Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
12-01-2007
Kijk hoe lief Bollie en Gizmo zijn voor kindjes
Natuurlijk altijd onder het toezicht van het vrouwtje !!!!
Ben jij wel eens in een land geweest waar je de taal helemaal niet van kende? En als je één woord kende, kon je dat woord dan herkennen in het verhaal dat een 'inboorling' op mitrailleursnelheid op je afvuurde? Hoe voelde dat? Zo ongeveer moet een hond zich continu voelen in onze mensenmaatschappij! Toch is stemgebruik binnen de communicatie met onze hond een belangrijk onderdeel, omdat wij mènsen zo gericht zijn op woorden. Wij kunnen er niet buiten, wij kunnen er maar moeilijk omheen denken. Gelukkig kunnen honden wel een paar losse woordjes <of beter gezegd: klanken> leren. Maar daarbij moeten we hem dan wel goed helpen.
<Commando's>
Aangezien de hond alleen maar klanken kan leren herkennen, moeten we bij het kiezen van een commando heel zorgvuldig te werk gaan en een aantal punten in de gaten houden:
Zo mag een commando niet te lang zijn, liefst één lettergreep, hooguit twee.
Het commando mag je niet al gebruiken voor een ander gedrag.
De uitspraak van het commando mag niet teveel lijken op dat van een ander commando. Zo levert "lig" een probleem op als je ook al "zit" gebruikt. De hond hoort het verschil niet goed genoeg.
Ook is je intonatie bij een commando belangrijk. Zit kan op minstens tien verschillende manieren gezegd worden: vrolijk, glimlachend, geconcentreerd, neutraal, boos, ongeduldig, als een of twee lettergrepen ("zìhit"), enz. Probeer je commando altijd op dezelfde manier uit te spreken - òf leer je hond bewust jouw verschillende uitspraken van zit. Een uiterst positieve Britse gedragsdeskundige liet zijn cursisten hun hond leren om op een bars of hard hierkom-commando te reageren. Waarom? Omdat mensen in noodsituaties zelden de tegenwoordigheid van geest hebben hun hond op vrolijke toon bij zich te roepen. En een vrolijk, uitnodigend "hier" klinkt voor een hond heel anders dan een panisch "hier".
Een neiging die wij als mens hebben als de hond de eerste (paar) keer niet luistert naar ons commando, is om het commando te herhalen, vaak steeds harder. Wat zou de gedachte zijn? Als de hond je de eerste keer niet hoort, hoort hij je misschien wel als je maar hard genoeg brult? Aangezien honden veel beter horen dan wij, is het veel waarschijnlijker dat je hond je niet begrijpt of heeft het even te druk heeft met andere zaken. Dan kun je beter daar maatregelen tegen nemen, bijvoorbeeld door een andere plek op te zoeken waar minder spannende dingen om je heen gebeuren, zodat je boodschap wèl tot hem doordringt. Een andere neiging die wij mensen hebben, is het commando steeds iets anders te zeggen, bijvoorbeeld "af", "ga af", "ga nou liggen", "kom op, ga af". Wat moet die hond nou doen: komen, opspringen, weggaan of liggen??? Soms proberen we de hond ook uit te leggen wat hij moet doen. In gesproken taal. Hier begrijpt een hond natuurlijk niets van. Als je iets in woorden wilt overbrengen bij je hond, moet je het taalgedeelte van je boodschap toch echt beperken tot wat hij kent en nodig heeft, en niets anders eromheen: het commando.
Als een hond zo slecht is in mensentaal, hoe komt het dan toch dat hij zoveel lijkt te begrijpen van wat je zegt? Dat heeft veel te maken met je manier van spreken èn met je lichaamstaal. Op dit laatste ga ik nu niet in. Over het eerste valt namelijk al aardig wat te vertellen. De manier van spreken kun je opsplitsen in toonhoogte, volume en stemgebruik.
<Toonhoogte>
Over toonhoogte zal je instructeur je tijdens de cursus vast al wel eens iets hebben verteld.
Hoge tonen vinden honden meestal wel leuk, en ze zijn dan ook goed te gebruiken voor het prijzen van de hond of om hem uit te nodigen om bij je te komen. Als je een hond prijst met een lage stem, lijkt het net of je gromt, zodat je hond niet merkt dat je blij met hem bent.
Een neutrale stem is vaak rustgevend voor een hond. Dit is ook een prima toonhoogte om de hond te prijzen als je een rustige oefening met hem doet die hij moet voortzetten, zoals de af of de blijf. Met een hoge, dus uitnodigende stem, vraag je je hond in zo'n situatie in feite om overeind te komen, ook al geef je op dat moment een commando dat hem het tegendeel vertelt: stemgebruik gaat voor de hond vòòr toongebruik.
Een lage stem associeert een hond al gauw met grommen. Een dergelijke stem is dus te gebruiken als jij je hond duidelijk wilt maken dat je afkeurt wat hij op dat moment doet. Als je "foei!" op hoge toon uitspreekt, denkt je hond dat jij hem prijst, al kent hij het woordje nog zo goed.
Wat ik vaak zie, is dat cursisten op dezelfde toon de hond prijzen en hun afkeuring laten blijken. En wat ik bij de honden dan altijd zie, is totale verwarring - of zelfs dat nog niet eens: ze begrijpen niet dat er iets te begrijpen valt, en blijven gewoon doen wat ze deden! Als je een hond altijd op dezelfde toon toespreekt, begrijpt hij nooit wanneer hij nou iets goed doet of wanneer hij iets fout doet. Hij begrijpt niet wat je hem probeert te vertellen. Dat is jammer, want met je stem kun je je hond veel duidelijk maken!
<Volume>
Veel mensen denken dat ze dominant overkomen als ze maar hard schreeuwen tegen hun hond. Als je echter naar een natuurlijke alphahond kijkt, zie je helemaal geen druk machogedoe. Je ziet vooral rust en kalmte, waardoor honden in een groep automatisch onder de indruk raken en tot rust komen. Ik heb ervaren hondeneigenaars meegemaakt die pas na de dood van hun ranghoogste hond merkten dat hij ranghoogste was - omdat de andere honden zich nu heel anders gedragen!
Schreeuwen is vooral opruiend voor een hond. Staat je hond op het punt om te gaan knokken, kàn het helpen de hond tegen te houden. MAAR... vaak werkt het juist als aanmoediging en doet jouw drukke gedoe juist de lont ontbranden!
Als de baas dikwijls schreeuwt en brult, went de hond eraan: "ach, zo brult hij altijd, waarom zou ik nu beter luisteren dan de andere keren dat hij zo brult - geeuw".
Schreeuwen brengt de hond ook geen respect voor je bij, hooguit angst (dat is zeer zeker iets anders!). Door de angst zal de hond bijvoorbeeld reageren met kalmerende signalen, zoals langzaam bewegen, in een grote boog komen, verstarren. Bij veel mensen wakkert dit gedrag hun woede alleen maar aan, omdat ze het zien als verzet. Dit is natuurlijk tegenovergestelde van wat de hond wil bereiken, maar weet hij veel, een hond kan nu eenmaal echt alleen maar op zijn eigen hondenmanier communiceren!
Iemand die rustig en kalm is, straalt ook bij mensen vaak meer leiderschap uit dan iemand die heel hard of druk praat en beweegt. Honden voelen dit zeker zo. Bovendien is schreeuwen naar een hond zelden nodig: honden horen immers vele malen beter dan wij. Het is een kwestie van je hond leren gehoorzamen op zachte commando's. Escaleer niet naar steeds harder het commando schreeuwen. Je herhaalt jezelf terwijl je een commando altijd maar 1x moet geven, je hond leert alleen maar 'tellen', jouw mate van irritatie inschatten, enz. Een veel betere taktiek is dat je ervoor zorgt dat je hond GRAAG naar je gefluisterde commando's luistert, omdat er dan iets geweldig leuks gebeurt! Zo hoef ik, sinds ik aan clickertraining doe, nog maar uiterst zelden een commando op harde toon te geven. Ik heb het gewoon niet meer nodig!
Er is een bijkomend voordeel van het rustig geven van commando's en aanwijzingen aan je hond. ALS je dan eens een keertje schreeuwt naar je hond, weet hij tenminste dat er iets bijzonders aan de hand is en richt hij zijn aandacht ook op je!
<Stemgebruik>
Behalve qua toonhoogte en volume kun je je stem op nog meer manieren gebruiken. Hieronder volgen een aantal voorbeelden en het effect dat dat kan hebben op je hond (en andere dieren).
Snel herhaalde, korte klanken, meestal op hoge toon, hebben vaak een opruiend effect op de hond, waardoor hij sneller zal gaan bewegen. Dit kan bijvoorbeeld heel gewenst zijn bij het hierkomen (ko' ko' ko' ko' kom!). Het 'hierkom'-signaal van de fluit bij de jacht komt hiermee perfect overeen. Beginnen jagers hierbij met 'fiet-fiet' (al een snelle herhaling), als de hond niet komt, escaleren ze het signaal met 'fiet-fiet, fiet-fiet, fiet-fiet'. Ook veel fokkers gebruiken dit fenomeen als ze hun puppy's voor het voeren roepen: "puppypuppypuppy". Het herhalen van een commando zoals ik hier aangeef, druist tegen alles in wat je bij de gehoorzaamheid leert: uiteindelijk stokstijf rechtop staan, recht naar de hond toegedraaid en hem met één enkel, kort commando roepen. Deze manier van je hond roepen is eigenlijk alleen geschikt voor wat ik 'dressuur' of 'sport' noem: je dier allerlei zaken perfect leren te doen op een minimum aan voor hem natuurlijk aansprekende signalen. Met een hond opvoeden heeft het minder te maken. Bij onze EG wordt zo'n manier van je hond roepen ook niet zo zwaar afgestraft (1, hooguit 2 punten), maar bij de hogere cursussen levert dit meer aftrek op. Bij behendigheid en flyball, waar je op zo'n beetje alle manieren met je hond mag communiceren als hij maar doet wat jij wilt, mag je deze vorm van hierroepen uiteraard wel gebruiken.
Langgerekte tonen, meestal op een neutrale toonhoogte, hebben vaak een rustgevend, kalmerend effect op de hond. Als mijn hond naast de fiets te snel loopt, vraag ik hem wat langzamer te lopen met rustige, langregekte tonen (ruuuuustig, hoooooomaaaar). Ook als je in andere situaties een dier kalm wilt hebben, bijvoorbeeld bij nagels knippen of oren schoonmaken, helpt een rustige, vloeiende, kalme manier praten met de hond, waarbij je liefst zelf ook diep en kalm blijft ademhalen.
Een korte, enkelvoudige, harde klank, meestal op een lage of neutrale toonhoogte, heeft vaak het effect een actief gedrag (bijvoorbeeld rennen) accuut af te stoppen. Als je hond bijvoorbeeld op een sloot afrent om erin te springen en je wilt dit niet, dan kun je hem vaak met een harde, korte toon afstoppen: "Ho!" of "Nee!" (Volg dit direct op met een vrolijk, uitnodigend "hier!" op een hoge toon als de hond inderdaad afremt en zich naar je toedraait).
<Samenvattend>
Voor honden is het vaak dus niet eens zo belangrijk wàt je zegt, maar het gaat meer om de manier waarop je het zegt. Als jij wilt dat bepaalde woorden (commando's) betekenis hebben voor de hond, gebruik dan altijd dezelfde woorden, spreek ze duidelijk en op normale of zelfs zachte toon uit. Als je variaties hebt in de manier waarop je een commando uitspreekt, leer jouw hond dan die verschillende uitspraken. Ga er niet vanuit dat hij het wel zal begrijpen. En bedenk op wat voor manier je je stem gebruikt bij het geven van een commando. Een laag "Kom hier!" heeft hoogstwaarschijnlijk niet tot gevolg dat je hond vrolijk naar je toe gehuppeld komt. En uit een "foei!" op hoge toon zal je hond echt niet begrijpen dat je boos bent.
Dit verhaal gaat uitsluitend over het gebruik van je stem, wat je je hond daarmee duidelijk kunt maken en hoe je zijn gedrag daarmee kunt beïnvloeden. Een ander belangrijk aspect van je communicatie met je hond is lichaamstaal. Daar kom ik een andere keer graag op terug.
Kan men zijn kat voorbereiden op de komst van een nieuwe baby? En hoe doet men dat dan het beste?
Antwoord:
Helaas is er over het gedrag van katten nog lang niet zoveel bekend als over het gedrag bij honden. Katten zijn vaak veel gemakkelijker in het accepteren van een baby als nieuwe huisgenoot dan honden.
Je zou bijvoorbeeld de kat alvast kunnen laten wennen door huilgeluidjes af te spelen in huis, hem kennis te laten maken met de babykamer en de wieg, al twijfel ik aan de noodzaak hiervan.
Wel is het belangrijk om de baby en de kat niet onbewaakt bij elkaar te laten. In z'n onschuld kan de baby de staart van de kat grijpen of in de ogen prikken, wat een verdedigende krab of beet van de kat ten gevolg kan hebben.
Ook kan de moeder of vader, als ze/hij met de baby de kamer inkomt, de kat een kattensnoepje geven. Dit maakt dat de kat het als fijn ervaart als de baby de kamer binnenkomt.
Niet iedere hond zal een nieuwgeborene in het gezin hartelijk verwelkomen. Eén en ander is afhankelijk van het karakter van de hond, zijn (gebrek aan) ervaringen met babys tot nu toe, van het nemen van voorbereidende maatregelen en van de begeleiding van de hond.
Hoewel de reactie van een bepaalde hond op een baby in het gezin nooit 100% voorspelbaar is, is door middel van wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat honden met (een aantal van) de volgende eigenschappen extra risicovol zijn wanneer het gaat om hun reactie op een nieuwgeborene:
Honden die als jonge pup geen en op latere leeftijd geen of weinig contact hebben gehad met babys
Honden die wel contact hebben gehad met babys, maar door dit contact erg opgewonden raakten
Honden die snel "jaloers" reageren wanneer hun eigenaar aandacht besteedt aan een ander
Honden die in algemene zin de neiging hebben relatief snel agressie te vertonen
Honden die een hoge jacht- en buitdrift hebben (bijvoorbeeld jagen op en willen doden van vogels, kleinvee, wild e.d.)
Wanneer u een baby verwacht en er is al een hond in uw gezin, dan kunt u wel een aantal maatregelen nemen om de kans op ongelukken te verkleinen. Zorg allereerst dat uw hond zeer goed onder appèl staat, dat wil zeggen dat hij onmiddellijk gehoorzaamt aan de commandos ZIT, AF, HIER en LOS. De hond moet op uw commando AF (of PLAATS) ook lange tijd kunnen blijven liggen.
Wanneer u dit regelmatig oefent en toepast, al vóór de geboorte van de baby, dan is uw hond er al aan gewend dat hij soms naar zijn plaats wordt gestuurd en dat er dan langere tijd geen aandacht aan hem geschonken wordt, terwijl hij moet blijven liggen. Wanneer u uw handen vol heeft aan de baby, dan kan dit natuurlijk goed van pas komen..
Eventueel kunt u als "plaats" van de hond een kamerkennel (bench) gebruiken, deze kan worden afgesloten zodat u wanneer de hond in de afgesloten kennel ligt, veilig even uw aandacht kunt laten verslappen. Ook hier is het heel belangrijk de hond voortijdig en op een positieve manier aan de kennel te wennen, zodat de hond niet de negatieve associatie kan leggen tussen de komst van de baby en de beperking van zijn vrijheid!
Naast het, indien nodig, verbeteren van het algemene appèl op de hond en het trainen van het naar de plaats (kennel) sturen van de hond, kunt u van te voren bedenken of er dingen zijn die de hond nu wél mag en straks als de baby er is niet meer. Bijvoorbeeld: hij mag nu altijd bij u op schoot springen, hij mag nu in de babykamer komen en als de baby er is wilt u dat niet meer. Als zulke veranderingen voorspelbaar zijn, doet u er heel goed aan om ook die veranderingen al door te voeren ruim vóór de geboorte van het kind. Ook hier geldt dat wanneer de hond de (voor hem negatieve) veranderingen koppelt aan de komst van de baby, dit zijn houding ten opzichte van het kind natuurlijk niet ten goede komt. Wanneer u gewend bent de hond nu de hele dag door aandacht te geven, bouw dan deze relatie van voortdurende aandacht en afhankelijkheid (hoe moeilijk ook) geleidelijk wat af. Leer de hond om ontspannen alleen te kunnen zijn en zich ook in zijn eentje een tijdje te kunnen vermaken.
Zorg dat u bij de eerste ontmoeting van baby en de hond zo ontspannen mogelijk bent, dit zal de hond als positief aanvoelen. Wanneer de baby er eenmaal is, kunt u de hond leren de aanwezigheid van de baby te zien als iets positiefs door ervoor te zorgen dat de hond juist op de momenten dat de baby ook aanwezig is, positieve aandacht krijgt. Hoewel het natuurlijk praktischer zou zijn de hond juist aandacht te geven wanneer de baby slaapt en hem te negeren wanneer de baby bij u aanwezig is, kan dit een zeer negatieve invloed hebben op de houding van de hond jegens de baby! Ook bij de komst van kraamvisite kunt u de visite vragen de hond vooral niet te vergeten, zeker in het geval van mensen die de hond vóór de komst van de baby altijd alle aandacht gaven. Men kan ook de tijd dat de moeder en kind nog niet thuis zijn, zo nu en dan een luier meebrengen en deze door de hond laten besnuffelen, ook vuile kledij van de baby de hond eens laten besnuffelen, zo kent de hond na een tijdje ook de geur van het kindje. Toch steeds alert blijven, dat is de les die men steeds moet volhouden
Als u van dansen houdt en u hebt een hond die zin heeft om dit tijdverdrijf met u te delen, kunt u zich vandaag aansluiten bij de fans van het dog dancing , een nieuwe sportdiscipline voor alle honden en hun baasjes.
Dogdancing
Dogdancing ontstond een tiental jaren geleden in de Verenigde Staten en bestaat erin dat u een choreografie ontwikkelt op een stuk muziek naar keuze en uw hond danspasjes rond u leert uitvoeren op het ritme van de muziek. Dat leerproces omvat een mix van gehoorzaamheid, spel en artistieke dans . Als hondlief in de maat danst en de choreografie correct uitvoert, wordt hij telkens beloond met een snoepje. In de loop der jaren is dogdancing ook over de grenzen bekend geworden en vandaag wordt het beoefend door tal van honden en hondeneigenaars over de hele wereld. De Engelsen, Australiërs, Japanners, Duitsers, Nederlanders, Belgen, Fransen, allemaal hebben ze hun eigen clubs voor dogdancing gesticht. Dat succes is te verklaren door het feit dat dogdancing openstaat voor alle honden en hun baasjes, ongeacht hun ras, leeftijd, fysieke conditie en eventuele handicaps. Dogdancing is ook best betaalbaar. De enige investering die u moet voorzien is tijd en een stevige dosis creativiteit.
Heelwork to music en canine freestyle
Dogdancing is onder te verdelen in twee types van disciplines. Bij "canine freestyle" is de afstand tussen de hondeneigenaar en zijn hond niet vastgelegd. Honden die niet gewend zijn om naast hun baasje te stappen, zullen zich in deze versie beter op hun gemak voelen. Het tweede type, dat in de Angelsaksische landen "Heelwork to music" wordt genoemd, onderscheidt zich daarvan doordat de hond verplicht op een afstand van maximum 1,30 m van zijn baasje moet blijven. Dit type is dan ook beter geschikt voor honden die geleerd hebben om netjes naast hun baasje te lopen. Als u belangstelling hebt voor een van deze disciplines, kunt u er zich bij u thuis in trainen met behulp van een dvd of een video. Sommige hondenscholen geven ook lessen in « dogdancing ». De eerste officiële vereniging van dogdancing was de WCFO (World Canine Freestyle Organisation) in de Verenigde Staten, maar intussen zijn er ook in veel andere landen dansclubs, onder meer in België. België heeft niet minder dan 5 scholen voor dogdancing, de meeste bevinden zich in Vlaanderen.
Dogdancing in competitie
Als u van competitie houdt en u wilt graag een nummertje ten beste geven voor een publiek, kunt u zich inschrijven voor de wedstrijden die georganiseerd worden door de clubs hier in België. Er bestaan ook wereldkampioenschappen, maar die vinden vaak plaats via videovoorstellingen, als gevolg van de beperkingen die in de verschillende landen gelden inzake bezoek en invoer van honden . De competities vinden gewoonlijk plaats op een danspiste van 12 op 32 meter en de duur van de voorstellingen schommelt tussen 1,30 en 4 minuten. De kandidaten worden gequoteerd op de artistieke kwaliteit van de uitvoering, de volgzaamheid van de hond en de tenues. Als u over teamgeest beschikt, kun u meedoen in de categorie voor teams, samen met verschillende andere hondenbaasjes en honden .
Een lapjeskat is een kat die wordt gekenmerkt door een vacht met drie kleuren: wit, ros en zwart. Deze kleuren kunnen als grotere vlekken optreden, en de vacht van de kat ziet er dan uit als een soort lappendeken. Ook fijnere verdelingen komen voor, waardoor de kleuren bijna een menging vormen.
Kleurgenen
De kleur wit wordt door een bepaald gen veroorzaakt dat ervoor zorgt dat katten witte haren, vaak tot vlekken geconcentreerd, in hun vacht hebben. Waar dit gen niet actief is, wordt een kleur waargenomen.
Er bestaat echter geen gen dat codeert voor drie kleuren tegelijk: wit, zwart en ros. Wel bestaat er een gen dat de keuze voor ros (een geelachtig rood) bepaalt, en een gen dat kiest voor zwart. Deze genen zijn gekoppeld aan het X- chromosoom . Vrouwtjes hebben van dit X-chromosoom twee exemplaren, en dit verklaart waardoor de twee kleuren ros en zwart naast elkaar voorkomen. In het katten embryo wordt na verloop van tijd van ieder paar X-chromosomen er één inactief; het actieve chromosoom bepaalt nu de kleur.
Lapjeskat
Deze kleurfactoren zullen vaak geclusterd optreden; vele gelijksoortige chromosomen naast elkaar veroorzaken dan een kleurvlek, hetzij zwart, hetzij ros.
Geslacht
Lapjeskatten zijn vrijwel altijd vrouwelijk; ze hebben immers twee X-chromosomen nodig. Toch is 10% van de lapjeskatten mannelijk. Dit wordt veroorzaakt door erfelijke afwijkingen , en zo'n mannelijk exemplaar is vaak onvruchtbaar.
Een honden- of kattenbeet moet altijd grondig gereinigd worden om infecties te vermijden, ook als de bijtwonden er onschuldig uitzien. Tijdens het bijten kunnen bacteriën via de tanden van het dier in de onderhuid terecht komen wat een bijkomende ontsteking kan veroorzaken. Kattenbeten veroorzaken in 50% van de gevallen een bijkomende infectie. Bij honden ligt de kans op bijkomende ontsteking lager (3-17%). In afwachting van verzorging door een arts, reinigt u de wonde best met overvloedig water (bv. met de douchekraan). Gebruik nooit irriterende ontsmettingsmiddelen omdat die de omringende weefsels verder kunnen beschadigen. Punctiewonden (waarbij de tanden van het dier in de huid zijn afgedrukt en de huid is doorboord, laat u best open. Grotere wonden kan u eventueel afdekken met steriele doekjes en een verband. Indien een vinger of een stuk weefsel werd afgerukt, dan gaat u best als volgt te werk: spoel het afgerukt stuk overvloedig met water, wikkel het in een vochtig, steriel doekje en verpak het in een plasticzak. In een andere plasticzak doet u een paar ijsblokjes en leg hierop de eerste plasticzak. En zorg dan dat u zo snel mogelijkin het ziekenhuis bent. Indien de wonde na een paar dagen meer en meer pijn doet of indien u koorts maakt, moet u opnieuw uw arts raadplegen omdat dit kan wijzen op een laattijdige infectie.
Mijn dagindeling: 07.30u: Het wordt tijdom op testaan,wanneer gaat het licht nu aan? 07.35u: Haha okidoki steekt het licht aan,men taak kan beginnen!! Zal ze eens vlug beginnen te wassen. 08.15u: Heb intussen al even een plasje gedaan in de tuin, terwijl okidoki haar koffie drinkt kan ik ontbijten. 08.30u: Alé komaan okidoki ik moet op jacht hoor!!!!! Ja dat doe ik graag hé achter de vogeltjes rennen en naar konijntjes zoeken. Ons wandelingetje duurt ongev. 30.min. Ik loop niet op het weggetje zoals okidoki hoor nee,nee ik loop tussen de struiken en de bomen. Soms moet okidoki mij wel even roepen want dan ben ik zo geobsedeerd door de vogeltjes dat ik héééél ver weg ben. Maar ze blijft altijd geduldig fluiten en roepen tot ik er weer ben. 09.00u: Ziezo nu kan ik er weer tegen. Ik ga slapen,dan eens op de sofa,dan weer in men mand. Tussendoor eens blaffen naar voorbijgangers. Nog eens op men beentje kauwen. De poezen een beetje lastig vallen (ja die slapen bijna heel de dag nu het zo koud is). Soms loop ik nog eens even door de tuin. Zo breng ik dan men dag voort. 15.00u: Ik zou wel nog even willen gaan jagen hoor. Zal wat over en weer lopen en eens voor de deur gan zitten dan snapt okidoki het wel. 15.20u: Eindelijk het is zo ver!!!! Joepie!!!! Ik trek,blaf;jank tot ik los mag lopen in het bos. Onderweg jaag ik al geducht achter de vogeltjes maar kan ze niet pakken.( gelukkig zegt okidoki altijd). En daar gaan we dan weer hé zoeken naar vogels die zich verstopt hebben in de struiken en konijntjes!!! Na één uur gaan we terug. Zo kan ik weer even rusten tot men avond eten. Ja okidoki zegt dat ik niet veel speel en heel rustig ben maar ja als ik altijd maar achter de vogels en konijnen moet jagen dat is wel vermoeiend hoor. 18.00u: We gaan eten. Als ik alles op heb ga ik op Patrice zijn voeten liggen onder de tafel. Als ze dan gedaan hebben met eten krijgen de poezen en ik altijd nog een beetje vlees van okidoki!!! Lekker!!! 22.00u: okidoki staat op "Yep we gaan slapen!! " Oh nee hé ze gaat een kopje koffie halen. Wat later "Yep we gaan slapen!!" Weer niet nu moet ze naar het toilet. Na een tijd "Yep we gaan slapen!!" Nu nog niet??? Ik moet eerst even in de tuin men plasje doen en dan gaan we slapen!!! Zo nu ben ik het wachten wel beu hoor ik ga lekker naar bed!!! 23.30u: "Eindelijk daar is okidoki!!!! Zo nu even in haar armen bijten,even spelen, zot doen op het bed. Ok tijd om te slapen zal me eens goed voegen en okidoki moet zich maar schikken naar mij Hahahahaha. Ziezo slaap wel iedereen tot morgen dan gaan we zoals vandaag weer verder!!! Natte likjes en een pootje van BO!!!
Gaapworm bedreiging voor luchtpijp van pluimvee - 06/01/2007
Wormen in de luchtpijp zijn voor een kip een ernstige kwaal. De Syngamus trachea -in de volksmond beter bekend als de gaapworm- is een rood wormpje dat zich ophoudt in de luchtpijp van de kip en het ademhalen beperkt. Dierendokter Rob Lückerath vertelt er ons meer over.
Deze rode diertjes leven van het bloed van de kip en als je geen maatregelen treft, zal de kip zo erg lijden dat het ondraaglijk wordt. De ademhaling verloopt moeilijk en pijnlijk, de kip verzwakt, vermagert, probeert te hoesten en gaat er zienderogen op achteruit. Een wormenkuur die moet herhaald worden plus een algemene vervanging van het strooisel zijn noodzakelijke maatregelen. De ingeslikte eitjes komen er bij de ontlasting weer uit en kunnen soortgenoten besmetten'', vertelt dierenarts Rob Lückerath.
,,De gaapworm is een parasiet van de bovenste luchtwegen, die niet enkel voorkomt bij de kip, maar ook bij andere hoenderachtigen en wilde vogels. Klinische uitbraken worden vooral gezien bij patrijzen, pauwen en fazanten die in volières en rennen worden gehouden. De rode volwassen beestjes leven stevig verankerd in de trachea (luchtpijp), waar ze zich in permanente copulatie (geslachtsgemeenschap) bevinden. De vrouwtjes produceren eieren die opgehoest en vervolgens ingeslikt worden, waarna ze met de uitwerpselen in de buitenwereld terechtkomen. Uit de eieren ontwikkelen zich larven, die opgenomen worden door de vogels. De larven kunnen ook eerst opgenomen worden door slakken, regenwormen of kevers, waardoor ze aanzienlijk langer kunnen overleven. Na opname van de larven boren deze zich door de darmwand om via de lever, het hart en de longen uiteindelijk de trachea te bereiken'', weet Lückerath.
Verstikken
,,Symptomen vinden we vooral terug bij jonge vogels. Uitzondering op deze regel vormt de kalkoen, waar ook volwassen dieren regelmatig met de gaapworm te kampen hebben. Klinische tekenen zijn algemene verzwakking met lusteloosheid en zelfs anorexie. De vogels zitten vaak in elkaar gedoken met gesloten ogen. Daarnaast komen ook ademhalingssymptomen voor: proesten, reutelen en naar adem happen. Uiteindelijk kan de kip sterven door verstikking of algemene uitputting.''
,,Dergelijke symptomen wijzen reeds in de richting van een gaapworminfectie. Bovendien zijn de wormen bij zwaar zieke dieren vaak zichtbaar wanneer men met een lampje in de bek schijnt. De
diagnose kan bevestigd worden door het vinden van eitjes in de uitwerpselen. Volwassen wormen kunnen gemakkelijk opgespoord worden in de luchtpijp want ze kunnen 0,5 tot 2 cm groot zijn en hebben een opvallend rode kleur'', merkt de dierendokter op.
,,Zieke vogels dienen behandeld te worden met benzimidazoles (meerdere dagen toedienen via het voeder) of levamisole (in het drinkwater). Maar preventie is noodzakelijk om problemen te vermijden. Jonge vogels worden best, tot de leeftijd van 3 maanden, om de 3 weken ontwormd en gescheiden gehouden van oudere vogels. De hokken moeten regelmatig worden gereinigd en van nieuw strooisel voorzien. Voederen op de grond doet u best niet'', besluit de dokter.
,,Hoe laat ik mijn kat kennismaken met de kattenbak?''
,,Hoe laat ik mijn kat kennismaken met de kattenbak?''
Heeft u een kat in huis gehaald, zorg er dan voor dat het dier de kattenbak weet te vinden. Zo vermijd u onwelriekende toestanden. Wijs uw dier de plaats door het (herhaaldelijk) op de bak te zetten.
In het begin is het misschien handig om meerdere bakken op verschillende plaatsen neer te zetten, zolang uw dier zich nog wat moet aanpassen aan de nieuwe omgeving. Een afwasteiltje kan ook prima dienst doen als voorlopige oplossing. Een kat is van nature zindelijk en zal snel genoeg doorhebben wat van haar verlangd wordt én op welke plaats.
Kattenbakvulling bestaat vooral uit vochtopnemende korrels. De bak maakt u best geregeld schoon. Ook de inhoud ervan moet regelmatig ververst worden.
Elk jaar worden naar schatting 80.000 Belgen slachtoffer van beten en wonden die door een huisdier worden veroorzaakt en die in een medisch centrum moeten verzorgd worden. Dit cijfer lijkt wel erg hoog te zijn, maar het ligt wellicht ver onder het reële cijfer, want heel wat patiënten raadplegen geen arts en verzorgen hun wonden zelf. Jammer genoeg ontsteken tussen 40 en 50% van de wonden en ze kunnen onomkeerbare letsels veroorzaken die soms zelfs tot invaliditeit kunnen leiden. Daarom is het aanbevolen zo snel mogelijk een arts te raadplegen!
De meest voorkomende wonden komen voor aan handen en bovenste ledematen. Meestal wordt de wonde veroorzaakt door een hond , katten staan op de tweede plaats en eerder zelden zijn zogenaamde exotische huisdieren (rat, hamster, vos, aap, tarantula enz.) de boosdoeners. Deze laatste zijn verantwoordelijk voor 5 tot 7% van de gevallen en de gevolgen zijn uiteraard afhankelijk van het soort dier. We merken ook op dat de meeste slachtoffers kinderen en jonge volwassenen zijn - samen goed voor bijna 75% van de wonden en beten .
Opgelet voor katten: zeer verraderlijke wonden!
Ze komen minder vaak voor en zijn goed voor 5 tot 30% van de gevallen, maar ze zijn wel veel verraderlijker. De fijne en puntige tandjes veroorzaken scherpe letseltjes, die niet zo ernstig lijken, maar eigenlijk erg diep zijn. Daardoor zijn de patiënten niet zo snel ongerust, hoewel er een groot risico van besmetting door kiemen in de diepte bestaat. Naar schatting 30 tot 40% van de wonden raken geïnfecteerd. Het risico van latere problemen is groot (artritis, stijve spieren ), vooral omdat de meeste slachtoffers te laat een arts raadplegen, wanneer de infectie al een zeer gevorderd stadium is.
Snel reageren, binnen de zes uren
Bij elke beet of wonde moet men snel reageren en binnen de zes uren na het voorval een arts raadplegen. Een snelle medische en therapeutische aanpak zorgt ervoor dat het infectierisico en de traumatische gevolgen kunnen beperkt worden. We merken op dat de protocollen ook bacteriologische kweken omvatten om een eventuele therapie met antibiotica te plannen, zoals een preventie van de kiem Pasteurella multocida in geval van beten van een kat .
Jaarlijks worden er naar schatting 30.000 mensen gebeten door een hond. Vooral kinderen zijn vaak het slachtoffer omdat ze nog niet goed weten hoe ze met een hond moeten omgaan. Hoewel sommige hondenrassen als agressief bekend staan, worden mensen door allerlei soorten gebeten. Volwassenen worden vaak in een arm, hand of been gebeten en kinderen vaker in het gezicht of de hals.
Een hondenbeet zorgt meestal voor een kneuzing. De huid zwelt dan op en heeft blauwe plekken. Deze hondenbeet is meestal niet ernstig en geneest vanzelf. Wél is er na elke hondenbeet een kans op infectie, bijvoorbeeld met stafylokokken bacteriën. Spoel de wond daarom goed schoon met kraanwater. Daarna kunt u de wond ontsmetten.
Hondenbeten kunnen ook zorgen voor grote, open wonden die gehecht moeten worden. Bij ernstig letsel is soms een chirurgische ingreep nodig. De kans op een infectie is bij diepe wonden bovendien groter. Ook bestaat er na elke hondenbeet een kans op tetanus.
Bij hondenbeten in het buitenland moet u ook rekening houden met hondsdolheid (rabiës). In België komt deze ziekte nagenoeg niet meer voor.
U moet een hondenbeet altijd laten behandelen door een arts. Ook kleine, ogenschijnlijk onschuldige beten kunt u het beste altijd even door een arts laten bekijken. Het is namelijk mogelijk dat er 'diepere' beschadigingen zijn, bijvoorbeeld aan pezen of botten. Bij beten in het gezicht is het belangrijk dat er geen littekens overblijven. Overleg met uw arts of u voldoende beschermd bent tegen tetanus. Informeer bij hondenbeten in het buitenland of er in dat land hondsdolheid voorkomt. Bij ontstekingen geeft de arts u een antibioticakuur. Mensen met een verminderde weerstand (bijvoorbeeld diabetespatiënten) krijgen meestal een preventieve antibioticakuur.
Nadat u bij de arts bent geweest kan een wond alsnog gaan ontsteken. Bij klachten als koorts, een rode verkleuring van de huid rond de beet, pusvorming of opgezette lymfklieren moet u direct naar de huisarts.
hondenbeten bij kinderen
Is je kind aangevallen door een hond? Geen paniek, hou gewoon de volgende vuistregels voor ogen.
Eerste hulp
Laat een hondenbeet altijd onderzoeken door een arts. In afwachting van het onderzoek, kan je alvast het volgende doen:
spoel de wond schoon onder stromend water
desinfecteer de wond
stel het kind gerust. Het zal misschien angstig en in shock zijn.
De arts zal wellicht antibiotica voorschrijven om de wond te verzorgen, want het speeksel van een hond bevat veel ziektekiemen.
Opgelet! Controleer of het kind gevaccineerd is tegen tetanus en hondsdolheid.
Psychologische begeleiding
Een hondenbeet laat meestal een litteken na. Maar ook op psychologisch vlak heeft zo'n beet heel wat gevolgen en daar wordt niet altijd de nodige aandacht aan besteed. De angst die een kind voelt als het wordt aangevallen door een hond mag je niet onderschatten. Laat het kind over zijn angst vertellen, laat het zijn gevoelens uitdrukken in de hoop dat het gespaard blijft van nachtmerries en fobieën. Luister naar het kind en probeer het niet te betuttelen.
Wat houdt de loopsheid in? Wanneer wordt mijn teef loops? Wat zijn de verschijnselen ? De ongewenstste dekking. Het voorkomen van de loopsheid. Sterilisatie
Wat houdt de loopsheid in? De loopsheid is de vruchtbare periode van de teef. Deze periode kenmerkt zich doordat het geslachtsdeel meer is opgezwollen als normaal en de teef hieruit druppeltjes bloed verliest.Tijdens deze periode kan ze gedekt worden.
Eerste keer loops. De eerste loopsheid treedt op tussen de 6-18 maanden leeftijd. Hoe groter dehond, hoe later de loopsheid begint. Indien in huis meerdere teven wordt een jong teefje meestal pas de eerste keer loops als zij ca. 14 maanden is.
Verschijnselen. - de vulva zwelt op. - de reuen raken erg geïnteresserd in de teef (wat de teef niet leuk vindt) - na enkele dagen begint de teef te vloeien (= 1ste dag van de loopsheid, de pro-oestrus). deze uitvloeiing is in het begin bloederig en gaat later over in een bruin waterige uitvloeiing. - tussen de 9e-12de dag van de loopsheid is de hond vruchtbaar, de oestrus: is de periode waarin ze kan drachtig worden. In deze periode worden reuen niet meer door de teef weggejaagd. De teef probeert zelfs te ontsnappen om op zoek te gaan naar de reu ! - na de vruchtbare periode gaat de uivloeiing stoppen, de vulva gaat weer slinken en de teef snauwt weer de reuen af: de metoestrus is begonnen. - 3 weken na het begin van de loopsheid stopt de loopsheid, de metoestrus is beeindigd.
Tijdens de loopsheid zwelt de baarmoeder (uterus) op, ook de bloedvaten van de baarmoeder zwellen op. Pas 8-10 weken na het einde van de loopsheid is de baarmoeder weer tot rust gekomen. Soms treedt er dan nog wat taaie melkachtige uirvloeiing uit de baarmoedermond op ged. 1-2 dagen.
Wanneer wordt mijn teef loops? Een teef wordt voor de eerste keer loops tussen de 5-18 maanden leeftijd. Wanneer ze voor het eerst loops wordt hangt van veel factoren af: - de grootte. Hoe groter een hond wordt, hoe later ze loops wordt. - erfelijkheid. De fokker kan vaak goed vertellen wanneer uw teef voor het eerst loops wordt. - als er een loopse teef bij u in huis of in de buurt is stimuleert dat uw teef om ook loops te worden . De eerste loopsheid kan normaal verlopen maar kan ook kort duren of juist erg lang. Het vloeien kan practisch afwezig zijn of juist heel erg heftig. Honden worden om de 5-8 maanden loops, dit kan steeds b.v. om de 6 maanden zijn maar kan ook voortdurend veranderen.
De ongewenste dekking Het kan gebeuren dat uw hond op de een of andere manier gedekt wordt. Teven zijn erg vindingrijk om te ontsnappen of er kan een reu bij u over de schutting klimmen. Ook al hebben ze niet "vastgezeten", er is een behoorlijke kans dat uw hond gedekt is en dus ook bevrucht. Of uw hond gedekt is is nooit met 100% zekerheid vast te stellen. Om te verkomen dat uw hond drachtig wordt bestaat er de zogenaamde "morning after prik". Deze morning after prik dient op de 3-de en 5-de dag na de dekking gegeven worden
Loopsheid voorkomen Loopsheid is op zich iets heel natuurlijk, mocht de loopsheid voor de hond én U geen probleem zijn: dan hoeft U natuurlijk niets te ondernemen.
Mocht u willen dat uw hond niet meer loops wordt, dan moet er actie worden ondernomen. Wat zijn de mogelijkheden?
1) de prikpil. Door middel van een injectie krijgt Uw hond elke 5 maanden een hormoon toe-gediend Voordeel: - Geen operatie, - Minder risico op incontinentie (kan na een operatieop latere leeftijd gaan optreden)
Nadeel: -Soms ontstaat op de injectie plaats een vachtverkleuring of een kale plek. -Schijnzwangerschap treedt soms toch nog op. - De kans op baarmoederonstekingen neemt na langdurig gebruik aanzienlijk toe. - De kans op borstkanker (melkliertumoren) neemt aanzienlijk toe - Is op den duur veel duurder dan sterilisatie
2) Sterilisatie:
Strikt medisch gezien is steriliseren het onvruchtbaar maken: het onderbinden van de eileider/ zaadleider. Dit wordt eigenlijk alleen nog bij rammen gedaan en een enkele keer bij de reu. Castreren is het verwijderen van inwendige geslachtsorganen: bij de teef de eierstokken/baarmoeder en bij de reu de testikels. In het normale spraakgebruik echter "castreren we de reu" en "steriliseren de teef". Door middel van een operatie worden de eierstokken en de baarmoeder verwijderd. Deze operatie vindt plaats onder algehele anesthesie. Door de moderne gasverdoving en goede narcose bewaking is het operatie risico erg klein.
Voordeel: -De teef wordt niet meer loops of schijnzwanger. -Doordat de eierstokken verwijderd zijn kunnen deze organen zowel direct als indirect geen problemen meer opleveren zoals baarmoederontsteking en eierstokkanker. - Minder kans op melkkliertumoren (borstkanker). Hoe jonger een teef gesteriliseerd wordt hoe minderkans op melkkliertumoren. ! - Sterk verminderde kans op suikerziekte. - Is eenmalig - Is bij levenslange loopsheid preventie veruit de goedkoopste methode
Nadeel: - elke operatie heeft een erg klein risico. - de teef kan soms gemakkelijker dik worden, dit is niet altijd te voorkomen. - kleine kans op urine-incontinentie, met name als de teef oud wordt, dit is meestal met medicijnen goed te verhelpen. - soms kan de vacht veranderen. Met name bij Ierse Setters en heidewachtels is de kans groot...
Wanneer steriliseren ?. Het beste is het om de teef te laten steriliseren voor (!) de eerste loopsheid. Uitgebreid onderzoek heeft aangetoond dat bij teven die voor de eerste loopsheid al gesteriliseerd worden, de kans op het onstaan borstkanker op latere leeftijd met een factor 100-1000 doet afnemen. Na de 1e loopsheid steriliseren verminderd de kans op borstkanker nog met een factor 4-5 Heeft de hond al een aantal loopsheden doorgemaakt dan heeft sterilisatie nauwelijk nog preventieve werking op het ontstaan van melkkliertumoren. Wij adviseren om teefjes te laten steriliseren zodra ze 5-6 maanden zijn. Bij jonge dieren is de ingrijp eenvoudiger en ze herstellen vaak (nog) veel sneller
3). De pil in tabletvorm. Deze laatste methode heeft als voordeel dat op elk gewenst moment gestopt en begonnen kan worden. Met name om de loopsheid uit te stellen, bijv. tot na een vakantie, is het geven van "de pil" een prima methode.
Voordeel: -mits op tijd begonnen maar kleine doses hormonen nodig -je hoeft niet met de hond naar de dierenarts -werkt snel en kort
Nadeel: - kans op vergeten - bij langdurig gebruik: ook hier verhoogde kans op borstkanker en melklierontstekingen
Lang voor de herfst zijn intrede doet, kunnen eekhoorns inschatten of er voldoende noten zullen zijn voor hun nageslacht. Als het een veelbelovend najaar lijkt te worden, brengen de knaagdieren meer jongen voort. Dat meldt een team wetenschappers uit Noord-Amerika en Europa in het vakblad Science . Ze onderzochten in Canada, België en Italië de voortplanting bij de Amerikaanse rode eekhoorn en de rode eekhoorn van Eurazië.
Vele planten produceren slechts af en toe grote hoeveelheden zaden. De meeste zaadetende dieren schikken zich naar de grillige timing van de plant. Omdat ze soms op hun honger blijven, hebben ze niet de nodige energie om een groter nageslacht voort te brengen. De planten hebben een voorsprong: wanneer ze hun zaden vrijgeven, is de populatie aan zaadeters nog te klein om de volledige voorraad op te eten.
Maar nu blijkt dus dat eekhoorns de bomen te slim af zijn en pas aan meer jongen denken, als ze er zeker van zijn dat er voldoende eten op tafel zal komen. (loa)
Aandoeningen van de luchtwegen bij huisknaagdieren
Gezondheid Huisdieren
Aandoeningen van de luchtwegen bij huisknaagdieren
Een lopende neus, niezen, ademhalingsproblemen: de luchtwegeninfecties van de kleine knaagdieren mogen niet gebagatelliseerd worden! Om ze te beschermen tegen deze vaak ernstige aandoeningen, volstaat het om ze uit de tocht te houden en ze niet bloot te stellen aan felle temperatuurschommelingen.
Bordetellose
De bacterie « bordetella bronchiseptica » is een de veroorzakers van de kennelhoest, een probleem waar nogal wat van onze honden last van hebben. Maar ook cavia's, ratten en chinchilla's zijn er gevoelig voor en kunnen erdoor een zware bronchopneumonie oplopen, die bij heel jonge of oudere dieren zelfs fataal kan zijn. De bacterie kan worden bestreden met een antibioticakuur
Mycoplasmose
Luchtwegeninfecties behoren tot de meest voorkomende aandoeningen bij huisratten. Een van de voornaamste oorzaken van deze ademhalingsproblemen is mycoplasma, een bacterie die de neus, de bronchiën en de longen van ratten aantast en leidt tot ademhalingsproblemen, een uitscheiding van etter of bloed uit de neus en de ogen, en tot gewichtsverlies. Behandelingen met antibiotica doden zelden alle kiemen en veel dieren hervallen dan ook.
Coryza
Coryza wordt veroorzaakt door een combinatie van een verkoudheidsvirus en de bacterie « chlamydia » en is goed bekend bij eigenaars van huiskatten. Maar ook kleine knaagdieren blijven niet gespaard van deze infectie van de bovenste luchtwegen . Behandeling is noodzakelijk, anders kan de ziekte zich verspreiden naar de bronchiën en de longen. Typische kenmerken zijn een lopende neus met eerst een heldere en daarna geelachtige afscheiding, niesbuien en problemen met ademhalen . Net zoals veel luchtwegeninfecties treedt de aandoening vooral op als gevolg van stress, blootstelling aan tocht en plotselinge temperatuurschommelingen.
Pasteurellose
Pasteurella multocida is een bacterie die pneumonie (longontsteking) veroorzaakt, vooral bij cavia's en hamsters. Ook chinchilla's en konijnen kunnen besmet raken en krijgen dan last van bindvliesontsteking, een lopende neus (etter) en vaak ook ademhalingsproblemen. De aandoening kan chronisch worden en keert ook geregeld terug, waarbij telkens een behandeling nodig is met aangepaste antibiotica. De ademhalingsproblemen gaan vaak gepaard met huidabcessen, nierinfecties of meningitis.
Myxomatose Het myxomatose-virus wordt op konijnen overgedragen door insectenbeten (muggen, vlooien) of via een huidwonde en veroorzaakt gewoonlijk knobbeltjes op de huid. In zeldzame gevallen ontwikkelt er zich een luchtwegenvariante van de aandoening die het gevolg kan zijn van een besmetting via de lucht. De symptomen zijn een lopende neus (etter), gezwollen oogleden en een ontsteking van de geslachtsorganen. Deze luchtwegenvariant van de ziekte is over het algemeen dodelijk. Myxomatose kan voorkomen worden door vaccinatie.
Streptococ pneumoniae Deze bacterie kan bij hamsters, cavia's en ratten een bruuske pneumonie veroorzaken die tot de plotselinge dood kan leiden. Als de aandoening tijdig gediagnosticeerd wordt, is genezing alsnog mogelijk door een behandeling met antibiotica.
Kruiden voor uw dieren en kruiden voor het weren van vervelende insecten
Kruiden voor uw dieren en kruiden voor het weren van vervelende insecten.
Sint-Janskruid
Dieren voelen op een heel natuurlijke manier aan wat goed voor hen is. Zo zullen de koeien bijvoorbeeld geen boterbloemen eten.
In een grote dierentuin in Nederland deden ze eens de proef. Aan de apenkooien legden ijverige handen een kruidentuin aan. De apen konden naar hartelust van de kruiden snoepen. Onderzoekers ontdekten dat apen met een bepaald probleem altijd of veel meer van bepaalde kruiden aten.
Tegenwoordig zijn dieren, net zoals de mensen, hun contact met de wilde natuur een beetje kwijt. Paarden knabbelen aan taxusgroen en koeien eten Sint-Janskruid (Hypericum perforatum). In het eerste geval is er vaak niet meer veel aan te doen. In het tweede zal de koe kale plekken krijgen als ze in de felle zon staat. Het is dan echt wel nodig dat de koe een streep schaduw heeft of ze gaat er na een tijd aan.
Wild-aspirientje
Paarden die wilgenblaadjes eten doen dat af en toe eens omdat ze daar net zin in hebben. Maar meestal knabbelen ze eraan omdat er in wilgenblaadjes stoffen zitten die pijnstillend werken. Daarvan zijn onze aspirientjes afgeleid.
Vlooien-kruid
Vroeger waren er geen honden en poezen vlooien bandjes. Ze hielden poes of hond vlooienvrij met boerenwormkruid. Onze voorouders legden boerenwormkruid in de mand of slaapplek van hun troeteldier.
Als je een stevige tuil boerenwormkruid in het kippenhok of duiventil hangt, blijven de vlooien daar ook weg, wisten ze vroeger.
Knoflookpoeder onder het eten gemengd doet ook zijn werk.
Een beetje etherische olie van pepermunt is tegenwoordig iets handiger.
Gezonde eieren Vroeger kregen de kippen brandnetel op hun menu. De eieren waren dan gezonder, de eierschaal was stevig en de boerin gelukkig.
Griezel-kruiden Er bestaan natuurlijke middeltjes om mieren een andere weg te wijzen.
Mieren griezelen van peper en muntblaadjes.
Strooi wat peperbolletjes over het mierennetwerk, leg er nog wat pepermuntblaadjes bij en wacht een dag. Mieren griezelen van deze kruiden en nemen de pootjes.
Wespenkruid We zullen het geweten hebben. Geen plekje in het bronsgroen eikenhout of er zaten wespen. Een schoteltje kruidnagel, overgoten met kokend water, deed de meeste wespen de vleugels nemen.
Wespen moeten ook niks hebben van een beetje gebrande koffie op een metalen schoteltje. Een porseleinen bordje barst.
Appelazijn voor kat, hond en paard Niet enkel mensen, maar ook dieren hebben alle baat bij appelazijn: appelazijn voert afvalstoffen af, verhoogt de weerstand en conditie.
Geef je paard eens een gezond hapje, rijk aan vitaminen en mineralen. Een stukje brood met appelazijn in plaats van een klontje suiker. Het helpt om alles goed te verteren.
Uitwendig helpt appelazijn tegen vliegen, dazen en horzels.