Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
27-07-2008
Babyboom in Chinees pandacentrum (Martina1)
Babyboom in Chinees pandacentrum
Een pandacentrum in het zuidwesten van China heeft op veertien uur tijd liefst vier reuzenpanda's mogen verwelkomen. De dieren werden geboren in een centrum in Chengdu in de provincie Sichuan, die in mei nog getroffen werd door een zware aardbeving.
De geboorte van een reuzenpanda is op zich al een speciale gebeurtenis, want de dieren zijn seksueel nogal inactief. In China leven ongeveer 1.590 panda's in het wild. (anp/gb)
Een 11-jarige jongen heeft in Brazilië een pitbull gebeten. De zeer ongewone rolwissel gebeurde in de provinciehoofdstad Belo Horizonte in de zuid-oostelijke provincie Minas Gerais. Gabriel da Silva zou eergisteren in de tuin van zijn ouderlijke huis door zijn eigen hond Titã aangevallen zijn. "Dan heeft Gabriel de hond plots bij de hals gegrepen en gebeten, hij is een winnaar", vertelde zijn grootmoeder Arlinda vol trots nadat ze van de schrik was bekomen. De jongen brak een tand af bij de actie en kwam er verder met lichte verwondingen aan de arm vanaf.
Observatie De gevechtshond is nadien gevangen door de brandweer. Hij zal nu 10 dagen lang 'onder observatie' blijven. Daarna kan de familie met de hulp van experts beslissen of ze de hond terugneemt of hem liever laat inslapen. "Eigenaardig. Hij was reeds bij ons sinds hij klein was en heeft niemand gebeten", aldus Arlinda. De familie wil de hond na de aanval echter niet meer terugzien, verzekerde ze. (dpa/svm)
vr 25/07/08 19:56 (UPDATE video) - De zoektocht naar het kind dat dinsdag in het Antwerpse onderwaterpark Aquatopia een pasgeboren schildpaddenjong van de dood heeft gered, is voorbij. Het park maakte vandaag bekend dat het om de 11-jarige Keanu Jansen uit Lommel gaat.
Keanu vond het schilpadje dinsdag gewoon in de gang. Hij gaf het aan een verzorger en verdween weer. Nadien bleek dat het beestje pas twee uur oud was.
Het was de eerste keer dat er geelwangletterschildpadden geboren werden in Aquatopia. Daarom lanceerde het park een oproep om de vinder op te sporen en hem een beloning te kunnen geven. Uiteindelijk waren het vrienden uit Mol die het bericht in de krant lazen en reageerden.
Keanu werd als een held onthaald en beschreef de ervaring als de mooiste dag van alle zomervakanties ooit. Hij is van plan om nog veel naar Aquatopia te komen en zo de ontwikkeling van Keanu de schildpad te volgen. Daar zal hij een tijdje zoet mee zijn, want de beestjes worden veertig tot vijftig jaar oud.
De jongen mocht alvast de kleine geelwangletterschildpad naar zichzelf noemen en hij krijgt een levenslang abonnement voor Aquatopia.
Tweede schoenbekooievaar geboren in Parc Paradisio (Martina1)
Tweede schoenbekooievaar geboren in Parc Paradisio
In het Henegouwse dierenpark Parc Paridisio is deze namiddag omstreeks 14 uur een tweede schoenbekooievaar geboren. Afgelopen zaterdag werd in het dierenpark al een eerste schoenbekooievaar geboren, wat volgens Parc Paradisio een wereldprimeur was. Vandaag om 14 uur kroop ook een tweede kleintje uit zijn schelp. Het diertje kreeg de naam "Marqub".
Het eerste schoenbekooievaartje dat in het dierenpark geboren werd, werd "Abu" gedoopt. Beide diertjes werden genoemd naar "Abu Marqub", wat Arabisch is voor "vader van de schoen". Schoenbekooievaars hebben een bek die de vorm en de afmetingen heeft van een klomp. De volwassen vogels hebben een vleugelwijdte van zowat 2,4 meter. (belga/jv)
Een pelikaan op een verlichtingspaal: geen alledaags beeld.Stijn Hermans
Pelikaan slaapt op verlichtingspaal
RUMST - Het lijkt erop dat de gemeente Rumst een nieuwe toeristische attractie heeft. Op een verlichtingspaal in het centrum van de gemeente zit sinds enkele dagen een pelikaan.
De verlichtingspaal staat op de aansluiting van de Veerstraat met de Vissersstraat. Volgens de omwonenden zit de pelikaan al enkele dagen op de paal. 'Drie à vier dagen', vertellen buurtbewoners. 'Overdag gaat hij regelmatig vliegen. Wellicht om voedsel te gaan zoeken. Maar dat is voor hem geen probleem. Aan de overkant van de straat ligt de Rupel en hier in de streek zijn nog verscheidene plassen waar hij vissen kan vinden.'
Af en toe komt de pelikaan ook uitrusten op zijn verlichtingspaal. 'Regelmatig zit hij helemaal in mekaar gedoken. In slaaphouding. Maar af en toe rekt hij zich helemaal uit en dan zie je pas hoe groot zo'n pelikaan eigenlijk wel is. Ik denk dat het dier zeker een meter groot is.' Vanwaar de pelikaan afkomstig is en hoe hij in Rumst is terecht gekomen, blijft voorlopig een vraag. Buurtbewoners alarmeerden ondertussen al natuurorganisaties en vogelopvangcentra. Voorlopig ziet het er echter niet naar uit dat er pogingen zullen ondernomen worden om de pelikaan te vangen. Vooral tijdens de zomermaanden kan het dier probleemloos overleven in visrijke gebieden. 'Enig nadeel is wel dat zijn uitwerpselen gewoon op de grond vallen. Maar dat nemen we er graag bij. Voetgangers en fietsers moeten maar uitkijken', lachen de omwonenden. (tdk)
TOKIO - Wetenschappers uit Japan en Mongolië zijn erin geslaagd een nagenoeg compleet skelet van een jonge dinosaurus uit een grote klomp zandsteen uit het late Krijt tevoorschijn te halen. Het zeventig miljoen jaar oude skelet, afkomstig uit de Gobiwoestijn, behoorde volgens hen toe aan een Tarbosaurus van ongeveer vijf jaar.
Van het twee meter lange skelet ontbreken alleen een paar nekwervels en het puntje van de staart. Een volwassen Tarbosaurus, verwant aan de welbekende Tyrannosaurus, kon tot twaalf meter lang worden.
Het is volgens de onderzoekers bijzonder dat het skelet van een jong dier in zo'n goede staat wordt teruggevonden. De meeste exemplaren zijn incompleet omdat ze de tand des tijds niet goed hebben doorstaan of na hun dood door roofdieren zijn toegetakeld.
Paleontologen in dienst van het Japanse Hayashibara-museum haalden het blok samen met Mongolische paleontologen in 2006 omhoog. De afgelopen twee jaar besteedden zij aan het reconstrueren van het skelet.
In Zoo Parc Overloon is deze week een pandatweeling geboren. Een bijzondere geboorte, mede omdat de kleine rode panda, waar het om gaat, met uitsterven bedreigd is, liet een woordvoerster van de Zoo donderdag weten. ANP Photo
Pandatweeling geboren in Overloon
OVERLOON (ANP) - In Zoo Parc Overloon is eind vorige week een pandatweeling geboren. Een bijzondere geboorte, mede omdat deze kleine panda - ook wel rode panda - met uitsterven bedreigd is, liet een woordvoerster van de Zoo donderdag weten.
De Zoo in Overloon had één pandapaartje, dat nu dus een tweeling heeft. ,,Heel bijzonder dat de kleine panda in gevangenschap jongen krijgt'', zei de woordvoerster. De beestjes komen in het wild vooral voor in de Himalaya. Maar de meeste kleine panda's sterven op jonge leeftijd en kunnen dus geen nageslacht produceren.
Moeder en tweeling in Overloon maken het goed, toch blijft het spannend omdat de jongen erg kwetsbaar zijn. Het geslacht van de jonge diertjes wordt over enkele weken bepaald bij een gezondheidscontrole.
Nieuwste rage in China: levende visjes als sieraad (Martina1)
Nieuwste rage in China: levende visjes als sieraad
Zeebiologen luiden de alarmklok over de nieuwste rage in China: jonge meisjes die voor het plezier levende visjes als sieraad dragen. De tieners staan in Chengdu, de hoofdstad van de provincie Sichuan, massaal in de rij om hun 'vishangertje' te bemachtigen. Volgens de verkopers kunnen de vissen dankzij het water en wat visvoeding in de afgesloten ruimte zeker drie maanden overleven. Na die periode kan u ze lekker in de vijver of waterbak laten plonzen.
De meisjes gebruiken hun nieuwste hebbeding vooral als ketting of als versiering voor hun handtas. Tegenstanders noemen deze praktijk schokkend en willen er zo snel mogelijk een eind aan zien komen. (svm) (HLN)
Een Australisch konijn heeft zijn eigenaren gered van de verbrandingsdood. Het konijn, dat simpelweg Rabbit heet, krabde aan de deur van de slaapkamer van het echtpaar, toen de eerste rook zich door de woning in Melbourne verspreid had.
In een achterkamer van het huis bleek een flinke brand te zijn ontstaan. Als het konijn niet naar de slaapkamer gehuppeld was, waren de eigenaren zeker gewond geraakt, aldus een woordvoerder van de brandweer.
Het duurde vier uur voor de brand geblust was. Het echtpaar en het konijn kwamen er zonder schrammetje vanaf. (anp/mvl)
Na 35 jaar plant bijna uitgestorven reuzenschildpad zich voort (Martina1)
Na 35 jaar plant bijna uitgestorven reuzenschildpad zich voort
Er is opnieuw hoop voor de meest bedreigde diersoort ter wereld: de reuzenschildpad van het eiland Pinta in de Stille Oceaan. Het allerlaatste exemplaar, 'Eenzame George', zou na jaren van vruchteloze pogingen dan toch vader worden.
Eenzame George werd twintig jaar geleden samengezet bij twee vrouwtjes van een verwante schildpadsoort in de hoop dat het dier zich zou voortplanten. Net toen biologen alle hoop hadden opgegeven, vonden ze negen eieren in het liefdesnestje.
De biologen van het Charles Darwin Research Station (CDRS) op de Galapagoseilanden, waar George momenteel verblijft, hebben de eieren meteen in een broeikas gelegd. Het zal nog 120 dagen duren voor ze kunnen zeggen of de eieren daadwerkelijk zijn bevrucht. "Dit is hoe dan ook fantastisch nieuws voor het voortbestaan van de Pintareuzenschildpad", zegt Henry Nicholls, auteur van het boek Eenzame George: het (liefdes)leven van een overlevingsicoon. "Wetenschappers hadden de soort al ten dode opgeschreven, maar als de eieren leven bevatten, valt deze reuzenschildpad misschien nog te redden."
Toch niet impotent Eenzame George is het laatste exemplaar van de Geochelone nigra abingdoni, een subsoort van de Galapagosreuzenschildpad. In totaal zijn er veertien subsoorten, waarvan reeds drie uitgestorven en de andere in verschillende mate bedreigd. Een Amerikaans onderzoeksteam vond George in 1971 moederziel alleen op Pinta en bracht hem naar het CDRS. Zijn naam heeft het dier te danken aan zijn voorkeur voor een solitair leven.
"Gedurende 35 jaar heeft men al het mogelijke gedaan om de reuzenschildpad te doen paren om zijn soort te redden, maar George weigerde zich voort te planten", vertelt de Britse biologieprofessor Michael Russelo aan ScienceDaily. Zelfs manuele stimulatie en 'schildpaddenporno' konden George niet tot copulatie aanzetten. "Er werd zelf getwijfeld of hij wel in staat was tot penetratie."
Volgens Nicholls is de recente ontdekking van de eieren het ultieme bewijs dat de reuzenschildpad niet impotent is. "Er bestaat geen twijfel over dat George de vader is. Twintig jaar lang zijn er geen andere mannetjes in de buurt van de vrouwtjesschildpadden gekomen", aldus Nicholls. "George heeft gewoon zijn tijd genomen. Mensen zijn veel te ongeduldig op dat vlak. Ze verwachten dat een schildpad eender welke soortgenoot onmiddellijk bespringt, maar die beesten leven én paren nu eenmaal volgens een ander ritme."
Nieuwe hybridesoort De twee levensgezellinnen van Eenzame George zijn afkomstig van het eiland Isabella en nauw verwant met zijn soort. Dat houdt in dat de babyschildpadjes een nieuwe hybridesoort zullen vormen, met 50 procent van de Pintagenen. "Vijftig procent is nog altijd beter dan de huidige situatie, waarbij de soort zeker zal uitsterven", stelt Henry Nicholls. Volgens Nicholls zal het echter nog zeker tachtig jaar duren voor er weer een bijna-volbloed Pintaschildpad zal worden geboren. "Als George een dochter krijgt, zullen ze die op termijn laten paren met haar vader. Dan heb je al 75 procent Pintagenen. Als George zich dan nog eens voortplant met zijn kleindochter, zit je aan 98 procent. Maar dan zijn we al twee generaties en tientallen jaren verder, aangezien schildpadden pas op hun twintigste seksueel volwassen zijn."
Ondanks George zijn eerder schuwe reputatie sluit Nicholls niet uit dat de schildpad in de toekomst nog afstammelingen kan voortbrengen. "Naar schatting is George tussen 60 en 90 jaar oud.
Reuzenschildpadden kunnen in theorie 200 jaar oud worden, dus George zit momenteel nog op zijn seksuele piek." (Kim Van de Perre)
Een poedel achter het stuur... Voor die stunt zorgde een Chinees koppel op een snelweg in Liunan. Agenten roken onraad toen ze een auto veel te traag over het wegdek zagen kruipen, maar schrokken pas echt toen ze een blik doorheen het raampje wierpen: een hond zat er op z'n gemakje met zijn voorpoten te sturen, terwijl zijn achterste poten op de schoot van de vrouwelijke chauffeur rustten.
De wagen werd onmiddellijk aan de kant gezet, waarop de dame in kwestie kalm verklaarde dat er niet zoveel aan de hand was. "Er is haast geen verkeer en het weer is goed, dus dachten we dat dit wel mocht", aldus het baasje van poedel Niu Niu. De vrouw kwam er met een fikse vermaning vanaf. (svm)
Moeten ijsberen verhuizen naar Antarctica ? (Martina1)
Moeten ijsberen verhuizen naar Antarctica?
Een international team van wetenschappers maakt zich sterk voor geassisteerde migratie. Ze willen dat dieren verhuisd worden naar gebieden waar ze meer kans maken de klimaatverandering te overleven. Tien jaar geleden waren zulke voorstellen nog absoluut taboe in de weteschappelijke wereld.
Het is niet eerste keer dat de temperatuur op aarde verandert en diersoorten moeten verhuizen om te overleven. Maar dat is wel veel moeilijker geworden nu onaangetaste gebieden veel kleiner en meer geïsoleerd zijn en barrières als steden, dorpen en wegen de trekroutes versperren.
Migreren is voor de ene diersoort al makkelijker dan voor de andere. Vlinders kunnen makkelijk enkele honderden kilometers noordwaarts trekken, maar bergdieren die vast zitten op hoge toppen in zuidelijk Europa zijn niet in staat om bergketens in het noorden te bereiken. Deskundigen uit Australië, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten roepen daarom in het wetenschappelijke tijdschrift Science op om die soorten een handje te helpen. Geassisteerde migratie of kolonisatie kan een laatste reddingsmiddel voor bedreigde soorten vormen.
Pinguïns uitroeien
De strijd tegen de klimaatverandering moet nog altijd de absolute prioriteit krijgen, maar de snelheid waarmee sommige dieren uitsterven, dwingt ons tot drastische maatregelen, argumenteren de auteurs van het artikel in Science . Ze schrijven dat ze zich er van bewust zijn dat dergelijke gedwongen verhuizingen grote gevolgen kunnen hebben voor de ecosystemen waar de dieren terechtkomen.
Passief assisteren bij de migratie van koraalriffen is acceptabel, maar ijsberen verhuizen naar Antarctica, waar ze de pinguïns zouden uitroeien, is dat natuurlijk niet, zegt professor Camille Parmesan van de University of Texas.
Duizenden witte muizen vallen Chinees dorpje binnen (Martina1)
Duizenden witte muizen vallen Chinees dorpje binnen
In het zuiden van China kampt het dorpje Lishui met een muizenplaag. Duizenden witte muizen knagen aan planten en beklimmen voorbijgangers, meldt het Japanse persbureau Kyodo. De muizen zijn ongeveer zo groot als een duim, en het is nog niet duidelijk waar ze vandaan komen. (sam)
Soms zien we wel eens een "speling" of een "foutje" van de natuur. Deze konijnen zijn geen speciaal ras maar een foutje van de natuur. Ze hebben geen haar en zijn dus heel gevoelig aan zonlicht.
Een wild hert heeft voor de nodige chaos gezorgd in hartje Bolzano. Het Italiaanse stadje bibberde op zijn grondvesten toen het 150 kilogram zware beest over terrastafels sprong, planten omver liep en verkoopstandjes vernielde. Uiteindelijk konden agenten en brandweermannen na een urenlange klopjacht het gevaarte neerschieten in een autopark. Miraculeus genoeg hielden slechts twee personen blutsen en builen over aan de dolle tocht van het hert. (svm)
De ziekte van Lyme : een gevaar voor dier en mens?
De ziekte van Lyme : een gevaar voor dier en mens?
Wat is de ziekte van Lyme?
De ziekte van Lyme, ook wel tick-borne borreliosis of Lyme-artritis genoemd, wordt veroorzaakt door de spirocheet Borrelia burgdorferi . Men schat dat in Europa ongeveer 10% van de teken besmet zijn met Borrelia. Dit bacterie-achtige organisme wordt overgebracht via de beten van teken behorende tot het geslacht Ixodes, die zich ook vaak voeden met het bloed van andere zoogdieren, zoals knaagdieren, egels en herten. De ziekte wordt vermoedelijk slechts overgebracht nadat de teken zich gedurende uren op het slachtoffer hebben gevoed. Teken worden mee rondgedragen door hun gastdieren. Bijna overal waar die dieren komen, vindt men dus ook teken. Tenminste in een plantenrijke omgeving met hoog gras, struiken en een rijke onderbegroeiing. Een teek of bloedzuiger is een minuscuul diertje, nauwelijks groter dan een speldekop. Bij het zuigen van het bloed wordt het achterlijf steeds dikker. De beet van een teek is pijnloos, pas na enkele uren begint het te jeuken.
Teken : de boosdoener!
De teek is een zogenaamde geleedpotige, en behoort tot de mijten. Er bestaan twee verschillende families van teken: de harde of schildteken (Ixodidae) en de zachte of lederteken (Argasidae). In totaal komen er over de wereld meer dan 800 tekensoorten voor! Van een tekenbeet op zich wordt het dier normaal gesproken niet ziek, maar de teek kan wel een rol spelen bij het overbrengen van diverse ziekten. De werkelijke boosdoener is niet de teek zelf, maar de bacterie, die hij via zijn speeksel en darminhoud overbrengt van de ene op de volgende gastheer. Omdat de teek een zogenaamde driegastherenteek is, kan zij in één van de ontwikkelingsstadia een ziekteverwekker binnen krijgen door van een besmet dier bloed te zuigen en deze ziekteverwekker vervolgens in het volgende ontwikkelingsstadium overbrengen op een ander dier of mens overbrengen.
Bij de dieren is het voornamelijk de ziekte van Lyme, ook wel tick-borne borreliosis of Lyme-artritis genoemd, ide veroorzaakt wordt door een tekenbeet die besmet is met spirocheet Borrelia burgdorferi .
Hier zie je waarom het een spirocheet noemt, spirelli....
Binnen Europa kunnen via teken 4 ziekten op de mens worden overgebracht: de ziekte van Lyme Tick Borne Encephalitis (ook wel bekend als TBE)of TBD (Tick Born Disease) Früh Sommer Meningo Encephalitis (FSME) Ehrlichiose
De cyclus van de teken
De teek brengt het grootste deel van zijn leven door in de natuur: bossen en graslanden. Om zich te kunnen ontwikkelen en voort te planten heeft hij echter bloed nodig. De teek die bij ons voorkomt heeft voor zijn volledige ontwikkeling drie gastheren nodig. Hij kiest hierbij zowel voor wilde dieren (bosmuizen, egels, eekhoorns, reeën,...) als huisdieren (schapen, runderen, paarden, honden, katten,...) evenals de mens. Een teek wacht in grashalmen of lage bosjes op een passerende gastheer, waaraan hij zich in het voorbijgaan vastklampt. Eenmaal op het dier kruipt de teek naar een plaats waar de huid het dunst is en bijt hij zich stevig vast. Hij verankert zich als het ware in de huid.
De vrouwtjes kunnen door het zuigen van bloed tot wel 1 cm lang worden. Eenmaal volgezogen met bloed maakt zij zich los van de huid en laat zich op de grond vallen. Op een beschutte plaats legt het vrouwtje zon 2.000 eitjes waarna zij sterft. Uit deze eitjes ontwikkelen zich (binnen een maand) 6-potige larven. Ook deze klimmen in grashalmen en wachten op een gastdier, waarop ze drie tot 8 dagen lang bloed zuigen, tot ze verzadigd zijn. Vervolgens laten ze zich op de grond vallen en ontwikkelen ze zich in drie maanden tot 8-potige nimfen, die eveneens een bloeddonor zoeken. De ontwikkeling tot volwassen teek duurt dan nog zon drie tot vijf maanden. De volledige ontwikkelingscyclus van sommige soorten teken (die op meerdere gastdieren leven) kan zelfs tot 3 jaar duren. Warmte en een hoge luchtvochtigheid scheppen een gunstig klimaat voor de ontwikkeling van teken. Ze komen ook veel voor in de lente en de herftst.
Symptomen
De meeste honden die gebeten worden met een geïnfecteerde teek zullen nooit de ziekte van Lyme krijgen. Soms kunnen echter erge symptomen optreden.
Een tekenbeet bij de mens
Het eerste teken van ziekte van Lyme is een rode uitbreidende plek rond de teek. Hierna kan de hond kan maanden tot jaren (of zelfs levenslang) symptoomloos zijn.
Jaren na de infectie kunnen de symptomen optreden. Deze kunnen bestaan uit gewrichtsontstekingen (polyartritis), ontstekingen van de lymfevaten (lymphadenopathie) en koorts. Soms wordt ook hartspierontsteking (myocarditis) en nierinfectie gezien. Ook kunnen symptomen aan het centrale zenuwstelsel optreden. Deze uiten zich in gedragsveranderingen zoals agressiviteit en epileptische aanvallen. De symptomen kunnen vanzelf weggaan, maar komen dan regelmatig terug.
Diagnose en behandeling
De diagnose is niet eenvoudig te stellen gezien de symptomen van uiteenlopende aard zijn en de ziekte vrij zeldzaam is. De gespecialiseerde labo-onderzoeken zijn frequent vals-positief of vals-negatief. Meestal zal men proberen om andere oorzaken van ziekte uit te sluiten alvorens men gaat behandelen tegen borreliose.
Behandeling met antibiotica wordt aanbevolen vanaf het vroeg gelokaliseerd stadium. Erythema migrans verdwijnt wel vaak spontaan, maar antibiotica versnellen het herstel van de huidletsels, en gaan de verdere evolutie van de ziekte tegen. In aanwezigheid van erythema migrans en voorgeschiedenis van blootstelling aan een tekenbeet gaan wij altijd aanraden om toch een antibiotica behandeling in te stellen. De behandeling van de ziekte van Lyme gebeurt met Doxycycline of Amoxicilline.
Naarmate de leeftijd vordert zien we dat kraakbeen dat normaal soepel en elastisch is, langzaam brozer wordt. Er treden barsten op in het gladde oppervlak en er beginnen stukjes kraakbeen los te komen. Wanneer dit proces eenmaal gestart is, zien we dat er een vicieuze cirkel ontstaat : het ooit zeer gladde oppervlak wordt ruwer en wrijft nog meer in op het contactoppervlak. Het gewricht wordt minder soepel omdat twee ruwe oppervlaktes tegen elkaar schuren.
Er komen stukjes kraakbeen los en die zweven rond in het gewricht wat blokkades kan veroorzaken. Door de irritatie komt er vocht in het gewricht, dit kan ook aanleiding geven tot een ontstekingsreactie in het kapsel. Het kapsel wordt dan vaak dikker en stijver wat de beweeglijkheid van de heup niet ten goede komt.
Het lichaam probeert de druk op het aangetaste gewricht laag te houden en we zien de vorming van botuitsteeksels aan de randen van het gewricht, die scherpe randen kunnen ook pijn veroorzaken.
Er treedt op langere termijn ook een aantasting van de spieren op, ze worden zwakker en kunnen een verkorting of contractuur (dwangstand) vertonen. Hierdoor manken de dieren. Er hoeft geen onderliggende oorzaak te zijn voor artrose, wel is het zo dat bij bepaalde dieren een genetische (aangeboren) voorbeschikking is om vroegtijdige slijtage van de gewrichten te vertonen.
Ellebooggewricht met erge artose en een heupgewricht met erge artrose
Bij instabiliteit kan er ook artrose optreden. Die instabiliteit kan bijvoorbeeld een gevolg zijn van onvoldoende ontwikkelde of beschadigde gewrichtsbanden (Heup Dysplasie, Losse knieschijf, Gescheurde Voorste Kruisband), of van gewrichtskraakbeen dat zich in de groei niet goed ontwikkelt en daardoor plaatselijk te dik kan worden en zelfs kan afbreken ( Elleboogdysplasie of Schouderdysplasie )
Heupgewricht met artrose
B. Welke dieren krijgen artrose?
Gewrichtsafwijkingen op jonge leeftijd (HD, ED en Schouder-OCD) die soms direct problemen geven maar soms pas op latere leeftijd als artrose merkbaar worden, komen vooral voor bij bepaalde grote hondenrassen en reuzenrassen, zoals de Duitse Herder, Labrador Retriever en de Berner Sennen hond.
Zembla in "plain form" aan het strand
Sommige hondenrassen, zoals de Boxer, hebben een dermate steile stand van de knie, dat beschadiging van de Voorste Kruisband en de Meniscus van de knie bij die rassen vaker voorkomt.
Een te losse knieschijf is een afwijking die bij bepaalde kattenrassen, zoals de Maine Coon, vaker voorkomt.
Langdurige overbelasting van de gewrichten zoals bij overgewicht is een belangrijke oorzaak van artrose en verergert sterk de verdere achteruitgang van een artrotisch gewricht. Bovendien heeft een hond met overgewicht meer pijn bij belasting van artrotische gewrichten.
C. Hoe herkennen we artrose?
Dieren die kreupel zijn en hier niet binnen enkele dagen van herstellen of dieren die steeds opnieuw aan dezelfde poot kreupel worden zijn verdacht van het hebben van een gewrichtsaandoening.
Een gescheurde kruisband is een van de meest voorkomende oorzaken van artrose in de knie.
Indien het om artrose gaat valt vaak op dat er sprake is van startkreupelheid: Bij en direct na het opstaan is de kreupelheid erger dan na even wandelen. Artrotische afwijkingen in het gewricht zijn het best voelbaar als de smerende gewrichtsvloeistof koud en taai is, zoals na rust. Na even bewegen wordt de gewrichtsvloeistof warm en vloeibaarder, waardoor minder pijn gevoeld wordt. Röntgenfoto's kunnen bevestigen of het om een gewrichtsafwijking gaat of bijvoorbeeld om groeipijn of een bottumor.
links is radiologie van een knie met artrose, rechts een "live" beeld van de knie tijdens een voorste gekruiste band operatie
Bovendien zijn röntgenfoto's met name bij jonge dieren essentieel om vast te stellen of het om een operabele aandoening gaat. Indien operatie een optie is, kan die namelijk beter zo snel mogelijk uitgevoerd worden om de vorming van (meer) artrose zo veel mogelijk te voorkomen..
Detail van artrose bij een partieel gescheurde gekruiste band bij een Cane Corso.
D. Wat is er aan te doen?
Bij bepaalde aandoeningen kan een operatie geadviseerd worden.
Overgewicht dient bestreden te worden, het dier kan beter juist aan de schrale kant gehouden worden of op speciale voeding zetten zoals Eukanuba Restricted calorie of Eukanuba Senios Plus.
In alle gevallen zal een aangepast bewegingspatroon geadviseerd worden.
Kouros heeft geen last van artrose, hij gebruikt artromix dog
Een natuurlijk preparaat met chondroïtinesulfaat en glucosamine, zoals artromix hond of artromix paard heeft een versterkende invloed op de opbouw en het herstel van gewrichtskraakbeen bij de hond.
Pijnstillende ontstekingsremmers, zoals Rimadyl® helpen om minder beschadigende ontstekingsstoffen in het gewricht te laten ontstaan. De artrose verergert daardoor minder snel dan zonder die medicijnen en bovendien voelt het dier minder pijn, waardoor het zich beter voelt en in beweging wil blijven, wat de gewrichten weer langer soepel houdt.
E. Wat zijn de vooruitzichten?
Genezing van artrose is niet te verwachten, als een operatie geadviseerd wordt dient deze om de vorming van artrose juist zoveel mogelijk te voorkomen. Met de bovengenoemde maatregelen wordt er naar gestreefd het leven van het dier zo lang mogelijk van zo goed mogelijke kwaliteit te houden.
Nederland zet homodieren in het zonnetje (Martina1)
Nederland zet homodieren in het zonnetje
In Nederland zal Artis tijdens de Gaypride op 1 augustus rondleidingen organiseren over homoseksualiteit in het dierenrijk. Zowel homoseksuele kaketoes, apen, stieren, geiten en olifanten zullen in de dierentuin van Amsterdam aan bod komen.
Volgens Artis is homoseksualiteit onder dieren heel gewoon en vertonen wel honderden diersoorten dit soort gedrag. Naast de zoo zullen ook onder meer het Amsterdams Historisch Museum en het Van Goghmuseum aandacht besteden aan homogerelateerde exposities of rondleidingen. (svm)
Niet te onderschatten bij dier én mens: toxoplasmose
Toxoplasmose
Ziekteverwekker
Een eencellige parasiet, Toxoplasma gondii, veroorzaakt de zeer algemeen voorkomende infectieziekte toxoplasmose. Vrijwel alle diersoorten en de mens kunnen besmet raken. De parasiet maakt verschillende stadia door gedurende zijn levenscyclus. Katachtigen, wild en gedomesticeerd, zijn eindgastheer. Zij zijn de enigen waarbij een stadium van de parasiet voorkomt waarbij oöcysten (een soort eitjes) gevormd kunnen worden. Alle andere dieren, inclusief de mens, zijn tussengastheren. Zij kunnen besmet raken met de parasiet, en de parasiet kan ook aan andere dieren overgedragen worden doordat de dieren elkaar opeten. In geen van deze tussengastheren kunnen echter oöcysten gevormd worden. Uiteindelijk zijn de katachtigen altijd het oorspronkelijke reservoir van Toxoplasma.
Besmettingsbron en wijze van overdracht
Het oöcyste producerende stadium van Toxoplasma bevindt zich in de darmwand van katten. De oöcysten komen met de kattenmest in het milieu terecht, waar zij heel lang kunnen overleven. De tussengastheer neemt de oöcysten op. Dit kan op vele manieren gebeuren : doordat voeding besmet raakt (bijvoorbeeld sla uit de moestuin), doordat men in de tuin werkt en de eitjes uit de aarde op de handen blijven zitten, doordat de eitjes in een waterreservoir terecht gekomen zijn waaruit geput wordt om voeding te bereiden of te wassen etcetera. Voornamelijk jonge katten scheiden, als ze zelf besmet zijn, enige tijd eitjes uit . In de tussengastheer, dit kan de mens zijn, komen er uit de eitjes een soort banaanvormige eencellige vormen van de parasiet, tachyzoiet genaamd, die zich door het lichaam naar alle weefsels verspreiden. Door de afweerreactie die in het lichaam optreedt, lopen deze tachyzoïeten uiteindelijk ergens vast en er komt een kapsel omheen. Dit stadium heet een bradyzoiet. Deze bradyzoïeten vermenigvuldigen zich niet meer en blijven op hun plek. Ze kunnen jaren, tot levenslang, overleven. Als een tussengastheer een andere tussengastheer opeet (bijvoorbeeld een vos eet een muis, of een mens eet lamsbout, biefstuk of ander vlees) dan worden deze bradyzoïeten weer actief. Het worden weer tachyzoïeten die zich in het lichaam van de volgende tussengastheer gaan verspreiden, net zo lang tot ze ergens in het weefsel vastlopen. Alle dieren en de mens kunnen zich besmetten met deze beide vormen van de parasiet (de oöcyste die door de kat uitgescheiden wordt en de bradyzoiet in het vlees van een tussengastheer). In uitzonderlijke gevallen kunnen ook tachyzoïeten die in de melk van lacterende dieren uitgescheiden worden voor een besmetting zorgen.
Mensen kunnen de besmetting niet op elkaar overdragen (tenzij bij transplantatie het donororgaan besmet is), BEHALVE zwangere vrouwen. Bij hen kan Toxoplasma door de placenta heen naar de ongeboren baby gaan, en daar ernstige schade aanrichten, afhankelijk van het moment in de zwangerschap waarop dit gebeurt.
Ziekteverschijnselen bij de mens
Een Toxoplasma-infectie bij de mens, door opname van oöcysten of besmet vlees, wordt vaak niet opgemerkt, aangezien de infectie zelden tot ziekteverschijnselen leidt. Eventuele tekenen van infectie zijn weinig specifiek: moeheid, lusteloosheid, soms wat koorts. Bij een minder frequente vorm, die sterk doet denken aan de ziekte van Pfeiffer, worden daarnaast ook vergrote lymfeknopen gezien, evenals spierpijn, lever- en miltvergroting. Soms vertoont de patiënt een ernstiger ziektebeeld, dat is vooral het geval als er sprake is van een verminderde afweer. Ernstige oogontstekingen, longontsteking en hersenvliesontsteking kunnen dan optreden. Bij 10 procent van de Europese HIV geïnfecteerde patiënten veroorzaakt een Toxoplasma-infectie hersenabcessen en hersenontstekingen.
Infectie tijdens de zwangerschap In principe zal bij vrouwen die al eens in hun leven (ongemerkt) met Toxoplasma besmet zijn geraakt geen besmetting van het ongeboren kind optreden. De moeder heeft antilichamen tegen de parasiet in haar bloed en de parasiet zal geen kans zien om zich in het moederlichaam te vermenigvuldigen en om door de placenta heen naar het kind gaan. Bij een eerste infectie tijdens de zwangerschap vindt tot ongeveer 40 procent van de gevallen overdracht van moeder op kind plaats. De verschijnselen bij het kind zijn dan afhankelijk van het stadium van de zwangerschap. Infecties vroeg in de zwangerschap leiden, gezien de kwetsbaarheid van zich ontwikkelende orgaansystemen, veelal tot ernstige afwijkingen. Een miskraam zal vaak het gevolg zijn. Bij de geboorte ziet men dan onder andere een waterhoofdje, verkalkingen in de hersenen en ontwikkelingsstoornissen (te klein hoofd, blindheid). Latere infecties kunnen leiden tot vroeggeboorte, waarbij de babys heftige verschijnselen van een infectieuze ziekte hebben: koorts of instabiele temperatuur, uitslag, bloedarmoede, geelzucht en lever- en miltvergroting. Ook doodgeboorte kan ten gevolge van toxoplasmose voorkomen. Vaak is de infectie bij de geboorte echter nog niet zichtbaar. Verschijnselen kunnen dan veel later nog optreden, waarbij alsnog ernstige schade wordt veroorzaakt, met name in het oog. Ten gevolge van ontsteking en steeds verdere beschadiging van het netvlies treedt gezichtsverlies op.
Ziekteverschijnselen bij het dier
Bij dieren zien we vrijwel geen symptomen ten gevolge van een Toxoplasma-infectie. Hetzelfde geldt voor katten. Een enkele keer worden wel bij jonge katjes ziekteverschijnselen gezien (diarree, hersenvliesontsteking, leverontsteking, longontsteking). Een relatief veel voorkomend probleem bij landbouwhuisdieren, met name bij schapen, is het optreden van abortus.
Preventie
Allereerst moet vlees altijd goed gaar worden gegeten want hitte maakt bradyzoïeten onschadelijk. Verder moet men vermijden dat katten kunnen komen op plaatsen waar veel kinderen spelen (door bijvoorbeeld een deksel op de zandbak te leggen). Was groenten en fruit (uit eigen tuin) altijd heel goed en draag handschoenen bij het tuinieren. De kattenbak dient iedere dag schoongemaakt te worden (de eitjes worden pas na 48 uur infectieus). Zwangere vrouwen kunnen beter geen kattenbakken verschonen. Was altijd goed de handen na contact met aarde, zand, vuil, stro of kuilvoer. Zorg voor een perfecte hygiëne rond het afkalven of rond de geboorte (of abortus) van geitjes en lammetjes: zorg dat eventuele bezoekers niet te dichtbij komen, draag beschermende kleding (ook lange plastic handschoenen), vermijd contact tussen handen en gezicht.
Schimmels, witte paarden dus, mogen dan opvallen en bewonderd worden om hun ongewone kleur, volgens de Sunday Times gaat het eigenlijk om dieren met een DNA-defect waardoor ze sneller verouderen en dus net als veel oudere mensen grijs worden.
Identiek gen In het wild, aldus vorsers aan de Zweedse universiteit van Uppsala, zouden die dieren waarschijnlijk nooit hebben overleefd, ware het niet voor één witte schimmel die duizenden jaren geleden werd geboren en zoveel aandacht trok bij onze voorouders dat ze het dier beschermden en gebruikten om te fokken. Met succes, zodat alle schimmels die sindsdien rondlopen afstammen van deze viervoetige "Eva" en eigenlijk verwant zijn aan elkaar: bijna alle witte paarden hebben een identiek gen.
Huidkanker De witte kleur van deze paarden mag dan vele generaties geleden hun redding zijn geweest, het was ook bijna hun ondergang geworden want niet alleen vallen ze daardoor sterk op, wat de kans vergroot dat ze ten prooi vallen aan roofdieren, het stelt ze ook eerder bloot aan huidkanker.
Fascinerend "Het is een fascinerend idee dat er ooit een paard werd geboren dat eerst grijs en vervolgens wit werd en dat de mensen daarvan zo onder de indruk waren dat ze het gebruikten om te fokken", zegt Leif Andersson, de leider van het onderzoek waarvan de resultaten worden gepubliceerd in het tijdschrift "Nature Genetics".
Pigmentcellen drogen op Momenteel wordt ongeveer één paard op de tien met een bruine of zwarte of kastanjekleurige vacht geboren dat binnen zes jaar wit wordt. Dat komt volgens geneticus en paardenkenster Samantha Brooks, van de Cornell universiteit in New York, doordat de pigmentcellen (melanocytes) in de haarbuisjes al op vroege leeftijd "opdrogen".
Albino's Het haar blijft dan wel groeien, maar de nieuwe haren zijn dan wit. Door het verdwijnen van het pigment zijn die dieren ook gevoeliger voor zonlicht en kwestbaarder voor huidkanker. Naast de schimmel is er nog een ander soort witte paarden, de albino's, maar die zijn al bij geboorte wit. (belga/tdb)
Honden zwemmen zich gezond Hydrotherapie voor honden in Melsele
MELSELE - Begin mei werd in Melsele Westcoast geopend, een hydrotherapiecentrum voor honden. Honden kunnen er met hun baasje terecht voor revalidatie na een operatie, voor pijnbestrijding en zelfs om te vermageren. ,,We zijn het eerste hydrotherapiecentrum voor honden op het hele Europese vasteland'', stellen Kris Reyniers en Koen Van den Bossche van Westcoast.
Op welke principes steunt de therapie?Kris Reyniers : ,,Als de honden hier in het water bewegen kunnen ze hun spieren gebruiken zonder dat hun gewrichten al te zeer worden overbelast. Hun gewicht gaat in het water minder op hun gewrichten wegen. Vandaar dat we op deze manier honden kunnen revalideren na een operatie, en honden met rug- en gewrichtsproblemen en spierletsels pijnverlichtend kunnen behandelen.''
In dat opzicht werd deze indrukwekkende installatie gebouwd? ,,Het eerste bad waar de hond in terecht komt is het opwarmbad, de hydrospa. In een bubbelbad met water van 40 graden worden de spieren opgewarmd, de bloedvaten zetten zich open. Dit alles werkt pijnverlichtend. Dierenartsen geven vaak aan baasjes de raad mee om met hun hond te gaan zwemmen. Maar als je een hond in een koude vijver loslaat krijg je het tegenovergestelde effect: de bloedvaten vernauwen en de spierwerking wordt eerder geschaad. Vandaar dat we met dit centrum echt een leemte opvullen.''
Na het opwarmbad volgt het zwembad? ,,Inderdaad, in het zwembad kunnen de dieren min of meer gewichtloos bewegen. Maar we kunnen ook extreme situaties creëren naargelang de voorkant of de achterkant van de hond moet behandeld worden. Dat doen we bijvoorbeeld door met jets een tegenstroom in gang te zetten. Ook voor honden die moeten afvallen voor een operatie is deze techniek uitermate geschikt. Of honden hier recreatief kunnen zwemmen? Ja, maar we vragen steeds een attest van de dierenarts om te weten of de hond de inspanningen wel aankan, we houden op onze beurt ook de dierenarts op de hoogte van de vorderingen. Koen en ikzelf werken ook samen met een ervaren kinesiste: Tania Moräntz.''
Konijnen
Dit toestel lijkt me vrij uniek te zijn? ,,Van deze waterwalker bestaan tot op heden wereldwijd slechts vijf exemplaren. Als de hond al voldoende gerevalideerd is en al voldoende druk kan verdragen kan hij in dit toestel opnieuw leren stappen. Het water wordt in de bak tot op de gewenste hoogte gebracht en de snelheid van de transportband waarop de hond loopt kunnen we ook perfect op het dier afstemmen.''
Jullie werden speciaal opgeleid, veronderstel ik. ,,Aangezien de therapie in Engeland ontstond, volgde ik er een stage en een opleiding. In Engeland past men de therapie ook al toe alvorens een dier te opereren, mét resultaat trouwens. Men past er dezelfde principes ook toe op katten en konijnen. In ons centrum trekken we per sessie ongeveer een uurtje uit per hond. Bij een letsel aan de kruisbanden bijvoorbeeld is de spieropbouw na een achttal sessies opnieuw in orde.''
Westcoast Europe, Nieuwlandstraat 2, 9120 Melsele. Telefoon: 03-254.29.29 of www.westcoast.be
Veel mensen kennen het Lipizzaner paard. De roem van de Spaanse Rijschool uit Wenen heeft ervoor gezorgd dat haar witte hengsten bekend zijn over de hele wereld, ook bij mensen, die normaal gesproken niets met paarden te maken hebben. Dat het verhaal van het Lipizzaner paard veel verder gaat dan alleen over deze Weense balletdansers, hopen we met het volgende duidelijk te maken.
GESCHIEDENIS In het Europa van de 16e eeuw was alles anders geregeld dan nu. De adel maakte de dienst nog uit en heerste over de bevolking. Waarden en normen Iagen anders. Oorlogen werden uitgevochten met slagwapens en lichte vuurwapens, op kleine oppervlakten, met wendbare paarden. Konink- en keizerrijken konden zeer groot zijn.
De adel kon slechts heersen door indruk te maken. Een middel daartoe was het gebruik van indrukwekkende paarden, zowel onder het zadel, als voor het rijtuig. Geen wonder dat de kleine, trotse en bovenal wendbare en gemakkelijk te rijden paarden van Spaanse afkomst bijzonder in de mode waren. Ieder zichzelf respecterend vorstelijk hof hield er in die tijd dan ook een uitgebreide stal op na, met grote hoeveelheden paarden, bij voorkeur met Spaans bloed. Veel hoven hadden ook eigen stoeterijen, die met goed paardenmateriaal in de behoefte van de adel voorzagen.
In het grote Habsburgse rijk besloot men in de 16e eeuw ook een eigen fokkerij van Spaanse paarden te beginnen, ook om niet steeds maar heel Europa te hoeven afreizen, op zoek naar goed bloed.
In het jaar 1562 werd de hofstoeterij in Kladrub (Bohemen) hiertoe opgericht. In 1580 werd van de bisschop van Triëst een landgoed te Lipizza aangekocht om in de Karst paarden te gaan fokken. In het volgende jaar werden verschillende hengsten en merries in Spanje aangekocht en naar de pas gebouwde stoeterij gebracht. Met deze paarden, tezamen met enkele inlandse paarden van het taaie zogenaamde Karster paard, werd de basis gelegd van wat later een beroemd paardenras zou worden: het Lipizzaner paard.
Uitgangspunt bij het opzetten van deze, uiteindelijk keizerlijk geworden stoeterij was: het fokken van een licht en wendbaar rij- en koetspaard, indrukwekkend en gracieus, met een enorm uithoudingsvermogen, hard beenwerk en een goede gezondheid. De paarden moesten voor al het werk ten behoeve van het keizerlijke hof inzetbaar zijn. Dit varieerde van rij- en Hogeschoolpaard van de hoge adel te Wenen, voor dagelijks gebruik en op het slagveld, tot paarden voor de keizerlijke posterijdiensten.
Om dekhengsten te selecteren voor de stoeterij werden deze beproefd in de beroemde Hofrijschool te Wenen. De merries werden grotendeels voor de wagen uitgeprobeerd. Daarnaast kregen de kwaliteitsvolle Lipizzaners snel de taak van rassenverbeteraar in de militaire en burgerlijke fokkerij. In Midden-Europa werd het Lipizzaner paard snel een begrip als paard van de hoge en lagere adel, dat ook de gewone burgerij met zijn kwaliteiten ten dienste stond.
In de eeuwen na 1580 werden vanuit geheel Europa paarden met Spaans bloed ten behoeve van Lipizza aangekocht. Voornamelijk in de 19e eeuw werd ook veel Arabisch bloed in de fokkerij gebracht. Het oude, zogenaamde barokke type is echter nooit verloren gegaan. Naast de oorspronkelijke stoeterij te Lipizza werd de Lipizzaner op vele andere plaatsen verspreid over het grote Habsburgse Rijk gefokt, bijvoorbeeld op militaire stoeterijen, zoals in het Hongaarse Mezöhegyes en het Zevenburgse Radautz. Maar ook de lagere adel fokte op privéstoeterijen de Lipizzaner, bijvoorbeeld de familie Von Jankovic in Terezovac.
Heden ten dage zijn in de fokkerij acht hengstlijnen overgebleven, waarvan zeven direct teruggaan op Spaans bloed en één op een Arabische hengst. Deze acht lijnen gaan terug naar de volgende stamvaders: Conversano, Maestoso, Favory, Pluto, Neapolitano, Tulipan, Incitato en Siglavy. Verder zijn en enkele tientallen merriefamilies, deels teruggaand op de originele Spaanse fokkerij van het Habsburgse Hof, deels op veelal Arabische stammen, ook te Lipizza gebruikt, of in Hongaarse of Kroatische (privé)stoeterijen.
De nu zo beroemde schimmelkleur van de Lipizzaner heeft zich pas in het ras doorgezet na de invoering van arabisch bloed. Voordien kwamen verhoudingsgewijs veel meer verschillende kleuren voor: zwart, bruin, donkerbruin, isabel, vaal en zelfs bont. Tegenwoordig komen de kleuren zwart, bruin, donkerbruin en vos nog voor, zij het in kleine hoeveelheden.
HUIDIGE SITUATIE
Na het uiteenvallen van de Donaumonarchie na de Eerste Wereldoorlog werd het grote rijk dat ooit het Habsburgse Rijk was, opgedeeld in verschillende kleinere landen. In ieder van deze landen kende men van vroeger een traditie in het fokken van Lipizzaner paarden. Deze traditie werd na de herverdeling van Midden-Europa voortgezet. En zo kan het dat er heden ten dage Lipizzaners gefokt worden op grote stoeterijen in: Oostenrijk, Hongarije, Roemenië, Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Servië en Slowakije. Bovendien ook nog in Italië.
In de voormalige Oostbloklanden werden Lipizzaners vaak als landbouwtuigpaard gebruikt, en als verbeteraar van de inlandse gebruikspaardenfokkerij. Daarnaast wordt de Lipizzaner in de meeste landen van Europa privé gefokt. Bovendien ook in de V.S. en zelfs in Australië en Zuid-Afrika. De meeste landen waar Lipizzaners gefokt worden zijn aangesloten bij de Lipizzan International Federation. (L.I.F.) Deze internationale organisatie probeert iedereen te verenigen die zich met Lipizzaner paarden bezighoudt. Zij probeert op internationaal niveau samenwerking in de fokkerij te bewerkstelligen en bovenal te waken over één van de oudste cultuurpaardenrassen ter wereld, het Lipizzaner ras. Zie: www.lipizzaninternationalfederation.eu.com
GEBRUIK De Lipizzaner is in de dagelijkse praktijk een zeer veelzijdig paard. Oorspronkelijk gefokt als breed inzetbaar rij- en koetspaard, kan hij ook in moderne tijden voor vele doeleinden gebruikt worden. Als rijpaard onder het zadel, waarbij zijn aangeboren talenten voor de hogere dressuur hem beroemd hebben gemaakt in de Spaanse Rijschool in Wenen. Maar ook als rijpaard in de recreatieve sfeer is hij bijzonder geschikt.
Daarnaast liggen zijn kwaliteiten ook zeker in het tuig. Beroemd zijn de Lipizzaners, waarmee de Hongaren vele malen wereldkampioen werden in verschillende disciplines van de aangespannen sport. Op recreatieniveau zult u geen betrouwbaarder paard in de strengen kunnen aantreffen. Bij alles waarbij het Lipizzaner paard ingezet wordt, vallen zijn bijzondere eigenschappen op, waar hij al eeuwen lang beroemd om is: een bijzonder goed uithoudingsvermogen, uitstekende hoeven en beenwerk, een goede gezondheid en bovengemiddelde intelligentie.
De Lipizzaner is laat rijp, met daarbij het voordeel dat hij ook bijzonder oud kan worden. Zijn karakter is spreekwoordelijk goed, wat overigens niet wil zeggen dat de Lipizzaner een gemakkelijk karakter heeft! Lipizzaners zijn veelal sterke persoonlijkheden, die daar ook naar behandeld dienen te worden. Als men goed met hem kan (samen)werken, kan men zich echter geen betere partner op vier voeten wensen!
De Lipizzaner is naar onze huidige maatstaven een klein paard. De ideale stokmaat ligt tussen de 1.55 en de 1.58 meter. In de praktijk betekent dit, dat de paarden ruwweg tussen de 1.50 en de 1.60 meter meten. Zijn verschijning is indrukwekkend en trots, waarbij zijn bewegingen statig en verheven zijn, maar wél ruim en elegant. De schimmelkleur is dominant, maar ook bruine, donkerbruine en zwarte varianten en een enkele vos komen voor. Bepaalde originele stoeterijen fokken met een rijpaardtype, andere juist een carrossier. Ieder type is echter een variatie op het thema. Iedere Lipizzaner staat in verschijning heel dicht bij zijn voorouders.
Tekst: Atjan Hop Bron: Stichting Dag van het Barokke Paard
HENGSTENLIJNEN BINNEN HET LIPIZZANER RAS
Het Lipizzaner ras is een van de oudste cultuurpaardenrassen ter wereld. Onder cultuurpaardenras verstaan we een ras, dat geheel door de mens ontwikkeld is. In het jaar 1580 stichtte de Habsburgse adel een eigen stoeterij in het dorpje Lippiza (in de buurt van Triëst). Het doel hiervan was het fokken van een paardentype, dat voorzag in de behoefte en gebruiken van deze Oostenrijkse keizerdynastie in die periode. Het paardenras dat hieruit ontstaan is kennen wij ook nu nog als het Lipizzaner paard.
Geheel naar de eisen van die tijd werd dat een paard van het barokke, Iberische type. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat oorspronkelijk deze fokkerij gebaseerd was op Spaans bloed, in dit geval gekruist met het kwaliteitsvolle inlandse Karst-paard.
Behalve van Spaanse hengsten maakte men gedurende de ontwikkeling en stabilisering van bet ras ook veelvuldig gebruik van paarden, die in het Iberische type stonden, maar elders gefokt waren op vergelijkbare (hof)stoeterijen uit geheel Europa. Zo zijn door de eeuwen heen bijvoorbeeld ook veel Napolitaanse, Deense, Kladruber en Duitse paarden gebruikt. In de 19e eeuw is, ook naar toen heersende mode, tevens gebruik gemaakt van oriëntaals (Arabisch) bloed. Ook op andere (staats- en privé)stoeterijen, die naast het oorspronkelijke Lippiza hebben bijgedragen aan de verdere ontwikkeling van bet ras werd gebruik gemaakt van dit soort bloed.
Daar de Lipizzaner, zoals gezegd, een cultuurpaardenras is, heeft dit tot praktisch gevolg, dat de ontwikkeling van de fokkerij (en dus de opbouw van het ras) volledig terug te vinden is in de stamboekregistratie. Vanaf het begin zijn aan- en verkopen, geboortes, gebruik van dekhengsten en fokmerries bijgehouden in boeken en registers. Helaas zijn de stamboeken uit de eerste twee eeuwen van de fokkerij in de Napoleontische tijd door brand verloren gegaan. Aan- en verkoopregisters uit die tijd zijn echter nog wel in archieven in aanwezig. Alle afstammingsgegevens van de in de hofstoeterij Lippiza gebruikte fokdieren en hun nakomelingen zijn terug te vinden vanaf ±1800 en gaan derhalve terug tot omstreeks 1740.
ONTWIKKELING
De keuze van dekhengsten werd bepaald door de eisen van het gebruik. Dit verschilde vanzelfsprekend gedurende de tijden en per stoeterij. De keizerlijke hofstalmeesters selecteerden voor Lippiza meestal klassiek gebouwde paarden van het Iberische type. Toen vanaf het begin van de 19e eeuw de Arabier echt in zwang raakte, ontkwam ook de barokke Lipizzaner niet aan deze invloeden, zonder dat overigens het barokke fokdoel uit het oog werd verloren. De dominante schimmelkleur en de gemiddeld kleinere stokmaat van de Lipizzaner is aan dit oriëntaalse bloed te danken.
Op andere stoeterijen werd de keuze ook met name bepaald door het gebruiksdoel. Aan een Lipizzaner die gefokt werd voor aanspanningen op de Hongaarse poesta of de Kroatische hoogvlakte werden immers andere eisen gesteld, dan aan paarden die specifiek als rijpaard of voor bergachtige streken werden gefokt.
Wat praktische keuze betreft had men uiteraard twee mogelijkheden: een elders verworven hengst of een hengst uit eigen fokkerij. Beide zien we in ruime mate terug in de stamboeken. Vanuit alle windstreken werden hengsten aangevoerd, waarvan men meende, dat zij de fokkerij konden dienen. Mannelijke nakomelingen konden op hun beurt weer als dekhengst ingezet worden Zo'n hengst uit eigen fokkerij werd meestal naar de vader vernoemd. Zo vormden zich hengstenstammen, die in de stamboeken terugleiden naar een oorspronkelijke stamvader. Een aantal van deze lijnen hebben zich tot in deze tijden van vader op zoon weten te handhaven. Andere zijn na selectie niet voortgezet en daarmee uitgestorven. Een soortgelijke ontwikkeling zien we overigens ook aan moederszijde: tientallen merriefamilies zijn zo ontstaan, die ook nu nog voortleven.
OVERGEBLEVEN LIJNEN
Van de fokkerij van keizerlijk Lippiza zijn een zestal hengstenlijnen overgebleven. Allemaal voeren deze terug op stamvaders uit het eind van de 18e, begin 19e eeuw. Vijf van deze hengsten waren van het barokke, Iberische type. Dit waren Conversano (Neapolitaner, 1767), Maestoso (Spaans, geb. Kladruber, 1773), Favory (Kladruber, 1779), Pluto (Deens, geb. Frederiksborg, 1765) en Neapolitano (Neapolitaner, 1790). De zesde stamvader was de Arabische hengst Siglavy (1810).
Op de belangrijke privéstoeterij van de grafelijke familie Jankovic in Terezovac (nu Kroatië), waar al sinds ±1680 Spaanse paarden werden gefokt, ontstond, na inkruising van Lipizzanerbloed de lijn van stamvader Tulipan (Terezovac, 1800).
Op de stoeterij van de Hongaarse graaf Bethlen werd in 1802 de hengst Incitato geboren, uit Spaanse ouders. Deze hengst werd door de Hongaarse staatsstoeterij Mezöhegyes aangekocht voor de dekdienst. Zijn nakomelingen werden ingezet in de Spaanse fokkerij aldaar, die vanaf ongeveer 1860 opging in de Lipizzanerfokkerij van deze stoeterij. Hij is dus de stamvader van deze gelijknamige lijn.
Hiermee is overigens meteen het enige onderscheid tussen de eerste zes en Tulipan en Incitato aangeduid: de herkomst. Overige verschillen zijn er niet. Deze twee stammen zijn dus qua achtergrond en plaats binnen de hele Lipizzanerfokkerij volledig gelijkwaardig aan de andere zes. Hierover mogen geen misverstanden bestaan!
NAAMGEVING
De naamgeving binnen het Lipizzanerras is aan tradities gebonden. Aan de naam van een Lipizzaner kan men deels de afstamming aflezen. Er bestaan traditioneel twee systemen, die gemakshalve als het keizerlijke systeem en het landsfokkerijsysteem zijn aan te duiden. Bij beide zien we de stamvader van de betreffende lijn terug. Een directe mannelijke nakomeling van bijvoorbeeld stamvader 'Neapolitano' zal deze naam ook dragen, met als toevoeging respectievelijk de naam van zijn moeder dan wel cijfers, ter onderscheid.
Voor merries gelden overigens weer andere eisen. In het keizerlijke systeem worden binnen merriefamilies bepaalde vrouwelijke, steeds terugkerende namen gebruikt. Wanneer we bijvoorbeeld een hengst tegenkomen met de naam 'Neapolitano Elvira' weten we meteen, uit welke lijn hij stamt (Neapolitano) en wie zijn moeder was. (Elvira dus). Aan de naam 'Elvira' lezen we dan weer af, uit welke merriefamilie hij van moederskant afstamt.
In het andere systeem, het landsfokkerijsysteem, ligt meer de nadruk op de vader zelf. Stel een paard heeft hier de naam 'Incitato XXI-12' Hieruit maken we op, dat hij of zij van vaderskant uit de Incitato-lijn stamt, met als vader de dekhengst Incitato XXI, en als zijn 12e nakomeling op de stoeterij van herkomst is geregistreerd. Deze registratiewijze geldt dus zowel voor hengsten als merries. Het geslacht kan niet aan de naam worden gezien. Ook de afstamming moederzijds is niet aan de naam te herkennen. Dit systeem wordt met name in Hongarije en Roemenië gebruikt.
IBERISCH EN ORIENTAALS
In de meer dan vier eeuwen oude Lipizzanerfokkerij zijn vele hengsten gebruikt. Slechts acht hebben een eeuwige status weten te bereiken door middel van hun directe nazaten. Vele zijn echter in de coulissen van de tijd verdwenen en slechts terug te vinden in de oude stamboeken. De meeste van deze hengsten waren, zoals gezegd, van het Iberische type. Zij kwamen hetzij direct uit Spanje, of kwamen uit een nafok van Spaanse paarden van andere Europese stoeterijen, zoals Lippiza daar zelf één van was.
Daarnaast zijn Arabische hengsten, Shagya-arabieren en kruisingen tussen deze en Lipizzaners als dekhengst ingezet. Het voortbestaan van de huidige acht lijnen is niet alleen aan de keizerlijke stoeterij te danken. Zo waren rond 1880 hier de Pluto- en Maestoso-stam volledig uitgestorven. Het was weer aan die andere twee stoeterijen, Terezovac en Mezöhegyes te danken, dat juist deze twee stammen ook tot in onze tijd bewaard zijn gebleven, waarmee de belangrijkheid van deze twee stoeterijen voor bet Lipizzaner ras weer eens aangetoond is.
Geen enkel Engels Volbloed is overigens ooit als dekhengst ten behoeve van de Lipizzanerfokkerij ingezet. Slechts in merriefamilies is incidenteel een xx-tje terug te vinden, zonder verder van directe invloed geweest te zijn. Dit maakt de Lipizzaner tot de zeldzame rassen die aantoonbaar geen Engelse invloeden kent, hetgeen vanuit een bepaald perspectief zelfs als voordeel wordt gezien.
In dit feit overtreft hij zelfs zijn Spaanse en Portugese neven, die wel degelijk een bepaalde periode het barokke spoor bijster zijn geweest. Gelukkig voor ons liefhebbers van barokke paarden is het tij ook daar bijtijds gekeerd.
TOT BESLUIT
Ieder Lipizzaner paard is als vertegenwoordiger van zijn eeuwenoude ras de aandacht meer dan waard. Een rijk verleden met grootse feiten gaat achter zijn naam schuil. Het is echter geen levend museumstuk. Zijn uitzondenlijke kwaliteiten hebben hem de geschiedenis doen overleven. De Lipizzaner is ook aan het eind van de 20e eeuw klaar voor de toekomst. Laten wij alIen ervoor zorgdragen, dat dit bijzondere paardenras ook in de toekomst de plaats krijgt die het toekomt!
Tekst: Atjan Hop Bron: Tijdschrift Baroque/ Stichting Dag van het Barokke Paard
Wist je dat?
LIP(P)IZ(Z)ANER?
De spelling van de de naam van het ras levert soms wat verwarring op. Is het nu Lippizaner, Lipizzaner of misschien zelfs Lippizzaner? En hoe zit het nu met "Lipica"? Het is allemaal afhankelijk van de taal waarin deze naam gebruikt werd. Lipica is Sloveens, Lippiza is Duits en Lipizza is Italiaans. Eén ding is zeker: Lippizzaner is fout. Internationaal is vanaf ongeveer 1920 de Italiaanse spellingswijze gebruikelijk. lipizzaner
In oudere, vaak Duitstalige literatuur vinden we de klassieke schrijfwijze terug: Lippiza. En in historische geschriften komt zelfs Lipitza nog voor! De Slovenen gebruiken echter hun eigen spelling weer voor de oude stoeterij in de Karst: Lipica. En allemaal is het maar een manier van schrijven, want overal is de uitspraak hetzelfde. (Ook in Slovenië dus: zeg vooral geen "lipika", maar "lipitsa"!) Ook het Nederlandse "Groene Boekje" (en daarmee de spellingcontrole op veel computers) levert dus niet de correcte, actuele informatie.
Atjan Hop
Foto's en verhalen van lezers van het Paardentips Magazine
Geschiedenis: Oudste getuigenissen, over het bestaan van de paarden in Portugal, zijn te vinden in tekeningen in de grotten van Escoural in de provincie Alentejo. De paarden vielen op door hun gratie en uitstraling. Hun snelheid bracht ze later in de Romeinse Hippodromen. De vechtkunst te paard, van de toenmalige bewoners van het Iberisch schiereiland werd beroemd door het verslaan van de vorst van Carthago. In de zeventiende en achttiende eeuw werden ze koningspaarden aan de Europese hoven, waar de Klassieke Rijscholen ontstonden. Tegenwoordig vloeit er in bijna alle (moderne) paardenrassen Iberisch bloed. Met zon erfenis is een ras wel fascinerend te noemen.
Portugal en Spanje werden vanaf 711 na C. bezet door de Moren. Toen deze na enkele honderden jaren verdreven werden door de kruisvaarders, begonnen de oorspronkelijke bewoners paarden te fokken met de inheemse rassen, de paarden uit West-Europa en de achtergebleven Berbers. In 1247 werd Portugal een onafhankelijke staat, maar het zuiden werd samen met Andalucia nog bezet tot 1492. In Portugal concentreerde de fokkerij zich rond de rivier de Taag (Ribatejo), in Spanje rond de Guadalquivir (Andalusië). De rassen hebben dezelfde roots en eeuwenlang werden er paarden uitgewisseld. De oude Latijnse naam voor Portugal is Lusitania. Als we de naam Lusitano omschrijven kunnen we die omvatten als een in Lusitanië (Portugal) gefokt paard met barokke eigenschappen en uiterlijk.
Dom José richtte in 1748, ruim 250 jaar geleden in Alter do Chão, Portugal, de stoeterij Alter Real op. Vanaf dat moment werden daar (bruine) paarden gefokt om de traditie van de Klassieke Rijkunst te behouden. Gegevens over de fokkerij werden toen op papier gezet en blijken tegenwoordig nog altijd een rijke historische bron. Belangrijk voor het behoud van de oude waarden zijn in Portugal de Escola Portuguesa de Arte Equestre, het stierengevecht (afgeleid van de oude vechtkunst te paard) en het circus. In Portugal wordt de stier tijdens het gevecht niet gedood, het gaat om de Rijkunst en de moed van de mannen, die de stier met blote handen aanpakken.
Om ruimer steun te geven aan de nationale fokkerij werd zon honderd jaar geleden de Coudelaria Nacional opgericht, een staatsstoeterij onder bescherming van het Ministerie van Landbouw van Portugal. Daarbuiten zijn er vele bekende families, die al generaties lang Lusitanos (en stieren) fokken. Pas in de twintigste eeuw werden de stamboeken van Portugal en Spanje gescheiden.
Buiten de fysieke eigenschappen, waarbij ronde lijnen overheersen en het profiel van de romp en de ledematen in een vierkant past, is het karakter van de Lusitano zo bijzonder. Eeuwenlang is hier zorg aan besteed. Iemand die voor het eerst een groots festijn als de jaarmarkt van Golegã meemaakt, kan zijn ogen niet geloven. Honderden hengsten lopen bij elkaar zonder problemen. Geen gebries of gesteiger, elk paard weet zich te gedragen. Het opgroeien in een groep is een belangrijke factor voor het gedrag. Een paard met een natuurlijke opgroei heeft zijn plaats in de sociale hiërarchie van de kudde en dit werkt positief op zijn karaktervorming. De bereidwilligheid om te leren is een andere opvallend goede eigenschap. Zelden wordt er geprotesteerd, meestal is het dan nog door een onduidelijkheid van de africhter.
Fysiek zijn het grote gemak tot verzamelen en de opvallende elasticiteit het meest opvallend. De meeste Lusitanos zijn heel gevoelig in de mond en heel alert op de hulpen. De meeste zijn erg comfortabel om te rijden, doorzitten in draf is geen straf, maar een genot, zodat er ontspannen gewerkt kan worden aan alle vormen van de (Klassieke) Rijkunst. Aangespannen hebben ze bloed, maar blijven aanspreekbaar.
Karakter: Lusitano's zijn intelligente paarden, moedig, wendbaar en geschikt voor vele disciplines. Door hun aangeboren lenigheid en sierlijkheid zijn ze uitermate geschikt voor de dressuur. Hogeschooloefeningen gaan hen gemakkelijk af. In de polosport zijn ze zeer geliefd vanwege hun snelheid en wendbaarheid. Dat de Lusitano ook voor de springsport geschikt is, bewees John Whitaker die talloze prijzen won met de hengst Novilheiro, de meest succesvolle Lusitano aller tijden.
De Lusitanos hebben een natuurlijke aanleg tot concentratie en verzameling en een groot vermogen voor de oefeningen van de Hoge School, het veedrijven en het stierengevecht te paard. Het temperament is fier, grootmoedig met bloed, maar gehoorzaam en met karakter, met een grote bereidheid tot leren. De gangen zijn verheven, elastisch en zeer comfortabel voor de ruiter.
Exterieur: korte hoog ingezette, krachtige hals, gespierde schouders, grote vriendelijke amandelvormige ogen, gedrongen, compact lijf, ronde gespierde achterhand. Het hoofd is middelmatig van grootte, slank en droog met een relatief lang gelaat met een rechte of lichte sub-convexlijn (niet te verwarren met het ramshoofd van een koudbloed), middelmatige fijne attente oren. De neus ligt eerder aan de onderzijde van het hoofd dan aan de voorkant. Het lichaam heeft een hals van gemiddelde lengte, maar slank bij het hoofd en breed aan de basis, met een stevig gespierde aanzet bij de schouders. De borst is diep en gespierd. De flank is kort en vol. De schouders zelf zijn lang en goed gespierd. De rug neigt naar het horizontale en is kort. Het kruis is rond en gespierd en een voortzetting van de natuurlijke verzamelde lijn. De staartinplant ligt en de staart moet tussen de billen kunnen vallen. De benen zijn relatief slank (onder de stevige massa) maar gespierd, droog en sober (opvallend goede raseigenschap is dat er zelden beenproblemen voorkomen, de paarden groeien op in heuvels op harde bodem). De hoeven zijn hard, fijn en recht. Staart en manen worden het liefst vol en lang gezien.
Stokmaat: gemiddelde hoogte merrie: 1.55 m, gemiddelde hoogte hengst: 1.60 m
Gewicht: Lusitano's wegen ongeveer 500 kg.
Kleur: meestal schimmel of bruin. Schimmelveulens worden bruin geboren. Zwart, palomino, valkkleur en vos zijn schaars. Bij de Lusitanos komt ook Isabel voor (koffieroomkleur met blauwe ogen). Witte hoge benen en een brede bles zijn niet geliefd, een sterretje of snibje gaat nog. Bont wordt niet opgenomen in het stamboek.
Deze tekst komt uit het informatieboekje van de Lusitano Vereniging Nederland. Secretariaat: Dorpsweg 112, 1676 GH Twisk, Nederland Tel 06 38241023, fax 0227 570640 info@lusitanovrienden.net
Verhalen en foto's van lezers van Paardentips Magazine