Zeehondjes in Baltische Zee sterven massaal
31/03 De zeehonden in de Baltische Zee vinden steeds minder ijsgrotten waarin ze hun jongen kunnen kweken. Daardoor sterven de welpen massaal. Door de opwarming van de aarde dreigt zo de hoofdmaaltijd van de ijsbeer te verdwijnen.
IJsberen voeden zich hoofdzakelijk met zeehonden, onder meer kleine zeehonden of ringelrobben (Pusa hispida), wier habitat zich uitstrekt van het noordpoolgebied tot de Baltische Zee, de binnenzee tussen Zweden, Finland, Polen, Duitsland, Denemarken en de Baltische staten. In sommige zones van de Baltische Zee is het ijs bijna volledig verdwenen.
De ringelrobben worden geboren midden februari, zegt Cathrin Münster, biodiversiteitexpert voor deze zone bij het Wereldnatuurfonds (WWF). De welpen worden in de eerste zeven of acht levensweken gekweekt in grotten van drijvend ijs, tot ze voldoende vet hebben om te overleven in het ijskoude zeewater. Bij het gebrek aan ijs op de Ålandseilanden en in de Golf van Riga hebben de zeehonden die deze winter geboren zijn, deze bescherming niet en zullen ze zeker niet overleven.
Omdat de ijsbank te zwak of onvoldoende groot is, zien de welpen zich verplicht te zwemmen zonder het beschermende vet. Daardoor sterven ze van onderkoeling of ondervoeding.
Kwart dreigt te verdwijnen
Begin twintigste eeuw telde de Baltische Zee 180.000 ringelrobben. Nu zijn dat er nog 7000 tot 10.000, schat het WWF. De voorbije eeuw is de Baltische zeehondenbevolking gedecimeerd door de jacht en de milieuvervuiling, zegt Münster. De laatste jaren is de klimaatwijziging de grootste vijand, net zoals bij de ijsbeer.
Volgens Cathrin Münster is de massale zeenhondesterfte zowel een gevolg als een aankondiging van de klimaatwijziging. Verscheidene organisaties, en vooral het VN-Klimaatpanel (IPCC), waarschuwen dat een temperatuurstijging van meer dan twee graden het ijsvolume aan de Noordpool en aanpalende gebieden tot 80 procent kan verminderen.
IPS