Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
30-01-2012
Kijk je hond in de ogen
Kijk je hond in de ogen
Honden verstaan echt wat hun baasje zegt. Niet alleen wat je zegt is belangrijk, ook het oogcontact laat je hond niet koud. Dat staat te lezen in het vakblad Current Biology.
Volgens onderzoeker Jszsef Topal van de Hungarian Academy of Sciences lijkt de manier waarop honden signalen oppikken op dat van kinderen tussen zes maanden en twee jaar. Oogcontact is hierbij heel belangrijk. "Honden kijken naar onze ogen om beter te begrijpen wat we bedoelen en waarom we het zeggen. Net als kleuters zijn ze dus gevoelig voor onze lichaamstaal, voor signalen die onze bedoeling verraden."
De wetenschapper kwam tot deze conclusie nadat hij honden had getest. De honden kregen een video te zien van een persoon die 'dag hond' zei in verschillende toonaarden en met verschillende manieren van oogcontact. Wat bleek? Als de hond rechtstreeks werd aangesproken met een hoge stem, dan was de hond meer geneigd om de handelingen van de spreker te volgen. Een lage stem zonder oogcontact wekte duidelijk minder interesse.
'k Vond dit zo mooi.... de schrijver(ster) ervan is onbekend.
Een klein gevlekt winterkoninkje Verloor plotseling zijn woninkje Door een zware storm vernield 't enige dat het vogelke in bescherming hield
In bar en ijzig koud zoeken alle dieren groot en klein Naar een huisje, 't mag best simpel zijn... Het winterkoninkje dus heengevlogen Op zoek naar een beter onderkomen
IJverig en met grote spoed Zoekt het gevederde beestje hier en daar Al drukdoende, met niet opgegeven moed Al het bouwmateriaal bij elkaar
Twijgjes, blaadjes, stukjes hout ineengevlochten 't stopt alles bij elkaar het ijzige tochten Het nieuwe huisje is nu helemaal klaar En ergens... niet ver vandaar
Weerklinkt in heldere tonen Statig het koninklijke lied 't nieuwe paleisje in een heg verscholen Je kan véél zoeken, vinden doe je 't niet!
Een vrije zondagmiddag, met een stralende zon en een zacht briesje. Ideaal weer om de hond buiten te laten. Maar het moet zowel voor de baas als voor de hond een aangename tocht worden. Daarom hebben we voor jullie enkele tips op een rijtje gezet die jullie leven veel aangenamer kunnen maken. Het zijn maar kleine dingen die wel een wereld van verschil kunnen betekenen.
Vergeet nooit dat een hond slecht tegen de warmte kan. Een hond verliest zn warmte langs de voetzolen en via zn tong. Daarom hijgt hij altijd. Ga dus nooit wandelen bij onmenselijke temperaturen.
Houd rekening met de afstand van de wandeling. Dit geldt zowel voor de wandelaar als voor de hond. Als de hond opmerkt dat de baas door zn beste krachten doorzit, durft hij zich wel eens op eigen initiatief uit te leven. Als de baas daarentegen een betere conditie heeft dan de hond moet hij er op letten dat het dier niet uitgeput raakt.
Loop zeker in het begin dikwijls met de hond aan de lijn. Zo weet hij immers dat hij niet altijd vrij kan rondlopen. Oefen in deze periode ook op wat drukkere plaatsen. Zo leert hij gedragingen van een grotere massa mensen kennen, maar heb je hem toch altijd onder controle.
Wandel met je hond niet alleen over de zachte berm of door velden. Als je samen met hem regelmatig over een verharde ondergrond loopt, kweekt hij eelt op zn pootjes. Dat stelt hem in staat om later grotere afstanden af te leggen zonder dat hij daardoor gekwetst raakt.
Bij warm weer moet er voor de hond genoeg mogelijkheid zijn om te drinken. Voor een grote hond moet je toch al rekenen op 1 liter water voor een tocht van 3 kilometer.
Loopt je hond los, verwittig hem dan niet als je plots een zijweg inslaat. Hij moet aan jou zelf aandacht schenken. Bij herhaaldelijke verwittigingen zal zijn aandacht verslappen. Roep hem wel iets toe als er andere wandelaars langskomen, je kan maar op zeker spelen.
Hij mag niet trekken aan de lijn. Het is immers de bedoeling dat het voor baas en hond een aangename ontspanning is. Krachtmetingen horen hier dus niet thuis.
Als je met meerdere honden wandelt, houd er dan rekening mee dat hun gedragingen anders zijn dan wanneer je met elk apart gaat wandelen. Een hond voelt zich sterker in groep en zal zich sneller impulsief tot agressief gaan gedragen.
Zorg ervoor dat de hond zich op zijn gemak voelt. Neem hem nooit op zn eerste wandeling mee in een drukke wandelstraat. Zowel baas als hond moeten mekaar begrijpen en vertrouwen vooraleer zich op drukke en lawaaierige plaatsen te wagen. (bron : Hondencentrum)
Ook hedendaagse vertegenwoordigers van de Canidae, zoals de huishond, de wolf, de dingo, de vos en andere soortgenoten, hebben zich via de weg van de evolutie tot jagers ontwikkeld, hoewel zij hun dierlijk voedsel altijd op veel grotere schaal met groenvoer hebben aangevuld dan de Felidae of katachtigen, die daar niet de minste neiging toe voelden.
Toch zijn er grote verschillen in de manier waarop hondachtigen en katachtigen de jacht in de praktijk brachten, en dit is een essientieel gegeven, willen wij het gedrag van onze huishond en huiskat beter begrijpen. De hondachtigen werden groepsjagers, die een roedel vormden teneinde hun gemeenschappelijke prooi op te jagen en te doden. De katachtigen daarentegen werden in de regel solitaire jagers, die andere hulpmiddelen zochtenl een katachtige gaat in een hinderlaag liggen en vertrouwt op zijn snelheid om zijn prooi te verschalken.
Er zijn uiteraard ook uitzonderingen. Bepaalde hondachtigen, zoals de coyote in het westelijk deel van de Verenigde Staten, gaan vaker alleen op jacht. (Het is waarschijnlijk geen toeval dat coyotes uitstekende muizenvangers zijn; hun voedsel bestaat dan ook grotendeels uit knaagdieren.) Bepaalde katachtigen, zoals de leeuw, geven de voorkeur aan het leven in kuddeverband. Het is in dit verband interessant te weten dat de soorten grote hoefdragende dieren, waarop door leeuwen jacht wordt gemaakt, min of meer dezelfde zijn als die welke bepaalde katachtigen, bijvoorbeeld de wolf, als hun prooi kiezen.
Uit deze 'keuzes' van jachtmethode en dus van levenswijze, zoals die door reeds lang uitgestorven voorouders werden gemaakt, is in sterke mate het gedrag van hedendaagse Felidae en Canidae ontstaan. Het leven in kuddeverband, zoals de hondachtigen dat doen, vereist van het betreffende dier een hoge mate van gesocialiseerd gedrag. Een kuddedier is zich van zijn positie bewust: aan een aantal leden van de kudde is hij ondergeschikt, en hij staat zelf in rang weer boven een aantal anderen. Het kuddedier vertrouwt op zijn lotgenoten en staat hen bij waar dat nodig is. Het groepsgedrag vormt de hoeksteen van zijn bestaan, en hetzeflde geldt voor een strenge hierarchie.
De eenzame levenswijze van de individueel jagende katachtigen vereist een onafhankelijk karakter dat in de regel zwakkere dieren zijn wil oplegt en sterkere dieren uit de weg gaat. De overlevingsmogelijkheden van de solitair worden door zijn individuele vaardigheden, kundigheden en kennis bepaald. Zelfstandig optreden en op basis van de omstandigheden genomen beslissingen vormen de hoeksteen van zijn bestaan.
De manier waarop de mens in dit natuurlijk proces ingrijpt - en daarmee bedoelen we de domesticatie - heeft natuurlijk wel enige invloed gehad. Wij bieden onze katten meer dan voldoende voedsel en een veilig onderdak en daardoor wordt interactie binnen de groep meer voor de hand liggend. Op natuurlijke wijze doet dit verschijnlijk zich ook voor binnen groepen in het wild levende katten, die overal ter wereld ontstaan op plekken waar de mens zijn afval verzamelt of deponeert. Dit dient ook ter verklaring van het groepsgedrag dat waarneembaar is in huizen waar meerdere katten wonen of waar een kat en een hond samen de levende have vormen. Als aan alle materiele behoeften wordt tegemoetgekomen, is het instinctief gedragspatroon van de kat eerder tot aanpassing bereid.
Contact tussen een allergene stof en het lichaam kan een reactie van het immuunsysteem uitlokken die gekenmerkt wordt door huidproblemen of problemen met de luchtwegen (rhinitis, hoest, astma). Katten blijven evenmin gespaard van dit allergisch fenomeen!
Insecten en voeding
Een van de belangrijkste oorzaken van huidproblemen bij onze geliefde poezen zijn vlooien . De irriterende beet veroorzaakt jeuk en het speeksel van de insecten kan daarbovenop voor een zware huidallergie zorgen. Katten die daar last van hebben zouden het hele jaar door preventief tegen vlooien moeten worden behandeld. Bij sommige katten kan ook de voeding de oorzaak van een allergie zijn. Via een voedingstest op basis van een speciaal regime kan de diagnose van deze voedselallergie gesteld worden en kan op zoek worden gegaan naar een regime dat uw kat beter verdraagt. Een allergie voor voedsel uit zich in huidproblemen en/of diarree.
Atopie
Atopie is een erfelijke vorm van overgevoeligheid, waardoor het immuunsysteem overgaat tot een abnormale productie van antistoffen bij contact met bepaalde stoffen in de lucht. Bij katten uit zich dat in huidproblemen die verschillen al naar gelang de periode van het jaar en het individu. De huid is rood en na hevig en lang krabben kan er hyperpigmentatie ontstaan (overmatige pigmentvorming, i.c. donkere vlekken of strepen op sommige plaatsen). Er kan ook otitis (middenoorontsteking) optreden. Als de aandoening niet wordt behandeld, kan een secundaire bacteriële infectie leiden tot het ontstaan van knobbeltjes. De ziekte is vaak moeilijk te behandelen en gebeurt via toediening van geneesmiddelen die de jeuk moeten verzachten, van shampoos en essentiële vetzuren. Bij katten wordt momenteel een geneesmiddel getest dat het immuunsysteem regelt en moet helpen om de ziekte te bestrijden. Het middel is wel al beschikbaar voor honden die last hebben van atopie . Het bevat een stof met de naam « ciclosporine », een extract van een paddenstoel en dus een natuurlijk product. Astma
Astma ontstaat bij contact met allergene stoffen zoals pollen, mijten, huidschilfers van mensen, sigarettenrook, Katten kunnen dan een allergische reactie krijgen die zich uit in een contractie van de spieren in de wand van de bronchiën. Dat leidt tot plotselinge ademhalingsproblemen, waardoor de kat vaak met opengesperde bek gaat ademen. Deze astmacrisis wordt vaak voorafgegaan door een droge hoest. Een radiografie van de longen kan helpen om de ziekte vast te stellen. De beste behandeling bestaat erin om de oorzaak van de allergie te elimineren, maar dat is niet altijd mogelijk, omdat de juiste oorzaak vaak niet bekend is! In dat geval is een behandeling aangewezen op basis van corticoïden en bronchodilaterende middelen.
Veel honden krijgen al of niet regelmatig een mergpijp. Toch is dit typisch iets waarbij geldt: het gaat goed totdat het fout gaat Gevaar 1: Laatst kwam een hond bij de dierenarts met als klacht dat hij niet kon poepen. Bij onderzoek bleek dat hij allemaal splinters van een mergpijp in zijn darmen had, waardoor hij niet meer durfde te poepen door de pijn. Het is niet moeilijk je voor te stellen dat dit erg pijnlijk voor de hond is,en als je er niet op tijd bij bent kunnen de splinters de darmen perforeren. Gevaar 2: Met gepaste regelmaat komt bij ons op de dierenkliniek een hond met een mergpijp om de onderkaak. Meestal zit die dan dermate klem dat hij er afgezaagd moet worden. Het hangt van het temperament van de hond af of dit met- of zonder roesje moet gebeuren. Gevaar 3: Als een mergpijp niet alleen om de onderkaak zit van de hond, maar ook nog de tong van de hond tussen de mergpijp zit bestaat er verstikkingsgevaar!
Hier ziet u Quentin, een patient van de dierenkliniek, met een mergpijp klem om zijn onderkaak.
Wat kun je zelf doen? Preventie: Let op de maat van de mergpijp. Hij moet of veel te groot zijn om klem te komen te zitten, of zo klein dat hij niet om de onderkaak past. Ontbijtkoek is iets dat eigenlijk in een EHBO-set van de hondenbezitter thuishoort vanwege de omhullende werking van scherpe randen. Merk je dat je hond zo fanatiek kluift dat de splinters er van af vliegen, kun je beter geen mergpijp meer geven. Zit de mergpijp eenmaal klem om de onderkaak, kun je voorzichtig proberen hem er weer af te manoeuvreren. Als dit niet lukt ga dan snel naar de dierenarts voordat de tong klem komt te zitten!
Gedrag Honden kunnen van alles doen om aandacht van de eigenaar te trekken. Eén van die dingen kan zijn: het eten van vreemde voorwerpen (ook wel pica genoemd). Eigenaren reageren vaak meteen in verband met het gevaar dat het eten van een vreemd voorwerp nu eenmaal met zich meebrengt. Het geven van ontbijtkoek na het eten van iets met scherpe randjes kan zelfs direct belonend werken. Ik wil hiermee niet zeggen dat je geen ontbijtkoek moet geven om de scherpe randjes in te pakken in de koek, maar wees ervan bewust dat de hond het als beloning kan opvatten. Een beloning heeft als effect dat een gedraging vaker zal optreden. Het is maar dat je het weet!
Voor u samengevat uit "Dierenartsenwereld mei 2010" en naar een voordracht van Prof. Peyron (Lyon)
Wat is toxoplasmose ?
Toxoplasma is een parasiet die de mens dikwijls onopgemerkt besmet en meestal wordt er snel een immuniteit opgebouwd. Maar, bij zwangerschap bestaat het gevaar dat het ongeboren kind besmet raakt via de placenta en hierdoor een ernstige aandoening ontwikkelt als de moeder geen antistoffen heeft om de parasiet tijdig te onderdrukken.
Omdat de kat(achtigen) de eindgastheer van deze parasiet is/zijn, wordt de kat nogal snel als de boosdoener beschouwd en soms zelfs uit het gezin geweerd. Maar is dit wel echt nodig ?
Toxoplasma cyclus
De eindgastheer van de parasiet, dus de kat(achtigen), scheidt oöcysten uit (= een soort eitjes) die in de omgeving terecht komen. De mens en de andere dieren kunnen besmet worden doordat ze accidenteel deze oöcysten op nemen.
Uiteraard zijn de oöcysten uit de kattebak een duidelijk risico, maar als je een beetje hygiënisch bent is dit een vrij ongebruikelijke wijze waarop je besmet kan worden. Het is vooral doordat de mens met oöcysten gecontamineerd voedsel tot zich neemt (groenten, fruit) dat hij de besmetting op loopt. Ook vlees van besmette dieren is een belangrijke bron van infectie vermits de dieren die we zelf op eten meestal niet ziek zijn door de parasiet en ook aan het vlees geen opvallende afwijkingen te zien zijn die aanleiding geven tot afkeuring van het vlees voor consumptie.
Eenmaal de parasiet via ons spijsverteringsstelsel binnen gedrongen is verspreidt hij zich via de bloed- en lymfebanen over ons lichaam. Normaal gezien komt er dan een immuniteitsreactie op gang die ongeveer 10 dagen duurt en die de parasiet verplicht zich in te kapselen in een soort ruststadium ("cyste"). Zo wordt ook verdere besmetting geneutraliseerd. Deze reactie zorgt er ook voor dat we niet echt ziek worden van de besmetting.
Toch bestaat bij een zwangere vrouw die geen of onvoldoende afweerstoffen heeft in die periode wel het gevaar dat de parasiet door de placenta dringt en de ongeboren baby gaat besmetten.
In een vroeg stadium van zwangerschap zal er snel aanleiding zijn tot een miskraam. Hoe verder de zwangerschap, hoe groter het risico dat de baby besmet geraakt, maar ook hoe lager het risico dat de baby er iets ernstig aan over houdt. In vroegere stadia kunnen echter belangrijke organen van de baby aangetast worden zoals de lever, het hart, de hersenen en centraal zenuwstelsel etc. Besmette baby's die ogenschijnlijk normaal geboren zijn kunnen in de loop van hun kindertijd soms plots oogletsels ontwikkelen.
Hoe kan een vrouw weten dat ze besmet werd tijdens haar zwangerschap ?
Vermits de ziekte bij de volwassenen meestal zonder duidelijke klinische symptomen verloopt is het noodzakelijk beroep te doen op bloedonderzoek : een vrouw die negatief test voor Toxoplasmose voorafgaand aan of in het begin van haar zwangerschap en gedurende de zwangerschap positief wordt, is nagenoeg met absolute zekerheid besmet geweest tijdens haar zwangerschap. Er zijn dan uiteraard behoorlijke risico's voor de baby, maar toch is het dan slechts in 30% van de gevallen dat de parasiet doorheen de placenta bij de baby geraakt.
Om het zeker te weten of de baby zelf besmet werd en er dus risico's zijn op belangrijke afwijkingen, moet men de vrucht zelf onderzoeken. Dit kan door vruchtwaterpunctie, echografie of in twijfelgevallen kan zels een NMR-scan gedaan worden.
Een besmette baby wil daarom nog niet zeggen dat dit dramatisch moet verlopen en dikwijls kan behandeld worden met geschikte middelen om de parasiet te bestrijden. Echter, als er zware afwijkingen zijn op echografie kan het nodig zijn om een zwangerschapsonderbreking te overwegen.
En wat nu met de kat ??
Het is belangrijk te beseffen dat de verspreiding van oöcysten door de kat en dus het contaminatierisico, vooral groter is bij jonge katten die zelf nog immuniteit moeten ontwikkelen. Bij een infectie kunnen ze gedurende 1 à 2 weken massaal veel oöcysten uitscheiden.
Ook katten die veel jagen of zwerfkatten zulllen een grotere verspreiding geven dan katten die in huis gehouden worden en commerciëel voeder krijgen.
Bij oudere katten is het risico op verspreiding van de parasiet al heel wat lager, tenzij ze een slecht immuunsysteem hebben zoals bvb. bij kattenaids, leucose of zelfs tijdelijk door besmetting met een andere ziekte en dan kunnen ze op oudere leeftijd toch soms periodes van massale verspreiding van oöcysten hebben.
MAAR : DE OÖCYSTEN WORDEN UITGESCHEIDEN MET DE STOELGANG EN KOMEN NIET VOOR OP DE VACHT VAN DE KAT !!
Bij een normale hygiëne (waarbij direct contact met de uitwerpselen van de kat dus vermeden wordt ) ligt het besmettingsrisico dus niet zozeer bij de kat de je in huis hebt, maar veeleer bij groenten, fruit en vlees die vooraf gecontamineerd werden met oöcysten afkomstig van "een" kat. Bij gevogelte, schape-, geite- en varkensvlees zou er meer risico zijn dan bij rundsvlees. Ook onzuiver drinkwater kan een bron van besmetting zijn. Van eieren en melk is het hoogst twijfelachtig of die een reëel gevaar voor besmetting kunnen inhouden.
Wat zijn dus de risicofactoren ??
* eten van onvoldoende verhit vlees wordt unaniem aanvaard als het grootste risico
* ook het onvoldoend wassen van groenten en fruit of rauwkost buitenshuis eten wordt als risico gezien, maar er bestaat minder eensgezindheid over
* bij eieren en melk is het risico waarschijnlijk nihil, alsook voor het water dat in onze contreien geconsumeerd wordt. Toch is het noodzakelijk om niet-leidingwater vooraf goed te koken !
* slechte hygiëne van handen en keukengerei.
Het in huis hebben van een kat en zelfs het verversen van de kattebak wordt momenteel NIET als een groot risico ingeschat, maar er dan wel van uitgaand dat een goede hygiëne in acht genomen wordt !! Handschoenen gebruiken bij het verversen van de kattebak en handen grondig wassen zijn een absolute vereiste. Het is tevens aan te bevelen om de kat commerciëel blikvoer te geven.
Het risico voor besmetting is nooit onbestaande, maar de kans dat de kat als schuldige dient aangemerkt te worden is, bij een normale hygiëne wel te verstaan, minimaal.
Vraag jij je ook af waarom je hond pas gaat zitten nadat hij de uitverkoren plek in cirkeltjes verkende? Wij wel, want eerlijk gezegd lijkt dat wat vreemd en zelfs dom. Maar toch doet een hond dat niet zomaar...
Het gaat namelijk om een instinctief gedrag, dat terug gaat naar de tijd waarin honden nog in groepen in het wild leefden.
Plat Door in cirkeltjes rond te lopen, maakten de wilde honden het uitverkoren plekje vlakker en comfortabeler om op te zitten. Bovendien stampten ze niet alleen de hoge grassen neer, maar duwden ze ook eventuele stenen weg. In de winter ging het dan weer om het platstampen van de sneeuw, zodat ze een comfortabeler 'bedje' kregen.
Vijanden En daar bleef het niet bij, want tegelijkertijd checkten ze de omgeving ook op ongewenste diertjes of vijanden. Denk bijvoorbeeld aan vervelende insecten of zelfs slangen. Als hij die ontdekte, kon de wilde hond ze wegjagen of zelf verder zoeken naar een geschikt plekje.
Kussens Voor ons lijkt het misschien gek dat onze gedomesticeerde honden ook in cirkeltjes op het tapijt lopen of op hun kussen, maar ook dat is normaal. Voor hen is het een routine, een soort ritueel voor het slapengaan. Vergelijk het met het opschudden van onze kussens voor we in bed kruipen. En dan is het besluit: zo verschillend zijn wij helemaal niet... (lbs)
Een jonge hond die op en neer stuitert in een korenveld is één van de jongste klikhits op YouTube. Het dier wordt beschreven als de vrolijkste hond ter wereld, en de Huffington Post wil nu nagaan of dat wel echt zo is. De krant houdt nu een verkiezing van de vrolijkste hond ter wereld, en de stuiterende hond heeft al flink wat concurrentie. Zo is er een hond die piepend van blijdschap aan de voeten van zijn baasje gaat liggen als die terugkomt uit Afghanistan, of Bunk, die als een dolle door een kamer rent en alle ballonnen kapotbijt. (ad/sam)
AMSTERDAM - Na het eerste levensjaar ligt de voorpootvoorkeur van katten vast.
Kijk, een stukje tonijn! De onderzoeker, een Ierse dierpsycholoog, laat de kat er even aan ruiken; dan gaat de lekkernij in een (open) glazen potje. Kat erop af, natuurlijk: met een van zijn voorpoten hengelt het diertje naar de vis. En de onderzoeker noteert met welke poot het eerst.
Dat blijkt bij kittens van twaalf weken nog niet uit te maken, na een half jaar begint er een patroon te ontstaan en na een jaar hebben de meeste katten een duidelijke voorpootvoorkeur: de meeste katers zijn links, de meeste poezen rechts. En katten die goed konden hengelen, hadden tegen die tijd in totaal anderhalve kilo tonijn binnen kunnen krijgen, zo vaak werd het experiment herhaald.
Dierpsychologen uit Belfast beschrijven hun onderzoek onder 37 rasloze huiskatten, allemaal geen familie van elkaar, in een artikel dat ze online publiceerden in het Journal of Comparative Psychology . Van de twaalf jonge katjes die ze volgden van twaalf weken tot een jaar oud, had slechts één van de vijf katers na een jaar geen duidelijke voorkeurspoot. De andere vier katers waren op éénjarige leeftijd duidelijk links en alle zeven vrouwtjes rechts. Daarnaast testten de Ieren nog elf katten van een half jaar en veertien katten van een jaar oud. Daarbij vonden ze een vergelijkbaar voorkeurspootpatroon, dat waarschijnlijk stabiel blijft. Dit suggereert, schrijven de onderzoekers, dat links- of rechtspotigheid ten minste deels biologisch bepaald is. Misschien dat katten die met broertjes of zusjes opgroeien, daar ook nog door worden beïnvloed. Dat moet apart worden onderzocht.
Ook allerlei andere dieren hebben een 'voorkeurskant', zoals bultrugwalvissen, zeeleeuwen, duiven, kippen, honden, muizen en padden. Maar behalve bij mensen en primaten is het verschijnsel eigenlijk nauwelijks onderzocht.
Je huisdier moeten afgeven is geen pretje. Maar zonder trouwe viervoeter door het leven gaan is voor dierenliefhebbers vaak nog lastiger. Wanneer neem je een nieuw dier in huis?
Voor je aan een nieuw huisdier denkt, neem je best de tijd om afscheid te nemen van je vorige kameraad. Neem de tijd om te rouwen, want je kan niet zomaar het ene huisdier voor het andere inwisselen. "Elk huisdier heeft immers zijn eigen persoonlijkheid", zegt dierenarts Sheri Morris aan Web MD. "Je mag je overleden huisdier gerust nog een tijdje missen. Als je voelt dat je nood hebt aan gezelschap tijdens wandelingen of bij je thuiskomst van het werk, dan weet je dat de tijd rijp is om aan een nieuwe kompaan te denken."
Een nieuw dier in huis is natuurlijk wennen. Voor jou, maar zeker ook voor het dier. Laat je nieuwe vriend rustig zijn territorium onderzoeken. Blijf de eerste weken zoveel mogelijk in de buurt, zodat je op tijd kan reageren als er problemen zijn. Heb je nog andere huisdieren, gun ze dan ook de tijd om kennis te maken met de nieuwkomer. De eerste weken is het serieus wat aftasten, maar na een goede maand is het weer helemaal zoals tevoren.
Is je kat een speelvogel en heeft ze het om je meubelen gemunt? Neem het haar niet te kwalijk. Katten zijn nu eenmaal van nature krabbers. De oplossing? Een krabpaal!
1) Een krabpaal kan je best van bij het begin in huis halen. Want als de kat al aan een stoel of ander meubel krabde voor de krabpaal er was, dan heeft ze daar haar geur afgezet met de geurklieren in de voetzolen en zal ze telkens naar deze plek terugkeren.
2) Veel katten krabben ook aan je spullen in huis om aandacht te vragen. Als je telkens op die vraag ingaat, wordt je kat dit natuurlijk gewoon en zal ze dit blijven doen.
3) Zorg ervoor dat de krabpaal op een aantrekkelijke plek staat. Zet je hem in een verlaten hoekje, dan zal je kat de neiging hebben om meer centrale plekken op te zoeken. Lees: zetel of tafel!
4) Kies een goede krabpaal uit. Is de paal wankel of is er te weinig krabgedeelte, dan zal je kat hem gauw links laten liggen.
5) Had je kat een lievelingsstoel om aan te krabben voor je een krabpaal in huis haalde? Bedek deze stoel dan tijdelijk met aluminiumfolie of dik plastic.
6) De kat kan je regelmatig naar de krabpaal lokken met speeltjes. Besprenkel hem indien nodig met feromonenspray, zo zal je kat zich in een mum van tijd weer op haar gemak voelen.
In de praktijk wordt voor haast 90 procent zuiver leidingwater gebruikt voor het vullen van aquaria. Daardoor hangt ook de basiskwaliteit van het aquariumwater rechtstreeks af van de deugdelijkheid van het drinkwater, die echter in toenemende mate gehypothekeerd wordt door milieuvervuiling en intensieve landbouw (overbemesting, pesticidengebruik). Als gevolg daarvan vinden wij in het water ongeveer overal sporen van nitraten, herbiciden, koolwaterstofverbindingen en zware metalen. Daarbij komt dat de samenstelling van het water door bewerking in de waterbed rijven volkomen veranderd wordt. Voor waterplanten belangrijke voedingsstoffen als ijzer, mangaan en koolzuur worden verwijderd omdat ze de leidingbuizen beschadigen, en vruchtbare organische bestanddelen vlokt men uit. Meestal wordt het water bovendien nog op een alkalische pH-waarde ingesteld.
Belangrijk: Een volledige analyse van uw drinkwater kunt u aanvragen bij de watermaatschappij. Om de opgesomde redenen brengt het gebruik van drinkwater voor onze aquaria meestal een aantal problemen met zich mee, bijvoorbeeld:
het ontbreken van voedingsstoffen voor planten
het ontbreken van beschermende organische colloïden voor de vissen
een te hoog nitraat- en fosfaatgehalte Uitsluitend leidingwater gebruiken als basis voor een aquarium is in heel wat streken dan ook niet meer aan te bevelen. Ter verbetering van de kwaliteit kan men mengen met gedistilleerd water, gezuiverd water of met water dat uit een bron komt in een gebied waar geen inspoeling van landbouwgrond plaatsvindt en waarvan u de voornaamste parameters laat bepalen (vraag dat bij een aquariumvereniging in uw buurt).
Wateranalyse
Voor de wetenschappelijk geïnteresseerde aquariaan gaat door de analyse van zijn aquariumwater een volledige wereld open, maar voor een "gewone" hobby-aquarist roept ze meestal vraagtekens en dus ongerustheid op. Aangezien men zijn vissen alleen soortgericht kan houden wanneer men weet in welk water ze zwemmen, moet iedere siervissenhouder vertrouwd zijn met de voornaamste waterparameters. Die kennis is ook van belang om de plantengroei tot een goed einde te brengen. Bovendien zijn de werking en de betekenis van technische middelen en het optreden van algenplagen alleen te begrijpen door ze te koppelen aan de waterchemie. Daarom zal ik in de volgende hoofdstukken de voor aquariumkunde belangrijkste parameters zo begrijpelijk mogelijk beschrijven en op de onderlinge samenhang wijzen.
De Amerikaanse matkop heeft een eigen Code Orange ontwikkeld. De chickadie-roep van de koolmeesachtige zangvogels vertelt niet alleen uit welke hoek het onheil dreigt, maar ook hoe gevaarlijk het is. Wanneer er behoefte is aan communicatie, dan ontwikkelt de natuur die, begrijpt een gedragsonderzoeker.
Het was een vreemde proefopstelling: een volière in het bos waarin een groepje Amerikaanse matkoppen (Poecile atricapilla) gevangen zat. Daaromheen waren biologen in de weer met roofvogels om de zangvogeltjes de stuipen op het lijf te jagen. Ze droegen verschillende valken, haviken en uilen aan. Ze wilden horen en zien hoe de vogeltjes op de roofvogels zouden reageren. En dat alles in naam van de wetenschap. Wat het tot wetenschap maakte was dat biologen Christopher Templeton, Erick Greene en Kate Davis van de Universiteiten van Montana en Washington de vogelgeluiden opnamen van de vogels. Ze analyseerden meer dan vijfduizend alarmroepen op toonhoogte en tijdsduur. Het was bekend dat de vogeltjes grofweg twee kreten kennen: siet en chickadie. De eerste kreet uiten de vogels bij vliegend gevaar zoals een overvliegende roofvogel. De andere kreet gebruiken ze in alle andere omstandigheden: klein gevaar, groot gevaar, voedsel en herkenning (Hoi!). Maar, ontdekten de biologen, in het bedrieglijk eenvoudige chickadie ligt een wereld aan informatie besloten. Uit analyse van de kreten bleek dat de matkoppen de die uit chickadie een verschillend aantal herhalingen geven. De grote Amerikaanse oehoe bijvoorbeeld is twee herhalingen waard, maar de aanblik van de kleine Noordamerikaanse dwerguil leidt tot vier herhalingen. Toch is het aantal herhalingen geen maat voor de grootte van de vogel, begrepen de biologen. Want een klein uiltje is goed voor vier herhalingen, maar een even grote kwartel levert er hooguit twee op. Het aantal herhalingen lijkt eerder een maat te zijn voor de mate van dreiging. Dit vermoeden werd bevestigd door een vervolgexperiment. De biologen speelden de gevaarkreten terug en keken hoe de matkoppen reageerden. Bij een roep met weinig die-herhalingen kwamen er tussen één en vier andere vogels te hulp. Bij vier herhalingen werd gelijk de hele volière gemobiliseerd. De natuurlijke verdediging van de matkop bestaat eruit dat de diertjes samendrommen bij gevaar en zo de roofvogel proberen af te schrikken of tenminste in verwarring te brengen. Kennelijk vinden de matkopjes een kleine uil gevaarlijker dan een grote. Na een aanvankelijke verwarring begrijpen de biologen nu dat het niet de grootte is die een dier gevaarlijk maakt voor de mezen, maar de wendbaarheid. Een klein uiltje heeft kleinere draaicirkel en kan sneller opvliegen. Het is voor de matkop daardoor moeilijker eraan te ontkomen. De biologen vermoeden nu dat er nog een wereld aan betekenissen in de vogelroep verscholen ligt. Ze weten dat chickadie ook geroepen wordt bij voedsel en herkenning. Ze hebben ook een grote variëteit in chickadie ontdekt: de lengte van die, de pauze tussen chick en die, het interval tussen eerste en tweede die en de toonhoogte. Templeton en collegas zouden als moderne Dr. Doolittles graag ontdekken wat al die zinswendingen te betekenen hebben. Naar aanleiding van het onderzoek concludeert etholoog Christopher Evans uit Sydney: Geavanceerde communicatie is niet voorbehouden aan primaten. Het wijst er eerder op dat complexe communicatie overal in het dierenrijk ontstaat waar er behoefte aan is. Jos Wassink Christopher N. Templeton, Erick Greene, Kate Davis: Allometry of Alarm Calls: Black-Capped Chickadees Encode Information About Predator Size, Science, Vol. 308, p. 1934 1937, 24 juni 2005 Greg Miller: Bird Alarm Calls Size Up Predators, Science, Vol. 308, p. 1853 - 1854, 24 juni 2005
Vlooienallergie Meer onderwerpen over honden vind je hier .
Wat is vlooienallergie? Bij uw hond / kat is de diagnose vlooienallergie gesteld. Dit betekent dat het dier overgevoelig reageert op vlooienbeten. Elke keer als een vlo bloed zuigt, brengt de vlo ook stoffen in de huid van uw huisdier waardoor het bloed even onstolbaar wordt. Ten aanzien van deze stoffen kunnen overgevoeligheidsreacties ontstaan die leiden tot zeer heftige en langdurige jeuk.
Elke keer als een vlo uw dier bijt, treden deze reacties opnieuw op. Een intensieve vlooienbestrijding is belangrijk bij deze problemen, maar helaas soms niet voldoende. Immers, elke hond / kat loopt ondanks de vlooienbestrijding wel eens een vlo op, met als onmiddellijk resultaat nieuwe allergische reacties met de bijbehorende heftige jeuk.
Welke dieren krijgen een vlooienallergie? Waarschijnlijk speelt bij het ontstaan van een vlooienallergie de erfelijke aanleg een belangrijke rol. Daarnaast is ook van belang hoeveel vlooien in de omgeving van het dier aanwezig zijn. Leeftijd speelt geen rol: zowel jonge als oude dieren kunnen een vlooienallergie ontwikkelen. Hoe vaker een dier door vlooien gebeten wordt, des te groter de kans op het ontwikkelen van een allergie! Vlooienpreventie vanaf het begin is dan ook nodig om het ontstaan van deze allergie te voorkomen.
Hoe herkennen we een vlooienallergie? Een vlooienallergie is als volgt te herkennen: * Hardnekkige en heftige jeuk, meestal op het achterlijf; zowel buik, rug als staart. * De jeuk gaat gepaard met ontsteking, korsten en / of kaalheid. * Intensieve vlooienbestrijding helpt, maar helaas is een doorbraak soms niet te voorkomen. * Vlooien zijn zelden of nooit (meer) te vinden. * De jeuk is meestal het hele jaar aanwezig. Wat is er aan te doen? Voortdurende (het hele jaar!) intensieve vlooienbestrijding. Optimaal is het combineren van 2 soorten producten: 1. Een middel dat de vlooien direct doodt en het dier tot de volgende behandeling beschermt tegen een nieuwe besmetting. Voorbeelden hiervan zijn Frontline (druppels in de nek en spray), Advantix en Advantage (druppels voor in de nek) en Tick-Fence (druppels in de nek) en Flea-fence acute (tabletje wat binnen enkele uren alle vlooien op uw huisdier doodt. 2. Een spray voor in huis die alle aanwezige vlooien doodt en de eitjes en larven onschadelijk maakt. Een dergelijke spray hoeft (in combinatie met de vorige middelen) meestal maar 1 keer gebruikt te worden. Om het dier de eerste keer of bij een doorbraak van de jeuk af te helpen worden meestal cortison-tabletten gegeven, soms na een injectie. Bij gebruik volgens de voorschriften is het effect snel en goed en zijn er nauwelijks bijwerkingen, zoals veel drinken en plassen. De allergie gaat hiervan niet over; de symptomen worden slechts onderdrukt. Een doorbraak voorkomen door de bovenbeschreven vlooienbestrijding is dan ook onmisbaar voor een optimale aanpak.
Wat zijn de vooruitzichten? Meestal verloopt de aandoening zeer chronisch: na elke vlooienbeet steken de huidproblemen en jeuk weer de kop op. Genezing van de allergie is niet te verwachten; de symptomen zullen levenslang voorkomen moeten worden door vlooienbestrijding en af en toe behandeld moeten worden bij een doorbraak. Het voornaamste doel van de behandeling is dan ook de situatie voor het dier en de eigenaar leefbaar te maken en te houden.
Hondsdolheid is nog steeds een dodelijke ziekte. Omwille van steeds terugkerende problemen met honden en katten die niet in orde zijn met de regelgeving op hondsdolheid en die door terugkerende vakantiegangers worden meegebracht uit landen buiten Europa, wijst het FAVV nogmaals op het gevaar voor hondsdolheid.
Je mag dan nog een dierenliefhebber zijn, breng nooit zomaar dieren mee uit risicolanden. Hondsdolheid is een infectieziekte veroorzaakt door een virus dat kan worden overgedragen van dieren op mensen. Zodra er symptomen zijn is hondsdolheid bij mens en dier altijd dodelijk. Wereldwijd sterven hierdoor jaarlijks 50.000 mensen. Soms is besmetting via het speeksel mogelijk, al maanden voordat er bij een besmet dier symptomen verschijnen. Het kan zes maanden duren vooraleer de eerste symptomen zichtbaar zijn en deze zijn niet steeds duidelijk in het begin.
Bevestiging van de diagnose bij een dier is bovendien slechts mogelijk na autopsie en hersenonderzoek. Regelmatig keren vakantiegangers terug uit het buitenland met een hond of kat die niet in orde zijn met de Europese regelgeving en die dus hondsdolheid kunnen overdragen. Dit noemt men illegale import. Omwille van het gevaar voor een eventuele besmetting past het FAVV de voorschriften omtrent de invoer van dieren uit door hondsdolheid getroffen landen altijd zeer nauwgezet toe. Euthanasie op een illegaal geïmporteerd dier behoort tot de maatregelen.
Door heftig krabben ontstaan plekken en een geïrriteerde huid (pukkels, schilfers, roodverkleuring). De jeuk kan veroorzaakt worden door ongedierte (vlooien, mijten) of het kan wijzen op een allergie. Allergieeën kunnen we onderverdelen in 3 groepen:
contactallergie , bv onder de vlooienband,
voedingsallergie , bv door rundereiwitten,
omgevingsallergie , bv huisstof.
Hormonaal
Dervingsverschijnselen
Bij castratie komt het voor dat er kaalheid optreedt van de spiegel (= het gedeelte onder de staart), de binnenkant van de achterpoten en de buik. Soms gaat door een hormooninjectie, maar ook wel spontaan, het probleem over.
Schildklierproblemen
Terwijl bij de hond bij afwijkingen aan de schildklier vrijwel altijd sprake is van een te trage schildklier, is dit bij de kat juist het tegenovergestelde. Bij oudere katten komt nogal eens een te actieve schildklier voor. Het gevolg is een onrustige, opgejaagde kat die veel eet en drinkt en toch mager is (dit kan ook het geval zijn bij suikerziekte!). Deze katten zijn de hele dag druk met hun vacht bezig en likken overdreven veel. Dit geeft een mottige vacht met kale plekken.
De bijnieren
Wanneer de bijnierschors te actief is (de ziekte van Cushing), ontstaat het beeld van een patiënt die veel en langdurig prednison slikt:
spieren slinken (ledematen worden dunner),
de romp wordt echter dikker door vetafzetting.
de huid wordt dun en haarzakjes verdwijnen.
Bij de kat levert dat een dunne vacht met kale plekken op. Hormonale problemen geven vrijwel altijd een symmetrische kaalheid.
Psychische kaalheid
Deze emotionele vorm van kaalheid komt alleen bij onze kat voor. Sommige katten gaan een stressvolle situatie te lijf door zich overmatig te verzorgen, te likken en zelfs plukken uit de vacht te trekken. Veranderde omstandigheden in huis vormen vaak de onderliggende oorzaak, bijvoorbeeld de geboorte van een baby, een verhuizing, complete nieuwe inrichting van het huis enz. Het is van belang de oorzaak op te sporen. Als de oorzaak niet is weg te nemen, blijft er alleen behandeling met al of niet homeopatische middelen over.
Overige oorzaken
Katten kunnen ook spontaan hun haren verliezen bij nervositeit of koorts. Ook schimmelinfecties kunnen leiden tot haaruitval.
Als baasje wil je enkel het beste voor je huisdier. Toch gaan we ook nog heel vaak in de fout, meestal zonder dat we het beseffen. Wij zetten de 25 meest voorkomende fouten op een rij, zodat je je huisdier nog beter kunt verzorgen!
1. Je hond laten wandelen met jou Een slecht afgerichte hond kan tijdens een wandeling volledig de controle overnemen. Volgens onderzoek eindigen jaarlijks tienduizenden mensen op de spoedafdeling na een val die veroorzaakt werd door hun huisdier. Volgens experten is gehoorzaamheidstraining de beste manier om ervoor te zorgen dat je hond je niet doet struikelen.
2. Niet controleren op teken Na een wandeling in het bos, controleer je meestal of je zelf geen teken hebt, toch? Vergeet zeker ook niet om je hond of kat te checken, want tekenbeten kunnen hen ernstig ziek maken. Bovendien is er ook een risico voor je eigen gezondheid! Als je een teek vindt, verwijder hem dan voorzichtig met een pincet en vraag je dierenarts om een anti-tekenmiddel.
3. Ringworm negeren Als je huisdier een ronde kale plek heeft, dan kan dat de schuld van ringworm (een soort schimmel) zijn. Als je deze schimmelinfectie onbehandeld laat, dan zet je ook je eigen gezondheid op het spel. Mensen kunnen namelijk ook ringwormen krijgen als ze de huid of vacht van een kat of hond aanraken. Als je vermoedt dat je huisdier ringworm heeft, ga dan onmiddellijk naar je dierenarts! 4. Niet ontwormen Rondwormen zijn parasieten die zowel bij honden als katten vaak voorkomen. Ze veroorzaken diarree en overgeven en kunnen leiden tot ernstige ziektes. Ook voor mensen vormen deze wormen een grote bedreiging, met onder andere risico op blindheid en beschadiging van het weefsel. Doe navraag bij je dierenarts over regelmatige ontworming. 5. Een vlooienbehandeling overslaan Als je de vlooienbehandeling van je huisdier overslaat, dan zal hij niet de enige zijn die daarvoor een hoge prijs betaalt. Vlooien vinden snel hun weg naar onbehandelde huisdieren, vooral in de zomer en de herfst. Vlooien worden ook makkelijk overgedragen op de mens, soms met ernstige ziektes als gevolg. Vraag je dierenarts om een maandelijks vlooienmiddel en zet een herinnering op je kalender! 6. Je huisdier niet laten steriliseren of castreren Miljoenen katten en honden leven op straat of krijgen een spuitje omdat ze ongewenst zwanger zijn, en toch zijn er nog steeds mensen die hun huisdier niet laten steriliseren of castreren. Nochtans is dit een erg gezonde keuze voor je huisdier, want het verlaagt de kans op borstkanker en teelbalkanker. Bovendien lopen gecastreerde mannetjes minder vaak weg van huis en tonen ze minder agressief gedrag.
7. De etensbak constant bijvullen Hoewel je het ongetwijfeld met goede intenties doet, is het erg ongezond om de etensbak van je huisdier altijd vol te houdoen. Het probleem is dat katten en honden vaak meer eten dan ze eigenlijk nodig hebben. Als er voortdurend eten beschikbaar is, zullen ze te veel calorieën opnemen en zal hun gewicht snel toenemen. Je kan dit vermijden door de aanbevolen hoeveelheid op de verpakking te volgen en/of door contact op te nemen met je dierenarts. 8. Je kat dwingen om vegetarisch te eten Vegetariërs willen soms dat hun huisdieren hun levensstijl delen. Het probleem is dat katten eigenlijk 'verplichte carnivoren' zijn. Dat wil zeggen dat ze bepaalde voedingsstoffen nodig hebben die enkel in vlees te vinden zijn. Voor honden is het wel mogelijk om een goed gebalanceerd vegetarisch dieet te volgen, maar ook dat vraag je beter eens na bij je dierenarts.
9. Te weinig beweging geven Net zoals mensen hebben huisdieren beweging nodig om gezond te blijven. De juiste hoeveelheid beweging voor je hond hangt af van zijn ras en grootte, maar het absolute minimum is een half uur per dag. En het is natuurlijk mooi meegenomen dat het ook jou helpt om in vorm te blijven! 10. Lichaamstaal verkeerd interpreteren Natuurlijk hou je van je hond, maar begrijp je hem ook echt? Als je denkt dat een kwispelende staart altijd een goed teken is, dan kan je wel eens onaangenaam verrast worden! Als een hond iemand wil bedreigen, zal hij namelijk ook zijn staart hoog houden en hem heen en weer zwaaien. Verwar deze waarschuwing met een teken dat hij wil spelen, en je kan flink gebeten worden! Om misverstanden te vermijden, is het goed dat je je hond écht leert kennen.
11. Te weinig aandacht geven Net zoals kinderen zullen huisdieren zich vervelen als je niet met hen speelt. Bij honden kan dat moeilijk gedrag veroorzaken, zoals kauwen, graven, blaffen en janken. Verveelde katten zoeken hun toevlucht in krabben en overmatig miauwen. Ga de verveling tegen door lekkere hapjes te verstoppen in je huis of door speelgoed te voorzien.
12. Slechts één kattenbak geven aan meerdere katten Eén kattenbak voorzien voor meerdere katten is vragen om problemen. Katten zijn namelijk erg kieskeurig en zullen weigeren om een kattenbak te gebruiken die ruikt naar een andere kat. Experten raden daarom aan om één kattenbak te voorzien per kat, plus één extra. Anders is het niet ondenkbaar dat je katten zijn behoefte gewoon op je vloer zal doen.
13. Niet spelen met jonge huisdieren Het is erg belangrijk om puppy's en kittens tijdens de eerste zeven weken van hun leven veel met mensen in contact te brengen. Speel met de jonge dieren, zodat ze vertrouwen krijgen in mensen. Als je een sterke band wil creëren, moet je zeker elke dag bezig zijn met je nieuwe huisdier!
14. Een hond te lang alleen laten Acht tot tien uur alleen doorbrengen in een mand, of zelfs buiten, is te veel voor een hond. Het kan leiden tot verlatingsangst en destructief gedrag, zoals kauwen, graven en non-stop blaffen of huilen. Zorg er daarom voor dat je hond nooit zo'n lange tijd alleen is. Vraag aan een vriend of buur om je hond overdag een bezoekje te brengen, breng hem naar een hondendagverblijf of zorg voor een speelkameraadje.
15. Geen regels maken Sommige mensen verwachten dat hun huisdieren uit zichzelf het verschil tussen goed en kwaad kennen, maar dat is natuurlijk niet het geval. Je moet je hond of kat duidelijk maken dat iemand bespringen, krassen op meubels of plassen op het tapijt totaal onaanvaardbaar zijn! Wees consequent met deze huisregels en beloon je huisdier voor goed gedrag. Als je raad nodig hebt, raadpleeg dan een honden-of kattentrainer.
16. Je hond bestraffen voor 'ongelukjes' Als je thuiskomt en een plasje water op de grond aantreft, heb je wellicht te neiging om te roepen op je huisdier. Volgens gedragsexperten is dat echter een slecht idee. Omdat de 'overtreding' al een tijdje geleden plaatsvond, zal je huisdier niet weten waarom je roept. Een betere strategie is het belonen van je huisdier als hij zijn behoefte wél op de juiste plaats doet.
17. Kleine kinderen zonder toezicht laten spelen met je huisdier De meeste kinderen zijn gek op dieren, maar hun enthousiasme kan soms ook te ver gaan. Jonge kinderen zijn vaak te wild, waardoor een kat of hond het gevoel heeft dat hij zichzelf moet verdedigen. Let dus ezker goed op als je een nieuw huisdier in je familie opneemt en maak goede afspraken met je kinderen. Leer hen de tekens herkennen die een hond of kat geeft als hij alleen gelaten wil worden.
18. Melk geven aan katten Het idee dat katten melk nodig hebben, is een mythe! Vaak is zelfs het tegengestelde waar, want de meeste katten zijn lactose-intolerant. Dat wil zeggen dat ze de suikers in melk niet goed kunnen verteren, waardoor ze diarree krijgen en moeten overgeven. En zelfs als je kat de melk wel kan verteren, raden de meeste dierenartsen toch af om het te geven.
19. Bedorven voedsel aan je hond geven Het is niet onwaarschijnlijk dat je hond op zoek gaat naar eten in de vuilnisbak, maar dat mag je absoluut niet toelaten! Bedorven voedsel is even slecht voor honden als voor mensen. Honden die vuilnis eten hebben een groot risico op bacteriële voedselvergiftiging of op irritaties van de alvleesklier.
20. Botten geven aan honden We denken al jaren dat een lekker bot een geweldig hapje is voor onze hond, maar volgens het voedselagentschap is dat niet het geval. Kauwen op botten kan namelijk de tanden, tong en mond van je hond beschadigen. Bovendien kunnen er ook stukjes bot in de luchtpijp of het spijsverteringskanaal van je hond terechtkomen, waardoor ademhalings- en andere problemen optreden. Als je hond graag kauwt, vraag dan aan je dierenarts een veilig alternatief.
21. Tafelrestjes geven aan je hond We weten dat het ontzettend moeilijk is om een bedelende hond te weerstaan. En toch moet je die grote, smekende ogen proberen te weerstaan. Toegeven aan het janken of blaffen van je hond zal er namelijk voor zorgen dat je hond ook in de toekomst zal blijven bedelen. Als je je hond af en toe toch eens wat restjes wil geven, doe het dan niet aan tafel en gebruik het eten als een beloning voor goed gedrag.
22. Enkel droge voeding geven aan je kat Aangezien katten van nature niet veel dorst hebben, is het mogelijk dat ze niet genoeg drinken om gehydrateerd te blijven. Door hen enkel droge voeding te geven, werk je dat probleem in de hand en verhoog je het risico op urineweginfecties. Om de blaas gezond te houden, raden de meeste dierenartsen blikvoer aan, omdat dat bestaat uit 78 procent water.
23. Je kat negeren tijdens je zwangerschap Sommige vrouwen krijgen het advies om het contact met hun kat te beperken tijdens hun zwangerschap, maar is dat wel nodig? De bezorgdheid komt voort uit het risico op toxoplasmose, een parasiet die aangetroffen wordt in de ontlasting van katachtigen. Als een zwangere vrouwe geïnfecteerd raakt, dan kan dat schadelijke gevolgen hebben voor haar foetus. De meeste mensen met katten, hebben echter al voldoende antilichamen tegen de ziekte ontwikkeld. Het is wel verstandig om het legen van de kattenbak aan iemand anders over te laten.
24. Geen rampenplan hebben Als je door een noodgeval je huis moet evacueren, wat doe je dan met je huisdieren? Hen achterlaten is natuurlijk geen optie als je huis bedreigd wordt door een brand of wateroverlast. Vaak is je huisdier niet toegelaten in de lokale opvangplaats, dus ga je best op voorhand op zoek naar een alternatief. Zoek bijvoorbeeld een huisdiervriendelijk hotel, zodat je je dieren bij jou kan houden in geval van nood.
25. Een huisdier adopteren zonder erover na te denken Als één van je vrienden puppy's weggeeft of een lokaal asiel haar capaciteit overschrijdt, is het verleidelijk om een nieuw dier mee naar huis te brengen. Nochtans mag je dit nooit zo snel beslissen, want het zorgen voor een huisdier is een belofte op lange termijn. Doe vooraf wat onderzoek om na te gaan welk huisdier het best bij jouw familie past. (lbs) Bron : HLN