezige vruchten, bladeren, kruiden en boomschors (tot op vijf meter hoogte), aangevuld met paddenstoelen, mossen, wortels, knoppen en gras, en ook insecten, wormen en slakken. Dieren in noordelijke streken leggen voedselvoorraden aan. De dieren zijn zowel 's nachts als overdag actief, maar 's zomers voornamelijk 's nachts. Ook 's winters zijn de dieren actief. Het zijn goede klimmers en laten zich regelmatig zien op omgevallen bomen. De rosse woelmuis maakt een bolvormig nest van bladeren, mos, gras en veertjes. Dit nest heeft een duidelijke ingang en ligt zo'n twee tot tien centimeter onder de grond, meestal onder boomwortels of omgevallen bomen. Vanuit het nest loopt een systeem van gangen. Het nest waarin de jongen worden geboren, kan ook in een holle boom liggen. Het voortplantingsseizoen loopt van april tot september of oktober. De jongen worden geboren na een draagtijd van 16 tot 18 dagen. Vrouwtjes krijgen meestal drie tot vijf jongen per worp, en vier à vijf worpen per jaar. Een jong weegt bij de geboorte zo'n twee gram. Enkel de moeder zorgt voor de jongen. De zoogtijd duurt veertien dagen. Vrouwtjes kunnen na 4,5 week geslachtsrijp zijn, maar jongen uit late worpen kunnen zich meestal pas na de winter voortplanten. De rosse woelmuis kan tot 18 maanden oud worden in het wild, en tot 40 maanden in gevangenschap. De rosse woelmuis is een belangrijk prooidier voor uilen, wezels en vossen.
De bosmuis (Apodemus sylvaticus) is een knaagdier uit het geslacht bosmuizen (Apodemus) van de onderfamilie van muizen en ratten van de Oude Wereld (Murinae) van de familie Muridae. De rug is donkerbruin, de flanken geelbruin en de buik zilverachtig grijs van kleur. De bosmuis wordt 97 tot 110 millimeter lang en 13 tot 27 gram zwaar. De staart is 69 tot 115 millimeter lang. Mannetjes worden iets groter dan vrouwtjes De bosmuis is een opportunist. Hij heeft een gevarieerd dieet: hij leeft van graan, noten, vruchten, bessen, eikels, beukennootjes, hazelnoten, zaden, knoppen, paddenstoelen, mossen en galappels, maar ook van insecten, duizendpoten, spinnen, regenwormen en slakken. 's Zomers eet hij voornamelijk boomzaden en noten, 's winters voornamelijk scheuten, knoppen en rupsen. De bosmuis is meestal 's nachts actief, 's zomers ook in de schemering. De bosmuis woont in een zelfgegraven ondergronds hol, meestal met één ingang, een nestkamer en een voorraadkamer. Het nest bestaat uit bladeren, mos en reepjes gras. Het voortplantingsseizoen duurt van maart tot oktober, met een piek in juli en augustus. Een vrouwtje krijgt één à twee, soms tot vier worpen per jaar. De bosmuis wordt maximaal achttien tot twintig maanden oud, hoewel hij in gevangenschap meer dan vier jaar kan worden. Natuurlijke vijanden zijn onder andere wezel, hermelijn, das, marter, vos, kat, steenuil, bosuil, velduil, kerkuil en torenvalk. De bosmuis komt in vrijwel geheel Europa voor, met uitzondering van het noorden van Scandinavië en het overgrote deel van Rusland en de Baltische Staten. Bosmuizen leven over het algemeen in bossen, tuinen, braakliggend terrein, graanvelden, struikgewas en zandduinen; soms ook in gebouwen.
De zwarte rat (Rattus rattus) is een knaagdier van het geslacht Rattus uit de onderfamilie Murinae (muizen en ratten van de Oude Wereld). De zwarte rat is ook wel bekend onder de namen scheepsrat, huisrat, dakrat en pestrat. Verreweg de meeste ratten in Nederland zijn bruOndanks zijn naam komt de zwarte rat in verschillende kleurvarianten voor. De kleur verschilt van zwart tot lichtbruin, de buikzijde is lichter van kleur. Zwart is wel de meest voorkomende kleur in stedelijke gebiedenine ratten. De zwarte rat verschilt van de bruine rat door de langere, ruigere vacht, de grotere, dunner behaarde oren, de grotere ogen en de langere, dunnere staart. De zwarte rat leeft voornamelijk in de buurt van havens, schepen en gebouwen als pakhuizen, supermarkten en andere gebouwen met een ruime voedselvoorraad, en in gebouwen met holle muren of kleine zolders. In tropische gebieden leeft hij voornamelijk op daken. Anders dan de bruine rat legt de zwarte rat geen ondergrondse gangen aan, en ontbreekt hij in meer open gebieden. Het dier kan een drager zijn van een aantal ziektes, waaronder de pest en trichinose de meest bekende zijn. De zwarte rat is de belangrijkste verspreider van de pest. Vlooien, die op de huid van de zwarte rat leven, brengen de pestbacterie Yersinia pestis over van de rat naar de mens. Anders dan de bruine rat is de zwarte rat geen drager van Leptospira interogans, de bacterie die de ziekte van Weil veroorzaakt.
Hantavirussen zijn een groep virussen behorend tot de familie van de Bunyavirussen. Er zijn een aantal verschillende hantavirussen, zoals Puumalavirus, Seoulvirus, Hantaanvirus, Sin Nombrevirus en nog enkele anderen. De hantavirussen circuleren in wilde knaagdieren, elk hantavirus heeft een eigen knaagdiersoort als gastheer. Daar waar knaagdieren wonen zal het virus in de omgeving terecht komen. In ingedroogde urine, speeksel en keutels kan het virus nog lang in leven blijven. Mensen besmetten zich met name door het inademen van besmette stofdeeltjes, door opdwarrelend stof. Ook via bijtwonden kan het virus de mens besmetten De hantavirusziekte die in Europa, met name in Scandinavië, veelvuldig voorkomt wordt veroorzaakt door het Puumalavirus. Een rosse woelmuis brengt het virus over. De ziekte lijkt in het algemeen op een vrij onschuldige griep: hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid, koorts en spierpijn zijn de belangrijkste verschijnselen. De nieren kunnen licht ontstoken zijn, maar dit leidt in het algemeen niet tot complicaties. De ziekte gaat veelal vanzelf weer over. Ook besmetting met het Seoulvirus, waarvan de rat drager is, verloopt meestal zonder complicaties. Knaagdieren dragen het virus bij zich zonder er zelf ziek van te worden. In Nederland wordt de diagnose hantavirusinfectie slechts sporadisch gesteld, gemiddeld is er één geval per jaar.
Maart was nog nooit zo nat. Overal staan weides onder water. Dierenarts Rob Lückerath krijgt regelmatig oproepen voor problemen met schapen en paarden die last hebben van te natte voeten.
W aarom krijgen paarden problemen als ze op een natte weide staan?
Dierenarts Rob Lückerath : 'Doordat de hoeven nat worden, verweekt de huid. Bacteriën, schimmels en gisten krijgen vrij spel. Ga zelf maar eens een dag in een bak met water zitten met je blote voeten. (lacht) De hoeven gaan rotten en dus enorm stinken.'
'Bij paarden kan je dit voorkomen door dagelijks - of toch zeker om de twee dagen - de hoeven goed te verzorgen en uit te kuisen. Vergeet dan zeker niet om met een harde borstel het kootje boven de hoef schoon te maken. Hoefrot begint vaak in dat kootje. De meeste mensen vergeten daar eens over te gaan en al het vuil weg te halen, waardoor de bacteriën de kans krijgen om de huid binnen te dringen. Bacteriën dringen zeer makkelijk binnen via een natte huid of een klein wondje. Zo ontstaat mok of hoefrot.'
Wat moeten we doen als onze paarden al last hebben van hoefrot?
'Het belangrijkste is om alles droog te krijgen. De paarden moeten op een droge ondergrond gezet worden. Ideaal is een stal vol stro of vlaslemen. Joodtinctuur heeft een drogend effect. Als de hoeven eenmaal droog zijn, kan je de zool en de straal verzorgen door er een zalf op te strijken. Egyptische zalf, bijvoorbeeld, zet droog en ontsmet. Het kleverige goedje bestaat uit koperacetaat, azijn en honing.'
Ook schapen kunnen last krijgen van hun hoeven. Hoe pakken we dat aan?
'Bij schapen blijft het hoornweefsel van de hoefjes doorgroeien. Aangezien een schaap al stappend graast, is het belangrijk dat het gezonde hoeven heeft. Bij onvoldoende slijtage van de hoornlaag ontstaan na een tijdje hoefafwijkingen, die kunnen leiden tot een abnormale stand van de poten. Het gevolg: chronische mankheid. Schapen met kurkentrekkersklauwen zijn geen uitzondering. Het is belangrijk om de hoefjes twee keer per jaar te controleren en bij te knippen.'
Kunnen we de hoefjes van schapen zelf bijknippen?
'Meestal is het voldoende om de teenpunten bij te knippen. Dat kan met een speciale schaar. Hoornranden die naar binnen krullen, moeten worden bijgeknipt. Daarna werk je ze wat bij met een mesje. Het beste is dat je dit eens door een dierenarts laat voordoen. Na de behandeling moet de vorm van de hoeven zo zijn, dat de hele oppervlakte van de zool de grond raakt. Het gewicht van het dier is dan gelijkmatig over de vier hoefjes verdeeld.'
'In natte perioden zijn schapenhoefjes het zachtst, het bijknippen gaat dan makkelijker. Door de hoeven regelmatig te verzorgen, loopt het dier ook minder kans op rotkreupel.'
Wat is dat precies?
'Rotkreupel is een ontsteking van de huid tussen de twee klauwen, die bij zware infecties kan leiden tot het loslaten van de hoef. Een aantal factoren speelt hierin een rol: vochtige weides, temperaturen boven 10 graden (anders ontwikkelt de rotkeupelbacterie zich niet) en slecht onderhouden hoeven.'
'De behandeling van rotkreupel kost veel tijd. Hoefjes moeten zeer nauwkeurig worden bijgesneden en ontsmet. Daarna moeten de schapen naar een droge weide gebracht worden en een behandeling van antibiotica krijgen. Rotkreupel is een typische voor- en najaarsziekte wegens de temperatuur- en vochtigheidsomstandigheden. In een kudde waar rotkeupel is geweest, is de kans op herhaling het volgende jaar zeer groot.'
Door de zachte winters van de afgelopen jaren en de opkomst van tekensoorten uit het buitenland zijn er meer fatale teken in ons land. Dat zegt diergeneesmiddelenproducent Fort Dodge. Zij onderzochten hoe honden- en katteneigenaars staan tegenover vlooien- en tekenmiddelen.
In steeds grotere aantallen Door de zachte winters blijven veel vlooien en teken actief en komen ze in steeds grotere aantallen voor, zegt Fort Dodge. Honden en katten lopen daarnaast ook sneller vlooien en teken op omdat de beestjes zich niet langer enkel schuilhouden in bossen en in duinen, maar ook in achtertuinen en gemeenteperkjes.
Het hele jaar door Ciao Services ondervroeg in opdracht van Fort Dodge in februari duizend honden- en katteneigenaars over de werking van bestrijdingsmiddelen tegen vlooien en teken. Daaruit blijkt dat ruim driekwart van hen niet weet dat vlooien en teken het hele jaar door aanwezig zijn.
Tekenmiddel Uit de rondvraag komt ook naar voor dat ruim een derde van de Belgische honden- en kattenbezitters van tekenmiddel verandert omdat ze niet tevreden zijn over de werking van de reeds gebruikte middelen. Bij aankoop van vlooien- en tekenmiddelen kijkt men vooral naar de effectiviteit van het middel (98 procent) en de duur van de werking (94,8 procent). Het advies van de dierenarts wordt daarin zeer belangrijk gevonden.
Apotheek Ruim 65 procentvan de honden- en kattenbezitters koopt vlooien- en tekenmiddelen bij de apotheek en slechts 22 procent bij de dierenarts. (belga/tdb) hln
Hanna Verboom met een kunstzinnige viervoeter | foto KNGF Geleidehonden
Hanna verft met honden
Actrice Hanna Verboom ken je als de hoofdrolspeelster in de serie de Coassistent. Maar Hanna is ook een verdienstelijk kunstenares. Dat zou je tenminste denken, aangezien haar werk voor goed geld verkocht wordt. Nu heeft ze het heel bont gemaakt: ze maakte samen met blindengeleidehonden kleurrijke kunst. De opbrengst hiervan gaat ook naar het goede doel. - Door Sandy Stevens
Wie zich waagt aan schilderen met jonge labradors kan rekenen op een grote kliederboel. Hanna Verboom maakte gisteren tien expressionistische schilderen waarbij twee blindengeleidehonden haar een pootje hielpen. Letterlijk: met in waterverf gedoopte voor- en achterpoten konden ze vrij over het canvas van tien doeken lopen. Gecombineerd met de schilderkwaliteiten van Verboom zelf leverde dat tien bijzondere schilderijen op die geveild zullen worden via het tijdschrift Wraf!. De opbrengst is helemaal voor KNGF Geleidehonden bedoeld.
Nog een goed doel Kunstwerken van Hanna Verboom werden al eerder geveild, namelijk in november 2007. Toen leverden die 14.500 euro op in het veilinghuis Christie's in Amsterdam. Dat geld ging naar een Afrikaans weeskind dat Hanna Verboom persoonlijk kent. Zij woonde in haar jeugd namelijk een tijd in Kenia. Hanna's vroegere oppas overleed daar twee jaar geleden aan aids. Haar dochtertje, Churitto, heeft de ziekte ook en kan Hanna's hulp daarom hard gebruiken.(kidsweek.nl)
Een toeriste fotografeert een werkolifant in Laos. Mischien draagt ze op die manier bij tot de instandhouding van de olifanten in het land.
Laos, ooit bekend als het ''Land van een Miljoen Olifanten'', riskeert zijn olifantenkuddes binnen de 50 jaar kwijt te raken indien er niets wordt ondernomen om de dieren beter te beschermen.
Een van de redders van de Aziatische olifant in Laos kan het toerisme zijn.
Verlies leefgebieden Stroperij en verlies van leefgebieden door houtkap, landbouwactiviteiten en hydro-elektrische projecten heeft voor een sterke terugval gezorgd, zowel van gedomesticeerde als wilde olifanten.
Een vierde minder op 5 jaar ElefantAsia, een Franse ngo, schat dat het aantal werkolifanten in Laos over de laatste 5 jaar met 25 procent is teruggevallen. De dieren worden vooral gebruikt bij ontbossing. Er zouden er nu nog 560 over zijn, met slechts 46 koeien onder de 20 jaar.
De Fransen stellen dat het aantal wilde olifanten nu op minder dan 1.000 ligt, met amper twee geboortes om de 10 jaar.
Overwerkt ''De situatie is kritiek'', zegt Sebastien Duffillot, de mede-oprichter van ElefantAsia aan Reuters. ''De vernietiging van het leefgebied van de olifanten heeft een enorme impact op in het wild levende olifanten. Werkolifanten, aan de andere kant, zijn overwerkt door het zware werk bij ontbossingen en dus planten ze zich niet meer voort. Get World Wide Fund for Nature (WWF) schat dat er nog amper 25.000 wilde en 15.000 werkolifanten zijn in de 12 Aziatische landen waar de dieren leven.
Betere bescherming Bezorgdheid over het lot van de Aziatische olifant in het conflict tussen mensen en olifanten, heeft de afgelopen jaren geleid tot oprichting van ngo's zoals ElefantAsia, zakenfirma's als het ''Elefant Park Project'' in de historische hoofdstad Luang Prabang en de ''olifantenuitkijktoren'' in het beschermd gebied van Phou Khao Khouay, nabij de hoofdstad Vientiane. Allemaal hebben ze een betere bescherming van de olifanten tot doel.
Toerisme Dat is nodig, want tot heel kort geleden werd in Laos geen enkele poging gedaan om olifanten beter te beschermen. Maar nu toeristen kunnen worden aangelokt door de hierboven beschreven initiatieven lijkten er meer initiatieven tot bescherming van de olifanten mogelijk, want toeristen brengen natuurlijk geld in het laatje. En die harde deviezen kan het verarmde land best gebruiken. (Marc Helsen)(hln)
Octopussen hebben liefdesleven zoals mensen (Knudde1)
Octopussen hebben liefdesleven zoals mensen
Het liefdesleven van octopussen is geraffineerd. Een team wetenschappers van de universiteit van Berkeley hebben ontdekt dat octopussen net als mensen, flirten en jaloers kunnen worden.
Tentakels vasthouden Christine Huffard ging snorkelen in de waters van Indonesië en bestudeerde het gedrag van de Abdopus aculeatus, een kleine octopus met tentakels die tot 25 centimeter lang zijn. " Bij elke duik leerden we iets nieuws over het gedrag van die octopussen. We kwamen al snel tot de vaststelling dat ze zich anders gedroegen dan hun soortgenoten in aquariums. Ze deden bijna net het tegenovergestelde." De octopussen hielden elkaars tentakels vast, zoals verliefde stelletjes, handjes vasthouden. Ze joegen ook belagers weg en als ze te dichtbij kwamen werden ze gewurgd. De mannetjes gingen ook op zoek naar de grootste en dikste vrouwtjes omdat die het vruchtbaarst zijn.
Ouders sterven De octopussen hebben verschillende keer per dag seks als ze volwassen zijn. De mannetjes hebben een speciale tentakel waarmee ze hun sperma binnenbrengen bij de vrouwtjes die dan duizenden eitjes afscheiden. Een aantal maanden na de bevruchting sterven zowel het mannetje als het vrouwtje, meldt Reuters. (vsv)(hln)
De lente is begonnen en de voortplantingskriebels zijn overal in het dierenrijk waarneembaar. De eksters sjouwen met veel te grote takken, de heggemus zingt in de hoogste top van de hoogste boom en de meesjes zien we alleen nog per paar. In de mensenwereld is het niet anders, de kleding wordt schaarser, de gezichten vriendelijker en de welbekende ontmoetingsplaatsen als discotheek en schoolplein vullen zich langzaam met hormonaal gestuurde tweevoeters. Ook in de gevleugelde wereld is de paarvorming inmiddels in volle gang, De mannetjes fluiten zich de kelen schor en de vrouwtjes kijken nieuwsgierig toe. Hoe vindt paarvorming eigenlijk plaats bij vogels? In de fascinerende wereld van de vogels is dit niet eenvoudig te beantwoorden.
Paarvorming is bij vogels grofweg onder te verdelen in vijf groepen.
De eerste groep betreft de soorten die alleen bij elkaar komen om te copuleren. De mannetjes van de Auerhoen verzamelen zich op een open plek in het bos, zetten hun veren op en onder het luid verkondigen van indrukwekkkende geluiden gedragen zij zich zo macho mogelijk. Het vrouwjte kijkt toe, kiest de meest indrukwekkende man en een korte, maar hevige, one-night-stand volgt. Bij de Houtsnip, bakent het mannetje een territorium af en zingt of duikt en vliegt tot het vrouwtje tevreden is. Dan biedt zij zich aan voor die ene daad, waarna de wegen zich weer scheiden. In beide gevallen draait het vrouwtje alleen op voor de opvoeding van de kuikens.
In de tweede groep neemt het paar een paar dagen de tijd om elkaar te leren kennen. Bij sommige Kolibries bouwt het vrouwtje met het mannetje het nest en na copulatie jaagt ze hem uit haar buurt. Bij de Buidelmees bouwt juist het mannetje het nest, copuleert en verlaat vervolgens het gezin om een nieuw nest te bouwen. Ook in deze groep draait het vrouwtje, al dan niet vrijwillig, alleen op voor broeden en voeden.
De derde groep bestaat vooral uit eenden soorten waaronder de welbekende Wilde Eend. Ook hier laat het mannetje het vrouwtje voor de zorg opdraaien, maar de paarvorming heeft vaak al maanden eerder plaatsgevonden. Vaak in de late herfst of het begin van de winter vinden man en vrouw elkaar, al blijven er kapers op de kust.. Niet voor niets zien we in de winter vaak al paartjes Wilde Eenden, maar in de vroege zomer slechts rondhangende groepen woerden, terwijl de vrouwtjes amechtig met de kleine pluizenbollen bezig zijn.
In de vierde groep, verreweg de grootste, voeden de ouders de jongen gezamenlijk op en blijven (meestal) het gehele broedseizoen bij elkaar. Alle uitzonderingen op het traditionele gezin die in de wereld van de tweevoeters voorkomen, zien we ook in deze groep. Sommige mannetjes, zoals de Oropendola, houden er een harem op na. Andere broedparen (Heggemus) werken samen en helpen elkaar als in een vogel variant op de commune. Soms wisselt het vrouwtje, zoals bij de Huiswinterkoning, na het eerste broedsel van partner en voedt een tweede broedsel met een ander mannetje op. Bij de Bijeneters worden de ouders geassisteerd door directe familieleden tijdens het grootbrengen van de jongen. De assistentie komt van jongen uit een eerder broedsel of gewoon door vrijgezellen binnen de groep.
De Ani's, een Zuid-Amerikaanse koekoeksoort, bouwen een groot nest waar de hele clan de eieren in legt die vervolgens gezamenlijk worden uitgebroed.. Bij de Rietgors kan de buurman stiekem langskomen om ook bij jouw vrouwtje zijn genen veilig te stellen.
Tenslotte de vijfde groep die het gehele leven bij elkaar blijven. Hier is de Zwaan waarschijnlijk het meest bekende voorbeeld. In Nederland zijn er echter veel meer soorten die bij elkaar blijven, levenslang of in ieder geval gedurende enkele jaren. Voorbeelden zijn de Koolmees, Kuifleeuwerik en de Boomklever.
De variaties in paar- en broedgedrag zijn onwaarschijnlijk geschakeerd, monogamie, bigamie en polygamie (te verdelen in polyandrie waar het vrouwtje meerdere mannetjes heeft en polygenie waar het mannetje meerdere vrouwtjes heeft), alles is mogelijk. Bij sommige soorten (Morinelplevier en sommige Franjepoten) is het juist het vrouwtje dat de mannetjes lokt en niet andersom zoals bij veruit de meeste soorten. Tenslotte blijkt mannelijk en vrouwelijk niet altijd even duidelijk te onderscheiden. Bij Kemphanen blijken sommige mannetjes wel heel erg vrouwelijk te zijn, een vogelvorm van transsexualiteit.
Je vraagt je toch echt af hoe de man-vrouw verhouding in Nederland zou zijn,, als we alleen van maart tot juni paardrang zouden hebben. Enig idee ?
Naar aanleiding van een recent geval van hondsdolheid in Frankrijk, waarschuwt de federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu voor het reizen met dieren. In oktober vorig jaar werd ook in het Vlaams-Brabantse Beersel hondsdolheid vastgesteld bij een jonge hond die illegaal uit Marokko geïmporteerd werd. Om ons land vrij van rabiës te houden, bestaan strenge regels wanneer u met uw huisdieren op vakantie wil of als u een dier uit het buitenland wilt meebrengen. Raadpleeg in elk geval eerst uw dierenarts over uw plannen. Als u wil reizen met uw dier of een dier wil invoeren vanuit een land dat behoort tot de Europese Unie, moeten ze eerst geïdentificeerd zijn en daarna ingeënt tegen rabiës ten minste 21 dagen voor hun vertrek. De inenting moet op het paspoort van het dier vermeld worden. Als u met uw huisdier naar een land wil reizen waar er een verhoogd risico voor hondsdolheid heerst, moet uw dier een bloedonderzoek ondergaan vóór u op vakantie vertrekt. Voor het reizen naar Engeland, Ierland, Zweden en Malta gelden strengere regels. Indien u dieren wil invoeren vanuit een land dat niet behoort tot de Europese Unie en waar een verhoogd risico voor hondsdolheid heerst, moet u een procedure van vier maanden doorlopen. De dieren moeten eerst geïdentificeerd worden en daarna ingeënt tegen rabiës. Dertig dagen na de vaccinatie moet u een bloedstaal van het dier laten onderzoeken in een door de EU erkend labo. Drie maanden na deze bloedafname moet u het dier opnieuw klinisch laten onderzoeken voor u het dier de EU kan invoeren. De eigenaar moet voor het vertrek kunnen aantonen dat aan al deze voorwaarden voldaan is door middel van een gezondheidscertificaat dat afgeleverd is door een officieel erkende dierenarts. Voor specifieke vragen kan u terecht bij de dienst Sanitair Beleid van Dieren en Planten van de federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. U kan hen bereiken via het e-mailadres Willem.Dhooghe@health.fgov.be of op het nummer 02/524 7320.
Ook honden hebben soms nood aan kinesitherapie! (Knudde1)
Actualiteit gezondheid
Huisdieren: Ook honden hebben soms nood aan kinesitherapie!
Kinesitherapie kan honden helpen wanneer ze ziek zijn, herstellend of erg sportief. De therapie wordt toegepast door dierenartsen en ook door kinesitherapeuten die een opleiding kregen over de anatomie en de fysiologie van de hond.
Kinesitherapie verhoogt het comfort van de hond
Na een ongeval (fractuur, peesletsel, ligamentproblemen) of chirurgie van de ledematen of de rug (discus hernia bijvoorbeeld) en wanneer een jonge of oudere hond met artrose kampt (dysplasie van de heup of de elleboog) kan kinesitherapie helpen. Dat is ook het geval voor gezonde honden die jagen of aan competitiesport doen met het oog op optimale prestaties. De duur en de frequentie van de behandeling met kinesitherapie (twee keer per week tot twee keer per maand) wordt bepaald in functie van de behoefte. Uw hond kan verzorgd worden met massages, manipulaties en mobilisaties van de spieren en gewrichten van ledematen en van de rug. Indien nodig zal hij trainen op een looptapijt.
Ontspannende massages
Massages en manipulaties van de ledematen en de rug van uw viervoeter, hebben een weldoend effect op een aantal vlakken. Vanuit psychologisch standpunt en ook wat de zenuwen betreft, zal de hond zich kalmeren en minder pijn lijden. Ook de bloedsomloop ondervindt positieve effecten van de behandeling zoals de resorptie van oedeem. Spiercontracturen nemen progressief af om aan het einde van de behandelingssessie voor een aangenaam en ontspannen gevoel zorgen.
Looptapijt: spiertraining en revalidatie
Door middel van een looptapijt, helpt kinesitherapie bij spiertraining. Het systeem doet de hond stappen of lopen aan een constante snelheid en in een rechte lijn, zonder versnellingen en zonder brutaal te stoppen, net zoals dat zou kunnen gebeuren bij een wandeling in openlucht. De snelheid van het looptapijt kan geregeld worden. Zo kan de hond opwarmen voordat de training intensiever wordt en progressief daalt tot aan het einde van de sessie. Oefenen met het looptapijt kan honden ook dwingen om hun vier voeten te gebruiken. Na langdurige immobilisatie kan het gebeuren dat de hond op drie poten loopt door gewenning, niet omdat hij pijn heeft. Het progressief opdrijven van de snelheid van het looptapijt maakt dat de hond opnieuw leert lopen op vier poten aan welke snelheid dan ook. De regelbare helling van het looptapijt kan ook voor een intensievere training van de achterpoten zorgen als dat nodig is. Maar het looptapijt kan voor sommige honden traumatiserend zijn. Het is dus niet voor alle honden weggelegd.
Het knobbelzwijn (Phacochoerus africanus ) is een algemeen zwijn uit de familie der varkens (Suidae). Het wordt soms ook wrattenzwijn genoemd, maar deze naam wordt ook gebruikt voor een groep Aziatische zwijnen van het geslacht Sus. Tegenwoordig worden er meestal twee soorten knobbelzwijnen onderscheiden, Phacochoerus africanus , het gewone knobbelzwijn, en Phacochoerus aethiopicus , het woestijnknobbelzwijn uit Ethiopië en Somalië , en vroeger ook op de Kaap .
Het knobbelzwijn is een dagdier . Het leeft op de savannen van Afrika ten zuiden van de Sahara. Het heeft een voorkeur voor uiterwaarden en licht bebost landschap. Om aan de hitte, droogte en roofdieren te ontsnappen, schuilt het knobbelzwijn in holen, voornamelijk verlaten en uitvergrote aardvarkenholen , maar ook zelfgegraven en natuurlijke holen worden gebruikt, evenals holen van stekelvarkens en verlaten termietenheuvels . Hele families slapen in deze holen.
Het knobbelzwijn eet vooral gras , maar ook bast , bladeren, wortelen, vruchten, aas , insecten en larven , en zelfs uitwerpselen. Ook eet het aarde , voor de mineralen . In het droge seizoen eet het vooral knollen en wortelstokken , in het regenseizoen vooral kort gras. Het blijft meestal nabij water, maar kan voor langere tijd zonder water, aangezien zijn voedsel rijk aan vocht is. Om te eten laat het zich door zijn voorpoten zakken.
Als het knobbelzwijn rent, houdt het zijn staart recht omhoog. Zijn belangrijkste vijand is de leeuw .
Het knobbelzwijn is een sociale soort. Meestal bestaat een groep uit een vrouwtje en haar vrouwelijke nakomelingen. Als groepen zich samenvoegen, zijn dat meestal ook nauwe verwanten, zoals zussen of moeders en dochters. Meestal leven verwante familiegroepjes dicht bij elkaar in een gebied van 4 km². Holen binnen dit gebied worden gedeeld door de groepen, maar er wordt nooit meer dan één groep per hol aangetroffen.
Mannetjes blijven net zo lang bij de moeder totdat deze ze wegjaagt. Tot hun vierde jaar, wanneer de mannetjes volwassen worden, leven ze vaak met andere mannetjes in losse groepjes. Volwassen mannetjes leven solitair .
Als een mannetje een vrouwtje in oestrus ontdekt, achtervolgt hij haar, waarbij hij speeksel afscheidt en knorrende geluiden maakt. Als het vrouwtje wil paren, gaat ze steeds langzamer rennen, totdat ze stilstaat. Meestal krijgt een knobbelzwijn twee tot drie jongen per worp, maar dit getal kan tot acht oplopen. Na een draagtijd van 160 tot 170 dagen worden de jongen in een ondergronds hol geboren, bekleed met gras. Na drie weken eten de jongen voor het eerst gras en na twee tot zes maanden worden ze gespeend. Ze kunnen achttien jaar oud worden.
Het knobbelzwijn heeft een lang plat gezicht en staat hoog op de poten. Het knobbelzwijn is te herkennen aan de slagtanden die aan de zijkanten van de bek uitsteken. De vorm van de slagtanden verschillen per dier. Zijn naam dankt het aan de knobbels onder zijn ogen en op zijn snuit, die uit verdikte huid bestaan. De huid is, op wat borstelharen en wimpers na, nagenoeg kaal en grijs van kleur. Over de rug lopen donkere manen , die op de nek en schouders het langst zijn, en op de onderkaak lopen vaal witte borstelharen . Het knobbelzwijn heeft een lang, dun staartje met een kwastje aan de staartpunt. Het heeft een korte hals.
Het knobbelzwijn wordt 90 tot 152 centimeter lang en 45 tot 150 kilogram zwaar. De schouderhoogte is 55 tot 85 centimeter en de staart is 35 tot 50 centimeter lang. Vrouwtjes zijn lichter dan mannetjes, ongeveer 45 tot 75 kilogram, terwijl mannetjes ongeveer 60 tot 150 kilogram wegen.