Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
22-02-2012
Blijft jouw pup alleen thuis?
Blijft jouw pup alleen thuis?
Een nieuwe pup in huis. Schattig! Maar om bij thuiskomst stukgebeten stoelen, vuile tapijten of kwade buren te vermijden kan je je nieuwe vriend best eerst wat trainen vooraleer je hem alleen laat.
1) Een jong hondje kan je niet aan zijn lot overlaten. Om het jezelf en je hond makkelijk te maken roep je best enkele opvoedingsregels in het leven. Begin met je pup alleen te laten slapen. Koop hem een nachtmandje, zodat hij het gewoon wordt om alleen te slapen. Als je hem in de kamer of bij jou laat slapen, is het moeilijk om die gewoonte daarna nog af te leren.
2) Als je van plan bent om weg te gaan, moet je je pup een half uur voor je vertrek negeren. Dit maakt de scheiding minder abrupt. Als hij nog jonger dan 5 maanden is, kun je hem een door jou gedragen kledingstuk geven: je geur zal hem geruststellen.
3) Doe niet te gek als je pup je half bespringt bij je thuiskomst. Laat het dier eerst rustig worden, daarna kan je je hond begroeten.
4) Na 4 tot 5 maanden zal je pup zich normaal gezien rustig bezighouden als je er niet bent en je bij je terugkomst op een 'rustige' manier begroeten.
5) Blijft je pup het toch lastig hebben om alleen te blijven? Gebruik dan een elektrische verspreider van feromonen. Deze stof wordt geleidelijk in de kamer verspreid en lijkt op de natuurlijke feromonen die door de moeder van je pup worden geproduceerd. Je hond zal er een pak rustiger door worden.
Je kat moet weg. Want je verhuist naar een woning waar geen huisdieren zijn toegelaten. Gelukkig heb je opvang voor je dieren gevonden. Bij een fijn gezin, vol goede zorgen. Maar daar hebben ze wel een tuin. Je binnenhuiskat zal dus de wijde wereld in moeten.
Stel, je leeft al jaren samen met Millie en Cabron. Twee heerlijke poezen die je in je huis in de stad elke avond opwachten. Maar ze gaan weg, naar een nieuw gezin. Een gezin met een tuin. Katten de vrijheid geven die altijd binnen hebben gewoond, is niet zonder risico's. Maar het is niet iets om over te panikeren. Meer nog: het loont op lange termijn de moeite. Je katten zullen er zich beter door voelen en ze krijgen ook veel meer bewegingsruimte. Deze manier van leven past immers veel beter bij hun behoeften. Je dieren kunnen nu op verkenning gaan, jagen en contact hebben met soortgenoten.
1) Voor je je kat laat kennismaken met het buitenleven, moet je haar wel beschermen tegen een aantal heel besmettelijke virussen die ze bij contact met soortgenoten kan oplopen. Als je kat nog nooit werd ingeënt, moet je eerst twee vaccinspuitjes laten zetten met een maand ertussenin. Dan pas is ze volledig beschermd.
2) Sterilisatie is ook absoluut nodig. Om de overbevolking van katten tegen te gaan en om haar te beschermen tegen het FIV-virus, daarvoor bestaat namelijk geen vaccin. Het virus wordt overgedragen via de voortplanting of via wonden door vechtpartijen. Ook bescherming tegen vlooien is aangeraden.
3) Ook handig is dat je kat duidelijk geïdentificeerd kan worden via een elektronische chip en een halsband met een plaatje waarop je telefoonnummer terug te vinden is. Zo is de kans kleiner dat je haar kwijtspeelt.
4) Voor je kat in haar nieuwe huis woont, moet je haar natuurlijk wel eerst naar haar nieuwe stek brengen. Makkelijker gezegd dan gedaan, want katten houden niet zo van reizen. Geef je kat ten minste drie uur voor de reis geen eten meer. Spuit op de binnenkant van het reismandje een half uur van tevoren wat synthetische feromonen die zich ook op het gezicht van je kat bevinden, de sprays zijn makkelijk te vinden in dierenzaken. Maak het reismandje goed vast met de gordel, zodat het ook niet te veel kan bewegen.
5) De nieuwe eigenaars houden de kat wel beter eerst een paar weken binnen om haar te laten wennen aan de nieuwe woning. Daarna kan ze zo veel buiten als ze wil, liefst via een kattenluikje. Dan kan ze terug naar binnen op een moment dat ze zelf kiest. 's Avonds sluit je beter het kattenluikje of de deur. Katten zijn in het donker immers minder goed zichtbaar voor automobilisten.
6) Forceer de nieuwe kat vooral niet. Zo beperk je de risico's van de pas verworven vrijheid. Laat haar maar haar gang gaan en draag ze ook niet zelf naar buiten, Als je kat beslist heeft om naar buiten te gaan, kun je haar beter met rust laten en haar zelf laten beslissen waar ze heen gaat.
7) Als de nieuwe kat naar buiten gaat, jaag je best de katten uit de buurt weg. De nieuwkomer kan zeker alle hulp gebruiken bij het 'veroveren' van haar nieuwe territorium. En zo zal je zien dat ook stadskatten op hun oude dag nog genieten van een tweede leven in het groen.
De vogels hebben zich minstens 150 miljoen jaar geleden ontwikkeld uit
reptielen.
Men onderscheidt momenteel ongeveer 8600 verschillende soorten vogels.
Vroeger zijn er nog veel meer vogels geweest, maar een groot aantal is
uitgestorven, of door natuurlijke oorzaken, of door de mens uitgeroeid.
De restanten van de oudste bekende vogel werden in 1861 gevonden in een
kalksteengroeve in Beieren.
Een tweede skelet ontdekte men in 1877, en bijna een eeuw later, in 1956, kwam
een derde te voorschijn.
Opmerkelijk was, dat alle binnen een afstand van circa 15 km uit elkaar lagen.
Men neemt aan dat de drie skeletten tot dezelfde soorten behoren, namelijk
Archaeopteryx lithographica, kortweg Archaeopteryx genoemd;
Ongeveer 150 miljoen jaar geleden moet dit dier daar geleefd hebben.
De vogel was ongeveer zo groot als een ekster, maar had tevens nog de kenmerken
van zijn voorvaders, de reptielen.
Hij had twintig verlengde staartwervels, drie scherpe klauwen aan elke vleugel
en tanden in de snavel.
Niettemin was het een vogel, want hij had een goed ontwikkeld vorkbeen, was
bedekt met veren, kon vliegen hoewel niet zo goed als de moderne vogels en
had vier tenen aan elke poot : drie naar voren en een naar achteren.
Hoe is een vogelveer opgebouwd ?
Als je een veer van dichtbij bekijkt, zul je merken dat de schacht van de
veer stijf is, maar toch erg soepel aan de punt.
Om door de lucht te kunnen manoeuvreren moet ze wel buigzaam zijn.
Verder bestaat de veer uit de vlag , die is samengesteld uit baarden, dit zijn
zijtakjes die dicht naast elkaar staan aan weerszijden van de schacht.
Leg je zon veer onder een microscoop, dan zie je dat zich aan elke baard
kleinere baardjes bevinden die op dezelfde manier aan de baarden zijn bevestigd
als de baarden aan de schacht.
Alle baardjes zijn voorzien van minuscule haakjes, die over de baardjes heen in
elkaar grijpen.
Op deze manier ontstaat een soepel, maar toch zeer sterk geheel.
Wat verstaat men onder "baltsen" ?
Onder baltsen wordt verstaan het hofmaken bij de vogels, waarbij vooral de
mannetjes de gunsten van de vrouwtjes op verschillende manieren trachten te
verwerven.
Sommige doen dit door een uitbundig, betoverend gezang te laten horen; andere
voeren fraaie staaltjes luchtacrobatiek uit, zoals bijvoorbeeld de kievit, maar
ook worden rituele dansen uitgevoerd of wordt gepronkt met het tonen van de
prachtigste verenpartijen; de roodborst met zijn rode borst, de vink met zijn
witte schouderepauletten, enz.
Ook een van de vele soorten vogels:
de heggemus
Wat zijn nestvlieders en wat zijn nestblijvers ?
Jonge vogels kan men indelen in twee groepen.
In de ene groep zijn de jongen bij de geboorte naakt (hoewel er een paar
uitzonderingen zijn), blind en volkomen hulpeloos.
Het enige wat zij zelf kunnen, is de snavel opensperren, d.i. bedelen om
voedsel, en hun uitwerpselen afscheiden.
Zij zijn volledig aangewezen op hun ouders, die voortdurend eten aansjouwen en
ze warm houden als het koud is.
Deze vogels die in onze tuinen broeden, zijn alle nestblijvers.
Een andere categorie is die, waarvan de jongen ter wereld komen in een dons- of
verenpakje en met geopende ogen.
Zodra ze goed en wel droog zijn, kunnen ze achter de ouders aan lopen en ze
zijn al heel spoedig in staat voor zichzelf te zorgen, hoewel de ouders in het
begin wel een oogje in het zeil houden en waarschuwen voor naderend gevaar.
Dat zijn de nestvlieders.
Kippen en eenden zijn nestvlieders.
Broeden alle vogels hun eieren zelf uit ?
Neen.
Je hoeft alleen maar te denken aan onze koekoek.
Het vrouwtje legt een ei in het nest van een zangvogeltje en kijkt er verder
niet meer naar om.
De zangvogel broedt het koekoeksei, tezamen met haar eigen legsel uit.
Zodra het koekoeksjong geboren is, begint het de eieren of jongen van de rechtmatige
eigenaars overboord te kieperen.
Vogels zoals de koekoek noemt men broedparasieten.
In het buitenland zijn er verscheidene vogelsoorten die hun eieren in andermans
nesten deponeren.
Ook de grootpoothoenders uit Australië en op de omringende eilanden broeden
niet zelf hun eieren uit.
Zij schrapen dode bladeren en dergelijke bij elkaar en maken op deze manier een
soort broedstoof, een broedmachine, waarin de warmte ontstaat door gisting
van de compost.
Andere leggen de eieren in een kuiltje in de zon, of leggen ze in rotsspleten,
waar overdag de zon op schijnt, terwijl s nachts de rotsen de warmte
vasthouden.
De geboren jongen zijn nestvlieders en zijn in staat voor zichzelf te zorgen,
zonder dat zijn hun ouders gekend hebben.
Hoe onstaat een ei ?
Een volwassen vogelvrouwtje heeft een eierstok, die wel iets weg heeft van
een miniatuur druiventros.
Naarmate de broedtijd nadert, worden de druifjes- de eitjes rijper en klaar
voor bevruchting.
Is dit geschied, dan passeren de eitjes beter gezegd de dooiers van de
eierstok naar de uitgang (cloaca) met bepaalde tussenpozen de bochtige ,
buisvormige eileider, waarin allerlei gebeurtenissen plaatsvinden.
Het begint met het eiwit, dat zich in lagen rond de dooier zet.
Daarrond worden later de dubbele eivliezen gevormd, die aan het stompe eind de
zogenaamde luchtkamer vormen en die je wel eens zult hebben opgemerkt als je
aan het ontbijt je kippeëitje oppeuzelde.
Daar omheen ontstaat de eigenlijke schaal, die uit drie verschillende lagen
bestaat.
Een volwassen vogelvrouwtje heeft een eierstok, die wel iets weg heeft van
een miniatuur druiventros.
Naarmate de broedtijd nadert, worden de druifjes- de eitjes rijper en klaar
voor bevruchting.
Is dit geschied, dan passeren de eitjes beter gezegd de dooiers van de
eierstok naar de uitgang (cloaca) met bepaalde tussenpozen de bochtige ,
buisvormige eileider, waarin allerlei gebeurtenissen plaatsvinden.
Het begint met het eiwit, dat zich in lagen rond de dooier zet.
Daarrond worden later de dubbele eivliezen gevormd, die aan het stompe eind de
zogenaamde luchtkamer vormen en die je wel eens zult hebben opgemerkt als je
aan het ontbijt je kippeëitje oppeuzelde.
Daar omheen ontstaat de eigenlijke schaal, die uit drie verschillende lagen
bestaat.
De ontwikkeling van het ei:
Een ei heeft een schaal, twee schaalvliezen, een gele dooier en daaromheen
eiwit.
Op de dooier bevindt zich een rood vlekje.
Dat is de kiemschijf.
Als een vogel het ei gaat bebroeden of wanneer het ei op een andere manier warm
wordt gehouden, begint het embryo - het organisme in zijn eerste
ontwikkelingsstadium na de bevruchting - te groeien.
Geleidelijk wordt alle eiwit door het embryo opgenomen en beginnen zich kleine
rode adertjes over de dooier te verspreiden.
In het rechtse ei, zie foto, is reeds te zien dat het embryo zich verder
ontwikkeld heeft.
Het embryo wordt alsmaar groter: het kopje, waarin de ogen zich ontwikkelen,
wordt zichtbaar.
De dooierzak is nog steeds aan de maag bevestigd.
Eindelijk is het zover, dat het jong uit de eierschaal kruipt.
Dat gebeurt door middel van het hoornen knobbeltje op de snavelpunt.
Hieronder: De ontwikkeling van het ei
Wat zijn eigenlijk broedplekken ?
Misschien denken jullie dat als een vogel op de eieren gaat zitten, deze
vanzelfsprekend worden bebroed.
Maar dat is niet zo!
Om de lichaamswarmte over te brengen naar de eieren, dienen deze in aanraking
te komen met de naakte huid van de broedende vogel (hoewel dit niet bij alle
soorten het geval is).
Daartoe hebben de meeste vogels kale delen op het onderlichaam, die ontstaan
door het uitvallen van sommige veren vooral donsveertjes.
Dit zijn de broedplekken.
De huid wordt er dunner, het vet verdwijnt vrijwel geheel en door een grotere
toevoer van bloed door de talrijke vaten, ontstaat er een hoge temperatuur.
Een vogel die zich te broeden zet, schudt zich eerst om de buik- en borstveren
uit te zetten en ze als het ware zo te rangschikken, dat de eieren in aanraking
kunnen komen met hun blote lichaam.
Als zowel het mannetje als het vrouwtje broeden, hebben beide zulke
broedplekken.
Wat is een ei-tand ?
Als een jonge vogel op het punt staat geboren te worden, wacht hem een
moeilijke opgave: hoe komt hij uit de schaal?
Gelukkig biedt de natuur hier de helpende hand.
Het jong beschikt namelijk over uitbreekgereedschap in de vorm van een
minuscuul beiteltje, een hoornachtig knobbeltje op de punt van de bovensnavel.
Dat is de eitand waarmee een gaatje in de schaal wordt geboord, en nog een en
nog een, tot er een ring ontstaat, die later een scheur wordt.
Zo vormt zich een los kapje.
Dan komt de laatste krachtinspanning: het jong duwt en duwt.
Tenslotte wijkt het kapje en is het jong vrij.
Na enige dagen valt de eitand af.
Houden vogels een winterslaap ?
Van tenminste èèn vogel is bekend dat hij een winterslaap houdt.
Dit werd pas ontdekt in 1946.
De natuuronderzoeker Dr. Edmund C. Jaeger vond, in gezelschap van twee
metgezellen, in een diepe rotsspleet een nachtzwaluw, waarvan men dacht dat hij
dood was.
Dit was in het Chuckawalla Gebergte in Zuidoost-Californië.
Plotseling opende de vogel èèn oog: hij leefde dus.
Vier opeenvolgende winters hield men dit fenomeen in de gaten en toen bleek dat
de vogel in een winter meer dan 80 dagen in rust bleef.
Men richtte een lichtstraal op de ogen, maar deze had geen uitwerking; een
spiegeltje werd voor de neusgaten gehouden, maar geen spoor van condensatie
viel te bemerken en de lichaamstemperatuur was niet 41°C, zoals ze normaal
hoort te zijn, maar slechts 18°C.
Zodra het lente werd, ontwaakte de vogel uit zijn slaap en vloog weg.
Deze vogel heet Nuttallnachtzwaluw.
Wat is het territorium van een vogel ?
Het territorium van een vogel is een gebied, dat door hem wordt verdedigd
tegen soortgenoten.
In vele gevallen houdt een territorium verband met het zoeken van een partner,
het bouwen van een nest en alles wat daar verder mee te maken heeft.
Het is dus min of meer een seizoenverschijnsel.
Een mannetje bakent een bepaald gebied af en geeft dit aan door vanop diverse
punten zogenaamde zangposten zijn liedje voor te dragen.
Hiermee wil het heertje aangeven, dat hij nog vrijgezel is en graag een
huwelijk wil sluiten , maar tevens een waarschuwing aan rivalen: Dit gebied is
bezet! Blijf er buiten of het wordt knokken geblazen!
Roodborstjes echter hebben ook buiten het broedseizoen een eigen territorium;
dat geldt zowel voor het mannetje als het vrouwtje en men neemt aan dat dit de
functie heeft van voedselgebied.
Prachtig zicht: ooievaars op hun nest
hoog in de lucht
Welke vogel legt de langste trekweg af ?
Dat is de Noorse stern, die ook in België en Nederland, zij het zeldzaam, broedt.
Hij lijkt zeer veel op een visdiefje, maar heeft geen zwarte punt aan de
bloedrode snavel.
Hij broedt noordelijk tot in het noordpoolgebied en verlaat dit als de zomer
ten einde loopt.
Hij vliegt dan zuidwaarts naar het zuidpoolgebied, waar het dan zomer is.
De afstand bedraagt circa 18000 km.
Aan het einde van de zuidpoolzomer aanvaardt hij de terugweg naar de
broedgronden in het hoge noorden.
De reis heeft een lengte van ca. 36000 km.
Waarom liggen de peervormige eieren van sommige weidevogels met de punten naar elkaar toe als de vogel gaat broeden ?
Als het vrouwtje van de kievit zich te broeden zet, dan zorgt ze dat de
punten altijd naar binnen wijzen.
Draai je ze om, zodat de punten naar buiten wijzen, dan legt de vogel ze prompt
weer in de oude stand terug, als hij (zij) op het nest terugkeert.
Hiervoor is een goede reden, we nemen een stukje ijzer- of koperdraad en buigen
dit tot een ringetje, dat precies rond de eieren past.
Vervolgens draaien we de eieren om, zodat de stompe uiteinden naar binnen zijn
gericht en zien dan , dat ze niet meer binnen het hoepeltje passen.
Je ziet dus dat de eieren zo meer ruimte innemen en dat de vogel ze minder goed
kan bedekken, waardoor er tenslotte meer broedingswarmte verloren gaat.
Wat betekenen uitdrukkingen als "dwaalgast" en "doortrekker" ?
Deze uitdrukkingen geven de wijze van voorkomen aan in Nederland en België.
Deze zijn gemaakt door de Commissie voor de Nederlandse Avifauna.
Het zijn:
dwaalgast: vogel die na 1900 niet meer dan 15 keer binnen onze grenzen is
waargenomen.
onregelmatige gast: niet in Nederland en België regelmatig voorkomende of
broedende vogel, welke sedert 1900 meer dan 15 maal bij ons is opgemerkt, maar
er niet ieder jaar voorkomt;
jaargast: regelmatig, gedurende het gehele jaar voorkomende vogel, welke niet
of slechts incidenteel in Nederland en België broedt;
doortrekkers: regelmatig in Nederland en België doortrekkende vogel, welke
buiten zijn trektijden niet of slechts incidenteel voorkomt;
wintergast: regelmatig in Nederland en België doortrekkende of overwinterende
vogel, welke buiten zijn trektijden in de zomer niet of slechts incidenteel bij
ons voorkomt;
zomervogel: regelmatige broedvogel, welke in de winter niet of slechts
incidenteel in Nederland en België voorkomt;
jaarvogel: regelmatige, dit is ieder jaar als zodanig voorkomende broedvogel,
welke als soort gedurende het gehele jaar in Nederland en België voorkomt.
Wat is een lijstersmidse ?
Lijsters bijvoorbeeld de zanglijster lusten graag wormen, maar ook
slakken.
De naakte slakken worden zonder meer naar binnen geschrokt, maar als zon beest
een huisje draagt, gaat de vogel anders te werk.
Hij zoekt namelijk een gemakkelijk aambeeld.
Dat kan een steen, een stuk hout of een ander hard materiaal zijn.
Op dit aambeeld slaat de lijster de slakkenhuizen stuk en hij gebruikt het
steeds weer.
In een dergelijke lijster-smidse kan men vaak tientallen kapotgeslagen
huisjes van tuinslakken aantreffen.
Nog een van de vele vogelsoorten: de
fuut
Waarom houden de meeste vogels hun nesten schoon ?
Een groot aantal vogels verwijdert de eierschalen, nadat de jongen zijn
uitgekomen.
De uitwerpselen van de jongen van vele zangvogels zijn in een vliesje verpakt.
De oude vogels brengen dit pakketje in de snavel weg of slikken het in.
Indien de uitwerpselen in het nest zouden blijven, zouden ze talloze parasieten
aantrekken, wat niet bepaald gezond is voor de jonge vogels.
Maar dat is niet het enige: de droge uitwerpselen, veelal licht van kleur, en
de lichte binnenkant van de eierschalen zouden tevens de plaats van het nest
verraden aan allerlei predatoren (rovers).
Bouwt een winterkoninkje maar één nest ?
Neen hoor, het winterkoninkje is een verwoed nestenbouwer!
De ronde nesten worden vervaardigd van doornbladeren, mossen, grassen, varens
en dergelijke.
De ingang bevindt zich aan de zijkant en is verstevigd met een vlechtwerkje van
diverse stengeltjes .
Maar lang niet alle bollen worden echte kinderkamers.
Als hij een paar woninkjes gereed heeft, nodigt hij een dametje uit ze te komen
inspecteren.
Is er een bij dat haar zint, dan wordt dat de eigenlijke woning, die door haar
verder wordt ingericht en gestoffeerd met zacht materiaal, vooral veertjes.
De overige bouwsels doen dienst als slaapnesten.
Wat is de grootste vogel en wat is de kleinste vogel ?
De grootste niet-vliegende vogel is de struisvogel.
Hij kan een hoogte bereiken van 2,70 m en een gewicht hebben van ongeveer 156
kg.
De zwaarste vliegende vogel is de knobbelzwaan, die soms meer dan 20 kg weegt,
wat dicht bij het maximum voor vliegende vogels ligt.
De grootste vleugelspanwijdte heeft de reuzenalbatros met 3,5 m, op de voet
gevolgd door de Andescondor, een enorme roofvogel, met 3,2 m.
De maraboe haalt 2,6 m, hoewel sommige auteurs zeggen dat deze spanwijdte
aanzienlijk groter is .
Uiteraard zijn de kolibries de allerkleinste vogeltjes.
Men onderscheidt ongeveer 320 soorten en men treft er zelfs een paar reuzen
onder aan, zoals de reuzenkolibrie, die voorkomt in het Andes Gebergte.
Deze wordt ruim 20 cm lang, waarvan de helft voor de staart.
De kleinste kolibrie en tevens het kleinste vogeltje ter wereld is de bijen- en
hommelkolibrie, een dwergje dat voorkomt op Cuba en maar 5 cm lang wordt, de
helft voor het lichaam, de andere helft voor de snavel en de staart.
De struisvogel is de grootste niet
vliegende vogelsoort
Wat zijn de schadelijkste vogels ter wereld ?
De roodbekwever (Quelea quelea) is waarschijnlijk de schadelijkste vogel.
In Afrika komt hij voor in enorme aantallen, waar hij zich te goed doet aan
allerlei granen.
Hij vormt voor de landbouwers dan ook een bedreiging!
Vaak breken takken van bomen als een zwerm van deze wevers erin neerstrijkt.
In één grote boom kunnen zich wel 6000 nesten bevinden.
Het aantal nesten in Afrika loopt in de miljoenen!
Waarom zijn bij de meeste vogelsoorten de mannetjes feller gekleurd dan de wijfjes ?
In het algemeen hebben vogels die op de grond leven, betere schutkleuren
nodig dan vogels die in de bomen leven.
Schutkleur betekent dat de vogel door zijn kleur in zijn omgeving nauwelijks
opvalt, zodat hij goed tegen zijn vijanden beschermd is .
Meteen kennen we één van de redenen waarom wijfjes minder fel gekleurd zijn dan
mannetjes: als ze broeden, mogen ze niet opvallen in hun omgeving.
Bij de meeste vogels broedt het mannetje niet, zodat hij felle kleuren mag
hebben.
Een andere reden voor de fellere kleuren van de mannetjes, is dat ze daardoor
meer aantrekkingskracht op de wijfjes hebben.
De allerkleinste vogel ter wereld: de
hommelkolibrie
Een thuis waar je met je gezin volop kan genieten, dat is
voor Belgen een must. Voor 57 procent hoort daar ook een huisdier bij. Meer
nog: 62 procent van de baasjes vindt dat zijn thuis niet compleet is zonder
zijn trouwe vriend.
De gegevens komen uit een rondvraag van ILIV, een
kenniscentrum dat het belang van een 'thuis' wil benadrukken. Kat & kip
Zo'n 57 procent van de mensen die zij ondervroegen, bleek een huisdier te
hebben. In de meeste gevallen gaat het om een kat (58 procent) of een hond (50
procent). Daarnaast zijn ook vissen (20 procent) en vogels (14 procent) vrij
populair. Konijnen (8 procent) en hamsters (3 procent) doen het iets minder
goed.
De overige 14 procent van de respondenten vatte het begrip iets ruimer op. Zij
beschouwden namelijk hun kippen, schapen of paarden ook als een huisdier. Vrouwen & kinderen
Sommige mensen lijken meer nood te hebben aan een trouwe vriend dan anderen. Zo
hebben Franstaligen (60 procent) iets vaker een huisdier dan Nederlandstaligen
(54 procent).
Ook vrouwen (63 procent) zijn meer geneigd om te bezwijken voor puppy-oogjes
dan mannen (50 procent). Daarnaast heeft ook de aanwezigheid van kinderen een
invloed.
Zo laat 66 procent van de mama's en papa's zich overtuigen door de inwonende
kinderen. Ter vergelijking: van de koppels zonder kinderen in huis, heeft 50
procent een huisdier. Huis & tuin
Verder heeft ook de woonomgeving een invloed. Zo zijn zijn stadsbewoners (46
procent) minder geneigd om een huisdier te nemen dan mensen op het platteland
(68 procent). Daar kunnen de dieren natuurlijk naar hartelust ravotten in de
tuin.
Ook mensen met een eigen woning (58 procent) vinden het iets gemakkelijker dan
huurders (51 procent) om een dier in huis te nemen. Eenzaam
Veel mensen beschouwen hun huisdier als hun beste vriend, die ervoor zorgt dat
ze niet eenzaam zijn. Voor 22 procent van de baasjes is hij of zij bepalend
voor het thuisgevoel.
Vooral alleenstaanden (67 procent) hebben nood aan de aanwezigheid van een
huisdier om zich ergens thuis te voelen. Mensen met een LAT-relatie (58
procent) vinden dat minder belangrijk.
Nog een verschil: één op vier laagopgeleiden vindt dat een huisdier bepalend is
voor een thuisgevoel, ten opzichte van 16 procent van de hoogopgeleiden. Compleet
Wat de eigen thuis betreft, stelde maar liefst 62 procent van de baasjes dat
die niet compleet zou zijn zonder zijn huisdier. 26 procent ging 'helemaal
akkoord' met deze stelling, 36 procent was 'eerder akkoord'.
Vooral jonge mensen kunnen hun huisdier niet meer missen. Van alle
ondervraagden die jonger waren dan 30, ging 71 procent namelijk akkoord met de
stelling. Voor de oudere leeftijdsgroepen draait het cijfer rond de 60 procent.
(lbs)
We weten al een tijdje dat chimpansees behoorlijk intelligent zijn en wie een hond heeft, zal ook kunnen beamen dat de trouwe viervoeters ons vaak goed begrijpen. Maar wie van beide is nu eigenlijk het slimst? Wetenschappers onderzochten het en de winnaar was... de hond.
Het brein van een chimpansee mag dan het meest op dat van de mens lijken, toch zouden honden wel eens slimmer kunnen zijn. Onderzoekers van het Max Planck Instituut in Leipzig onderzochten het met een eenvoudige test. Ze plaatsten twee herkenbare voorwerpen aan de andere kant van een ruimte en wezen vervolgens het object aan dat ze nodig hadden. De honden en chimpansees stonden met hun rug naar het doelwit toen ze de opdracht kregen het voorwerp te gaan halen.
Deze taak kan een kind op jonge leeftijd al uitvoeren, dus het mocht niet onmogelijk zijn voor een chimpansee. Toch slaagde geen enkele chimpansee erin het juiste voorwerp op regelmatige basis te gaan halen. Daarentegen bleek meer dan een kwart van de honden de opdracht wel te begrijpen. Volgens de wetenschappers heeft dat te maken met de manier waarop honden de communicatie met de mens kunnen vatten.
In een ander onderzoek versloegen de honden ook al eens de katten als ideale huisdier. In een reeks van elf tests haalden de honden het toen nipt met 6-5. (gb) (HLN)
Of de oren van je hond nu lang en hangerig zijn of kort en rechtopstaand, ze vergen speciale aandacht om zeker te zijn dat ze zuiver blijven en vrij van problemen. Oren produceren smeer, vangen vuil, er groeit haar in, houden vocht vast en kunnen makkelijk infecties oplopen wanneer ze worden genegeerd. Kijk elke dag de oren van je hond na. Als het dier gewoon is dat er naar zijn oren wordt gekeken, zal hij dit makkelijk toelaten wanneer de hondentrimmer of dierenarts ermee bezig is.
Hieronder vind je acht tips om de oren van je hond tip top in orde te houden:
Controleer de oren van je hond. Kijk goed na of er geen klitten zitten aan de buitenkant en ga na of er geen parasieten zitten, deze durven zich naar de oren van de hond te begeven. Aan de binnenkant zou er geen overdreven hoeveelheid oorsmeer mogen zitten of vuil. De oren dienen zuiver te zijn. Een beetje oorsmeer is normaal, zolang het maar geen excessieve hoeveelheden zijn of er rood-bruin uitziet of een raar geurtje heeft.
Ga na of er aan de binnenkant niet overdreven veel haar zit. Dit kan vuil, bacteriën en vocht vasthouden welke een oorinfectie veroorzaken. Als je wilt kan je de haren binnenin het oor trimmen.
Om het haar te trimmen trek je voorzichtig de oorflap plat over de schedel. Op deze manier worden delicate onderdelen van het oor afgesloten.
Voor honden met lang haar, pluk je de haren met je vingers. Pluk niet meer dan 1 à 2 haren tegelijk want dat kan pijnlijk zijn voor de hond. Je kan speciale trimtangetjes kopen in de handel om het haar te plukken.
Als het haar te kort is om te plukken of als je liever knipt dan plukt, kan je dit doen met een schaar. Kies echter wel een schaar met botte punt om verwondingen te voorkomen.
Je kan in de handel oorpoeders verkrijgen als je een hond hebt die snel oorinfecties opdoet.
Als het oor heel vuil is, kan je het voorzichtig van de schedel wegtrekken om het oorkanaal te openen en er een paar druppels oorspoelmiddel indoen of minerale olie. Masseer vervolgens de basis van het oor zodat het product het oorkanaal binnengaat. Hou het oor zeker een minuut dicht zodat het goed kan inwerken. Laat dan de hond zijn hoofd een aantal keer schudden zodat het oorsmeer of vuil loskomt. Controleer vervolgens opnieuw en verwijder het vuil met een doekje of een wattenstaafje. Ga nooit met een wattenstaafje het oor in, hiermee drukt u het vuil naar beneden waardoor het alleen maar moeilijker te verwijderen is. Dus enkel de oorschelp reinigen met wattenstaafje.
Voor honden met afhangende oren hou je best al het haar onder de oorholte en trim je de binnenkant van het oor. Dit verhoogt de luchtcirculatie in het oor en vermindert de kans op oorinfecties. bron; honden.be
Dieren op de weide tijdens de vrieskou: wat kan er?
Dieren op de weide tijdens de vrieskou: wat kan er?
Tijdens een koudegolf hebben mensen meer aandacht voor dieren in de weide. De Inspectiedienst Dierenwelzijn van de FOD Volksgezondheid heeft de afgelopen dagen heel wat ongeruste telefoontjes gekregen, vooral over schapen en paarden. Maar onder bepaalde voorwaarden kunnen sommige dieren gerust tijdens vriesweer op de weide blijven staan. Een woordje uitleg
Om dieren tijdens de vrieskou buiten te kunnen laten staan, moeten ze eerst en vooral in goede gezondheid verkeren. Ze mogen niet te mager zijn, want een laagje vet isoleert goed. Piepjonge maar ook oudere dieren horen niet thuis op een weide als het vriest. De dieren moeten een goede wintervacht hebben.
Vers drinkwater is onontbeerlijk. Het water moet regelmatig vervangen worden zodat het niet kan bevriezen. Voldoende voeding is nog belangrijker dan in normale omstandigheden. Hoe kouder het wordt, hoe hoger de energiebehoefte van het dier is. Bij -10°C verbruikt een dier al snel 35% meer energie.
Een schuilhok is nodig zodat de dieren op de weide zich kunnen beschermen tegen neerslag en wind en een droge ligplaats hebben. Wind doet de gevoelstemperatuur gevoelig dalen en vochtigheid zorgt voor een hoger energieverbruik bij de dieren.
Niet alle dieren zijn even geschikt om op de weide te staan tijdens vriesweer. Schapen en geiten zijn iets minder koudebestendig dan runderen en paarden en worden bij extreem lage temperaturen best binnengehaald.
Als u een probleem ondervindt met een dier op de weide, kunt u de Inspectiedienst Dierenwelzijn contacteren ( dierenwelzijn.gent@gezondheid.belgie.be ). Gezien de hoge werklast, vraagt de inspectiedienst om de situatie zo goed mogelijk te beoordelen voor u contact neemt. Een groot aantal klachten blijken na controle immers ongegrond en staan zo noodzakelijker controles in de weg.