|
De Lusitano Puro Sangue Lusitano
Oorsprong: De Lusitano komt uit Portugal.
Geschiedenis: Oudste getuigenissen, over het bestaan van de paarden in Portugal, zijn te vinden in tekeningen in de grotten van Escoural in de provincie Alentejo. De paarden vielen op door hun gratie en uitstraling. Hun snelheid bracht ze later in de Romeinse Hippodromen. De vechtkunst te paard, van de toenmalige bewoners van het Iberisch schiereiland werd beroemd door het verslaan van de vorst van Carthago. In de zeventiende en achttiende eeuw werden ze koningspaarden aan de Europese hoven, waar de Klassieke Rijscholen ontstonden. Tegenwoordig vloeit er in bijna alle (moderne) paardenrassen Iberisch bloed. Met zon erfenis is een ras wel fascinerend te noemen.
Portugal en Spanje werden vanaf 711 na C. bezet door de Moren. Toen deze na enkele honderden jaren verdreven werden door de kruisvaarders, begonnen de oorspronkelijke bewoners paarden te fokken met de inheemse rassen, de paarden uit West-Europa en de achtergebleven Berbers. In 1247 werd Portugal een onafhankelijke staat, maar het zuiden werd samen met Andalucia nog bezet tot 1492. In Portugal concentreerde de fokkerij zich rond de rivier de Taag (Ribatejo), in Spanje rond de Guadalquivir (Andalusië). De rassen hebben dezelfde roots en eeuwenlang werden er paarden uitgewisseld. De oude Latijnse naam voor Portugal is Lusitania. Als we de naam Lusitano omschrijven kunnen we die omvatten als een in Lusitanië (Portugal) gefokt paard met barokke eigenschappen en uiterlijk.
Dom José richtte in 1748, ruim 250 jaar geleden in Alter do Chão, Portugal, de stoeterij Alter Real op. Vanaf dat moment werden daar (bruine) paarden gefokt om de traditie van de Klassieke Rijkunst te behouden. Gegevens over de fokkerij werden toen op papier gezet en blijken tegenwoordig nog altijd een rijke historische bron. Belangrijk voor het behoud van de oude waarden zijn in Portugal de Escola Portuguesa de Arte Equestre, het stierengevecht (afgeleid van de oude vechtkunst te paard) en het circus. In Portugal wordt de stier tijdens het gevecht niet gedood, het gaat om de Rijkunst en de moed van de mannen, die de stier met blote handen aanpakken.
Om ruimer steun te geven aan de nationale fokkerij werd zon honderd jaar geleden de Coudelaria Nacional opgericht, een staatsstoeterij onder bescherming van het Ministerie van Landbouw van Portugal. Daarbuiten zijn er vele bekende families, die al generaties lang Lusitanos (en stieren) fokken. Pas in de twintigste eeuw werden de stamboeken van Portugal en Spanje gescheiden.
Buiten de fysieke eigenschappen, waarbij ronde lijnen overheersen en het profiel van de romp en de ledematen in een vierkant past, is het karakter van de Lusitano zo bijzonder. Eeuwenlang is hier zorg aan besteed. Iemand die voor het eerst een groots festijn als de jaarmarkt van Golegã meemaakt, kan zijn ogen niet geloven. Honderden hengsten lopen bij elkaar zonder problemen. Geen gebries of gesteiger, elk paard weet zich te gedragen. Het opgroeien in een groep is een belangrijke factor voor het gedrag. Een paard met een natuurlijke opgroei heeft zijn plaats in de sociale hiërarchie van de kudde en dit werkt positief op zijn karaktervorming. De bereidwilligheid om te leren is een andere opvallend goede eigenschap. Zelden wordt er geprotesteerd, meestal is het dan nog door een onduidelijkheid van de africhter.
Fysiek zijn het grote gemak tot verzamelen en de opvallende elasticiteit het meest opvallend. De meeste Lusitanos zijn heel gevoelig in de mond en heel alert op de hulpen. De meeste zijn erg comfortabel om te rijden, doorzitten in draf is geen straf, maar een genot, zodat er ontspannen gewerkt kan worden aan alle vormen van de (Klassieke) Rijkunst. Aangespannen hebben ze bloed, maar blijven aanspreekbaar.
Karakter: Lusitano's zijn intelligente paarden, moedig, wendbaar en geschikt voor vele disciplines. Door hun aangeboren lenigheid en sierlijkheid zijn ze uitermate geschikt voor de dressuur. Hogeschooloefeningen gaan hen gemakkelijk af. In de polosport zijn ze zeer geliefd vanwege hun snelheid en wendbaarheid. Dat de Lusitano ook voor de springsport geschikt is, bewees John Whitaker die talloze prijzen won met de hengst Novilheiro, de meest succesvolle Lusitano aller tijden.
De Lusitanos hebben een natuurlijke aanleg tot concentratie en verzameling en een groot vermogen voor de oefeningen van de Hoge School, het veedrijven en het stierengevecht te paard. Het temperament is fier, grootmoedig met bloed, maar gehoorzaam en met karakter, met een grote bereidheid tot leren. De gangen zijn verheven, elastisch en zeer comfortabel voor de ruiter.
Exterieur: korte hoog ingezette, krachtige hals, gespierde schouders, grote vriendelijke amandelvormige ogen, gedrongen, compact lijf, ronde gespierde achterhand. Het hoofd is middelmatig van grootte, slank en droog met een relatief lang gelaat met een rechte of lichte sub-convexlijn (niet te verwarren met het ramshoofd van een koudbloed), middelmatige fijne attente oren. De neus ligt eerder aan de onderzijde van het hoofd dan aan de voorkant. Het lichaam heeft een hals van gemiddelde lengte, maar slank bij het hoofd en breed aan de basis, met een stevig gespierde aanzet bij de schouders. De borst is diep en gespierd. De flank is kort en vol. De schouders zelf zijn lang en goed gespierd. De rug neigt naar het horizontale en is kort. Het kruis is rond en gespierd en een voortzetting van de natuurlijke verzamelde lijn. De staartinplant ligt en de staart moet tussen de billen kunnen vallen. De benen zijn relatief slank (onder de stevige massa) maar gespierd, droog en sober (opvallend goede raseigenschap is dat er zelden beenproblemen voorkomen, de paarden groeien op in heuvels op harde bodem). De hoeven zijn hard, fijn en recht. Staart en manen worden het liefst vol en lang gezien.
Stokmaat: gemiddelde hoogte merrie: 1.55 m, gemiddelde hoogte hengst: 1.60 m
Gewicht: Lusitano's wegen ongeveer 500 kg.
Kleur: meestal schimmel of bruin. Schimmelveulens worden bruin geboren. Zwart, palomino, valkkleur en vos zijn schaars. Bij de Lusitanos komt ook Isabel voor (koffieroomkleur met blauwe ogen). Witte hoge benen en een brede bles zijn niet geliefd, een sterretje of snibje gaat nog. Bont wordt niet opgenomen in het stamboek.
Deze tekst komt uit het informatieboekje van de Lusitano Vereniging Nederland. Secretariaat: Dorpsweg 112, 1676 GH Twisk, Nederland Tel 06 38241023, fax 0227 570640 info@lusitanovrienden.net
Verhalen en foto's van lezers van Paardentips Magazine
|