Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
24-01-2012
Allergieën: ook onze katten hebben er last van!
Allergieën: ook onze katten hebben er last van!
Contact tussen een allergene stof en het lichaam kan een reactie van het immuunsysteem uitlokken die gekenmerkt wordt door huidproblemen of problemen met de luchtwegen (rhinitis, hoest, astma). Katten blijven evenmin gespaard van dit allergisch fenomeen!
Insecten en voeding
Een van de belangrijkste oorzaken van huidproblemen bij onze geliefde poezen zijn vlooien . De irriterende beet veroorzaakt jeuk en het speeksel van de insecten kan daarbovenop voor een zware huidallergie zorgen. Katten die daar last van hebben zouden het hele jaar door preventief tegen vlooien moeten worden behandeld. Bij sommige katten kan ook de voeding de oorzaak van een allergie zijn. Via een voedingstest op basis van een speciaal regime kan de diagnose van deze voedselallergie gesteld worden en kan op zoek worden gegaan naar een regime dat uw kat beter verdraagt. Een allergie voor voedsel uit zich in huidproblemen en/of diarree.
Atopie
Atopie is een erfelijke vorm van overgevoeligheid, waardoor het immuunsysteem overgaat tot een abnormale productie van antistoffen bij contact met bepaalde stoffen in de lucht. Bij katten uit zich dat in huidproblemen die verschillen al naar gelang de periode van het jaar en het individu. De huid is rood en na hevig en lang krabben kan er hyperpigmentatie ontstaan (overmatige pigmentvorming, i.c. donkere vlekken of strepen op sommige plaatsen). Er kan ook otitis (middenoorontsteking) optreden. Als de aandoening niet wordt behandeld, kan een secundaire bacteriële infectie leiden tot het ontstaan van knobbeltjes. De ziekte is vaak moeilijk te behandelen en gebeurt via toediening van geneesmiddelen die de jeuk moeten verzachten, van shampoos en essentiële vetzuren. Bij katten wordt momenteel een geneesmiddel getest dat het immuunsysteem regelt en moet helpen om de ziekte te bestrijden. Het middel is wel al beschikbaar voor honden die last hebben van atopie . Het bevat een stof met de naam « ciclosporine », een extract van een paddenstoel en dus een natuurlijk product. Astma
Astma ontstaat bij contact met allergene stoffen zoals pollen, mijten, huidschilfers van mensen, sigarettenrook, Katten kunnen dan een allergische reactie krijgen die zich uit in een contractie van de spieren in de wand van de bronchiën. Dat leidt tot plotselinge ademhalingsproblemen, waardoor de kat vaak met opengesperde bek gaat ademen. Deze astmacrisis wordt vaak voorafgegaan door een droge hoest. Een radiografie van de longen kan helpen om de ziekte vast te stellen. De beste behandeling bestaat erin om de oorzaak van de allergie te elimineren, maar dat is niet altijd mogelijk, omdat de juiste oorzaak vaak niet bekend is! In dat geval is een behandeling aangewezen op basis van corticoïden en bronchodilaterende middelen.
Voor u samengevat uit "Dierenartsenwereld mei 2010" en naar een voordracht van Prof. Peyron (Lyon)
Wat is toxoplasmose ?
Toxoplasma is een parasiet die de mens dikwijls onopgemerkt besmet en meestal wordt er snel een immuniteit opgebouwd. Maar, bij zwangerschap bestaat het gevaar dat het ongeboren kind besmet raakt via de placenta en hierdoor een ernstige aandoening ontwikkelt als de moeder geen antistoffen heeft om de parasiet tijdig te onderdrukken.
Omdat de kat(achtigen) de eindgastheer van deze parasiet is/zijn, wordt de kat nogal snel als de boosdoener beschouwd en soms zelfs uit het gezin geweerd. Maar is dit wel echt nodig ?
Toxoplasma cyclus
De eindgastheer van de parasiet, dus de kat(achtigen), scheidt oöcysten uit (= een soort eitjes) die in de omgeving terecht komen. De mens en de andere dieren kunnen besmet worden doordat ze accidenteel deze oöcysten op nemen.
Uiteraard zijn de oöcysten uit de kattebak een duidelijk risico, maar als je een beetje hygiënisch bent is dit een vrij ongebruikelijke wijze waarop je besmet kan worden. Het is vooral doordat de mens met oöcysten gecontamineerd voedsel tot zich neemt (groenten, fruit) dat hij de besmetting op loopt. Ook vlees van besmette dieren is een belangrijke bron van infectie vermits de dieren die we zelf op eten meestal niet ziek zijn door de parasiet en ook aan het vlees geen opvallende afwijkingen te zien zijn die aanleiding geven tot afkeuring van het vlees voor consumptie.
Eenmaal de parasiet via ons spijsverteringsstelsel binnen gedrongen is verspreidt hij zich via de bloed- en lymfebanen over ons lichaam. Normaal gezien komt er dan een immuniteitsreactie op gang die ongeveer 10 dagen duurt en die de parasiet verplicht zich in te kapselen in een soort ruststadium ("cyste"). Zo wordt ook verdere besmetting geneutraliseerd. Deze reactie zorgt er ook voor dat we niet echt ziek worden van de besmetting.
Toch bestaat bij een zwangere vrouw die geen of onvoldoende afweerstoffen heeft in die periode wel het gevaar dat de parasiet door de placenta dringt en de ongeboren baby gaat besmetten.
In een vroeg stadium van zwangerschap zal er snel aanleiding zijn tot een miskraam. Hoe verder de zwangerschap, hoe groter het risico dat de baby besmet geraakt, maar ook hoe lager het risico dat de baby er iets ernstig aan over houdt. In vroegere stadia kunnen echter belangrijke organen van de baby aangetast worden zoals de lever, het hart, de hersenen en centraal zenuwstelsel etc. Besmette baby's die ogenschijnlijk normaal geboren zijn kunnen in de loop van hun kindertijd soms plots oogletsels ontwikkelen.
Hoe kan een vrouw weten dat ze besmet werd tijdens haar zwangerschap ?
Vermits de ziekte bij de volwassenen meestal zonder duidelijke klinische symptomen verloopt is het noodzakelijk beroep te doen op bloedonderzoek : een vrouw die negatief test voor Toxoplasmose voorafgaand aan of in het begin van haar zwangerschap en gedurende de zwangerschap positief wordt, is nagenoeg met absolute zekerheid besmet geweest tijdens haar zwangerschap. Er zijn dan uiteraard behoorlijke risico's voor de baby, maar toch is het dan slechts in 30% van de gevallen dat de parasiet doorheen de placenta bij de baby geraakt.
Om het zeker te weten of de baby zelf besmet werd en er dus risico's zijn op belangrijke afwijkingen, moet men de vrucht zelf onderzoeken. Dit kan door vruchtwaterpunctie, echografie of in twijfelgevallen kan zels een NMR-scan gedaan worden.
Een besmette baby wil daarom nog niet zeggen dat dit dramatisch moet verlopen en dikwijls kan behandeld worden met geschikte middelen om de parasiet te bestrijden. Echter, als er zware afwijkingen zijn op echografie kan het nodig zijn om een zwangerschapsonderbreking te overwegen.
En wat nu met de kat ??
Het is belangrijk te beseffen dat de verspreiding van oöcysten door de kat en dus het contaminatierisico, vooral groter is bij jonge katten die zelf nog immuniteit moeten ontwikkelen. Bij een infectie kunnen ze gedurende 1 à 2 weken massaal veel oöcysten uitscheiden.
Ook katten die veel jagen of zwerfkatten zulllen een grotere verspreiding geven dan katten die in huis gehouden worden en commerciëel voeder krijgen.
Bij oudere katten is het risico op verspreiding van de parasiet al heel wat lager, tenzij ze een slecht immuunsysteem hebben zoals bvb. bij kattenaids, leucose of zelfs tijdelijk door besmetting met een andere ziekte en dan kunnen ze op oudere leeftijd toch soms periodes van massale verspreiding van oöcysten hebben.
MAAR : DE OÖCYSTEN WORDEN UITGESCHEIDEN MET DE STOELGANG EN KOMEN NIET VOOR OP DE VACHT VAN DE KAT !!
Bij een normale hygiëne (waarbij direct contact met de uitwerpselen van de kat dus vermeden wordt ) ligt het besmettingsrisico dus niet zozeer bij de kat de je in huis hebt, maar veeleer bij groenten, fruit en vlees die vooraf gecontamineerd werden met oöcysten afkomstig van "een" kat. Bij gevogelte, schape-, geite- en varkensvlees zou er meer risico zijn dan bij rundsvlees. Ook onzuiver drinkwater kan een bron van besmetting zijn. Van eieren en melk is het hoogst twijfelachtig of die een reëel gevaar voor besmetting kunnen inhouden.
Wat zijn dus de risicofactoren ??
* eten van onvoldoende verhit vlees wordt unaniem aanvaard als het grootste risico
* ook het onvoldoend wassen van groenten en fruit of rauwkost buitenshuis eten wordt als risico gezien, maar er bestaat minder eensgezindheid over
* bij eieren en melk is het risico waarschijnlijk nihil, alsook voor het water dat in onze contreien geconsumeerd wordt. Toch is het noodzakelijk om niet-leidingwater vooraf goed te koken !
* slechte hygiëne van handen en keukengerei.
Het in huis hebben van een kat en zelfs het verversen van de kattebak wordt momenteel NIET als een groot risico ingeschat, maar er dan wel van uitgaand dat een goede hygiëne in acht genomen wordt !! Handschoenen gebruiken bij het verversen van de kattebak en handen grondig wassen zijn een absolute vereiste. Het is tevens aan te bevelen om de kat commerciëel blikvoer te geven.
Het risico voor besmetting is nooit onbestaande, maar de kans dat de kat als schuldige dient aangemerkt te worden is, bij een normale hygiëne wel te verstaan, minimaal.
AMSTERDAM - Na het eerste levensjaar ligt de voorpootvoorkeur van katten vast.
Kijk, een stukje tonijn! De onderzoeker, een Ierse dierpsycholoog, laat de kat er even aan ruiken; dan gaat de lekkernij in een (open) glazen potje. Kat erop af, natuurlijk: met een van zijn voorpoten hengelt het diertje naar de vis. En de onderzoeker noteert met welke poot het eerst.
Dat blijkt bij kittens van twaalf weken nog niet uit te maken, na een half jaar begint er een patroon te ontstaan en na een jaar hebben de meeste katten een duidelijke voorpootvoorkeur: de meeste katers zijn links, de meeste poezen rechts. En katten die goed konden hengelen, hadden tegen die tijd in totaal anderhalve kilo tonijn binnen kunnen krijgen, zo vaak werd het experiment herhaald.
Dierpsychologen uit Belfast beschrijven hun onderzoek onder 37 rasloze huiskatten, allemaal geen familie van elkaar, in een artikel dat ze online publiceerden in het Journal of Comparative Psychology . Van de twaalf jonge katjes die ze volgden van twaalf weken tot een jaar oud, had slechts één van de vijf katers na een jaar geen duidelijke voorkeurspoot. De andere vier katers waren op éénjarige leeftijd duidelijk links en alle zeven vrouwtjes rechts. Daarnaast testten de Ieren nog elf katten van een half jaar en veertien katten van een jaar oud. Daarbij vonden ze een vergelijkbaar voorkeurspootpatroon, dat waarschijnlijk stabiel blijft. Dit suggereert, schrijven de onderzoekers, dat links- of rechtspotigheid ten minste deels biologisch bepaald is. Misschien dat katten die met broertjes of zusjes opgroeien, daar ook nog door worden beïnvloed. Dat moet apart worden onderzocht.
Ook allerlei andere dieren hebben een 'voorkeurskant', zoals bultrugwalvissen, zeeleeuwen, duiven, kippen, honden, muizen en padden. Maar behalve bij mensen en primaten is het verschijnsel eigenlijk nauwelijks onderzocht.
Is je kat een speelvogel en heeft ze het om je meubelen gemunt? Neem het haar niet te kwalijk. Katten zijn nu eenmaal van nature krabbers. De oplossing? Een krabpaal!
1) Een krabpaal kan je best van bij het begin in huis halen. Want als de kat al aan een stoel of ander meubel krabde voor de krabpaal er was, dan heeft ze daar haar geur afgezet met de geurklieren in de voetzolen en zal ze telkens naar deze plek terugkeren.
2) Veel katten krabben ook aan je spullen in huis om aandacht te vragen. Als je telkens op die vraag ingaat, wordt je kat dit natuurlijk gewoon en zal ze dit blijven doen.
3) Zorg ervoor dat de krabpaal op een aantrekkelijke plek staat. Zet je hem in een verlaten hoekje, dan zal je kat de neiging hebben om meer centrale plekken op te zoeken. Lees: zetel of tafel!
4) Kies een goede krabpaal uit. Is de paal wankel of is er te weinig krabgedeelte, dan zal je kat hem gauw links laten liggen.
5) Had je kat een lievelingsstoel om aan te krabben voor je een krabpaal in huis haalde? Bedek deze stoel dan tijdelijk met aluminiumfolie of dik plastic.
6) De kat kan je regelmatig naar de krabpaal lokken met speeltjes. Besprenkel hem indien nodig met feromonenspray, zo zal je kat zich in een mum van tijd weer op haar gemak voelen.
Door heftig krabben ontstaan plekken en een geïrriteerde huid (pukkels, schilfers, roodverkleuring). De jeuk kan veroorzaakt worden door ongedierte (vlooien, mijten) of het kan wijzen op een allergie. Allergieeën kunnen we onderverdelen in 3 groepen:
contactallergie , bv onder de vlooienband,
voedingsallergie , bv door rundereiwitten,
omgevingsallergie , bv huisstof.
Hormonaal
Dervingsverschijnselen
Bij castratie komt het voor dat er kaalheid optreedt van de spiegel (= het gedeelte onder de staart), de binnenkant van de achterpoten en de buik. Soms gaat door een hormooninjectie, maar ook wel spontaan, het probleem over.
Schildklierproblemen
Terwijl bij de hond bij afwijkingen aan de schildklier vrijwel altijd sprake is van een te trage schildklier, is dit bij de kat juist het tegenovergestelde. Bij oudere katten komt nogal eens een te actieve schildklier voor. Het gevolg is een onrustige, opgejaagde kat die veel eet en drinkt en toch mager is (dit kan ook het geval zijn bij suikerziekte!). Deze katten zijn de hele dag druk met hun vacht bezig en likken overdreven veel. Dit geeft een mottige vacht met kale plekken.
De bijnieren
Wanneer de bijnierschors te actief is (de ziekte van Cushing), ontstaat het beeld van een patiënt die veel en langdurig prednison slikt:
spieren slinken (ledematen worden dunner),
de romp wordt echter dikker door vetafzetting.
de huid wordt dun en haarzakjes verdwijnen.
Bij de kat levert dat een dunne vacht met kale plekken op. Hormonale problemen geven vrijwel altijd een symmetrische kaalheid.
Psychische kaalheid
Deze emotionele vorm van kaalheid komt alleen bij onze kat voor. Sommige katten gaan een stressvolle situatie te lijf door zich overmatig te verzorgen, te likken en zelfs plukken uit de vacht te trekken. Veranderde omstandigheden in huis vormen vaak de onderliggende oorzaak, bijvoorbeeld de geboorte van een baby, een verhuizing, complete nieuwe inrichting van het huis enz. Het is van belang de oorzaak op te sporen. Als de oorzaak niet is weg te nemen, blijft er alleen behandeling met al of niet homeopatische middelen over.
Overige oorzaken
Katten kunnen ook spontaan hun haren verliezen bij nervositeit of koorts. Ook schimmelinfecties kunnen leiden tot haaruitval.
Katten houden van verstoppertje spelen en nestelen zich graag in knusse hoekjes waar ze onvindbaar zijn. Niet elke plek is echter veilig voor een kat. WebMD vroeg experten naar de meest gevaarlijke plekken voor katten. 1) Wasmachines en droogkasten zijn intrigerende plekken voor katten. Zolang ze niet draaien is er geen vuiltje aan de lucht, een keer de machines in gang schieten, is het net iets minder prettig. Katten kunnen er serieuze verwondingen aan overhouden of zelfs van sterven. Hou je wasmachine daarom altijd goed dicht en kijk goed binnenin of er geen huisdier ligt te spinnen.
2) Ook de wasmand is een favoriete plekje van de kat. Op zich zit het diertje daar lekker veilig, maar als je niet oplet, heb je zo de kat mee en zit ze in no time in de wasmachine. Al zal een alerte kat best wel van zich laten horen.
3) Katten worden vaak in de garage gezet, bijvoorbeeld als er bezoek is. Niet zo verstandig, want in een garage staan vaak producten die gevaarlijk zijn voor de kat. Ook voor je met de auto de garage uit rijdt, claxonneer je best eens, zodat de kat zeker onder de auto uit is.
4) Katten en kasten: het zijn dikke vrienden. Het zijn veilige plekjes waar ze graag ongestoord slapen. Maar zo veilig is een kast niet voor een kat. Een kast kan gesloten worden zonder dat de kat of het baasje het in de gaten heeft. En zo kan het een hele tijd duren voor het dier er weer uit kan. Hou kasten daarom goed gesloten.
5) Bij mooi weer spinnen katten graag in de raamopening. Ook al belanden katten doorgaans op hun pootjes, toch is het veiliger om je ramen gesloten te houden. Ook een balkon is op zich geen veilige plek voor een kat. Tenzij je op het gelijkvloers woont natuurlijk.
6) Katten klimmen graag en zitten graag hoog. Toch is niet ieder object in huis hiervoor geschikt. Ze kunnen vallen en zichzelf pijn doen. Wil je je kat veilig laten klimmen en spelen? Zet dan een kattenklimtoren in huis. Deze toestellen zijn speciaal voor de diertjes gemaakt en hierop kunnen ze zonder zich te bezeren klimmen en gek doen.
Ze geven zo lief kopjes en spinnen zo gezellig. Maar af en toe zijn ze iets minder aangenaam en plassen ze in huis. Hoe komt het dat je kat dat doet en wat kan je ertegen doen? 1) Een kat kan om allerlei redenen in huis plassen. Begin daarom best met het uitsluiten van lichamelijke oorzaken. Laat de urine van je kat controleren op infecties en blaasgruis, een aandoening die veel voorkomt bij katten.
2) Negeert je kat de kattenbak? De kat kan misschien een vorige keer geschrokken zijn in de bak. Zet de kattenbak daarom op een rustige plek. Neem ook een bak die ruim genoeg is en waar de kap af kan, zodat het diertje het overzicht bewaart.
3) De kat moet graag naar de kattenbak gaan. Maak de bak dagelijks schoon en kies een goede soort kattenbakvulling uit. Hoeveel er precies in de bak moet, hangt af van je kat. Zoiets vraag je best aan de dierenarts.
4) Plast je kat altijd op één bepaalde plek in huis? Zet dan net daar de kattenbak. Daarna verplaats je die langzaam naar de oorspronkelijke plek, zodat de kat volgt. Maak ook het plekje waar de kat plaste nadien goed schoon.
5) Katten plassen ook soms op andere plekjes als ze stress hebben. Bijvoorbeeld na een verhuis of als het baasje op reis is. Ook veranderingen in huis, zoals een andere kat of een baby erbij, kunnen het ritme van de kat uit evenwicht brengen.
6) Als je kat wat ouder wordt, bestaat de kans dat ze wat meer moeite heeft om te plassen in de kattenbak. Hou je huisdier daarom goed in de gaten en pas indien nodig de kattenbak aan, zodat je kat er makkelijker in en uit kan.
7) Katten sproeien ook urine. Dat gebeurt meestal achterwaarts en is om het territorium af te bakenen. Meestal doen ze dat buitenshuis. Maar als een kat zich binnen bedreigd voelt door bijvoorbeeld een andere kat of onder de indruk is van de katten die ze buiten ontmoette, kan ze ook binnen haar terrein markeren. Het zijn meestal ongecastreerde katers die sproeien. Castreren is dan ook de beste manier om sproeien tegen te gaan.
8) Urine van katten is niet altijd zo makkelijk terug te vinden. Je ruikt het wel, maar kan niet meteen zeggen waar de geur exact vandaan komt. Een black light is de oplossing. Het enige wat je moet doen is alle lichten doven. Zet je black light aan en schijn ermee in de ruimte. Ook onder het bed, de kast en zetels. De urine van katten geeft licht en zo kan je met de black light de plasporen van je kat vinden.
Infoteur: Hoptunaa (http://hoptunaa.infoteur.nl) Categorie: Dier en Natuur / Huisdieren Website: http://www.infonu.nlHet hoort bij het leven, ook de poes zal op een dag sterven. Dit tot veel verdriet van de achterblijvers. Niet alleen als baas mis je hem, maar als maatje wordt hij ook gemist door de andere dieren. Sommige katten kunnen daar zelfs heel erg gevoelig voor zijn. Lees in dit artikel over de overeenkomsten en de verschillen van de rouwverwerking tussen de kat en de mens.
Rouwproces algemeen
Er zijn al meerdere keren onderzoek gedaan naar rouwverwerking bij de katten. Doen zij dat? Of zijn zij hun maatje zo vergeten? En gaat het leven weer snel verder. Het is aangetoond dat binnen kattengroepen het wegvallen van een groepslid een grote impact heeft op de anderen. Vele katten gaan minder eten, miauwen zonder dat er aanwijsbare redenen voor zijn. Ze vragen meer aandacht dan gewoonlijk en vaak blijft het lievelingsplekje van de overleden kat belangrijk en vaak bezocht. Deze gedragsverandering is soms tot zes maanden waarneembaar. Kattenbezitters zullen dit gedrag wel herkennen. De eigenaar van het overleden dier doet dat gemiddeld acht à negen maanden. In het Oude Egypte werd de rouwverwerking van de kat vastgelegd en deze moest een jaar duren!
Euthanasie
Nog moeilijker is het wanneer de kat is overleden als gevolg van euthanasie. Vaak zit er dan een langduriger, dramatischer verhaal vooraf. Het dier was heel erg ziek of had een ongeluk gekregen. Een schuldgevoel is vaak leidend in het proces van de rouwverwerking. Was ik te snel met het laten inslapen, of juist te laat? En de euthanasie zelf is natuurlijk een heftige ervaring op zich.
Othello (6 maanden) stierf aan FIP
Het rouwproces van de kat
In het eerder besproken onderzoek werd gehouden in Amerika. Zij toonden aan dat 46% van de katten een verminderde eetlust had. In een aantal gevallen zijn hier zelfs katten aan overleden. Veel mauwen is een ander gedrag wat vaak voorkomt bij het verlies van hun maatje, ruim 70% van de katten deed dit. Soms werd de kat juist stiller. Daarnaast is ook gebleken dat veel achterblijvers min of meer een ander slaapgedrag vertoonden. Ze gingen meer slapen en vaak op plaatsen waar ze voorheen niet sliepen. Vaak tonen de katten aanhankelijker gedrag richting hun baasje. Het onderzoek heeft tot de conclusie geleidt dat 65 % van alle katten gemiddeld vier gedragveranderingen vertoont zoals hiervoor beschreven. (verminderde eetlust, meer mauwen, andere slaapplaatsen en aanhankelijker)
Vergelijking met de mens
Een mens die iemand verliest uit zijn omgeving kan klachten vertonen zoals concentratieproblemen, lusteloosheid en minder behoefte om te eten. Vaak is er een desinteresse voor de omgeving en de dagelijkse zaken. Dit uit zich vaak in huilen en langdurig slapen. Een kat doet dit niet anders ook hij slaapt meer. Meer slapen duidt bij de kat vaak op het feit dat hij ziek is. Een kat reageert doorgaans hetzelfde als de mens op het wegvallen van een maatje.
Daarnaast zie je vaak:
Verandering van eetpatroon als gevolg van misselijkheid
Haarverlies, soms hele plukken, ook door het langdurig wassen. Een gedrag wat ook bij gestreste katten zichtbaar is.
Onzindelijkheid
'Separatie angst: langdurig het raam uitstaren in de hoop dat het maatje ineens weer tevoorschijn komt.
Emoties
Welke emoties de kat echt voelt is niet na te gaan. Alleen de gedragsveranderingen zijn meetbaar. Wat wel bekend is dat katten zich bewust zijn dat het maatje mist in zijn omgeving. En dat maakt diepe indruk op hem. De kat rouwt voornamelijk als gevolg van de plotselinge afwezigheid, anders gezegd: er is geen verschil met bijvoorbeeld het verlies van een baasje die door echtscheiding niet meer in het huis woont. Of een kind dat het huis uit is gegaan. In al deze gevallen vertoont de kat dezelfde gedragsveranderingen als bij een verlies door een overleden maatje. Het gaat om het gat wat achterblijft, of een bepaalde regelmaat van iets bijvoorbeeld de knuffel wanneer de zoon van school thuis kwam. Een kat kan ook zo reageren als het baasje langdurig weg is, bijvoorbeeld een wereldreis of een lange ziekenhuisopname
Dode kat laten zien
Een verschil met de mens is dat gebleken is uit ervaringen van vele katteneigenaren dat veel katten gaan stoppen met het zoekgedrag wanneer ze hun maatje dood hebben gezien en daarmee mogelijk ook geroken. Daar zou je uit op kunnen maken dat een kat zich bewust is van het feit dat dood geen leven meer is. Een mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen liggen in het feit dat ze roofdieren zijn.
Zoekgedrag
Er zijn twee fases te onderscheiden waar de kat doorheen moet. Eerst zal de kat erg actief zijn en van het zoeken naar zijn maatje een dagtaak maken. Zo zal het rondje wat hij normaal loopt buiten ruim vergroot worden om verder te zoeken. Omdat de katten niet helemaal zichzelf zijn lopen ze een verhoogde kans op een ongeluk. Bijvoorbeeld een auto-ongeluk in een onbekende straat. Als je kat naar buiten gaan gewend is kan hij in deze periode beter binnen worden gehouden.
Depressieve fase
Als het zoekgedrag een beetje wordt opgegeven volgt een tijd met depressies. Dit kan een paar weken aanhouden. Maar uiteindelijk wordt het steeds minder en zal de kat zijn normale gedrag weer gaan vertonen. Daarnaast een paar nieuwe omdat de rolverdeling in zijn omgeving is veranderd en zijn territoriale verdediging bijgesteld dient te worden.
Geef de kat de tijd
Voor een goed verlopend rouwproces van je kat moet je op een periode van twee tot zes maanden rekenen. Je kunt hem hierin steunen door extra aandacht te schenken aan het dier, een spelletje extra, wat maar prettig is voor de kat. Ook iets lekkers kan troost bieden.Maar wellicht het allerbelangrijkste: geef de kat de tijd die hij nodig heeft om zijn verlies te verwerken.
Lees meer in de special: Kattengedrag: normaal en afwijkend *
Artikel informatie
Infoteur: Hoptunaa (http://hoptunaa.infoteur.nl) Gepubliceerd: 26-06-2008 (laatst gewijzigd op 29-06-2008 Rubriek: Dier en Natuur (http://dier-en-natuur.infonu.nl) Subrubriek: Huisdieren (http://dier-en-natuur.infonu.nl/huisdieren/)
Gerelateerde links
* Kattengedrag: normaal en afwijkend : http://hoptunaa.infoteur.nl/specials/kattengedrag.html
Bron: http://dier-en-natuur.infonu.nl/huisdieren/20712-kattengedrag-rouwverwerking.html Meer? Voor meer informatieve artikelen ga je naar www.infonu.nl Mee schrijven? Meld je nu aan als Infoteur: Schrijf mee met InfoNu, deel je kennis en verdien!
Allereerst wat betreft het sproeien in het algemeen. Dit gedrag komt weliswaar het meest voor bij ongecastreerde katers, maar ook gecastreerde katers en poezen kunnen sproeien. Hier kunnen verschillende oorzaken voor zijn zoals stress en onzekerheid over het territorium en dit komt veel vaker voor dan mensen denken. Buiten doen bijna alle katten dit en ze kunnen dit dus ook binnen gaan doen met heel uiteenlopende beweegredenen, een stuk stress bij de kat speelt eigenlijk altijd wel een rol hierbij.
Als een kat er pas mee begonnen is kan het soms afdoende zijn een of twee extra kattenbakken bij te plaatsen op of vlakbij de sproeiplekken en daarnaast de sproeiplekken goed schoon te maken, zodat deze geurloos worden. Als de kat niet meer buiten de kattenbakken sproeit dan kunnen de kattenbakken geleidelijk naar een handigere lokatie verplaatst worden. Helpt dit niet dan kunt u een consult bij een kattengedragstherapeut overwegen om er achter te komen waarom uw kat hier opeens in huis mee begonnen is. Als we de precieze oorzaak weten is er, zeker in zo'n vroeg stadium, bijna altijd nog voldoende aan dit gedrag te veranderen!
Het schoonmaken van kattenurine is een karwei op zich. Dit kan het beste gedaan worden met een biologisch middel dat enzymen bevat die de eiwitten verwijderen die de geur veroorzaken.(genre voorwasmiddel of zo)
Welke verschijnselen zie je bij een kat met dementie of ouderdomsverschijnselen
Vrije radicalen veroorzaken schade aan de hersenen
Het zenuwweefsel in de hersenen van oudere katten is gevoelig voor vrije radicalen. Bij oudere katten slaat amyloid neer in de bloedvaten. Door deze amyloid afzetting in de bloedvaten worden de bloedvaten smaller en er ontstaat zuurstoftekort in de achterliggende gedeeltes van de hersenen. Het lichaam reageert hierop door de bloedvaten open te zetten waardoor er zuurstofrijker bloed in de bloedvaten stroomt. Dit heeft echter een averechts effect, het zuurstofrijke bloed veroorzaakt de vorming van vrije radicalen.
De schade, die door vrije radicalen aan de hersenen wordt toegebracht, veroorzaakt vaak leeftijdsgebonden gedragsveranderingen bij oudere kattn. Dit worden ook wel tekenen van hersenveroudering of dementie genoemd.
Dementieonderzoek
We hebben in 2005 in samenwerking met de vakgroep pathologie van de faculteit diergeneeskunde het gedrag en het bloed onderzocht van oudere katten. Ze werden onderzocht op ouderdomsverschijnselen en andere problemen zoals suikerziekte, nier- of leverproblemen, hartproblemen, een te snel werkende schildklier en een te hoge bloeddruk.
Tekenen van hersenveroudering (ook wel dementie genoemd) bij katten:
De kat vertoont de volgende verschijnselen:
is minder alert en vertoont doelloos gedrag, de kat is gedesorienteerd
begroet familieleden niet meer enthousiast
wil niet meer aangehaald te worden of vraagt niet meer om aandacht
heeft een verstoord slaappatroon: slaapt meer overdag en/of minder 's nachts
doolt 's nachts door het huis, loopt onrustig heen en weer
begint zomaar 's nachts te miauwen
Het karakter kan veranderen, de kat kan bijvoorbeeld agressiever worden
is niet meer zindelijk: plast niet meer op de bak of buiten. Dit komt omdat de kat vergeet waar hij of zij moet plassen en poepen!
Dementieverschijnselen door schildklier of nierprobleen
Een opvallend groot percentage van de katten van dit onderzoek had een te snel werkende schildklier, nierprobleem. Terwijl zij verder geen andere klachten hadden die dit soort problemen deed vermoeden.
Het is van groot belang om bij katten met ouderdoms- of dementieverschijnselen eerst uit te sluiten of er niet sprake is van een schildklier of nierprobleem. De verschijnselen zijn namelijk bij dit soort problemen identiek aan dementerend katten.
B/D voer van Hill's is er niet voor katten
Voor honden is er een speciaal voer voor dementerend honden: Prescription Diet Canine B/D is speciaal samengesteld met een exclusieve mix van anti-oxidanten en vetzuren uit groenten om de symptomen van hersenveroudering tegen te gaan en de hersenfunctie te verbeteren. De anti-oxidanten vangen de vrije radicalen in het bloed weg zodat ze geen beschadiging van de hersenen kunnen veroorzaken. HELAAS IS DIT VOER ER NIET VOOR KATTEN!
Voeradvies voor demente katten
We adviseren om voer te geven waarin vis als eiwitbron is verwerkt. In de olie waarin vis verwerkt zit, zit relatief veel vitamine E. Vitamine E is een antioxydant en vangt de vrije radicalen weg. U kunt bijvoorbeeld denken aan Hill's senior de Tuna (tonijn) variant.
Dementie behandelen met medicijnen
Behandeling met medicijnen is het enige dat we nog extra kunnen doen voor de kat. Het middel Fitergol (Nicergoline) is voor honden geregistreerd voor de behandeling van dementie. De werking van het middel berust op het verwijden van bloedvaten in de hersenen, waardoor er een betere zuurstof voorziening in de hersenen zou ontstaan. Dit middel moet in combinatie met een extra vitamine E gebruikt worden en vitamin C. Vitamine E is een antioxydant en vangt de vrije radicalen weg die er in het bloed gevormd worden. Vitamine C versterkt deze werking.
Als er geen vitamine E gebruikt wordt werkt Fitergol averechts: door het zuurstofrijkere bloed worden er juist meer vrije radicalen gevormd en ontstaat er meer hersenbeschadiging (zie het stukje vrije radicalen). Het middel verlaagt daarbij de bloeddruk door het vaatverwijdende effect. In combinatie met andere bloeddruk verlagende middelen kan dit gevaarlijk zijn!
N.B. De teksten van onze hand-outs zijn vervaardigd niet alleen aan de hand van wetenschappelijke literatuur, maar ook van onze eigen inzichten op basis van persoonlijke ervaringen. Daarom kan de informatie voor een deel afwijken van de gangbare literatuur. Katten hebben negen levens. Katten kunnen heel oud worden. Er doen heel wat verhaaltjes over katten de ronde. Iedereen kent wel iemand in zijn of haar omgeving met een kat die ver boven de twintig is geworden .. Helaas geldt toch ook voor katten dat ouderdom met gebreken komt. Voor de ene kat wat vroeger dan de ander, maar katten moeten als senioren beschouwd worden boven de leeftijd van 10-12 jaar. Natuurlijk kunnen we niet alle ziekten opsommen die kunnen optreden bij de oudere kat, maar voor een aantal geldt dat ze relatief vaker voorkomen en vrij goed te herkennen zijn. En als een aandoening vroegtijdig herkend en onderkend wordt, dan zijn er (nog) mogelijkheden om er iets aan te doen.
Nierfalen Bij oudere katten komt het relatief vaak voor dat de nieren niet goed meer functioneren. We spreken dan over de chronische interstitiele nefritis of schrompelnier. Bij deze nieraandoening wordt het functionele nierweefsel vervangen door bindweefsel. De nieren kunnen het bloed niet voldoende ontgiften en de katten worden ziek. We zien een slechte eetlust, veel drinken en plassen, regelmatig braken, sloomheid, vermagering en een mottige vacht. Uiteindelijk raken de katten uitgedroogd, doordat de urine onvoldoende geconcentreerd is. De diagnose wordt gesteld door middel van een bloed- en urine onderzoek. Tijdig onderkennen van nierfalen is van belang: we kunnen infusen toedienen, nierdieet geven en ondersteunende maatregelen nemen in de vorm van homeopathie (Mac Samuel® Niertonicum) of medicijnen tegen misselijkheid.
Hartproblemen De meest voorkomende hartaandoening bij katten is een afwijking van de hartspier, die we cardiomyopathie noemen. Hierbij verdikt de hartspier ten koste van de grootte van het lumen van het hart, waardoor het rondpompen van bloed weinig efficiënt verloopt. Deze hartaandoening is echter niet een typische oude katten kwaal! Sterker nog het is een aandoening die het vaakst gezien wordt bij jong volwassen katten. Bij oudere katten moeten we alert zijn op andere hartaandoeningen zoals klepgebreken en hartritmestoornissen. Er kunnen bijvoorbeeld ontstekingen van de hartkleppen ontstaan ten gevolge van ontstoken tandvlees door gebitsproblemen, maar bij oudere dieren kunnen de hartkleppen ook slechter gaan functioneren doordat ze stugger en/of onregelmatig van vorm worden door een soort verbindweefseling (een soort slijtage). Een te hoge bloeddruk en een te snel werkende schildklier hebben ook secundaire effecten op de hartfunctie (zie daar)! De diagnose wordt gesteld door middel van klinisch onderzoek, eventueel röntgenologisch onderzoek van de borstholte en een echografie (en ECG) van het hart. De behandeling wordt op de individuele patiënt afgestemd.
Schildklier Bij oudere katten komt relatief vaak een te snel werkende schildklier voor. Ten gevolge van meestal goedaardige tumoren in de schildklier wordt een overmaat aan schildklierhormoon geproduceerd. Dit hormoon jaagt de stofwisseling van de kat op, waardoor de kat flink kan vermageren. De kat heeft continue honger en is dan ook de hele dag op zoek naar eten. Verder zien we vaak onrust bij deze patiënten. Ze maken een opgejaagde, hyperactieve indruk. Niet alleen de stofwisseling, maar ook de bloeddruk en de hartfrequentie worden opgejaagd. Uiteindelijk kunnen zelfs ernstige hartritmestoornissen ontstaan. De diagnose wordt gesteld door middel van een bloedonderzoek. Soms is de vergrote schildklier zelfs te voelen. De behandelingsmogelijkheden zijn divers: het afwijkende deel van de schildklier kan operatief verwijderd worden, maar er bestaan ook medicijnen die de productie van schildklierhormonen afremmen. Er zijn ook mogelijkheden om de schildklier met radio-actief Jodium te behandelen. Dit laatste is specialistenwerk en wordt slechts in enkele klinieken in Nederland gedaan. Welke behandelingsmogelijkheid gekozen wordt hangt af van de leeftijd van de kat, de algemene conditie, de conditie van het hart en de wens van de eigenaar.
Suikerziekte Het beeld van suikerziekte kan lijken op dat van de te snel werkende schildklier. Ook deze katten hebben honger en eten dus veel, maar worden ondanks dat erg mager. Ze drinken en plassen meestal erg veel. De diagnose wordt gesteld door middel van bloed- en urineonderzoek. De behandeling bestaat uit het toedienen van insuline. Bij de meeste katten moet dat 2 x per dag. Om de juiste dosering insuline in te stellen is zeker in het begin van de behandeling regelmatig een bloedsuiker controle nodig.
Hypertensie Hypertensie is een te hoge bloeddruk. Een te hoge bloeddruk komt bij katten regelmatig voor. Het kan het gevolg zijn van nierfalen, hartproblemen, een te snel werkende schildklier of een bijnierprobleem. Vaak zien we het dus als complicatie van een andere aandoening, waarbij dan ook de symptomen van de primaire aandoening het meest zullen opvallen. Soms treden echter de gevolgen van de te hoge bloeddruk duidelijk op de voorgrond: vooral het plotselinge optreden van blindheid is een teken aan de wand! Andere katten laten weer alleen een algehele malaise zien. De diagnose is eenvoudig indien de juiste apparatuur voorhanden is. In onze kliniek wordt met behulp van een Doppler apparaat een bloeddrukmeting gedaan. De behandeling is afhankelijk van de oorzaak van de te hoge bloeddruk. Een tijdige behandeling kan veel ellende voorkomen!
Gebit Een gezond gebit is natuurlijk gedurende het hele leven van groot belang. Het blijkt echter dat op oudere leeftijd relatief meer gebitsproblemen voorkomen. Deze problemen variëren van tandsteen en loszittende elementen tot tandhalslaesies en wortelabcessen bij katten. Een ongezond gebit geeft aanleiding tot ontstoken tandvlees en mondslijmvlies. Vanwege de sterke doorbloeding van het tandvlees en de gevaarlijke bacteriën die bij dergelijke ontstekingen een rol spelen lopen andere organen ook gevaar. Vooral nieren en hart kunnen secundair beschadigd raken als een tandvleesontsteking te lang onbehandeld blijft. Een nauwkeurig klinisch onderzoek van mondholte en gebit zal de mogelijke problemen aan het licht brengen. Afhankelijk van de ernst van de aandoening en de totale conditie van de kat kan een behandelingsplan opgesteld worden. Het nadeel van een eventueel noodzakelijke narcose zal moeten worden afgewogen tegen de risicos van een slecht gebit en ontstoken tandvlees. Bij oudere katten kan het zinvol zijn om voorafgaand aan de narcose een screenend bloedonderzoek en/of röntgenonderzoek te doen. Naast een gebitsreiniging en sanering is het vaak noodzakelijk om een antibioticumkuur te geven.
Tumoren Bepaalde tumoren komen bij de oudere kat vaker voor dan bij de jonge of jong volwassen kat. Een gedegen klinisch onderzoek, eventueel aangevuld met röntgenfotos, echografie en/of bloedonderzoek kan helpen om tumoren in een vroeg stadium te ontdekken en de juiste maatregelen te nemen.
Alerte eigenaar
Waar moet u nou op letten als eigenaar van een senior-kat?
Een aantal belangrijke punten waarop u alert moet zijn bij katten op leeftijd: Meer drinken en plassen Op vreemde plaatsen plassen Vermageren Gedragsverandering Overdreven veel eten Slecht eten Stank uit de bek Moeilijk kauwen Kortademigheid Bulten of verdikkingen Frequent braken Slecht zien Slechte vachtconditie Bij één van deze symptomen is het van belang om de kat zo snel mogelijk te laten onderzoeken. Wacht niet te lang, hoe sneller u erbij bent des te meer kans op een succesvolle behandeling!
BALINEES Sterke punten Minder luidruchtig dan de Siamees Levendig Aanhankelijk Lief voor kinderen Zwakke punten Kan slecht alleen zijn Vereist een dagelijkse verzorging Een Balinees is een uitstekende gezinskat, die graag spelletjes doet en dol is op mensen. Het is in wezen een langharige Siamees, waarvan hij de sierlijke schoonheid heeft, maar de Balinees is minder luidruchtig. Het is nog steeds een zeldzaam ras, dat echter door zijn aimabele persoonlijkheid toch steeds populairder wordt.
Uiterlijke verzorging De Balinees is gemakkelijk te onderhouden. De vacht is vrij lang, maar zijdeachtig en klit niet. Toch moet zijn vacht elke dag verzorgen ter verwijdering van dood haar en om deze in een goede conditie te houden.
Oorsprong en geschiedenis De Balinees is een spontane mutatie van de Siamees, met een gen voor lang haar. In de Verenigde Staten verschenen voor het eerst een paar langharige kittens in een nest Siamezen. Enkele fokkers zagen er mogelijkheden voor een nieuw fraai ras in en begonnen er selectief mee te fokken. In 1970 was het ras in geheel Noord-Amerika erkend. Pas kort geleden werden er exemplaren in Europa ingevoerd, waar het ras nog geen erkenning heeft gevonden. De Balinees heeft niets met het eiland Bali te maken; vermoedelijk kreeg hij deze naam omdat de katten zich even sierlijk bewegen als Balinese danseressen.
Fokken Af en toe verschijnen er langharige kittens in Siamese nesten. Wanneer men er twee aan elkaar paart, fokken ze zuiver door en brengen volledig Balinese kittens voort. Kruising met Siamezen is nu en dan nodig om het type te verbeteren. Een nestje Balinezen bevat gewoonlijk 5-6 kittens.
Kittens De kittens zijn bij de geboorte wit. De kleur van de points verschijnt gedurende de eerste weken.
RASSTANDAARD De Balinees is een middelgrote, slanke, sierlijke kat, met een lenig, gespierd lichaam, een lange, toelopende, Siamese lichaamslijn en een lange, zijdeachtige vacht. Vacht Hermelijnachtig, zacht, zijdeachtig en golvend, met haren van 5 cm langer ('s zomers echter soms korter). Geen donzige ondervacht en geen kraag. Lichaam Middelgroot, lang en slank. Fijn van bot maar flink gespierd. Katers soms groter dan poezen. Poten lang en slank, achterpoten langer dan voorpoten. Voeten sierlijk, klein en ovaal.
Staart Lang, dun en spits toelopend, maar volbepluimd. Ogen Geen uitstekende wenkbrauwbogen. Hals lang en slank. Oren breed aan de basis, groot en spits. Ogen mogen niet minder van elkaar staan dan een oog breed is. Ogen. Middelgroot, amandelvormig en schuin naar de neus toe ingezet. Loensen niet toegestaan.
UTRECHT - De helft van de katten heeft gedragsproblemen. Dat stelt Sonja van Leeuwen, die volgend jaar in samenwerking met de Martin Gaus Academie start met een nieuwe opleiding voor kattengedragstherapeut.
Foto: TLG
In ons land laten veel te veel eigenaren hun katten inslapen omdat de dieren bijvoorbeeld agressief zijn of in huis plassen. Met de hulp van een kattengedragstherapeut kunnen de problemen worden opgelost en blijft dier en eigenaar leed bespaard, aldus Van Leeuwen.
Uit onderzoek blijkt volgens Van Leeuwen dat ongeveer de helft van de katten gedragsproblemen heeft. Als een poes in huis plast bijvoorbeeld probeert ze iets duidelijk te maken. Als duidelijk wordt waarom ze het doet, is het probleem op te lossen, aldus Van Leeuwen.
Volgens de gedragstherapeut voor dieren staat het beroep kattengedragstherapeut nog in de kinderschoenen. Momenteel kunnen Nederlandse katteneigenaren bij ongeveer dertig therapeuten terecht. Inmiddels is het al wel normaal om je hond met gedragsproblemen te laten behandelen, maar voor katten is dit nog niet echt geaccepteerd, aldus Van Leeuwen.
Eigenaar
De opleiding tot kattengedragstherapeut duurt ruim anderhalf jaar en telt 43 lesdagen. Tijdens de opleiding leren cursisten het gedrag van de dieren te duiden, maar leren ze ook met de baasjes van katten om te gaan. Veel problemen worden veroorzaakt of verergerd door de eigenaar, aldus Van Leeuwen.
In Engeland en Amerika is aan bijna elke dierenartsenpraktijk een gedragstherapeut verbonden. In de zes jaar durende opleiding tot dierenarts wordt volgens Van Leeuwen maar een paar dagen besteed aan het gedrag van dieren. Het zou fantastisch zijn als dierenartsen in ons land katten met problemen gaan doorverwijzen naar een kattengedragstherapeut.
Nederland telt meer dan drie miljoen huiskatten. Als je bedenkt dat de helft van deze dieren hinderlijk gedrag vertoont, is er werk aan de winkel voor mijn nieuwe cursisten, aldus Van Leeuwen.
Etenstijd: poes laat het onder luid gespin weten, maar het klinkt toch minder tevreden dan anders. Het lijkt wel een soort bedelspinnen, zeggen kattenhouders. Zij smelten bij zoveel smart, en haasten zich wat aan het lijden te doen. Het is poes weer gelukt. Troost u, biologen laten in Current Biology zien dat vrijwel iedereen, met of zonder kat, door dit klaaglijke knorren de zorg in zich voelt opborrelen. Er zit iets dwingends in wat om spoed vraagt, in tegenstelling tot het gespin door de dag heen.
De biologen analyseerden de akoestische eigenschappen en ontdekten dat het hongerige dier knorretjes met een hogere frequentie in zijn oproep doet. Die pieken verdwijnen na het eten, het kattengespin gaat dan weer in frequentie omlaag en verliest zijn smartelijke toon. Dat bleek toen de onderzoekers de hogere frequenties eruit wisten en de smeekbede toen aan kattenhouders en kattenleken lieten horen: zij ervoeren er geen gebedel meer in.
Een kat maakt haar houding tegenover anderen duidelijk met behulp van haar silhouet, staart, oren en ogen. Al haar buien en volgende handelingen zijn hieruit af te lezen.
Als de kat een normale houding heeft, zal haar staart horizontaal tot lichtjes hangend zijn, en hij zal amper bewegen. Haar kop is dan het hoogste punt en de haren liggen overal glad. Haar oren zijn gespitst en de ogen opmerkzaam geopend.
Deze houding verandert ze niet als ze iets tegenkomt wat ze helemaal niet interessant vindt. Als ze een bekende tegenkomt die ze aardig vindt, zal ze haar staart verticaal de hoogte in doen als begroeting. Ook versnelt ze haar stap en zoekt ze kort lichaamscontact.
Bij iemand die ze nog niet kent, maar die haar ook niet bedreigend lijkt, zal ze haar staart tot een S krullen en het puntje zal trillen. Ook vergroten haar pupillen en haar oren zijn strak op de vreemde gericht.
Als ze vijanden tegenkomt zal je kat zich zo groot mogelijk maken. Dit kan ze doen door haar rug te bollen, door haar staart- en rugharen overeind te zetten of door op de toppen van haar tenen te gaan lopen. Wanneer de kat een aanval plant of er een verwacht zal ze haar ogen, sluiten en haar oorschelpen plat langs haar kop leggen. Een laatste waarschuwing voor haar tegenstander is dat ze zich zijwaarts laat vallen; dan heeft ze haar klauwen vrij en kan ze toeslaan.
Vocale taal
Onder elkaar gebruiken katten niet vaak vocale taal, alleen tijdens de bronstijd, de paring en het moederschap speelt de stem een rol. Het geluid van een kat wordt gevarieerder en expressiever naarmate ze meer gesteld raakt op de mens.
In totaal zijn bij katten 16 verschillende geluidspatronen vastgesteld, die deels met gesloten bek, deels stemloos met geopende bek en deels stemhebbend met open bek voortgebracht worden.
Katten gaan blazen ter bescherming tegenover een vijand of als afschrikking tegenover een rivaal of opdringerige soortgenoot. Bedelen, klagen, zeuren en vragen doen zowel oude als jonge katten melodisch met hun klassieke gemiauw of met een variatie erop.
Brabbelen, murmelen en kirren doen katten om een partner te versieren of om de kinderen gerust te stellen als ze gevaar ruiken. Katten gaan snorren tegenover mensen om hen aan te zetten tot aaien.
Slapen
De kat slaapt het meest van alle zoogdieren, namelijk tot 20 uur per dag. Dit verschilt wel per leeftijd. Pasgeboren en oude katten slapen 20 uur per dag, maar bij de leeftijden daartussen slapen ze minder. De actieve perioden zijn het grootst bij krolse, geslachtsrijpe katten.
Van deze 20 uur zijn er echter maar maximaal 4 uur waarbij de kat ook echt in diepe slaap is. In de andere 16 uur blijft een deel van hun zintuigen altijd actief. Je kunt aan de houding van je kat wel zien of hij echt slaapt op rust. Als je kat in diepe slaap is ligt hij vaak op zijn poten en in een u-vorm. Als je kat rust zijn zijn poten vrij zodat hij gelijk weer kan opstaan als er iets mis is.
Na elke lange slaapfase rekt en strekt een kat zich om haar spieren weer soepel te maken en weer fut in haar lichaam te brengen. Ze staat geleidelijk op, maakt een kattenrug, strekt dan de voorpoten zo ver ze kan voor zich uit, maakt daarna dezelfde beweging met haar achterpoten, krult haar staart tot een dubbele S en schudt zich eventjes.
Wassen
Er zijn maar weinig dieren die zich zo grondig en hygiënisch wassen als een kat. Gemiddeld wast een kat zich namelijk tien keer per dag. Hiervan gebeurt het minstens twee keer echt grondig, en vaak volgens een vast patroon.
Een kat gaat er rechtop bij zitten, likt eerst de hals en de borst en reinigt daarna de voorbenen. Dan maakt ze haar voorpoten nat, zodat ze daarmee haar ogen, neus en wangen kan schoonmaken. Dan maakt ze haar voorpoten nog een keer nat en wast ze haar voorhoofd en oren. Daarna zijn de schouders en de rug aan de beurt.
Als dit klaar is gaat de kat op haar zij liggen en wast ze haar buik en daarna haar staart. Hierna zijn haar achterpoten en kont aan de beurt, deze krijgen extra aandacht.
Op warme dagen wassen katten zich ook vaker dan normaal, dit doet ze dan zodat de vochtige haren voor een beetje afkoeling zorgen met behulp van verdamping. Katten hebben namelijk geen zweetklieren en kunnen overtollige lichaamswarmte niet verliezen door te zweten.
Vriendschappen De mens kan een kat niet alles geven wat ze nodig heeft, een kat heeft ook behoefte aan soortgenootjes. Voor katten die alleen binnenshuis leven is het goed om een soortgenoot te hebben. Het is dan het beste om tegelijk twee jonge katten in huis te halen, het liefst uit hetzelfde nest. Die blijven dan vaak de rest van hun leven onafscheidelijk. Als je een kat hebt die al heel erg lang alleen is, is het waarschijnlijk niet zon goed idee om er ineens een andere kat bij te halen.
Vaak wordt gezegd dat honden en katten niet goed met elkaar overweg kunnen. Eigenlijks slaat dit nergens op, want uit ervaring is gebleken dat deze twee het juist uitstekend met elkaar kunnen vinden. Vooral als ze tegelijk in een gezin komen en al van jongs af aan samen optrekken kunnen ze onafscheidelijk worden. Als ze al volwassen zijn en dan nog bij elkaar komen wordt het lastiger, maar dan nog is het niet onmogelijk, zolang ze allebei maar de mogelijkheid hebben om elkaar uit de weg te gaan.
Grotere dieren zijn voor katten geen probleem, vaak besteed de kat daar geen aandacht aan. Dieren die net zo groot zijn als de kat zelf vormen een grotere bedreiging. De kans is dan ook kleiner dat de kat met die dieren bevriend zal raken.
Een volwassen kat zal een kleiner dier vaak als prooi zien, om daarmee bevriend te raken wordt dus moeilijk. Als een kat als kitten bij zo'n dier groeit is er wel de mogelijkheid dat de kat het dier als lid van de familie accepteert.
Katten zien de mens als een vriend, tenminste, als ze goed behandeld worden natuurlijk. Als de kat opgroeit zonder moeder, gaat hij de mens als vervanger accepteren. Als je kat als kitten zijn babydagen bij de mens doorbrengt, zal hij al gauw vertrouwd raken met je geur, je uiterlijk en je geluiden.
Als een kat de eerste 2 maanden niet in aanraking komt met mensen zal het iets langer duren voordat je kat went, maar uiteindelijk zal de kat de aandacht van de mens niet meer kunnen weerstaan.
Wanneer een kat na de eerste 4 maanden van zijn leven nog niet in aanraking met mensen is geweest, wordt hij als niet meer plaatsbaar beschouwd. Ze zullen waarschijnlijk schuw en halfwild blijven en in paniek raken als ze op de arm genomen worden.
Al bij de geboorte gebruikt het kitten zijn gehoor. Maar pas na 9 dagen gaan de ogen open. Met 12 dagen draait het kitten zijn hoofd naar de richting van het geluid en al na weer een week is hun scherp gehoor bijna volledig ontwikkeld. Een dozijn spieren draaien de oren, onafhankelijk van elkaar tot bijna 180°. Kittens horen niet alleen duidelijker dan de mens, maar ook zelfs beter dan een hond.
Vanaf de 3e week leren de kittens belangrijke geluiden van onbelangrijke te onderscheiden. Voor de laatste zijn ze later Oostindisch doof.
Je ziet de namen ook als je er met de cursor (pijltje) op gaat staan.
a
Oorschelp of pinna
b
Uitwendige gehoorgang
c
Trommelvlies
d
Middenoor
e
Gehoorbeentjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel)
f
Ovale venster
g
Slakkenhuis
h
Buis van Eustachius
i
Geluidsgevoelige orgaan van Corti (in de gele spiraal)
j
Gehoorzenuw
k
Evenwichtsorganen
Uit: Katten, uitg. Het Spectrum
De geluidsgolven worden opgevangen door het trechtervormige buitenoor, de uitwendige gehoorgang (b) en doorgegeven naar het trommelvlies (c). Dit vlies trilt als de huid van een trommel en brengt 3 kleine botjes (e) in het middenoor (d) in beweging. Deze geven op hun beurt de beweging door aan de ingang van het binnenoor, het ovale venster (f). Daarna bereiken de geluidsgolven het slakkenhuis (g), een systeem van kronkelige, met vocht gevulde kamers. Binnen deze kamers ligt het geluidsgevoelige orgaan van Corti (i), dat de golven vertaalt in elektrische impulsen en die via de gehoorzenuw (j) naar de hersenen zendt.
Het evenwichtsorgaan (k, de groene kronkels) zorgt ervoor dat de kat weet welke kant boven is. Het bestaat uit een aantal met vloeistof gevulde kamers, die zijn bezet met miljoenen kleine haartjes. Wanneer de haartjes bewegen, zenden tastzenuwuiteinden signalen naar de hersenen. In de onderste kamers bevinden zich kristalletjes op de haartjes. Deze kristalletjes drukken op de haartjes die op een bepaald moment onderaan zijn. Dit zorgt dus voor de boven- en onderoriëntatie. In de half-cirkelvormige kanalen steken de haartjes in velletjes weefsel, die met de vloeistof in de kanalen meebewegen. Dit gebeurt telkens als de kat de kop beweegt en werkt dus als het klotsen van water in een glas. De 3 kanalen staan in feite loodrecht op elkaar en geven hierdoor informatie over richting en snelheid van elke beweging die de kat maakt.
Katten hebben 24 uur per dag een open oor. De trechtervormige oorschelpen van de altijd spitse oren vangen de kleinste trillingen op. Zacht ruisen of ritselen zet automatisch de beweging in gang, want de herkenning van geluiden van prooidieren is aangeboren. Alle andere geluiden leren ze.
Katten hebben een uitstekend gehoor. Ze zijn in staat om de verschillen in dichtslaande autodeuren te onderscheiden.
De kat hoort hogere geluiden dan de hond.
Een kat hoort geluiden van boven de 45.000 hertz (het geluid van vleermuizen). Voor mensen is alles hoger dan 20.000 hertz niet meer te horen.
Net als bij de mens neemt het waarnemen van hoge tonen af met het vorderen van de leeftijd. Als de kat 3 jaar is, begint dit al. Als ze 4.5 jaar zijn is het al duidelijk te constateren. Een normale kat heeft niet alleen een gevoelig gehoor met een grote omvang, maar is ook in staat de richting zeer precies te bepalen.
Hij kan geluidsbronnen onderscheiden die niet meer dan 5° uit elkaar liggen; dat is ongeveer 8 cm op een afstand van 1 meter. Dit is net genoeg voor het jagen in volslagen duisternis.
Bij sommige witte katten, in het bijzonder die met blauwe ogen, komt doofheid voor die al optreedt na ongeveer 5 dagen.
Ook bij oude katten komt doofheid voor als gevolg van het minder beweeglijk worden van de gehoorbeentjes en het degenereren van de zenuwen van het binnenoor.
Dove katten compenseren dit gebrek met een scherper gezichtsvermogen, een betere reuk en een extra gevoeligheid voor trillingen.
Oorontsteking: De zogenoemde Otitis (oorontsteking) kan door mijten, bacteriën of schimmels veroorzaakt worden.
Bij oormijten zie je zwarte kruimelige uitscheidingen en een sterke jeuk. De oren lijken vies. Bij de behandeling met medicijnen is het belangrijk dat ze voldoende lang en regelmatig gebruikt worden om alle mijten in hun diverse ontwikkelingsstadia te pakken. Anders bestaat het gevaar van oorontsteking die naar het middenoor overslaat. Een middenoorontsteking wordt gekenmerkt door het scheef houden van de kop. Ga onmiddellijk naar de dierenarts en laat de kat behandelen.
Gebruik geen wattenstokjes voor het schoonmaken van de oren, maar een papieren zakdoek om het vuil uit de oren te halen.
Voor katteneigenaren is de uitkomst van een Brits onderzoek misschien niet zo verrassend: katten manipuleren ons mensen vaker wel dan niet. De dieren doen dat met een bepaalde manier van spinnen, waar niets tegen bestand is. Het baasje voelt zich op die manier wel verplicht om het dier aandacht en voedsel te geven.
Het 'kattengejank' lijkt niet op normaal spinnen, maar lijkt op het gehuil van menselijke baby's. Uit het onderzoek bleek verder dat katten het geluid vaak 's ochtends produceren, zodat het baasje zijn bed uit moet om het dier eten te geven. (tlg/mvl)
Kattenliefhebbers gaan het niet leuk vinden, maar nieuw onderzoek suggereert dat hun favoriete dieren niet zo clever zijn als we tot nu toe vermoedden. Ze zijn in elk geval dommer dan honden.
Snoepje aan touwtje Psychologe Britta Osthaus ontdekte dat katten bijvoorbeeld geen oorzakelijke verbanden kunnen leggen. Dat ontdekte ze met een simpele test: ze bevestigde een kattensnoepje aan een koordje, plaatste een doorzichtig plastic scherm daarop en ging dan na of de katten doorhadden dat ze door aan het touw te trekken het snoepje dichterbij konden brengen.
Drie varianten Ze had drie varianten: eentje met één touw met daaraan een snoepje, eentje met twee paralelle touwtjes met slechts één snoepje aan één van die touwtjes, en eentje met twee koordjes die gekruisd lagen en waar ook aan maar aan één touwtje een snoepje hing.
Eén touw met daaraan één snoepje bleek geen probleem. Bij de andere opstellingen gingen de 15 testkatten allemaal de mist in. Honden kunnen dat wel ontdekte Osthaus.(mvl)
BRUSSEL- Katten en honden hebben met dit mooie weer weleens last van ongenode gasten. Vlooien banen zich een weg tussen de pels en zorgen voor een vreselijke jeuk. Bovendien is het erg oppassen geblazen met middeltjes die het ongedierte weghouden. 'Geef nooit een vlooienmiddel voor de hond aan je kat. Voor poezen zijn bepaalde producten dodelijk.'
Met de regelmaat van de klok krijgt Rob Lückerath een doodzieke poes in de praktijk die per ongeluk het verkeerde vlooienmiddel heeft gekregen. In sommige van die producten zitten, net als in spuitbussen tegen insecten, pyrethrinoïden, een reeks bestrijdingsmiddelen die in de diergeneeskunde, de land- en tuinbouw worden gebruikt. 'Voor je het vlooienmiddel toedient, moet je heel goed op de verpakking kijken', zegt de dierendokter. 'Zit er dichloorfos, trichloorvos of permetrine in, dan mag je het absoluut niet gebruiken voor de kat. De producten zitten in sommige antivlooienproducten voor honden. Die verdragen het goedje beter. Dat komt omdat het spul niet doordringt in de huid. In tegenstelling tot een hond, gaat een kat zich wassen en likt het gif op die manier op.'
De ziekteverschijnselen zijn niet fraai. Poes begint te trillen, te kwijlen en laat de ontlasting lopen. 'Je moet het als volgt zien,' zegt Rob Lückerath, 'ons lichaam, en dat van dieren, zit vol met neurotransmitters. Die kan je vergelijken met stekkers die je in een stopcontact moet stoppen als je lichaam iets moet doen. Wil je bijvoorbeeld je rechterarm opheffen, dan moet de stekker - de neurotransmitter dus - in het desbetreffende stopcontact worden gestopt om die taak te kunnen uitvoeren. Bij een vergiftiging raken de stopcontacten verstopt. De stekker past niet meer en je wordt ziek.'
'Het enige wat je als dierenarts kan doen is de toestand van het dier zo goed mogelijk stabiliseren', zegt Rob Lückerath. 'Heel langzaam proberen we de stopcontacten weer vrij te maken maar dat kan zeer lang duren.'
Laat je met andere woorden goed voorlichten als je een antivlooienmiddel gebruikt. Koop niet zomaar het eerste het beste, of goedkoopste. En let ook heel erg op als je een spuitbus of een ander middel in huis gebruikt om de vliegen en muggen te lijf te gaan. Ontlucht sowieso nadien de kamer grondig, dat is niet alleen goed voor poes maar ook voor jezelf.
Dominant wit Het dominante wit (juister is "epistatisch wit" aangezien het op een verschillend gen aan de zwart-gebaseerde of rood-gebaseerde kleuren voorkomt) is de kleur verbonden aan doofheid bij katten. Het dominante wit maskeert alle andere kleuren en de katten kunnen blauwe, oranje of ongelijke ogen hebben. Katten met blauwe ogen hebben een hoge kans op doofheid. Katten met één blauw oog hebben een hoge kans op doofheid aan de blauwogige kant.Katten met oranje ogen zullen veel minder waarschijnlijk doof zijn. Sommige dominant witte kittens worden geboren met plukjes gekleurd haar bovenop het hoofd , dit verdwijnt gewoonlijk bij volwassenheid, maar bij deze kittens is de kans op een normaal gehoor groter.
Witte vlekken Het gen voor witte vlekken kan tot de indruk van een geheel witte kat leiden. Dit gen is semi-dominant en is veranderlijk in de manier waarop het tot uitdrukking komt - een kat kan geen zichtbare witte vlekken hebben of helemaal wit zijn en alle stadia tussen die twee uitersten. In tegenstelling tot het dominante wit, zijn witte vlekken niet verbonden aan doofheid. De vachtkleur van sommige witte katten is toe te schrijven aan de zeer veranderlijke uiting van het gen dat witte vlekken veroorzaakt. Het diagram hierboven toont de typische verschijningsvormen vanaf geheel gekleurd tot helemaal wit, die door dit gen worden veroorzaakt. Het nummer van elk diagram is de "rangorde" waarin vlekken voorkomen vanaf rangorde 0 (geen witte vlekken) oplopend tot 10 waar de witte vlekken elke basiskleur hebben weggenomen. Rangorde 10 wit gevlekte katten lijken op dominant witte katten, maar zijn zelden doof. Ook hier kunnen kleine gekleurde vlekken waarneembaar zijn op katten die dominant wit lijken door het witte vlekken gen.
Albino katten Bij de term albino wordt over het algemeen gedacht aan zuiver wit, maar de situatie bij katten is complexer. Er zijn vijf bekende alleles* voor albinisme: blauwogige albino, roze-ogige albino, Birmaans patroon, Siamees patroon en volledige kleur (niet-albino). De volledige kleur is dominant aan elk van de andere vier alleles. Het Birmaanse patroon is onvolledig dominant aan het Siamese patroon; katten die één van elk van die genen erven zullen een afwijkende kleur hebben die "tonkenise" wordt genoemd. Een gril van de Siamese vorm van albinisme is dat de verschijningsvorm temperatuur afhankelijk is: warme gebieden van het lichaam zijn bleker dan de koelere gebieden. Om deze reden, wordt dit vaak eerder beschreven als "kleurbeperking" dan als albinisme. De roze-ogige albino schijnt recessief aan elk van de andere albino-veranderingen te zijn. *alleles: één van een paar genen die de oorzaak is van verschillende uitdrukking van een bepaalde erfelijke eigenschap) In 1927,tijdens de Parijze kattenshow op 14 en 15 januari door de "Cat Club de France", rapporteerde het jurylid Mevr. Basnett het volgende: "er werd mij een Siamese Albino ter inspectie aangeboden van ongeveer 4 maanden oud; ik kon nergens op de witte vacht,staart,poten,oren of masker een spoor van een schaduw ontdekken; de ogen waren erg mooi blauw en hun vurige centrum scheen benadrukt te worden door het ontbreken van enige schaduw. Qua verschijning was het een typische Siamees met het daarbij behorende lange slanke lichaam, kwispelende staart en een zeer mooi wigvormig hoofd en gezicht." Meer onlangs is een Siamese Albino gefokt, hoewel slechts de tijd zal leren of deze als ras zal worden bestendigd. Het is een volledig witte kat van het Siamese-Type met blauwachtig-roze ogen (echt "roze ogen" zijn zeldzaam,dit is toe te schrijven aan de fysieke structuur van ogen van katten). De "Europese Albino" die in België wordt gefokt, is een Europese kortharige witte kat met robijn-rode ogen met bleke, doorzichtige blauwe irissen. De albino-katten die in Europa en de V.S. worden gemeld schijnen ergens tussen de roze-ogige albino en de blauw-ogige albino in te zitten. Een ware roze-ogige albino werd gemeld in 1931 en opnieuw in de jaren '80 in de V.S. Bij de Ojos Azules, die door blauwe ogen in combinatie met kleuren anders dan wit of colourpoint wordt getypeerd schijnt de homozygotische* vorm van het gen dode albinokatjes te veroorzaken. *homozygotisch: het betreffende dier heeft stabiele erfelijke eigenschappen In de jaren 90 werd een albino-katje geboren en met handopfok grootgebracht in een katten-opvangcentrum in Chelmsford(Engeland). Het werd als volgt beschreven: witte vacht en zeer bleke roze oren, neus en voetkussens, hoewel ik geen informatie over zijn overleving op lange termijn heb. Albino katjes zijn meer onlangs verschenen in het Bengaalse ras, dit is niet zo verrassend aangezien het albinisme oorspronkelijk bij de Asian Leopard kat vandaan komt (de wilde ouder van het Bengaalse ras).
WITTE KATTEN EN DOOFHEID
Enkele veelgestelde vragen: - Zijn witte katten,in het bijzonder blauwogige witte katten, altijd doof of is dit een bakerpraatje? - Is doofheid alleen verbonden aan ongelijkogige witte katten? - Sommige blauwogige zijn niet doof - waarom?
Er is een vastgesteld verband tussen de witte vachtkleur, blauwe ogen en doofheid. Doofheid is verbonden met het gen voor blauwe-ogen en niet met het gen voor ongelijke ogen. Niet alle blauwogige witte katten zijn doof aangezien er meerdere, verschillende genen zijn die dezelfde fysieke eigenschappen veroorzaken (bleekheid, blauwe ogen). Dus het hangt allemaal af van het genotype van de kat (zijn genetische samenstelling)en niet van zijn fenotype (zijn fysieke verschijning). Sommige mensen beweren dat 99% van de blauwogige witte katten doof zijn. Dit is onjuist omdat blauwe ogen en een witte vacht beide door verschillende genen kunnen worden veroorzaakt. Het hangt allemaal af van welke genen de kat heeft geërfd. Dit zijn de daadwerkelijke cijfers van wereldwijde wetenschappelijke studies. De percentages worden gegeven in kringen omdat de resultaten op verschillende gebieden niet gelijk zijn, gedeeltelijk wegens de verschillende genen die in de katten-bevolking worden gevonden.
Waar een kat als doof wordt ingedeeld, kan de doofheid één of beide oren beïnvloeden.
95% van de algemene katten-populatie bestaat uit niet witte katten (d.w.z. niet zuiver wit) en aangeboren doofheid is uiterst zeldzaam bij niet witte katten. 5% van de algemene katten-populatie bestaat uit witte katten (d.w.z. zuiver wit). 15-40% van deze zuiver witte katten hebben één of twee blauw-ogen. Van die witte katten met één of twee blauwe ogen, is 60-80% doof; 20-40% heeft een normaal gehoor; 30-40% heeft één blauw oog en is doof terwijl 60-70% één blauw oog en een normaal gehoor heeft.
Van 5% van de witte katten in de algemene katten-populatie, heeft 60-80% een andere oogkleur (b.v.groen,oranje). Van deze groep is 10-20% doof en 80-90% heeft een normaal gehoor.
De dove witte katten met één of twee blauwe ogen vertegenwoordigen 0,25 - 1,5 van de totale katten-bevolking. Het totale aantal katten met een witte vacht en blauwe ogen vertegenwoordigt 0,75 - 2,0% van de totale katten-bevolking.
Uit studies blijkt duidelijk dat bij blauwogige witte katten een hogere mate van van doofheid voorkomt dan bij oranje/groenogige witte of niet witte katten! Maar niet alle blauwogige witte katten zijn doof en wel hierom: Er is een bekend verband tussen witte vachtkleur, blauwe ogen en doofheid - maar aangezien de vachtkleur en oogkleur door verschillende genen kan worden veroorzaakt betekent dit dat slechts sommige blauwogige witte katten doof zijn. Er is een genen complex dat de witte vacht en blauwe ogen veroorzaakt; het is verbonden met doofheid, maar niet alle katten krijgen een witte vacht en blauwe ogen van dit bepaalde gen. Deze katten hebben een weerspiegelend vlies in het oog (groene ogen met flits-fotografie),wat hen onderscheidt van katten met het Siamese blauwe oog.
Als de kat van een Buitenlands/Oosters Wit is, draagt het het gen voor ' Siamese Blauwe Ogen ' dat niet verbonden is aan doofheid (het gen voor Siamese Blauwe Ogen is in plaats daarvan verbonden aan kruizende-ogen). Siamese blauwe ogen hebben geen weerspiegelend vlies en hebben rode ogen met flits-camera's. Willekeurige paringen kunnen er toe leiden dat dit gen soms in niet oosters lijkende katten verschijnt die colorpoint katten in hun voorgeslacht hebben.
Albino katten zijn ook wit. Het ware albinisme veroorzaakt rozige ogen, maar sommige albino's of gedeeltelijke albino's hebben bleekblauwe ogen. Er zijn te weinig albino-katten bestudeerd om stevige conclusies te kunnen trekken, maar deze mutatie is niet noodzakelijk verbonden met doofheid. Het is ook moeilijk voor een katteneigenaar om te bepalen of hun kat een blauwogige albinokat of eerder een blauwogige witte kat is.
Er is ook een gen voor blauwe ogen dat gescheiden van de vachtkleur wordt geërfd. Dit is het gen dat verantwoordelijk is voor het Ojos Azules ras. Als de kat wit gekleurd is, is er geen gemakkelijke manier om te vertellen of het het blauw-ogige-doof-type gen, of het ojos-azules-blauwe-ogen type gen heeft. Het is alleen mogelijk om te vertellen dat een kat dit bepaalde gen heeft als de kat niet wit is en blauwe ogen heeft. De genen voor blauwe ogen onafhankelijk van de vachtkleur kunnen algemener voorkomen dan men eerder dacht. Andere types van blauwogige katten worden ontdekt bij katten in Azië die helemaal wit zijn, het blauw van de ogen is anders dan Siamese Blauwe Ogen, maar schijnt geen doofheid te veroorzaken.
De witte vacht kan worden veroorzaakt door een gen voor witte kleuring of door een gen voor witte vlekken. Deze witte vlekken kunnen soms dusdanig zijn dat de kat helemaal wit lijkt. Als de witte kat een paar gekleurde haren of een gekleurd vlekje op zijn lichaam (gewoonlijk op het hoofd) heeft als kitten, dan zou het een normaal gehoor moeten hebben, zelfs als het blauwe ogen heeft, omdat het een niet-doofheid veroorzakend gen voor zijn witte vacht heeft geërfd! Nochtans, komen blauwogige katten die tweekleurig zijn wel voor en hoe meer wit zij hebben in het gebied van hun ogen en oren,hoe waarschijnlijker het is dat zij doof zijn. Dit is omdat één van die genen voor de ontwikkeling van een witte vacht zowel de ogen als de oren beïnvloedt (het veroorzaakt gebrek aan oogpigmentatie (d.w.z. blauwe ogen) en doofheid ) en aangezien de ogen en de oren dicht bij elkaar zitten is het zo dat als dit gen dat gebied van het lichaam beïnvloedt, het waarschijnlijk beide zintuigen zal beïnvloeden.(hierdoor komt het dat katten met ongelijke ogen aan de blauw-ogige kant doof kunnen zijn).
Aangeboren doofheid kan ook door een verscheidenheid aan erfelijke factoren, net zoals bij mensen, worden veroorzaakt. Wegens willekeurige mutatie of de grote variatie aan genen die er is,kunnen katten van om het even welke kleur doof geboren worden(waarschijnlijk minder dan 1%) - met inbegrip van oranje-ogige witte katten. Vandaar kunnen dove witte katten zonder blauwe ogen zo nu en dan voorkomen en in deze gevallen is de doofheid niet verbonden met de vachtkleur.
Doofheid kan ook door ziekte of verwonding worden veroorzaakt, zodat iemand die een dove kat adopteert niet kan weten of de kat zo geboren is of later doof werd. Er zijn ook groenogige witte katten, De Russische Angora heeft groene ogen en wit is een favoriete kleur. Groenogige witte katten hebben een kleinere kans op doofheid dan blauwogige witte katten omdat het gen voor wit dat zij dragen normaal gesproken hun oogkleur niet beïnvloedt. Hetzelfde geldt voor oranje-ogige witte katten; zij hebben zelden aangeboren doofheid. De mate waarin genetische eigenschappen in cellen uitwendig zichtbaar zijn is zeer veranderlijk en oranje-ogige/ongelijkogige en blauwogige witte katten worden onderling gekruist in vele rassen.Vandaar kan tot 20% van de niet-blauwogige, witte katten één of andere graad van beschadiging van het gehoor hebben, afhankelijk van door welk gen de witte vachtkleur veroorzaakt werd.
Dus in het algemeen is het zo dat blauwogige witte katten een grotere kans op doofheid hebben dan andere katten; maar zij zijn niet gegarandeerd doof. Ongelijkogige witte katten kunnen aan de blauwogige kant doof zijn. Als u een dove witte kat heeft, is het niet raadzaam om deze te laten jongen aangezien zij de erfelijke belasting doorgeeft. Dove witte katten zijn verboden op tentoonstellingen en er mag niet mee gefokt worden van sommige bewegingen in Europa. En er is een tendens om deze eigenschap te verminderen of te elimineren door fokkers van diverse rassen. Doofheid kan problemen veroorzaken omdat een kat naderend gevaar niet kan horen. Het kan problemen veroorzaken voor fokkers omdat de dove vrouwelijke katten hun kittens niet kunnen horen schreeuwen en hen kunnen verwaarlozen. Dove kittens kunnen hun moeder horen niet roepen en kunnen hierdoor verdwalen.
Opmerking: Niet alle blauwogige katten zijn wit, noch zijn alle blauwogige niet-witte katten Ojos Azules. Blauwe ogen verschijnen verrassend vaak in willekeurig gefokte katten.