Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
17-09-2010
Tien creatieve manieren om een bedreigd dier te redden
Tien creatieve manieren om een bedreigd dier te redden
Als dieren op de rand van uitsterving staan, is elke manier goed om de soort te redden. En soms maken organisaties gebruik van heel bizarre methoden om dieren te beschermen. Van een parfum voor tijgers tot het klonen vanuit het graf.
Obsession for Tigers
Visarenden leren vliegen met vliegtuigen
Haaien taggen
De buidelmarter heeft een kikkerverslaving
DNA afnemen, deze pinguïn is alvast nieuwsgierig.
1. Omgekeerde vasectomie Het beroemde Przewalskipaard werd in 1970 in het wild uitgestorven verklaard. Het dier leefde in China en Mongolië. In 1999 kreeg een paard in de Smithsonian National Zoo een vasectomie. Daarbij worden de zaadleiders van een mannelijk paard onderbroken. Biologen realiseerden zich na de ingreep echter dat dergelijke paarden genetisch heel waardevol zijn.
Het paard in kwestie, Minnesota, moest daarom in 2008 opnieuw onder het mes. De procedure werd omgekeerd zodat Minnesota zich weer kon voortplanten bij vrouwelijke paarden.
2. Obsession voor tijgers Bedreigde diersoorten moeten zich zoveel mogelijk voortplanten en daarvoor hebben specialisten al allerlei methoden uitgeprobeerd. Vooral experimenten met geurtjes bleken een interessante piste. Zo ontdekten ze dat 'Obsession' van Calvin Klein het favoriete parfum van Sumatraanse tijgers is. Tijgers brengen meer tijd met elkaar door dankzij het parfum en ze zijn tevens meer geneigd om te paren.
3. Berggeit klonen In de Pyreneeën leefde ooit een berggeit die in 2000 officieel uitgestorven verklaard werd. Toen werd het laatste exemplaar in het noorden van Spanje dood terug gevonden. Kort voor zijn dood hebben wetenschappers echter huidmonsters van het oor van de geit afgenomen en bewaard in vloeibare stikstof.
Vorig jaar werd de geit gekloond en zo was de eerste diersoort 'herboren' na uitsterving. Helaas stierf de geit al na zeven minuten door longproblemen.
4. Visarend foppen Visarenden zijn in het begin van de 20ste eeuw uitgestorven in het Verenigd Koninkrijk. In de jaren 50 werden ze echter opnieuw geïntroduceerd in Schotland. Dit jaar heeft Dorset geprobeerd om de verspreiding van de visarenden wat te stimuleren. Ze gebruikten valse nesten om de visarenden te lokken. Ze wilden de aandacht van de vogels trekken, terwijl de dieren voor de zomer uit Afrika terugkeerden.
5. Undercover bij trompetkraanvogel Trompetkraanvogels behoren tot de meest bedreigde dieren ter wereld. Daarom worden ze vaak in gevangenschap gekweekt, waarna de dieren in het wild worden losgelaten. Het is echter belangrijk dat de jonge vogels hun menselijke verzorgers niet als hun ouders beschouwen. Die verzorgers dragen daarom een vormeloos kostuum over hun hoofd.
6. Vliegles De kraanvogels moeten ook leren hoe hun soortgenoten migreren. Daarom gebruikt een Amerikaans team verzorgers lichte vliegtuigen om de vogels te leren hoe ze ieder jaar van Florida naar Wisconsin moeten vliegen. Sinds oktober vorig jaar is het project heel succesvol. Liefst 77 kraanvogels volgden een vliegtuig naar het noorden en het zuiden.
7. Haaien taggen Het is een woordje dat we eerder met Facebook associëren, maar taggen is heel gebruikelijk als mensen een bedreigde diersoort proberen redden. Taggen is relatief veilig, zolang je geen grote witte haai met de hand wil aanpakken. De haaien worden daarom met een grote haak gevangen. Tijdens het proces krijgen de dieren een kalmeermiddel zodat ze niet in paniek zouden schieten. Na ongeveer vijftien minuten worden de haaien weer vrijgelaten. Ze kunnen vanaf nu overal gevolgd worden.
8. Blijf van die kikkers af! Sommige dieren kan je iets bijleren. Zo hebben Australische wetenschappers buidelmarters geleerd dat ze geen giftige kikkers meer mogen eten. Daarvoor moeten de dieren hun instincten leren onderdrukken. De dieren kregen heel kleine exemplaren van de giftige kikkers te eten. En op die manier hadden ze hun lesje blijkbaar snel geleerd. Uit onderzoek blijkt dat de buidelmarters nadien veel langer leven dan soortgenoten die niet in de klas zaten.
9. DNA invriezen De dierentuin van San Diego is al sinds 1972 huidmonsters van zeldzame dieren aan het verzamelen. Intussen bestaat de collectie al uit monsters van 8.400 dieren. In de jaren 70 wist niemand wat er met de exemplaren zou gebeuren, aangezien DNA-onderzoek pas in z'n kinderschoenen stond. Intussen is de wetenschap echter al veel verder geëvolueerd.
10. Kakapo Cologne Niet alleen tijgers houden van parfums. Ook de kakapo, een soort papagaai, ruikt graag lekker. Er leven nog maar 91 exemplaren van de dieren en dus moeten de kakapo's zich dringend voortplanten. Sommige mannetjes hadden echter meer succes bij vrouwtjes dan anderen. Dat had volgens wetenschappers met hun geur te maken.
En zo was de Kakapo Cologne geboren. Op basis van de veren werd een speciaal parfum gemaakt waardoor ook de mannetjes met een minder fijne lichaamsgeur aan bod kwamen bij vrouwtjes. (gb)
De slimste dieren ter wereld hebben relatief nogal grote hersens en zijn bijna allemaal zoogdieren. En anders wel vogels. Overeenkomst: ze zijn allemaal warmbloedig en hebben een hoge stofwisseling. Maar stofwisseling is minder belangrijk voor hersengrootte dan gedacht, volgens nieuw onderzoek. Moederzorg blijkt doorslaggevender.
Welke dieren zijn bijna even slim als mensen? Hoe het ook met intelligentie zit, één ding is zeker: om slim te zijn heb je grote hersenen nodig. Althans, in verhouding met je lichaamsgewicht dan. Grotere dieren hebben grotere hersenen nodig om hun enorme lijf aan te sturen. De grootste hersenen ter wereld zijn daarom niet die van de mens, maar van de loodzware potvis .
Wetenschappers schatten de slimheid van dieren daarom met de volgende berekening: pak het aantal kilo hersenen en deel dat door het lichaamsgewicht. Dat lijkt redelijk te kloppen. Maar er is iets aan de hand. Zoogdieren blijken per kilo lichaamsgewicht meer kilos hersenen te hebben dan reptielen of vissen. Op zich wel bevredigend, want dat bevestigt dat wij evenals onze honden en katten slimmer zijn dan goudvissen. Maar wat maakt zoogdieren dan zo bijzonder, dat ze grotere hersenen dan vissen en reptielen hebben?
Daar zeggen onderzoekers sinds een jaar of dertig een verklaring voor te hebben: een hogere stofwisseling bij zoogdieren en vogels. Want ja, een fors brein slurpt nu eenmaal veel energie. Die verklaring klopt aardig, maar niet super, blijkt uit nieuw onderzoek. Biologen Vera Weisbecker en Anjali Goswami schrijven daarover deze week een dwars artikel in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS). Zij zeggen: moederzorg, niet stofwisseling, maakt het zoogdierbrein groter en groter.
Weisbecker en Goswami hebben voor deze bewering een prima basis: ze maakten de meest uitgebreide vergelijking van zoogdierbreinen tot nog toe. Ze vergeleken naast 493 gewone zoogdiersoorten voor het eerst 198 buideldiersoorten zoogdieren die hun jongen in een buidel grootbrengen, zoals de kangoeroe. Daarnaast verkeken de biologen zich niet enkel op de factor stofwisseling. Ze telden ook andere eigenschappen mee: dingen die met moederzorg hebben te maken.
Wat bleek? Als een zoogdier een groot deel van zijn leven als zuigeling leeft, is de kans groot dat hij flinke hersenen zal krijgen. Dat verband blijkt sterker dan het stofwisselingsidee. Om precies te zijn kan een hogere stofwisseling bij slechts één op de tien zoogdiersoorten een groter brein verklaren, terwijl lange kinderzorg in maar liefst twee op de tien gevallen een groter brein voorspelt. En met kinderzorg bedoelen de biologen de tijd die het jong in de baarmoeder doorbrengt, plus de tijd dat het melk drinkt.
Deze moederzorg-verklaring is overigens niet nieuw. In de jaren negentig opperde bioloog Robert Martin dat de stofwisselingstheorie niet voldoende kon zijn om de grote hersens van zoogdieren te verklaren. Een brein onderhouden kost minder energie dan een brein groeien, is zijn idee. En des te groter de hersenen moeten worden, des te meer hulp het jonge dier van zijn ouders nodig heeft.
Niet alleen geeft dit nieuwe onderzoek Martin een beetje gelijk hij werkte overigens achter de schermen mee het helpt ook een ander misverstand uit de wereld. En dat is het idee dat buideldieren gemiddeld kleinere hersenen hebben dan placentazoogdieren. Dat beeld paste goed bij de stofwisselingsregel: buideldieren hebben namelijk gemiddeld een iets lagere stofwisseling dan zoogdieren met placentas en hoe bevestigend gemiddeld ook kleinere hersenen. Maar Weisbecker en Goswami vinden dat te kort door de bocht. De gemiddelde hersengrootte voor placentadieren is overtrokken, zeggen ze, omdat bijzondere uitschieters zoals mensen en chimpansees worden meegerekend. Tel je die niet mee, dan blijken placentadieren en buideldieren gemiddeld even grote hersens te hebben.
Niet dat stofwisseling nu helemaal van de baan is. De biologen zijn er nog steeds van overtuigd dat grotere hersenen enkel toebedeeld zijn aan warmbloedige dieren die met hulp van een hoge stofwisseling hun lijf op warmte houden. Maar dat is eerder een minimumeis om een groter brein dan reptielen en vissen te krijgen. De echte dikkoppen krijgen gewoon langere verzorging; het zijn echte moederskindjes.