Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
28-02-2010
De basisregels van gehoorzaamheidstraining
De basisregels van gehoorzaamheidstraining
Pups zijn het makkelijkst af te richten. Oudere honden doen er langer over om een nieuw persoon als leider te erkennen, maar als u consequent bent, zal de hond u gaan respecteren. Het aanleren van goede manieren is verrassend eenvoudig. De meeste honden geven graag gehoor aan deze opdrachten omdat ze hun leider gunstig willen stemmen en omdat het in hun eigen belang is. Straf uw hond nooit voor iets wat hij enige tijd geleden heeft gedaan. Het zou vb. voor je hond een raadsel zijn waarom hij straf krijgt wanneer je thuiskomt en vernielzucht aantreft. Hij zal er niets van begrijpen; hij weet alleen dat u boos op hem bent. Hij zal reageren door onderdanig gedrag te tonen om uw gezag te bevestigen. Mensen zien dit vaak ten onrechte als een teken van schuldbesef. Dat is het zeker niet. Achteraf straffen werkt averechts.
Hou de lessen kort. Eén of twee minuten is lang genoeg voor een pup. Vijf minuten is te lang, maar de pup kan zich wel een paar keer per dag kort concentreren. Oudere honden houden de aandacht er langer bij, maar zelfs honden met het grootste geestelijke uithoudingsvermogen kunnen zich niet langer dan een kwartier optimaal concentreren. Hou de lessen leuk. Als uw hond zich niet amuseert, zet de training dan maar uit uw hoofd. Na wat lichaamsbeweging zal uw hond beter luisteren. Oefen op een moment dat uw hond alert is. De perfecte tijd is vlak voor etenstijd. Bij pups betekent dit dat u drie of vier trainingskansen per dag heeft. Naarmate de pup ouder wordt en het aantal maaltijden minder wordt, kunt u met hem gaan oefenen als hij geslapen heeft en zijn behoefte heeft gedaan.
Combineer in het begin een lekker koekje met prijzende woorden. Daarna laat u geleidelijk de krachtigste beloning, het eten, af en toe weg. Soms wel en soms niet iets lekkers geven is de beste manier om de training met succes te laten verlopen. Beëindig de training altijd op een vrolijke manier. Bewaar de krachtigste beloning voor je hond niet voor het laatste omdat u dan ongewild aanleert dat het einde van de training iets is om naar uit te kijken, omdat dan de leukste beloning komt!
Begin met de training in uw eigen huis om afleiding te voorkomen.
Dit geldt voor eenvoudige oefeningen zoals zit, hier, blijf, en af, maar ook het lopen aan de lijn of het volgen aan de voet kan binnen worden aangeleerd. De gang is een prima oefenplek. Doet hij het binnenshuis eenmaal goed, zoek dan een plek waar meer afleiding is, zoals de achtertuin.
Pas wanneer de hond zich volledig naar wens gedraagt, kan de training worden verplaatst naar een uitdagendere plek, zoals het park.
Wees consequent. Sta rechtop, noem de naam van uw hond om zijn aandacht te trekken en gebruik alleen commandos of handgebaren als u oogcontact met hem hebt. Beloon hem zodra hij gehoor geeft aan uw opdracht, en geef nooit een commando als u het opvolgen ervan niet kunt afdwingen. Als u uw hond wil terecht wijzen, kijk dan streng, laat uw stem zakken en zeg scherp nee. Leer de hond te reageren op een combinatie van handsignalen en verbale commandos.
Laat je niet uitlachen als je aan de les wilt beginnen......
Herhaal commandos niet de hele tijd, hier zal uw hond alleen maar van in de war raken. Als de training niet goed gaat, stop er dan mee. Bedenk goed wat u aan het doen was: het probleem kan bij u liggen, en niet bij de hond. Aarzel niet om hulp te zoeken. Het team van dierenkliniek Causus staat voor u klaar met goed advies.
Als er nu meerdere gezinsleden trainen met de hond, let er dan goed op dat iedereen dezelfde commandos en signalen gebruikt. Zo raakt de hond niet in de war. Het idee om met meerdere honden te trainen is een onmogelijke opgave. Als u toch met twee honden wil trainen, doe het dan om de beurt. Zorg dat de ene hond buiten gehoorsafstand is, wanneer u met de andere oefent.
de vijf basiscommando's
De vier basiscommandos zijn hier, zit, blijf en af. Wanneer uw hond deze oefeningen feilloos onder de knie heeft, is hij klaar voor het volgen aan de voet. Het commando zit is belangrijk omdat dit telkens het vertrekpunt van de oefening is.
Honden worden aangeleerd om aan de linkerkant van de begeleider te lopen (de hond bevindt zich altijd ter hoogte van de voet van zijn begeleider, vandaar de term aan de voet volgen). Bij het leren volgen aan de voet maakt het geen wezenlijk verschil of de hond aangelijnd is of niet. Het gaat niet om goed of fout, maar om de manier waarop u en uw hond op een prettige manier samenwerken. Als uw pup u zonder riem vrijwillig volgt, kan u gemakkelijk overstappen naar het aangelijnd volgen aan de voet. Gebruik een riem met een kliksluiting die qua gewicht geschikt is voor uw hond. Als u niet eerder met een riem gewerkt hebt, laat uw pup er dan rustig naar kijken en aan ruiken.
Hoe gaan we deze 5 basiscommandos aanleren?
1. Uw hond leren komen
Ga op een plek, zonder afleiding, een klein stukje van de pup af staan. (De gang is ideaal). Zeg, met een koekje zichtbaar in uw hand, de naam van de pup. Zodra hij naar u toekomt zegt u: hier
Terwijl de pup op u af komt, roept u op hoge en vrolijke toon: Brave hond! Buig door uw knieën en spreid uw armen om de pup aan te moedigen direct naar u toe te komen.
Als de pup bij u is, kniel dan helemaal om op zijn hoogte te komen. Beloon hem met woorden, een knuffel of een koekje. Oefen af en toe ergens anders om de aandacht van de pup vast te houden.
2. Uw hond leren zitten
Hou een koekje in uw rechter hand, de riem in uw linker hand en stap met uw gezicht naar de pup toe. Hou de pup rustig terwijl u hem roept en hem dan pas het koekje laat zien.
Als de pup bij u is, brengt u het koekje omhoog tot boven zijn hoofd. De pup zal gaan zitten om naar het lekkers te kunnen blijven kijken. Zeg zit zodra hij door zijn achterpoten zakt.
Probeer de pup naast en voor u te laten zitten. Beloon elke reactie met woorden, knuffels of koekjes. Geef na een paar keer te oefenen steeds minder vaak koekjes, totdat uw stem alleen voldoende beloning is.
3. Uw hond leren zitten en blijven
Hou de looplijn opgerold in uw linkerhand, zodat er spanning op staat. Als de hond naar het koekje in uw rechterhand kijkt en gaat zitten, zegt u zit.
Hou spanning op de lijn en stap weg met uw rechtervoet, terwijl u blijf zegt.
Zet uw linkerbeen naast uw rechterbeen en houd de hele tijd enig oogcontact met je hond.
Oefen lichte druk uit op de lijn en houd die boven het hoofd van de hond. Keer uw lichaam naar de hond toe en houd zijn aandacht vast door het koekje hoog te houden.
Beloon de hond voor het blijven. Loop langzaam om hem heen, de lijn blijft waar hij is. Zeg zo weinig mogelijk om de hond niet in verwarring te brengen.
Na een paar keer oefenen moet de hond blijven zitten aan de lijn. Laat de lijn nu op de grond liggen en doe de oefening opnieuw. Vergeet niet de hond te belonen voor zijn goed gedrag.
Geef de beloning als de hond zit en hou de lijn op de grond. Beloon hem altijd als hij iets goed doet, niet erna.
Beëindig de training door met open armen oké te zeggen. Stop altijd op een goed moment. Maak uw hond niet te wild met uw eigen enthousiasme totdat de training voorbij is.
4. Uw hond leren te gaan liggen
Kniel links naast uw zittende pup en hou de halsband vast met uw rechterhand. Hou uw linkerhand met een koekje erin bij de neus van de pup en breng uw hand naar beneden.
Terwijl de neus van de pup achter het koekje aangaat, brengt u het dichter naar hem toe. Zodra de pup aanstalten maakt te gaan liggen, zegt u af. Wacht met de beloning.
Breng uw hand naar voren om de pup te verleiden om te gaan liggen. Beloon hem met uw stem en het koekje. Herhaal de oefening regelmatig totdat de pup op het commando reageert.
5. Uw hond leren aan de riem te lopen
Deze oefening begint binnenshuis. De pup heeft een goed passende, comfortabele halsband nodig. Laat hem aan de riem ruiken en kijken en klik die dan aan de halsband vast.
Ga rechts naast uw pup staan en hou de riem en een koekje in uw rechterhand. Uw linkerhand houdt u op de riem, klaar om naar zijn halsband te glijden. Laat de pup zitten.
U stapt nu weg, de linkervoet eerst. Terwijl de pup naast u loopt, zegt u voet. Als hij doorloopt, laat u uw linkerhand naar zijn halsband zakken om hem rustig naar achteren te trekken.
Als de pup eenmaal naast u stilstaat, beloont u hem met uw stem en het koekje. Laat hem dan zitten. Als de pup goed reageert op de commandos, kunt u steeds langere stukjes lopen.
Als de pup netjes naast u loopt en braaf gaat zitten, kunt u hem een bochtje naar rechts leren. Leid hem met uw rechterhand naar rechts en zeg voet.
Om linksaf te slaan gaat u sneller lopen. Het koekje houdt u voor de neus zodat hij langzaam blijft lopen. Houd de pup dicht tegen uw linkerbeen en zegt rustig terwijl hij snelheid terugneemt.
En even uitblazen na zo'n vermoeiende training en examen mag zeker. Een dikke knuffel van de eigenaar kan even leuk zijn dan een koekje als beloning.
Wanneer de eigenaar vaststelt dat een dier agressief is verwijst hij naar een waarneembaar gedrag. Agressie wordt opgedeeld in 13 categorieën. Dominantie- en angstagressie zijn de meest voorkomende gerapporteerde problemen bij onze huisdieren. Een combinatie van verschillende soorten van agressie binnen één individu komen ook regelmatig voor.
Dominantieagressie
Dominantieagressie is een vorm van agressie die wordt getoond t.o.v. mensen en die draait rond het verwerven van controle. Dominantie-uitingen zijn voornamelijk niet-agressief. Zo kunnen honden een pushy gedrag gaan vertonen t.o.v. hun eigenaar of kunnen dominante honden de toegang tot bepaalde plaatsen of objecten blokkeren.
Dit gedrag komt meestal voor rond de leeftijd van de maturiteit (18 tot 24 maanden leeftijd). Dit is ook de leeftijd waarop fobieën, scheidingsangst en andere angst-aandoeningen zichtbaar worden bij je huisdier. Het kan zichtbaar worden wanneer de eigenaar de hond benadert tijdens het eten, tijdens het spel met speelgoedjes of tijdens het slapen. Een dominantagressieve hond daarentegen kan agressief reageren wanneer over de hond wordt gestapt, wanneer de hond van bed of zetel wordt geduwd, wanneer de leiband wordt aangedaan, wanneer de hond wordt geduwd of wanneer de poten worden afgedroogd. De agressieve reacties op deze handelingen kunnen gaan van grommen tot happen en bijten.
Vaak lijkt de dominantieagressie plots te ontstaan maar dikwijls is er al, heel subtiel een voorgeschiedenis waarbij de eigenaar sommige signalen verkeerd inschat. Zo laat een eigenaar soms begaan dat een hond zijn voorpoten tegen zijn schouders zet waarbij de eigenaar dit interpreteert als een knuffel maar de hond dit kan zien als een uitdagend signaal.
Honden die dominantieagressie vertonen kunnen ruwweg in 2 groepen worden onderverdeeld. Een groep met honden die er zeker van zijn dat ze controle hebben over alles en denken dat ze aan de top staan. Een tweede groep zijn honden die onzeker zijn over hun sociale rol en agressieve gedragingen gaan gebruiken om informatie te verkrijgen over wat van hen verwacht wordt en wat hun rol is. Deze laatste groep vertoont ook vaak een aandacht-zoekend gedrag.
Belangrijk in een eerste fase van de behandeling is om alle omstandigheden waarin dominantieagressie kan optreden te vermijden. In geen geval mag fysiek gestraft worden, dit kan de toestand verslechteren en een gevaar betekenen voor de uitvoerder.
Angstagressie
Symptomen : Happen, grommen, vluchtpogingen, bijten en soms urineren en defaeceren kunnen tekenen van angstagressie zijn. Hierbij vertoont je huisdier lichaamshoudingen zoals het verlagen van de kop en het lichaam, wegstoppen van de staart, pilo-erectie, oren achterwaarts richten en tanden tonen.
Oorzaak : Angstagressie wordt uitgelokt door een actie die bedreigend wordt ervaren door de hond en waarop de hond angstig reageert. Een hond die bang is van een onbekend persoon die in dezelfde straat wandelt is niet normaal. Als die hond reageert door te grommen is dit een teken van angstagressie. Bepaalde situaties waarbij er schijnbaar geen bedreiging is, vb. een persoon die naar je hond reikt, een hond bij de dierenarts of een hond waarnaar geroepen wordt.
Gevolg : Angstagressieve honden proberen zon situatie te vermijden door zich terug te trekken. Veel honden met angstagressie grommen tot ze in een hoek worden gedreven en dan bijten ze. Deze gedragingen zijn in contrast met de gedragingen van een normale hond die zijn staart tussen zn poten steekt, zich klein maakt en zich verstopt bij angst, maar geen vocale of fysieke tekenen van agressie vertoont. Ook honden die een langdurige pijnlijke medische behandeling ondergaan kunnen angstagressie ontwikkelen en reageren op een benadering van de dierenarts. Ongepast straffen kan ook resulteren in een angstagressieve hond. Deze dieren associëren de benadering van de persoon met de straf, eerder dan de straf met de ongepaste handeling.
Honden die dus een angstig agressief gedrag vertonen mogen niet gerustgesteld worden (alles is in orde). Voor de hond is het niet oké en het kalme, geruststellende gedrag bekrachtigd hun ongepast gedrag.
De andere 11 categorieën zijn maternale agressie, spelagressie, pijnagressie, territoriale agressie, protectieve agressie, intraspecifieke agressie, voedselagressie, possessieve agressie, omgerichte agressie, prooiagressie, idiopathische agressie.
Agressief gedrag : De meeste honden worden na castratie een stuk rustiger, het "mannetjesgedrag" is weg, waardoor honden gemoedelijker worden.
Weglopen : Omdat de belangstelling voor loopse teefjes nagenoeg weg is, gaat de hond ook niet meer op zoek. Als het weglopen geen sexuele reden had, dan zal de hond na castratie ook blijven wandelen. Sommige honden vinden het gewoon leuk om buiten rond te lopen en op onderzoek uit te gaan, en die zullen dat ook na de castratie blijven doen.
Voorhuidontsteking : Dit komt nogal eens voor bij reuen. Bij sommige merk je er bijna niets van en andere verliezen steeds flinke druppels pus en zitten er dan ook de hele dag aan te likken. Dit probleem verbetert bij de meeste honden door castratie, maar niet bij alle.
Teefjes in huis : Als U meedere honden in huis hebt, is een castratie van de reu een kleinere ingreep dan sterilisatie van het teefje. U kunt ze wel steeds uit elkaar houden, maar ze ruiken toch dat het teefje loops is en zijn dan vaak erg onrustig.
Nadelen van castratie
Gewichtstoename : Dit gebeurt wel regelmatig, maar is vaak minder opvallend dan de gewichtstoename van teefjes na sterilisatie. Ook hier geldt: Met wat dieetmaatregelen van het begin af aan, is het goed in de hand te houden.
Gedrag : De meeste gecastreerde reuen hebben totaal geen aandacht meer voor loopse teefjes. Ook ander vervelend gedrag zoals tegen mensen op rijden is meestal helemaal weg. Een gecastreerde reu blijft wel altijd als een reu plassen: met het pootje omhoog.
Houdt U er rekening mee, dat het gedrag pas na een week of 6 gaat veranderen, totdat de hoeveelheid geslachtshormonen gaat verminderen. Tot deze tijd zijn de reuen in principe ook nog vruchtbaar.
operatie
De hond krijgt, na even te zijn onderzocht, een sedativum toegediend. Dit is een middel om de hond rustig te maken, zodat de eigenaar kan vertrekken en dat de hond niet in paniek is. Hiervan kan de hond wat braken. De hond wordt een tijdje met rust gelaten, zodat het sedativum goed kan inwerken. Voor een castratie worden de meeste honden aan de gasanaesthesiel gelegd. Het operatiewondje wordt vlak voor de balzak gemaakt en hierdoor worden beide testikels naar buiten gebracht, afgebonden en verwijderd.
Het wondje wordt gehecht en de huid wordt met onderhuidse hechtingen gesloten. De hond krijgt twee injecties: een pijnstiller en een antibioticum. Ook krijgt hij nog pijnstillers en antibiotica mee naar huis.
nazorg
Thuis wordt de hond op een rustig plekje gelegd, zodat hij op zijn gemak uit kan slapen. Als hij volledig wakker is, mag hij wat water, niet te veel en niet te koud. Als dat goed verdragen wordt mag hij wat meer. Eten liefst maar de dag nadien.