Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
12-01-2007
Kijk hoe lief Bollie en Gizmo zijn voor kindjes
Natuurlijk altijd onder het toezicht van het vrouwtje !!!!
Ben jij wel eens in een land geweest waar je de taal helemaal niet van kende? En als je één woord kende, kon je dat woord dan herkennen in het verhaal dat een 'inboorling' op mitrailleursnelheid op je afvuurde? Hoe voelde dat? Zo ongeveer moet een hond zich continu voelen in onze mensenmaatschappij! Toch is stemgebruik binnen de communicatie met onze hond een belangrijk onderdeel, omdat wij mènsen zo gericht zijn op woorden. Wij kunnen er niet buiten, wij kunnen er maar moeilijk omheen denken. Gelukkig kunnen honden wel een paar losse woordjes <of beter gezegd: klanken> leren. Maar daarbij moeten we hem dan wel goed helpen.
<Commando's>
Aangezien de hond alleen maar klanken kan leren herkennen, moeten we bij het kiezen van een commando heel zorgvuldig te werk gaan en een aantal punten in de gaten houden:
Zo mag een commando niet te lang zijn, liefst één lettergreep, hooguit twee.
Het commando mag je niet al gebruiken voor een ander gedrag.
De uitspraak van het commando mag niet teveel lijken op dat van een ander commando. Zo levert "lig" een probleem op als je ook al "zit" gebruikt. De hond hoort het verschil niet goed genoeg.
Ook is je intonatie bij een commando belangrijk. Zit kan op minstens tien verschillende manieren gezegd worden: vrolijk, glimlachend, geconcentreerd, neutraal, boos, ongeduldig, als een of twee lettergrepen ("zìhit"), enz. Probeer je commando altijd op dezelfde manier uit te spreken - òf leer je hond bewust jouw verschillende uitspraken van zit. Een uiterst positieve Britse gedragsdeskundige liet zijn cursisten hun hond leren om op een bars of hard hierkom-commando te reageren. Waarom? Omdat mensen in noodsituaties zelden de tegenwoordigheid van geest hebben hun hond op vrolijke toon bij zich te roepen. En een vrolijk, uitnodigend "hier" klinkt voor een hond heel anders dan een panisch "hier".
Een neiging die wij als mens hebben als de hond de eerste (paar) keer niet luistert naar ons commando, is om het commando te herhalen, vaak steeds harder. Wat zou de gedachte zijn? Als de hond je de eerste keer niet hoort, hoort hij je misschien wel als je maar hard genoeg brult? Aangezien honden veel beter horen dan wij, is het veel waarschijnlijker dat je hond je niet begrijpt of heeft het even te druk heeft met andere zaken. Dan kun je beter daar maatregelen tegen nemen, bijvoorbeeld door een andere plek op te zoeken waar minder spannende dingen om je heen gebeuren, zodat je boodschap wèl tot hem doordringt. Een andere neiging die wij mensen hebben, is het commando steeds iets anders te zeggen, bijvoorbeeld "af", "ga af", "ga nou liggen", "kom op, ga af". Wat moet die hond nou doen: komen, opspringen, weggaan of liggen??? Soms proberen we de hond ook uit te leggen wat hij moet doen. In gesproken taal. Hier begrijpt een hond natuurlijk niets van. Als je iets in woorden wilt overbrengen bij je hond, moet je het taalgedeelte van je boodschap toch echt beperken tot wat hij kent en nodig heeft, en niets anders eromheen: het commando.
Als een hond zo slecht is in mensentaal, hoe komt het dan toch dat hij zoveel lijkt te begrijpen van wat je zegt? Dat heeft veel te maken met je manier van spreken èn met je lichaamstaal. Op dit laatste ga ik nu niet in. Over het eerste valt namelijk al aardig wat te vertellen. De manier van spreken kun je opsplitsen in toonhoogte, volume en stemgebruik.
<Toonhoogte>
Over toonhoogte zal je instructeur je tijdens de cursus vast al wel eens iets hebben verteld.
Hoge tonen vinden honden meestal wel leuk, en ze zijn dan ook goed te gebruiken voor het prijzen van de hond of om hem uit te nodigen om bij je te komen. Als je een hond prijst met een lage stem, lijkt het net of je gromt, zodat je hond niet merkt dat je blij met hem bent.
Een neutrale stem is vaak rustgevend voor een hond. Dit is ook een prima toonhoogte om de hond te prijzen als je een rustige oefening met hem doet die hij moet voortzetten, zoals de af of de blijf. Met een hoge, dus uitnodigende stem, vraag je je hond in zo'n situatie in feite om overeind te komen, ook al geef je op dat moment een commando dat hem het tegendeel vertelt: stemgebruik gaat voor de hond vòòr toongebruik.
Een lage stem associeert een hond al gauw met grommen. Een dergelijke stem is dus te gebruiken als jij je hond duidelijk wilt maken dat je afkeurt wat hij op dat moment doet. Als je "foei!" op hoge toon uitspreekt, denkt je hond dat jij hem prijst, al kent hij het woordje nog zo goed.
Wat ik vaak zie, is dat cursisten op dezelfde toon de hond prijzen en hun afkeuring laten blijken. En wat ik bij de honden dan altijd zie, is totale verwarring - of zelfs dat nog niet eens: ze begrijpen niet dat er iets te begrijpen valt, en blijven gewoon doen wat ze deden! Als je een hond altijd op dezelfde toon toespreekt, begrijpt hij nooit wanneer hij nou iets goed doet of wanneer hij iets fout doet. Hij begrijpt niet wat je hem probeert te vertellen. Dat is jammer, want met je stem kun je je hond veel duidelijk maken!
<Volume>
Veel mensen denken dat ze dominant overkomen als ze maar hard schreeuwen tegen hun hond. Als je echter naar een natuurlijke alphahond kijkt, zie je helemaal geen druk machogedoe. Je ziet vooral rust en kalmte, waardoor honden in een groep automatisch onder de indruk raken en tot rust komen. Ik heb ervaren hondeneigenaars meegemaakt die pas na de dood van hun ranghoogste hond merkten dat hij ranghoogste was - omdat de andere honden zich nu heel anders gedragen!
Schreeuwen is vooral opruiend voor een hond. Staat je hond op het punt om te gaan knokken, kàn het helpen de hond tegen te houden. MAAR... vaak werkt het juist als aanmoediging en doet jouw drukke gedoe juist de lont ontbranden!
Als de baas dikwijls schreeuwt en brult, went de hond eraan: "ach, zo brult hij altijd, waarom zou ik nu beter luisteren dan de andere keren dat hij zo brult - geeuw".
Schreeuwen brengt de hond ook geen respect voor je bij, hooguit angst (dat is zeer zeker iets anders!). Door de angst zal de hond bijvoorbeeld reageren met kalmerende signalen, zoals langzaam bewegen, in een grote boog komen, verstarren. Bij veel mensen wakkert dit gedrag hun woede alleen maar aan, omdat ze het zien als verzet. Dit is natuurlijk tegenovergestelde van wat de hond wil bereiken, maar weet hij veel, een hond kan nu eenmaal echt alleen maar op zijn eigen hondenmanier communiceren!
Iemand die rustig en kalm is, straalt ook bij mensen vaak meer leiderschap uit dan iemand die heel hard of druk praat en beweegt. Honden voelen dit zeker zo. Bovendien is schreeuwen naar een hond zelden nodig: honden horen immers vele malen beter dan wij. Het is een kwestie van je hond leren gehoorzamen op zachte commando's. Escaleer niet naar steeds harder het commando schreeuwen. Je herhaalt jezelf terwijl je een commando altijd maar 1x moet geven, je hond leert alleen maar 'tellen', jouw mate van irritatie inschatten, enz. Een veel betere taktiek is dat je ervoor zorgt dat je hond GRAAG naar je gefluisterde commando's luistert, omdat er dan iets geweldig leuks gebeurt! Zo hoef ik, sinds ik aan clickertraining doe, nog maar uiterst zelden een commando op harde toon te geven. Ik heb het gewoon niet meer nodig!
Er is een bijkomend voordeel van het rustig geven van commando's en aanwijzingen aan je hond. ALS je dan eens een keertje schreeuwt naar je hond, weet hij tenminste dat er iets bijzonders aan de hand is en richt hij zijn aandacht ook op je!
<Stemgebruik>
Behalve qua toonhoogte en volume kun je je stem op nog meer manieren gebruiken. Hieronder volgen een aantal voorbeelden en het effect dat dat kan hebben op je hond (en andere dieren).
Snel herhaalde, korte klanken, meestal op hoge toon, hebben vaak een opruiend effect op de hond, waardoor hij sneller zal gaan bewegen. Dit kan bijvoorbeeld heel gewenst zijn bij het hierkomen (ko' ko' ko' ko' kom!). Het 'hierkom'-signaal van de fluit bij de jacht komt hiermee perfect overeen. Beginnen jagers hierbij met 'fiet-fiet' (al een snelle herhaling), als de hond niet komt, escaleren ze het signaal met 'fiet-fiet, fiet-fiet, fiet-fiet'. Ook veel fokkers gebruiken dit fenomeen als ze hun puppy's voor het voeren roepen: "puppypuppypuppy". Het herhalen van een commando zoals ik hier aangeef, druist tegen alles in wat je bij de gehoorzaamheid leert: uiteindelijk stokstijf rechtop staan, recht naar de hond toegedraaid en hem met één enkel, kort commando roepen. Deze manier van je hond roepen is eigenlijk alleen geschikt voor wat ik 'dressuur' of 'sport' noem: je dier allerlei zaken perfect leren te doen op een minimum aan voor hem natuurlijk aansprekende signalen. Met een hond opvoeden heeft het minder te maken. Bij onze EG wordt zo'n manier van je hond roepen ook niet zo zwaar afgestraft (1, hooguit 2 punten), maar bij de hogere cursussen levert dit meer aftrek op. Bij behendigheid en flyball, waar je op zo'n beetje alle manieren met je hond mag communiceren als hij maar doet wat jij wilt, mag je deze vorm van hierroepen uiteraard wel gebruiken.
Langgerekte tonen, meestal op een neutrale toonhoogte, hebben vaak een rustgevend, kalmerend effect op de hond. Als mijn hond naast de fiets te snel loopt, vraag ik hem wat langzamer te lopen met rustige, langregekte tonen (ruuuuustig, hoooooomaaaar). Ook als je in andere situaties een dier kalm wilt hebben, bijvoorbeeld bij nagels knippen of oren schoonmaken, helpt een rustige, vloeiende, kalme manier praten met de hond, waarbij je liefst zelf ook diep en kalm blijft ademhalen.
Een korte, enkelvoudige, harde klank, meestal op een lage of neutrale toonhoogte, heeft vaak het effect een actief gedrag (bijvoorbeeld rennen) accuut af te stoppen. Als je hond bijvoorbeeld op een sloot afrent om erin te springen en je wilt dit niet, dan kun je hem vaak met een harde, korte toon afstoppen: "Ho!" of "Nee!" (Volg dit direct op met een vrolijk, uitnodigend "hier!" op een hoge toon als de hond inderdaad afremt en zich naar je toedraait).
<Samenvattend>
Voor honden is het vaak dus niet eens zo belangrijk wàt je zegt, maar het gaat meer om de manier waarop je het zegt. Als jij wilt dat bepaalde woorden (commando's) betekenis hebben voor de hond, gebruik dan altijd dezelfde woorden, spreek ze duidelijk en op normale of zelfs zachte toon uit. Als je variaties hebt in de manier waarop je een commando uitspreekt, leer jouw hond dan die verschillende uitspraken. Ga er niet vanuit dat hij het wel zal begrijpen. En bedenk op wat voor manier je je stem gebruikt bij het geven van een commando. Een laag "Kom hier!" heeft hoogstwaarschijnlijk niet tot gevolg dat je hond vrolijk naar je toe gehuppeld komt. En uit een "foei!" op hoge toon zal je hond echt niet begrijpen dat je boos bent.
Dit verhaal gaat uitsluitend over het gebruik van je stem, wat je je hond daarmee duidelijk kunt maken en hoe je zijn gedrag daarmee kunt beïnvloeden. Een ander belangrijk aspect van je communicatie met je hond is lichaamstaal. Daar kom ik een andere keer graag op terug.
Kan men zijn kat voorbereiden op de komst van een nieuwe baby? En hoe doet men dat dan het beste?
Antwoord:
Helaas is er over het gedrag van katten nog lang niet zoveel bekend als over het gedrag bij honden. Katten zijn vaak veel gemakkelijker in het accepteren van een baby als nieuwe huisgenoot dan honden.
Je zou bijvoorbeeld de kat alvast kunnen laten wennen door huilgeluidjes af te spelen in huis, hem kennis te laten maken met de babykamer en de wieg, al twijfel ik aan de noodzaak hiervan.
Wel is het belangrijk om de baby en de kat niet onbewaakt bij elkaar te laten. In z'n onschuld kan de baby de staart van de kat grijpen of in de ogen prikken, wat een verdedigende krab of beet van de kat ten gevolg kan hebben.
Ook kan de moeder of vader, als ze/hij met de baby de kamer inkomt, de kat een kattensnoepje geven. Dit maakt dat de kat het als fijn ervaart als de baby de kamer binnenkomt.
Niet iedere hond zal een nieuwgeborene in het gezin hartelijk verwelkomen. Eén en ander is afhankelijk van het karakter van de hond, zijn (gebrek aan) ervaringen met babys tot nu toe, van het nemen van voorbereidende maatregelen en van de begeleiding van de hond.
Hoewel de reactie van een bepaalde hond op een baby in het gezin nooit 100% voorspelbaar is, is door middel van wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat honden met (een aantal van) de volgende eigenschappen extra risicovol zijn wanneer het gaat om hun reactie op een nieuwgeborene:
Honden die als jonge pup geen en op latere leeftijd geen of weinig contact hebben gehad met babys
Honden die wel contact hebben gehad met babys, maar door dit contact erg opgewonden raakten
Honden die snel "jaloers" reageren wanneer hun eigenaar aandacht besteedt aan een ander
Honden die in algemene zin de neiging hebben relatief snel agressie te vertonen
Honden die een hoge jacht- en buitdrift hebben (bijvoorbeeld jagen op en willen doden van vogels, kleinvee, wild e.d.)
Wanneer u een baby verwacht en er is al een hond in uw gezin, dan kunt u wel een aantal maatregelen nemen om de kans op ongelukken te verkleinen. Zorg allereerst dat uw hond zeer goed onder appèl staat, dat wil zeggen dat hij onmiddellijk gehoorzaamt aan de commandos ZIT, AF, HIER en LOS. De hond moet op uw commando AF (of PLAATS) ook lange tijd kunnen blijven liggen.
Wanneer u dit regelmatig oefent en toepast, al vóór de geboorte van de baby, dan is uw hond er al aan gewend dat hij soms naar zijn plaats wordt gestuurd en dat er dan langere tijd geen aandacht aan hem geschonken wordt, terwijl hij moet blijven liggen. Wanneer u uw handen vol heeft aan de baby, dan kan dit natuurlijk goed van pas komen..
Eventueel kunt u als "plaats" van de hond een kamerkennel (bench) gebruiken, deze kan worden afgesloten zodat u wanneer de hond in de afgesloten kennel ligt, veilig even uw aandacht kunt laten verslappen. Ook hier is het heel belangrijk de hond voortijdig en op een positieve manier aan de kennel te wennen, zodat de hond niet de negatieve associatie kan leggen tussen de komst van de baby en de beperking van zijn vrijheid!
Naast het, indien nodig, verbeteren van het algemene appèl op de hond en het trainen van het naar de plaats (kennel) sturen van de hond, kunt u van te voren bedenken of er dingen zijn die de hond nu wél mag en straks als de baby er is niet meer. Bijvoorbeeld: hij mag nu altijd bij u op schoot springen, hij mag nu in de babykamer komen en als de baby er is wilt u dat niet meer. Als zulke veranderingen voorspelbaar zijn, doet u er heel goed aan om ook die veranderingen al door te voeren ruim vóór de geboorte van het kind. Ook hier geldt dat wanneer de hond de (voor hem negatieve) veranderingen koppelt aan de komst van de baby, dit zijn houding ten opzichte van het kind natuurlijk niet ten goede komt. Wanneer u gewend bent de hond nu de hele dag door aandacht te geven, bouw dan deze relatie van voortdurende aandacht en afhankelijkheid (hoe moeilijk ook) geleidelijk wat af. Leer de hond om ontspannen alleen te kunnen zijn en zich ook in zijn eentje een tijdje te kunnen vermaken.
Zorg dat u bij de eerste ontmoeting van baby en de hond zo ontspannen mogelijk bent, dit zal de hond als positief aanvoelen. Wanneer de baby er eenmaal is, kunt u de hond leren de aanwezigheid van de baby te zien als iets positiefs door ervoor te zorgen dat de hond juist op de momenten dat de baby ook aanwezig is, positieve aandacht krijgt. Hoewel het natuurlijk praktischer zou zijn de hond juist aandacht te geven wanneer de baby slaapt en hem te negeren wanneer de baby bij u aanwezig is, kan dit een zeer negatieve invloed hebben op de houding van de hond jegens de baby! Ook bij de komst van kraamvisite kunt u de visite vragen de hond vooral niet te vergeten, zeker in het geval van mensen die de hond vóór de komst van de baby altijd alle aandacht gaven. Men kan ook de tijd dat de moeder en kind nog niet thuis zijn, zo nu en dan een luier meebrengen en deze door de hond laten besnuffelen, ook vuile kledij van de baby de hond eens laten besnuffelen, zo kent de hond na een tijdje ook de geur van het kindje. Toch steeds alert blijven, dat is de les die men steeds moet volhouden
Als u van dansen houdt en u hebt een hond die zin heeft om dit tijdverdrijf met u te delen, kunt u zich vandaag aansluiten bij de fans van het dog dancing , een nieuwe sportdiscipline voor alle honden en hun baasjes.
Dogdancing
Dogdancing ontstond een tiental jaren geleden in de Verenigde Staten en bestaat erin dat u een choreografie ontwikkelt op een stuk muziek naar keuze en uw hond danspasjes rond u leert uitvoeren op het ritme van de muziek. Dat leerproces omvat een mix van gehoorzaamheid, spel en artistieke dans . Als hondlief in de maat danst en de choreografie correct uitvoert, wordt hij telkens beloond met een snoepje. In de loop der jaren is dogdancing ook over de grenzen bekend geworden en vandaag wordt het beoefend door tal van honden en hondeneigenaars over de hele wereld. De Engelsen, Australiërs, Japanners, Duitsers, Nederlanders, Belgen, Fransen, allemaal hebben ze hun eigen clubs voor dogdancing gesticht. Dat succes is te verklaren door het feit dat dogdancing openstaat voor alle honden en hun baasjes, ongeacht hun ras, leeftijd, fysieke conditie en eventuele handicaps. Dogdancing is ook best betaalbaar. De enige investering die u moet voorzien is tijd en een stevige dosis creativiteit.
Heelwork to music en canine freestyle
Dogdancing is onder te verdelen in twee types van disciplines. Bij "canine freestyle" is de afstand tussen de hondeneigenaar en zijn hond niet vastgelegd. Honden die niet gewend zijn om naast hun baasje te stappen, zullen zich in deze versie beter op hun gemak voelen. Het tweede type, dat in de Angelsaksische landen "Heelwork to music" wordt genoemd, onderscheidt zich daarvan doordat de hond verplicht op een afstand van maximum 1,30 m van zijn baasje moet blijven. Dit type is dan ook beter geschikt voor honden die geleerd hebben om netjes naast hun baasje te lopen. Als u belangstelling hebt voor een van deze disciplines, kunt u er zich bij u thuis in trainen met behulp van een dvd of een video. Sommige hondenscholen geven ook lessen in « dogdancing ». De eerste officiële vereniging van dogdancing was de WCFO (World Canine Freestyle Organisation) in de Verenigde Staten, maar intussen zijn er ook in veel andere landen dansclubs, onder meer in België. België heeft niet minder dan 5 scholen voor dogdancing, de meeste bevinden zich in Vlaanderen.
Dogdancing in competitie
Als u van competitie houdt en u wilt graag een nummertje ten beste geven voor een publiek, kunt u zich inschrijven voor de wedstrijden die georganiseerd worden door de clubs hier in België. Er bestaan ook wereldkampioenschappen, maar die vinden vaak plaats via videovoorstellingen, als gevolg van de beperkingen die in de verschillende landen gelden inzake bezoek en invoer van honden . De competities vinden gewoonlijk plaats op een danspiste van 12 op 32 meter en de duur van de voorstellingen schommelt tussen 1,30 en 4 minuten. De kandidaten worden gequoteerd op de artistieke kwaliteit van de uitvoering, de volgzaamheid van de hond en de tenues. Als u over teamgeest beschikt, kun u meedoen in de categorie voor teams, samen met verschillende andere hondenbaasjes en honden .
Een lapjeskat is een kat die wordt gekenmerkt door een vacht met drie kleuren: wit, ros en zwart. Deze kleuren kunnen als grotere vlekken optreden, en de vacht van de kat ziet er dan uit als een soort lappendeken. Ook fijnere verdelingen komen voor, waardoor de kleuren bijna een menging vormen.
Kleurgenen
De kleur wit wordt door een bepaald gen veroorzaakt dat ervoor zorgt dat katten witte haren, vaak tot vlekken geconcentreerd, in hun vacht hebben. Waar dit gen niet actief is, wordt een kleur waargenomen.
Er bestaat echter geen gen dat codeert voor drie kleuren tegelijk: wit, zwart en ros. Wel bestaat er een gen dat de keuze voor ros (een geelachtig rood) bepaalt, en een gen dat kiest voor zwart. Deze genen zijn gekoppeld aan het X- chromosoom . Vrouwtjes hebben van dit X-chromosoom twee exemplaren, en dit verklaart waardoor de twee kleuren ros en zwart naast elkaar voorkomen. In het katten embryo wordt na verloop van tijd van ieder paar X-chromosomen er één inactief; het actieve chromosoom bepaalt nu de kleur.
Lapjeskat
Deze kleurfactoren zullen vaak geclusterd optreden; vele gelijksoortige chromosomen naast elkaar veroorzaken dan een kleurvlek, hetzij zwart, hetzij ros.
Geslacht
Lapjeskatten zijn vrijwel altijd vrouwelijk; ze hebben immers twee X-chromosomen nodig. Toch is 10% van de lapjeskatten mannelijk. Dit wordt veroorzaakt door erfelijke afwijkingen , en zo'n mannelijk exemplaar is vaak onvruchtbaar.