Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
21-07-2010
Huisdieren in de zomer
Huis)dieren in de zomer: hou hun hoofd koel!
In de zomer kan het wel eens heel warm worden. Als het dan ook een paar dagen niet regent, heb je het gevoel dat je nergens meer kan afkoelen. Zwemmen is dan het enige dat enigszins verfrissing biedt. Denk tijdens zon hittegolf ook aan je dieren. Zij hebben het vaak nog lastiger dan jou.
Algemeen In de zomer is er één regel die bij alle dieren geldt: voorzie voldoende (fris) water. Dat is van levensbelang bij zowel konijnen, katten, honden, schapen, paarden, kippen als vissen.
Vissen Door hoge temperaturen komt er minder zuurstof in het water van je vijver. Dat komt omdat meer zuurstof gaat naar de afbraak van bacteriën die door de warmte sneller vermenigvuldigen. Weinig zuurstof in het water is nadelig voor je vissen, want zij hebben die zuurstof nodig om te overleven. Als je merkt dat je vissen wel heel veel naar de oppervlakte komen om adem te happen, dan kan dat een teken zijn om in te grijpen. Een fonteintje is een eenvoudige oplossing voor je probleem omdat dat turbulentie en zuurstof in het water brengt. Tegenwoordig heb je heel goedkope modellen die je gemakkelijk kan installeren.
Konijnen Zitten je konijnen in een hok, dan moet dat hok in de schaduw staan, want konijnen kunnen moeilijk afkoelen door hun dikke vacht. Leven je konijnen in een ren, dan voorzie je beter schaduwplekjes. Je zal zien dat ze daar languit zullen liggen op warme dagen. Let vooral op bij zwaardere konijnen en bij grote rassen zoals de Franse langoor en de Vlaamse reus: zij hebben het extra moeilijk tijdens warme periodes.
Schapen Op voorhand zou je je schapen moeten beschermen tegen hitte door ze te scheren. Hun dikke winterwol kunnen ze wel missen tijdens een warme zomer. Als je je schapen in de zomer nog moet scheren, dan doe je dat beter niet in de volle zon. Ze zouden kunnen verbranden. Schapen hebben ook schaduwplekjes nodig in hun weide. Heb je geen bomen, dan kan je oude parasols gebruiken.
Honden Honden en vooral de oudere exemplaren, kunnen het enorm moeilijk hebben met warmte en hitte. In een warme auto of bij activiteiten waarvan ze het heel warm krijgen, zal een hond de hitte te lijf gaan door te gaan hijgen. Bij veelvuldig hijgen irriteert zijn keel en krijgt hij een zuurstoftekort. Als de lichaamstemperatuur dan ook blijft stijgen, kan dat na een tijdje fataal worden voor je trouwe viervoeter. Herken oververhitting dan ook op tijd. Hijgen, kwijlen, braken en (bloederige) diarree zijn allemaal tekenen aan de wand. Om dat te voorkomen, voorzie je beter een koele en schaduwrijke plek voor je hond. In de tuin kan dat ergens onder een boom zijn, in huis is dat misschien de koele berging of een donkere achterkamer. Een hond die langdurig blootgesteld wordt aan zonlicht kan ook verbranden. Hou je hond dus niet te lang in de volle zon, zeker niet tussen 10 en 16 uur. Vooral lichtgekleurde en kortharige honden kunnen daarvan last ondervinden.
Katten Katten hijgen net als honden als ze het te warm krijgen. Toch zie je katten niet zo vaak hijgen als honden. Dat komt omdat ze grote hitte goed kunnen verdragen. Je ziet zelfs dat ze die warmte opzoeken. Als ze het echt te warm krijgen, gaan ze zelf een koel plaatsje opzoeken. Het feit dat ze overdag niet zo heel veel doen en voornamelijk slapen, maakt de warmte ook iets draaglijker. Let goed op bij kittens, oudere, dikkere en langharige katten. Zij ondervinden het meest last van warme dagen.
Kippen Kippen kunnen een beetje zon af en toe best wel gebruiken, maar ze houden er niet van om een hele dag te braden in de volle zon. Bij te hoge temperaturen laten ze er zelfs het leven bij. Schaduwplekjes in hun ren zijn dan ook heel erg belangrijk. Probeer ook hun hok in de schaduw te plaatsen.
Paarden Paarden en ponys kunnen tegen hitte. Althans in rust en als het niet te vochtig is. Wil je met je paard gaan rijden op extreem warme dagen, dan kan het dier al snel heel warm krijgen en overal beginnen te zweten. Is het erg vochtig, dan zal dat zweet niet kunnen verdampen en kan je paard dus niet afkoelen. Het zal alleen vocht verliezen. Het is dus beter je paard of pony in de schaduw te houden op warme dagen. Lichtkleurige paarden, zoals schimmels, kunnen zelfs verbranden in de zon. Zweetdekens zijn af te raden omdat ze wel het zweet opvangen, maar het paard niet de kans geven af te koelen.
De waterspitsmuis is een fors gebouwde spitsmuis (kop-romplengte 70-105 mm, gewicht 9-25 g en staartlengte 45-77 mm) met een donkere tot zwarte bovenzijde en een witte buikzijde. Achter de oren is vaak een witte vlek te vinden. Regelmatig worden volledig zwarte (melanistische) exemplaren aangetroffen. Aan de onderzijde van de staart bevindt zich een rij stijve borstelharen. De waterspitsmuis heeft, net zoals de beide bosspitsmuizen en de dwergspitsmuis, roodgekleurde tandpunten.
De waterspitsmuis komt voor in waterrijke biotopen met een rijke oevervegetatie en structuurrijke, zacht glooiende oevers. Niet al te steile beekoevers, oevers van vijvers en meren, kwelzones, overstromingszones van grote rivieren, moerassige gebieden en rietkragen vormen in Vlaanderen het biotoop bij uitstek van deze soort, die ook wel 'de otter onder de spitsmuizen' wordt genoemd. In Noord-Europa en Groot-Brittannië is de binding met water minder sterk en worden waterspitsmuizen ook aangetroffen in loofbossen, houtkanten, (vochtige) graslanden, graanakkers en maaiselhopen.
Net als de andere spitsmuizen eet de waterspitsmuis vooral ongewervelden, maar ook kleine visjes. Waterspitsmuizen zijn goede zwemmers en zoeken hun voedsel in het water. Aquariumexperimenten toonden aan dat ze vooral vissoorten vangen die zich bij onraad tegen de bodem drukken. Andere prooien die in het water worden gevangen zijn kokerjufferlarven, steenvliegenlarven, waterpissebedden (Asellus sp.), vlokreeftjes (Gammarus sp.) en mosselkreeftjes, maar ook kikkervisjes en salamanders. Kikkers worden enkel gegeten als de omstandigheden slecht zijn. Afhankelijk van de omstandigheden, het voedselaanbod en de aanwezigheid van concurrerende spitsmuissoorten, wordt een deel van het voedsel op het land gevangen (o.a. vliegen en muggen, slakken, regenwormen, kevers, spinnen en pissebedden).
Meer info over de ecologie van de waterspitsmuis vind je hier