Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
13-01-2012
Wanneer neem je een nieuw dier in huis?
Wanneer neem je een nieuw dier in huis?
Je huisdier moeten afgeven is geen pretje. Maar zonder trouwe viervoeter door het leven gaan is voor dierenliefhebbers vaak nog lastiger. Wanneer neem je een nieuw dier in huis?
Voor je aan een nieuw huisdier denkt, neem je best de tijd om afscheid te nemen van je vorige kameraad. Neem de tijd om te rouwen, want je kan niet zomaar het ene huisdier voor het andere inwisselen. "Elk huisdier heeft immers zijn eigen persoonlijkheid", zegt dierenarts Sheri Morris aan Web MD. "Je mag je overleden huisdier gerust nog een tijdje missen. Als je voelt dat je nood hebt aan gezelschap tijdens wandelingen of bij je thuiskomst van het werk, dan weet je dat de tijd rijp is om aan een nieuwe kompaan te denken."
Een nieuw dier in huis is natuurlijk wennen. Voor jou, maar zeker ook voor het dier. Laat je nieuwe vriend rustig zijn territorium onderzoeken. Blijf de eerste weken zoveel mogelijk in de buurt, zodat je op tijd kan reageren als er problemen zijn. Heb je nog andere huisdieren, gun ze dan ook de tijd om kennis te maken met de nieuwkomer. De eerste weken is het serieus wat aftasten, maar na een goede maand is het weer helemaal zoals tevoren.
Is je kat een speelvogel en heeft ze het om je meubelen gemunt? Neem het haar niet te kwalijk. Katten zijn nu eenmaal van nature krabbers. De oplossing? Een krabpaal!
1) Een krabpaal kan je best van bij het begin in huis halen. Want als de kat al aan een stoel of ander meubel krabde voor de krabpaal er was, dan heeft ze daar haar geur afgezet met de geurklieren in de voetzolen en zal ze telkens naar deze plek terugkeren.
2) Veel katten krabben ook aan je spullen in huis om aandacht te vragen. Als je telkens op die vraag ingaat, wordt je kat dit natuurlijk gewoon en zal ze dit blijven doen.
3) Zorg ervoor dat de krabpaal op een aantrekkelijke plek staat. Zet je hem in een verlaten hoekje, dan zal je kat de neiging hebben om meer centrale plekken op te zoeken. Lees: zetel of tafel!
4) Kies een goede krabpaal uit. Is de paal wankel of is er te weinig krabgedeelte, dan zal je kat hem gauw links laten liggen.
5) Had je kat een lievelingsstoel om aan te krabben voor je een krabpaal in huis haalde? Bedek deze stoel dan tijdelijk met aluminiumfolie of dik plastic.
6) De kat kan je regelmatig naar de krabpaal lokken met speeltjes. Besprenkel hem indien nodig met feromonenspray, zo zal je kat zich in een mum van tijd weer op haar gemak voelen.
In de praktijk wordt voor haast 90 procent zuiver leidingwater gebruikt voor het vullen van aquaria. Daardoor hangt ook de basiskwaliteit van het aquariumwater rechtstreeks af van de deugdelijkheid van het drinkwater, die echter in toenemende mate gehypothekeerd wordt door milieuvervuiling en intensieve landbouw (overbemesting, pesticidengebruik). Als gevolg daarvan vinden wij in het water ongeveer overal sporen van nitraten, herbiciden, koolwaterstofverbindingen en zware metalen. Daarbij komt dat de samenstelling van het water door bewerking in de waterbed rijven volkomen veranderd wordt. Voor waterplanten belangrijke voedingsstoffen als ijzer, mangaan en koolzuur worden verwijderd omdat ze de leidingbuizen beschadigen, en vruchtbare organische bestanddelen vlokt men uit. Meestal wordt het water bovendien nog op een alkalische pH-waarde ingesteld.
Belangrijk: Een volledige analyse van uw drinkwater kunt u aanvragen bij de watermaatschappij. Om de opgesomde redenen brengt het gebruik van drinkwater voor onze aquaria meestal een aantal problemen met zich mee, bijvoorbeeld:
het ontbreken van voedingsstoffen voor planten
het ontbreken van beschermende organische colloïden voor de vissen
een te hoog nitraat- en fosfaatgehalte Uitsluitend leidingwater gebruiken als basis voor een aquarium is in heel wat streken dan ook niet meer aan te bevelen. Ter verbetering van de kwaliteit kan men mengen met gedistilleerd water, gezuiverd water of met water dat uit een bron komt in een gebied waar geen inspoeling van landbouwgrond plaatsvindt en waarvan u de voornaamste parameters laat bepalen (vraag dat bij een aquariumvereniging in uw buurt).
Wateranalyse
Voor de wetenschappelijk geïnteresseerde aquariaan gaat door de analyse van zijn aquariumwater een volledige wereld open, maar voor een "gewone" hobby-aquarist roept ze meestal vraagtekens en dus ongerustheid op. Aangezien men zijn vissen alleen soortgericht kan houden wanneer men weet in welk water ze zwemmen, moet iedere siervissenhouder vertrouwd zijn met de voornaamste waterparameters. Die kennis is ook van belang om de plantengroei tot een goed einde te brengen. Bovendien zijn de werking en de betekenis van technische middelen en het optreden van algenplagen alleen te begrijpen door ze te koppelen aan de waterchemie. Daarom zal ik in de volgende hoofdstukken de voor aquariumkunde belangrijkste parameters zo begrijpelijk mogelijk beschrijven en op de onderlinge samenhang wijzen.
De Amerikaanse matkop heeft een eigen Code Orange ontwikkeld. De chickadie-roep van de koolmeesachtige zangvogels vertelt niet alleen uit welke hoek het onheil dreigt, maar ook hoe gevaarlijk het is. Wanneer er behoefte is aan communicatie, dan ontwikkelt de natuur die, begrijpt een gedragsonderzoeker.
Het was een vreemde proefopstelling: een volière in het bos waarin een groepje Amerikaanse matkoppen (Poecile atricapilla) gevangen zat. Daaromheen waren biologen in de weer met roofvogels om de zangvogeltjes de stuipen op het lijf te jagen. Ze droegen verschillende valken, haviken en uilen aan. Ze wilden horen en zien hoe de vogeltjes op de roofvogels zouden reageren. En dat alles in naam van de wetenschap. Wat het tot wetenschap maakte was dat biologen Christopher Templeton, Erick Greene en Kate Davis van de Universiteiten van Montana en Washington de vogelgeluiden opnamen van de vogels. Ze analyseerden meer dan vijfduizend alarmroepen op toonhoogte en tijdsduur. Het was bekend dat de vogeltjes grofweg twee kreten kennen: siet en chickadie. De eerste kreet uiten de vogels bij vliegend gevaar zoals een overvliegende roofvogel. De andere kreet gebruiken ze in alle andere omstandigheden: klein gevaar, groot gevaar, voedsel en herkenning (Hoi!). Maar, ontdekten de biologen, in het bedrieglijk eenvoudige chickadie ligt een wereld aan informatie besloten. Uit analyse van de kreten bleek dat de matkoppen de die uit chickadie een verschillend aantal herhalingen geven. De grote Amerikaanse oehoe bijvoorbeeld is twee herhalingen waard, maar de aanblik van de kleine Noordamerikaanse dwerguil leidt tot vier herhalingen. Toch is het aantal herhalingen geen maat voor de grootte van de vogel, begrepen de biologen. Want een klein uiltje is goed voor vier herhalingen, maar een even grote kwartel levert er hooguit twee op. Het aantal herhalingen lijkt eerder een maat te zijn voor de mate van dreiging. Dit vermoeden werd bevestigd door een vervolgexperiment. De biologen speelden de gevaarkreten terug en keken hoe de matkoppen reageerden. Bij een roep met weinig die-herhalingen kwamen er tussen één en vier andere vogels te hulp. Bij vier herhalingen werd gelijk de hele volière gemobiliseerd. De natuurlijke verdediging van de matkop bestaat eruit dat de diertjes samendrommen bij gevaar en zo de roofvogel proberen af te schrikken of tenminste in verwarring te brengen. Kennelijk vinden de matkopjes een kleine uil gevaarlijker dan een grote. Na een aanvankelijke verwarring begrijpen de biologen nu dat het niet de grootte is die een dier gevaarlijk maakt voor de mezen, maar de wendbaarheid. Een klein uiltje heeft kleinere draaicirkel en kan sneller opvliegen. Het is voor de matkop daardoor moeilijker eraan te ontkomen. De biologen vermoeden nu dat er nog een wereld aan betekenissen in de vogelroep verscholen ligt. Ze weten dat chickadie ook geroepen wordt bij voedsel en herkenning. Ze hebben ook een grote variëteit in chickadie ontdekt: de lengte van die, de pauze tussen chick en die, het interval tussen eerste en tweede die en de toonhoogte. Templeton en collegas zouden als moderne Dr. Doolittles graag ontdekken wat al die zinswendingen te betekenen hebben. Naar aanleiding van het onderzoek concludeert etholoog Christopher Evans uit Sydney: Geavanceerde communicatie is niet voorbehouden aan primaten. Het wijst er eerder op dat complexe communicatie overal in het dierenrijk ontstaat waar er behoefte aan is. Jos Wassink Christopher N. Templeton, Erick Greene, Kate Davis: Allometry of Alarm Calls: Black-Capped Chickadees Encode Information About Predator Size, Science, Vol. 308, p. 1934 1937, 24 juni 2005 Greg Miller: Bird Alarm Calls Size Up Predators, Science, Vol. 308, p. 1853 - 1854, 24 juni 2005
Vlooienallergie Meer onderwerpen over honden vind je hier .
Wat is vlooienallergie? Bij uw hond / kat is de diagnose vlooienallergie gesteld. Dit betekent dat het dier overgevoelig reageert op vlooienbeten. Elke keer als een vlo bloed zuigt, brengt de vlo ook stoffen in de huid van uw huisdier waardoor het bloed even onstolbaar wordt. Ten aanzien van deze stoffen kunnen overgevoeligheidsreacties ontstaan die leiden tot zeer heftige en langdurige jeuk.
Elke keer als een vlo uw dier bijt, treden deze reacties opnieuw op. Een intensieve vlooienbestrijding is belangrijk bij deze problemen, maar helaas soms niet voldoende. Immers, elke hond / kat loopt ondanks de vlooienbestrijding wel eens een vlo op, met als onmiddellijk resultaat nieuwe allergische reacties met de bijbehorende heftige jeuk.
Welke dieren krijgen een vlooienallergie? Waarschijnlijk speelt bij het ontstaan van een vlooienallergie de erfelijke aanleg een belangrijke rol. Daarnaast is ook van belang hoeveel vlooien in de omgeving van het dier aanwezig zijn. Leeftijd speelt geen rol: zowel jonge als oude dieren kunnen een vlooienallergie ontwikkelen. Hoe vaker een dier door vlooien gebeten wordt, des te groter de kans op het ontwikkelen van een allergie! Vlooienpreventie vanaf het begin is dan ook nodig om het ontstaan van deze allergie te voorkomen.
Hoe herkennen we een vlooienallergie? Een vlooienallergie is als volgt te herkennen: * Hardnekkige en heftige jeuk, meestal op het achterlijf; zowel buik, rug als staart. * De jeuk gaat gepaard met ontsteking, korsten en / of kaalheid. * Intensieve vlooienbestrijding helpt, maar helaas is een doorbraak soms niet te voorkomen. * Vlooien zijn zelden of nooit (meer) te vinden. * De jeuk is meestal het hele jaar aanwezig. Wat is er aan te doen? Voortdurende (het hele jaar!) intensieve vlooienbestrijding. Optimaal is het combineren van 2 soorten producten: 1. Een middel dat de vlooien direct doodt en het dier tot de volgende behandeling beschermt tegen een nieuwe besmetting. Voorbeelden hiervan zijn Frontline (druppels in de nek en spray), Advantix en Advantage (druppels voor in de nek) en Tick-Fence (druppels in de nek) en Flea-fence acute (tabletje wat binnen enkele uren alle vlooien op uw huisdier doodt. 2. Een spray voor in huis die alle aanwezige vlooien doodt en de eitjes en larven onschadelijk maakt. Een dergelijke spray hoeft (in combinatie met de vorige middelen) meestal maar 1 keer gebruikt te worden. Om het dier de eerste keer of bij een doorbraak van de jeuk af te helpen worden meestal cortison-tabletten gegeven, soms na een injectie. Bij gebruik volgens de voorschriften is het effect snel en goed en zijn er nauwelijks bijwerkingen, zoals veel drinken en plassen. De allergie gaat hiervan niet over; de symptomen worden slechts onderdrukt. Een doorbraak voorkomen door de bovenbeschreven vlooienbestrijding is dan ook onmisbaar voor een optimale aanpak.
Wat zijn de vooruitzichten? Meestal verloopt de aandoening zeer chronisch: na elke vlooienbeet steken de huidproblemen en jeuk weer de kop op. Genezing van de allergie is niet te verwachten; de symptomen zullen levenslang voorkomen moeten worden door vlooienbestrijding en af en toe behandeld moeten worden bij een doorbraak. Het voornaamste doel van de behandeling is dan ook de situatie voor het dier en de eigenaar leefbaar te maken en te houden.
Hondsdolheid is nog steeds een dodelijke ziekte. Omwille van steeds terugkerende problemen met honden en katten die niet in orde zijn met de regelgeving op hondsdolheid en die door terugkerende vakantiegangers worden meegebracht uit landen buiten Europa, wijst het FAVV nogmaals op het gevaar voor hondsdolheid.
Je mag dan nog een dierenliefhebber zijn, breng nooit zomaar dieren mee uit risicolanden. Hondsdolheid is een infectieziekte veroorzaakt door een virus dat kan worden overgedragen van dieren op mensen. Zodra er symptomen zijn is hondsdolheid bij mens en dier altijd dodelijk. Wereldwijd sterven hierdoor jaarlijks 50.000 mensen. Soms is besmetting via het speeksel mogelijk, al maanden voordat er bij een besmet dier symptomen verschijnen. Het kan zes maanden duren vooraleer de eerste symptomen zichtbaar zijn en deze zijn niet steeds duidelijk in het begin.
Bevestiging van de diagnose bij een dier is bovendien slechts mogelijk na autopsie en hersenonderzoek. Regelmatig keren vakantiegangers terug uit het buitenland met een hond of kat die niet in orde zijn met de Europese regelgeving en die dus hondsdolheid kunnen overdragen. Dit noemt men illegale import. Omwille van het gevaar voor een eventuele besmetting past het FAVV de voorschriften omtrent de invoer van dieren uit door hondsdolheid getroffen landen altijd zeer nauwgezet toe. Euthanasie op een illegaal geïmporteerd dier behoort tot de maatregelen.
Door heftig krabben ontstaan plekken en een geïrriteerde huid (pukkels, schilfers, roodverkleuring). De jeuk kan veroorzaakt worden door ongedierte (vlooien, mijten) of het kan wijzen op een allergie. Allergieeën kunnen we onderverdelen in 3 groepen:
contactallergie , bv onder de vlooienband,
voedingsallergie , bv door rundereiwitten,
omgevingsallergie , bv huisstof.
Hormonaal
Dervingsverschijnselen
Bij castratie komt het voor dat er kaalheid optreedt van de spiegel (= het gedeelte onder de staart), de binnenkant van de achterpoten en de buik. Soms gaat door een hormooninjectie, maar ook wel spontaan, het probleem over.
Schildklierproblemen
Terwijl bij de hond bij afwijkingen aan de schildklier vrijwel altijd sprake is van een te trage schildklier, is dit bij de kat juist het tegenovergestelde. Bij oudere katten komt nogal eens een te actieve schildklier voor. Het gevolg is een onrustige, opgejaagde kat die veel eet en drinkt en toch mager is (dit kan ook het geval zijn bij suikerziekte!). Deze katten zijn de hele dag druk met hun vacht bezig en likken overdreven veel. Dit geeft een mottige vacht met kale plekken.
De bijnieren
Wanneer de bijnierschors te actief is (de ziekte van Cushing), ontstaat het beeld van een patiënt die veel en langdurig prednison slikt:
spieren slinken (ledematen worden dunner),
de romp wordt echter dikker door vetafzetting.
de huid wordt dun en haarzakjes verdwijnen.
Bij de kat levert dat een dunne vacht met kale plekken op. Hormonale problemen geven vrijwel altijd een symmetrische kaalheid.
Psychische kaalheid
Deze emotionele vorm van kaalheid komt alleen bij onze kat voor. Sommige katten gaan een stressvolle situatie te lijf door zich overmatig te verzorgen, te likken en zelfs plukken uit de vacht te trekken. Veranderde omstandigheden in huis vormen vaak de onderliggende oorzaak, bijvoorbeeld de geboorte van een baby, een verhuizing, complete nieuwe inrichting van het huis enz. Het is van belang de oorzaak op te sporen. Als de oorzaak niet is weg te nemen, blijft er alleen behandeling met al of niet homeopatische middelen over.
Overige oorzaken
Katten kunnen ook spontaan hun haren verliezen bij nervositeit of koorts. Ook schimmelinfecties kunnen leiden tot haaruitval.
Als baasje wil je enkel het beste voor je huisdier. Toch gaan we ook nog heel vaak in de fout, meestal zonder dat we het beseffen. Wij zetten de 25 meest voorkomende fouten op een rij, zodat je je huisdier nog beter kunt verzorgen!
1. Je hond laten wandelen met jou Een slecht afgerichte hond kan tijdens een wandeling volledig de controle overnemen. Volgens onderzoek eindigen jaarlijks tienduizenden mensen op de spoedafdeling na een val die veroorzaakt werd door hun huisdier. Volgens experten is gehoorzaamheidstraining de beste manier om ervoor te zorgen dat je hond je niet doet struikelen.
2. Niet controleren op teken Na een wandeling in het bos, controleer je meestal of je zelf geen teken hebt, toch? Vergeet zeker ook niet om je hond of kat te checken, want tekenbeten kunnen hen ernstig ziek maken. Bovendien is er ook een risico voor je eigen gezondheid! Als je een teek vindt, verwijder hem dan voorzichtig met een pincet en vraag je dierenarts om een anti-tekenmiddel.
3. Ringworm negeren Als je huisdier een ronde kale plek heeft, dan kan dat de schuld van ringworm (een soort schimmel) zijn. Als je deze schimmelinfectie onbehandeld laat, dan zet je ook je eigen gezondheid op het spel. Mensen kunnen namelijk ook ringwormen krijgen als ze de huid of vacht van een kat of hond aanraken. Als je vermoedt dat je huisdier ringworm heeft, ga dan onmiddellijk naar je dierenarts! 4. Niet ontwormen Rondwormen zijn parasieten die zowel bij honden als katten vaak voorkomen. Ze veroorzaken diarree en overgeven en kunnen leiden tot ernstige ziektes. Ook voor mensen vormen deze wormen een grote bedreiging, met onder andere risico op blindheid en beschadiging van het weefsel. Doe navraag bij je dierenarts over regelmatige ontworming. 5. Een vlooienbehandeling overslaan Als je de vlooienbehandeling van je huisdier overslaat, dan zal hij niet de enige zijn die daarvoor een hoge prijs betaalt. Vlooien vinden snel hun weg naar onbehandelde huisdieren, vooral in de zomer en de herfst. Vlooien worden ook makkelijk overgedragen op de mens, soms met ernstige ziektes als gevolg. Vraag je dierenarts om een maandelijks vlooienmiddel en zet een herinnering op je kalender! 6. Je huisdier niet laten steriliseren of castreren Miljoenen katten en honden leven op straat of krijgen een spuitje omdat ze ongewenst zwanger zijn, en toch zijn er nog steeds mensen die hun huisdier niet laten steriliseren of castreren. Nochtans is dit een erg gezonde keuze voor je huisdier, want het verlaagt de kans op borstkanker en teelbalkanker. Bovendien lopen gecastreerde mannetjes minder vaak weg van huis en tonen ze minder agressief gedrag.
7. De etensbak constant bijvullen Hoewel je het ongetwijfeld met goede intenties doet, is het erg ongezond om de etensbak van je huisdier altijd vol te houdoen. Het probleem is dat katten en honden vaak meer eten dan ze eigenlijk nodig hebben. Als er voortdurend eten beschikbaar is, zullen ze te veel calorieën opnemen en zal hun gewicht snel toenemen. Je kan dit vermijden door de aanbevolen hoeveelheid op de verpakking te volgen en/of door contact op te nemen met je dierenarts. 8. Je kat dwingen om vegetarisch te eten Vegetariërs willen soms dat hun huisdieren hun levensstijl delen. Het probleem is dat katten eigenlijk 'verplichte carnivoren' zijn. Dat wil zeggen dat ze bepaalde voedingsstoffen nodig hebben die enkel in vlees te vinden zijn. Voor honden is het wel mogelijk om een goed gebalanceerd vegetarisch dieet te volgen, maar ook dat vraag je beter eens na bij je dierenarts.
9. Te weinig beweging geven Net zoals mensen hebben huisdieren beweging nodig om gezond te blijven. De juiste hoeveelheid beweging voor je hond hangt af van zijn ras en grootte, maar het absolute minimum is een half uur per dag. En het is natuurlijk mooi meegenomen dat het ook jou helpt om in vorm te blijven! 10. Lichaamstaal verkeerd interpreteren Natuurlijk hou je van je hond, maar begrijp je hem ook echt? Als je denkt dat een kwispelende staart altijd een goed teken is, dan kan je wel eens onaangenaam verrast worden! Als een hond iemand wil bedreigen, zal hij namelijk ook zijn staart hoog houden en hem heen en weer zwaaien. Verwar deze waarschuwing met een teken dat hij wil spelen, en je kan flink gebeten worden! Om misverstanden te vermijden, is het goed dat je je hond écht leert kennen.
11. Te weinig aandacht geven Net zoals kinderen zullen huisdieren zich vervelen als je niet met hen speelt. Bij honden kan dat moeilijk gedrag veroorzaken, zoals kauwen, graven, blaffen en janken. Verveelde katten zoeken hun toevlucht in krabben en overmatig miauwen. Ga de verveling tegen door lekkere hapjes te verstoppen in je huis of door speelgoed te voorzien.
12. Slechts één kattenbak geven aan meerdere katten Eén kattenbak voorzien voor meerdere katten is vragen om problemen. Katten zijn namelijk erg kieskeurig en zullen weigeren om een kattenbak te gebruiken die ruikt naar een andere kat. Experten raden daarom aan om één kattenbak te voorzien per kat, plus één extra. Anders is het niet ondenkbaar dat je katten zijn behoefte gewoon op je vloer zal doen.
13. Niet spelen met jonge huisdieren Het is erg belangrijk om puppy's en kittens tijdens de eerste zeven weken van hun leven veel met mensen in contact te brengen. Speel met de jonge dieren, zodat ze vertrouwen krijgen in mensen. Als je een sterke band wil creëren, moet je zeker elke dag bezig zijn met je nieuwe huisdier!
14. Een hond te lang alleen laten Acht tot tien uur alleen doorbrengen in een mand, of zelfs buiten, is te veel voor een hond. Het kan leiden tot verlatingsangst en destructief gedrag, zoals kauwen, graven en non-stop blaffen of huilen. Zorg er daarom voor dat je hond nooit zo'n lange tijd alleen is. Vraag aan een vriend of buur om je hond overdag een bezoekje te brengen, breng hem naar een hondendagverblijf of zorg voor een speelkameraadje.
15. Geen regels maken Sommige mensen verwachten dat hun huisdieren uit zichzelf het verschil tussen goed en kwaad kennen, maar dat is natuurlijk niet het geval. Je moet je hond of kat duidelijk maken dat iemand bespringen, krassen op meubels of plassen op het tapijt totaal onaanvaardbaar zijn! Wees consequent met deze huisregels en beloon je huisdier voor goed gedrag. Als je raad nodig hebt, raadpleeg dan een honden-of kattentrainer.
16. Je hond bestraffen voor 'ongelukjes' Als je thuiskomt en een plasje water op de grond aantreft, heb je wellicht te neiging om te roepen op je huisdier. Volgens gedragsexperten is dat echter een slecht idee. Omdat de 'overtreding' al een tijdje geleden plaatsvond, zal je huisdier niet weten waarom je roept. Een betere strategie is het belonen van je huisdier als hij zijn behoefte wél op de juiste plaats doet.
17. Kleine kinderen zonder toezicht laten spelen met je huisdier De meeste kinderen zijn gek op dieren, maar hun enthousiasme kan soms ook te ver gaan. Jonge kinderen zijn vaak te wild, waardoor een kat of hond het gevoel heeft dat hij zichzelf moet verdedigen. Let dus ezker goed op als je een nieuw huisdier in je familie opneemt en maak goede afspraken met je kinderen. Leer hen de tekens herkennen die een hond of kat geeft als hij alleen gelaten wil worden.
18. Melk geven aan katten Het idee dat katten melk nodig hebben, is een mythe! Vaak is zelfs het tegengestelde waar, want de meeste katten zijn lactose-intolerant. Dat wil zeggen dat ze de suikers in melk niet goed kunnen verteren, waardoor ze diarree krijgen en moeten overgeven. En zelfs als je kat de melk wel kan verteren, raden de meeste dierenartsen toch af om het te geven.
19. Bedorven voedsel aan je hond geven Het is niet onwaarschijnlijk dat je hond op zoek gaat naar eten in de vuilnisbak, maar dat mag je absoluut niet toelaten! Bedorven voedsel is even slecht voor honden als voor mensen. Honden die vuilnis eten hebben een groot risico op bacteriële voedselvergiftiging of op irritaties van de alvleesklier.
20. Botten geven aan honden We denken al jaren dat een lekker bot een geweldig hapje is voor onze hond, maar volgens het voedselagentschap is dat niet het geval. Kauwen op botten kan namelijk de tanden, tong en mond van je hond beschadigen. Bovendien kunnen er ook stukjes bot in de luchtpijp of het spijsverteringskanaal van je hond terechtkomen, waardoor ademhalings- en andere problemen optreden. Als je hond graag kauwt, vraag dan aan je dierenarts een veilig alternatief.
21. Tafelrestjes geven aan je hond We weten dat het ontzettend moeilijk is om een bedelende hond te weerstaan. En toch moet je die grote, smekende ogen proberen te weerstaan. Toegeven aan het janken of blaffen van je hond zal er namelijk voor zorgen dat je hond ook in de toekomst zal blijven bedelen. Als je je hond af en toe toch eens wat restjes wil geven, doe het dan niet aan tafel en gebruik het eten als een beloning voor goed gedrag.
22. Enkel droge voeding geven aan je kat Aangezien katten van nature niet veel dorst hebben, is het mogelijk dat ze niet genoeg drinken om gehydrateerd te blijven. Door hen enkel droge voeding te geven, werk je dat probleem in de hand en verhoog je het risico op urineweginfecties. Om de blaas gezond te houden, raden de meeste dierenartsen blikvoer aan, omdat dat bestaat uit 78 procent water.
23. Je kat negeren tijdens je zwangerschap Sommige vrouwen krijgen het advies om het contact met hun kat te beperken tijdens hun zwangerschap, maar is dat wel nodig? De bezorgdheid komt voort uit het risico op toxoplasmose, een parasiet die aangetroffen wordt in de ontlasting van katachtigen. Als een zwangere vrouwe geïnfecteerd raakt, dan kan dat schadelijke gevolgen hebben voor haar foetus. De meeste mensen met katten, hebben echter al voldoende antilichamen tegen de ziekte ontwikkeld. Het is wel verstandig om het legen van de kattenbak aan iemand anders over te laten.
24. Geen rampenplan hebben Als je door een noodgeval je huis moet evacueren, wat doe je dan met je huisdieren? Hen achterlaten is natuurlijk geen optie als je huis bedreigd wordt door een brand of wateroverlast. Vaak is je huisdier niet toegelaten in de lokale opvangplaats, dus ga je best op voorhand op zoek naar een alternatief. Zoek bijvoorbeeld een huisdiervriendelijk hotel, zodat je je dieren bij jou kan houden in geval van nood.
25. Een huisdier adopteren zonder erover na te denken Als één van je vrienden puppy's weggeeft of een lokaal asiel haar capaciteit overschrijdt, is het verleidelijk om een nieuw dier mee naar huis te brengen. Nochtans mag je dit nooit zo snel beslissen, want het zorgen voor een huisdier is een belofte op lange termijn. Doe vooraf wat onderzoek om na te gaan welk huisdier het best bij jouw familie past. (lbs) Bron : HLN
Wanneer kersverse moeders ontslagen worden uit de kraamkliniek en terugkeren naar huis, rijzen er vaak heel wat vragen en zelfs problemen. Hebt u een huisdier, dan vraagt u zich ongetwijfeld af hoe uw hond of uw kat zal reageren op de nieuwkomer.
Kinderen en dieren kunnen het doorgaans uitstekend met elkaar stellen. Kinderen voelen zich sterk aangetrokken tot dieren, die hun op hun beurt veel affectie teruggeven. Dieren zijn dan ook zeer geliefde gezellen . Toch komt het erop aan waakzaam te blijven en moet u beseffen dat opgroeiende kinderen niet altijd even zachtzinnig omgaan met hun favoriete dier, dat dit niet altijd op prijs stelt en dat soms op een bruuske manier duidelijk maakt
De eerste kennismaking goed voorbereiden en waakzaam blijven
Was uw dier tot nog toe het kind des huizes, dan zal het ongetwijfeld tekenen van jaloezie vertonen. Om die zoveel mogelijk te vermijden, moet u de eerste dagen veel aandacht geven aan het dier en oog blijven hebben voor zijn behoeften. Sommige voorzorgsmaatregelen kunnen ervoor zorgen dat het dier de nieuwkomer makkelijker aanvaardt. Laat het bijvoorbeeld langdurig ruiken aan de kleertjes die de baby draagt en die de papa heeft meegebracht uit de kraamkliniek. Als het vooraf de geur van de nieuwe huisgezel kent, zal het minder verrast zijn.
Basistips
Hoe lief het dier ook is, laat het nooit alleen met uw baby.
Laat het dier nooit in de wieg of het bedje van uw kind slapen.
Leer uw kind de momenten te herkennen en te aanvaarden waarop het dier op zijn gemak wil zijn, bijvoorbeeld als het slaapt of eet.
Breng het ook respect bij voor dieren en prent het in dat het dieren nooit pijn mag doen . Moedig het integendeel aan om het dier te strelen of te doen wat het dier graag heeft.
Isabelle Eustache, geadapteerd door C. De Kock, gezondheidsjournaliste
Guide des mamans débutantes (Gids voor kersverse moeders),
8 tips om je huisdier kalm te houden tijdens het vuurwerk
8 tips om je huisdier kalm te houden tijdens het vuurwerk
Oudejaarsavond zetten we niet alleen in met champagne. Het mag ook buiten knallen. Voor dieren is vuurwerk echter niet altijd even prettig. Ze kunnen door het geluid en licht erg angstig reageren. Enkele tips om ze tijdens de woelige feestdagen toch rustig te houden. 1) Als je hond angstig reageert op het vuurwerk, negeer die angst dan zoveel mogelijk. Geef je aandacht, dan beloon je het angstige gedrag. Doe daarom zelf alsof de knallen heel normaal zijn. Zo raakt je dier niet extra opgejaagd. Wees als goed baasje gewoon lief, zonder te veel aandacht te besteden aan zijn onrust.
2) Laat je hond op zijn eigen vertrouwde plekje liggen. Krijg je het toch in je hoofd om het dier uit te laten op oudejaarsavond? Hou hem dan zeker aan de leiband!
3) Ook je kat hou je beter binnen. In een klein kamertje waar ze op haar gemak zit, is nog de beste oplossing.
4) Laat in de ruimte waar het huisdier zit het licht aan en de ramen en gordijnen gesloten. Je kan ook de radio of tv laten spelen, zodat de geluiden van buiten minder opvallen.
5) Konijnen, hamsters en andere dieren in een kooi zet je best in de garage. Bij vogels kan je een doek over de kooi hangen.
6) Je huisdieren alleen laten op oudejaarsavond is sowieso geen goed idee. Ga je toch bij vrienden vieren? Neem dan je voorzorgen en zorg ervoor dat je huisdier veilig en gerust zit.
7) Grote dieren zoals paarden, ezels en runderen staan best op stal als de halve wereld er als een lichtflits uitziet.
8) Wie toch vuurwerk wil afsteken doet dat best niet vlakbij een dier. Stel het vuurwerk zo laat mogelijk op en controleer of er zich in de buurt geen dieren hebben verstopt.
Katten houden van verstoppertje spelen en nestelen zich graag in knusse hoekjes waar ze onvindbaar zijn. Niet elke plek is echter veilig voor een kat. WebMD vroeg experten naar de meest gevaarlijke plekken voor katten. 1) Wasmachines en droogkasten zijn intrigerende plekken voor katten. Zolang ze niet draaien is er geen vuiltje aan de lucht, een keer de machines in gang schieten, is het net iets minder prettig. Katten kunnen er serieuze verwondingen aan overhouden of zelfs van sterven. Hou je wasmachine daarom altijd goed dicht en kijk goed binnenin of er geen huisdier ligt te spinnen.
2) Ook de wasmand is een favoriete plekje van de kat. Op zich zit het diertje daar lekker veilig, maar als je niet oplet, heb je zo de kat mee en zit ze in no time in de wasmachine. Al zal een alerte kat best wel van zich laten horen.
3) Katten worden vaak in de garage gezet, bijvoorbeeld als er bezoek is. Niet zo verstandig, want in een garage staan vaak producten die gevaarlijk zijn voor de kat. Ook voor je met de auto de garage uit rijdt, claxonneer je best eens, zodat de kat zeker onder de auto uit is.
4) Katten en kasten: het zijn dikke vrienden. Het zijn veilige plekjes waar ze graag ongestoord slapen. Maar zo veilig is een kast niet voor een kat. Een kast kan gesloten worden zonder dat de kat of het baasje het in de gaten heeft. En zo kan het een hele tijd duren voor het dier er weer uit kan. Hou kasten daarom goed gesloten.
5) Bij mooi weer spinnen katten graag in de raamopening. Ook al belanden katten doorgaans op hun pootjes, toch is het veiliger om je ramen gesloten te houden. Ook een balkon is op zich geen veilige plek voor een kat. Tenzij je op het gelijkvloers woont natuurlijk.
6) Katten klimmen graag en zitten graag hoog. Toch is niet ieder object in huis hiervoor geschikt. Ze kunnen vallen en zichzelf pijn doen. Wil je je kat veilig laten klimmen en spelen? Zet dan een kattenklimtoren in huis. Deze toestellen zijn speciaal voor de diertjes gemaakt en hierop kunnen ze zonder zich te bezeren klimmen en gek doen.
Het is zover: het vriest en er hangt sneeuw in de lucht. Laat die stevige winter maar beginnen. De vogels in je tuin denken daar misschien wel anders over. Wees galant en zorg voor wat voedsel, want dat hebben ze tijdens de wintermaanden broodnodig. 1) Je start met voederen vanaf het moment dat het begint te vriezen. Strooi het eten op een open plek. Anders kan er plots een kat opduiken die het arme vogeltje opeet. Nog veiliger is een voederplank of -huis. Onbereikbaar voor katten of andere dieren. Voorzie zeker een afdakje, zodat het voedsel niet nat wordt en plaats het huisje waar er zon aan kan.
2) Vogels kunnen tijdens de koude periode vooral koolhydraten gebruiken. Zaden, vruchten en groenvoer geven hen kracht. Ook vet hebben ze tijdens de winter nodig. Geef de vogels dus veel keukenrestjes zoals kaas of cake. Ook overrijp fruit kunnen de meeste vogels wel appreciëren. Vermijd boter, zout en ongekookte rijst.
3) De ideale voedselbron blijven de vetbollen. Je kan ze makkelijk zelf maken. Meng wat zaden met gesmolten frietvet en je hebt een prachtig exemplaar.
4) Je mag de vogels meerdere keren per dag voederen. De beste tijdstippen zijn 's morgens na een koude lange nacht en in de vooravond.
5) Overdrijf niet met voederen. Te veel restjes kunnen bevuild worden uitwerpselen en trekken ongedierte aan.
6) Als het vriest en niet sneeuwt, geraken vogels niet aan water. Zet daarom een bakje met water in hun vogelhuisje. Neem geen te groot potje, want dan kunnen de vogels zich erin baden, en bij vriesweer heeft dat geen prettige gevolgen voor de diertjes.
Geert De Bolster gaat vanavond bij VTM voor het eerst aan de slag als dierenpsycholoog in Vinger aan de poot. Sinds hij zijn praktijk in 1986 begon, groeide het aantal ,,patiënten'' jaar na jaar aan. Geert zweert bij enkele gouden regels: ,,Een hond moet al vanaf de eerste levensweken regels en technieken aanleren. Behandel hem nooit als een gelijke, want dan loopt het fout.''
Een dierenpsycholoog is geen paardenfluisteraar of dokter Doolitlle die met de dieren praat. Praten met dieren kan je niet leren, wel de kunst om met hen te communiceren'', zegt Geert De Bolster. De Vlaamse ,,pionier'' van de dierenpsychologie heeft al bijna twintig jaar ervaring. ,,Ik leerde de kunst door te observeren hoe honden met hun soortgenoten communiceren. Mensen en honden kunnen goed met elkaar communiceren. We zijn allebei zoogdieren met veel overeenkomsten in onze rituelen. Toch zijn er ook radicale verschillen.
Dieren hebben geen tweedegraads bewustzijn. Een mens kan nadenken en liegen, een dier niet. Dat maakt het voor een dierenpsycholoog gemakkelijker om met zijn 'patiënten' te communiceren. Een mensenpsycholoog moet meer barrières overwinnen.''
Omwille van de verschillen tussen mens en dier, pleit Geert De Bolster om je hond vooral niet als mens te behandelen. ,,Vroeger hadden honden een duidelijke taak: jagen of waken. Nu nemen mensen een hond in huis om emotionele redenen. Ze hebben verdriet te verwerken, ze zijn eenzaam of ze laten zich drijven door geldingdrang.
,,Sommige baasjes geven alles aan hun dier en dat is verkeerd'', is de eerste waarschuwing van Geert De Bolster. ,,Als je een dier als mens behandelt, overspoel je het met allerlei communicatie dat het niet begrijpt. Zo beschouwt een hond zijn baasje als meerdere of als mindere, maar nooit als gelijke. Het begrip gelijkwaardigheid kent een hond niet.''
,,Mensen maken vaak de fout om de hond in hun bed te laten slapen'', geeft hij als voorbeeld. ,,Zij beschouwen dat als een teken van liefde. De hond vat dit echter op als een signaal dat hij baas mag spelen. Ook je hond allerlei kleertjes aandoen of het dier iedere dag wassen, is rampzalig. Dat druist in tegen hun natuur en veroorzaakt gedragsproblemen.''
De Bolster lost die problemen door gedragstherapie op. ,,Het volstaat meestal om de hond één of twee keer te zien. Bij agressieve honden zijn meerdere sessies nodig. Als een hond bijvoorbeeld steevast fietsers aanvalt, dan voorzie ik een zestal lessen om dat af te leren. Uiteraard zitten er ook honden tussen die je de eerste weken niks kan aanleren, dan duurt het langer.''
Volgens de dierenpsycholoog zijn de eerste levensweken van de hond doorslaggevend voor zijn verdere leven. ,,Een pup die altijd in zijn mand ligt, wordt steriel gehouden. Dat oogt wel vredig, maar precies die honden lopen de grootste kans op probleemgedrag. De basisopvoeding begint als het dier drie weken oud is, in zijn vijfde levensmaand is dat proces al voorbij.''
,,Tussen de derde en de zesde week dient een pup zoveel mogelijk kennis te maken met zijn omgeving: met kinderen, lawaai, muziek, kortom met huishoudelijke omstandigheden. Tussen de zesde en de twaalfde week volgt de kennismaking met het leven buitenshuis. Neem de hond mee om de kinderen van school af te halen, ga ermee de stad in. Kortom, leer het dier dat mensen leuk zijn om mee om te gaan. In de laatste fase tot zestien weken, moet het dier in groep leren leven. Als dat schema stipt nageleefd wordt, is de kans op problemen zeer klein.''
Soms een spuitje
Jammer genoeg ontsnapt ook de dierenpsycholoog niet aan het nemen van radicale beslissingen. ,,Een al te agressieve hond moet soms een dodelijk spuitje krijgen.''
In Vinger aan de poot komt ook een al te hitsige hond aan bod, zo'n hond die meteen de benen van iedere bezoeker inpalmt. ,,Ik heb geprobeerd om dit gedrag af te leren, maar helaas hebben we het dier moeten laten castreren.''
Wie zijn hond liever zonder tussenkomst van de psycholoog opvoedt, moet volgens Geert De Bolster goed beseffen dat je een hond niet te lang mag straffen. ,,Een hond onthoudt maximaal twee minuten. Een langere straf is zinloos, het heeft geen zin om je hond een hele dag op te sluiten. Bovendien kan je een hond ook niet straffen. De kunst bestaat erin om het wangedrag af te leiden en om te buigen naar positief gedrag.''
Leer je (klein)kind op jonge leeftijd omgaan met dieren
Leer je (klein)kind op jonge leeftijd omgaan met dieren
Heb je een kleine uk in huis? En ook een al dan niet grote loebas? Dat hoeft geen probleem te zijn. Leer je kind op jonge leeftijd omgaan met een huisdier, en de twee worden de beste maatjes. 1) Als ouder is het belangrijk om zelf rustig te zijn bij je huisdier. Zowel je kinderen als de hond of kat voelen aan of je op je gemak bent. Zij nemen je gedrag gauw over.
2) Dieren én kinderen kunnen allebei onvoorspelbaar gedrag vertonen. Niet altijd eenvoudig om mee om te gaan. Daarom is het belangrijk om je kind van bij het begin in de buurt te laten van je huisdier. Natuurlijk met toezicht en op een voorzichtige manier. Zo kunnen de twee aan elkaar wennen en met elkaar leren omgaan.
3) Kinderen zien dieren als leeftijdgenoten en willen er mee spelen. Ze zien een dier ook vaak als speelgoed of knuffeldier. Leer je kind dat de hond of kat een levend wezen is. Aan de hond zijn staart trekken of de snorharen van de kat kammen is niet zo'n goed idee!
4) Een kind barst van de energie en daar durft een huisdier wel eens van schrikken. Hoe leuk je kind een dier ook vindt, leer het rustig om te gaan met het huisdier.
5) Gaat je kind naar een kinderdagverblijf? Kies dan eentje uit waar ook dieren aanwezig zijn. Zo leert je kind ook om met andere dieren om te gaan en loopt het thuis met de huisdieren ook vlot.
6) Dieren zijn volgens psychologen leerzaam voor kinderen. Zorg dragen voor anderen stimuleert de cognitieve ontwikkeling en ze leren ook beslissingen nemen.
7) Omgaan met dieren zou ook het empathische vermogen van kinderen verhogen en stimuleert de emotionele ontwikkeling.
Ze geven zo lief kopjes en spinnen zo gezellig. Maar af en toe zijn ze iets minder aangenaam en plassen ze in huis. Hoe komt het dat je kat dat doet en wat kan je ertegen doen? 1) Een kat kan om allerlei redenen in huis plassen. Begin daarom best met het uitsluiten van lichamelijke oorzaken. Laat de urine van je kat controleren op infecties en blaasgruis, een aandoening die veel voorkomt bij katten.
2) Negeert je kat de kattenbak? De kat kan misschien een vorige keer geschrokken zijn in de bak. Zet de kattenbak daarom op een rustige plek. Neem ook een bak die ruim genoeg is en waar de kap af kan, zodat het diertje het overzicht bewaart.
3) De kat moet graag naar de kattenbak gaan. Maak de bak dagelijks schoon en kies een goede soort kattenbakvulling uit. Hoeveel er precies in de bak moet, hangt af van je kat. Zoiets vraag je best aan de dierenarts.
4) Plast je kat altijd op één bepaalde plek in huis? Zet dan net daar de kattenbak. Daarna verplaats je die langzaam naar de oorspronkelijke plek, zodat de kat volgt. Maak ook het plekje waar de kat plaste nadien goed schoon.
5) Katten plassen ook soms op andere plekjes als ze stress hebben. Bijvoorbeeld na een verhuis of als het baasje op reis is. Ook veranderingen in huis, zoals een andere kat of een baby erbij, kunnen het ritme van de kat uit evenwicht brengen.
6) Als je kat wat ouder wordt, bestaat de kans dat ze wat meer moeite heeft om te plassen in de kattenbak. Hou je huisdier daarom goed in de gaten en pas indien nodig de kattenbak aan, zodat je kat er makkelijker in en uit kan.
7) Katten sproeien ook urine. Dat gebeurt meestal achterwaarts en is om het territorium af te bakenen. Meestal doen ze dat buitenshuis. Maar als een kat zich binnen bedreigd voelt door bijvoorbeeld een andere kat of onder de indruk is van de katten die ze buiten ontmoette, kan ze ook binnen haar terrein markeren. Het zijn meestal ongecastreerde katers die sproeien. Castreren is dan ook de beste manier om sproeien tegen te gaan.
8) Urine van katten is niet altijd zo makkelijk terug te vinden. Je ruikt het wel, maar kan niet meteen zeggen waar de geur exact vandaan komt. Een black light is de oplossing. Het enige wat je moet doen is alle lichten doven. Zet je black light aan en schijn ermee in de ruimte. Ook onder het bed, de kast en zetels. De urine van katten geeft licht en zo kan je met de black light de plasporen van je kat vinden.
Artrose: een chronische pijn die uw hond verzwakt!
Stijfheid of kreupelheid kunnen symptomen zijn van een degeneratieve aandoening van de gewrichten van uw hond , een aandoening die we goed kennen onder de naam artrose . Laat in dit geval uw hond onderzoeken door uw dierenarts!
Gewrichten en beweeglijkheid
Om te kunnen genieten van een comfortabele beweeglijkheid, moet uw hond over gezonde gewrichten beschikken. Een gewricht kan beschadigd raken ten gevolge van een opgelopen letsel, een scheur in een gewrichtsband of vroegtijdige slijtage te wijten aan een vaak erfelijke geboorteafwijking. Deze oorzaken kunnen aan de basis liggen van een geleidelijk verergerende aantasting van de gewrichten, waardoor het kraakbeen meer en meer beschadigd raakt. In de gewrichten wordt dan abnormaal veel botweefsel gevormd, er ontstaan ontstekingen en de hond lijdt veel pijn.
Het ras is een criterium van gevoeligheid
Alle honden kunnen last hebben van artrose , maar sommige rassen zijn er vatbaarder voor dan andere. Enkele rassen zijn zo gevoelig voor artrose dat zeer jonge honden (vanaf 6 maanden) al geconfronteerd kunnen worden met gewrichtspijnen. Heupdysplasie is bijvoorbeeld een ziekte die veroorzaakt wordt door een abnormale slapheid van de gewrichtsbanden die het dijbeen met het bekken verbinden. De heup is dan onstabiel en begint geleidelijk te vervormen. Grote rashonden zoals de rottweiler, de Duitse herder, de Berner sennenhond, de labrador of de golden retriever worden vaker dan andere rassen door deze aandoening getroffen.
Hoe komt u te weten of uw hond aan artrose lijdt?
Als uw hond minder zin heeft om te gaan wandelen, moeilijk en stijf opstaat, met moeite opspringt of kreupel loopt aan een of meerdere poten, dan doet u er goed aan uw dierenarts zo snel mogelijk te raadplegen. Artrose is een degeneratieve ziekte die niet geneest, maar hoe vroeger de diagnose gesteld wordt, des te eerder preventieve maatregelen kunnen genomen worden om de evolutie van de ziekte te vertragen. In heel wat gevallen, moet een röntgenfoto gemaakt worden om de diagnose te bevestigen.
Winter, kou en pijn
U kan zich afvragen of de winter de artrose van uw hond zal verergeren. Dat is niet per se het geval. Naargelang de aard van de gewrichtsziekte, de ernst van de ontsteking en andere factoren, kan de buitentemperatuur (zowel de kou als de warmte) een rol spelen bij het verlichten of verergeren van de door uw hond gevoelde pijn. Omdat dit voor elke hond verschillend is, kan hier onmogelijk een eenduidig antwoord gegeven worden.
Hoe kan u uw hond helpen en beschermen?
Om de gewrichten van uw hond te beschermen, moet u er voor zorgen dat hij niet te zwaar wordt: dat kan door hem een voeding aan te bieden die aangepast is aan zijn levenswijze. Als uw hond door artrose getroffen is, kan u hem voedingssupplementen geven die een beschermende werking hebben op het kraakbeen en die de evolutie van de ziekte dus vertragen. Tot slot nog dit: als de gewrichten van uw hond hem echt doen afzien, zal uw dierenarts ontstekingsremmers voorschrijven. In sommige gevallen kan het nuttig zijn een beroep te doen op orthopedische chirurgie.
Niet alleen de mens heeft last van stress, stress op het werk en stress thuis. Ook uw kat kan ermee kampen en dat moet u weten om uw viervoetertje te kunnen helpen om te stress te verjagen ...
Waarom is uw kat angstig?
Uw kat kan angst of stress hebben in heel wat dagdagelijkse situaties. Zo kan elke verandering in zijn materiële omgeving (meubels die van plaats veranderen, een verhuis, enz.) of in zijn sociale omgeving (een nieuwe bewoner in huis, een nieuw huisdier, enz.) voor spanningen zorgen. Ook ongewone geuren en geluiden kunnen zijn levenskwaliteit aantasten. Een maaltijd die hem niet bevalt of een vuile kattenbak, het kunnen ook factoren zijn die de stress doen toenemen. Als uw huisdier geconfronteerd wordt met een bron van ongemak die hij niet kan vermijden, dan kan hij angst hebben of stress die zich kan vertalen in abnormaal of ongewenst gedrag dat zelfs zijn gezondheid in gevaar kan brengen.
Hoe herken je angst bij een kat?
Als uw kat last heeft van angst of stress, dan kan hij behoorlijk zenuwachtig zijn en zelf agressief. Maar hij kan zich ook verbergen of immobiel zijn, een hele dag lang. Een kat die bang is gaat bijvoorbeeld plassen of stoelgang maken buiten de kattenbak, of het hele huis afbakenen met zijn plasjes. Chronische stress kan ook de oorzaak zijn van cystitis wat gepaard gaat met plasjes op ongewone plekken en met bloed in de urine. Ook de huid van uw kat kan de gevolgen dragen van stress door het excessief likken dat zelfs tot zelfverminking kan leiden. Ten slotte kan uw huisvriend ook een gebrek aan eetlust hebben en een minder goed functionerend immuunsysteem wat het optreden van allerlei ziektes bevordert.
Hoe kan je de kat helpen?
Als uw viervoeter gedrag vertoont dat u doet vermoeden dat hij angstig is, dan moet u eerst en vooral uw dierenarts raadplegen. De nevenverschijnselen van stress zijn dezelfde als de symptomen van heel wat andere ziekten. Daarom moet u eerst weten of uw kat niet ziek is en over alles beschikt waarover hij moet beschikken om een normaal kattenleven te kunnen leiden. Vooral als uw kat niet op eigen initiatief naar buiten kan. Uw kat moet kunnen beschikken over speeltjes, een kattenbak die altijd schoon is en liefst niet geparfumeerd wordt. Om uw gezelschapsdier te helpen bij het bekampen van stress zijn er ook feromonen (kalmerende substanties) in de vorm van een elektrische verdeler of een spray. Wat soms ook kan helpen is een bezoek aan een dierenarts die gespecialiseerd is in het gedrag van dieren. Hij kan u nuttige tips en goed advies geven en indien nodig een geneesmiddelenbehandeling voorschrijven.
Angst is een normaal aspect van ieders leven, zowel bij dier als bij mens. Als we geen angst zouden hebben, worden we niet innerlijk gewaarschuwd wanneer we in gevaar zijn. Ook pijn is hier een goed voorbeeld van, zonder dit gevoel weten we niet dat we verzorgd moeten worden. Zonder angst weten we niet dat we in gevaar zijn, ook al is dit niet bepaald een fijn gevoel.
Maar angst kan ook te grote vormen aannemen, waardoor er geen normaal leven meer geleid kan worden. Mensen met bijvoorbeeld pleinvrees of spinnenvrees hebben angsten die te ver buiten hun proporties gaan. Dit noemen we geen angsten meer, maar fobieën.
Deze fobieën kunnen ontstaan door één schokkende gebeurtenis die de verdere verloop van het leven beïnvloedt, maar ook geleidelijk aan, wanneer steeds iets opnieuw gebeurt.
Angsten leren
Je kitten zal tussen de leeftijd van 2 en 7 weken oud leren waar hij moet oppassen. Helemaal in het begin zijn het kleine helden, die nieuwsgierig heel de buurt en plekjes doorzoeken waar oudere katten niet durven te komen. Na verloop van tijd leren deze kleine katjes ook waar het gevaarlijk is en waar niet, waarvoor ze schrik moeten hebben, en waarvoor niet. Als een katje rond die leeftijd grote angsten heeft gekend, dan zullen deze voor de rest van zijn leven blijven hangen.
Behandelingen
Deze angsten vallen uiteraard wel te behandelen, door je kat langzaamaan en geleidelijk te laten wennen aan hetgeen waarvoor hij zoveel angst heeft. Stap voor stap kan je hem laten inzien dat hij helemaal geen schrik hoeft te hebben. Als je kat bijvoorbeeld bang is voor onbekende mensen, kan je iemand vragen je kat op afstand te benaderen. In het begin kan dit twintig meter zijn, geleidelijk aan laat je dit afzakken tot tien meter, en uiteindelijk zal je kat geen schrik meer hebben.
Dit is uiteraard een zeer intensief trainingsprogramma, en kan dan ook best uitgewerkt worden door mensen die hierin gespecialiseerd zijn.
Andere behandelingen
Zware gevallen zijn de katten die lijden aan een globale angst. Deze arme dieren zijn continu bang voor alles wat er rondom hen gebeurt. Het is zeer moeilijk deze angst weg te krijgen, daarom kiezen veel baasjes voor medicatie.
Besluit
Het is best mogelijk om je kat van zijn angst te laten wegstappen, zeker als deze duidelijk te identificeren is.