Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
07-06-2009
Bescherm uw hond tegen de gevaren van de zomer
Bescherm uw hond tegen de gevaren van de zomer
U zit wellicht op hete kolen nu de zomer eraan komt, om samen met uw hond weer nieuwe zomerse avonturen tegemoet te gaan. Denk eraan dat de zon, de warmte, de insecten en het strand voor uw vriend gevaren inhouden!
Fatale warmte Honden en hoge temperaturen gaan niet goed samen. Honden transpireren namelijk nauwelijks en moeten de warmte via hun gehijg vrijmaken. Grote warmte terwijl de hond in de zon staat, of erger nog, terwijl hij in bij warm weer in een auto opgesloten zit (ook al zijn de ramen wat opengedraaid) kan de lichaamstemperatuur doen stijgen totdat hij in een shock raakt die snel dodelijk kan zijn. Indien uw hond het slachtoffer zou worden van een dergelijke hitteslag, moet u de hond onmiddellijk in koud water zetten of bedekken met natte doeken om de temperatuur naar beneden te halen. Voorkom ook uitdroging door constant vers water ter beschikking te stellen.
De zomer en zijn parasieten Vlooien leven heel het jaar door in de huizen, maar hun aantal neemt in de zomer toe. Naast hun irriterende werking op de huid kunnen ze ook een intestinale worm overdragen (dipylidium) en bij massale infestatie bloedarmoede veroorzaken. Hoewel teken vooral in de lente en de herfst voorkomen, vormen ze ook in de zomer een gevaar. Ze veroorzaken jeuk en brengen pathogene stoffen over die ernstige aandoeningen zoals piroplasmose, de ziekte van Lyme en erlichiose kunnen veroorzaken. Tot slot: als uw hond verwoed aan zijn poten likt of aan zijn oren krabt, vooral in de maanden augustus en september, moet u deze zones controleren op kleine oranje nestjes. Misschien zal u kunnen kennismaken met de larven van mijtachtigen die herfstmijten worden genoemd. Er bestaan tal van geneesmiddelen om al deze infestaties te voorkomen en te behandelen.
Luchtaanvallen Als de avond valt, gaan de muggen op zoek naar vers bloed. De gevolgen van deze maaltijden zijn niet alleen onaangenaam door de jeuk die ze veroorzaken, maar kunnen ook zorgen voor de overdracht van twee ernstige ziekten, vooral indien u in het zuiden van Frankrijk vertoeft: leishmaniose en dirofilariose. Als u naar deze streken trekt, dan is het heel belangrijk dat u uw vriend een speciale halsband aandoet die hem tegen de muggen beschermt. Ook wespenzijn gevaarlijk door hun pijnlijke prik en de allergische reacties die daarop kunnen volgen. Een wesp die door de hond wordt ingeslikt, kan een ontsteking van de keel veroorzaken en zijn ademhaling belemmeren.
Strand en natuur Strandwandelingen en zwempartijen zijn niet zonder gevaar. Het zeewater en het zand irriteren de huid: goed spoelen met zacht water na elke uitstap is dus onontbeerlijk! Bovendien kan uw vriend het slachtoffer worden van diarree als hij water binnenkrijgt. U moet er ook op letten dat hij niet te bruusk in koud water springt, want het risico van plotselinge verdrinking is reëel! Wind en zand in de ogen kunnen ook conjunctivitis veroorzaken. Ten slotte produceren bepaalde wilde planten tussen juni en september aartjes, zaadjes die zich vasthechten aan de haartjes en zich vervolgens kunnen nestelen in de huid en de oren en abcessen en oorontstekingen veroorzaken. Inspecteer uw hond na elke wandeling!
Blankenberge honden worden op het strand niet toegelaten, tenzij aan de leiband
Bredene toegang met honden is verboden vanaf 1 juli tot en met 31 augustus, van 10.30 u tot 18.30 u op het strand en tot de zee, in het gedeelte, dat ten noordoosten begrensd is door de strandtoegang Hippodroom (reddingspost 6) en ten zuidwesten door de strandtoegang Turkeyen (reddingspost 1) honden dienen aan de leiband te worden gehouden
Zeebrugge verbod op toegang tot het strand tijdens de periode vanaf 15 maart tot en met 30 september op het gedeelte ten noordoosten begrensd door de havendam en ten zuidwesten door de terminus van de zeedijk wanneer en waar toegelaten, dienen honden op het strand steeds aan de leiband gehouden te worden
De Haan verbod vanaf 1 juni tot 15 september op: het gedeelte strand en zee gelegen vóór de Zeedijk-De Haan en de Zeedijk-Wenduine; het gedeelte strand en zee gelegen 250m aan beide zijden van de Vosseslag; het gedeelte strand en zee t.h.v. de bewaakte zone Harendijke op de overige openbare plaatsen en wegen dienen honden steeds aan de leiband gehouden
De Panne honden zonder leiband toegelaten in de periode 30 september tot 1 juni in een zone op het strand ten westen van het Bortierplein - verbod op toegang met honden tussen 1 april en 30 september op het strand tussen het Canadezenplein en het monument Leopold I, tenzij op de strandterrassen en de geconcessioneerde stranduitbatingen, voor zover ze daar worden gedoogd honden mogen niet rondzwerven en dienen steeds aan de leiband gehouden te worden op het grondgebied van De Panne, tenzij in de hiernaast vermelde zone
Knokke-Heist verbod op toegang met honden vanaf 15 juni tot en met 15 september, uitgezonderd op het gedeelte gelegen oostwaarts strandhoofd nr. 13 tegenover de Swimming Pool - verbod tot het strandreservaat in de Baai van Heist
Koksijde verbod op toegang met honden op het strand en in het strandwater tussen 1 juni en 15 september, met uitzondering van een strook niet bewaakt strand en strandwater (tussen het verlengde van de Bettystraat in Koksijde en de Middenlaan in Oostduinkerke), waar het wandelen met de hond aan de leiband wordt toegelaten tussen 19 en 24u honden mogen niet rondzwerven op het strand; ze dienen steeds aan de leiband gehouden te worden
Middelkerke honden toegelaten in de strook tussen golfbrekers nrs. 5 en 6 en nrs. 23 en 24 - verbod om honden al dan niet aan de leiband te laten lopen op het strand van 1 juni tot en met 15 september het is verboden honden zonder begeleiding te laten rondzwerven op de openbare wegen en plaatsen van het ganse grondgebied van de gemeente;honden dienen aan de leiband te worden gehouden op het strand
Nieuwpoort honden zijn niet toegelaten op het strand in april-september honden mogen niet rondzwerven; ze moeten op het strand in de periode oktober-maart aan de leiband worden gehouden
Oostende de toegang met honden is verboden op het strand vanaf het eerste weekend van de paasvakantie of vanaf 1 april, indien deze vakantie later begint, tot en met 30 september; uitgezonderd: tussen de golfbreker aan het Monument van de Zeelieden en de golfbreker rechtover het Kursaal; ter hoogte van de Westlaan (Raversijde) tot aan de grens van Middelkerke; ter hoogte van de Oosteroever tussen de Halve Maan en de tweede golfbreker
Dominant wit Het dominante wit (juister is "epistatisch wit" aangezien het op een verschillend gen aan de zwart-gebaseerde of rood-gebaseerde kleuren voorkomt) is de kleur verbonden aan doofheid bij katten. Het dominante wit maskeert alle andere kleuren en de katten kunnen blauwe, oranje of ongelijke ogen hebben. Katten met blauwe ogen hebben een hoge kans op doofheid. Katten met één blauw oog hebben een hoge kans op doofheid aan de blauwogige kant.Katten met oranje ogen zullen veel minder waarschijnlijk doof zijn. Sommige dominant witte kittens worden geboren met plukjes gekleurd haar bovenop het hoofd , dit verdwijnt gewoonlijk bij volwassenheid, maar bij deze kittens is de kans op een normaal gehoor groter.
Witte vlekken Het gen voor witte vlekken kan tot de indruk van een geheel witte kat leiden. Dit gen is semi-dominant en is veranderlijk in de manier waarop het tot uitdrukking komt - een kat kan geen zichtbare witte vlekken hebben of helemaal wit zijn en alle stadia tussen die twee uitersten. In tegenstelling tot het dominante wit, zijn witte vlekken niet verbonden aan doofheid. De vachtkleur van sommige witte katten is toe te schrijven aan de zeer veranderlijke uiting van het gen dat witte vlekken veroorzaakt. Het diagram hierboven toont de typische verschijningsvormen vanaf geheel gekleurd tot helemaal wit, die door dit gen worden veroorzaakt. Het nummer van elk diagram is de "rangorde" waarin vlekken voorkomen vanaf rangorde 0 (geen witte vlekken) oplopend tot 10 waar de witte vlekken elke basiskleur hebben weggenomen. Rangorde 10 wit gevlekte katten lijken op dominant witte katten, maar zijn zelden doof. Ook hier kunnen kleine gekleurde vlekken waarneembaar zijn op katten die dominant wit lijken door het witte vlekken gen.
Albino katten Bij de term albino wordt over het algemeen gedacht aan zuiver wit, maar de situatie bij katten is complexer. Er zijn vijf bekende alleles* voor albinisme: blauwogige albino, roze-ogige albino, Birmaans patroon, Siamees patroon en volledige kleur (niet-albino). De volledige kleur is dominant aan elk van de andere vier alleles. Het Birmaanse patroon is onvolledig dominant aan het Siamese patroon; katten die één van elk van die genen erven zullen een afwijkende kleur hebben die "tonkenise" wordt genoemd. Een gril van de Siamese vorm van albinisme is dat de verschijningsvorm temperatuur afhankelijk is: warme gebieden van het lichaam zijn bleker dan de koelere gebieden. Om deze reden, wordt dit vaak eerder beschreven als "kleurbeperking" dan als albinisme. De roze-ogige albino schijnt recessief aan elk van de andere albino-veranderingen te zijn. *alleles: één van een paar genen die de oorzaak is van verschillende uitdrukking van een bepaalde erfelijke eigenschap) In 1927,tijdens de Parijze kattenshow op 14 en 15 januari door de "Cat Club de France", rapporteerde het jurylid Mevr. Basnett het volgende: "er werd mij een Siamese Albino ter inspectie aangeboden van ongeveer 4 maanden oud; ik kon nergens op de witte vacht,staart,poten,oren of masker een spoor van een schaduw ontdekken; de ogen waren erg mooi blauw en hun vurige centrum scheen benadrukt te worden door het ontbreken van enige schaduw. Qua verschijning was het een typische Siamees met het daarbij behorende lange slanke lichaam, kwispelende staart en een zeer mooi wigvormig hoofd en gezicht." Meer onlangs is een Siamese Albino gefokt, hoewel slechts de tijd zal leren of deze als ras zal worden bestendigd. Het is een volledig witte kat van het Siamese-Type met blauwachtig-roze ogen (echt "roze ogen" zijn zeldzaam,dit is toe te schrijven aan de fysieke structuur van ogen van katten). De "Europese Albino" die in België wordt gefokt, is een Europese kortharige witte kat met robijn-rode ogen met bleke, doorzichtige blauwe irissen. De albino-katten die in Europa en de V.S. worden gemeld schijnen ergens tussen de roze-ogige albino en de blauw-ogige albino in te zitten. Een ware roze-ogige albino werd gemeld in 1931 en opnieuw in de jaren '80 in de V.S. Bij de Ojos Azules, die door blauwe ogen in combinatie met kleuren anders dan wit of colourpoint wordt getypeerd schijnt de homozygotische* vorm van het gen dode albinokatjes te veroorzaken. *homozygotisch: het betreffende dier heeft stabiele erfelijke eigenschappen In de jaren 90 werd een albino-katje geboren en met handopfok grootgebracht in een katten-opvangcentrum in Chelmsford(Engeland). Het werd als volgt beschreven: witte vacht en zeer bleke roze oren, neus en voetkussens, hoewel ik geen informatie over zijn overleving op lange termijn heb. Albino katjes zijn meer onlangs verschenen in het Bengaalse ras, dit is niet zo verrassend aangezien het albinisme oorspronkelijk bij de Asian Leopard kat vandaan komt (de wilde ouder van het Bengaalse ras).
WITTE KATTEN EN DOOFHEID
Enkele veelgestelde vragen: - Zijn witte katten,in het bijzonder blauwogige witte katten, altijd doof of is dit een bakerpraatje? - Is doofheid alleen verbonden aan ongelijkogige witte katten? - Sommige blauwogige zijn niet doof - waarom?
Er is een vastgesteld verband tussen de witte vachtkleur, blauwe ogen en doofheid. Doofheid is verbonden met het gen voor blauwe-ogen en niet met het gen voor ongelijke ogen. Niet alle blauwogige witte katten zijn doof aangezien er meerdere, verschillende genen zijn die dezelfde fysieke eigenschappen veroorzaken (bleekheid, blauwe ogen). Dus het hangt allemaal af van het genotype van de kat (zijn genetische samenstelling)en niet van zijn fenotype (zijn fysieke verschijning). Sommige mensen beweren dat 99% van de blauwogige witte katten doof zijn. Dit is onjuist omdat blauwe ogen en een witte vacht beide door verschillende genen kunnen worden veroorzaakt. Het hangt allemaal af van welke genen de kat heeft geërfd. Dit zijn de daadwerkelijke cijfers van wereldwijde wetenschappelijke studies. De percentages worden gegeven in kringen omdat de resultaten op verschillende gebieden niet gelijk zijn, gedeeltelijk wegens de verschillende genen die in de katten-bevolking worden gevonden.
Waar een kat als doof wordt ingedeeld, kan de doofheid één of beide oren beïnvloeden.
95% van de algemene katten-populatie bestaat uit niet witte katten (d.w.z. niet zuiver wit) en aangeboren doofheid is uiterst zeldzaam bij niet witte katten. 5% van de algemene katten-populatie bestaat uit witte katten (d.w.z. zuiver wit). 15-40% van deze zuiver witte katten hebben één of twee blauw-ogen. Van die witte katten met één of twee blauwe ogen, is 60-80% doof; 20-40% heeft een normaal gehoor; 30-40% heeft één blauw oog en is doof terwijl 60-70% één blauw oog en een normaal gehoor heeft.
Van 5% van de witte katten in de algemene katten-populatie, heeft 60-80% een andere oogkleur (b.v.groen,oranje). Van deze groep is 10-20% doof en 80-90% heeft een normaal gehoor.
De dove witte katten met één of twee blauwe ogen vertegenwoordigen 0,25 - 1,5 van de totale katten-bevolking. Het totale aantal katten met een witte vacht en blauwe ogen vertegenwoordigt 0,75 - 2,0% van de totale katten-bevolking.
Uit studies blijkt duidelijk dat bij blauwogige witte katten een hogere mate van van doofheid voorkomt dan bij oranje/groenogige witte of niet witte katten! Maar niet alle blauwogige witte katten zijn doof en wel hierom: Er is een bekend verband tussen witte vachtkleur, blauwe ogen en doofheid - maar aangezien de vachtkleur en oogkleur door verschillende genen kan worden veroorzaakt betekent dit dat slechts sommige blauwogige witte katten doof zijn. Er is een genen complex dat de witte vacht en blauwe ogen veroorzaakt; het is verbonden met doofheid, maar niet alle katten krijgen een witte vacht en blauwe ogen van dit bepaalde gen. Deze katten hebben een weerspiegelend vlies in het oog (groene ogen met flits-fotografie),wat hen onderscheidt van katten met het Siamese blauwe oog.
Als de kat van een Buitenlands/Oosters Wit is, draagt het het gen voor ' Siamese Blauwe Ogen ' dat niet verbonden is aan doofheid (het gen voor Siamese Blauwe Ogen is in plaats daarvan verbonden aan kruizende-ogen). Siamese blauwe ogen hebben geen weerspiegelend vlies en hebben rode ogen met flits-camera's. Willekeurige paringen kunnen er toe leiden dat dit gen soms in niet oosters lijkende katten verschijnt die colorpoint katten in hun voorgeslacht hebben.
Albino katten zijn ook wit. Het ware albinisme veroorzaakt rozige ogen, maar sommige albino's of gedeeltelijke albino's hebben bleekblauwe ogen. Er zijn te weinig albino-katten bestudeerd om stevige conclusies te kunnen trekken, maar deze mutatie is niet noodzakelijk verbonden met doofheid. Het is ook moeilijk voor een katteneigenaar om te bepalen of hun kat een blauwogige albinokat of eerder een blauwogige witte kat is.
Er is ook een gen voor blauwe ogen dat gescheiden van de vachtkleur wordt geërfd. Dit is het gen dat verantwoordelijk is voor het Ojos Azules ras. Als de kat wit gekleurd is, is er geen gemakkelijke manier om te vertellen of het het blauw-ogige-doof-type gen, of het ojos-azules-blauwe-ogen type gen heeft. Het is alleen mogelijk om te vertellen dat een kat dit bepaalde gen heeft als de kat niet wit is en blauwe ogen heeft. De genen voor blauwe ogen onafhankelijk van de vachtkleur kunnen algemener voorkomen dan men eerder dacht. Andere types van blauwogige katten worden ontdekt bij katten in Azië die helemaal wit zijn, het blauw van de ogen is anders dan Siamese Blauwe Ogen, maar schijnt geen doofheid te veroorzaken.
De witte vacht kan worden veroorzaakt door een gen voor witte kleuring of door een gen voor witte vlekken. Deze witte vlekken kunnen soms dusdanig zijn dat de kat helemaal wit lijkt. Als de witte kat een paar gekleurde haren of een gekleurd vlekje op zijn lichaam (gewoonlijk op het hoofd) heeft als kitten, dan zou het een normaal gehoor moeten hebben, zelfs als het blauwe ogen heeft, omdat het een niet-doofheid veroorzakend gen voor zijn witte vacht heeft geërfd! Nochtans, komen blauwogige katten die tweekleurig zijn wel voor en hoe meer wit zij hebben in het gebied van hun ogen en oren,hoe waarschijnlijker het is dat zij doof zijn. Dit is omdat één van die genen voor de ontwikkeling van een witte vacht zowel de ogen als de oren beïnvloedt (het veroorzaakt gebrek aan oogpigmentatie (d.w.z. blauwe ogen) en doofheid ) en aangezien de ogen en de oren dicht bij elkaar zitten is het zo dat als dit gen dat gebied van het lichaam beïnvloedt, het waarschijnlijk beide zintuigen zal beïnvloeden.(hierdoor komt het dat katten met ongelijke ogen aan de blauw-ogige kant doof kunnen zijn).
Aangeboren doofheid kan ook door een verscheidenheid aan erfelijke factoren, net zoals bij mensen, worden veroorzaakt. Wegens willekeurige mutatie of de grote variatie aan genen die er is,kunnen katten van om het even welke kleur doof geboren worden(waarschijnlijk minder dan 1%) - met inbegrip van oranje-ogige witte katten. Vandaar kunnen dove witte katten zonder blauwe ogen zo nu en dan voorkomen en in deze gevallen is de doofheid niet verbonden met de vachtkleur.
Doofheid kan ook door ziekte of verwonding worden veroorzaakt, zodat iemand die een dove kat adopteert niet kan weten of de kat zo geboren is of later doof werd. Er zijn ook groenogige witte katten, De Russische Angora heeft groene ogen en wit is een favoriete kleur. Groenogige witte katten hebben een kleinere kans op doofheid dan blauwogige witte katten omdat het gen voor wit dat zij dragen normaal gesproken hun oogkleur niet beïnvloedt. Hetzelfde geldt voor oranje-ogige witte katten; zij hebben zelden aangeboren doofheid. De mate waarin genetische eigenschappen in cellen uitwendig zichtbaar zijn is zeer veranderlijk en oranje-ogige/ongelijkogige en blauwogige witte katten worden onderling gekruist in vele rassen.Vandaar kan tot 20% van de niet-blauwogige, witte katten één of andere graad van beschadiging van het gehoor hebben, afhankelijk van door welk gen de witte vachtkleur veroorzaakt werd.
Dus in het algemeen is het zo dat blauwogige witte katten een grotere kans op doofheid hebben dan andere katten; maar zij zijn niet gegarandeerd doof. Ongelijkogige witte katten kunnen aan de blauwogige kant doof zijn. Als u een dove witte kat heeft, is het niet raadzaam om deze te laten jongen aangezien zij de erfelijke belasting doorgeeft. Dove witte katten zijn verboden op tentoonstellingen en er mag niet mee gefokt worden van sommige bewegingen in Europa. En er is een tendens om deze eigenschap te verminderen of te elimineren door fokkers van diverse rassen. Doofheid kan problemen veroorzaken omdat een kat naderend gevaar niet kan horen. Het kan problemen veroorzaken voor fokkers omdat de dove vrouwelijke katten hun kittens niet kunnen horen schreeuwen en hen kunnen verwaarlozen. Dove kittens kunnen hun moeder horen niet roepen en kunnen hierdoor verdwalen.
Opmerking: Niet alle blauwogige katten zijn wit, noch zijn alle blauwogige niet-witte katten Ojos Azules. Blauwe ogen verschijnen verrassend vaak in willekeurig gefokte katten.
In het Spaanse Soria kon een fotograaf zijn ogen niet geloven toen hij een raaf op de rug van een gier zag zitten. Niet zomaar op de grond, maar in volle vlucht. De snuggere vogel greep zich vast met zijn klauwen, en zocht waarschijnlijk een snelle lift naar een maaltijd, meldt The Sun. (sam)
05/06/09 03u57
Bron : HLN
De meest verloren van alle dagen is de dag waarop men niet heeft gelachen.
Rat tart geduld jachtluipaard door diens maaltijd op te eten
Rat tart geduld jachtluipaard door diens maaltijd op te eten
08:13 Op deze opmerkelijke foto tart een knaagdier de dood, door zich te goed te doen aan een stukje vlees dat deel uitmaakt van de maaltijd van een jachtluipaard.
Jachtluipaard Sheena lijkt er wat verbaasd bij te staan terwijl de rat haar de kaas van het brood steelt.
In plaats van de rat te verslinden, duwde de grote katachtige de rat weg met haar snuit.
Om 7u30 arriveren de verzorgers en wordt de ganse olifantenfamilie buiten gelaten. Zo krijgen ze de kans om het binnenverblijf uit te mesten. De ochtendroutine gebeurt dan weer binnen met om beurten een pootpedicure. Kai-Mook moet nog leren om tijdens deze routine bij Yu Yu Yin of Phyo Phyo te blijven. De olifant waar de verzorgers op dat moment niet mee bezig zijn. Nu is ze nog heel nieuwsgierig en komt ze altijd tussen de verzorgers en de olifantenpoot staan. Hun handelingen worden een beetje beperkt. Het is net of ze alles wil zien. Om 10u00 gaat de familie terug naar buiten om de bezoekers te vertederen. Om 12u00 is het lunchtijd in de Tempel. Kai-Mook valt dan als een blok in slaap vlakbij haar mama. Om 13u30 gaan ze met zn allen terug een luchtje scheppen tot 17u. In de loop van de namiddag legt Kai-Mook zich vaak nog even neer in het warme zand, in de buurt van Phyo Phyo. Als ze s avonds allemaal binnen zijn, dan ligt Kai-Mook te ronken in de stal. En waar dromen olifanten allemaal van ?
Nachtdieren, zoals de kat, hebben lichtgevoelige cellen in hun netvlies die werken als een kleine lens.shutterstock
BIOLOGIE ROTTERDAM - Chromosomen in de kern van lichtgevoelige cellen van nachtdieren werken als een kleine lens. Dat heeft een internationaal team van biologen en fysici ontdekt.
Chromosomen bestaan uit één lange DNA-keten waarin de genen liggen en verschillende structurele eiwitten die zorgen voor de verpakking ervan. Het verpakte DNA van de nachtdieren helpt om de optische eigenschappen van lichtgevoelige cellen te verbeteren, melden de onderzoekers in het wetenschappelijke vakblad Cell .
De studie laat dus zien dat DNA niet alleen erfelijke informatie bevat, maar ook een structurele functie kan hebben. De chromosomen in de celkern van de lichtgevoelige cellen werken als een lens die licht concentreert op pigmenten in het netvlies van de nachtdieren. Die pigmenten vangen het licht en zetten het om in een elektrische impuls die het signaal via de oogzenuw naar de hersenen brengt.
Alle chromosomen in een cel vormen samen het chromatine. De compactheid ervan varieert. De stukken DNA die genen bevatten die in een cel vaak worden afgelezen, zijn wat losser van structuur. DNA-delen waar geen genen liggen, of genen die in een bepaalde cel niet worden afgelezen, zijn zeer compacte moleculaire structuren.
Chromatine met genen die moeten worden afgelezen, ligt doorgaans losjes verpakt in de celkern. Dat euchromatine is daar gemakkelijk bereikbaar voor de cellulaire machinerie die genen vertaalt in RNA en uiteindelijk in functionele eiwitten. Genen die niet actief zijn, liggen in de kern verder naar buiten. Dat zogeheten heterochromatine is doorgaans dichter op elkaar gepakt.
Maar in lichtgevoelige cellen in het netvlies van dieren die 's nachts goed kunnen zien, zoals katten, ratten, herten, fretten en opossums, is de situatie precies omgekeerd, zo ontdekten de fysicus Jochen Guck (Cambridge University) en zijn collega's. Het dicht opeengepakte heterochromatine ligt in het midden, het euchromatine aan de buitenkant. Het aflezen van DNA verloopt daardoor misschien minder efficiënt, maar het zorgt er ook voor dat de cellen werken als lenzen. In cellen waarin het DNA op een conventionele manier verpakt ligt, verstrooit het chromatine juist het licht. Voor dieren die alleen overdag moeten kunnen zien, is dat volgens Guck geen groot bezwaar, omdat er voldoende licht binnenvalt.
Guck heeft de speciale rangschikking van het DNA ontdekt in kegelcellen: dat zijn de zeer lichtgevoelige cellen die zorgen dat dieren bij weinig licht in zwart-wit kunnen zien. In het netvlies van dieren die 's nachts actief zijn, kan het aantal kegelcellen per vierkante millimeter netvlies oplopen tot maximaal een half miljoen of meer. Ook hebben deze dieren in hun ogen een reflecterende laag, het tapetum lucidum, die de kans op lichtdetectie verhoogt.
Dieren die overdag actief zijn, zoals het paard en het varken, missen die laag. De dichtheid van kegelcellen in hun netvlies ligt drie tot vier keer zo laag. Guck ontdekte dat dieren met een hoge dichtheid aan kegelcellen in die cellen ook de omgekeerde chromatinestructuur hebben. Dat deze chromatinestructuur lichtdetectie bevordert, toonde hij aan met computersimulaties.
Twee mannelijke pinguïns zijn vader van een pinguïnkuiken geworden. Het duo adopteerde een ei dat door andere Humboldt-pinguïns werd verstoten. Het gebeurde in de dierentuin van Bremerhaven en werd uitgebracht door de Nordsee Zeitung.
Beide vaders broedden om de beurt het ei uit. 'Ze bekommeren zich alle twee op een ontroerende manier om het kuiken', zegt de dierenarts van de zoo, Joachim Schöne. De twee mannetjes voeren het inmiddels vier weken oude kuiken met vispap. De kleine pinguïn heeft nog geen naam.
Zeepaardjes behoren tot de opmerkelijkste en meest bizar uitziende zeedieren die onze planeet rijk zijn. Ze zijn vaak uitgerust met een opvallend kleurenpalet en trotseren in rechtopstaande toestand de woelige baren van de wereldzeeën. Hoe zeepaardjes aan hun karakteristieke uiterlijk zijn gekomen, was tot op heden nog grotendeels een wetenschappelijk raadsel. Het skelet van deze zeediertjes bestaat namelijk uit frêle, vergankelijke botten die zelden bewaard blijven in het fossielenarchief van de aarde. Om informatie los te peuteren over de ontstaansgeschiedenis van zeepaardjes, vergeleken de in Australië woonachtige wetenschappers Peter Teske and Luciano Beheregaray de genen van moderne zeepaardjes met die van hun naaste verwanten, de zeenaalden en pipehorses. Deze dwergen nemen bijvoorbeeld wel nog steeds de voor vissen typische horizontale zwemhouding aan. De wetenschappers kwamen uiteindelijk tot de conclusie dat de wegen van de diergroepen zich een kleine 25 miljoen jaar geleden begonnen te scheiden. Deze separatie ging gepaard met een periode van sterke tektonische activiteit, waardoor in ondiepe kustwateren veel nieuwe ecosystemen ontstonden. Zeegrassen, die een voorkeur hebben voor ondiep water, tierden al snel welig. Horizontaal zwemmende vissen gaan niet goed op in een dergelijke omgeving, waardoor de voorouders van het zeepaard wel gedwongen waren om hun houding en uiterlijk aan te passen aan de eisen die de veranderde leefomgeving stelde. De bevindingen van de Australische knappe koppen zijn verschenen in het vaktijdschrift Biology
EMMEN - Het pasgeboren olifantje in het Dierenpark Emmen heet Lenteprins. Dat heeft een woordvoerder van de dierentuin donderdagochtend bevestigd.
Deze naam is gekozen uit meer dan zeshonderd suggesties die de voorbije dagen binnenkwamen op de dierentuinsite Mijn Zoo van het AD. Maaike Kornet uit Gouda is de bedenkster van de naam, zij krijgt binnenkort een VIP-ontvangst in de dierentuin .
Het olifantje werd zaterdagochtend geboren. Lenteprins is de zoon van moeder Ma yay yee en vader Radza. De naam Lenteprins wordt nog vertaald in het Birmees, omdat alle olifanten in Emmen een naam in die taal hebben.
De pers staat al een tijd bol van de goede eigenschappen van dit ras voor mensen met een allergie voor honden. Dit laatste voornamelijk omdat ze vrijwel niet verharen. Ze worden wel ¨hypoallergeen¨ genoemd maar het is aan te raden om ze in poosje met ze door te brengen als u overweegt om voor dit ras te kiezen om die reden.
In Portugal wordt de ¨Cão de Agua¨ of ¨Cão Pescador Português¨ ook wel de vissende of duikende hond genoemd. Dit komt doordat vissers ze vroeger gebruikten om vissen in de netten te jagen en om hun boten en de vangst te bewaken. Maar ze werden ook ingezet om berichten tussen boten over te brengen en alles wat overboord viel op te halen.
Het ras lijkt af te stammen van de standaard poedel (puddle = water) maar is steviger gebouwd. De stamvaders ontwikkelden zich rond 2500 jaar geleden op de steppen van centraal Azië als herdershonden van schapen, runderen, paarden en kamelen. Met de nomadische Berbers kwamen ze uiteindelijk naar het westen. Maar er zijn ook andere theorieën over hun ontwikkeling hoewel de Aziatische herkomst wel vast staat.
Oorsprong
Rond 1930 was het ras bijna uitgestorven totdat een vermogende Portugese reder ze opkocht van vissers om ze via een fokprogramma weer terug te brengen. Een groot deel van de hedendaagse honden komt uit die bloedlijnen voort. Zoals bij veel rassen die uit een kleine groep teruggefokt zijn, komen genetische afwijkingen voor zoals heupdysplasie, oog- en hartproblemen. Een goede fokker die de gezondheid van zijn bloedlijnen aan kan tonen is aan te bevelen. Het is te hopen dat dit ras door z'n acuut toegenomen populariteit niet kapotgefokt wordt zoals bij zoveel andere rassen gebeurd is (het Lassie-effect).
De vacht is gekruld of gegolfd (3-6 cm lange haren) en het kan een paar jaar duren voordat het vachttype zich volledig ontwikkeld. Het gegolfde type is meer traditioneel. De toegestane kleuren zijn zwart, zwart met minder dan 30% wit, licht- tot roodbruin, bruin met minder dan 30% wit en helemaal wit. Hond met deels wit haar hebben dit in verschillende patronen. De achterhand wordt soms voor showdoeleinden geschoren net als bij poedels. Bij een aantal bloedlijnen worden de honden op leeftijd grijs, meestal met uitzondering van de poten en oren.
De ogen zijn altijd bruin. Schofthoogte, 43cm tot 57cm. Gewicht, 16kg tot 25kg. Portugese waterhonden kunnen tot 14 jaar oud worden. Het zijn actieve en atletische werkhonden.
Karakter en temperament
Het zijn bijzonder trouwe honden en heel sociaal. Ze reageren sterk op de stemming van de baas of bazin maar indien niet goed behandeld kunnen ze heel eigenzinnig zijn door hun sterke wil. Ze zijn soms onstuimig en hebben veel uithoudingsvermogen. Ze zijn heel waaks en laten het je direct weten als er iemand voor de deur staat.
Het zijn fantastische maatjes maar ze willen wel graag betrokken zijn bij je dagelijkse routine. Wanneer ze opgroeien met andere huisdieren, dan zijn die echte vrienden voor ze. Ze gaan doorgaans heel goed om met andere honden buitenshuis.
Door hun intelligentie (mits goed getraind) zijn ze heel geschikt voor hondensport (gehoorzaamheid en parcours).
Verzorging
Gezien de dikke vacht en het feit dat ze niet verharen is regelmatige verzorging noodzakelijk. Minstens twee keer per week (nog beter dagelijks) moeten ze grondig geborsteld worden om knopen en vervilting van de vacht tegen te gaan.
Ideale baasjes
De beste baasjes voor Portugese waterhonden zijn eigenaren die de tijd hebben om ze regelmatig te verzorgen en ze voldoende beweging te geven o.a. door ze te laten zwemmen. Een grondige training is ook essentieel om deze hond gelukkig en gezond te houden.
Voor dat u - welke hond dan ook - in huis neemt adviseren wij u het artikel aanschaf hond ter harte te nemen. Een hond betekend dat u verantwoordelijk bent voor een dier voor de rest van zijn leven.
De sterk bedreigde Afrikaanse wilde hond of hyenahond oogt tam, maar is in feite slechts in de verte verwant aan de huishond. Hij is een rusteloze, nomadische zwerver en een voortreffelijke groepsjager. De huishond is daarentegen meer verwant aan de wolf en de jakhals dan aan de Afrikaanse wilde hond.
De Afrikaanse wilde hond is zo groot als een flinke herdershond; hun vacht is donkerbruin tot zwart gekleurd met grote, onregelmatige zwarte,witte en beige vlekken. Mogelijk werkt dit patroon in bepaalde omstandigheden camouflerend. In elk geval is het bij elk dier weer anders, zodat de leden van de groep elkaar daaraan op afstand kunnen herkennen. Het lichaam is lang en slank met hoge poten, grote afgeronde oren een lange, volle staart. De staartpunt is bijna altijd wit, en de snuit meestal zwart. De kop is vrij kort en breed, met krachtige kaken. Het gewicht kan oplopen van zo'n 15 tot 36 kg. Jonge dieren zijn zwarter van kleur met verspreid enkele witte vlekken, voornamelijk op de poten. De Afrikaanse wilde hond leeft in savannes, licht beboste streken, steppen en graslanden, zowel in laagland als in de bergen. Hij kwam oorspronkelijk algemeen voor in een groot deel van Afrika ten zuiden van de Sahara, in alle gebieden met voldoende prooidieren. Hij ontbrak enkel in de dichte bossen in West en Centraal-Afrika. Door toedoen van de mens is zijn leefgebied echter versnipperd geraakt. Deze versnippering is een grote bedreiging voor deze diersoort, die namelijk veel ruimte nodig heeft.
Het zijn zeer sociale dieren, die een strikte hiërarchie in hun groep hebben. Alleen het oudste paar in de groep plant zich voort, net als bij wolven. Maar Afrikaanse wilde honden hebben een eigenaardig trekje. Bij wolven, en bij de meeste andere in groepen levende zoogdieren, vormen de vrouwtjes op lange termijn de kern van het pak; de jonge vrouwtjes blijven bij hun moeder en één van hen zal in de toekomst de leidende positie overnemen. De jonge mannetjes hebben echter de neiging te emigreren en zich bij andere groepen aan te sluiten. Bij de wilde honden blijven juist de mannetjes bij de groep en verhuizen de vrouwtjes. De achterblijvende mannetjes stammen allen af van het dominante paar en zijn dus broertjes. Waarom het zo gaat is nog onduidelijk. Als een niet- dominant vrouwtje, tegen de regel in, jongen krijgt worden de jongen om het leven gebracht door het dominante vrouwtje.
Van alle hondachtigen krijgt de Afrikaanse wilde hond de grootste worpen van soms wel gemiddeld tien pups per worp. De meeste pups worden geboren aan het einde van de regentijd in een ondergronds hol. Ze zijn bij de geboorte blind en hulpeloos. Na vier weken komen ze voor het eerst buiten het hol en na vijf weken gaan ze van moedermelk over op opgebraakt voedsel. Andere volwassen dieren helpen mee met de zorg voor de jongen, onder andere door voedsel op te braken. Na negen weken gaan ze al met de volwassen honden mee op jacht en na een jaar zijn ze volgroeid. Hoe groter de groep hoe hoger de overlevingskans van de jongen.De Afrikaanse wilde hond wordt meestal niet oud: veel dieren sterven voor hun tiende levensjaar.
Afrikaanse wilde honden jagen in de vroege ochtend of avond in nomadische, rusteloze troepen, waarbij ze vastberaden en meedogenloos als team op hun doel afgaan. Als ze hun prooi gedood hebben, mogen eerst de jongen zich vol eten, iets wat in de wildernis uniek is.
Elke jachtgroep heeft bijzondere voorkeuren en tradities, waar het gaat om prooidierkeuze. Sommige zijn gespecialiseerd in de jacht op zebra's, andere hebben het vooral op struisvogels voorzien. Algemenere dieren zoals de impala worden door de meeste groepen bejaagd. Deze antiloop kan de wilde honden in de sprint verslaan, maar de honden zijn onvermoeibaar; ze geven een eenmaal ingezette achtervolging zelden op. Ze kunnen ruim 60 km per uur lopen en houden dat minutenlang vol, zodat ze toch naast de impala opdoemen. Als deze vanwege een obstakel of om andere redenen uit de koers raakt en in een boog gaat lopen, nemen een paar wilde honden achter in de groep vaak een kortere weg waarna zij het werk aan de kop overnemen. In vergelijking met andere roofdieren is hun jachtsucces zeer hoog.
Als het prooidier zich door overmoeidheid overgeeft, rukken de wilde honden vrijwel meteen de ingewanden uit het lichaam, waardoor de prooidieren meestal door een shocktoestand om het leven komen. Deze manier van doden wordt door de meeste mensen als erg wreed gezien, maar uit een recent onderzoek is gebleken dat de prooien van Afrikaanse wilde honden sneller overlijden dan die van leeuwen en luipaarden, die hun prooi bij de keel pakken en verstikken. De jachttechniek van de wilde honden is aangeleerd en verschilt per groep. Deze wordt overgebracht van generatie op generatie. Het is dus geen instinctief gedrag van de hele soort, waaruit blijkt hoe intelligent deze dieren zijn.
Een volwassen Afrikaanse wilde hond vertoont in zijn omgang met andere wilde honden binnen een groep opvallend vaak infantiel gedrag als bedelen. Op deze manier kan een wilde hond bij een potentieel agressief dier meer zorgzame reacties teweegbrengen, waardoor deze niet zal aanvallen. Als contactroep binnen een groep maken de wilde honden een laag, doordringend krassend geluid, wat zich steeds weer herhaald. Bij opwinding in de groep hoor je een luid gepiep, waardoor het net lijkt alsof er iets ernstigs gebeurd is.
Vroeger bestonden er wel groepen van enkele honderden wilde honden, maar tegenwoordig bestaat een groep meestal uit ongeveer zes volwassen mannetjes en vier volwassen vrouwtjes. Het territorium van een groep kan zeer groot zijn, van wel 200 tot 2000 km2. De wilde hond (ook wel Painted Hunting Dog genoemd) is één van de meest bedreigde zoogdiersoorten van Afrika. Een belangrijke bedreiging is het afnemen van een geschikt habitat door de oprukkende landbouw, met versnippering tot gevolg. Behalve de versnippering van het leefgebied heeft hij ook veel te lijden van ziekten die zij opdoen van de gedomesticeerde hond, en wordt er door boeren op de soort gejaagd omdat hij wel eens vee vangt. Door het onderlinge bek likken dragen ze ook veel ziektes over op elkaar. Er zijn niet meer dan 2500 volwassen exemplaren over.
De Afrikaanse wilde hond en de cheeta hebben vaak met dezelfde problemen te maken, waardoor zij dus ook dezelfde beschermingsmaatregelen nodig hebben. Sinds december vorig jaar bundelen voorvechters van beide diersoorten hun krachten om ze voor uitsterven te behoeden. Lees hier meer informatie over het ¨painted hunting dog project¨ in Zimbabwe.In Botswana werkt het Limpopo project aan het behoud van de Afrikaanse wilde hond. Ondergetekende gaat hier in juli van dit jaar naartoe ter ondersteuning van dit project. Hier zal alles over te lezen zijn op onderstaande website.
Ook in enkele Nederlandse dierentuinen zijn Afrikaanse wilde honden te zien, namelijk in:
28/05 In China is er een kat met vleugels gevonden. Onderzoekers raken het niet eens over de oorzaak.
De kater werd gewoon geboren, maar toen het dier één jaar oud werd, kreeg het een vleugel-achtige beenderen op zijn rug. Wat de oorzaak is, is nog niet duidelijk. Enkele onderzoekers geloven dat de kater deel uitmaakte van een Siamese tweeling, maar dat zijn andere helft stierf en opging in zijn rug. Andere onderzoekers geloven dat chemicaliën de afwijking veroorzaakte.
Volgens de eigenaars maakt het allemaal niet uit. Hun kater is gelukkig en krijgt graag aandacht.