Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
24-09-2009
Problemen met wilde dieren in en om huis (deel 2)
Vossen
Alhoewel dit roofdier wel eens groot ongenoegen kan veroorzaken door het roven van pluimvee of kleinwild uit een jachtgebied, moeten we ons toch steeds voor ogen blijven houden dat de Vos thuishoort in onze natuur en dat hij daar een belangrijke functie vervult. Vossen helpen namelijk mee aan de natuurlijke regulatie van de populaties van o.a. kleine knaagdieren, konijnen en vogels.
Het feit dat de vossenpopulatie zich de laatste jaren heeft hersteld, is eerder goed dan slecht nieuws want roofdieren kunnen enkel overleven als er nog iets te eten valt. Ze leven van de aanwas van hun prooidieren. Hun aantallen zijn daarop afgestemd. Dat moet ook want als ze de voorjaarsstand van hun prooidierpopulaties verkleinen, betekent dit ook het indammen van de eigen bestaansmogelijkheden. Het aantal prooidieren is daarom beperkend voor het aantal roofdieren.
Oplossing
We moeten ons bewust zijn van de aanwezigheid van de Vos en daarvoor de nodige voorzorgen in acht nemen. Het is immers een alleseter (omnivoor) en dit heeft tot gevolg dat ook pluimvee op zijn menukaart kan staan. Kippen en eenden kunnen ten prooi vallen indien hun ren onvoldoende afgeschermd is.
De enige manier om deze onaangename bezoeken met zekerheid te voorkomen, is het bouwen van een volledig afgesloten hok of een degelijke omheining. Vermits een Vos lenig is als een kat, is het wel belangrijk dat de omheining twee meter hoog is en dat op één meter hoogte een extra prikkeldraad wordt aangebracht. Bovendien moet men vijftig centimeter draad schuin naar buiten toe in de grond ingraven of een boord van betonplaatjes plaatsen zodat de Vos geen tunnel onder de omheining kan maken. Een andere oplossing is het voederen van het pluimvee 's avonds in een degelijk nachthok. Van zodra alle kippen binnen zijn, moet het worden afgesloten tot de volgende ochtend. Eenden die over een voldoende grote vijver beschikken, kunnen zich op het water in veiligheid brengen.
Vaak wordt een Vos als een 'moordlustig' dier bestempeld, wanneer bijvoorbeeld in een kippenhok vele dieren worden gedood zonder dat ze allemaal worden opgegeten of meegenomen. Zo'n ogenschijnlijke zinloze slachting valt voor de mensen maar moeilijk te begrijpen. Dit gedrag, dat 'surplus-killing' wordt genoemd, heeft echter niets te maken met een bloeddorstig karakter maar is een instinctief overlevingsgedrag. Wanneer een roofdier geconfronteerd wordt met talrijke paniekerige prooien die niet kunnen wegvluchten (zoals in een kippenhok), wordt het roofdierinstinct geprikkeld en kunnen alle dieren binnen zijn bereik gedood worden. In de natuur komen dergelijke situaties niet voor want van zodra één of hooguit enkele dieren gepakt worden, vluchten alle andere weg. Ook de aanwezigheid van een hond op het erf kan Vossen afschrikken. Het vangen of doden van Vossen heeft geen zin. Wanneer het pluimvee gewoon als 'lokaas' blijft rondscharrelen, zullen er toch altijd weer nieuwe roofdieren aangetrokken worden.
Roofvogels en pluimvee
Soms vergrijpen roofvogels zich aan pluimvee. De daders zijn meestal de jonge roofvogels die in het najaar door hun ouders verlaten worden en hun eigen kost moeten gaan zoeken. Levende prooi vangen valt niet altijd mee en soms vallen ze van honger pluimvee aan.
Oplossing
Over de kippenren heen en weer gespannen visdraden hinderen de roofvogel en kunnen er voor zorgen dat de vogel minder kans heeft om een prooi te pakken. Verder zijn er in de handel goedkope netten verkrijgbaar om over de ren te spannen. Slierten zilverpapier kunnen hen afschrikken.
Vleermuizen
Ondanks hun naam hebben vleermuizen niets met muizen gemeen. Muizen zijn immers knaagdieren terwijl vleermuizen in de zoogdierklasse onder een aparte orde voorkomen. Simpel gezegd zijn vleermuizen de zwaluwen van de nacht.
Net als de meeste andere zoogdieren brengen vleermuizen hun jongen levend ter wereld. Een vleermuisvrouwtje kan slechts één (of uitzonderlijk twee) jongen per jaar krijgen. Bij alle soorten worden de jongen in juni of juli geboren. Enkele maanden voordien zoeken de vrouwtjes reeds een geschikte plaats om hun jongen te baren. Dergelijke plaatsen moeten warm, droog, rustig en bij voorkeur donker zijn. Zolders, spouwmuren, holle bomen, rolluikkasten en holten achter houtwerk of vensterluiken zijn dan ook bijzonder in trek. Het aantal dieren in zo'n kraamkolonie kan variëren van enkele tot meer dan honderd individuen.
Van de 18 in ons land voorkomende soorten zijn er slechts drie die we met zekere regelmaat in huizen kunnen vinden. De Dwergvleermuis neemt daarvan 99 % voor haar rekening. De meeste mensen verwachten van zo'n kolonie vleermuizen in een woning problemen: binnenbrengen van nestmateriaal, knagen aan houten balken en isolatie, overbrengen van ziekten, reukhinder als gevolg van uitwerpselen, enz. Te vaak denkt men ook aan een massale vermeerdering van het aantal dieren, wat natuurlijk onterecht is. Vermits vleermuizen slechts één keer per jaar één jong krijgen, kan van een plaag immers nooit sprake zijn.
Vleermuizen die gebruik maken van een spouwmuur, zolder of rolluikkast nemen bovendien genoegen met de bestaande ruimte en veranderen daar dus niets aan. Zij maken ook geen nest en verzamelen dus geen nestmateriaal. Aangezien het insecteneters zijn, knagen ze niet aan de isolatie of balken en maken bijgevolg ook geen rotzooi.
Vleermuizen verspreiden in principe geen geur, tenzij uitzonderlijk wanneer een grote kolonie té dicht bij de bewoonde vertrekken huist. Uiteindelijk handelen de meeste klachten over uitwerpselen. Die kunnen vooral teruggevonden worden op de grond onder de in- en uitvliegopening. Ze bestaan enkel uit fragmenten van onverteerbare dekschilden en poten van insecten. Hierdoor kunnen vleermuisuitwerpselen makkelijk onderscheiden worden van muizenest; een vleermuizenkeutel verbrokkelt bij het platdrukken, terwijl die van een muis gewoon platgedrukt wordt. Bovendien is vleermuizenmest voor je tuin nog beter dan champignonmest. En als we tenslotte nog vertellen dat vleermuizen nooit aanvallen en zeker niet in je haren vliegen, hopen we dat ze samen met u in hetzelfde huis mogen blijven wonen.
Is samenleven toch absoluut onmogelijk, dan kan u terecht op ons telefoonnummer 089/85.49.06.
Misschien hebben jullie dit schema nog van vorig jaar, maar indien niet hieronder nuttige info over het al dan niet voederen van vogels nu het kouder wordt. :
Tussen juli en september trekt een groot aantal typische insecteneters weg uit onze streken. Zo verdwijnen soorten als gierzwaluw, koekoek, wielewaal, nachtegaal, huis-, oever- en boerenzwaluw tijdelijk weg uit onze streken omdat hun strikte voedselregime hen niet toelaat hier gedurende de winter te overleven.
Het zoeken naar voedsel is veruit de belangrijkste bezigheid van deze vogels. Tijdens de herfst- en wintermaanden zijn de dagen zeer kort. En dus hebben deze vogels dan ook weinig tijd om voedsel te zoeken. Bovendien hebben vogels een hoger calorieverbruik, waardoor hun vetreserves sneller uitgeput geraken.
Vooral in perioden van strenge koude, waarbij de vogel genoeg energiereserve moet hebben om de nachten door te komen, kunnen vogels in een hachelijke situatie terechtkomen. Door voedsel aan te bieden houd je ze niet alleen in een goede conditie maar verminder je ook de hoeveelheid energie die ze in het zoeken naar een maaltijd moeten steken.
Vaak voorkomende misverstanden
Er wordt wel eens beweerd dat als men eenmaal begint om 's winters vogels te voeren, je hier pas mee kan stoppen als het lente is. Of dat als je geen geregelde toevoer kunt garanderen het beter is om helemaal niet te voeren. Gelukkig zijn deze beweringen niet waar. Voedertafels maken het leven makkelijker voor de vogels en dragen bij aan hun overlevingskansen in strenge winters. Toch vertrouwt geen enkele vogel op maar één voedselbron. In natuurlijke omstandigheden moeten vogels zich aanpassen aan de veranderende voedselsituatie en hun leven hangt af van het snel vinden van nieuwe voedselvoorraden. Vogels zoeken niet alleen in jouw tuin voedsel, ze hebben een vaste route door de buurt.
Wanneer kan je best beginnen met voederen?
Het ogenblik om met voederen te beginnen hangt af van de streek waar men woont en van de plaatselijke weersomstandigheden. Als algemene regel kan men stellen dat gedurende de maanden oktober/november het moment is gekomen om de voedertafel uit de kelder te halen en zich te voorzien van een voldoende hoeveelheid granen, zaden en voederbollen.
Welk voedsel is het best geschikt om te voederen?
Vogels hebben in de winter voedsel nodig dat rijk is aan koolhydraten en vet voor het opbouwen van vitale reserves lichaamsvet. Deze reserves hebben ze nodig om de lange, koude nachten te overleven. Veel keukenrestjes hebben een hoog vetgehalte en zijn ideaal vogelvoer: niervet, mergpijpjes, braadvet, geraspte kaas, spekzwoerdjes, cake en gebak. Om het verspreiden van ziektes te voorkomen, kan je best alleen gekookt vlees en gekookte botten buiten leggen. Geef vogels ook nooit uitgedroogd kokosnootvlees of ongekookte rijst omdat dit kan gaan opzwellen in de vogelmaag, met vaak fatale gevolgen. Daarom is het ook beter uitgedroogd brood eerst in water te weken voor je het op de voedertafel legt. Voor meer details, zie ook onze uitgebreide voedertabel onderaan deze pagina.
Wanneer stoppen met voederen?
Vroeger werd stellig beweerd dat je niet mocht doorvoederen in het voorjaar omdat de vogels dan het vet of de pindas aan hun jongen zouden voeren, met alle gevolgen van dien. Uit recente studies blijkt echter dat het doorvoederen in het voorjaar geen negatieve effecten heeft op de nestjongen.
Waar kan ik mijn voederplank het best installeren?
Zet de voederplank niet in de volle zon maar op een beschutte plek, bij voorkeur dicht bij geschikte uitkijkposten en dichte struiken. Zorg ervoor dat de voederplank niet te dicht bij schuttingen of stevige bomen staat omdat katten daarin op de loer kunnen liggen. Een klein afdakje voorkomt dat het voedsel nat wordt of wegwaait.
Ook een vogelbad bewijst tijdens de winter zijn nut omdat drinkwater steeds belangrijker wordt als langdurige vorst andere natuurlijke voorraden afsluit. Je kunt soms vogels zien die bekken vol sneeuw ophappen om genoeg water binnen te krijgen. Een ondiepe schaal gevuld met zuiver water kan perfect dienst doen als vogelbad. Let wel op dat het water geen toevoegingen bevat zoals antivries, zout of suiker, om het vriezen te beletten. Span over de schaal ook een stuk gaasdraad of leg er een roostertje op zodat de vogels zich niet kunnen baden: hun veren zouden bevriezen, met alle gevolgen van dien.
Kan ik bij jullie ook voederbollen of planken verkrijgen?
Dat kan, in ons winkeltje kan je voederbollen en verschillende soorten voederplanken verkrijgen.
De luxe modellen zijn uitgerust met een zaadautomaat en extra mezenbollenhouder.
Voederhuisje eekhoorn
Het Natuurhulpcentrum biedt daarnaast ook mezenbollen aan boordevol essentiële zaden en gedrenkt in energierijk vet. Vooral mezen zijn er verzot op, maar ook roodborstjes, boomkruipers, merels en zelfs spechten snoepen graag van deze lekkernij.
Hieronder vindt u een uitgebreid voedselschema voor onze standvogels.
Een legende van de Maori over een reusachtige, mensenetende vogel zou wel eens waar kunnen zijn. De Te Hokioi, genoemd naar zijn schreeuw, was een grote, zwart-witte roofvogel met een rode borst en geel-groene vleugelpunten.
Wetenschappers vermoeden nu dat de verhalen over deze vogel, die door mondelinge overlevering werden doorgegeven en afgebeeld zijn in rotstekeningen, verwijzen naar de Haasts arend, een roofvogel die vijfhonderd jaar geleden uitstierf. Dat blijkt uit hun studie in The Journal of Vertebrate Paleontology , zo meldt The Independent.
Resten van de Haasts arend (Harpagornis moorei) werden gevonden in moerassig gebied door Sir Julius von Haast in de jaren 1870. Eerst werd aangenomen dat het om een aaseter ging, maar nieuw onderzoek van het skelet met moderne technologie (waaronder CAT-scans) toonde aan dat het bekken van het dier sterk genoeg was om een dodelijke klap op te vangen als het naar beneden dook met snelheden tot 80 km/u.
Met een vleugelbreedte tot drie meter en een gewicht van 18 kilo, was het vrouwtje twee keer zo groot als de grootste levende arend, de Stellers zeearend. En de klauwen van de vogel waren zo groot als die van een tijger. "Het was zeker in staat om neer te duiken en in de vlucht een kind mee te grijpen", verduidelijkte Paul Scofield, curator van de gewervelde dieren in het Canterbury Museum in Christchurch (Nieuw-Zeeland).
Moordmachine
"Behalve met hun klauwen konden ze ook aanvallen door die klauwen te sluiten en ze door vrij stevige objecten zoals een bekken boren. Het dier was ontworpen als een moordmachine. (...) Het was het equivalent van een leeuw."
Hun voornaamste prooi zou de moa zijn geweest, een vogel die niet kon vliegen en zo'n 250 kilo zwaar en 2,5 meter lang kon worden. Na de komst van mensen, 1.000 jaar geleden, is de moa uitgestorven, wat dan weer tot de ondergang leidde van de Te Hokioi.
Tupperware, upperdare, de homeparty's hebben een hele evolutie doorgemaakt. En dierendokter Rob Lückerath gooit er nog eentje bij: de puppy-dare. Of hoe je bij een hapje en een drankje leert hoe je moet omgaan met een pup.
Zet vijf puppy's bij elkaar in eenzelfde ruimte en wat krijg je? Een hoop herrie, vechtpartijen, kleine mormels die iets groter uitgevallen mormels aanvallen. 'Dat is allemaal heel normaal gedrag', zegt Rob Lückerath. 'Puppy's zoeken onder elkaar wel uit wie hoger staat in de rangorde en dat hoeft echt niet de grootste te zijn.'
Het bewijs wordt meteen geleverd want een mini-mopshondje gaat een acht weken oude labrador te lijf alsof zijn leven ervan afhangt. Verschrikte baasjes vragen zich af of ze niet tussenbeide moeten komen. 'Meteen les één', zegt Rob Lückerath. 'Laat ze het eerst zelf maar uitzoeken en kom pas tussenbeide als het echt erg zou worden of als je ziet dat de verliezer een trauma kan oplopen. Want dat mag zeker niet gebeuren. De eerste acht weken in het leven van een puppy zijn bepalend voor zijn verdere gedrag. Wat hij dan meemaakt, vergeet hij nooit meer. Als hij dan wordt overvallen door bijvoorbeeld een volwassen hond, zal hij de rest van zijn leven angstig blijven tegenover andere honden.'
Is het dan wel zo'n goed idee om die diertjes samen te zetten als ze meteen beginnen te vechten?
Rob Lückerath: 'Dat is typisch roedelgedrag. De hondjes moeten leren met elkaar om te gaan. Je kan daar zelf ook veel uit leren. Bijvoorbeeld dat puppy's altijd heel erg kunnen overdrijven als ze gebeten worden. Wij krijgen meer dan eens telefoon met de melding dat hondje van de zetel is gevallen en haast zeker zijn pootje heeft gebroken. Komen ze hier aan, dan hinkt hondje al niet meer. Tijdens het spel worden puppy's ook op hun plaats gezet. Als ze met hun scherpe tandjes te hard bijten, krijgen ze geheid een luide kreet van de andere hond. Daar schrikken ze heel erg van, en ze houden meteen op. Zo moet je dus ook reageren als de pup tijdens het spelen in jouw vinger bijt. Ga niet slaan of druk doen met je handen maar roep gewoon heel hard, hij zal verbouwereerd staan kijken.'
Wat leer je op zo'n puppy-dare?
'Puppy-dare is de naam die wij eraan geven, het is gewoon de bedoeling om op een gezellige manier, bij een drankje, een en ander op te steken. Je leert je hondje kennen en dat is zeer belangrijk voor later. Wij hebben liefst dat, als er kinderen in het gezin zijn, die zeker meekomen. Wij zijn absoluut voorstander om kinderen met honden te laten opgroeien, maar héél belangrijk: laat nooit, maar dan ook nooit, je kind alleen met de hond, hoe klein of hoe braaf die ook kan zijn. Kinderen geven vaak ongewild verkeerde signalen aan de hond. Ze kunnen Pluto of Fifi knettergek krijgen zonder dat ze het weten. Kinderen spelen zelf en maken een hoop drukte, de hond wil meespelen maar ziet sommige signalen als bedreigend en voilà: hij bijt.'
Zijn er vaak terugkerende vragen?
'Absoluut, zindelijkheid om er maar een te noemen. Als een pup in huis plast, kan hij daar echt niet aan doen. Het is aan het baasje om geregeld met hem de tuin of het park in te gaan. Als je 's ochtends opstaat, ga je niet eerst naar de badkamer terwijl je denkt: de hond zal wel even wachten . Dat kan zo'n kleintje echt niet. Je moet eerst met hem naar buiten tot hij helemaal doorheeft waar hij zijn plas mag maken. Het heeft ook totaal geen zin om het pupje met neus in de plas of de ontlasting te wrijven, daar leert hij niks mee. Bestraffen heeft al helemaal geen zin want het beestje snapt niet wat hij fout heeft gedaan, hij heeft enkel de wetten van de natuur gevolgd.'
In zo'n herrie zou je wel twee keer nadenken eer je een pup in huis haalt.
'Je moet altijd heel goed nadenken alvorens een huisdier te nemen. Je kan hem niet even proberen en hem dan weer dumpen. Een puppy opvoeden vraagt heel veel geduld, dat moet je vooraf heel goed beseffen. En als je volhoudt, krijg je ontzettend veel terug, dan is de hond echt een lid van de familie dat je nooit meer wil missen.'
Zeekomkommers (Holothuroidea) vormen een klasse van stekelhuidigen . Ze hebben een lang, leerachtig lijf. Meestal komen ze voor op de zeebodem. De dieren danken hun naam aan hun vorm die aan een komkommer doet denken.
Een stekelrog wordt ongeveer 85 cm lang. Hij heeft stekels op de rug en de staart, en ook de buik is stekelig.
Stekelroggen zijn in veel openbare aquaria te bezichtigen. Soms worden ze zoals in Nausicaä in Boulogne-sur-Mer in open "aaibakken" gehouden, omdat het dier totaal ongevaarlijk is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de giftige pijlstaartrog .
De zwarte eikapsels van de stekelrog kan men langs de Belgische en Nederlandse kust aantreffen.
Primeur: experts helpen doodskopaapje met gentherapie van kleurenblindheid af
Het voorheen kleurenblinde doodskopaapje Dalton kan rood weer van groen onderscheiden. Het linkerbeeld is digitaal bewerkt, om aan te geven hoe een kleurenblinde aap of mens het ongeveer zou zien.
Amerikaanse wetenschappers hebben kleurenblinde aapjes opnieuw kleuren doen herkennen door een genetisch gemanipuleerd virus in hun ogen te spuiten. Volgens specialisten dé doorbraak om ook bij de mens kleurenblindheid te bestrijden.
Kleurenblindheid bestaat in vele vormen. De meeste zijn erfelijk en worden veroorzaakt door een of meerdere genen op het X-geslachtschromosoom. Dat verklaart meteen waarom veel meer mannen dan vrouwen kleurenblind zijn. Vrouwen kunnen wel drager zijn van de defecte genen maar zijn daarom zelf niet kleurenblind. Bij kleurenblindheid programmeren de betrokken genen receptoren in de drie soorten kegeltjes in ons netvlies waarmee we de hoofdkleuren rood, groen en blauw en alle tinten daartussen onderscheiden. De meest voorkomende vorm van daltonisme is rood-groen kleurenblindheid, het niet (goed) kunnen onderscheiden van rode en groene tinten. De afwijking treft tot een op de twaalf mannen, tegen slechts één op de 230 vrouwen.
Aan de universiteit van Seattle experimenteerde onderzoeker Jay Neitz met doodskopaapjes, een apensoort uit Latijns-Amerika waarbij álle mannetjes rood-groen kleurenblind zijn, in tegenstelling tot de vrouwtjes. Neitz werkte met twee vrouwtjes en vier kleurenblinde mannenaapjes. Hij trainde hen een jaar lang in het kijken naar kleuren en plaatste de dieren tegenover een wand met kleurvlekken in een achtergrond van gelijkaardige grijze vlekken. Telkens de aapjes de kleurvlekken aanraakten, werden ze beloond met voedsel. De mannetjes waren daartoe niet in staat: zij zagen alleen grijstinten.
Neitz entte daarop in het netvlies van twee blinde aapjes, Dalton en Sam, het gen dat de rood-groene receptoren in het netvlies van mensen programmeert. Hij deed dat door een virus genetisch te manipuleren met dat menselijke gen en dat virus vervolgens in te spuiten in de ogen van de aapjes, in de vage hoop dat het virus zich zou vermenigvuldigen en het menselijke gen zou overdragen op de aapjes.
Wat bleek? Na vijf maanden herkenden Dalton en Sam de kleurenvlekken even goed als de vrouwtjes. Twee jaar later zien de twee aapjes nog steeds perfect kleuren. De niet-behandelde aapjes bleven kleurenblind. Neitz zelf is stomverbaasd over het spectaculaire resultaat.
Ook oogspecialisten reageren vol verbazing. 'Wonderlijk slim', zegt Bevil Conway van een hoog aangeschreven oogkliniek in Massachusetts. 'Wij namen aan dat kleurenzicht een vreselijk gecompliceerd systeem in onze hersenen vereist. Blijkbaar passen onze hersenen zich soepel aan aan nieuwe, nooit eerder beleefde oogsignalen'.
Daarop luidt de hamvraag: opent dit de weg naar gentherapie voor kleurenblinde mensen? Het antwoord van de specialisten is: ja, op middellange termijn. Het inspuiten van genetisch gemanipuleerde virussen in het oogvlies wordt nu al klinisch getest op mensen, weliswaar met andere genen. 'Het gaat kennelijk om een veilige techniek', stelt Neitz vast. 'Dat is van cruciaal belang. Kleurenblinden hebben doorgaans een goed zicht en zullen dat niet in de weegschaal gooien om kleuren te kunnen zien. Het zal nog even duren voor we alle risico's hebben uitgebannen.'
Honden iets aanleren. Iedereen weet hoe moeilijk dat soms gaat. En wat als ze bovendien nog eens doof zijn?
In Australië probeert Liz Grewal een acht weken oude en dove pup te trainen. Ze gebruikt daarbij vooral veel lichaamstaal en handgebaren.
"Honden verstaan je lichaamstaal en je handgebaren", aldus Grewal, "Ze lezen dat gewoon allemaal. Het recept om te slagen, is volhouden. En hoewel ook bij gewone honden dikwijls handgebaren gebruikt worden om iets aan te leren, toch moet je het bij een dove hond anders aanpakken. Je moet meer met hem meevoelen. Soms leren ze zelfs sneller iets aan omdat er geen afleiding is van geluiden."
Pixie, de dove Border Collie, doet het in ieder geval al goed: het acht weken oude beestje kan al zitten, iets afgeven en tot bij zijn baasje komen op commando. Om de aandacht van het beestje te trekken, gebruikt Liz enkele truukjes zoals water uit een flesje op Pixie spatten.
Het is niet de eerste keer dat Liz Grewal een dove hond opleidt, ze traint al zes jaar dove honden en gelooft heel erg in hen. "Ik wil dat deze honden een fantastisch leven tegemoet gaan en ik weet dat ze daar zelf voor kunnen zorgen." (HLN.BE/EBO)
ROTTERDAM - In de Rotterdamse Diergaarde Blijdorp zijn rode ibissen geboren. Tot nog toe kropen vijf jonge exemplaren uit hun ei en er liggen in diverse nesten nog meer eieren.
De nu nog zwarte jongen krijgen hun eerste vliegles. FOTO BLIJDORP
Dat meldde een woordvoerster van Blijdorp woensdag. De ibissen hebben vorig jaar hun intrek genomen in de dierentuin. Hoewel in Blijdorp vaker rode ibissen te zien zijn geweest, hebben de vogels zich nooit eerder voortgeplant in Rotterdam. Rode ibissen nestelen meestal in het voorjaar, maar om onbekende redenen is de groep vogels vrij laat gaan broeden.
Rode ibissen leven in het noorden van Zuid-Amerika, onder meer in Suriname. Ze broeden in grote kolonies van soms wel vijfduizend vogels. Ze nestelen in bomen of mangrovebossen. Ze leggen meestal twee eieren, die na ruim twintig dagen uitkomen.
De jongen zijn bruin en ontwikkelen pas later een rood verenpak. Dat komt doordat in hun voedsel, dat voornamelijk bestaat uit krabbetjes en garnalen, een stof zit die veren rood kleurt. Blijdorp voegt aan het voedsel een kunstmatige kleurstof toe. (ANP/CBR)
Wilco weet hoe hij de aandacht op zich moet vestigen.
Een hond is in het Nieuw-Zeelandse Cromwell met de wagen van zijn baasje een café binnengereden. Het ongeluk gebeurde toen de chauffeur snel even stopte om bier te kopen, maar zijn motor liet draaien.
"De hond heet Wilco en is 5,5 jaar oud", doet agent John Chambers het verhaal. "Nadat het dier wat speelde met de versnellingspook bolde de wagen plots naar voren, recht door de voordeur van het café."
In zijn dertig jaar lange carrière had Chambers nooit iets gekkers meegemaakt. "Ik schrok me een hoedje toen ik zag dat een hond al die schade veroorzaakt had. De bestuurder is daarna -net als het dier zelf trouwens- met de staart tussen de benen afgedropen. Laat dit een wijze les zijn: neem altijd je sleutels uit het contact." (svm)
Giovanna werd vandaag voorgesteld in de zoo van Berlijn.
De nieuwe vriendin van Knut is gearriveerd in de dierentuin van Berlijn. Giovanna werd vanmiddag voor het eerst voorgesteld aan het publiek.
Ruzie met Münchense vriend De 3-jarge ijsberin komt uit de zoo van München, maar kon het daar niet zo goed vinden met haar partner. Daarop werd besloten haar aan de wereldberoemde Knut te koppelen.
Juridische strijd De Berlijnse dierentuin kreeg Knut begin juli na een maandenlange juridische strijd officieel in zijn bezit. De zoo betaalde 430.000 euro aan de dierentuin van Münster, waar de vader van Knut vandaan komt.
Goudmijn Het Berlijnse park verdiende miljoenen euro's met het dier, dat door de moeder was verstoten en werd opgevoed door een verzorger. Knut trok sinds maart 2007 ruim acht miljoen bezoekers. (eb)
Onze medewerkers zijn uitgerust om eventueel vogels uit uw schoorsteen te halen.
Doordat wij als mens jarenlang de natuurlijke habitat van de dieren zijn gaan bevolken, zitten we nu vaak met de problemen. Vaak hebben de dieren hun leefgebied moeten verlaten en moeten ze dus op zoek naar andere plekken om te overleven. En maar al te dikwijls komen ze dan onvermijdelijk in contact met de mens. Dat kan gaan van vogels die nesten bouwen in schoorstenen tot reigers die siervijvers als een makkelijk doelwit zien.
Gelukkig zijn er voor al deze problemen vaak zeer dier- en natuurvriendelijke oplossingen. Hieronder geven we een kort overzicht over mogelijke oplossingen voor problemen met wilde dieren.
Blauwe reiger en tuinvijvers
In tegenstelling tot zijn kunststoffen evenbeeld, dat regelmatig als decoratie bij tuinvijvertjes gebruikt wordt, is een levensechte Blauwe Reiger meestal niet welkom in de nabijheid van vijvers. Bij grote diepe vijvers is de aanwezigheid van een Blauwe Reiger eerder een zegen dan een plaag omdat de vogel de zieke visjes deskundig wegvangt en zo de vispopulatie gezond houdt. In kleine tuinvijvertjes kan hij evenwel een ravage onder de vaak peperdure visjes aanrichten. Een Blauwe Reiger is echter een volledig beschermde vogel. Willen we toch onze vissen in de vijver behouden, dan moeten we op zoek gaan naar diervriendelijke oplossingen.
Oplossing
Bij een kleine diepe vijver waar de reiger niet in het water kan staan omdat hij te diep is, helpen enkele gespannen visdraden rond de vijverrand, op een hoogte van ongeveer 25 centimeter, De reiger wordt door deze moeilijk zichtbare draden gehinderd tijdens het lopen. Bij ondiepe vijvers kan men ook kriskras over de vijver heen visdraden spannen om de vogel het lopen en vissen in de vijver te bemoeilijken.
Wie over een tuinvijvertje beschikt dat omgeven is door een hoge omheining of door bomen, kan op een hoogte van twee meter visdraden spannen over het wateroppervlak. De reiger zal met zijn grote vleugels de draden raken als hij komt aanvliegen en zal opgeschrikt worden, voorlopig zal hij niet meer terug komen. Personen die uw tuin komen bezoeken daarentegen kunnen gemakkelijk onder de draden door wandelen.
Het spannen van visdraad zal er voor zorgen dat de reiger na enkele dagen wegblijft. Toch is en blijft een vijvertje met duidelijk zichtbare vissen een aantrekkingspool voor Blauwe Reigers. De aanwezigheid van véél waterplanten, diepe gedeelten en overstekende stenen of houtpartijen bieden de vissen bescherming en maken het voor de reiger extra moeilijk. Ook bewegende objecten zoals windmolentjes, fonteintjes, enz. kunnen reigers afschrikken.
Het natuurhulpcentrum verkoopt ook een toestelletje, 'scarecrow' genaamd. Dit jaagt reigers weg uit uw tuin door middel van een waterstraal. Meer info vind u op de scarecrow pagina.
Vogels in de schoorsteen
Vogels zoals uilen en kauwen zoeken holten op om in te nestelen en zo kan het gebeuren dat vogels in een schoorsteen terechtkomen. In sommige gevallen geraken ze er wel in maar niet meer uit... Of wanneer ze er wel gemakkelijk in en uit geraken, bouwen ze een nest en geraakt de schoorsteen verstopt.
Oplossing
Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen. Een stuk metaalgaas op de schoorsteen voorkomt dit probleem. Geraakt er toch een vogel vast in uw schoorsteen dan kan u ons altijd contacteren. Onze medewerkers zullen het nest of de vogel die vastzit verwijderen en vrijlaten.
Vogels en ruiten
Vogels vliegen zich regelmatig dood tegen grote ruiten. De omgeving wordt daarin weerspiegeld zodat het voor de vogel lijkt alsof hij gewoon door kan vliegen. Tienduizenden vogels, in grootte variërend tussen een Pimpelmees en een Sperwer, vliegen zich jaarlijks te pletter tegen de ruiten van onze woningen, veranda's of serres.
Oplossing
Om dit te voorkomen, ontwierp Vogelbescherming Vlaanderen zelfklevende roofvogelsilhouetten die op de risicovolle ruiten van uw woning kunnen gekleefd worden. Ze zijn te koop in het Natuurhulpcentrum. Deze silhouetten zullen de aandacht van de vogels trekken waardoor ze ook de gevaarlijke ruiten zullen opmerken. U hoeft zich geen zorgen te maken: de silhouetten zijn niet zo schrikwekkend dat alle vogels uit uw tuin zullen wegblijven.
Daarom ook dat deze klevers niet helpen tegen vogels die met hun snavel tegen de ruiten komen tikken. Vooral in het voorjaar krijgen we hopeloze mensen aan de telefoon die ons vertellen dat duiven, kraaien, mezen, enz.; permanent tegen de ruiten opvliegen en pikken, soms zelfs tot bloedens toe.
Ook hier weer moet de oorzaak gezocht worden in het weerspiegelend effect van het glas. De vogel aanziet zijn spiegelbeeld immers als een soortgenoot die zich in zijn territorium bevindt. Hij zal deze indringer zolang aanvallen tot hij de vlucht neemt. Natuurlijk zal in het geval van een spiegelbeeld de soortgenoot nooit verdwijnen. De oplossing is heel simpel, zorg dat het spiegelbeeld verdwijnt en het geklop zal ophouden. Kleef bijvoorbeeld een stuk papier onderaan tegen de buitenkant van de ruit, schuif de overgordijnen overdag dicht of plaats er bijvoorbeeld een grote plantenbak voor.