Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
24-09-2009
Problemen met wilde dieren in en om huis (deel 2)
Vossen
Alhoewel dit roofdier wel eens groot ongenoegen kan veroorzaken door het roven van pluimvee of kleinwild uit een jachtgebied, moeten we ons toch steeds voor ogen blijven houden dat de Vos thuishoort in onze natuur en dat hij daar een belangrijke functie vervult. Vossen helpen namelijk mee aan de natuurlijke regulatie van de populaties van o.a. kleine knaagdieren, konijnen en vogels.
Het feit dat de vossenpopulatie zich de laatste jaren heeft hersteld, is eerder goed dan slecht nieuws want roofdieren kunnen enkel overleven als er nog iets te eten valt. Ze leven van de aanwas van hun prooidieren. Hun aantallen zijn daarop afgestemd. Dat moet ook want als ze de voorjaarsstand van hun prooidierpopulaties verkleinen, betekent dit ook het indammen van de eigen bestaansmogelijkheden. Het aantal prooidieren is daarom beperkend voor het aantal roofdieren.
Oplossing
We moeten ons bewust zijn van de aanwezigheid van de Vos en daarvoor de nodige voorzorgen in acht nemen. Het is immers een alleseter (omnivoor) en dit heeft tot gevolg dat ook pluimvee op zijn menukaart kan staan. Kippen en eenden kunnen ten prooi vallen indien hun ren onvoldoende afgeschermd is.
De enige manier om deze onaangename bezoeken met zekerheid te voorkomen, is het bouwen van een volledig afgesloten hok of een degelijke omheining. Vermits een Vos lenig is als een kat, is het wel belangrijk dat de omheining twee meter hoog is en dat op één meter hoogte een extra prikkeldraad wordt aangebracht. Bovendien moet men vijftig centimeter draad schuin naar buiten toe in de grond ingraven of een boord van betonplaatjes plaatsen zodat de Vos geen tunnel onder de omheining kan maken. Een andere oplossing is het voederen van het pluimvee 's avonds in een degelijk nachthok. Van zodra alle kippen binnen zijn, moet het worden afgesloten tot de volgende ochtend. Eenden die over een voldoende grote vijver beschikken, kunnen zich op het water in veiligheid brengen.
Vaak wordt een Vos als een 'moordlustig' dier bestempeld, wanneer bijvoorbeeld in een kippenhok vele dieren worden gedood zonder dat ze allemaal worden opgegeten of meegenomen. Zo'n ogenschijnlijke zinloze slachting valt voor de mensen maar moeilijk te begrijpen. Dit gedrag, dat 'surplus-killing' wordt genoemd, heeft echter niets te maken met een bloeddorstig karakter maar is een instinctief overlevingsgedrag. Wanneer een roofdier geconfronteerd wordt met talrijke paniekerige prooien die niet kunnen wegvluchten (zoals in een kippenhok), wordt het roofdierinstinct geprikkeld en kunnen alle dieren binnen zijn bereik gedood worden. In de natuur komen dergelijke situaties niet voor want van zodra één of hooguit enkele dieren gepakt worden, vluchten alle andere weg. Ook de aanwezigheid van een hond op het erf kan Vossen afschrikken. Het vangen of doden van Vossen heeft geen zin. Wanneer het pluimvee gewoon als 'lokaas' blijft rondscharrelen, zullen er toch altijd weer nieuwe roofdieren aangetrokken worden.
Roofvogels en pluimvee
Soms vergrijpen roofvogels zich aan pluimvee. De daders zijn meestal de jonge roofvogels die in het najaar door hun ouders verlaten worden en hun eigen kost moeten gaan zoeken. Levende prooi vangen valt niet altijd mee en soms vallen ze van honger pluimvee aan.
Oplossing
Over de kippenren heen en weer gespannen visdraden hinderen de roofvogel en kunnen er voor zorgen dat de vogel minder kans heeft om een prooi te pakken. Verder zijn er in de handel goedkope netten verkrijgbaar om over de ren te spannen. Slierten zilverpapier kunnen hen afschrikken.
Vleermuizen
Ondanks hun naam hebben vleermuizen niets met muizen gemeen. Muizen zijn immers knaagdieren terwijl vleermuizen in de zoogdierklasse onder een aparte orde voorkomen. Simpel gezegd zijn vleermuizen de zwaluwen van de nacht.
Net als de meeste andere zoogdieren brengen vleermuizen hun jongen levend ter wereld. Een vleermuisvrouwtje kan slechts één (of uitzonderlijk twee) jongen per jaar krijgen. Bij alle soorten worden de jongen in juni of juli geboren. Enkele maanden voordien zoeken de vrouwtjes reeds een geschikte plaats om hun jongen te baren. Dergelijke plaatsen moeten warm, droog, rustig en bij voorkeur donker zijn. Zolders, spouwmuren, holle bomen, rolluikkasten en holten achter houtwerk of vensterluiken zijn dan ook bijzonder in trek. Het aantal dieren in zo'n kraamkolonie kan variëren van enkele tot meer dan honderd individuen.
Van de 18 in ons land voorkomende soorten zijn er slechts drie die we met zekere regelmaat in huizen kunnen vinden. De Dwergvleermuis neemt daarvan 99 % voor haar rekening. De meeste mensen verwachten van zo'n kolonie vleermuizen in een woning problemen: binnenbrengen van nestmateriaal, knagen aan houten balken en isolatie, overbrengen van ziekten, reukhinder als gevolg van uitwerpselen, enz. Te vaak denkt men ook aan een massale vermeerdering van het aantal dieren, wat natuurlijk onterecht is. Vermits vleermuizen slechts één keer per jaar één jong krijgen, kan van een plaag immers nooit sprake zijn.
Vleermuizen die gebruik maken van een spouwmuur, zolder of rolluikkast nemen bovendien genoegen met de bestaande ruimte en veranderen daar dus niets aan. Zij maken ook geen nest en verzamelen dus geen nestmateriaal. Aangezien het insecteneters zijn, knagen ze niet aan de isolatie of balken en maken bijgevolg ook geen rotzooi.
Vleermuizen verspreiden in principe geen geur, tenzij uitzonderlijk wanneer een grote kolonie té dicht bij de bewoonde vertrekken huist. Uiteindelijk handelen de meeste klachten over uitwerpselen. Die kunnen vooral teruggevonden worden op de grond onder de in- en uitvliegopening. Ze bestaan enkel uit fragmenten van onverteerbare dekschilden en poten van insecten. Hierdoor kunnen vleermuisuitwerpselen makkelijk onderscheiden worden van muizenest; een vleermuizenkeutel verbrokkelt bij het platdrukken, terwijl die van een muis gewoon platgedrukt wordt. Bovendien is vleermuizenmest voor je tuin nog beter dan champignonmest. En als we tenslotte nog vertellen dat vleermuizen nooit aanvallen en zeker niet in je haren vliegen, hopen we dat ze samen met u in hetzelfde huis mogen blijven wonen.
Is samenleven toch absoluut onmogelijk, dan kan u terecht op ons telefoonnummer 089/85.49.06.