Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
31-03-2007
Trekvogels hebben natuurlijke gps (Cis-ka)
Trekvogels hebben natuurlijke gps
,,Vogels bezitten wonderbaarlijke gaven. Zo beschikken ze over een natuurlijk gps-systeem dat hen geschikt maakt om lange expedities te ondernemen'', vertelt dierendokter Rob Lückerath, wanneer we hem vragen naar de gedragingen van trekvogels.
'Arenden, valken en gieren kunnen van hoog in de lucht de kleinste details op de grond waarnemen. Zo worden muizen opgespoord op basis van hun urineverlies. Wat de vogel echter geschikt maakt om lange expedities te ondernemen, is het bezit van een gps-systeem. Een vogel heeft een relatief grote hoeveelheid kleine hersenen -het deel van de hersenen staat in voor de coördinatie. Voorts hebben ze een aantal instrumenten als surplus''.
,,Vogels bezitten een systeem dat ze in staat stelt om zich te oriënteren op aardmagnetisme. Waar dit systeem zich bevindt is nog niet geheel duidelijk. Bij proeven met postduiven is vastgesteld dat er in het hersenweefsel deeltjes magnetiet en andere moleculen aanwezig zijn, die deze functie kunnen vervullen. Een vogel heeft ook nog de zogenaamde lichaampjes van Herbst. Dit zijn sensoren die over het gehele lijf zijn verspreid en de vogels gevoelig maken voor atmosferische druk en trillingen van de lucht, het water en de aarde''.
Waarom trekken vogels zo graag op reis?
,,Het is een fysiologische behoefte, om het hele jaar door de beste levensomstandigheden te hebben. In de winter is er op het noordelijke halfrond niet genoeg te eten. Ten noorden van de evenaar zijn de omstandigheden rond oktober optimaal. De regentijd heeft dan gezorgd voor een enorme toename van planten en insecten. Als in het droge seizoen de rivieren terugtrekken, planten sterven en insecten verminderen, zijn de vogels weer weg. Ze reageren als opportunisten op het cyclisch patroon van het seizoen en maken gebruik van de natuur''.
Welke zijn de grootste ongemakken op hun tocht?
,,Het grootste obstakel op hun trek van Zuid naar Noord is niet de Middellandse Zee maar de Sahara. Landen in de woestijn is voor vogels absoluut nefast. Als hij op zoek gaat naar een schaduwplek, is het contact met de warme ondergrond al goed voor enorm veel vochtverlies. Terwijl er geen water en voedsel voorradig is. Dus is het maar beter om er in één ruk overheen te vliegen. De Sahara is op het smalste punt 1.500 km breed en een vogel vliegt niet sneller dan 40 km/uur. Ze maken gebruik van de bredere noordoost-zuidwestroute waar een gunstige thermiek heerst, die hen meevoert. Ook de hoogte is bepalend: vliegen ze te laag, dan hebben ze last van zandstormen; te hoog, dan is er sprake van storingen. Tussen 1.000 en 2.000 meter hoogte is de ideale vluchthoogte. De reis eist wel zijn tol: de helft van de vertrekkende vogels komt niet meer terug.
In welke volgorde verloopt het reisprogramma?
Eind januari beginnen de roodborstjes, vinken en heggenmussen terug te komen. De zomertalingen (soort van eenden) keren eind februari terug. Eind maart komt de koekoek terug: in de volksmond kondigt zijn kreet de luikende lente aan, maar in feite is dit natuurlijk niets anders dan de roep om een vrouwtje te lokken. Rond dezelfde tijd verschijnt de rietzanger vanuit Afrika. Rond augustus/september vertrekken al die soorten weer. Tussen eind maart en half mei komen de boerenzwaluwen, grasmussen en tjiftjaf (onopvallend grijsgrauw vogeltje: grasmus, met een opvallend keelgeluid) om tot oktober te blijven. Begin mei zien we ook weer de tortel, die in september alweer afreist.
Roel Vandecasteele(NB)
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/
Hieronder plak ik jullie nog een tekst die in deze chocolade-paaseieren-periode belangrijk om lezen is :
Ieder jaar gaan er rond Pasen, Sinterklaas en Kerst honden dood door het eten van chocola. Verstopte chocolade-eieren met Pasen die niet gevonden worden, chocoladeletters in de schoen die met Sinterklaas voor de kachel staan en chocoladekransjes die als kerstversiering in de boom hangen. Of als u chocolaatjes op tafel hebt staan en het bezoek uitlaat, is dit een perfecte kans voor uw hond om wat chocolaatjes te stelen. Hoewel het voor ons alleen voor de lijn slecht is, is het voor de hond dodelijk!
Waarom is chocolade gevaarlijk voor uw huisdier? In chocolade zit Theobromine, een opwekkend stofje dat je wakker houdt en activeert. Maar juist dat opwekkende stofje Theobromine is giftig voor honden en kan voor hen levensbedreigend zijn! Dit geldt ook voor katten, maar katten zijn veel meer fijnproevers en zullen niet zo snel een grote hoeveelheid chocola opeten, daarom zien we chocoladevergiftiging niet snel bij katten. Theobromine is zo giftig voor de hond, dat één reep pure chocolade van 200 gram een hond ter grootte van een Labrador kan doden.
Waarom is Theobromine gevaarlijker voor uw hond dan voor u? Honden zijn veel gevoeliger voor een chocoladevergiftiging dan mensen. Allereerst komt dat omdat honden een lager lichaamsgewicht hebben. Honderd gram chocolade bevat voor een hond van 10 kg omgerekend per kg lichaamsgewicht net zoveel Theobromine als 1,6 kg chocolade bevat voor iemand van 80 kg. Daarnaast is de stofwisseling bij de hond anders dan bij mensen, waardoor het Theobromine ook nog eens wordt omgezet in nog schadelijker stoffen dan bij de mens.
Wat zijn de symptomen van chocoladevergiftiging? De eerste verschijnselen ontstaan ongeveer 4-5 uur (tot 12 uur) na het opeten van de chocolade. Hieronder ziet u een opsomming van de symptomen die kunnen voorkomen.
Rusteloosheid/nervositeit
Misselijkheid met soms braken
Veel drinken
Diarree
Hoge hartfrequentie
Versnelde ademhaling
Koorts
Stuiptrekkingen
Coma
Uiteindelijk kan zelfs sterfte optreden. Daarnaast is na 2 tot 3 dagen een ontsteking van de alvleesklier mogelijk ten gevolge van het hoge vetgehalte van chocolade. Ook zijn enkele dagen na inname nog verschijnselen mogelijk ten gevolge van beschadigingen van de hartspier. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot acute hartdood de volgende dag.
Wat moet u doen als u vermoedt dat uw hond een chocoladevergiftiging heeft? Niet afwachten, maar neem direct contact op met onze praktijk. Dit is een spoedgeval! Er bestaat geen tegengif voor Theobromine. De behandeling bestaat dan ook uit een braakmiddel als de opname van de chocolade kort geleden gebeurd is. Daarnaast zal er symptomatisch behandeld worden. Als een hond veel spiertrillingen en/of krampen heeft, is het verstandig om hem een tijdje onder narcose te houden zodat hij rustig slaapt. Verder wordt geprobeerd om zo snel mogelijk de schadelijke stoffen uit het lichaam te spoelen door extra vocht toe te voeren via een infuus en een catheter (plastic buisje) in de plasbuis te plaatsen. Tenslotte krijgt uw hond Norit om de schadelijke stoffen in de darmen te absorberen zodat ze geen schade meer kunnen aanrichten. Het grootste risico voor de hond bestaat uit de kans op een plotselinge hartstilstand.
Hoeveelheden Theobromine in chocolade
Melk chocolade
154 mg/100 g
Pure chocolade
1365 mg/100 g
N.B. In witte chocolade zit een te verwaarlozen hoeveelheid Theobromine.
Wanneer is het teveel?
Gewicht hond
Hoeveelheid melk chocolade
Hoeveelheid pure chocolade
Hoeveelheid Theobromine
2 kg
130 g
15 g
200 mg
4 kg
260 g
29 g
400 mg
9 kg
584 g
66 g
900 mg
13 kg
844 g
95 g
1300 mg
18 kg
1169 g
132 g
1800 mg
22 kg
1429 g
161 g
2200 mg
27 kg
1753 g
198 g
2700 mg
32 kg
2078 g
234 g
3200 mg
Dit is uiteraard een richtlijn. Als u uw hond verdenkt van een chocoladevergiftiging, aarzel dan niet en ga naar uw dierenarts.
Een man rent in paniek de slagerij in en roept: "Van wie is die grote hond die buiten vastgebonden zat?" "Van mij, waarom vraag je dat?" "Het spijt me, maar mijn hondje heeft net uw hond dood gemaakt." De eigenaar kijkt geschokt: "Dat is bijna niet te geloven, mijn hond is bijna zo groot als een auto. Wat is er gebeurd?"
Een Amerikaanse vrouw beweert dat haar hond haar het leven heeft gered met de Heimlichmanoeuvre. De 45-jarige Debbie Parkhurst was een appel aan het eten toen er een brok in haar keel bleef steken, waardoor ze niet meer kon ademen. Ik ben over de stoel gaan hangen om het stuk eruit te krijgen, maar dat werkte niet, aldus Parkhurst.
Ze begon op haar borst te slaan, wat de aandacht van haar 2-jarige golden retriever Toby trok. Parkhurst: Opeens stond Toby op zijn achterpoten en had zijn voorpoten op mijn schouders. Hij drukte me tegen de grond en begon op mijn borst op en neer te springen.
Het stuk appel schoot door het gespring van de hond uit de keel van Parkhurst. Zodra ik weer kon ademen, begon Toby me te likken. Volgens de dokter was Parkhurst er niet meer geweest als haar hond niet had ingegrepen. (hln/anp)
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/
Drie vrouwen komen om bij een auto-ongeluk en gaan naar de hemel. Als ze daar aankomen, zegt Petrus tegen hen: "In de hemel kennen we maar één regel: Er wordt hier niet op eenden getrapt." Ze gaan de hemelpoort door en ja hoor, het krioelt er van de eenden. Het is bijna onmogelijk om niét op een eend te trappen. Hoewel ze hun uiterste best doen ze te ontwijken, trapt een van de vrouwen per ongeluk toch op een eend. Daar is Petrus al en hij heeft een man bij zich, zo lelijk als ze nog nooit heeft gezien. Hij ketent ze aan elkaar vast en zegt: "Dit is je straf. Omdat je op een eend hebt getrapt, blijf je voor de eeuwigheid aan deze lelijkerd geketend!" Een dag later trapt de tweede vrouw per ongeluk op een eend en nog voor ze 'halleluja' kan zeggen staat Petrus, wie niets ontgaat, al voor haar met nog zo'n ontzettend lelijke man. Ook zij worden voor de eeuwigheid aan elkaar geklonken. De derde vrouw heeft dit allemaal zien gebeuren en omdat ze niet voor de eeuwigheid aan een lelijke man vast wil zitten, is ze heel, heel, HEEL voorzichtig met waar ze haar voeten neerzet. Zo lukt het haar maandenlang niet op eenden te trappen. Dan op een dag komt Petrus naar haar toe met de knapste man die ze ooit heeft gezien, zongebruind, gespierd en sexy. Zonder een woord te zeggen ketent Petrus ze aan elkaar vast. "Waar heb ik 't aan te danken dat ik voor de eeuwigheid aan jóu word vastgeketend?" vraagt de vrouw. "Wat jij gedaan hebt, weet ik niet," antwoordt de adonis, "maar ik heb net op een eend getrapt."
In dit artikel gaan we in op het aanschaffen van reptielen. Het is verstandig om vooraf het artikel Aanschaffen van huisdieren te lezen om te kunnen beoordelen of u geschikt bent voor het aanschaffen van een huisdier.
Bent u geschikt voor een reptiel?
Het aanschaffen van een reptiel is vaak een impulsinkoop. 'Het beestje zag er in de dierenwinkel zo leuk uit, zal ook wel leuk voor thuis zijn is vaak de gedachte van de eigenaar. Impulsief koopt men het dier zonder eerst te informeren aan welke eisen voldaan moet worden. Reptielen stellen hogere eisen aan verzorging dan andere populaire huisdieren, zoals honden en katten. U moet ruimte en tijd hebben en ook het nodige geld. De verlichting, verwarming, voedsel, ander benodigde apparatuur en de dierenarts zijn duur. Voor u een reptiel in huis neemt moet u zeker weten dat u kunt beschikken over geschikt voedsel. Begin niet aan deze hobby zonder goede inlichting en een goede voorbereiding. Niet genoeg kennis over deze dieren levert alleen maar verwaarloosde dieren en teleurstelling op.
Welke soort
De keuze voor het aanschaffen van een reptiel is aan u, maar denk wel aan de volgende zaken.
Koop niet te grote dieren of dieren die groot worden. Leguanen, grote slangen en schildpadden groeien uit hun terrarium en kunnen dan lastig te huisvesten zijn. Vaak is de enige oplossing om het beestje naar een opvang voor reptielen te brengen, wat natuurlijk niet de bedoeling is. Dierenopvangcentra zitten al vol met afgedankte dieren.
Een groot aantal terrariumdieren vangt levende prooien. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn dat u muizen gaat fokken en de levende jongen aan uw slang voert. Niet iedereen kan dit. Kijk voordat u een dier koopt of het noodzakelijk is levende prooien te voeren.
Tropische soorten leven in een verwarmd terrarium, wat deze dieren duurder in onderhoud maken.
Alle reptielen hebben temperament. Ondanks de meeste soorten heel mak zijn, komt ook een onhandelbaar karakter voor. U heeft dan speciale uitrusting nodig om het dier te hanteren en verzorgen.
Als u geen ervaring heeft koop dan nooit giftige dieren.
Eén dier of een paartje
Het kopen van een paartje is alleen aan te raden als u wilt gaan kweken. Als u geen ervaring heeft met terrariumdieren is het gaan kweken sterk af te raden. Het is verstandig om eerst één dier te kopen en vervolgens in praktijk te leren wat daar allemaal bij komt kijken. Heeft u genoeg tijd over, kunt u altijd de hobby uitbreiden en een tweede dier aanschaffen. Wilt u toch aan paartje kopen moet u met het volgende rekening houden:
Kunt u ze in hetzelfde terrarium houden of kan het paartje alleen tijdens de paartijd bij elkaar gezet worden?
Heeft u genoeg ruimte voor een tweede onderkomen?
Heeft u genoeg tijd om het tweede onderkomen te onderhouden?
Als u niet gaat kweken schaf dan alleen mannetjesdieren aan, maar laat u eerst inlichten of deze samen in een terrarium kunnen.
Ga alleen met reptielen kweken als u genoeg ervaring heeft. De zorg voor de eieren en jongen vergt veel kennis en tijd. Zorg voordat u gaat kweken voor een goed onderkomen voor de jongen.
Wilt u verschillende soorten aanschaffen om een gezelschapverblijf te maken, ga dan eerst na of de verschillende dieren wel bij elkaar gehouden kunnen worden. Schaf in dit geval ook alleen mannetjes dieren aan.
Dieren die samen worden gehouden
Bij gelijke grote kan u de volgende soorten samen in een ruimte huisvesten:
Axolotl en tijgersalamander (alleen als er een landgedeelte aanwezig is).
Reuzenboomkikker en koraalteenboomkikker.
Reuzenpad en berberpad.
Roodbuikspitskopschildpad en slangenhalsschildpad.
Pantergekko en blauwstaartskink.
Gestreepte basilisk en ridderanolis.
Kousenbandslang en andere Thamnophis-soorten.
Korenslang, zwarte rattenslang en amoer-rattenslang.
Alle soorten stekelleguanen.
Inrichting Terrarium
Een terrarium moet een natuurlijke biotoop zijn en blijven. De oorspronkelijke leefomgeving van de dieren kan men nauwkeurig worden nabootsen, zodat de bewoners zich volkomen thuis voelen. Het terrarium inrichten is niet moeilijk, maar reptielen stellen wel een aantal eisen aan hun woonomgeving. De ruimte moet altijd overzichtelijk zijn en u moet overal bij kunnen.
Wanden
Reptielen zijn actief en klimmen graag overal overheen en onderdoor. Verstandig is daar de wanden op aan te passen, door de wanden bijvoorbeeld van stenen of takken te maken waar de dieren tegenaan kunnen klimmen. Voor een woestijnterrarium is een stenenachterwand zeer geschikt en voor een regenwoudterrarium een wand van boomschors. Er zijn allerlei wanden in diverse formaten te koop bij dierenspeciaalzaken, deze zijn vaak wel duur maar hebben een goede kwaliteit.
Verlichting en Verwarming
De hoeveelheid verlichting en verwarming hangt ook van het soort af. Voor verlichting voldoen tl-lampen. Zorg dat de lampen goed zijn afgeschermd zodat de dieren niet verbranden. Veel reptielen zijn pas actief als de temperatuur hoog genoeg is. Het beste kunnen warmtelampen op een steen gericht staan, zodat het dier zich op de steen kan opwarmen.
Watervoorziening
Er dient altijd een bakje met water aanwezig te zijn. De tropische soorten vinden het fijn om regelmatig met lauw water te worden besproeid. Sommige dieren hebben meer water nodig, omdat deze een deel van de dag in het water doorbrengen. Zorg ervoor dat dit water geregeld ververst wordt. Het makkelijke is via een afvoerkraantje. Voor de watercirculatie is een watervalletje het beste, wat ook nog eens heel decoratief is. Een watertemperatuur van 20 graden is ideaal.
De planten
Gebruik bij voorkeur echte planten die stevig vaststaan. Voor een terrarium komen de volgende soorten in aanmerking, deze worden onderverdeeld in bodemplanten, bodembedekkers, klimplanten, epifyten en waterplanten. Bodemplanten zijn boom- of struikvormig die alleen via de wortels voedsel kunnen opnemen. Bodembedekkers zijn grassen en mossen die zich verspreiden over het bodemoppervlak. Klimplanten groeien naar het licht toe, via takken en stenen. Epifyten zijn planten die op andere planten, dood hout en rotsen vestigen. Hiertoe behoren orchideeën, varens en cactussen, welke zeer geschikt zijn voor een terrarium.
Een schuilplaats
Reptielen hebben altijd een schuilplaats nodig. Deze schuilplaats kan bijvoorbeeld bestaan uit een stuk holle boomstam. U moet er voor zorgen dat er twee ingangen zijn zodat het dier altijd kan vluchten.
Voeding en Verzorging
De voeding
Reptielen kunnen worden onderverdeeld in planteneters, vleeseters en soorten die zowel planten als vlees eten. Plantaardig voedsel zijn fruit en groenten, rijst, hooi, gras en kruiden. Dierlijk voedsel wordt meestal als levend prooi gegeten. Het voeren van levende prooien is van groot belang voor de spijsvertering. Botten, haren, schubben, chitine en de maaginhoud van de voedseldieren is goede voeding voor de reptiel. De voeding opname is voor ieder reptielsoort anders en u kunt dit het beste navragen aan een ervaren reptielhouder.
Verzorging
Reptielen hebben niet dezelfde verzorging als honden en katten nodig. Een reptiel heeft iedere dag schoon drinkwater nodig. Het terrarium moet altijd verzorgt en hygiënisch zijn, de ruiten moeten schoon zijn. Voedselresten, uitwerpselen en het oude vel na vervelling moeten worden verwijderd. De reptiel zelf behoeft niet veel verzorging. Het is belangrijk dat u het dier iedere dag opserveert, zodat u kan zien hoe uw dier het maakt. Vooral tijdens en vlak na de vervelling is het belangrijk dat u goed opserveert.
Tijdsbesteding
Met het schoonmaken, observeren, elke dag vers water en ontlasting verwijderen bent u al gauw één uur per dag per terrarium bezig. Hoe meer reptielen des te meer tijd zult u kwijt zijn aan verzorging.
Aanschaf
Waar te koop
Voor de aanschaf gaat u naar een reptielenspeciaalzaak, een particuliere kweker of naar een reptielenbeurs. Bij een reptielenspeciaalzaak krijgt u een gezond reptiel en daar kunnen ze u de beste informatie geven. Gaat u bij een particuliere kweker een reptiel kopen doe dan eerst navraag of u wel een goede kweker benadert.
Kosten
De aanschafprijs van de verschillende reptielsoorten loopt sterk uiteen. U moet rekening houden met een bedrag tussen de euro 100 en euro 500. Het kan zijn dat een zeldzaam soort nog duurder in aanschaf is. Naast de aanschafkosten zijn er nog de stroomkosten, reptielen hebben altijd verwarming en licht nodig. U moet er rekening mee houden dat niet iedere dierenarts verstand heeft van reptielen. U zult op zoek moeten naar een specialist, die in veel gevallen duurder is. Omdat een reptiel vaak levend voer eet, liggen de voerkosten ook hoger dan bij een ander huisdier.
Wetgeving
Het is verboden om wildvangreptielen die met uitsterven bedreigd worden aan te schaffen. De Nederlandse wet stelt strenge eisen aan het importeren van reptielen die uit het wild afkomstig zijn. Het is vaak moeilijk dieren die uit het wild komen goed te verzorgen, deze kunnen vaak niet wennen als ze in gevangenschap worden gehouden. Overtredingen van die wet gelden als misdrijf en de boetes zijn hoog. Koop dus geen dieren die zeldzaam zijn en bij voorkeur dieren uit nakweek. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van Het Ministerie van Landbouw.
Tips
Zorg er altijd voor dat u voldoende studie heeft verricht naar het soort dat u wilt aanschaffen. Denk eraan dat voor u het dier in huis haalt het terrarium klaar is. Om zeker te zijn van een gezonde reptiel zijn hier een paar tips:
Voedingstoestand; ribben, ruggenwervels en bekken mogen niet te zichtbaar zijn. Het dier mag geen huidplooien vertonen aan de romp, de staart en de dijen.
Ogen; deze mogen niet te ver in de oogkassen liggen. Gezonde reptielen moeten op handbewegingen reageren met vluchtgedrag of afweergedrag.
Huid; moet vrij zijn van bulten, puisten en open etterende wonden. Er is een mogelijkheid dat deze zijn veroorzaakt door een stofwisselingsstoornis, schimmelinfectie of bacteriële infectie. Bij slangen kunnen vervellingresten ook op een slechte gezondheid wijzen.
Pantser; Het pantser mag alleen bij zeer jonge dieren meegeven, bij volwassen dieren moet dit stevig en hard zijn.
Bek; deze moet gesloten zijn. Slijm en schuim rondom de neusgaten en mondopening wijst op verkoudheid. Slijmerige afscheiding in de bek wijst op keelontsteking of ziekten van het spijsverteringsstelsel of ademwegen.
Parasieten; Controleer voor aankoop of de huid vrij is van uitwendige parasieten.
Vervelling: Als het dier aan het vervellen is kunt u de aankoop beter uitstellen tot het dier verveld is. Het vervellen dient te gebeuren in rust en het dier mag daarbij niet gestoord worden.
Koop nooit een dier als u twijfelt aan de gezondheid. Vraag bij twijfel een specialist het dier te bekijken.
De zorg voor een dier kan een mens weer een wil tot leven geven. (Yradja)
De zorg voor een dier kan een mens weer een wil tot leven geven. Huisdieren helpen de mens zich te ontspannen en zorgen voor aangenaam gezelschap. Hun invloed blijkt echter nog veel verder te gaan : een huisdier is ook goed voor de gezondheid. In een Amerikaans onderzoek uit 1978 werd bijvoorbeeld nagegaan welke maatschappelijke en psychologische factoren de overlevingskansen van hartpatiënten na hun ziekenhuisbehandeling bepaalden. Van alle onderzochte invloeden - waaronder geslacht, ras, leeftijd, economische status en sociaal isolement - bleek het bezit van een huisdier het duidelijkst het leven van de patiënt te verlengen. Van de patiënten zonder huisdier overleed zo'n 28 procent binnen een jaar, tegen slechts 6 procent van de mensen met een huisdier. In de gezondheidszorg weet men al lang hoe belangrijk een huisdier kan zijn om eenzaamheid te doorbreken of als middel om onzekere mensen weer zelfrespect te geven, en hoeveel voldoening mensen met veel vrije tijd aan un dier kunnen beleven. In het Engeland van de 18de eeuw kregen de patiënten van een voor die tijd ongewoon vooruitstrevende psychiatrische inrichting, ieder een klein huisdier als een konijn of kip om voor te zorgen. De afhankelijkheid van die schepseltjes gaf de patiënten een gevoel van eigenwaarde en verantwoordelijkheid. Tegenwoordig worden huisdieren systematisch gebruikt in therapieën voor lichamelijk en geestelijk gehandicapten, vooral kinderen, voor psychiatrische patiënten en ouderen. In 1983 is bv. een Engelse liefdadigheidsinstelling begonnen met een bezoekregeling van honden voor ziekenhuispatiënten. Inmiddels brengen al zo'n 4500 hondenbezitters hun dier regelmatig naar ziekenhuizen, waar bepaalde patiënten als onderdeel van hun therapie met de dieren mogen spelen en een relatie met ze kunnen opbouwen. Die bezoekjes blijken vooral nuttig voor fobielijders, voor zeer teruggetrokken mensen en voor drugverslaafden die een ontwenningskuur ondergaan. In verschillende landen is zo'n huisdiertherapie voor gehandicapte kinderen intussen al gemeengoed. Voor kinderen die aan hersenverlamming lijden gaat een heel nieuwe wereld open wanneer ze eens op een pony mogen zitten. Voor het eerst in hun leven staan ze dan op gelijke voet met andere mensen, in plaats van hulpeloos vanuit een rolstoel omhoog te moeten kijken. Vaak gaat hun lichaamsbeheersing er aanzienlijk op vooruit wanneer ze leren pony- of paardrijden. Ook geestelijk gehandicapte kinderen vinden veel baat bij deze praktijk. De communicatie en het lichamelijke contact met dieren kan hen in hun dagelijks leven toegankelijker en gemakkelijker in de omgang maken en ook meer gevoel voor verantwoordelijkheid bijbrengen. Een ander schepsel om van te houden en om voor te zorgen kan ook de eenzaamste mens weer een sterke wil tot leven geven. (Brontekst : The Reader's Digest)
Nog een kattebelletje : Toen de steden nog nauwe straatjes hadden en er van riolering geen sprake was, had een zware regenbui vaak dramatische gevolgen. Een woeste waterstroom kolkte dan door de steegjes, alles op zijn weg meesleurend, ook de straathonden en -katten die in die tijd in grote aantallen rondzwierven. Misschien ligt daar de oorsprong van het merkwaardige Engelse gezegde : "It's been raining cats and dogs".
Kattenschimmel: tast de huid aan van katten en die van hun baasje!
Sommige schimmels zijn in staat om zich in de huid van uw kat te nestelen en er een infectie te veroorzaken, de zogeheten kattenschimmel . De symptomen hiervan zijn heel verschillend. De aandoening is ook overdraagbaar op de mens. Als uw kat er last van heeft, moet u haar snel laten behandelen en haar omgeving desinfecteren!
Een besmettelijke schimmel
U hebt misschien gemerkt dat uw poes op haar kop, haar rug of op het eind van haar voorpoten kale plekken heeft? Misschien is haar vacht ook dunner geworden en heeft ze her en der op haar lichaam korstjes? Al deze tekenen kunnen wijzen op een infectie door een van de microscopische schimmels die de zogeheten kattenschimmel veroorzaken. In de meeste gevallen gaat het om de schimmel « microsporum canis ». Uw kat heeft die infectie mogelijk opgelopen door contact met een besmette omgeving. De sporen van de schimmel overleven immers op de accessoires of op de huid van hun gastheren en kunnen dieren besmetten die met hen in contact komen. Vaak veroorzaakt de schimmel kleine kale plekken op de huid van uw kat zonder dat die jeuk geven, maar hij kan ook mensen besmetten en dan rode, vaak cirkelvormige letsels op de huid doen ontstaan. Ook honden en knaagdieren kunnen besmet raken met de kattenschimmel . Soms kunnen dieren ook besmet zijn zonder zichtbare letsels. Maar ook als de symptomen ontbreken, kunnen andere individuen besmet raken!
Opsporen van de schimmel
Uw dierenarts kan verschillende tests doen om de schimmel te identificeren die de infectie op de huid en de vacht van uw kat veroorzaakt. Een ervan is de test met de zogeheten Woodlamp, een speciale lamp met ultraviolet licht die de fluorescentie van de schimmel zichtbaar maakt. Ook het onderzoek van de haren onder de microscoop of een kweekje kunnen de aanwezigheid van de kattenschimmel bevestigen. Vaak is ook een volledige medische check-up aangewezen, want als uw poes last heeft van een verminderde weerstand als gevolg van een ziekte, een verandering van omgeving of een ongeschikte voeding, zal de schimmel op de huid nog extra gaan woekeren.
Hoe uw poes te behandelen?
Kattenschimmel is niet gevaarlijk voor uw poes, maar ze vraagt wel een nauwgezette en langdurige behandeling. Al naargelang de omvang van de letsels, zult u lokaal een schimmelwerende crème moeten aanbrengen en/of een medicament moeten toedienen via de mond. De behandeling duurt over het algemeen 4 tot 5 weken. Een andere schimmeltherapie bestaat uit 2 intramusculaire injecties, te geven met een tussentijd van 2 weken. Uw dierenarts zal u zeggen welke behandeling het best geschikt is voor uw kat . Om te voorkomen dat uw poes hervalt moet u de sporen van de schimmel uit uw huis zien te krijgen. De vloer en de eventueel besmette voorwerpen moeten zorgvuldig gereinigd worden met Dettol. Vergeet ook de tapijten niet te stofzuigen. Er bestaan ook stoomapparaten waarmee u een volledige kamer op een efficiënte manier kunt reinigen.
Fytotherapie of kruidengeneeskunde is heel simpel gezegd, het met planten of plantendelen aanvullen van tekorten in het lichaam of het ondersteunen van het lichaam en de geest met het bereiken van de gewenste gezondheidstoestand.
Het is waarschijnlijk de oudste vorm van heelkunde. Fytotherapie maakt gebruik van zuivere plantaardige stoffen waaruit bijvoorbeeld geen inhoudsstoffen zijn geïsoleerd zoals in de reguliere geneeskunde gebeurt of die verdund worden zoals binnen de homeopathie. Fytotherapie heeft dan ook direct invloed op lichaam en geest.
In de fytotherapie maakt men gebruik vande geneeskundige stoffen die in de planten voorkomen.
Fytotherapie betekent dan ook genezen door middel van planten.
De geneesmiddelen worden bereid uit planten en de plantdelen en worden toegediend in dezelfde verhouding als ze ook in de plant voorkomen.
Fytotherapie is een methode om met plantaardige middelen de gezondheid van een dier te bevorderen of te behouden.
Fytotherapeutische middelen brengen geen enkel risico met zich mee bij gebruik.
Fytotherapeutische middelen zijn zuiver plantaardig, ze worden beter door het lichaam verdragen en zijn heel effectief.
de oplossing bestaat net als bij homeopathische middelen uit een gedeelte alcohol en water, dit omdat alcohol en water een perfect oplosmiddel is, maar ook omdat alcohol een goed conserveer middel is.
De voorgeschreven kruiden inwendig toegepast in de vorm van druppels, tabletten, capsules of elixers. Uitwendig kunnen er ook kruiden gebruikt worden b.v. in de vorm van compressen, zalven enzovoorts.De geneesmiddelen kunnen uit één soort kruid of uit een combinatie van kruiden bestaan, de zogenaamde enkelvoudige of complexmiddelen.
Kruidentherapie kan zelfstandig ingezet worden, maar in de praktijk worden er ook goede resultaten bereikt in combinatie met healing of Reiki. Kruidentherapie
ondersteunt de behandeling dan namelijk extra en dagelijks !
Welke klachten kan men verhelpen of verminderen door het gebruik van kruidentherapie?
Kruiden kan men inzetten bij tal van lichamelijke, geestelijk of emotionele klachten en aandoeningen, zo kunnen ze klachten sterk verminderen of mogelijkvolledig wegnemen. Ook kan men ze complementair inzetten naast reguliere middelen (afhankelijk van de middelen die U gebruikt.), Kruiden werken zowel positief bij acute als bij chronische aandoeningen.
Verschenen in Doodgewoon 14, herfst 1997 Doodgewoon is een blad over zaken rondom sterven, begraven, cremeren, rouwverwerking en andere aanverwante onderwerpen.
Sectie verrichten op een olifant, een spiraaltje inbrengen bij een orang-oetan, een krokodil seksen, of iets minder opwindend, een giraffe vitamines voorschrijven, het behoort allemaal tot de taken van Peter Klaver, dierenarts van het hoofdstedelijke Artis. Een gesprek over vijandige gorilla's, bijzondere ouderdomsziektes en rouw bij olifanten.
Dierenarts in Artis. Peter Klaver (38) heeft niet alleen een bijzondere baan, maar ook een bijzondere woonomgeving. Want hij werkt niet alleen in Artis maar woont er ook. In een van de houten huizen aan de rand van het terrein. De ijsberen zijn zijn directe buren. ¨Mensen nodigen zichzelf graag bij mij te eten uit.¨ Het verbaast ons niet. Op mooie zomeravonden barbecuet hij in de verder door mensen verlaten dierentuin of hij zet de eettafel bij de Boeddhavijver. Klaver is een goed gastheer. Hij neemt ruim de tijd om ons door Artis rond te leiden en enkele plekken achter de schermen te laten zien: zijn behandelkamer, de sectieruimte, een van de keukens van Artis en de 'achterkant' van de aquaria. Handen in het water steken kan funest zijn.
Het is een prachtige dag. Het is nog lente, maar de zomer zit al in de lucht. Mens en dier genieten van het zonnetje. Het is het jaargetijde waarin Artis veel nieuwgeborenen mag verwelkomen, maar toch concentreert ons gesprek zich op het andere uiterste van elk mensen- én dieren-leven: de dood. De bezoeker wordt er zelden mee geconfronteerd, maar jaarlijks sterven in Artis zo'n tweehonderd dieren. Klaver: ¨Dan reken ik alleen de dieren die een beetje maat hebben. Dus niet de insecten en visjes.¨ De dierentuin heeft een totale populatie van circa achtduizend beesten.
Wat gebeurt er met de dode dieren in Artis? Ons idyllische en misschien wat naïeve beeld van een begraafplaats voor de dieren van Artis, waar bezoekers en verzorgers kunnen treuren bij het graf van hun geliefde dier, wordt wreed teniet gedaan door Klavers antwoord: ¨In principe wordt op elk dier dat overlijdt sectie verricht om de doodsoorzaak vast te stellen. Dat gebeurt door de faculteit Diergeneeskunde, afdeling pathologie in Utrecht. Vervolgens gaan de dieren naar het Zoölogisch Museum van de Universiteit van Amsterdam, dat ze gebruikt voor educatieve doeleinden, zoals tentoonstellen, en studie. Er is een vaste afspraak met dit museum. Juridisch zijn zij eigenaar van elk dier dat doodgaat.¨ Het uiteindelijke lot van het dier wordt door het museum bepaald. Opzetten gebeurt bijna niet meer. Het is niet alleen zeer kostbaar - ¨het opzetten van een gorilla of een chimpansee kost dertig tot veertigduizend gulden¨ - maar musea met zaal na zaal vol opgezette dieren zijn iets van de vorige eeuw, ze nemen te veel ruimte in beslag. Tegenwoordig wordt van het ene dier alleen de geprepareerde huid bewaard, van het andere dier uitsluitend de 'interessante' botten. ¨Dieren waar het museum of een andere instelling geen belangstelling voor heeft gaan naar een destructiebedrijf. Daar worden de overblijfselen verhit, zodat alle ziektekiemen en bacteriën vernietigd worden. Vervolgens gaan ze naar de recycling, waar ze verwerkt worden tot kippen- en varkensvoer. Er gebeurt in ieder geval niets commercieels met de dieren. Dat is wettelijk ook verboden.¨
En opvoeren aan de wilde dieren? ¨Dat gebeurt niet,¨ zegt Klaver heel stellig. ¨Slechts in een incidenteel geval, als een dier een been breekt bijvoorbeeld en wordt afgemaakt, wordt hij opgevoerd aan de leeuwen en tijgers. Maar dat is zeldzaam. Je weet de reden van doodgaan meestal niet zeker. En als ze eenmaal onderzocht zijn kunnen ze niet meer opgevoerd worden.¨
De meeste dieren worden aanmerkelijk ouder dan in de natuur en sterven uiteindelijk, evenals mensen die goed verzorgd worden, van ouderdom. Ze bezwijken aan een typische ouderdomsziekte (tumoren, botaandoeningen) of sterven omdat ze gewoon 'op' zijn. Soms helpt Klaver ze een handje. ¨Als ze lijden worden ze geëuthanaseerd.¨
Ziektes en aandoeningen die bij dieren die in het wild leven zeldzaam zijn, levert een nieuw soort diergeneeskunde op. ¨Geriatrie wordt steeds belangrijker in dierentuinen,¨ zegt Klaver niet zonder glimlach. Overleden dieren vormen interessant studiemateriaal. Onderzoek levert wellicht kennis op hoe andere, al of niet bejaarde, dieren met dezelfde kwaal te verzorgen. Interessante gevallen bespreekt Klaver in wetenschappelijke publicaties. ¨Publiceren behoort tot mijn taken.¨ Zoals Lolita, een oude chimpansee die acht jaar geleden overleed aan een tumor in haar baarmoeder. ¨Heel bijzonder, dat was nooit eerder beschreven.¨ Ook heel bijzonder was de afwijking aan de borstwervels bij de orang-oetan Sam. ¨Het is een ziekte die bekend is bij mensen, maar niet eerder bij een ander zoogdier was beschreven.¨ Sam overleed vijf jaar geleden op tweeënveertigjarige leeftijd. In de woning van Klaver hangt een post-mortem tekening van het mooie, oude gezicht van de orang-oetan.
Bezoekers zullen zelden met een dood dier geconfronteerd worden. Voor openingstijd controleren de verzorgers de verblijven en kijken of de dieren gezond zijn. Eventuele dode dieren worden verwijderd en verdwijnen naar wat je 'het mortuarium' van Artis zou kunnen noemen. Het is een grote vriescontainer die aan de rand van de dierentuin staat, op een binnenplaats, achter de sectiekamer. Hierin worden de dode dieren bewaard totdat het Zoölogisch Museum bepaald heeft wat er met hen gebeuren gaat. Klaver toont ons de inhoud. De container is bijna tot aan de nok gevuld met tientallen op elkaar gestapelde plastic zakken waarin, zo blijkt uit een her en daar uit het plastic stekende poot of vleugel, dode dieren zitten. Stijfbevroren. Van alle maten en soorten. Een enkel dier ligt 'naakt' en onbedekt op de grote hoop: een zwarte panter, een exotische loopvogel, wachtend op verdere verwerking.
De enige dode beesten die bezoekers met regelmaat onder ogen krijgen zijn de muizen, ratten en kippen die sommige dieren met voedertijd voorgezet krijgen. Dit voedsel wordt door Artis zelf gefokt en wordt nimmer levend aan de dieren gegeven. ¨Hoewel het in Nederland wel is toegestaan, in tegenstelling tot veel landen om ons heen, voeren wij geen levend voer. Het publiek heeft er moeite mee. Bovendien heeft het ook een praktische reden. Je moet er bij blijven, want de rat kan bijvoorbeeld ook aan de slang beginnen te knagen.¨
Voor Klaver negen jaar geleden als arts in Artis begon, had hij onder andere gewerkt in reguliere dierenartspraktijken, waar hij vooral honden en katten te behandelen kreeg, en in Saoedie-Arabië en Zimbabwe, waar hij zich hoofdzakelijk met koeien bezighield. Hoe komt hij aan zijn specifieke kennis van zoveel verschillende en vooral exotische dieren? ¨Ik lees veel. Ik overleg regelmatig met andere dierenartsen, zowel in Nederland, waar deze artsen zich hebben verenigd in een club, als in het buitenland. Verder roep ik regelmatig de hulp in van 'humane' artsen of specialisten.¨ Zo heeft de onlangs overleden professor Broekhuizen van het Amsterdamse Academisch Medisch Centrum - ¨hij mocht ook de voetballers Gullit en Van Basten onder zijn patiënten rekenen¨ - de chimpansee Charly geopereerd aan een voetbalknie. En een gynaecoloog kreeg van Klaver het toch niet alledaagse verzoek een spiraaltje in te brengen bij de orang-oetan Kedua. ¨Ik ben een generalist,¨ zegt Klaver, ¨ik weet en doe van alles een beetje. En de meeste tijd ben ik bezig met betrekkelijk eenvoudige behandelingen, het voorschrijven van poedertjes en pillen en het geven van injecties.¨ Hij toont de inhoud van zijn koffertje, dat hij altijd bij zich heeft. Het bevat meerdere vakken, stickers met opschrift vermelden de inhoud: narcosemiddelen, spuiten en naalden, vitaminen en ontwormingsmiddel, bloedafname-spullen, antibiotica, watten, handschoenen en tampons.
Voor de meeste behandelingen moeten de dieren eerst verdoofd worden, want de onvermijdelijke tegenwerking zou Klaver anders fataal worden. Hij toont de schietschijf in zijn behandelkamer waarop hij het schieten met de blaaspijp oefent. Deze schietschijf en enkele andere niet zo snel te identificeren objecten, zoals een lange, smalle kist die, zo blijkt na uitleg, gebruikt wordt om krokodillen te seksen, maken de kamer net even anders dan de gemiddelde spreek- en werkkamer van een 'gewone' arts. Maar voor de rest oogt de ruimte hetzelfde. Zelfs de gynaecologische beugels zijn aanwezig.
Ook beschikt de dierentuin over een eigen sectieruimte. Want een enkele keer wordt in Artis zelf sectie verricht op een dier. Dan gaat het vooral om uit de kluiten gewassen dieren, die lastig te vervoeren zijn. Op de buitengewoon groot model sectietafel is laatst een nijlpaard ontleed, laat Klaver weten. Een enkele keer kan een dier zelfs het verblijf niet uit. ¨Veel gebouwen zijn er niet op berekend een dood dier af te voeren. Zo hebben we drie jaar geleden de olifant Barbara ter plekke moeten ontleden. Ze had langdurig last van ontstekingen en zweren aan haar poten. Ik heb haar moeten laten inslapen.¨
Hoe verloopt de sectie van een olifant? ¨Het is puur slagerswerk,¨ laat Klaver beeldend weten. ¨De poten gaan eraf, de ingewanden eruit, de kop eraf. We zijn er met zes à zeven mensen een hele dag mee bezig geweest. Er hebben onder andere twee medewerkers van het voedselmagazijn aan meegewerkt die behoorlijk goed met het mes overweg kunnen.¨
Rouwen dieren om de dood van een soort- en verblijfgenoot? ¨Het gedrag van dieren bij een sterfgeval is heel verschillend,¨ zegt Klaver. ¨Generalisaties bestaan niet in de natuur. Olifanten bijvoorbeeld zijn kuddedieren. Olifantengroepen zijn vooral vrouwengroepen, moeders met kinderen, die hebben een heel sterke sociale structuur. De mannetjes zwerven daar omheen. Daarom hebben wij de andere olifanten heel bewust afscheid van Barbara laten nemen. Nadat ik haar had laten inslapen, hebben wij de schuif opengedaan zodat ze haar konden zien en met de slurf contact met haar maken. Er volgde een kort, heftig trompetteren. De overige olifanten waren een tijdje van streek. Maar echte rouw?¨
¨Er zijn ook dieren die wel in groepsverband leven, maar waarbij er geen sociale interactie is tussen individuen, zoals vissen die in een school leven. Dan kun je echt niet van rouw spreken. En dan zijn er dieren die individueel leven. Die zullen alleen maar blij zijn dat er een soortgenoot gestorven is. Dat schept ruimte in het territorium.¨ ¨Spreken over rouw bij dieren, getuigt toch te veel van een antropomorfistische benadering,¨ meent Klaver. In Artis zijn het eerder de verzorgers die een rouwproces doormaken als een dier, dat ze lang verzorgd hebben, overlijdt of overgeplaatst wordt naar een andere dierentuin.
Is rouw zeldzaam, in zelfmoord gelooft Klaver al helemaal niet. ¨Ik geloof dat de wil tot zelfbehoud te groot is.¨ Hij heeft het ook nog nooit meegemaakt. Hoewel de dood van enkele luiaards jaren geleden hem wel voor raadsels plaatste. ¨Het waren luiaards uit Amerika. Zij aten slecht en ik kon niet ontdekken waarom. We hebben er slechts twee van de vier kunnen redden.¨
Dat zou je toch een depressie kunnen noemen met fatale afloop? Maar zelfs met het idee van depressieve dieren heeft Klaver moeite. ¨De psychologische reactie op externe omstandigheden kun je oplossen. Weigering van eten bijvoorbeeld heeft vaak een oorzaak. Ziekte, last van de kiezen, een maagtumor.¨ Dieren kunnen ongelukkig zijn, dat zeker. ¨Dat stereotiepe gedrag van het heen en weer lopen in het verblijf, geeft aan dat dieren het niet geweldig naar hun zin hebben. Daar zijn wij niet blij mee. Maar veel is en wordt verbeterd. De verblijven worden steeds groter en dieren worden nog zelden uit het wild gehaald. In principe zijn alle dieren die in de dierentuin leven daar ook geboren. Zij hebben dus nooit in vrijheid geleefd. We hebben nu nog maar twee gorilla's die dertig jaar geleden uit de vrije natuur kwamen. Er is geen handel meer in dieren, dat is voor de meeste soorten verboden. Dieren worden geruild met andere dierentuinen of zelf gefokt. Als een dier dood is, zoeken we vervanging elders. Daar wordt, behalve voor het transport, niet voor betaald.¨
Hechten aan individuele dieren van Artis doet Klaver nauwelijks. Op de vraag welke dood de meeste indruk op hem heeft gemaakt, noemt hij de dood van Barbara, maar na doorvragen blijkt dat dit vooral te maken heeft met de toch wel spectaculaire sectie van de olifant. Alleen als dieren lang ziek zijn wordt de band intenser, maar over het algemeen krijgt Klaver de kans niet om aan dieren te hechten. ¨Ik ben de minst geliefde persoon in Artis. De dieren hebben vooral onaangename herinneringen aan mij.¨ Dat wordt onmiddellijk, soms komisch, zichtbaar tijdens onze wandeling door Artis. De wolven rennen zenuwachtig heen en weer zodra ze Klaver zien, kleine apen zetten een verschrikt gezicht op en maken angstige piepgeluiden, de lama's reageren agressiever en lijken zich klaar te maken voor een spuugaanval. Bespuugd door lama's, met stront bekogeld door chimpansees, Klaver heeft het allemaal moeten verduren. Maar dat is nog niets vergeleken bij wat Tembo, een indrukwekkende mannetjesgorilla, voor Klaver in petto heeft, mocht hij de kans krijgen. ¨Hij is niet vergeten dat ik de meeste van zijn wijfjes ooit heb verdoofd en behandeld. Ik kom dan ook nooit meer bij de gorilla's, tenzij het moet, want Tembo reageert uiterst agressief. Mijn enige angst is dat ik 's nachts een losgebroken Tembo tegenkom. Als die ooit ontsnapt, grijpt hij mij. En dan maakt hij mij dood, dat is zeker.¨
Copyright: Doodgewoon / Roy de Beunje en Anja Krabben Eerder verschenen in Doodgewoon 14, herfst 1997
Vandaag is het heel rustig overal, mooi weer dus weinig nieuwtjes, mijn man is gaan wandelen op de linkeroever en hij heeft eventjes een filmpje gemaakt van onze hond Youry, ze hebben 28 km gestapt en liggen nu lekker te knorren in de zetel
Niet alleen reigers en ooievaars eten kikkers. Ook vossen, ratten, bunzingen en buizerds hebben de kikker op de menulijst staan. Voor de ringslang is de kikker zelfs de favoriete prooi. En jonge kikkers zijn hun leven al helemaal niet veilig.
Voor de buizerd is de kikker slechts een amuse. Foto: Otto Faulhaber
Niet alleen overdag ook s avonds in het donker staat er een blauwe reiger bij onze paddenpoelen. Ongetwijfeld aast hij op de bruine kikkers, die als de temperatuur het toelaat zacht knorrend elkaar in het liefdesnest willen lokken. De reiger is niet de enige die het op de kikkers heeft voorzien. Al een paar keer zag ik onze witte winterbuizerd bij de vijvers. Vorige week vrijdag betrapte ik hem op heterdaad: de buizerd vloog met een prooi van het formaat van een muis naar een dikke tak van onze notenboom. Door de kijker zag ik dat een kikker in stukjes werd getrokken en binnen vijf minuten naar binnen werd gewerkt. Toen de roofvogel zijn snavel een paar keer langs een tak afveegde, wist ik dat de maaltijd beëindigd was. Ik was benieuwd of de witte restjes had laten vallen, maar onder de boom was niets te bekennen. Dat betekent dat de buizerd een man had geslagen, want als het een vrouwtje was geweest, dan had ik vast en zeker sterrenschot gevonden. Sterrenschot is het restant van een door een roofvijand verorberde vrouwelijke kikker of pad. De predator weet dat de prooidieren in deze tijd van het jaar hem zwaar op de maag kunnen liggen. De eierstokken en eieren zwellen op als ze vochtig worden. Daarom kun je ze bij het eten beter opzij leggen of vroegtijdig uitbraken. Ik heb een keer eerder door de kijker gezien, dat een buizerd op een paaltje een kikker in stukken trok. Waar gehakt wordt vallen spaanders was ook hier van toepassing. De spaanders, die ik later onder het paaltje op de grond vond, waren de eierstokken van de kikker. Slimme buizerd, nietwaar? De meeste reigers werken een kikker compleet naar binnen. Het is best mogelijk dat de eierstokken dan in de reiger gaan zwellen. Als de eierstokken te zwaar op de maag liggen, zal de reiger de zaak wel uitbraken. In reigerkolonies wordt deze kikkerkaviaar wel eens hangend aan een tak in de nestboom aangetroffen. In de literatuur noemt men voorbeelden waarbij het dril echt uit de lucht kwam vallen Het zal dan ook geen verbazing wekken, dat vroeger in het volksgeloof algemeen werd aangenomen dat het vreemde spul afkomstig zou zijn van vallende sterren. De Duitse naam luidt Sternschnuppen; dat betekent ongeveer snuitsel van een ster. De Denen spreken van stjerneskud, wat een letterlijke weergave is van het woord sterrenschot. De bunzing is een schemer- en nachtdier. Overdag slaapt hij als een marmot in boeren- schuren, onder houtmijten of takkenbossen. Ook verlaten konijnenholen, vossen- en dassenburchten zijn geliefde schuilplaatsen voor deze marterachtige. Hij is dol op muizen, ratten en woelmuizen. Ook konijnen en kikkers staan op het menu van dit roofdier. Zelfs van de pad met zijn irritante afscheidingsproduct is hij niet vies. Men heeft in de winter wel eens meer dan honderd kikkers in een bunzinghol aangetroffen. De dieren vertoonden allemaal bijtwonden, ze leefden nog, maar konden zich niet meer bewegen. Door een beet in de ruggengraat zijn de dieren verlamd geraakt. Taai als de koudbloedigen zijn, kunnen ze zo nog maanden goed blijven. Mollen kennen dit bijttrucje ook: zij bijten regenwormen in een zenuwknoop, waardoor de pieren in leven blijven, maar niet meer weg kunnen komen. Op ons terrein heb ik jaren geleden een voorraad kikkers in een dode knotwilg aangetroffen. Onderin de holle boom lagen er wel dertig: een aantal was aangevreten, andere slachtoffers waren ook dood maar nog puntgaaf; drie kikkers leefden nog en waren duidelijk verlamd. Sporen in de natte klei aan de voet van de boom wezen niet op een bunzing, maar op ratten. Of ratten dit trucje ook kennen, weet ik niet. Ik heb het zelf nooit gezien, maar het is zeker dat de knaagdieren zich aan kikkers vergrijpen en ze leggen ook voorraden aan. Dat bunzingen kikkers eten, heb ik wel met eigen ogen kunnen aanschouwen. Ik heb een keer op de dijk achter ons huis een dode bunzing gevonden. Toen ik het verkeersslachtoffer nader bekeek, zag ik dat de poten van zijn galgenmaal, een bruine kikker, nog uit zijn bek staken. Uit het bovenstaande blijkt wel dat een kikker, of hij nu groot of klein is, zijn leven nooit veilig is. Er worden niet voor niets ruim 4000 eieren afgezet. Deze hoge voortplantingscapaciteit is niet alleen nodig omdat de amfibieën zoveel vijanden hebben, maar ze kennen ook geen broedzorg en ouderzorg. Als de eieren zijn afgezet, verlaten pa en ma bruine kikker het water. Van de eieren wordt een groot aantal door vissen, slakken, salamanders en waterinsecten opgegeten. Met de dikkopjes is het niet anders; zij moeten zonder ouders zelf kikker zien te worden. De vierduizend eitjes leveren na drie jaar slechts twee of drie volwassen kikkers op; een kikkerleven is zwaar!
Als een kip een ei moet leggen, maar het om de een of andere reden (te groot, gebroken of dwarsliggend ei), niet kwijt kan, wordt er gesproken over legnood. Dit kan zowel bij jonge als oude kippen voorkomen en als er niet ingegrepen wordt, kan dit fataal aflopen voor de betreffende hen. Probeer eerst om de cloaca in te smeren met sla olie, maar als dit niet werkt, ga dan onmiddellijk naar een dierenarts. De meeste dierenartsen, die gespecialiseerd zijn in kippen, hebben een speciale techniek om het ei eruit te halen zonder bijkomende infecties te veroorzaken.
Hieronder 2e deel Alternatieve geneeskunde = Bachbloesem & communiseren met dieren.
Bachbloesemtherapie
Dr. Edward Bach - de grondlegger vd bloementherapie.
Bach ging er van uit dat wanneer het karakter of de geest uit evenwicht is dat de voorloper is van lichamelijke ziekten.
door in balans brengen van de geest en het karakter van een dier verdwijnen de ontstane lichamelijke ziektesymptomen vanzelf.
Bachbloesem gaat uit van her principe dat voorkomen beter is dan genezen.
De bloesemremedies werken in op het gebied, heffen storingen en blokkades in de persoonlijkheid van een dier op voordat er een storing in het evenwicht kan plaatsvinden en het dier ziek maken.
Bachbloesem onderdruk niets en voegt ook niets toe aan het gedrag of het karakter van een dier, het brengt evenwicht.
De bloesemtherapie kent 38 enkelvoudige remedies die afzonderlijk van elkaar, maar ook met elkaar gebruikt kunnen worden en 1 remedie samengesteld uit 5 enkelvoudige remedies.
Elke bachbloesemremedie behandelt een specifieke gemoedstoestand of manier van denken.
Bachbloemsenremedies zijn absoluut onschadelijk voor uw huisdier.
Wat zijn Bach Bloesem Remedies?
Bach Bloesem Remedies zijn gemaakt uit natuurlijke ingrediënten, aftreksels van bloemen van planten, bomen of struiken, geconserveerd met brandy. Er zijn 38 enkelvoudige remedies en er is één samengestelde remedie: de Rescue Remedy. De werking van de druppeltjes is anders dan bij homeopathie. Eenvoudig gezegd: een homeopatisch middel dat wordt ingezet bij een bepaalde kwaal, kan in hoge potentie bij een gezond individu dezelfde klachten veroorzaken. Door dit middel te geven wordt het lichaam van het individu extra geactiveerd bij het maken van antistoffen. Een homeopatisch middel zet het lichaam dus aan het werk om zelf de kwaal te doen verdwijnen. Een verkeerd gekozen homeopatisch middel kan daarom ook vervelende gevolgen hebben.
Bloesem Remedies worden ingezet om bepaalde verstoorde emoties in balans te brengen. Elke remedie past bij een bepaalde emotie of bij een gemoedstoestand. Elke emotie of gemoedstoestand heeft een bepaald trillingsniveau. De remedies werken op dit trillingsniveau in. Ze kunnen dan ook zonder enig probleem naast allopatische of homeopatische medicatie gegeven worden. (Allopathie: geneeswijze door stoffen die een aan de ziekte tegengestelde werking hebben.) Een Bloesem Remedie voegt niets toe aan gedrag of emoties en onderdrukt ook niets. Het enige wat deze druppels doen is uitbalanceren. Bij elke emotie past een tegengestelde emotie. Haten tegenover liefhebben, bang zijn tegenover openstaan voor indrukken enzovoorts. Als deze tegenovergestelde emoties in balans zijn, is het individu gezond. Zodra de balans is verdwenen, kunnen zich extremen voor gaan doen, in het gedrag en/of de gezondheid. Een verkeerd gekozen Bloesem Remedie richt geen schade aan. Is de betreffendeemotie/trilling al in balans dan voegt de remedie daar niets aan toe, het gedrag blijft hetzelfde. In dit geval kunnen we dus echt spreken van baat het niet, dan schaadt het niet.
Wanneer u met remedies werkt, zult u zich in sommige gevallen blijven afvragen of het verbeterde gedrag vanzelf is ontstaan of dat de remedies hieraan hebben bijgedragen. In andere gevallen is de werking van de remedies overduidelijk merkbaar. Veel gedragsproblemen die momenteel met allopatische medicijnen worden behandeld, zijn ook met Bloesem Remedies te corrigeren Bloesem Remedies werd met succes gebruikt voor: angst, niet alleen kunnen zijn, (negatieve) aandacht vragen, dominantie, shock, extreme reacties op prikkels, enzovoorts. Voorbeeld: een hond in behandeling die absoluut niet alleen kon zijn. Hij had zich door een betonnen muur van twintig centimeter dik heen gegeten. Deze hond was binnen vier dagen van zijn probleem af! Honden die gedragstherapie nodig hebben, zijn soms helemaal murw van alle ellende die ze achter de rug hebben. Het duurt dan wel een tijdje voor ze weer openstaan voor het aanleren van nieuw gedrag. Met behulp van de remedies is dit punt veel sneller te bereiken
.
Communiceren met dieren
Dieren zijn net als ons denkende, begrijpende en voelden wezens.Alle wezens hebben aangeboren vermogen om met elkaar te communiceren, zij het verbaal of non- verbaal.
Zij zijn niet alleen onze trouwe maatjes, ze kunnen ons ook veel leren.
Dieren vangen onze gedachten en gevoelens op, omgekeerd kan dat ook.
Hun denkwijze verschilt van de onze omdat hun hersenen en lichaam verschillen van ons. Maar dat wil zeker niet zeggen dat ze niet kunnen denken voelen of begrijpen.
Ze kennen net als ons emoties als vreugd, verdriet, verwarring, frustratie enz.
Telepathisch communiceren betekend het geestelijke of fysieke ervaringen waarnemen in de vorm van woorden, beelden, geluiden of gevoelens. Telepathie is niet aan afstand gebonden, voor dieren is het een natuurlijke manier van communiceren, voor ons is het "een zesde zintuig" dat wij niet meer gewend zijn om te gebruiken.
Voor kleine kinderen is telepathie een belangrijke manier van communiceren, net zoals lichaamstaal, maar bij ouder worden vervaagd dit.
Communiceren met dieren is net als het leren van een vreemde taal, waarbij het belangrijk is dat de liefde voor dieren en het overbrengen van hun gevoelens en emoties voorop staat. Dieren hebben een complexe gevoelswereld en via intuïtieve waarnemeningen kunnen wij hun wereld binnentreden.
Heel belangrijk is dat er oprecht naar het dier geluisterd word en dat de eigen wil vh dier altijd gerespecteerd wordt.
Als het dier een vraag gesteld krijgt waar wij graag het antwoord op willen weten kan het gebeuren dat het dier op dat moment iets anders belangrijker vindt en dat dan ook aangeeft. Deze antwoorden kunnen - worden - hoeven wij mensen niet altijd direct te begrijpen. Maar voorop staat dat wat het dier doorgeeft ook zo aan u doorgegeven wordt.
Telepathisch contact kan een mooi hulpmiddel zijn om verduidelijking te krijgen in bepaalde problemen en kan over allerlei onderwerpen gaan, zoals bijvoorbeeld;
* verdriet na overlijden van het baasje of bazinnetje
* verdriet na het overlijden van andere huisdieren
* angsten
* geen plezier meer hebben in het leven
* onzindelijkheid
* frustratie of woede
* fysieke problemen
Als u van dieren houd, er zelf heeft of mee werkt, is het ontwikkelen vanje telepathisch vermogen een verrijking.
Dieren onthouden gebeurtenissen die een stempel op hun leven heeft gedrukt. De bijhorende emoties kunnen ze goed overbrengen. Onbegrip tussen mensen en dieren kan door een telepathisch gesprek worden uitgelegd aan beiden kanten
Veel mensen vragen zich vaak af, als hun dier nu maar kon praten, wat zou het dan zeggen en wat voor een verduidelijking zou er dan komen in het gedrag van hun huisdier.
Als jij dan met uw dier kan praten, kun je er zo achter komen wat er scheelt en waarom het dier zich zo gedraagt.
Onze huisdieren vangen onze gedachten en gevoelens op voordat wij wat gezegd hebben, ze weten direct wat wij voelen en denken, wat niet wil zeggen dat ze alles direct begrijpen en dat wij hen niks meer hoeven uit te leggen.
Ook dieren willen niet altijd praten en daarom krijg je niet altijd een antwoord op uw vraag, zij zijn wel bereid ons steeds te helpen.
Eigenlijk verschilt dit niks met de communicatie tussen ons mensen.
Huidproblemen bij de hond : de normale huid (Tante Lotte)
Huidproblemen bij de hond : de normale huid
De normale huid bij een hond of kat bestaat uit 3 lagen : de epidermis, de dermis en de hypodermis. Deze drie lagen zorgen voor een "beschermende laag" voor ons lichaam.
De epidermis heeft als functie : Barriere voor waterverlies, electrolyten, invloeden van chemische en fysische producten. Sensitieve functie voor hitte, koude, pijn, jeuk en druk. Thermoregulatie dmv variabele bloedtoevoer en afvoer thv de huid. Secretie en excretie van gassen en vloeistoffen Synthese van vitamine D
De dermis heeft als functie : Bloed en zenuw toevoer, lymfe afvoer. Het zorgt voor de verbinding tussen de epidermis en de hypodermis, het is de dikste laag. Het bevat glycoproteinen en proteoglycanen die zorgen voor de soepelheid van de huid.
De hypodermis heeft als functie : De verbinding te vormen tussen de huid en de onderhuid.
Er zijn ook een aantal klieren met als functie : zweetklieren, talgklieren, anaalklieren, voorhuidklieren.......
"Aan een hond zijn vact kun je zien hoe gezond hij is" wordt er vaak gezegd. Dit klopt ook vaak want honden of katten met inwendige problemen gaan vaak een huidprobleem naar voor brengen.
Zo hebben honden met chronische nierinsufficientie vaak een ruwe en doffe haarvacht. Dieren met suikerziektegaan een dunne vacht en haarkleed vertonen. De ziekte van cushing gaat een dunne huid en een dunne haarvacht geven. Als we de Cushing behandelen krijgen die dieren weer een normale huid en haarvacht.
Dieren met endocrinologische problemen gaan haarverlies vertonen zonder jeuk, terwijl dieren met een bacteriele infectie van de huid haarverlies gaan vertonen met jeuk.
Het gebeurde een tijd geleden, toen er nog met paard en kar werd gewerkt. Op een dag zag Polleke de melkboer aankomen. Toen de boer binnen was om af te rekenen, zag Polleke hoe het paard plots een plasje deed. Even later kwam de boer weer naar buiten, stapte op de kar, nam de teugels vast en riep: -Ju! Het paard bleef echter onbeweeglijk staan. -Dat zal niet gaan, hoor, mijnheer, riep Polleke, het paard heeft zopas zijn benzine laten lopen.
Onverwacht vliegen en geen oppas voor de hond? (Simone1)
Onverwacht vliegen en geen oppas voor de hond? Neem het beestje dan niet direct mee het vliegtuig in. Uit Amerikaans onderzoek is gebleken dat vliegen erg stressvol kan zijn voor dieren.
Veel honden blijven liever thuis
Voorzitter van de American Veterinary Medical Association , Dr. Rodger Mahr, legt in het Amerikaanse blad Forbes uit waarom. Vaak zien we dat bepaalde medische aandoeningen opkomen of erger worden, wanneer een dier lijdt aan stress.
Hotels Veel huisdieren houden niet van reizen, ook al wordt er steeds meer rekening met hen gehouden door vliegtuigmaatschappijen, hotels en restaurants.
In 19 procent van de gevallen namen Amerikaanse hondeneigenaren vorig jaar hun viervoeter met zich mee, als zij langer dan twee dagen wegbleven. Deze cijfers worden volgende maand gepubliceerd in het National Pet Owners Survey .
Ongemak Zelfs kleine dieren ondervinden ongemak aan vliegen, zegt Barbara DeBry in het blad. Je moet het diertje bij de douane toch nog uit het kooitje halen, vertelt DeBry, die aan het hoofd staat van een Amerikaans reisbureau voor huisdieren. En wat doet u als u vertraging heeft? Uw huisdier moet toch echt eten en zijn behoefte kunnen doen.
Volgens DeBry is een dierenpension dé oplossing voor dit soort problemen. Als ik op zakenreis ga, breng ik mijn honden naar doggie day care . Ze vinden het daar heerlijk en worden goed verzorgd.
Acupressuur is een behandeling die al 3000 jaar geleden in China en Japan werd toegepast.
Bij acupressuur word geen gebruik gemaakt van naalden, zoals bij ACUPUNCTUUR
Acupressuur is gebaseerd op de over overtuiging dat er een continue energiestroom door het lichaam en de organen gaat en dat ziekte, stress, zwakte en andere factoren de stroom van de levensenergie in de meridianen verstoren, een tekort of een teveel van energie is.
De behandeling is erop gericht deze energie in beweging te zetten - te stimuleren of tot rust brengen door middel van massage en drukken met de vingertoppen, handen of pen.
naast het stimuleren vh lichaamseigen vermogen tot genezing, kan acupressuur onder andere pijn verlichten en psychische klachten kunnen vaak met succes behandeld worden door acupressuur.
Aromatherapie
Aromatherapie behoort tot een traditie van natuurgeneeswijzen die al ruim 8000 jaar oud is en wordt tegenwoordig niet meer alleen gebruikt voor mensen.
in de aromatherapie word vaak gebruikt gemaakt van essentiële oliën die de gezondheid bevorderen.
Aromatherapie probeert het zelfgenezende vermogen van uw huisdier te stimuleren en de aanwezige levensenergie te ondersteunen.
Deze essentiële oliën hebben invloed op lichaam en geest. Aromatherapie kan men toepassen bij honden - katten - paarden - knaagdieren enz...
Aromatherapie voor dieren kan ingezet worden bij volgende aandoeningen;
De essentiële oliën kunnen op volgende manier bij dieren worden toegepast:
* Massage = een paar druppels olie mengen met 10 ml neutrale basisolie kan pijn in ledematen, eczeem of schimmel doen verdwijnen.
* Verdampen = heeft uw dier last van de luchtwegen, doe dan in een aromabrandertje een paar druppeltjes essentiële olie en plaatst het in de ruimte waar uw dier verblijft.
U kan TIJM gebruiken om te ontsmetten bij besmettelijke ziekte, het dood namelijk de bacteriën in de lucht.
* Kompressen = een warme kompres met een paar druppels essentiële olie kan buikklachten verlichten of een koude kompres kan verlichting geven bij een verstuiking of verzwikking.
* Inwendig = ALLEEN ONDER DESKUNDIGE BEGELEIDING.
* Parasieten = Tea Tree is een essentiële olie die bij dieren kan worden gebruikt voor o.a. vlooien - teken - huiduitslag en jeuk enz
Anders dan bij reguliere geneesmiddelen blijven essentiële oliën niet achter in het lichaam.
Ze worden uitgescheiden door het lichaam via urine, zweet en uitgeademde lucht
Dit verschilt van olie tot olie
bij een gezond lichaam blijven de oliën ongeveer 3 - 6 uur in het lichaam, bij ziekte duurt dit +/- 14 uur.
Sommige essentiële oliën mogen NOOIT rechtstreeks op de huid worden gebruikt, ga dus NOOIT ZELF EXPERIMENTERENmet uw huisdier, maar zoek een aromatherapeut die met dieren werkt.
BRUSSEL - Een Vlaamse ecologische vereniging heeft een datingsite voor biologische kippen opgezet. Mensen die hun haan of kip willen laten paren kunnen elkaar vinden via de site www.kippenseks.be.
De site is bedoeld voor mensen die slechts enkele kippen hebben.
Als het om een bijzonder ras gaat, is het vaak lastig soortgenoten te vinden voor de voortplanting, ondervond de Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze (VELT), die in Bergeijk ook een Nederlandse tak heeft.
Met het nieuwe 'relatiebureau voor kippen' wil de vereniging het aanbod van biologisch gekweekte kippen vergroten. Liefhebbers vragen onder meer hennen om inteelt te bestrijden, evenals biokuikens om te beginnen met een kippenstal.
k' stuur je een geboortekaart van de lente op 21 maart, ik zie de zon door de kale bomen met gouden schreden naar de aarde komen, hij spreidt zijn licht tot nieuwe zegen, volle velden, witte wegen;
madeliefjes in de wei knipogen naar jou, glimlachen naar mij, volle trossen goudenregen rijk symbool van bruisend leven, het vogelvolk concerteert met arias door God gecomponeerd;
de stralen van de milde zon gaan weer wonen op mijn balkon, boeiend feest van bloeiende bloemen, ik kan ze bij hun namen noemen, het is een wonderbaar gebeuren, al die tinten, al die kleuren...
Ik eet beschuit met muisjes bij t ontbijt, ik vier de komst der nieuwe lentetijd.
Uit onderzoeken is al gebleken dat gebruik van elektrische apparaten het natuurlijke magnetisch veld van onze leef- en werkomgeving verstoord.
Deze storing heet " ELECTROSMOG "
Het natuurlijke stralingsveld vd aarde, ook wel het Schumann-resonantie genoemd, levert zijn bijdrage aan ons welbevinden. De schumann-resonantie ( 7,83 Hz ) is de biologische klok van al het leven op onze aarde.
Veroorzakers van stralingen zijn mobile telefoons, dec telefoons, communicatiesystemen politie / brandweer, radarinstallaties magnetron enz enz.
Niet de mensen alleen maar ook onze (huis)dieren reageren op deze stralingen, er ontstaat een disbalans in het lichaam.
Geopathishe belasting is een verzamelnaam voor ziekten als gevolg van diverse soorten aardstraling. Dieren kunnen een indicatie geven van plekken waar "straling" is. Zo zij er onder de dieren zogenaamde STRALINGZOEKERS en STRALINGMIJDERS:
honden - geiten - paarden - koeien - schapen - varkens - alle vogels en andere zoogdieren.
Een geopatische belasting kan bij onze huisdieren problemen geven zoals bijvoorbeeld kippen leggen minder eieren of honden blaffen extreem veel.........ecetera...
Let dus eens op uw huisdier, wil het dier op een bepaalde plek in huis niet in zijn mandje liggen of is het er niet graag, dwing het niet.....plaats de mand gewoon ergens anders.
Groet kans dat het dier er nu wel in gaat liggen.
Katten vinden het heerlijk om na een hele dag gewerkt te hebben, 's avond op uw schoot te komen liggen, katten werken sterk ontladend, na een tijdje voelt u zich alsof u weer alles aan kan.
Er zijn manieren om uw woning en dat van uw dier te ontstoren van geopatische belasting.
Er zijn "deskundigen" die uw woning "opmeten" om vast te stellen wat de geopatische belasting is en u kunnen adviseren wat u er kan aan doen.
De familie van de indri's, die tot de halfapen behoort, bestaat uit vier soorten: de sifaka, wolmaki, indri en het vingerdier. Alle vier de soorten leven uitsluitend in de wouden van Madagaskar.
De Indri
De indri is de grootste soort met een lichaamslengte van 70 cm. Hij heeft maar een heel korte staart dit onderscheidt hem van de anderen. De indri heeft evenals de sifaka een zeer luide stem. Ze brengen een huilend en klaaglijk geluid voort. Hij leeft zowel op de grond als in bomen. Overdag is hij onderweg om bladeren, vruchten en loten te eten.
De paring vindt in het begin van het jaar plaats. Na een draagtijd van ongeveer 5 weken baart het vrouwtje slechts 1 jong.
Het vingerdier
Het vingerdier is een heel apart nachtdier. Zoals de naam al doet vermoeden heeft dit dier zeer lange vingers. De sterk verlengde middelvinger speelt een belangrijk rol bij de zoektocht naar voedsel. Het dier klopt eerst op een boomstam om de insecten op te sporen die in de boom zitten.
Het dier haalt ze dan met zijn lange vinger, die voorzien is van een spitse klauw, uit de boom. Verder eet hij ook vruchten.
Vleerhonden (ook wel vliegende honden of grote vleermuizen genoemd) (Pteropodidae) zijn een familie uit de orde van de vleermuizen . De familie telt bijna 200 soorten in ongeveer 45 geslachten. De meeste zijn groter dan de rest van de vleermuizen, op een enkeling na. Hun spanwijdte varieert tussen 24 cm en 180 cm. Ze danken hun naam aan hun typerende kop.
De kop van een vliegende hond lijkt meestal inderdaad op een kop van een hond of vos . Hun oren zijn spitser en ze hebben ook grotere ogen dan de andere vleermuizen. Ook zijn hun nekharen langer.
De meeste soorten leven van vruchten . Het is dan ook voorstelbaar dat het een ramp is als een groep van deze grote dieren op een mango - of bananenplantage neerstrijkt. De kleinere soorten uit de onderfamilie Macroglossinae doen zich te goed aan nectar en stuifmeel .
Vleerhonden hebben hun ogen aan de voorkant van hun kop zitten, zodat ze zien met een stereoscopisch beeld. Daardoor kunnen ze de afstand heel precies inschatten.Omdat ze niet op jacht hoeven, zoals de andere vleermuizen, missen de meeste vliegende honden het orgaan dat echolocatie mogelijk maakt. Ze vertrouwen op hun gezichtsvermogen en hun neus . Wel zijn het nachtdieren . Dat verklaart ook hun grote ogen ten opzichte van de andere vleermuizen.
De voortplantingsperiode is in de maanden februari en maart. Na een zwangerschap van 6 maanden wordt er één of hooguit twee jongen geboren. Bijzonder aan deze familie is dat de zogende vrouwtjes in aparte groepen bij elkaar zitten. Een maand lang blijft het jong bij zijn moeder, maar na deze periode zal ze het jong achterlaten in de verblijfplaats en alleen op zoek gaan naar eten. Na twee maanden kan het jong zelf vliegen, maar het zal nog een maand duren voordat het mee gaat om eten te zoeken. Tussen de 4 en 6 maanden is hij geheel onafhankelijk, maar hij wordt pas na 18 maanden vruchtbaar .
ERMELO - De paddenoverzet is in volle gang. Maar om de dieren levend naar de overkant te krijgen moeten vrijwilligers elke ochtend een handje helpen. videoreportage
foto CEES BAARS
De Jhr. Sandbergweg in Leuvenum is zon plaats waar padden geholpen worden met oversteken.
Jan en Lotte den Uil uit Ermelo zijn twee van de vele natuurliefhebbers die in de vroege ochtend de padden, kikkers en salamanders uit hun tijdelijk gevangenschap gaan bevrijden. ",Dit moet wel vroeg gebeuren anders zitten die beestjes de hele dag zonder drinken en eten in de emmer. En je moet er ook aan denken er een stokje bij te zetten, zodat muizen en kever er weer uit kunnen klimmen. Muizen vooral die zijn zonder voedsel snel dood," vertelt Den Uil.
De oogst van dinsdagmorgen was 22 padden. De vrijwilligers doen dit al vijfentwintig jaar in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging.
Elk jaar, zon beetje begin maart begint het bij de amfibieën te kriebelen. Ze willen terug naar hun geboortevijver om zich daar te gaan voortplanten. Door de lage temperatuur zijn de beesten nog erg traag. Hun lichaamstemperatuur daalt in de winter tot nul graden en ze warmen zich op aan de omgevingstemperatuur. Deze paartijd duurt ongeveer vijf weken. Tijdens de terugtocht naar de beschutting van de bossen zijn de dieren beduidend sneller. Daarom worden ze niet terug gezet naar hun dagelijkse leefomgeving.
Om de beesten te vangen wordt er gaas gespannen op het deel wat het meest wordt gepasseerd. De afzetting is ongeveer driehonderd meter lang en om de tien meter is een emmer ingegraven.
De trek komt opgang bij een temperatuur van ongeveer zeven graden en een hoge luchtvochtigheid maakt de omstandigheden ideaal. Meestal begint als eerste de kleine watersalamander, gevolgd door de gewone padden en de bruine kikkers. ,,Daarom moeten ze ook regelmatig worden geleegd. Soms gaan we ook wel eens s avonds kijken of er wat in zit. Een nacht is toch wel lang anders."
Dagelijks wordt er doorgegeven hoeveel er worden overgezet en dit jaar waren dat er al 270 stuks. Daarnaast nog vijftig kikkers en dertig salamanders. ,,Door de positieve milieuverbetering zie je toch dat er meer amfibieën zijn. In de jaren vijftig dacht men nog dat de groene kikker uit zou sterven. Maar nu zijn er in sommige gebieden grote populaties," vervolgt hij.
Volgens Den Uil is de paddentrek heel belangrijk, maar dat niet alleen. De populaties moeten zich ook vermengen. Daarom worden er paddenpoelen en corridors aangelegd tussen de natuurlijke leefgebieden van de pad. Den Uil is al jaren vrijwilliger bij de KNNV, voorheen deed hij allerhande hand en span diensten, maar door gezondheidsproblemen heeft hij een groot deel van zijn werkzaamheden stil moeten leggen.
Voor al zijn inspanningen werd Den Uil twee geleden nog beloond met het landschapsknokkertje. Deze onderscheiding wordt uitgereikt door Landschapsbeheer Gelderland aan een vrijwilliger die zich op een bijzondere manier nuttig heeft gemaakt.
Hondenbier. Heeft u het al in huis? Geen hond die er om gevraagd heeft maar we hebben weer eens wat nieuws bedacht voor onze trouwe viervoeter.
Hondenbier. Foto: website dierenzaak Molenkamp
Antropomorf geneuzel is het.
Wij, mensen, vinden het lekker, dus zal het bij onze dieren ook wel in de smaak vallen.
Andersom geldt vaak hetzelfde, wat wij niet leuk vinden, zal ons huisdier ook wel niet weten te waarderen.
Hoever ga je daar in mee? De mevrouw die laatst op het spreekuur verscheen met haar kleine witte schattebout, vond het eigenlijk maar niks, dat geven van een prikje. Ze kwam voor een vaccinatie maar gaf al ver van tevoren aan dat ze daar eigenlijk niet tegen kon.
Ik kan u verzekeren, het is erg lastig werken als je een hondje moet nakijken dat stevig tegen de boezem van het vrouwtje aankruipt. En omdat zij er blijkbaar alle begrip voor heeft dat haar witte keffer het bijkans in de broek doet voor die enge man, is ze ook niet geneigd om hem even duidelijk te maken dat het allemaal wel meevalt.
In tegendeel, er wordt soms een drama van gemaakt.
Eén van de honden die ik kortgeleden geopereerd heb, is gewend altijd op het bed van baasje en vrouwtje te slapen. Er werd mij gevraagd of de hond na de operatie trappen mocht lopen. Ik gaf aan dat het beter was dit de eerste dagen maar niet te doen. Hierop werd in mijn bijzijn al snel besloten diezelfde dag nog de ouderlijke sponde naar beneden te sjouwen.
Mijn zegen hebben ze, zolang het mij maar niet belemmert in mijn werk, want soms wordt het je wel lastig gemaakt.
Als dieren onder narcose gebracht worden, gebeurt dit in aanwezigheid van de eigenaar. Geen probleem mee. Maar laatst hadden we een mevrouw in de praktijk die erop stond dat haar kat na afloop van de ingreep zou bijkomen in haar aanwezigheid.
Ze heeft liefdevol zijn pootje vastgehouden.
Ach, ik weet het, het ganzenkop trekken of het katten knuppelen zoals enkele eeuwen geleden nog heel gebruikelijk was, is zeer terecht niet meer van deze tijd. Of, zoals ik laatst nog las, het levend villen van honden om de anatomie te kunnen bestuderen - en dit alles onder het mom 'dieren hebben geen pijn' - is natuurlijk wel het andere uiterste. Maar laten we dieren behandelen met respect, consequent en met een duidelijk signaal van wat wel kan of mag en wat niet. Mijn honden hebben pech, voor hen geen hondenbier.
Krijg ik ook geen gezeik met de katten want die gaan dan geheid zeuren om een kratje Krolsch.
vr 16/03 - Deze drie kleine Humboldt-pinguins werden in januari geboren in de zoo van München. Bij de geboorte wogen ze tussen 60 en 70 gram. Nu wegen ze al 750 gram. Humboldt-pinguins komen in het wild voor langs de kusten van Peru en Chili.
De meest voorkomende manier van communicatie tussen hamsters is via lichaamstaal. Een hamster die zich uitstrekt, gaapt en zich gaat zitten wassen betekent dat hij zijn eigen op zijn gemak voelt.
Ligt een hamster met zijn rug op de grond "doodliggen", dan betekent het dat hij bang is om aangevallen te worden, maar ook als verdediging. Als ze recht tegenover de vijand komen blazen ze hun wangzakken op om zo groter en gevaarlijker te lijken voor hun vijand. Wanneer een hamster op zijn achterpoten gaat staan, staat hij in de aanval.(meestal als je je hamster zo ziet staan is hij gewoon nieuwsgierig en hoort hij/zij wat geluidjes).
Hamsters kunnen ook communiceren via geluiden. Een hamster kent heel wat geluiden van piepen tot krijsen. Krijsen doen hamsters alleen in het uiterste als ze aan het vechten zijn of aangevallen worden.
Tenslotte kunnen hamsters ook communiceren via geur. Hamsters geven geur af via de geurklieren aan zijkanten van hun rug. Als je een hamster met de zijkant langs een voorwerp ziet wrijven betekent dat hij een gebied aan het markeren is waar andere hamsters uit de buurt moeten blijven. Als vrouwtjes paringsrijp zijn geven ze een sterkere geur af dat betekend dat ze gedekt willen worden.
Tam maken Als je een hamster gekocht hebt wil je hem natuurlijk zo snel mogelijk tam maken. Helaas gaat dit niet zomaar. Je moet je hamster de eerste dagen echt eerst aan zijn nieuwe omgeving laten wennen. Je kan al wel je hamster voorzichtig aan je hand laten ruiken maar absoluut nog niet oppakken.
Geef hem de eerste week veel aandacht en praat tegen hem. Geef je hamster regelmatig een snoepje. De hamster zal zo snel aan je hand en stem wennen. Laat hem de eerste keren zelf uit zijn kooi op je hand klimmen. Je kan hem zo makkelijk pakken. Let er wel op dat ze uit angst of schrik reactie uit je hand kunnen springen. Zorg ervoor dat je niet te hoog van de grond af zit met je hand en hamster.
Als je hamster veel bijt ga hem dan absoluut niet slaan of straffen! Zorg dat je van te voren geen geur van eten aan je handen hebt. Was je handen dus eerst als je iets hebt gegeten voordat je de hamster oppakt. Let er ook op dat je hamster eerst goed wakker is voordat je hem wilt gaan pakken. Verder kan je het bijten afleren door je hamster regelmatig een snoepje uit je hand te laten eten. Door aan je vingers te laten ruiken vanaf achter de tralies(zodat je snel terug kan trekken als je hamster wil gaan bijten). Blijf het gewoon proberen, je zal merken dat je hamster het vanzelf afleert! Het heeft gewoon even tijd nodig...
Knuffelen Tamme hamsters vinden het best leuk en gezellig als ze af en toe opgetild worden. De diertjes vinden het echt niet zo aangenaam als ze uren achtereen geknuffeld worden. Ze vinden dat niet prettig en kunnen er soms zelfs angstig van worden.
Hamsteren Hamsteren is dat de hamster voedsel of nestmateriaal in zijn wangzakken stopt om het naar een andere plek te vervoeren. Je zult ongetwijfeld je hamster wel eens al zijn nieuwe voer, uit zijn voerbak in zijn wangen zien proppen en vervolgens in zijn huisje uit zien laden.
Solitair Sommige hamstersoorten leven solitair, dit wil zeggen dat ze alleen leven en dus zonder soortgenoten. Hamsters die solitair zijn zullen erg vijandig zijn tegenover hun soortgenoten. Als ze bijelkaar gezet worden zal vaak tot vechtpartijen uitlopen. Alleen in paringstijd zullen ze elkaar kunnen verdragen.
Er zijn drie soorten dwerghamsters die sociaal zijn, die dus wel met elkaar kunnen leven. Dit wil niet meteen zeggen dat het altijd goed zal gaan! De Campbelli, de Russische en Roborovski dwerghamster kunnen samen leven. Let er wel op dat ze bijna alleen samen kunnen als ze uit hetzelfde nest komen. Een extra hamsterkooi is altijd handig voor het geval dat je hamsters gaan vechten! Let op: Als je mannetjes en vrouwtjes samen zet krijg je bijna zeker altijd jongen.
Winterslaap Van alle hamsters houdt alleen de Syrische hamster een winterslaap. Een hamster kan in een winterslaap raken als de temperatuur beneden de 12 tot 10 graden komt..Vaak is het in de huiskamer niet zo koud, maar naast het raam kan het 'snachts wel eens afkoelen tot 10 a 12 graden. De hamster zijn hartslag daalt dan tot een heel laag pitje net als zijn ademhaling. Je zal zijn/haar ademhaling en hartslag bijna niet meer kunnen waarnemen. Je zou je hamster dus gemakkelijk als niet levend meer kunnen verklaren.
Vaak worden hamsters als dood aangezien terwijl ze in hun winterslaap zijn. Kijk dus goed of je hamster wel echt dood is. Raak je hamster aan om te voelen of hij stijf is of niet (een dode hamster voelt stijf aan). Geef hem een duwtje, als je een trage reactie ziet zal hij in winterslaap zijn. Zet je kooi dan op een warmere plek zodat hij op kan warmen en zo kan ontwaken uit zijn winterslaap. Je kan hem ook met je handen opwarmen. Zorg er echter wel voor dat het temperatuursverschil niet ineens te groot is!
Let op: Als je hamster NIETSTIJF en NIETHARD aanvoeld, is hij (meesteal) NIET dood. Kijk dit even goed na !!!!!
Probeer te voorkomen dat je hamster ziek wordt door rekening te houden met het volgende:
Vaak eten zieke dieren niet veel. Geef je hamster dan iets wat hij normaal altijd heel lekker vindt. Zo krijgt hij nog een beetje voeding binnen.
Verschoon regelmatig het water en de kooi van je hamster.
Geef je hamster regelmatig vers voer en probeer te voorkomen dat er rottend voedsel in de kooi blijft liggen.
Als je het echt niet vertouwd ga dan meteen naar de dierenarts.
Hou de hamster warm, zo rond de 20 graden.
Hou je hamster goed in de gaten maar laat hem wel rustig uitzieken.
Ziektes van hamsters De meest voorkomende ziektes bij hamsters zijn:
Diaree: Door onjuiste voeding, tocht en vocht of een combinatie ervan. Te veel vocht in voedsel kan ook leiden tot diaree(bijvoorbeeld veel sla). Ook kan het liggen aan een te plotselinge verandering van het voer. Diaree kan bij hamsters dodelijk zijn!
Verkoudheid of longontsteking: Dit ontstaat meestal door de combinatie van tocht en een te lage temperatuur. Je hamster zal een natte neus krijgen en je zult zijn ademhaling horen. Als dit het geval is ga dan naar de dierenarts voor antibiotica. Zet je hamster op een andere plaats, uit de tocht en kou!
Natte staart: Een bijzonder ernstige vorm van diaree die wordt veroorzaakt door de E. colibacterie.
Natte staart(ook wel Natstaart genoemd) is een besmettelijke ziekte dat kan ontstaan door bijvoorbeeld een plotselinge verandering in de omgeving. Soms is er verlies in de conditie van de vacht, geen interesse in het voedsel en de hamster is lusteloos. Na deze symptomen is er een waterige diarree en een natte staart. De dierenarts kan deze ziekte wel behandelen, maar vaak heeft het een dodelijke afloop. Meetstal binnen 48 uur.
Oogproblemen: Dit komt vaak voor naar mate je hamster ouder wordt. Hij zal zijn eigen niet meer zo goed verzorgen en er zal vuil in zijn oogjes blijven zitten. Dit gaat op den duur irriteren en zijn oogleden zullen aan elkaar blijven plakken. Dit kan ook door te stoffig zaagsel gebeuren. Als je het zelf niet kan verwijderen ga dan naar de huisarts voor een middeltje.
Haaruitval: Door de ouderdom kunnen de haren van je hamster gaan uitvallen. Zijn roze rimpelige lichaampje zal dan tevoorschijn komen. Hier is niks tegen te doen, het is een natuurlijk verschijnsel. Haaruitval kan ook een andere oorzaak hebben zoals; vlooien en huismijten. Je hamster zal zijn eigen veel krabben tegen de jeuk met als gevolg haaruitval.
Gezwellen: Gelukkig komt deze ziekte niet veel voor. Als deze ziekte zich voordoet dan is het meestal op latere leeftijd. De meest voorkomende gezwellen zijn die aan de melkklieren van de vrouwtjes. Een gezwel kan ook het gevolg zijn van huidkanker en onderhuidse infecties. De dierenarts kan je hamster wel opereren maar het is meestal niet zinvol gezien de hoge leeftijd.
Huidmijt: Huidmijt is een parasiet. Het is een beestje wat heel klein is en onder de huid van de hamster gaat zitten. Het veroorzaakt korsten en eczeem. Middelen tegen huismijt zijn te krijgen bij de dierenarts en dierenspeciaalzaak.
Huidschimmel: Als je hamster dit heeft, zitten er witte schilvers aan zijn neus of oren. De schimmel is vrij besmettelijk maar eenvoudig te behandelen. Raadpleeg je dierenarts voor een middel tegen schimmel
Hersenvlies Ontsteking: Deze ziekte komt alleen voor bij hamsters tot drie maanden oud. De verschijnselen van de ziekte vallen niet erg op, maar de ziekte is wel op mensen overdraagbaar. Vooral zwangere vrouwen kunnen beter niet bij zulke jonge dieren in de buurt komen, omdat het het ongeboren kind kan aantasten.
Aandoeningen bij hamsters De meest voorkomende aandoeningen zijn:
Olifantstanden: De hamster is een knaagdier. Dit betekent dat de voortanden continu doorgroeien. Daarom is het belangrijk dat door het knagen de tanden afslijten. Door onvoldoende knaagmogelijkheden of een erfelijke afwijking is het mogelijk dat de tanden niet goed afslijten. Als de tanden te lang zijn, kan de hamster niet meer eten en vermagerd. Bij de dierenarts kun je de tanden van je hamster laten knippen.
Botbreuk: Hamsters breken soms botjes omdat ze ergens achter blijven haken of ergens vanaf vallen. Je hamster zal zijn pootje uit zijn eigen niet belasten en hierdoor mank lopen. Als het een rechte breuk is zal het pootje snel genezen(enkele weken). Zorg ervoor dat hij dan makkelijk bij zijn eten en drinken kan komen. Wanneer je hamster zijn rug heeft gebroken kun je hem helaas beter in laten slapen.
Bijtwonden: Bijwonden genezen meestal erg snel. Probeer er niks aan te doen. Zorg er wel voor dat je de hamster in een kooi met kranten zit. Zaagsel of ander stoffig bodembedekker is erg stoffig en kan in de wond gaan zitten.
Ouderdom: Een oude hamster wordt langzaam kaal en gaat minder vaak in het radje. Soms worden ze ook nog blind, maar ze kunnen zich dan nog goed redden, omdat hun reuk erg goed ontwikkeld is. Laat de hamster bij zijn laatste dagen zoveel mogelijk met rust en geef hem zijn lievelingseten.
Te Dikke hamster: Als je hamster te dik is, zal hij niet meer zo actief zijn en veel liggen slapen. Een te dikke hamster is ook veel gevoeliger voor ziektes en zal eerder doodgaan dan een hamster die wel goed op gewicht is. Geef je hamster minder extraatjes en minder eten. Tevens kun je een hamsterbal aanschaffen of een ander speeltje waar hij actief mee om kan gaan.
Shock: Je hamster kan in een shock raken na een aanval van een ander (knaag)dier, bloedverlies of een harde val van bijvoorbeeld een tafel. Als je hamster in een shock is ligt hij erg stil, soms trillend en is erg suf. Om je hamster uit een shock te krijgen moet je hem op een donkere en warme plaats bij laten komen. Leg hem bijvoorbeeld in een handdoek naast de verwarming. Als de situatie na ongeveer een half uur niet verbeterd is, ga dan direct naar de dierenarts.
Gebreksziekten van hamsters Gebrekziekten bij hamsters zijn is dat de hamster ziek word door een tekort aan een bepaalde stof of vitamine. Hieronder vind je een overzicht van gebreksziekte en de verschijnselen daarvan:
Gebrek aan:
Verschijnselen:
Te vinden in:
Eiwit
Slechte vacht, haaruitval, longontsteking, onvruchtbaarheid, slechte groei van de jongen en agressief.
Erwten, bonen, soja, kaas
Vitamine A
Longontsteking, huidslijmvlies en oogbeschadigingen, groeistoornissen, diarree, infecties, krampen en kleine nestjes.
Wortels, eigeel, groenvoer, bananen en ander fruit, kaas.
Vitamine B complex
Haaruitval, verminderde vruchtbaarheid, gewichtsverlies, trillen, bloedarmoede en infecties.
WEETJES OVER HAMSTERS EN DE VOORTPLANTING (Tante Lotte)
WEETJES OVER HAMSTERS EN DE VOORTPLANTING
Gehoor Hamsters hebben een zeer goed gehoor, waarschijnlijk kunnen ze zelfs ultrasone geluiden horen, geluiden die zo hoog zijn dat mensen ze niet kunnen horen. Een hamster kan de stem van de verzorger onthouden. Praat dus veel tegen je hamster zodat hij je gaat herkennen via je stem.
Snorharen De hamster gebruikt zijn snorharen voor de oriëntatie, die waarschuwen hem bijvoorbeeld bij een hindernis. Hij heeft dus een goede tastzin.
Ruiken Het reukvermogen van een hamster is zeer goed. Ze kunnen dingen beter onderscheiden aan de geur dan het zien van dingen.
Zicht Hamsters hebben erg grote bolle ogen. Ze zien er immers niet erg scherp mee, maar wel heel erg veel.
Vacht Bij de langharige hamster rassen moet je regelmatig de vacht borstelen, door met bijvoorbeeld een zachte borstel of tandenborstel. Bij de kortharige rassen hoeft dat niet. De vacht beschermt de hamster tegen de hitte in de zomer en de kou in de winter.
Ga nooit je hamster wassen, hamsters houden hun eigen al er goed schoon. Tevens kan je hamster kou vatten en de orginele vetlaag kan aangetast worden.
Wintervacht De Russische dwerghamster is als enigste hamster, wanneer die in gevangenschap gehouden wordt een wintervacht kan krijgen. De meeste mensen denken dat dat aan de temperatuur ligt, maar daar ligt het nou juist niet aan. Het ligt namelijk aan de lengte van de dag of aan het lichtinterval(de hoeveelheid licht).
De Russische dwerghamster moet natuurlijk in de sneeuw ook beschut zijn voor zijn vijanden. Naarmate de winter nadert worden ook de dagen korter, dus minder lang licht op een dag. Doordat de Russische dwerghamster minder licht krijgt veranderd zijn vachtje in de ideale schutkleur voor in de sneeuw. De kleur kan variëren van licht grijs tot spierwit.
Hamster feitjes Een hamster heeft een hartslag van ongeveer 300 tot 500 slagen per minuut. Verder haalt een hamster 35 tot 135 keer adem per minuut.
Hygiëne Verschoon elke dag de plashoek van je hamster en elke week de gehele kooi. Doe de kooi, speeltjes, drinkfles en eventuele buizen met een sopje af. Spoel het wel allemaal heel goed af met koud water.
Eten en drinken Elke dag moet je hamster natuurlijk eten en drinken. Ververs het water en voedsel zoveel mogelijk. Let er ook op; als je je hamster verse groente of fruit geeft, dat hij het niet meeneemt naar zijn huisje, want als je hamster het daar laat liggen is dat ongezond. Het kan dan namelijk gaan rotten.
Verder eet een hamster ongeveer 20 gram droogvoer per dag.
Nagels Als je hamster te lange nagels heeft wil dat zeggen dat hij te weinig kan graven of klimmen. Als je ze door laat groeien kan de nagel los komen te zitten en krijgt hij wondjes aan zijn tenen. Hierdoor kunnen er ook ontstekingen ontstaan met alle gevolgen van dien.
Je kan de nagels bij een dierenarts (soms gratis), of bij een dierenwinkel laten knippen. Je kan het ook zelf doen, maar doe dit alleen als je het vaker hebt gedaan. Let altijd heel goed op want hamsterteentjes zijn heel teer en kwetsbaar!!
Tanden Een hamster is een knaagdier. Bij knaagdieren groeien de tanden hun hele leven door. Om te zorgen dat de tanden van een hamster voldoende afslijten moet je zorgen voor voldoende knaagplezier. Leg bijvoorbeeld een knaagsteen, takken(uit de dierenwinkel) of ander hard (voedsel) in zijn kooi.
Als de tanden te lang zijn kun je ze ook laten knippen bij de dierenarts. Het gebit van een hamster bestaat uit 16 tanden. 6 kiezen en 2 snijtanden per zijde.
Wangzakken In de wangzakken vervoerd de hamster voedsel en nestmateriaal. Dit heet hamsteren. De wangzakken beginnen bij de lippen en lopen helemaal door tot de schouders. Ze hebben een enorme capaciteit. Tevens kunnen de wangzakken opgeblazen worden bij gevaar, zo lijkt de hamster een stuk groter en dus gevaarlijker.
Geurklieren De geurklieren zitten bij een hamster aan beide kanten op de heupen. Ze zijn vooral bij een mannetje goed zichtbaar. Ze zien eruit als zwarte plekjes. Het lijkt net alsof je hamster twee kale/donkere plekjes heeft.
Een hamster gebruikt zijn geur om zijn/haar territorium(gebied) af te zetten (om te laten weten dat hij/zij er is). Ze doen dit door met de flanken ergens langs te duwen/wrijven.
Maag De maag van de hamster bestaat uit twee 'kamers'. De voormaag en de hoofd- of kliermaag. In de voormaag wordt het voedsel voor-verteerd en daarna in de andere maag volledig verteerd.
Solitair Sommige hamsters, zoals de Syrische hamster en de Chinese dwerghamster zijn solitair. Dit betekend dat ze niet samengehouden kunnen worden en dus alleen leven. Ze zullen gaan vechten als ze samen met hun soortgenoten worden gehouden.
De Russische, Campbelli en Roborovski dwerghamster kunnen wel samen gehouden worden en zijn dus sociaal. De Roborovski dwerghamster schijnt het beste samen met zijn soortgenoten gehouden te kunnen worden.
Zwangerschap Een Syrische hamster is ongeveer 16 dagen zwanger. Een Russische dwerghamster is ongeveer 16 tot 21 dagen zwanger. Een Campbelli dwerghamster 18 dagen
Je zal niet altijd kunnen zien of je hamster zwanger is. Vaak komt het erg onverwacht!
Hamster Ontsnapt Als je hamster ontsnapt is uit zijn kooitje, zorg dan dat hij niet uit huis kan ontsnappen. Zorg er ook voor dat er geen andere dieren in huis zijn die hem kunnen verwonden.
Ga rond de avond, als de hamster actief wordt, luisteren bij hoekjes of plekjes waar jij denkt dat hij is. Leg op verschillende plaatsen wat voer neer wat je hamster lekker vindt. En nu opletten of hij/zij tevoorschijn komt. Ga niet als een gek achter je hamster aan maar probeer juist rustig te zijn, je hamster zal zo minder snel schrikken zodat hij/zij niet zo vlug weg zal schieten.
Hamster radjes Hamster radjes zijn een must in de kooi. Een hamster moet op conditie blijven voor zijn gezondheid. Een hamsterradje is daarom noodzakelijk.
Een goudhamster heeft een radje nodig van minimaal 18cm doorsnede nodig. Een dwerghamster kan vaak in een kleiner radje(meegeleverd met de kooi) wel goed lopen.
Helaas zijn er ook slechte radjes te koop. Een metalen radje met ijzeren houders aan de zijkant is geen goed radje. Je hamster kan zijn eigen namelijk ernstig bezeren aan de rond draaiende delen. Zo kan je hamster plots klem komen te zitten en een pootje breken of zelfs verliezen. Een voorbeeld van een fout Radje:
Een FOUT Hamster Radje
Een plastic radje, wat aan 1 zijde helmaal gesloten is, is veel beter en veiliger voor je hamster. Ook zijn er een soort hamsterballen op pootjes, die erg geschikt zijn voor je hamster als radje. Twee voorbeelden van goede hamsterradjes zijn:
Een GOED radje
Een GOED radje
Hamsterbal Een andere manier voor de beweging van je hamster is een hamsterbal. Met een hamsterbal kan de hamster als het ware vrij door de woonkamer rondlopen. Dit is erg leuk voor de nieuwsgierige hamster. Je kunt ze bijna in elke dierenwinkel kopen. Ze kosten ongeveer 5 tot 10 euro. Een hamsterbal is dus eigenlijk de ideale manier voor leuke en goede beweging van je hamster.
Tips voor tralie kooi Zorg ervoor dat de afstand van de tralies niet groter is dan 1 centimeter. Tevens mag de afstand ook niet kleiner zijn dan 3 millimeter, anders kan je hamster er met zijn pootjes tussen blijven klemmen. Zorg er ook voor dat je hamster niet van een te hoge afstand naar beneden kan vallen. Ook moet je er voor zorgen dat je goede deurtjes op je hamsterkooi hebt zitten. Een slecht deurtje heeft een grote opening bij het klemmetje.
Mannetje of vrouwtjes hamster?(Syrische Hamster) De enige betrouwbare manier om te zien of je een mannetje of vrouwtjes hamster hebt, is door te kijken naar de afstand tussen het geslachtsorgaan en anus. Bij mannetjes zit er meer afstand tussen en lijkt het meer op een streepje. Bij vrouwtjes zit het allemaal wat dichter op elkaar, en is het dus meer één gebiedje. Zeker als je ze dan met elkaar kan vergelijken zie je het verschil vrij duidelijk.
In makkelijke gevallen kun je het aan andere dingen zien: bij sommige vrouwtjes zie je tepels. De meeste mannetjes hebben een puntige kont en soms zie je balletjes. Maar al die dingen zijn onbetrouwbaar! Als je hamster geen puntig kontje heeft en ook geen zichtbare balletjes, kan het nog steeds een mannetje zijn, dan is het een mannetje dat (nog) niet zo duidelijk ontwikkeld is.
Mannetje of vrouwtjes hamster?(Dwerghamsters) Eigenlijk is het voor dwerghamsters bijna hetzelfde als bij Syrische hamsters. Je kijkt ook naar de afstand van het geslachtsorgaan en de anus. Bij mannetjes zit er meer afstand tussen en lijkt het meer op een streepje. De afstand is ongeveer 4 - 6 millimeter. Tevens is er bij de mannetjes een duidelijke geurklier te zien. Deze zit net onder het midden van de buik.
Bij de vrouwtjes dwerghamsters zit alles wat dichter bij elkaar in een gebiedje. De afstand van het geslachtsorgaan en de anus is ongeveer 2 - 3 millimeter.
Kun je verschillende soorten hamsters met elkaar kruisen? Nee, dit gaat niet. Je kunt geen 2 verschillende soorten hamsters met elkaar kruisen. De hamsters kunnen elkaar niet verdragen. Er is wel één uitzondering. Russische en Campbelli dwerghamsters zijn wél te kruisen, je krijgt dan 'hybride' dwerghamsters. Of dit wel z'n goed is idee is.... we denken van niet! Je kunt het beste de rassen gescheiden laten paren!!
Hybride Een hybride is een kruising tussen een Campbelli dwerghamster en een Russische dwerghamster. Vaak als wij het over een hybride dwerghamster hebben dan hebben wij het over een dwerghamster waaraan te zien is dat er ooit een ander soort in gekruist is of vermoedt wordt dat dit gebeurd is.
Let op: De Chinese dwerghamster en de Roborovski dwerghamster kunnen niet met andere soorten gekruist worden.
Gevaren voor hamsters Hier volgen een aantal gevaren waar je rekening mee moet houden:
Als je een kooi gaat maken, gebruik dan geen verf, lak, beits, geïmpregneerd of kit bij het maken van de kooi. Je hamster kan deze dingen niet verdragen.
Te hoge verdiepingen in een kooi kunnen ook gevaarlijk zijn. Je hamster kan zijn eigen erg bezeren bij een val.
Spijlen die minder dan 3 a 4 millimeter van elkaar afstaan kunnen ook gevaarlijk zijn. Je hamster kan er met zijn pootjes tussen blijven haken en niet meer los komen. Je hamster zal net zo lang blijven rukken tot hij zijn pootje kwijt is.
Puntige voorwerpen zijn erg gevaarlijk voor je hamster!
En als laatste hamsterwatten. Hamsterwatten zijn gevaarlijk, koop ze niet! Je hamster kan er gemakkelijk in stikken en verstrikt raken.
Schema van het dierenrijk Schema van het dierenrijk. Een afbeelding van het dierenrijk, waar de Syrische hamster en de dwerghamster in voorkomen. Klik op het plaatje om hem te vergroten zodat je het beter kan zien!
De Dierenarts Als je hamster een bezoekje aan de dierenarts nodig heeft omdat hij ziek is of er is iets andersmet hem/haar aan de hand, dan kun je het beste wat zaagsel en uitwerpselen uit de kooi meenemen. De dierenarts zal hier soms wat informatie uit kunnen halen. Verder moet je het volgende even noteren; de leeftijd van je hamster, wat hij te eten krijgt, waar hij ergens staat in de kamer, wanneer de (ziekte) of iets anders is ontstaan en of er iets ongewoons is gebeurd.
Het is belangrijk om van te voren te weten of de hamsterjongen een goed tehuis zullen krijgen. Informeer dus eerst goed waar je de jongen naar toe kunt brengen. Vraag bijvoorbeeld aan dierenspeciaalzaken of vrienden, kennissen of familie. Je kunt ze natuurlijk ook zelf houden maar dan zal je een stuk of acht hamsterkooien moeten aanschaffen(bij een solitaire hamstersoort)wanneer ze na een week of zes bij de moeder weg moeten.
Mannetje of vrouwtjes hamster Om met hamsters te fokken moeten we eerste weten of we een mannetje en een vrouwtje hebben. Zoals al eerder beschreven is dit vaak moeilijk te zien. Daarom moeten we bij de hamsters goed bij de staart kijken.
Zoals bij de meeste knaagdieren kun je aan de ruimte tussen de anus en de geslachtsopening zien of het een mannetje of vrouwtje is. Bij een mannetje is er een duidelijk grotere ruimte als bij een vrouwtje. Tevens is er bij een mannetje een grotere omtrek van de zaadballen te zien.
Vruchtbaarheid Hamsters zullen na 3 a 4 weken al vruchtbaar zijn. Dit wil nog niet zeggen dat het dan al goed is om met ze te gaan fokken. Wacht totdat je hamster volgroeid is. Volgroeide hamsters zijn meestal 3 of 4 maanden oud.
Koppelen Wanneer je klaar bent kun je het mannetje en het vrouwtje bij elkaar brengen"koppelen". 1 keer in de vier dagen is het vrouwtje paringsbereid. Het is een kwestie van proberen om erachter te komen welke dagen dat het zijn. Zet nooit een mannetje bij het vrouwtje in de kooi! Het vrouwtje zal dit niet accepteren. Zet het vrouwtje altijd bij het mannetje in de kooi of op neutraal terrein.
De paring tussen de hamsters bevindt zich meestal in de avonduren. Als u het vrouwtje bij het mannetje zet kunnen er twee dingen gebeuren: het vrouwtje valt het mannetje aan, wat hoogstwaarschijnlijk vaak zal gebeuren. Gebruik handschoenen of een ander voorwerp om de hamsters uit elkaar te halen. Zoals je waarschijnlijk wel weet, kunnen hamsters erg hard bijten. Als het vrouwtje wel paringsbereid is zal ze het mannetje zijn gang laten gaan. Het vrouwtje blijft dan stokstijf staan met haar kont en staart in de lucht. Het mannetje zal dan wat snuffelen en uiteindelijk meerdere malen op het vrouwtje klimmen. De hamsters zullen als alles goed gaat zo'n 15 tot soms wel 45 minuten paren. Haal ze wel meteen uit elkaar als ze klaar zijn.
Tip: om zonder vechten erachter te komen of het vrouwtje vruchtbaar is kun je ook het mannetje in een hamsterbal laten lopen en het vrouwtje er los achteraan. Het vrouwtje zal dan ook laten zien dat ze gedekt wilt worden. Ook kun je een beetje over de rug(bij de staart) wrijven. Als ze dan stokstijf wordt zal ze waarschijnlijk paringsbereid zijn.
Inteelt Bij veel diersoorten is inteelt schadelijk voor de populatie. De Syrische hamster is daar iets minder gevoelig voor. Een keer inteelt hoeft niet erg te zijn, maar als het meerdere keren gebeurt, zullen de gevolgen zichtbaar worden door middel van geboren afwijkingen en vroegtijdige sterfte.
De Zwangerschap De zwangerschap bij hamsters is in tegenstelling tot de mens erg kort. Meestal verloopt de zwangerschap ook probleemloos. Vaak is ook niet eens te zien dat de hamster zwanger is. Vooral de eerste week is het erg moeilijk in te schatten of je hamster zwanger is. Om er toch eventueel achter te komen, kun je je hamster elke dag wegen. Komt ze dagelijks "iets" aan dan zal ze waarschijnlijk zwanger zijn. Ook zullen de tepels iets beter zichtbaar worden. Wel kan je het goed zien als de hamster in verwachting is van veel jongen. Ze zal dan enorm brede heupen krijgen. Hamsters dragen meestal de jongen aan de zeikant van de buik. Dit heeft de natuur geregeld, omdat hamsters met een dikke buik niet goed kunnen vluchten bij gevaar.
Na ongeveer +/-16 dagen worden de jongen al geboren. Bij dwerghamsters duurt het iets langer namelijk +/-18 tot 20 dagen. Voor Russische dwerghamsters en voor Campelli dwerghamsters bedraagd de draagtijd +/-18 dagen.
Laat het vrouwtje zoveel mogelijk met rust en geeft haar wat extra eiwitten in de vorm van stukjes gekookt ei, katten- of hondenbrokjes. Het verblijf van je hamster mag de eerste twee weken na de bevalling niet verschoond worden. Verschoon je kooi daarom kort voor de bevalling (2 a 3 dagen).
Vlak voor de bevalling zal het vrouwtje erg onrustig worden en loopt ze met grote hoeveelheden nestmateriaal te slepen. Geef haar dan ook extra nestmateriaal in de vorm van wc-papier, keukenrol of ander zacht materiaal.(Geen hamsterwatten, de jongen kunnen daarin verstikken).
De geboorte vindt meestal rond de avond plaatst. Als de jongen geboren worden zullen ze piepen en de moeder zal ze grondig schoon likken. Een hamster kan een nest krijgen van 1 tot wel 16 jongen!!! Gemiddeld zijn het aantal jongen voor goudhamsters (Syrische hamsters) tussen de 6 en 8. Voor dwerghamsters ligt het iets lager, gemiddeld tussen de 4 en 8 jongen.
Ontwikkeling van de jongen Bij de geboorte wegen de jongen ongeveer twee gram en zijn ze +/-1 centimeter groot, ze zijn dan nog onbehaard, blind en kunnen nog niks zelf. Na een paar dagen beginnen de eerste haartjes te groeien.
Pas na één week kan je de jongen voorzichtig proberen op te pakken. Doe je dit eerder dan kan de moeder de jongen afstoten. Ze zal de geur van je handen aan het jong ruiken en het jong niet meer accepteren. Uiteindelijk zal het jong sterven. Als de moeder erg tam is zal het gemakkelijk gaan, als dit niet het geval is, probeer dan de moeder een beetje af te leiden met bijvoorbeeld iets lekkers. Als je de jongen elke dag even uit het nest haalt, dan wennen ze vanzelf aan je hand. Wees wel erg voorzichtig want de jonkies zijn nog erg kwetsbaar!
Na twee weken gaan de oogjes open. Na drie weken zijn de jongen helemaal zelfstandig. Ze kunnen dan zelf eten en drinken. Na ongeveer 5 weken kun je de jongen weghalen bij hun moeder.
In het wild leven hamsters in complexe gangenstelsels diep onder de grond. Doordat de hamsters zo diep onder de grond zitten komen ze niet of nauwelijks in aanraking met de enorme hitte die in het Midden-Oosten voorkomt. Als de avond begint te vallen komen de hamsters tevoorschijn om hun voedsel en nestmateriaal bij elkaar te hamsteren.
Uitbraak voorkomen Zoals je hier boven al hebt gelezen zijn hamsters dus echte graafmachines. Een hamster zal zijn eigen dus het beste thuis voelen in een kooi met een dikke laag bodembedekking. Een ander punt waar je serieus op moet letten is dat hamsters echte uitbrekers zijn. Ja geen inbrekers maar uitbrekers! Het is bijna niet voor te stellen hoe dun een hamster zijn eigen kan maken om zo zijn hele lichaam door een kiertje naar buiten te werken.
Een goed verblijf moet daarom aan de volgende punten voldoen:
Geen puntige en scherpe randen of uitsteeksels aan of in de kooi.
Zorg dat de kooi plekjes biedt waar de hamster tot rust kan komen.
De kooi dient goed geventileerd te zijn. De hamster moet continu verse lucht krijgen.
Bij voorkeur geen kooien van hout. Dit neem geur en vocht op. Ook kan de hamster zijn eigen naar buiten knagen!
De kooi moet eenvoudig schoon te maken zijn.
De spijlen van de tralies mogen niet meer dan 8 tot 10 millimeter van elkaar af staan.
Hoe groot moet een hamsterkooi zijn Een hamsterkooi kan nooit te groot zijn. In boeken worden vaak maten gegeven van 25 tot 40 centimeter lang en breed. Dit vinden wij echter veel te klein voor een hamster. Dit is helemaal te klein voor een syrische hamster! Een hamster heeft veel ruimte nodig om goed te kunnen bewegen.
Een betere kooi is minimaal ~50 centimeter lang en ~30 centimeter breed. Als je besluit om een hoge kooi te kopen let er dan wel op dat je hamster niet zomaar van boven naar beneden kan vallen. Zorg ervoor dat er plateau's en/of hangmatjes in hangen die eventuele val kunnen opvangen.
De Kooien Er zijn verschillende soorten kooien te koop. Ik bespreek ze even voor je:
Traliekooi De traliekooi is de meest verkochte kooi voor hamsters. Ze bestaan uit een plastic bak met daarop tralies. Het grootste voordeel van deze kooi is, dat er goede ventilatie is: er kan van alle kanten frisse lucht bij het diertje komen. Maar het kan ook tochten! Een ander voordeel is dat de kooi gemakkelijk schoon gemaakt kan worden.
Het enige nadeel van een traliekooi is, als de bak te laag is, de hamster het zaagsel eroverheen gooit. Kijk ook goed naar de sluiting van het deurtje. het deurtje moet moeizam opengaan en er mogen niet te grote openingen in zitten. Tevens moet je erop letten dat de tralie afstand niet groter is dan 8 tot 10 millimeter. Tip: Koop geen tralikooi als je niet tegen traliknagen kan
Plastic of Glazenbak Knaagdieren worden vaak gehouden is plastic of glazen bakken. Als de bakken uit 1 geheel bestaan zijn ze makkelijk schoon te maken. Ook kun je je hamster goed bewonderen in z'n glazen bak. Tevens is er geen sprake van tocht en ze zijn in grote tot zeer grote maten beschikbaar. Let er wel op dat er via de bovenkant voldoende ventilatie is. Zorg voor een rooster met spijlen waarvan de afstand niet groter is dan 8 tot 10 millimeter.
Voor sommige hamsters, zoals de Roborowski dwerghamster en de Dzjoengaarse hamster, is een glazen bak beter dan een traliekooi. Deze hamsters klimmen nauwelijks en gebruiken de tralies dus niet. Wanneer je een aquarium gebruikt, moet je er op letten dat de hoogte niet groter is dan de breedte, anders ontstaat er condensvorming en een slechte luchtcirculatie. Hierdoor kunnen bacteriën zich gaan ontwikkelen. Een houten frame met gaas is een goed deksel voor een aquarium.
Laboratoriumbak Een laboratoriumbak is een relatief vrij lage bak met een metalen rooster op de bovenkant. Ze zijn wel makkelijk schoon te maken, maar of je hamster er ook erg gelukkig in is, is maar de vraag. De bakken zijn vaak saai en krap. Fokkers gebruiken vaag deze kooien om met zo min mogelijk werk veel hamsters te houden. Tegenwoorig zijn er ook leukere varianten te verkrijgen!
De voordelen van een laboratoriumbak is dat er minder kans is op tocht. Ook biedt het goede bescherming tegen honden en katten. En er licht nooit zaagsel of hooi naast de kooi.
Een nadeel kan zijn dat je hamster moeilijk aan de tralies kan knagen. Tevens zijn radjes en drinkflesjes vaak moeilijk te bevestigen. Ook wordt de plastic kap vaak dof na enekele keren schoon maken.
Hamsterparadijs/Buizenkooi Ook wel buizenkooien genoemd. De kooien zitten doormiddel van complexe gangenstelsels aan elkaar vast. De voordelen van deze kooi is dat je hem constant kan uitbreiden en het is een leuk gezicht om je hamster er doorheen zien wurmen. Ook bij deze kooien is je hamster (redelijk) goed afgeschermd voor andere (huis)dieren. Het hamsterparadijs heeft echter ook een aantal nadelen zoals: slechte ventilatie, moeilijk schoon te maken en soms te krap voor een Syrische hamster. De uitbreiding is ook best duur en de hamster heeft meer kans om uit te breken.
Doch persoonlijk kan voor mij een kooi nooit groot genoeg zijn. De beste oplossing, maak er zelf eentje.
Wat moet er in een kooi?
Een huisje wat groot genoeg is voor je hamster.
Een drinkflesje of drinkbakje. Een drinkflesje bij voorkeur. Zo kan het water niet zo snel vies worden.
Een etensbakje(liefst van aardewerk, want deze gooit je hamster niet zo makkelijk om).
Een radje voor de beweging van je hamster(let op dat je hamster er wel in past, minimaal 18cm doorsnede voor een Syrische hamster).
Een goede bodembedekker(zaagsel, hooi of een andere goede bodembedekker).
Dit is wat je hamster minimaal nodig heeft in zijn kooitje. Je kan hem altijd nog extra speeltjes, buizen en hangmatjes geven.
Waar moet de kooi staan?
Zet je kooi op een droge en temperatuurvaste plek.
Buiten bereik van andere huisdieren(bijvoorbeeld kat of hond).
Niet in de felle zon.
Niet op een lawaaierige plek, je hamster heeft overdag rust nodig.
Tips voor warme dagen
Zet een schoteltje snachts in de koelkast en geef dit overdag of savonds aan je hamster. Het koude schaaltje is lekker verkoelend voor je hamster!
Zorg voor voldoende en vers drinkwater, maar niet te koud.
Zorg dat de kooi niet recht in de zon staat en niet in een te warme en benauwde ruimte staat
Geef je hamster wat vochthoudend groenvoer, zoals een plakje komkommer, sla of appel.
Tips voor koude dagen
Zorg er voor dat je hamster voldoende bodembedekking en nestmateriaal heeft. Zo kan je hamster een lekker warm nestje maken
Zorg dat de kooi niet op de tocht of koude plek staat.
Zet de hamster op een niet te koude kamer (dus niet een waar het raam hele dagen openstaat en het daardoor binnen ook vriest).
Syrische hamsters kunnen in een winterslaap raken als het erg koud is. Denk je dat jouw hamster in winterslaap is? Zet je hamster in een kamer of omgeving waar het warmer is (ongeveer 20 graden). Als hij niet wakker word heb je een hele grote kans dat de hamster het niet zal overleven.
Russische dwerghamsters kunnen een wintervacht krijgen. Dit is normaal en deze raken ze kwijt als het weer langer dag en warmer weer wordt. Niet alle hamsters krijgen dit, het ligt aan de hoeveelheid licht die er is.(dit is eigenlijk geen tip maar info).
Bodembedekkers Een erg veel gebruikte bodembedekker is zaagsel. Zaagsel is schaafsel van resthout. Zaagsel neemt uitstekend vocht op en stikt bijna niet. Een groot nadeel is echter dat het vaak wat stof bevat. Uit onderzoek is gebleken dat knaagdieren hier veel last van kunnen hebben. Het is een kwestie van uitproberen. We bespreken in ieder geval de meest voorkomende soorten bodembedekking:
Zaagsel Hamsters kunnen wel (vaak) goed tegen de stof van het zaagsel. Zaagsel neemt goed vocht op en is zowat reukloos. Verder is houdt zaagsel veel warmte vast en je hamster kan er mooie nestjes mee maken. Koop zaagsel trouwens nooit direct vanaf een timmerbedrijf of houtfabriek, dit zaagsel is niet gezeefd en bevat heel veel stof.
Zand Zand is ongeschikt voor hamsters. De belangrijkste reden is; het houd geen warmte vast. Als je het toch wilt gaan gebruiken zorg dan voor wat nest materiaal wat veel warmte vasthoud zoals hooi.
Papiersnippers Papierstrookjes of snippers zijn heel geschikt om mee te spelen en tevens als nestmateriaal. Als bodembedekker nemen ze te weinig vocht op.
Hooi Hooi is erg goed voor nest materiaal en houd veel warmte vast. Ook lekker voor de hamster om eraan te knabbelen. Het nadeel is dat het niet veel vocht vasthoud.
Stro Gewoon stro is te grof als bodemmateriaal. Russel Rabbit is gemaakt van fijngemaakt stro en is juist wel geschikt.
Geperste korrels De laatste jaren zijn er ook geperste korrels te koop. Sommige soorten hebben hele scherpe randjes en lijken niet echt comfortabel te zijn voor een hamster.
Hamsterwatten Gebruik hamsterwatten a.u.b. niet ! Ze zijn gevaarlijk voor je hamster, ze kunnen er in stikken en verstrikt raken! Gebruik liever wc-papier of keukenpapier voor het nestmateriaal van je hamster. Ze vinden dit net zo lekker en goed!
Hamsters eten in de vrije natuur allerlei soorten plantaardige producten zoals: granen, zaden, grassen, vruchten en kruiden etc.. Naast deze producten eten hamsters ook wormen, slakken, larven en zelfs jong gevogelte en kleine (veld)muisjes.
Als je voer voor je hamster gaat kopen moet je er goed op letten of er voldoende eiwitten (15 tot 20%) aanwezig zijn en of de structuur van het voer niet te grof is. De basis van hamstervoer bestaat uit: graskorrels, rogge, mais, haver, zonnebloempitten, tarwe, johannesbrood, pinda's en granen.
Konijnenvoer is niet geschikt voor hamsters. In konijnenvoer zit vaak een bepaalde soort antibiotica waar hamsters niet goed tegen kunnen. Ook is konijnenvoer te grof voor je hamster. Als je het diertje wat variatie wilt geven kun je wat honden- of kattenbrokken door het voer mengen. Ook kun je onkruid en zonnebloempitten als extraatje er bij doen. Dwerghamsters eten in de natuur veel graszaden, daarom kan het voer aangevuld worden met vogelvoer
Geef je huisdier echter nooit: chocola, chips of ander snoepgoed. Hamsters kunnen namelijk niet goed tegen te veel suiker of vet. Ze kunnen hiervan aan de diaree raken, wat dodelijk is voor hamsters! Als je je hamster toch wilt verwennen kan dat met speciaal snoep voor hamsters uit de dierenwinkels.
Groente en Fruit Hamsters vinden over het algemeen bijna alle groente en fruitzoals: appel, banaan, komkommer, peer enz. wel lekker. Alhoewel ze citrusvruchten zoals; mandarijn, sinasappel, citroen enz. vaak te zuur vinden. Als je de hamster groente en fruit wilt gaan geven moet je er wel goed op letten dat je het eerst goed afwast met water. Het kan namelijk bespoten zijn met bestrijdingsmiddelen die giftig of dodelijk kunnen zijn voor je huisdier.
Geef ook nooit te veel van iets, als het na een tijdje gaat rotten kan de hamster er erg ziek van worden! Zorg ervoor dat je de overige stukken fruit en groente na een dag uit zijn of haar kooi haalt.
Let op dat je niet te veel groente en fruit geeft met een te hoog vocht gehalte zoals bijvoorbeeld sla of appel. Door te veel vocht kunnen hamsters aan de diaree raken, soms kan het zelfs een dodelijke afloop hebben. Je hamster kan snel uitgedroogd raken.
De volgende wilde planten mogen ze wel hebben:
Planten zijn o.a. paardebloem, kamille, madeliefjes, muur, verse bladeren van een berk, els, beuk of hazelnootstruik, twijgen, bladeren en bloesemknoppen van fruitbomen. Als je wilde planten plukt, moet je ze niet plukken op plekken vlakbij de drukke wegen en straten. Meestal zijn ze dan verontreinigd door de uitlaatgassen van auto's. Je hamster kan er nare ziektes aan overhouden.
Droogvoer Er zijn vele merken droogvoer op de markt. De meeste zijn van goede kwaliteit maar sommige ook helemaal niet. Let er in ieder geval op dat het eiwit gehalte hoog genoeg is, dat er genoeg variatie in zit en dat het niet te grof is. Je hamster heeft eiwitten namelijk hard nodig om gezond en fit te blijven. Het aanbevolen gehalte is 15 tot 20%. (Dit staat meestal op de zijkant of onderaan op de verpakking).
Een aanrader is Harry Hamster voer. Dit voer is erg gevarieerd en bevat tevens niet zoveel geperste korrels. Geperste korrels worden namelijk niet graag gegeten door hamsters terwijl ze toch alle noodzakelijke voedingsstoffen bevatten.
Verboden voedsel voor hamsters Voedsel wat niet goed is voor je hamster:
Snoepgoed, chocolade, chips, alles wat in azijn zit:(augurk), alles wat te zout is, de groene delen van een tomaat, aardappel, wortel en aardbei, rabarber, ui, knoflook, boterbloem. En nog vele andere soorten planten die o.a. in de tuin te vinden zijn.
Als je twijfelt of je hamster iets mag eten kun je altijd een email sturen: hamsterland@planet.nl Geef je hamster nooit zomaar iets uit de tuin waarvan je niet weet wat het is!!!
Vitamine en Mineralen Vitamine en mineralen heeft elk levend dier nodig om gezond te blijven. Als je je hamster een goede en gevarieerde voeding geeft is het eigenlijk niet meer nodig om extra vitamine en mineralen toe te voegen.
Veel knaagdieren eten af en toe hun eigen ontlasting op. Dit is volkomen normaal. De ontlasting van een hamster bevat namelijk veel vitamine B12, deze vitamine ontstaat tijdens de spijsvertering in het darmkanaal. Hamsters hebben nu eenmaal deze vitamine hard B12 nodig.
Drinkwater Hamsters zijn van nature geen grote drinkers. Ze hebben maar heel weinig water nodig om te kunnen overleven. Dit komt omdat ze uit gebieden komen waar het water erg schaars is en daardoor hebben ze geleerd er erg zuinig mee om te gaan.
Geef het water in de kooi bij voorkeur uit een drinkflesje, een bakje met water wordt meestal èèn grote viezigheid. Ververs het drinkwater van je hamster minimaal drie keer per week!!
Misschien heeft u zelf wel geen hamster of cavia of een ander knaagdiertje in huis, maar wellicht eentje van de kleinkinderen of kinderen van familie of kennissen. Dus is wel handig om er wat meer over te weten. Of niet soms?
HAMSTER
Er bestaan 3 soorten hamsters namelijk:
1. De Korenwolf (De europeese hamster). 2. De Syrische Hamster (De goudhamster). 3. De Dwerghamster: 3.1 De russische dwerghamster. 3.2 De chinese dwerghamster. 3.3 De campbelli dwerghamster. 3.4 De roborovski dwerghamster.
De populairste hamster die gehouden wordt is de Syrische hamster en de Russische dwerghamster. Een definitieve uitslag, van de populairste soort, zie je op deze pagina. De korenwolf kan niet of nauwelijks gehouden worden en leeft (bijna) alleen in het wild.
hieronder de soorten hamsters
De Korenwolf De Korenwolf heeft verschillende benamingen zoals: de veldhamster, de Europese hamster of inheemse hamster.
De Korenwolf is een uniek knaagdier met een krachtige bouw. Met zijn korte sterke poten is hij in staat een tot 2,5 meter diep gangenstelsel te graven. De korenwolf wordt 25 tot 30 centimeter groot (ongeveer zo groot als een cavia). Lengte neus tot staart: 18-27 centimeter, staartlengte: 3-7 centimeter, met een gewicht tot 500 gram.
De hamster heeft een oranjebruine vacht. Op zijn kop, hals en nek zitten witte vlekken. De poten zijn wit. Kenmerkend is zijn zwarte buik. Dit is opvallend, want bij de meeste hamstersoorten is de buik lichter dan de rug. Hamsters in Oost-Europa hebben in de regel een geheel zwarte buik. Hamsters in West-Europa hebben bijna allemaal, zonder uitzondering, witte vlekken op de buik.
Het grootste deel van zijn leven brengt de korenwolf onder de grond door. Zijn enigszins spitse kop en snuit, wat iets aan een muis doet denken, is daarbij van groot voordeel.
Als het schemerig of donker is, de tijd waarin de hamster op pad gaat, geeft de kenmerkende en unieke zwarte buik de hamster beschutting tegen de roofdieren van de nacht. Als hij namelijk rechtop staat, gaat hij op in de nachtelijke achtergrond van zijn omgeving. Om te overleven spelen bovendien zijn aangeboren wantrouwen en zijn -niet te onderschatten- vaardigheid om zich te verweren een rol. Voelt hij zich bedreigd, dan kan de hamster zeer agressief reageren.
Naam:
De Korenwolf
Latijnse Naam:
Cricetus cricetus
Leeftijd:
1,5 tot 3,5 jaar
Lengte:
250 - 300MM
Gewicht:
400 - 500Gram
De Syrische Hamster De Syrische hamster werd vroeger de goudhamster genoemd vanwege zijn goudbruine vacht. Tegenwoordig is de Syrische hamster in veel verschillende kleuren te krijgen. Dit komt door veel fokken en het uitproberen om nieuwe kleuren hamsters te krijgen.
Het lichaam van een Syrische hamster is kort en breed. De hamster is ongeveer twaalf tot zestien centimeter lang. Hij heeft een stompe snuit en ronde, bolle zwarte oogjes. Een Syrische hamster is solitair en kan niet samen met andere (dwerg) hamsters gehouden worden! De Syrische hamster is erg lief, goedmoedig, vitaal en wordt al snel vertrouwelijk met het baasje.
In 1797 wordt voor het eerst het bestaan van de goudhamster beschreven. Pas in 1930 in de buurt van Aleppo wordt voor het eerst een nest met levende jonge hamsters en een moeder opgegraven. Dit gebeurde door de Professor Aharoni. Hij hield het nestje met hamsters in leven en ging er mee fokken. Al na 1 jaar waren er meer dan 500 nakomelingen. Vrijwel alle hamsters, in de hele wereld die gehouden worden, stammen van dit nest af. In 1971 en 1978 is men er weer in geslaagd om de Syrische hamster in het wild te vangen. Dit betekend dat het dier in de vrije natuur nog niet uitgestorven is, wat men wel altijd gedacht heeft. Hoeveel Syrische hamsters er in het wild nog leven weet niemand.
Tegenwoordig is de Syrische hamster niet alleen meer in de traditionele goudbruine kleur te vinden maar in allerlei soorten. Gevlekt of egaal, met een tekening of uitmonsteringen, kijk op deze pagina voor meer foto's en plaatjes.
Naam:
De Syrische Hamster
Latijnse Naam:
Mesocricetus auratus
Leeftijd:
1,5 tot 3 jaar
Lengte:
170 - 180MM
Gewicht:
110 - 180Gram
De Russische Dwerghamster
De Russische dwerghamster die ook wel de Djoengaarse dwerghamster word genoemd, leeft van oorsprong op de steppen van Noord-Kazachstan en Siberië. Dit is een onherbergzaam gebied ten noorden van China. De naam Russisch is dus eigenlijk onjuist. De Russische dwerghamster komt eigenlijk helemaal niet voor in Rusland.
De Russische dwerghamster is een klein bol hamstertje. Zijn rug is grijs-bruin met een opvallende donkerbruine/zwarte aalstreep. Een Russische dwerghamster die niet in gevangenschap gehouden wordt krijgt in de natuur, in de winter, een hele mooie witte donzige vacht. Deze wintervacht krijgt de hamster niet door het temperatuursverschil maar doordat het korter dag wordt, dus door de hoeveelheid licht. In de winter is dit dan ook de perfecte schutkleur voor tussen de sneeuw.
De Russische dwerghamster kan samen met zijn broertjes en/of zusjes in gevangenschap gehouden worden. Maar hou voor de zekerheid altijd een extra hamsterkooi achter de hand voor het geval dat het toch mis gaat!
Naast de oorspronkelijke wildkleur is de dwerghamster ook nog in de kleuren:
WildKleur(Naturel)
Parelkleur(Pearl)
Blauwwild kleur(sapphire)
Mandarijn
Geel-wildkleur roodoog
Er zijn nog vele andere kleuren Russische dwerghamsters, namelijk: Geel blue-fawn, Mandarijn Parel, Mandarijn roodoog, Camel, Gevlekt en nog vele andere kleurmutaties.
In 1968 zijn voor het eerst een aantal Russische dwerghamsters gevangen in West-Syberie en voor onderzoek naar het Max Planck Instituut gebracht in Duitsland. Daar bleek dat de dieren uistekend in gevangenschap te houden zijn.
Naam:
De Russische Dwerghamster
Latijnse Naam:
Phodopus sungorus
Leeftijd:
1,5 - 2 jaar
Lengte:
65 - 105MM
Gewicht:
25 - 50Gram
De Chinese Dwerghamster De Chinese dwerghamster valt eigenlijk buiten de boot vergeleken met de andere dwerghamsters. De Chinese dwerghamster komt oorspronkelijk uit Noord-China. Hij leeft daar op de steppen en in de bossen.
Zoals al hierboven beschreven is de Chinese dwerghamster niet direct familie van de andere soorten dwerghamsters. Dit is al meteen te zien aan zijn uiterlijk. Hij heeft een dun lang lichaampje met een langere staart dan de andere dwerghamsters. De vacht van een Chinese dwerghamster is ook niet zo zacht en wollig als de anderen. De vacht is grijsbruin met een dunne zwartbruine aalstreep. Verder is de Chinese dwerghamster te vinden in de kleuren: gevlekt en wit. Het verschil tussen een mannetje en vrouwtje is erg goed te zien door de grote balzak van het mannetje. Uitzonderlijk is dat deze dwerghamster juist niet in groepen leeft en dus solitair is.
Rond de jaren zestig is het diertje geïntroduceerd als huisdier. Hiervoor heeft het dwerghamstertje alleen de kooien van laboratoria gezien. Chinese dwerghamsters worden ook niet zovaak als huisdier gehouden.
Naam:
De Chinese Dwerghamster
Latijnse Naam:
Cricetulus griseus
Leeftijd:
2,5 - 4 jaar
Lengte:
80 - 130MM
Gewicht:
30 - 50Gram
De Campbelli Dwerghamster De Campbelli dwerghamster is hele dichte familie van de Russische dwerghamster. Hij komt voor in het noorden van Mongolië en in China.
Door de dikke vacht van de Campbelli dwerghamster lijkt hij groter dan de Rus, maar dat is niet zo. De vacht is geelbruinachtig met een dunnere zwartbruine aalstreep. In de winter kan de vacht van een Campbelli iets grijzer worden maar niet zo erg als bij een Russische dwerghamster. De Campbelli is tegenwoordig, door het vele fokken, in verschillende kleuren te vinden zoals:
Albino
Zwart
Wit en argente.
Satijn kleur.
Grijs en wit(gevlekt)
De Campbelli is net als de Chinese dwerghamster eerst een onderzoekshamster geweest in laboratoria. In Engeland kennen ze de hamster als huisdier sinds 1964. In Nederland werden de eerste 28 Campbelli dwerghamsters pas in 1983 geïntroduceerd. Een Campbelli dwerghamster kan vaak goed met soortgenoten in gevangenschap leven. Vaak gaat dit erg goed maar de kans is er dat het ook niet goed gaat. Hou dus een extra hamsterkooi achter de hand!
Naam:
De Campbelli Dwerghamster
Latijnse Naam:
Phodopus campbelli
Leeftijd:
1,5 - 2 jaar
Lengte:
65 - 105MM
Gewicht:
25 - 35Gram
De Roborovski Dwerghamster De Roborvski dwerghamster heeft een heel ander uiterlijk dan de andere dwerghamsters. Hij is geelbruin en heeft een opvallend brede snuit/snor. Hij komt oorspronkelijk uit West en Zuid Mongolië.
De Roborovski is de kleinste soort dwerghamster die er bestaat. Zijn lichaam is maar zes tot negen centimeter lang en zijn staartje is bijna niet te zien. Wat ook opvalt is dat ze in tegenstelling tot andere dwerghamsters, geen aalstreep op de rug hebben. Boven de oogjes en de buik heeft hij een witte effen vacht. In Nederland komt naast de normale kleur de White-Faces voor. Dit zijn Roborovski dwerghamsters met een witte gezicht. Naarmate ze ouder worden kunnen ze verkleuren; het lijkt op een schimmelfactor. Het vererft dominant.
De eerste Robby's zijn in 1982 vanuit Duitsland naar Nederland gekomen. Veel bekendheid hebben deze dwerghamsters niet. Ze worden niet veel gehouden omdat ze moeilijk jongen kregen in gevangenschap. Ook in de vrije natuur krijgt een vrouwtje maar hooguit twee of drie nestjes jongen in haar hele leven. Roborovski dwerghamsters zijn voornamelijk 'kijkhamsters' omdat ze heel erg snel en schuw zijn. Ze zijn niet solitair en kunnen dus meestal in groepjes worden gehouden. Het houden van groepjes mannen lijkt echter toch wel regelmatig voor problemen te zorgen. Hou dus een extra hamsterkooi bij de hand voor het geval dat het toch mis gaat!
Het baasje van hond Jasmine, Anni Sheriffius, verschrok zich een ongeluk toen tijdens het wassen het oor van haar hondje afviel. "Ik was in alle staten toen ik ineens het oortje voorbij zag drijven," zegt Anni. Ze haastte zich met Jasmine naar de dierenarts. Die stelde vast dat het oor van de hond afgeknipt was en met superlijm er weer was aangeplakt. Het oor was helemaal ontstoken en moest dringend behandeld worden. De zaak waar Jasmine getrimd werd is ondertussen gesloten. "Ik hoop dat die hondenkapper nooit meer een hond aanraakt,' zegt Anni.
NEW DELHI (ANP) - Een Indiase baby is getrouwd met een hond. Het huwelijk moet het jongetje behoeden voor een aanval van een tijger, stelt een plaatselijk geloof in de Indiase deelstaat Orissa.
Bij de ruim veertien maanden oude Ashirbad groeien snijtanden in de bovenkaak, waardoor hij op latere leeftijd door een roofdier wordt aangevallen. De enige manier om dat te voorkomen is een huwelijk met een dier. De ouders vonden de jonge teef Samina een goede partij voor hun zoon, meldden Indiase media.
De verbintenissen tussen mensen en dieren in India staan een later huwelijk met een mens niet in de weg.
Bij gebrek aan de juiste voeding en verzorging kunnen pups en kittens te maken krijgen met skeletmisvorming, een onnatuurlijke houding, gebogen poten, ernstige zwaarlijvigheid, pijnlijke gewrichten, het wegteren van spieren, heupdysplasie en moeilijkheden met lopen. Dierenartsen weten dat deze symptomen worden veroorzaakt door groeistoornissen, maar ze kunnen eenvoudig worden voorkomen wanneer het dier vanaf het eerste begin de juiste zorg van de dierenarts en de juiste voeding krijgt. Deze potentieel verlammende aandoeningen treffen miljoenen huisdieren, grotendeels honden van grote of reuzenrassen. Veel factoren spelen hierin mee, waaronder de omgeving, genen en voeding.
Alhoewel alle factoren in meer of mindere mate beheersbaar zijn, biedt voeding de beste mogelijkheid om de gezondheid van een pup of kitten te beïnvloeden. Omdat een te snelle groei vaak groeistoornissen met zich meebrengt, is het van cruciaal belang de juiste voeding op de juiste manier te geven. Wat raden dierenartsen aan? In principe zijn er verschillende manieren, zoals:
Sommige dierenartsen geven de voorkeur aan voer "naar keuze" (er staat altijd voer klaar) voor kittens omdat hetrisico van ondervoeding beperkt. Ook komt de maaguitzetting die vaak wordt geassocieerd met voeding gedurende beperkte tijd of een vaste maaltijd, minder voor.
Deze vorm is niet aan te raden voor pups, tenzij de pup extreem mager is. Maaltijdbeperkt (dagelijkse voeding opdelen in 2-3 maaltijden) of tijdsbeperkt (voer gedurende specifieke tijden neerzetten) voeren is de beste oplossing en zorgt voor een betere controle over de groeisnelheid en het lichaamsgewicht. Uw dierenarts kan de juiste methode aanbevelen op basis van het ras en de lichamelijke conditie van uw pup.
Het voer dat uw pup of kitten eet, is van invloed op zijn of haar groeisnelheid. Omdat het makkelijker is om groeistoornissen te voorkomen dan te genezen, is het geven van het juiste voer op juiste manier de beste preventieve maatregel die u kunt nemen. Dierenartsen bevelen een voer met zorgvuldig gecontroleerde hoeveelheden calorieën en calcium als essentieel aan voor pups van grote en reuzenrassen (die meer dan 25 kg wegen op volwassen leeftijd). Pups van kleine en middelgrote rassen hebben baat bij de beheerste inname van een goed gebalanceerde formule voor pups en kittens. Ook voor kittens is een speciaal geformuleerd voer van groot belang om de juiste voeding voor optimale groei te bieden, ter voorkoming van groeistoornissen.
Heel wat jonge moeders stellen zich de vraag wat er nu moet gebeuren met de hond als er een baby in aantocht is .Welke regels moeten ze toepassen? Wat mag en wat mag niet? Kan de hond samen opgroeien met mijn kleine spruit ?
Natuurlijk kan dat ! Het is zelfs wetenschappelijk bewezen dat voor de ontwikkeling van een kind een huisdier een essentieel onderdeel van zijn opvoeding is. Het brengt het kind heel belangrijke waarden bij zoals verantwoordelijkheid, respect, omgaan met leven en dood,enz Het is echter heel belangrijk dat vaste regels gelden vanaf het begin. We geven u hierbij alvast een leidraad om op een goede basis te starten.
Eerste regel : start vroeg met de voorbereidingen als er nieuwe baby in huis komt.
Van op het moment dat u op de hoogte bent dat er een baby op komst is begint u zich voor te bereiden voor de veranderingen die u te wachten staan. Maar ook uw hond zal je moeten voorbereiden op deze verandering. De nieuweling zal voor nogal wat veranderingen zorgen in de leefwereld van uw honden zijn dagelijkse routine.
Door een beetje planning kan u alvast uw hond voorbereiden op deze veranderingen, zodat hij nauwelijks zal merken dat er iets veranderde op het ogenblik dat de baby daadwerkelijk zijn intrede doet. Vier maanden voor de geplande geboorte kan u starten met deze voorbereidingen Hoe zal uw hond reageren?
Indien uw hond reeds voorheen getuige was van de intrede van een nieuwe baby hoeft u zich niet echt veel zorgen te maken. Als het echter de eerste baby is kan je je best volgende vragen stellen:
- Welke relatie zal u hebben met de hond eens de baby er is? - Zal je je hond een aantal gebieden in je woonhuis verbieden? - Vertoont je hond op heden specifieke gedragsproblemen? Als dit zo is zouden deze kunnen escaleren bij de intrede van de baby. Raadpleeg dan zeker een gedragstherapeut of een dierenarts die u kan doorverwijzen.
Als u tevreden bent met het gedrag van uw hond kan u gerust de verdere richtlijnen volgen.
Voor de baby is geboren.
Betasten van je hond : U hond moet toelaten dat u hem betast op de borst, schouders, achterste, poten, staart en kop zonder enig probleem. U kan dit best gaan inoefenen als uw hond kalm en rustig is. Maak van dit soort oefeningen zeker geen spelletje aangezien u anders uw hond aanleert om te friemelen, vechten en bijtspelletjes te spelen.
Geluiden: speel tijdens zeer korte periodes geluiden af ( cd, cassette, video) van een baby die weent, murmelt, of krijst en laat dit volgen door een korte beloning van de hond in de vorm van een lekker hapje of een spelletje. Herhaal deze procedure meermaals zodat uiteindelijk de hond de niuwe geluiden gaat associëren met een leuke ervaring.
Nieuwe geuren en voorwerpen: Laat de hond gewennen aan babypoeder, babyzeep, shampoo en baby melk door deze reeds te gaan gebruiken in de weken net voor de baby er aan komt. Ook grotere voorwerpen zoals buggys, maxi cosy ,speeltoestellen, eetstoeltjes ed moeten aanwezig zijn voor de baby er is.
Beweging : Als je de hond regelmatig uitlaat sta dan even stil bij de hoeveelheid aandacht en beweging hij krijgt. Trekt hij aan de leiband, komt hij direct als je hem roept, is hij agressief naar andere honden? Ees de baby er is zal je wellicht moeilijkheden hebben om deze dingen onder controle te houden als je ook nog een kinderwagen moet gadeslaan. Sommige moeders zijn na de geboorte ook een fysisch verzwakt en zullen dus meer moeite hebben om de hond in controle te houden. Het gebruiken van een gentle leader kan hier een oplossing bieden gezien daar de hond niet zoveel kracht kan mee uitten. Vraag even na of misschien vrienden of kennissen in de zwangerschapsperiode met de hond willen wandelen of doe een beroep op een van de iCare dogsitters. Dit zal u zeker een indicatie geven van de hoeveelheid beweging de hond nodig heeft en of u dit nog zal kunnen volhouden eens de baby er is. Indien u van oordeel bent dat de hoeveelheid wandelingen zal verminderen kan u dit alvast op voorhand beginnen afbouwen een paar weken op voorhand. Als de hond minder wandelingen krijgt zal je dit moeten vervangen door iets anders of hij zal zich beginnen vervelen. Honden die zich vervelen zijn ongelukkig en vertonen na een tijdje stress en destructief gedrag. Probeer het zeker niet goed te maken door de hond meer snoepjes of eten te geven, het zal enkel je hond nog ongezonder maken en hem opzadelen met overgewicht. Je kan dit wel compenseren door meer spelletjes met hem te spelen of doe een beroep op een iCare Dogsitter voor een wandeling of een dagje uit.
Training: Maak je hond gewoon om alleen thuis te blijven, door hem initieel korte periodes alleen te laten. Langzamerhand kan je dit uitbouwen naar langere periodes. Indien het zelf niet echt lukt , weten ze zeker op een goede hondenschool raad met dit probleem.Ga eerst zelf op onderzoek naar deze hondenschool en bekijk of ze vriendelijke , positieve en beloningsgerichte methodes gebruiken ipv de slipkettingen en correcties.
Aandacht: Je nieuwe baby zal heel wat van je aandacht vragen. Er komen meestal heel wat bezoekers over de vloer ( familie, vrienden, verplegend personeel of andere). Zelfs voor de grootste hondenliefhebber in de wereld is het een onmogelijke opdracht om evenveel aandacht te blijven besteden aan de hond eens de baby er is. De hond zal zich verwaarloosd voelen als hij na de geboorte van de baby niet dezelfde aandacht krijgt. Uw hond zal dus dingen gaan doen die u er toe dwingen om hem aandacht te schenken( vb stelen van hapjes van de tafel) De beste manier om uw hond voor te bereiden op een wijziging in aandacht is het limiteren van het verschil in situatie voor en na de geboorte van de baby. Voordat de baby is aangekomen moet je hond reeds gewend zijn om bepaalde periodes geen aandacht van jou te ontvangen. Geef je hond regelmatig aandachtsperiodes van 20 minuten. Als deze 20 minuten voorbij zijn negeer je hem gedurende de volgende 20 minuten ( geen verbale of fysische aandacht, geen oogcontacten). Deze regel geld voor alle gezinleden !
Speelgoed: Babyspeelgoed en hondenspeelgoed zijn vaak gemaakt uit dezelfde materialen. Sommige maken zelfs dezelfde geluiden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat honden hun omtrent hun eigen speelgoed verward geraken. Limiteer hondenspeelgoed tot twee of drie stuks en neem ze weg op het einde van elke speelsessie. Dit zal je hond doen begrijpen dat jij degene bent die bepaald wanneer er gespeeld word. Meteen sluit je ook alle risicos uit dat de baby het hondenspeelgoed oppikt en het in zijn mond stopt. Moedig je hond aan om zijn speelgoed af te staan wanneer jij er om vraagt. Word nooit agressief als je het hem probeert te ontnemen, want dat zal zijn drang om het te beschermen enkel doen toenemen.
Een rustig plaatsje voor zichzelf: Honden hebben altijd nood aan een rustig plekje waar ze heen kunnen om te rusten.Dit zal vooral belangrijk zijn als de baby begint rond te kruipen en dingen begint te exploreren. Leer de hond om naar zijn eigen plaatsje te gaan ( bvb een mat in het hoekje van de kamer). Op die wijze ben jij ook nog in zijn aanwezigheid en dat maakt de hond rustig en gelukkig. Een bench ( binnenkennel) kan ook in overweging worden genomen voor die periodes dat de hond wat tijd voor zichzelf nodig heeft.
Rust en slaapplaatsen : Denk er eens over na of u de slaapplaats van de hond zal veranderen eens de baby is aangekomen. Bijvoorbeeld, bent u gelukkig dat de hond op de sofa slaapt en zal u dat nog toelaten eens de baby er is? Zoniet,doe deze wijziging een hele poos voor de baby er is zodat de hond deze gebeurtenissen niet associeert.
Gezondheidszaken: Zorg ervoor dat uw hond in een goede conditie is. Vergewis u dat hij vrij is van vlooien en wormen. Alle vermoedelijke ziekteverschijnselen kan u best direct laten checken bij uw vertrouwde dierenarts.Elke irritatie en pijn die de hond voelt zal namelijk zijn resistentie tegen stress verzwakken. Hierdoor zal hij al eens sneller grommen of bijten.
Na de babys geboorte
Eerste introductie: Als de jonge moeder terug thuiskomt uit de kraamkliniek zal de hond wellicht hel enthousiast op haar afkomen. Het meest geschikte ogenblik om deze ontmoeting te laten plaatsvinden is op een moment dat de hond moe is na een lange wandeling bijvoorbeeld. In eerste instantie moet deze reünie plaatsvinden zonder de baby, gezien de hond bij zijn enthousiasme zal willen opspringen. Later kan je de baby introduceren aan de hond op een rustige plaats waar de hond geen sterke connecties heeft. Dus niet de plaats waar hij eet of slaapt.
Beloon je hond: Associeer de aanwezigheid van de baby met een leuke ervaring voor je hond. Als je hond zich rustig gedraagt in het bijzijn van de baby , beloon hem dan heel sterk,maar opeen rustige manier. Geef hem bijvoorbeeld wat lekkere hapjes. Bij de eerste interacties hou je de baby best nog op de arm van een volwassene en laat je de hond ruiken aan de baby. De hond zal in eerste instantie zeer geïnteresseerd zijn , maar zal na verloop van tijd zijn interesse verliezen. Eens hij zich terugtrekt moet je dit gedrag absoluut belonen en hem aanmoedigen met een hapje. Doe vanaf dan gewoon verder met de dagelijkse beslommeringen en je zal zien dat de hond de baby graag zal accepteren. Honden zullen geduldig hun leefgewoontes aanpassen aan het nieuwe gezinslid, maar vergeet niet van hen steeds in jouw nieuwe leven te betrekken
Hygiëne: Mensen die zelf geen hond bezitten kunnen er je toe aanzetten om je hond weg te doen omwille van hygiënische redenen. Het is essentieel dat je hond werd ontwormt en behandeld werd tegen vlooien. Laat geen vuile luiers op de grond liggen daar de meeste honden dit geweldig speelgoed vinden en ze niet zullen nalaten op zelf te gaan markeren op diezelfde plaats. Honden zijn ook dol op babydrollen en het is dus zaak deze zeer goed weg te bergen in gesloten containers. Gebruik antibacteriële zeep nadat je met de hond bepaalde handelingen ( spelen, verzorging, ) hebt gedaan.
Supervisie: Plaats de baby nooit op de grond met de hond en laat baby en hond nooit samen alleen! Dit geld voor ALLE honden ook al hebben ze een excellent karakter en temperament. Een kinderhekje zal ervoor zorgen dat de hond niet in dezelfde ruimte kan komen maar toch alle geluiden en geuren kan opvangen.
Kruipen: hondeneigenaars dienen er zich van bewust te zijn dat de baby snel zal beginnen kruipen en stappen, en dat ze dus op dit ogenblik heel attent moeten zijn gezien de baby zich beweegt in alle mogelijke plaatsen. Het is dus zaak de hond een veilige plaats te voorzien waar de baby geen toegang toe heeft. Dit zal ervoor zorgen dat de baby niet continue achter de hond aanholt, of ongewilde pesterijen de kop opsteken.
Tandsteen en tandvleesontsteking vormen een serieuze bedreiging voor de gezondheid van onze huisdieren. Er zijn heel veel dieren die (onnodig) te kort leven en een hoop ongemak beleven door een onopgemerkte of slecht behandelde ziekte van het gebit.
Veel eigenaren denken dat het normaal is als een acht jaar oud poedeltje zn tanden verliest: hij wordt al oud, zn tanden beginnen uit te vallen!
De relatie tussen dier en eigenaar wordt nogal op de proef gesteld door tandsteen en tandvleesontsteking vanwege de stinkende adem en de irritatie bij het hondje dat vroeger altijd kusjes mocht geven en nu niet meer. Honden zeggen hallo door snuffelen en likken, en als hun adem stinkt worden ze gehinderd in het uiten van dit normale gedrag. Het vervelende is, dat op het moment dat men dan eindelijk besluit om er iets aan te laten doen, veel schade niet meer hersteld kan worden, en veel gebitselementen verloren gaan. Bij dieren in de vrije natuur komen tandsteen en tandvleesontstekingen bijna niet voor. Daarom moeten deze afwijkingen haast wel het gevolg zijn van de voeding die hen door ons gegeven wordt!
. Tandsteen ontstaat door mineralisering van tandplak Dit laatste is een pasta-achtige substantie die zich constant op de tanden vormt, en die bestaat uit levende en dode bacteriën, slijmvliescellen, voedselresten enz. Tandsteen is op zichzelf geen ziekte, maar biedt een ideale voedingsbodem aan bacteriën die zorgen voor parodontitis. Parodontitis Tandsteen kat
is het ziekteproces dat op treedt rondom tanden en kiezen en dat leidt tot het verlies van tand of kies, doordat het bot dat de tand vasthoudt, verloren gaat. De aanwezigheid van tandsteen is alleen maar een symptoom van parodontitis. De ziekte ontstaat doordat er bacteriën groeien in de voedsel- en speekselresten onder de tandvleesranden (in de sulcus). Het lichaam reageert op deze bacteriën met een invasie van witte bloedcellen, en dus ontsteking. Hierdoor ontstaat een ontsteking rondom de tand. Deze ontsteking veroorzaakt de afbraak van het bot dat de tand op zijn plaats houdt. Je hoort vaak praten over tandvlees dat zich terug trekt bij tandsteen en tandvleesontstekingen. In feite gebeurt dit omdat het tandvlees vast zit aan het onderliggende bot, dat wordt opgelost tijdens de oorlog tussen de witte bloedcellen en de bacteriën in de plaque onder het tandvlees. Na behandeling: bloedend tandvlees
Parodontitis is een wijd verbreide ziekte; ongeveer 85% van de volwassen honden lijdt er aan. Het is een ziekte die in principe levensgevaarlijk is, en die voorkómen én genezen kan worden. Omdat de mondslijmvliezen zeer sterk doorbloed zijn, verspreiden bacteriën zich heel gemakkelijk door het hele lichaam, waarbij ze zich gemakkelijk nestelen in lever, nieren, hartkleppen en gewrichten. Bij honden (trouwens ook bij mensen!) zijn de niet-aangeboren hartklepafwijkingen bijna altijd het gevolg van ontstekingen in het tandvlees!
De meeste mensen beseffen hoe belangrijk een dagelijkse gebitsverzorging is, omdat het gebit ongeveer 60 tot 80 jaar mee moet kunnen. Vergelijk dit eens met een hondje dat op 8-jarige leeftijd al zijn tanden al kwijt is. Mogelijk weet u zelf uit eigen ervaring wel hoe vervelend pijn in de mondholte is, of dit nu door een tandvleesontsteking of door een ontstoken kies komt. Denk dan eens aan een dier, dat niets kan zeggen, en dat soms jaren lang met dit soort problemen rond loopt. De kwaliteit van leven van zon dier gaat hierdoor enorm achteruit, en iedere eigenaar heeft de morele plicht om hier iets aan te (laten) doen
Naast parodontitis is trauma een belangrijke oorzaak van gebitsproblemen. Denk maar aan de afgebroken hoektand bij een politiehond. Ook abcessen boven de 4e premolaar (de grootste kies) in de bovenkaak bij honden ontstaan vaak na een (nauwelijks zichtbare) fractuur in deze kies. Deze kies is trouwens ook de plaats waar de afvoergang van de oorspeekselklier uitmondt. Dit speeksel bevat veel kalk, en daarom zien we juist bij deze kies vaak het meeste tandsteen!
Tandvleesontstekingen en/of gebitsproblemen worden soms door ziektes veroorzaakt. Honden met ernstige mondholteproblemen zouden eigenlijk op de volgende kwalen onderzocht moeten worden:
1.Bij suikerziekte gaat het glucosegehalte van het speeksel flink omhoog. Hierdoor zien allerlei, op zichzelf onschuldige, bacteriën hun kans schoon om flink te groeien. Omdat suikerziekte ook de afweer van het dier vermindert, kunnen gemakkelijk ontstekingen ontstaan in de mondholte.
2.Een verminderde schildklierfunctie (hypothyreoïdie) leidt ook vaak tot gebitsproblemen, en een bij hond met een aangetoonde hypothyreoïdie moet dus ook naar zn tanden gekeken worden! Een te geringe schildklierfunctie uit zich door traagheid/sloomheid, vetzucht, huidproblemen en verminderde weerstand tegen infecties.
3.Allergieën en andere ziektes die maken dat dieren op hun vacht kauwen, kunnen er toe leiden dat haren zich ophopen in de sulcus en zo infecties en veel schade veroorzaken. Het kauwen van haren kan tanden en kiezen uit kun normale positie wegdrukken en het gebit versneld laten verslijten.
4.Nierziektes kunnen gebitsproblemen veroorzaken door ontkalking van het bot, en dus verzwakking van de tandkassen. Bovendien kan het aanleiding geven tot zweren in de mondholte.
5.Verkeerde voeding kan een enorme effect op het gebit hebben, omdat veel soorten voedsel plaque-afzetting bevorderen, vooral blikvoeding. Teveel fosfaat in de voeding (puur vlees) zorgt voor ontkalking van het bot en dus een zwakker gebit. Hills Prescription t/d voorkomt tandsteenvorming
6.Pica (=het eten van vreemde voorwerpen) kan gebitsproblemen veroorzaken. Kauwen op stenen, hekken, deuren, staal, botten enz. is nu eenmaal niet goed voor de tanden! Honden die vaak met tennisballen spelen vertonen soms enorme slijtage van het gebit: het zand tussen de haren van de tennisbal werkt als schuurpapier!
men moet zijn vijand niet zelf de gelegenheid geven,
om op te treden ; men moet niet zelf beginnen met
zich moeite op de hals te halen
In ' t Frans noemt men niet de hond, maar de kat ;
IL NE FAUT PAS R2VEILLER LE CHAT QUI DORT
MET ONWILLIGE HONDEN IS ' T KWAAD HAZEN VANGEN
met mensen die tegen hun zin meedoen bereikt men moeilijk het doel ;
personeel dat geen lust heeft in het werk verricht slecht zijn taak.
TWEE KWADE HONDEN BIJTEN ELKAAR NIET
boze mensen zin ' t licht eens, als het tegen een derde gaat,
die ze kunnen belagen
HIJ IS VAN ' T HONDJE GEBETEN
' t is een ingebeelde gek.
De uitdrukking is door tuinman verklaar
HIJ IS GEBETEN DOOR ' t HONDJE,
DAT LAATDUNKEN HEET.
VEEL HONDEN ZIJN DER HAZEN DOOD
tegen de overmacht kan niemand op.
WIE EEN HOND WIL SLAAN, KAN LICHT EEN STOK VINDEN
men vindt altijd wel een reden, als men iemand benadelen wil. ( Gezelle )
ALS MEN EEN HOND WIL KWIJK GERAKEN, LEGT MEN HEM 'T VERWOED OP
d.i. beweert men dat hij dol is.
IEMAND UITSCHELDEN DAT DE HONDEN ER GEEN BROOD VAN LUSTEN
hem zo kleineren, dat zelfs een hond geen stuk brood meer van hem aanneem.
KOMMANDEER JE HOND EN BLAF ZELF!
jij hebt hier niets te zeggen;
als je wat wilt moet je ' t zelf doen
HIJ HEEFT HET HONDENGELOOF, HIJ HEEFT HET VLEES LIEVER DAN DE BOTTEN.
DE HOND KEERT TERUG TOT ZIJN UITBRAAKSEL
hij valt weer terug in zijn oude kwaad.
WIE MET HONDEN OMGAAT, KRIJGT VLOOIEN
wie in slecht gezelschap verkeert,
neemt slechte eigenschappen en gewoonten over.
HOE RUIGER HOND, HOE MEER VLOOIEN
hoe slechter gezelschap, des te onaangenamer gevolgen.
WIE MET HONDEN NAAR BED GAT, STAAT MET VLOOIEN OP.
HIJ LOERT ER OP ALS EEN HOND OP EEN ZIEKE KOE.
hij verlangt naar de dood van zijn erflater.
EEN STOMME HOND
een lelijke scheldwoord voor een dom persoon..
BETER EEN LEVENDE HOND DAN EEN DODE LEEUW
het leven gaat boven als.
HIJ LOOPT WEG ALS EEN HOND MET DE STAART TUSSEN DE POTEN.
hij druipt angstig af
HET IS GEEN WEER, OM HOND OF KAT BUITEN TE JAGEN
heel slecht weer.
ALS OUDE HONDEN BLAFFEN, IS HET TIJD OM UIT TE ZIEN.
als mannen van ervaring waarschuwen, moet men naar hun raad luisteren.
EEN LOPEN DE HOND
VINDT ALTIJD WAT VOOR DE MOND
EEN LIGGENDE HOND
WAAIT GEEN BROOD IN DE MOND.
' T IS NET OF DE HOND HET IN ZIJN GAT GEHAD HEEFT
het goed ziet er verfrommeld uit.
Bij Harreboméé : HET IS, ALSOF HET DEN HOND IN ZIJN GAT GEZETEN HEEFT
' T MOET AL EEN RUIGE HOND WEZEN, DIE TWEE NESTEN WARM HOUDEN KAN
' t moet een rijke man zijn, die behalve zijn eigen gezin er nog een andere vrouw op na houdt
DAT KAN HOND NOCH KAT VERSTAAN
dat is al zeer onduidelijk.
IEMAND AFSNAUWEN, ALOF MEN HEM VOOR DE HONDEN GEVONDEN HEEFT
op een verschrikkelijke manier; hem behandelen, alsof hij alleen maar goed was als vreten voor de hond.
DIE BIJ DE HOND SLAAPT, BETRAPT VAN ZIJN VLOOIEN ( vlaams )
kwade gezelschappen bederven goede zeden.
ALS OUDE HONDEN BASSEN, IS HET TIJD OM UIT TE ZIEN ( vlaams )
luister naar de raad van ervaren mensen.
JAAG EEN HOND WEG, JE KRIJG EEN REKEL WEER
alle verandering is geen verbetering.
' T IS EEN SLECHT HOND, DIE ZIJN BROOD PAKKEN LAAT ( vlaam )
men moet zich de kaas niet van ' t brood laten eten.
WIE KAN DE HOND HET BASSEN BELETTEN? ( vlaam )
men kan een lasteraar ( of ook iemand, die scheldt en raast ) de mond niet stoppen.
TWISTZIEKE HONDEN LOPEN MET GESCHEURDE OREN ( vlaams )
wie altijd ruzie zoekt, word op zijn beurt toegetakeld en moet de gevolgen dan maar dragen.
' t is de ene hond leed, dat de andere in de keuken gaat.
MEN TERGT GEEN HOND IN ZIJN EIGEN KOT ( vlaams )
men beledigt niet iemand in zijn eigen huis.
HONDEN OP DE BAND VANGEN GEEN HAZEN ( vlaams )
als men wil, dat iemand zijn best doet, moet men hem niet aan
de band houden, doch vrijheid van beweging geven.
EEN HOND IS STOUT OP ZIJN EIGEN DAM ( vlaams )
de dam is de ingang van het boerenheem.
DE HONDEN ZIJN THUIS HET STOUTST.
DE ENE HOND VERWIJT DE ANDERE? DAT HIJ VLOOIEN HEEFT ( Gezelle )
ZWICHT U VAN EEN HOND, DIE NIET EN BAST, EN VAN EEN VROUW, DIE LICHTE KRIJST ( Gezelle )
pas op voor een hond, die nooit blaft, maar ook voor een vrouw, die al te gauw scheldt.
DE KLEINE HONDEN JAGEN DE HAAS OP, MAAR DE GROTE PAKKEN HEM ( Fries )
de kleine man doet het werk ende grote man geniet er de voordelen van.
EEN KWAAIE HOND MOET MEN WEL EEN STUK BROOD GEVEN, WANT ANDERS BIJT HIJ JE ( Fries )
men moet wel wat doen, om gevaarlijke lui te vriend te houden.
MEN MOET HUILEN MET DE HONDEN, DAAR MEN MEE IN ' T BOS IS.
ALS HIJ NIETS MEER KAN, HANGT DE JAGER ZIJN HOND OP ( Fries )
ondank is ' s werelds loon.
ER ZIJN ALTIJD VEEL HONDEN OM ' T AAS ( Gron )
wanneer er wat te halen is, dan komen er altijd genoeg liefhebbers op los ;
zo lang men trakteert, heeft men overvloed van vrienden.
' T Woord aas is niet meer in gewoon gebruik in Groning ; zo hoort men veelal ;
' T ZIET ER UIT, VEEL HONDEN OM DE HAAS
' T ZIET ER UIT, OF DE HOND ER JONGEN GEHAD HEEFT ( Gron )
de hele boel ligt verward overhoop.
IK, ZEI DE HOND, VOOROP! ( Gron )
schertsend gezegde, als iemand zich zelf het eerst noemt.
HONDEN EN MANNEN
MOGEN UITSPANNEN
MAAR KATTEN EN WIJVEN
MOETEN THUIS BLIJVEN
ZOEK GEEN SPEK IN EEN HONDENEST
doe geen moeit, als je van te voren weet het tevergeefs is.
' T GLIMT ALS EEN HONDEKEUTEL IN DONKEREN
Schertsend gezegde, wanneer een ding, dat blinken moet, dof is.
Zo dat waren ze dan, allé die van de honden toch. Welk dier er volgt kan ik nog niet zeggen. Dat zien jullie dan wel. En voor ik het kan vergeten, aan allen:
Een Chinees claimt dat zijn karper komt als je hem roept. De vis kent zijn eigen naam doordat de vader van de huidige eigenaar Fang Peng dagelijks vier uur in de buurt van de vis doorbracht. Hij maakte een stukje brood of cake vast aan het uiteinde van een hengel en riep dan 'Onderzeeboot', de naam van de karper. "Telkens hij nu zijn naam hoort, duikt hij op", zegt Peng. (hln)
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/
In de hele wereld vind je wel duizend soorten kikkers en padden en het is niet altijd zo eenvoudig om het verschil tussen beiden te zien. Padden hebben een grotere lichaamsbouw, ze zijn plomper en hun poten zijn korter. Padden bewegen meestal trager, kikkers daarentegen springen meer op hun lange achterpoten . Padden leven vaker op het land, kikkers daarentegen leven vaker in het water. De kikkers zijn beschermde amfibieën. Ze zijn koudbloedig en kunnen zichzelf niet warm houden. Bij warm weer zijn ze veel levendiger. In de winter houden ze een winterslaap. Ze kruipen dan diep in de modder en worden niet één keer wakker. Als het warmer begint te worden ontwaken ze uit hun winterslaap.
Bruine kikker (landkikker)
Groene kikker (poelkikker)
Groene kikker
Lichaamsbouw : Kikkers hebben vier poten en een dunne gladde vochtige huid zonder haren of schubben. Ze hebben geen ribben en de wervelkolom is kort. Hun geraamte heeft minder botten dan andere dieren. Hun kop is breed en er zijn grote oogkassen. Het merendeel van de kikkers heeft aan de zijkant van de kop twee kwaakblazen. Ze kwaken o.a. bij de voortplanting.
Zwemvliezen van de bruine kikker Close-up
Hoe ademen ze : Als kikkers volwassen zijn ademen ze door hun longen en huid. De jonge kikkers (kikkervisjes) hebben geen longen maar kieuwen.
Van eitje naar kikker
Voeding : Ze eten insecten, larven, wormen, pieren, slakken, kevers, spinnen, vliegen, wespen ... Wanneer ze een lekker hapje zien kunnen ze er secondenlang naar staren om te zien hoe ver het insect van hen vandaan zit, dan opent hij zijn bek en zijn kleverige roze tong schiet naar buiten. Zijn tong zit van voren vast en dus niet van achteren. Hierdoor kan hij deze helemaal uitrollen. Dus als zijn tong naar buiten schiet, rolt het topje zich helemaal uit en plakt vast aan het insect. De kikker trekt zijn tong terug met het insect eraan vastgeplakt weer naar binnen en weg is het insect. De aanval van de kikker duurt nog niet eens één seconde. Hij slikt zijn prooi in een keer door. Als hij slikt knijpt hij zijn oogjes dicht. Zo duwt hij zijn voedsel omlaag zijn maag in. Kikkervisjes eten planten zoals algen. Als je kikkervisjes in je vijver hebt kan je ze voeren met kapotte slakken, visvoer, stukjes worm maar niet in te grote porties geven want anders verrot je water. Een kikker eet zoveel als er te eten is omdat hij nooit weet of er later ook nog voedsel is. Kikkers grijpen vooral diertjes die op de grond rondscharrelen of voorbijvliegende insecten. Ze eten alles wat beweegt en alles wat niet te groot is om in te slikken.
Secondenlang staren en dan ... hap !!!
Gedrag : Kikkers zijn koudbloedigen wat wil zeggen dat hun lichaamstemperatuur afhangt van de temperatuur in de omgeving. Heel weinig soorten kunnen een temperatuur onder 4° C of boven 40° C verdragen . Daarbij komt nog kijken dat de dunne, klamme huid van de kikker weinig bescherming biedt tegen vochtverlies. Daarom moeten ze uitkijken niet uit te drogen op het land. De meeste kikkers zijn actief tijdens de nacht omdat de temperatuur koeler is en de vochtigheid hoger dan overdag. Kikkers drinken niet maar vervangen het verloren vocht door het via de huid op te nemen wanneer ze zich in het water bevinden. Op het land verplaatsen kikkers zich al springend zonder enig spoor na te laten hetgeen hen beschermt tegen eventuele vijanden zoals reigers, slangen, schildpadden. Heel grote kikkers kunnen zelfs een muis of kleine slangen verorberen.
Vechtende kikkers
Parende kikkersVerliefde kikkers
Voortplanting : In de lente (april-mei en de groene kikker een maand later) ontmoeten mannetjes en vrouwtjes elkaar op vaste plaatsen. Het is meestal het mannetje dat het eerst uit de winterslaap ontwaakt. Hij gaat op zoek naar een plas en begint te kwaken om de vrouwtjes naar de plas te lokken voor de paring. Het mannetje klimt op de rug van het vrouwtje, pakt haar met zijn voorpootjes stevig vast onder haar oksels en laat haar voorlopig niet meer los en zwemt een tijdje met haar mee. Hij duwt met zijn voorpoten de eitjes naar buiten. Deze eitjes noemt men kikkerdril omdat elk eitje in een doorzichtig gelei-omhulsel verpakt is. Deze eitjes zijn zo ingepakt om ze te beschermen tegen eventuele beschadiging. Tegelijkertijd werkt dit dril ook als een soort lens waardoor de zonnewarmte op het groeiend eitje geconcentreerd wordt. Dit is heel belangrijk want het vrouwtje zorgt verder niet meer voor haar eitjes. Ook het mannetje verdwijnt meteen na de paring. Het mannetje stort zijn zaadcellen over de eitjes zodat deze bevrucht kunnen worden. Het kikkerdril is glibberig en de eitjes hebben geen schaal. Meestal zijn er 2000 tot 3000 eitjes !! Als het water warm is komen de eitjes sneller uit, maar gemiddeld duurt het toch een drietal weken. Als een kikkervisje na ongeveer 3 weken uit het eitje komt, is het natuurlijk nog heel klein larve). Het heeft enkel een zuignapje waarmee het zich vastzuigt aan een waterplant of aan het dril waar hij uitgekomen is. Een paar dagen later wordt het meer een visje en krijgt het een mondje en oogjes en het staartje is dan ook sterk genoeg om te zwemmen. Het visje eet alleen algen die hij met zijn scherpe tandjes van de waterplanten schrapt. Langzaam verandert de vorm van het kikkervisje of dikkopje. Het krijgt eerst achterpoten en dan voorpoten. Als laatste (na twee maanden) krijgt het een kortere darm en vervangen longetjes zijn kieuwen. Het staartje verdwijnt en nu wordt het een vleesetertje. Het kikkertje moet nu steeds naar het wateroppervlak om adem te halen omdat hij geen kieuwen meer heeft om onder water te ademen. Na ongeveer drie maanden is het een echte kikker geworden.
Cyclus
Kikkerdril
Kikkervisje1
Kikkervisje2 met voorpootjes
Kikkervisje3 bijna volgroeid
KikkervisjeNog niet volwassen ...
Voortbeweging : De kikkers leven zowel op het land als in het water, vooral in sloten. Op het land springen ze met hun twee lange achterpoten. Ze kunnen heel hoog springen om bv insecten te vangen. In het water zwemmen ze door hun achterpoten, die met zwemvliezen voorzien zijn, op en neer te bewegen.
Bescherming : Volgens de Natuurbeschermingswet mag je geen kikkers verstoren, laat staan ze doden of meenemen. De boomkikker, geelbuikpad en de knoflookpad behoren tot de bedreigde soorten. De heikikker, poelkikker en vroedmeesterpad behoren tot de kwetsbare amfibieën.
Oorsprong : Toen miljoenen jaren geleden de aarde geleidelijk aan warmer werd en rivieren en meren opdroogden, ontwikkelde zich op aarde voor sommige waterdieren de mogelijkheid zich aan te passen om zowel op land als in het water te kunnen leven. Deze werden later amfibieën genoemd. Dit komt van het Grieks "amphibios", amphi = beide kanten, bios = leven of levenswijze. De eerste fossielen die gevonden werden dateren van 208 tot 144 miljoen jaren geleden. Zoveel miljoen jaren hebben de kikkers weten te overleven. Tegenwoordig is het moeilijker geworden. Ontwatering, verzuring van de grond en allerlei virussen en schimmels bedreigen wereldwijd het kikkerleven. Kikkers zijn heel belangrijk voor het onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Volwassen kikkers worden gebruikt voor het bestuderen van de anatomie van gewervelde dieren, dieren die een ruggengraat hebben. Kikkereieren daarentegen geven wetenschappers meer inzicht in de embryologische ontwikkeling. Ecologisten en wetenschappers die de ecosystemen van de aarde bestuderen zijn zeer geïnteresseerd in kikkers en andere amfibieën omdat deze dieren beschouwd worden als bio-indicators. Dit betekent dat de gezondheid van de kikkerbevolking de weerspiegeling is van de gezondheid van ons ecosysteem in zijn geheel. Heden ten dage heeft men ongeveer 4.000 soorten van kikkers kunnen identificeren en er worden er nog nieuwe ontdekt bij het onderzoeken van het Regenwoud en andere delen van de wereld. Rond de jaren '80 echter stelde men een daling in de kikkerbevolking vast over de hele aarde. Ook komen er meer en meer misvormde kikkers voor en dit tot grote ongerustheid bij de wetenschappers want zoals ik al eerder schreef zijn de kikkers onze bio-indicators. Daarom ook dat vele landen zich aangesloten hebben om de kikkers te beschermen.
Mythologische betekenis : In het oude Egypte was de kikker heilig. De Egyptenaren dachten dat de kikkers vanzelf uit de modder waren ontstaan en dus de geheimen van het leven kenden. Oergoden werden dan ook vaak als mannen met een kikkerkop afgebeeld. Ook de geboortegodin Heket had de gestalte van een kikker want ook zij kende waarschijnlijk (?) het geheim van het spontaan verrijzende leven. Zij werd afgebeeld als kikker, het symbool van leven en herboren worden. Haar hiërogliefteken was het teken voor "kikker". Een mogelijke relatie tussen de kikker en de geboorte is de houding van de kikker terwijl hij zit, de overeenkomst met de houding van de foetus in de baarmoeder. De grote hoeveelheden jonge kikkers die elk voorjaar verschenen waren het eerste teken van het wassen van de Nijl en dus van de terugkeer van de vruchtbaarheid van het land en de natuur. Hekets kikkeramulet draagt de tekst "Ik ben de wederopstanding". Deze amuletten weren aan mummies meegegeven als hulp bij hun wedergeboorte. Heket is wel in verband gebracht met de Griekse voedster of vroedvrouw Baubo en met de Soemerische Bau of Baba. Heka of Hekau zijn de "Machtige Woorden" waarmee de doden hun weg door het hiernamaals konden vinden door ze van buiten te kunnen reciteren.
Soorten : Er zijn verschillende soorten kikkers waaronder een paar giftige. Meestal herken je ze aan hun felle of bijzondere kleur. De grootste kikker is de Goliath-kikker (Conraua goliath) en is te vinden in West Afrika (Kameroen). Hun lichaam is 30 cm lang (en hun poten zijn bijna even lang !!). Deze kikker weegt bijna evenveel als een gewone huiskat t.t.z. 3,300 kg! zie verder algemene informatie
Goliathkikker uit Kameroen naast een baby-hert
De kleinste kikker 9.8 mm met ingetrokken poten (Gold Frog)
Deze kleine kikker werd onlangs ontdekt (1996) in Cuba en heeft nog geen naam buiten de latijnse
Vijanden : Als kikkervisjes zijn zijn grote natuurlijke vijanden : vissen, salamanders, libellenlarven, roofkevers en watertorren. Als hij volwassen is zijn de natuurlijke vijanden : reigers, ooievaars en snoeken en .... de mens. De wegen die de mens bouwt, zijn gevaarlijk voor de kikker. Als een kikker na zijn winterslaap naar de plas trekt, gebeurt het vaak dat hij nooit aankomt omdat hij wordt opgegeten door reigers of ooievaren maar ook omdat hij doodgereden wordt. De bestrijdingsmiddelen die de mensen gebruiken tegen ongedierte op hun velden of om onkruid of mos te bestrijden in gazons vergiftigen de insecten die de kikker eet. Doordat mensen plassen dichtgooien en beekjes rechtmaken heeft de kikker geen woon-en paringsplek meer. Heb je een vijvertje, span dan een net tegen reigers en ooievaars.
Hoe lang leven kikkers ? Een heel moeilijke vraag. Er is hieromtrent heel weinig geweten omdat het niet eenvoudig is kikkers hun hele leven lang te volgen. Men heeft nog geen systeem gevonden om hen een soort halsband om te doen en zo hun doen en laten te volgen. In gevangenschap echter weet men dat kikkers tussen 4 en 15 jaar oud kunnen worden.
Waarom kwaken kikkers ? Bij de meeste soorten zijn het de mannetjes die kwaken en dit om de vrouwtjes te lokken en om andere mannetjes van hun territorium te sturen. De vrouwtjes vinden dit gekwaak heel sexy!! Veel van de kikkers vullen hun kaken met lucht wanneer ze kwaken. Dit vergroot het geluid van hun stembanden.
Kwakende kikkers op zoek naar een vrouwtje
Hoe overwinteren kikkers ? Ze graven zichzelf onder in de modder in de plassen. Kikkers zijn koudbloedig en hebben een soort antivries ingebouwd.
Gaan kikkers en vissen samen ? Als er veel kikkers zijn is dat geen probleem maar als er weinig zijn wordt het problematisch. Vissen "bijten" kikkers wel eens en ze zijn niet bevorderlijk voor de uitbreiding van de kikkerpopulatie. Vissen hebben snel in de gaten waar er iets te eten valt en op het moment dat de kikkerlarfjes uitkomen zwemmen ze regelrecht in de muil van de vis! De natuur treft echter maatregelen. De kikkers leggen hun eitjes meestal op plekken in de vijver waar de vissen niet kunnen komen of tussen dichtbegroeide planten. De eerste dagen houden de larfjes zich doodstil omdat bewegen te veel energie kost en de aandacht trekt wat dodelijk kan zijn. Uit een vijver die erg bevuild is door de uitwerpselen van vissen zullen de kikkers uiteindelijk verdwijnen. Overigens gaan bruine en groene kikkers ook niet zo goed samen. Wanneer er te veel groene kikkers zijn, gaan de bruine kikkers hun eitjes elders leggen.
Algemene informatie : Kikkers leven graag in groepsverband en zoeken elkaar altijd op. Ze gaan dan naast of op elkaar zitten. Een kikker kan je gauw tam maken maar je moet er geduld voor hebben. Het loont echt de moeite. Zelf geef ik hen steeds op dezelfde plaats meelwormen, levende insecten (vliegen, spinnen, pieren, wormen ...). Na een tijdje hield ik een worm in mijn hand en ja ... eentje met veel lef kwam het uit mijn hand halen !!! De eerste keer is wel even schrikken want het gaat enorm snel hoor. Het gebeurt ook dat ze niet kunnen wachten en de wormen gewoon uit het doosje komen halen. Je moet wel uitkijken dat je ze niet over voert.
De bruine kikker (rana temporalia) is een grote plompe bruine kikker (max 10,7 cm) met een korte stompe snuit. Het vrouwtje kan tot 4 mm langer worden dan het mannetje. Soms lijkt hij meer groen dan bruin. Toch is er een duidelijk kenmerk : aan de zijkant van de kop, vanaf het oog tot aan de schouder, heeft hij een grote donkerbruine vlek. Tijdens het paarseizoen zijn de mannetjes ook herkenbaar aan de zwarte paarkussentjes op de duimen. De vrouwtjes hebben tijdens de paartijd vaak witte stippels op hun flanken. Hij beweegt zich al springend voort. 's Nachts gaat hij op jacht en komt enkel in de lente in het water voor de voortplanting. Hiervoor gebruikt hij een poel met ondiepe oeverzones en wat plantengroei. Het is vaak de enige soort die zich kan handhaven in de door de landbouw vervuilde wateren. Ze eten voornamelijk kevers, landslakken, mieren, duizendpoten en andere insecten. De larven eten vooral algen of elkaar.
Bruine kikker
Er zijn drie soorten groene kikkers : de kleine (poelkikker - rana lessonae), middelste (rana klepton esculenta) en de grote groene kikker (meerkikker - rana ridibunda). Ze zijn een beetje groter (10 cm) dan de bruine kikker. De vrouwtjes doen hun naam alle eer aan, de mannetjes daarentegen kunnen soms zo donkergroen zijn dat je ze kan verwarren met de bruine kikker als je niet naar de wang kijkt. De rugzijde vertoont zwarte vlekken. Op de achterpoten heeft hij een witte tot felgele tekening en op de rug een lichtgroene streep. De kop is smaller dan die van de bruine kikker. Zijn huid is glad en hij is vrij schuchter in vergelijking met de bruine kikker. De voortplanting is van mei tot juli. In het begin van deze periode worden kwakende koren gevormd die in kracht afnemen naargelang het seizoen verstrijkt. Het geluid van de paarroep wordt versterkt door middel van kwaakblazen. Deze zijn aan de zijkanten van de kop geplaatst. Eieren hangen in kleine klompen aan waterplanten. In de zomer blijven ze aan de oever van de plas, alleen bij nat weer verspreiden ze zich. Overwintering gebeurt zowel op het land als in het water. Hij houdt zich vaak in het water op en moet alles kunnen zien wat erboven gebeurt. Hierdoor zijn de oogbollen naar boven gericht, in een veel sterkere mate dan bij de meeste andere soorten. Het gezichtsveld is erg groot en de gezichtsvelden van beide ogen overlappen elkaar. Hierdoor kan hij diepte zien wat belangrijk is voor het schatten van afstanden. Daar de kikker een horizontaal gezichtsveld heeft van 360°, kan hij om zich heen kijken zonder zijn kop te bewegen. Bovendien is hij in staat voor zich en achter zich voorwerpen met beide ogen tegelijk te zien. Hij kan een vlieg die links of rechts van hem loopt, grijpen zonder het lichaam te draaien. Ze komen de hele zomer voor om en in schoon water en stellen geen specifieke eisen aan hun biotoop. Wel moeten ze kunnen "zonnen", bij een vijver die vaak in de schaduw ligt, zullen ze op zoek gaan naar een plek waar meer zon is, is dit niet aanwezig om je vijver dan zullen ze wegtrekken. De groene kikker kwaakt harder dan de bruine.
Groene kikker
Vijver : Het is ontzettend belangrijk om het water één keer per week te verversen door ongeveer 10 % eruit te pompen en vers water toe te voegen. Doe je dit niet dan komen er schadelijke stoffen in de vijver, met alle gevolgen vandien. Zweefalg maakt je vijver troebel. Dit is te verhelpen door een uv lamp te plaatsen. Draadalg is misschien vervelend om te zien, maar het bewijst dat de waterkwaliteit goed is en het is de eerste levensbehoefte van vele diersoorten, jonge vis, salamanderlarven, kikkervisjes etc. Die kunnen daarin schuilen en vinden daar hun voedsel. Wordt het te erg dan verwijder je het gewoon door een gespleten stokje te nemen en dat rond te draaien in het draadalg. Kroost krijg je nooit meer weg. Het beste is, als het te veel wordt, om het eruit te scheppen. Het is niet schadelijk. Waterlelies staan heel mooi maar overwoekeren gauw, elk jaar inkrimpen is de beste oplossing. Kikkers zitten heel graag op de bladeren van de waterlelie. Zuurstofplanten kunnen aardig woekeren als ze het naar hun zin hebben. Om dit in de hand te houden, kan je ze in bosjes bijeen binden met een elastiek en een steen om het te laten zinken. Gaat het woekeren, dan haal je het uit de vijver, knijpt het onderste gedeelte eraf, dun het in, weer vastmaken en opnieuw in je vijver doen. Zuurstof is ook heel belangrijk. Je kan hiervoor een pomp plaatsen. Indien je bezoek krijgt van reigers is het het best een net te spannen over de vijver. Wil je kikkers lokken naar je vijver neem dan liefst geen vissen want vaak eten ze de eitjes of larven op. In sommige vijvers vind je vissen en kikkers samen maar het is beter dit te vermijden. Richt je vijver natuurlijk in met planten en glooiende kanten. Verder moet er zonlicht in kunnen. Is de biotoop goed dan kunnen de kikkers vanzelf in je vijver komen. Vangen en uitzetten is verboden door de wet. Wanneer ze zich niet thuis voelen gaan ze op zoek naar een andere poel of vijver, of ze gaan dood, dus niet doen ! Zorg verder voor voldoende schuilplaatsen, want deze dieren planten zich alleen voort in het water. Verder veel hout om je vijver plaatsen, en stenen, daaronder kunnen ze schuilen.
Waarom toont mijn hond zo weinig respect? Vraag: Help! Onze één jaar oude hond heeft totaal geen respect voor ons. We hebben een cursus in gehoorzaamheid met hem gevolgd, maar hij luistert nog steeds maar zelden naar ons. Hij heeft gewoon een eigen willetje en ondanks dat we hem erg veel aandacht geven, lijkt het wel of het nooit genoeg is. Hij duwt steeds tegen ons aan, en in zijn haast om het eerst buiten te zijn, drukt hij ons zelfs opzij met zijn lichaam als we door de voordeur gaan. Hij weigert van de bank af te gaan. Echt: alles moet op zijn manier gebeuren! Het is een schat van een hond, maar we hebben hem niet meer onder controle. Wat kunnen we nog doen?
Antwoord: U hebt helemaal gelijk, dit is een groot probleem. Het lijkt er op dat uw hond een probleem heeft met dominantie, en hij is hard op weg om bij u thuis de leider van het gezin (zijn roedel) te worden. Uw hond heeft de adolescentieleeftijd bereikt en gaat nu, net als een tiener, zijn grenzen opzoeken. Dit is de ideale leeftijd om deze problemen de kop in te drukken.
In de natuur Honden leven van nature volgens een strikte rangorde. De groep honden waar hij in leeft noemen we zijn roedel. De roedelleider is de alpha. De alpha krijgt overal het beste van: hij krijgt het beste eten, de beste slaapplaats, het beste speeltje enz. De alpha mag ook alles als eerste doen: hij mag het eerst eten, hij mag als eerste weggaan en hij krijgt als eerste aandacht. Alle andere honden in de roedel respecteren de wensen van de alpha. Een alpha hond vraagt niet eerst als hij iets wil: hij eist het gewoon. En hij laat op niet mis te verstane manier weten dat hij iets wil.
Bij u thuis Uw familie is de roedel van uw hond. De meeste honden voegen zich zonder veel problemen in een lagere positie in de rangorde van de familie. Ze doen wat u van ze verlangt en ze betwisten uw autoriteit zelden of nooit. Andere honden hebben meer problemen om zich aan te passen aan uw autoriteit. Soms omdat ze van nature een leider zijn. Soms omdat ze van nature een sociale klimmer zijn. Een sociale klimmer zoekt altijd naar manieren om te stijgen in de rangorde. Deze honden kunnen veel problemen veroorzaken als zij in een familie terecht komen die geen idee heeft van hun natuurlijke rangorde instincten. Gezinsleden kunnen soms ongewild hun hond aanmoedigen om de roedelleider te worden binnen het gezin. Ze behandelen de hond als gelijke, en niet als lagere in rang. Ze geven de hond speciale privileges, zoals toestemming om op de bank te liggen. Of ze laten de hond zelfs op hun bed slapen. Ze staan toe dat de hond ongehoorzaam is en niet naar hun bevelen luistert. In de natuur zou alleen de alpha hond deze behandeling krijgen. In de natuur moet een hond het niet wagen op de plek van de alpha te gaan slapen, of om bevelen te negeren: de hond zou genadeloos afgestraft worden.
U bent roedelleider Honden hebben leiding nodig. Sterker nog: de meeste honden willen dit ook graag! Ze hebben een instinctieve behoefte om in hun roedel te passen. Ze hebben de zekerheid nodig van de wetenschap dat ze hun plaats weten en kennen. De meeste honden willen helemaal geen alpha hond zijn. Ze willen dat een ander de beslissingen neemt en ze willen dat iemand anders hun bevelen geeft. Maar als zijn mensen de leiding niet op zich nemen, zal de hond de rol van leider zelf op zich nemen. Om voor uzelf en uw gezinsleden de rechtmatige plaats van roedelleiders terug te krijgen, moet uw hond leren om onderdanig te zijn, en geen gelijke. Ooit wist hij dit wel, toen hij nog een kleine pup was. Ooit leerde hij dit namelijk van zijn moeder. Zij liet hem al vroeg in zijn leventje zien dat zij de alpha was, en dat hij haar diende te respecteren. Nu is het tijd om zijn geheugen op te frissen!
Hoe wordt u alpha? Voordat u de hond van zijn alpha positie kan verdrijven, moet u eerst zelf alpha worden en zijn respect verdienen. Alpha is een houding. Het houdt in dat u zelfverzekerd bent, waardig en intelligent. Ook moet u een air van autoriteit uitstralen. Uw hond voelt zon houding vrijwel direct aan. Dit is immers hoe zijn moeder tegen hem deed. Kijk maar eens naar goede honden trainers: zij staan rechtop en gebruiken hun ogen en stem om de honden het idee te geven dat ze capabel genoeg zijn om te krijgen wat ze willen. Ze zijn kalm en rechtvaardig, liefdevol maar toch streng. De meeste honden zijn direct onderdanig als zij zon persoonlijkheid tegenover zich krijgen, omdat ze een alpha meteen herkennen en respecteren zodra ze ermee geconfronteerd worden.
Sta dus rechtop, met uw schouders naar achteren. Maak uzelf lang. Oefen een nieuw stemgeluid, één die diep en krachtig is. Vraag uw hond niet om iets te doen (of laten): vertel het hem! Hier zit een verschil tussen, en uw hond zal dit opmerken. Als alpha bent u gerechtigd om de regels op te stellen en om orders uit te delen. Uw hond zal dit instinctief begrijpen.
Neem de tijd Omdat u hond er aan gewend is geraakt dat alles op zijn manier gebeurt, is het hoogstwaarschijnlijk dat er meer voor nodig is dan alleen een verandering in uw houding, om hem gehoorzamer te maken. De verandering zal in eerste instantie schokkend voor de hond zijn, maar u zult er versteld van staan hoe de hond de verandering van rangorde oppikt, en hoe graag hij u terwille zal zijn.
Gebruik commandos Uw hond kent het zit commando al. Nu moet u elke keer dat de hond iets wil (hetzij eten, hetzij een wandeling, hetzij aandacht, enz.) tegen de hond zeggen (niet vragen dus) dat hij eerst moet gaan zitten. Als de hond hieraan gehoor geeft, prijst u hem (goedzo!) dan geeft u hem het vrij commando en hetgeen waar hij om vroeg als beloning. Als de hond weigert te gaan zitten, loopt u weg en u negeert hem verder. Niet zitten: geen beloning! Als u denkt dat de hond het zit commando niet begrijpt, zult u hem meer training moeten geven, ook kunt u (nog eens) een cursus gehoorzaamheid met uw hond volgen. Als de hond niet doet wat u wilt, negeer hem dan. Geef hem niet wat hij wil en beloon hem op geen enkele manier.
Laat hem gaan zitten voordat u hem zijn eten geeft, laat hem zitten voordat u hem uitlaat. Laat hem voor u zitten voordat u hem gaat aaien, laat hem zitten voordat u hem zijn speeltje geeft. Is het uw gewoonte om gedurende de hele dag iets te eten voor uw hond te hebben staan? Stop hier dan mee! Geeft hem niet vaker dan twee keer per dag te eten, op tijden die u bepaalt. Haal de restjes weg. Wil uw hond niet gaan zitten voordat u hem eten geeft: geen eten! Loop weg en negeer hem. Haal het eten later weer tevoorschijn en zeg weer dat hij moet gaat zitten. Als u er zeker van bent dat uw hond donders goed begrijpt wat hij moet doen als hij het zitcommando hoort, zeg het dan niet vaker dan eenmaal. Hij heeft u de eerste keer heus wel gehoord. Geef de commandos terwijl u staat en met een diepe, ferme stemklank.
Om te voorkomen dat hij tegen u aanduwt in de deuropening, voordat u samen de deur uitloopt, doet u hem een halsband om. Laat hem zitten terwijl u de deur opent en geef hem toestemming om naar buiten te lopen. Ok, of: Vrij!
Aanraken Alpha honden zijn het gewend om veel aangeraakt te worden. In een echt hondenroedel wordt hij voordurend aangeraakt, gelikt en verzorgd door de honden die lager in rang staan. Dit is een teken van respect en onderdanigheid. Totdat uw hond zijn houding heeft verbeterd, kunt u hem beter minder vaak knuffelen en aaien. Wanneer hij aandacht wil, laat u hem eerst zitten. Hierna kunt u hem prijzen en even kort aaien. Maar niet te lang. Ga gewoon verder met waar u mee bezig was en negeer hem verder. Blijft hij u lastig vallen, zeg dan op ferme toon: Nee! En negeer hem verder. Aai de hond wanneer u daar zin in hebt en niet alleen omdat de hond erom vraagt. Ga hierbij niet op u knieën zitten en ga zeker niet naast hem op de grond liggen. Dat is namelijk een teken van onderdanigheid voor uw hond. Aai, prijs en beloon de hond altijd vanuit een positie waarbij u hoger dan hem geplaatst bent.
Wilde spelletjes Worstel niet met de hond als u met hem speelt. Speel ook geen wilde spelletjes. Sta ook niet toe dat andere mensen dit met uw hond doen. Dergelijke wilde spelletjes moedigen uw hond aan om mensen fysiek te domineren. In een nestje of in een roedel, betekenen dit soort spelletjes meer dan alleen spel; ze helpen, gebaseerd op fysieke kracht, om de rangorde te bepalen. U hond is al sterker en sneller dan u bent. Wilde, lichamelijke spelletjes bewijzen dit alleen maar aan hem.
Uw domein Waar slaapt uw hond? Niet in uw slaapkamer en zeker niet in uw bed! Uw slaapkamer is uw speciale plek. Een alpha hond zal zichzelf als uw gelijke beschouwen als u hem toestaat om op uw slaapplaats te slapen. Uw slaapkamer moet verboden terrein voor uw hond zijn, in iedere geval zeker tot het moment dat uw hond zijn alpha problemen tot het verleden behoren. Het zelfde geldt voor het slapen / liggen op uw bank. Kunt u de hond er niet van weerhouden op de bank te gaan zonder dat dit een strijd wordt tussen u en hem: verbiedt hem dan (tijdelijk) om in de kamer te komen waar de bank staat.
Teken van succes Als uw alpha training succesvol verloopt, zal uw hond in afwachting van uw goedkeuring en / of instructies naar u kijken, voor hij bepaalde dingen doet. Hij zal laten zien dat hij u graag pleziert. Kijk hoe uw hond u benadert en begroet. Komt hij met zijn kop en zijn oren omhoog op u af? Dit ziet er misschien mooi uit, maar betekent wel dat uw hond zich nog steeds alpha gedraagt, en dat u nog steeds problemen heeft! Een hond die mensen accepteert als zijn meerdere, zal u benaderen met zijn hoofd licht gebogen en met zijn oren naar achteren of opzij wijzend. Hij zal zijn hele lichaam een beetje laten krimpen als zichtbaar teken van onderdanigheid. Kijk hoe hij de rest van de familie begroet. Als hij sommige gezinsleden op de onderdanige manier begroet en sommige niet, dan moeten de gezinsleden waarbij hij dit niet doet harder werken aan hun alpha technieken.
Na de training Wanneer uw hond zijn nieuwe manier van leven en zijn nieuwe positie binnen het gezin eenmaal geaccepteerd heeft, is het verstandig om (nog eens) een gehoorzaamheidstraining met hem te volgen, onder leiding van een gekwalificeerde trainer. Gehoorzaamheidstraining is een proces dat een leven lang duurt. Gehoorzaamheidscommandos moet u regelmatig blijven oefenen en toepassen. Ook in een echt roedel herinnert de alpha hond zijn roedel er regelmatig aan dat hij de leider is, om zijn autoriteit nog eens te bevestigen. Bepaalde commandos, zoals: zit en blijf, zijn erg geschikt om de hond er van tijd tot tijd aan te herinneren wat zijn plaats is binnen uw gezin, en wie er de baas is. Een goedgetrainde, gehoorzame hond die zijn plaats weet, is zelfverzekerd en zit lekker in zijn vel. Hij weet wat er van hem verwacht wordt. Hij kent zijn grenzen en weet wie zijn leiders zijn. Hij is vrij om uw geliefde gezelschap te zijn en niet uw baas!
*Noot van de vertaalster: Voor de leesbaarheid is dit artikel in de hij vorm geschreven. Vanzelfsprekend kan hij en hem overal vervangen worden door zij en haar.
Voor de oorsprong van de kat moeten we terug naar ZuidOost Azië, vermoedelijk liggen hier de wortels van ons zo beminde huiskat. En niet alleen van onze huiskat, alle katten zijn volgens hetzelfde anatomische model geschapen en men neemt dan ook aan dat deze 'oerkat' kat zich evolueerde tot ondermeer onze huiskat maar ook de leeuw, tijger jaguar etc. Dat onze kat een gezamelijke voorvader heeft valt op te maken uit het anatomische model dat bij alle katten exact gelijk is. Uitzondering hierop is de Pampaskat met 18 chromosomenparen, de rest heeft er allemaal 19.
Onderzoekers delen de kat op in 2 groepen, tot de een behoren de Jachtluipaarden, leeuwen, luipaarden. deze groep kenmerkt zich doordat ze haar klauwen niet kan intrekken. De 2e groep waarin onze huiskat valt word weer opgedeeld in kleine en grotere rassen.
Behalve het niet in kunnen trekken van de klauwen verschilt de eerste groep ook nog op een ander punt van de groep tot waar onze huiskat toebehoort en dat is brullen.. Dit brullen word de eerste groep mogelijk gemaakt door het verbeende tongbeen Dit stukje extra kraakbeen heeft echter ook weer tot gevolg datze alleen bij het uitademen kunnen spinnen. de veel grotere poema die zowel bij het inademen als het uitademen kan spinnen behoort dan ook tot de zelfde groep als onze huiskat.
afstamming van de huiskat: Onze huiskat komt dus voort uit groep 2 en onderzoekers stellen dat slechts een uit deze groep de voorvader van onze huiskat is nl de Afrikaanse izabelkat (felis silvestris lybica). Alhoewel in een later stadium inmenging van de wilde boskat (felis silvestris silvestris) en de steppekat (feils silvestris ornata) niet uitgeloten word.
Waarneer onze huiskat precies beloot dat de mens een goed partner was is niet helmaal duidelijk vermoed word dat dit omstreeks 2000 v. Chr. is geweest. de tijd dat de mens grote voedsel voorraden ging aanlegen om de winter te overbruggen. Grote voorraad schuren met graan trokken ongedierte zoals muisen en ratten aan en vormden voor de kat een prima plek om te vertoeven, dankbaar dat de kat hun van de indringers 'verloste' begon de mens de aanwezigheid van de kat te koesteren. De Egyptische Mau vindt zijn oorsprong in het oude Egypte. 4000 jaar terug werd hij daar vereerd als een god. Mau is in het Egyptisch kat of zon. In het begin was hij bijna de beschermer van de mensen omdat hij muizen (graandieven) en slangen doodde. Wanneer iemand een kat doodde of slecht behandelde, dan kreeg hij de doodstraf. De Mau was een lid van de familie, kreeg goed eten en had een hoog aanzien.
Dat de kat ook minder rooskleurige tijden heeft gekend bewijst de vondst van Archeologen, zij vonden enorme grafvelden, zoals die van Beni Hassan, waar meer dan 300.000 geofferde katten lagen begraven. Ook later in de Middeleeuwen werd om onder het mom van duivelse verafgoding veel katten levend verbrand.
Zeelieden Ook vandaag de dag hebben heel wat schepen een 'scheepskat' Ook zeelieden moeten hun voedselvoorraden beschermen tegen ongedierte. zo rond 1000 voor Chr. gingen waarschijnlijk de eersten huiskatten naar het Midden-Oosten, wat nu Italië is en vanaf daar verspreidde ze zich langzamerhand over heel Azië en Europa. Doordat ze nog steeds aan boord van schepen werden genomen, bereikten ze ook de Nieuwe Wereld toen rond 1600 ontdekkingsreizen en handel steeds belangrijker werden.
Azië Om heilige geschriften tegen muizen te beschermen werden zij vaak in tempels gehouden. Ook hielden ze ratten en muizen ver van de kostbare zijdecocons vandaan. De zijdehandel was van een enorm economisch belang voor China en Japan. Australië: Katten gingen zich in de hele wereld thuisvoelen, behalve in Australië: het was pas de huiskat die als eerste van de katachtigen het vijfde continent betrad.
Raskatten het bewust fokken van rassen is pas vrij recentelijk ontstaan. Het was dhr Harrison Weir die op het lumineuze idee kwam een kattententoonstelling te organiseren op 13 juli 1871. Tevens stelde hij de eerste "Points of Excellence" op, de voorloper van de huidige rasstandaarden. Vele mensen raakten toen besmet met de "kattenkoorts" en na deze eerste tentoonstelling voor katten zijn er nog velen gevolgd. Ook het bewust fokken van verschillende rassen nam een aanvang; men stelde standaarden op en ging aan de slag. Zo werd de kat gepromoveerd van muizenvanger tot elegante salonheld(in). Omdat katten, anders dan honden, niet geschikt zijn voor de jacht, vechtsporten, bewaken enz., concentreerde men zich bij het fokken op het uiterlijk van het dier. De kattententoonstellingen waren (en zijn) daarom uitsluitend schoonheidswedstrijden omdat de katten nagenoeg uitsluitend op hun uiterlijk worden beoordeeld. Het karakter en de gezondheid van het dier zijn hierbij van ondergeschikt belang. Na de 2e W.O. kwam het fokken en houden van raskatten pas echt van de grond. Was het voorheen een hobby uitsluitend weggelegd voor de 'happy few', door de toenemende welvaart konden meer en meer mensen zich deze hobby permitteren. Ook het feit dat er inmiddels een vaccin was tegen de zo gevreesde kattenziekte gaf aan het fokken een flinke impuls.
Door selectie op bepaalde kenmerken ontstonden er vele nieuwe rassen naast de (van oorsprong) "natuurlijke" rassen zoals o.a. de Siamees, de Blauwe Rus en de Turkse Angora. Ook de natuurlijke rassen werden "vervolmaakt" d.m.v. selectie. Slechts weinig rassen hebben hun oorspronkelijke uiterlijk behouden; de (Blauwe) Rus is hiervan een voorbeeld.
Er was eens "De wolf" (Canis Lupus) Orde: Carnivoren Onderorde: Arctoidea (honden, marters, beren en wasberen) Familie: Canidae
In het Paleoceen (zo'n 60 miljoen jaar geleden) verschijnen de primitieve voorouders van de latere hoger ontwikkelde hoefdieren, roofdieren en primaten. Zij liepen op 5 tenen en hadden deels intrekbare klauwen.
In het Oligoceen (37-38 miljoen jaar geleden) ontwikkelen zich de voorouders van de hedendaagse honden, katten en beren.
In het Mioceen (zo'n 26 miljoen jaar geleden) zijn er duidelijke verschillen in de twee groepen voorouders van de latere hond en kat. Met het verstrijken van de tijd werden de poten van de wolf langer, zijn hersenen groter en zijn tanden scherper.
In het Pleistoceen (zo'n 1,5 miljoen jaar geleden) Ziet de wolf er ongeveer uit zoals wij hem nu kennen.
Zo'n 10.000 tot 15.000 jaar geleden begint de relatie mens - wolf. De mensen uit het stenen tijdperk waren voedselverzamelaars en jagers. De belangrijkste elementen van hun leefgebied waren water, beschutting en voedsel. Ideaal dus ook voor de wolf. De mens tolereerde de aanwezigheid van de wolf waarschijnlijk om zijn waakzaamheid, terwijl de wolf aangetrokken werd door voedselresten en warmte.
De wolf is een erg sociaal dier en leeft net als de mens in groepsverband (roedel). Deze roedel heeft een strenge sociale rangorde, waarbij de alfawolf het leiderschap op zich neemt. Dit leiderschap wordt gehandhaafd door wederzijds respect. Iedere wolf kent zijn/haar plaats inde roedel. Wie zich hier niet aan houdt, wordt onverbiddelijk gestraft.
Een nest verlaten wolvenjongen zou het begin kunnen zijn geweest van de domesticatie van de wolf. De jonge wolf accepteert het leiderschap van de mens. De wolf werd gebruikt bij de jacht, voor het bijeenhouden van de kudde en het waarschuwen voor gevaar. Gaandeweg begon men eisen aan het uiterlijk en gedrag van de wolf te stellen. Zoals er verscheidenheid is bij mensen, zo is dat ook bij wolven. Gelet op klimaat en geologie. De tamme wolf werd gekruist op zijn eigenschappen, afzijdig gehouden van zijn wilde soortgenoten en werd huishond. Blafte de hond? Dan werd hij gebruikt als waakhond. Was de hond stil en snel? Dan was deze weer goed voor de jacht. Zo werd de basis gelegd voor het ontstaan van de verschillende rassen.
De oudst herkenbare hondenrassen zijn de windhonden en de dogachtigen. Er zijn afbeeldingen gevonden in het oude Egypte en westelijk Azië die waarschijnlijk dateren uit 8000 voor Christus.
In de middeleeuwen gingen de mensen de hond als een soort statussymbool beschouwen. Het aantal hondenrassen begon enorm toe te nemen. Honden werden gefokt op grootte, lengte, kleur, kop, aaibaarheid enzovoort. Zo komen we van de primitieve carnivoren uit het Oligoceen tot de hond van nu.
Willen wij onze hond of dat nu een Maltezer is of een Bernasenner goed begrijpen, dan moeten wij eerst eens kijken naar zijn voorouder "de wolf".
De diverse fasen in het leven van de hond:
De vegetatieve fase (of neonatale fase)- 0-2 weken De pups zijn nog helemaal blind en doof. Het reukorgaan is echter wel al helemaal ontwikkeld. Hierdoor kunnen de tepel vinden om te zorgen dat ze in de eerste dagen goed groeien. De neus wordt ook gebruikt om soortgenoten te leren herkennen aan hun geur.
De overgangsfase- 3-4 weken Ogen en gehoorgangen gaan open en stelt de pup instaat om te reageren op zijn/haar omgeving. Binnen de beschermende omgeving van het nest leert de pup de eerste sociale gedragspatronen te herkennen.
De primaire socialisatiefase - 4-12 weken ook wel onderverdeeld in:
Inprentingsfase - 4-7 weken De zintuigen van de pup zijn volledig ontwikkeld. Alles wordt besnuffeld en onderzocht. Ook de tandjes worden gebruikt bij dit onderzoek. De pup staat open voor alles wat nieuw is (voorwerpen, dieren, geluiden). Nieuwsgierigheid wint van de neiging tot vluchten. De pup heeft in deze periode een enorm incasserings- en leervermogen.
socialisatiefase - 8-12 weken De pups maken kennis met alle leden van de roedel en leren wat wel en niet mag. Prima periode voor wisseling van "mensenroedel". En onthoudt ja is ja en mag altijd; en nee is nee!
Maak gebruik van de nieuwsgierigheid en neem de pup overal mee naartoe.
De secondaire socialisatiefase - 12 weken tot ongeveer een half jaar ook wel de juveniele fase genoemd welke weer is onderverdeeld in:
De fase van de rangorde - 12-16 weken De pup krijgt zijn plaats in de roedel. In de "mensenroedel" heeft de pup een duidelijke roedelleider nodig.
De samenwerkingsfase In deze fase leert de wolf, eerst spelenderwijs, samen met zijn ouders op jacht te gaan. De wolf leert te overleven en samen te werken binnen de roedel.
Deze lange fase wordt ook wel eens aangeduid als angstfase. De natuurlijke nieuwsgierigheid is overgegaan in een natuurlijke neiging tot vluchten. Alles kan nu ineens weer eng zijn. Het herstelvermogen op nare ervaringen is behoorlijk afgenomen. Traumatische ervaringen laten een stevige indruk achter. Neem de pup dus overal mee naartoe en laat hem/haar merken dat er niets veranderd is en dat hij/zij dus nog steeds niet bang hoeft te zijn.
De pubertijd (duur: 1-3 maanden) De pup gaat testen of er geen hogere plaats binnen de rangorde beschikbaar is. De pup laat ongehoorzaam en onbehouwen gedrag laten zien en commando's die eerst goed werden uitgevoerd lijken nu ineens vergeten. Blijf consequent en vasthoudend.
De hond in de mensenroedel- Rangorde bevestigende handelingen
Ga niet naar je hond toe, laat de hond naar jou toekomen, ook met begroeten.
Laat je hond niet springen/rijden op mensen.
Laat de hond niet op de bank, stoel of op je bed.
Stoei nooit liggend met je hond op de grond.
Geef je hond een eigen slaapplaats.
Begin zelf een spelletje en eindig zelf het spel. Niet wachten tot hij/zij geen zin meer heeft.
Borstel en betast je hond elke dag even. Vergeet ook het gebit niet.
Eerst zelf de deur door, dan pas je hond.
Handhaaf consequent de gestelde regels.
Gebruik regelmatig het commando los.
Stel je zelfverzekerd op, niet aarzelen.
Negeer of verbiedt opdringerig gedrag zoals pootjes geven, aandacht vragen of een speeltje komen brengen.
Leg je hand over de snuit van je hond en duw zijn/haar kop omlaag richting zijn/haar borst.
Maak met je hele gezin afspraken over de regels waar de hond zich aan moet houden.
Ga regelmatig over je hond heen staan (stappen).
Pas op met trekspelletjes.
Zorg ervoor dat jij tijdens de wandelingen de route bepaalt en niet je hond.
Zorg ervoor dat een commando ook wordt uitgevoerd. >
Til de voorkant van de hond op door je handen onder zijn borst te vouwen.
Jij neemt altijd en overal het initiatief!
Beloon onderdanig gedrag.
Gebruik een lage stem voor de commando's en een hoge stem voor de beloning. >
Straf je hond nooit op zij/haar eigen ligplaats.
Bedenk iedere keer leuke opdrachten voor je hond
Indien er kinderen in het gezin zijn let dan op het volgende:
Laat kinderen nooit alleen met de hond. Dit mede om te voorkomen dat ze één van de volgende regels overtreden.
De etensbak, waterbak of speeltjes zijn alleen van de hond. Het kind mag hier dan ook niet aankomen.
Het uitlaten van de hond door een kind mag alleen onder begeleiding.
Kinderen mogen een hond geen dominante commando's geven. Wel voorzichtig de hond verzorgen zoals b.v. borstelen.
Trek- of stoeispelletjes met de hond zijn uit den boze. Wel kunnen er zoek- of apporteerspelletjes worden gedaan.
Een etende of slapende hond mag niet gestoord worden en zeker niet door kinderen.
Laat je kind nooit op een vreemde hond toelopen.
Een hond zal elk kind onder de 7 jaar per definitie beschouwen als ranglagere. Daarom accepteert hij/zij geen commando's of dominante gedragingen.
De fretkat of fossa (Cryptoprocta ferox ) is het grootste inheemseroofdier op het Afrikaanse eiland Madagaskar . Hoewel hij uiterlijk op een kat lijkt, behoort de fretkat tot een andere familie, de Madagaskarcivetkatten (Eupleridae). Het is de enige levende soort van de onderfamilie Cryptoproctinae , maar in het Pleistoceen leefde er nog een tweede soort, Cryptoprocta spelaea.
Zoals de naam al aangeeft, lijkt de fretkat enigszins op een katachtige. Hij heeft een lang, slank lichaam, ronde oren en grote, naar voren gerichte ogen. Het dier wordt 60 tot 90 centimeter lang en 7 tot 14 kilogram zwaar. De staart is met een lengte van 55 tot 90 centimeter bijna net zo lang als de rest van het lichaam. Het dier heeft een dichte, korte vacht, die roodbruin tot donkerbruin van kleur is. De fretkat is een zoolganger . Hij kan zijn nagels intrekken.
De fossa leeft enkel in de bossen van Madagaskar. Het is een solitair roofdier, dat in de bomen op lemuren en vogels jaagt. Ook eet hij vogeleieren. Ook op de grond is hij een goede jager. Hier jaagt hij onder andere op parelhoenders , tenreks en slangen . De fretkat staat op Madagaskar aan de top van de voedselketen . In de bomen beweegt hij zich behendig voort; hij is een goede klimmer en springt makkelijk van tak naar tak. De fossa jaagt voornamelijk 's nachts, maar ook overdag. Rusten doet hij in een holle boom of een hol in de grond. Hier eet hij ook zijn prooidieren op.
Fretkatten leven solitair. Enkel in de paartijd , in september en oktober, leven fossa's in tijdelijke groepjes. Tijdens de paartijd houdt een vrouwtje zich hoog in de bomen op, waaronder zich verscheidene mannetjes verzamelen, die luidruchtig vechten en roepen om te mogen paren met het vrouwtje. Het vrouwtje paart uiteindelijk met meerdere mannetjes. De paring zelf duurt vrij lang, soms meer dan 2½ uur, en het mannetje blijft, net als bij huishonden , vastzitten. Na een week neemt een ander vrouwtje haar plek in, dat met de gebleven mannetjes paart.
Na een draagtijd van 10 weken werpt het vrouwtje in een holle boom of tussen rotsen twee tot vier jongen. De jongen wegen bij de geboorte 80 tot 100 gram. De ogen openen zich pas na 16 tot 25 dagen. Na drie maanden eten ze voor het eerst vast voedsel, en na vier maanden worden ze gespeend. De fossa is na twee jaar volgroeid, en geslachtsrijp als hij ongeveer vier of vijf jaar oud is.
Vrouwelijke fossa's ondergaan tijdens het opgroeien een "masculine" periode: tijdens de adolescentie groeit de clitoris flink, wordt gesteund door een botje en er groeien stekels op, vergelijkbaar met de penis van een volwassen mannelijke fretkat. Ook scheiden klieren op de onderzijde van het lichaam een oranje vloeistof af, net als volwassen mannetjes. Bij volwasen vrouwtjes ontbreken deze eigenschappen. De fossa is de enige diersoort waarvan een dergelijke "mannelijke" fase bekend is.
De fossa wordt bedreigd door boskap en bejaging door boeren, die hun pluimvee willen beschermen. Ook wordt het vlees als een delicatesse beschouwd.
Allergieën: wat als u de haren van uw huisdier niet verdraagt? (Ereli)
Gezondheid Huisdieren
Allergieën: wat als u de haren van uw huisdier niet verdraagt?
Nogal wat mensen zijn allergisch voor honden of katten . Door enkele voorzorgsmaatregelen te nemen kunt u het risico beperken dat u een allergie zou ontwikkelen en uw huisdier niet meer kunt houden.
Allergisch voor honden en katten
U bent dol op honden of katten , maar zodra u ze vastpakt of in hun buurt komt, krijgt u jeuk, uw ogen beginnen te prikken, u krijgt huiduitslag of astma-aanvallen. De oorzaak van deze onaangename en vaak gevaarlijke reacties zijn de allergene stoffen die aanwezig zijn in het speeksel, de huidschilfers, de vacht en de urine van de dieren. Bij katten is het eiwit FeLd-1 de belangrijkste allergene stof die verantwoordelijk is voor heel wat allergieën voor katten . De allergie voor deze allergene stoffen manifesteert zich pas na enkele weken, soms pas na enkele maanden. De meest gebruikelijke oplossing is dat men zijn huisdier wegdoet!
Hoe het risico op een allergie verminderen?
Door enkele maatregelen te nemen kunnen we het risico op een allergie voor onze viervoetige vrienden aanzienlijk verminderen. Alle dieren dragen allergene stoffen met zich mee, maar de keuze van het ras is al een belangrijk criterium. Sommige katten (naaktkatten, Siamese katten) en honden (Chinese naakthonden, poedels, krulharige leeuwtjes) verliezen namelijk minder haar of hebben er geen of heel weinig! Ook regelmatig borstelen en kammen van de vacht, en voor sommige honden een scheerbeurt bij de hondenkapper, vermindert de hoeveelheid haar op het dier, waardoor er ook minder allergene stoffen vrijkomen en worden verspreid. Ook de hygiëne in huis kan de hoeveelheid allergene stoffen helpen verminderen. Maak regelmatig tapijten, vloer, gordijnen, beddengoed, dekens en kussens schoon. Zo verwijdert u meteen het speeksel, de huidschilfers en de haren van uw huisdier. Als u uw hond of kat de toegang tot bepaalde kamers - zoals de slaapkamer - verbiedt, zult u ook in een omgeving met minder allergene stoffen leven.
Hypoallergene kat De Amerikaanse firma « Allerca » heeft onlangs « hypoallergene » katjes op de markt gebracht. Daarmee wil ze de kattenliefhebbers helpen die door hun allergie hun passie niet kunnen uitleven. De firma gaat uit van de hypothese dat niet alle katten dezelfde hoeveelheid van het eiwit FeLd-1 produceren. De hypoallergene poesjes die nu te koop worden aangeboden, zijn het eindproduct van een lange reeks van kruisingen tussen katten waarvan de genen dit eiwit maar heel zwak vertonen. Het fokken van deze hypoallergene katten is dus, aldus de firma, gebaseerd op een kunstmatige selectie uit talrijke generaties van katten en niet op wijzigingen van het genoom van de kat via genetische manipulatie. Maar dat betekent niet dat u nu overhaast moet overgaan tot de aanschaf van zo'n « allerca » poesje. Enkele bedenkingen: de prijs van zo'n poesje schommelt tussen 4950 en 9950 euro en het risico op een allergie is niet nihil. De gevoeligheid voor de allergene stoffen varieert immers heel sterk van mens tot mens en er is nog niets bekend over de schadelijke invloed van deze katten op lange termijn!
Merels houden zich vooral op de grond op (Simone1)
Merels houden zich vooral op de grond op
Henk van Halm
omdat ze daar gewoonlijk hun voedsel vinden. Buiten het winterseizoen, als ze veel bessen eten, leven ze voornamelijk van plantaardig voedsel, zoals zaden, en van bodemdieren, waaronder vooral regenwormen.
In het bos zoeken ze die tussen het afgevallen boomblad dat ze daarbij opzij schoffelen. Zoeken ze wormen in een pas gemaaid gazon, dan gaan ze anders te werk. Ze hippen rond, onderwijl met scheef gehouden kop aandachtig luisterend, waar zich de wormen onder de grond bevinden. Ze horen exact waar een pier zich voortbeweegt. Merels foerageren nooit in lang gras.
Gastro-intestinale aandoeningen bij honden en katten
Honden en katten met gastro-intestinale (maagdarm-)aandoeningen kunnen lijden aan braken, oprispingen, winderigheid, zwakte en/of diarree of constipatie. Op grond van elk van deze symptomen kan uw dierenarts de diagnose van een gastro-intestinale (GI) aandoening stellen. Raadpleeg uw dierenarts indien deze symptomen zich bij uw huisdieren openbaren.
GI-aandoeningen tasten de maag en darmen aan en zijn vaak pijnlijk. Ze kunnen ook andere problemen veroorzaken. Er zijn verschillende soorten GI-aandoeningen, waaronder colitis, constipatie/diarree, gastro-enteritis en pancreatitis.
Dierenartsen zijn bekend met vele mogelijke typen en oorzaken van GI-aandoeningen, waaronder:
colitis
Wordt meestal veroorzaakt door zweepwormen (een parasiet), tumoren of poliepen, een verandering van voedsel, allergieën (waaronder die voor voedsel), ingeslikte objecten anders dan voedsel en een aantal andere ziekten.
constipatie
Wordt meestal veroorzaakt door onvoldoende vezel- en wateropname, het eten van haar, botten of andere vreemde objecten, veroudering, tumoren, trauma of breuken, prostaataandoeningen, ruggemergaandoeningen, zenuwaandoeningen aan de dikke darm, stofwisselings- of endocriene aandoeningen en verzwakking.
diarree
Wordt veroorzaakt door infecties, inwendige parasieten, stress, verandering van voedsel, restjes of vette snacks, eten uit de vuilnisbak en disfunctie van lichaamsorganen.
gastro-enteritis
Tot de oorzaken behoren het eten van ranzig eten of eten dat niet meer goed is, het inslikken van vreemde objecten, het eten van giftige planten, inwendige parasieten, stress, voedselallergieën en ziekte.
pancreatitis
De oorzaken zijn vaak onbekend. Mogelijke oorzaken zijn een vetrijk dieet of vette restjes, infectie, ziekte of trauma.
Dierenvoer kan een grote invloed hebben op de gezondheid van het maagdarmkanaal. Dierenartsen raden goed verteerbaar voer aan om irritatie van de gevoelige maag en darmen te voorkomen. Ook voedsel met veel oplosbare en onoplosbare vezels in combinatie met een gematigde hoeveelheid vet ondersteunt een goede darmfunctie. Omdat een deel van deze aandoeningen permanent kan zijn, kan het nodig zijn de ziekte langdurig nutritioneel te behandelen.
Allergie en voedselintolerantie bij honden en katten
Voedselallergieën en -intolerantie kunnen braken of diarree, huidirritatie, een slechte vachtconditie en/of haarverlies bij uw hond of kat veroorzaken. Indien uw huisdier één of meer van deze symptomen heeft, zal uw dierenarts een allergie vermoeden en meer specifiek een allergische reactie op het voer dat u uw dier geeft. Ingrediënten in voer dat uw huisdier niet kan verdragen, kunnen een groot aantal verschillende negatieve reacties veroorzaken. Allergie en voedselintolerantie wordt ook "een negatieve reactie" op voedsel genoemd en kan blijvende problemen met de huid en het spijsverteringskanaal tot gevolg hebben.
Er zijn vele oorzaken voor voedselallergieën bij honden en katten mogelijk. Enkele ingrediënten die de meest voorkomende problemen veroorzaken, worden echter aangetroffen in dagelijkse dierenvoeders.
Bij honden zijn de meest voorkomende oorzaken van negatieve reacties: rundvlees, zuivelproducten, granen, kip en varkensvlees.
Bij katten zijn de meest voorkomende oorzaken van negatieve reacties: rundvlees, zuivelproducten, vis, granen en kip.
Het kan maanden of zelfs jaren duren voordat een dier een allergische reactie op een specifieke voeding ontwikkelen. Als zich eenmaal een negatieve reactie op een bepaald ingrediënt voordoet, zal uw huisdier echter bijna altijd allergisch zijn voor die voedingsbron. Omdat allergische reacties op voedsel meestal worden geassocieerd met eiwitbronnen, is het mogelijk dat u uw huisdier een eiwitbron moet geven die hij nog niet eerder heeft gekregen. Tot de meest gebruikte "nieuwe"eiwitten ("nieuw" omdat uw huisdier ze waarschijnlijk nog niet eerder heeft gegeten) behoren ei, eend, zalm, lam en witvis. In bepaalde gevallen kan middels een eliminatieproces worden ontdekt dat uw huisdier allergisch is voor al deze eiwitbronnen. In dat geval is voeding nodig met speciale afgebroken eiwitten.Raadpleeg steeds uw dierenarts bij elk vermoeden van een ziekte .betervoorkomen dan genezen .< bron GZT >
Een evenwichtige voeding dient in correcte hoeveelheden te zijn samengesteld uit volgende bestanddelen:
Eiwitten: zijn noodzakelijk voor de opbouw spieren, organen en andere weefsels. Groei = hogere behoefte aan eiwit van hoge biologische waarde. Vooral de samenstelling en de kwaliteit van het eiwit, het zogenaamde aminozurenpatroon, zijn belangrijk. Een aantal van die aminozuren is voor de hond essentieel, dwz hij heeft ze nodig en kan ze zelf niet maken. Deze ess. aminozuren dienen via het voedsel te worden verstrekt. Er zijn "goeie" en slechte eiwitverstrekkers, spiervlees (stoofvlees) is een voorbeeld van een "goeie" , organenvlees (lever, pens en niertjes behoren tot de "slechte", wat niet betekent dat die helemaal taboe zijn). U zult meteen ook al ten dele het prijsverschil begrijpen tussen "dure" en "goedkope" commerciële voeding. Voor de vegetariërs onder de lezers: eiwitten uit soja en peulvruchten (bijv) zijn voor de hond veel slechter verteerbaar maar soms wordt het wel gebruikt bij honden met voedingsallergie.
Vetten: leveren energie die oa belangrijk is voor de werking van de spieren en de lichaamsorganen. Bovendien levert de verbranding van vetten energie waarmee de hond zijn lichaamstemperatuur op peil kan houden. Net als bij eiwitten is de samenstelling van vetten van belang. Vetten zijn oa opgebouwd uit vetzuren, waarvan sommige essentieel zijn. Deze kan de hond niet zelf aanmaken. Een voorbeeld hiervan is linolzuur, dat van belang is voor de goede conditie van huid en haar. Juist deze vetzuren en lecithine (belangrijk voor het zenuwstelsel) moeten in voldoende mate in het voedsel aanwezig zijn. Onverzadigde vetzuren (komen het meest voor in plantaardige vetten) zijn goed voor de huid.
Koolhydraten: komen voor in de vorm van zetmeel en suikers. Bijna alle voedingsstoffen bevatten koolhydraten. Koolhydraten zijn energieleveranciers net als de vetten. De hond heeft hier slechts in geringe mate wat van nodig. De meeste voedingsstoffen waarin koolhydraten voorkomen bevatten ruwe celstof. Daarvan zal in een goede balansvoeding maar weinig voorkomen, omdat de hond dit moeilijk kan verteren.
Vitaminen: Net als mensen hebben honden behoefte aan verschillende vitaminen. Elke vitamine heeft zijn eigen functie in het hondenlichaam. Zo is bijvoorbeeld vit A (in yoghurt, vis, ei) noodzakelijk voor het goed werken van de slijmvliezen en werkt vit D (ook in yoghurt, vis, eierdooier) eraan mee dat het beenderstelsel van de hond goed wordt ontwikkeld, maar zowel teveel als te weinig vit D geeft rachitisachtige verschijnselen (misvorming van de botten). Een mens kan vit D synthetiseren uit zonlicht een hond kan dit niet. Vit E (tegenwoordig "hot item" tegen vroegtijdige celveroudering samen met selenium) zit in plantaardige oliën, goed dus voor celwanden. Vit C maakt de hond zelf aan in de darmen, en dit in tegenstelling tot de mens, met als gevolg dat groenten en fruit geen noodzaak zijn voor de vit C toevoer. Vit B complex voor o.a. het zenuwstelsel en de aanmaak van rode bloedcellen: zit in ei, brood, aardappelen, gist. Over vitaminen bestaan veel misverstanden o.a. dat de hond in de wintermaanden een extra dosis nodig heeft, niet dus!!! Opgelet: de in vet oplosbare vit A,D,E en K worden opgeslagen in het lichaam en kunnen een gevaar opleveren als er teveel wordt van gegeven. Dus weerom: in een evenwichtige voeding zijn alle vitaminen in een correcte hoeveelheid aanwezig: niet te weinig maar dus ook niet te veel!
Mineralen en spoorelementen: Sommigen bevorderen de groei, de stofwisseling (zoals ijzer, jodium, koper en zink), andere spelen een rol bij de botvorming (bijvoorbeeld calcium en fosfor) en spier- en zenuwfuncties; weer andere zijn belangrijk bij het reguleren van de waterhuishouding (kalium en natrium). Puur vlees bevat bv te weinig calcium voor de opbouw van het skelet, dus als je zelf kookt: calcium en eventueel vit. D bijgeven (maar opgelet: te veel calcium is net zo slecht: het saboteert de opname van andere essentiële voedingselementen en is schadelijk voor de nieren). Calcium en fosfor moeten bovendien in correcte verhoudingen gegeven worden, die zijn: 1.2:1 à 1.4:1. In vlees zit ook fosfor. Bij een nierbeschermend dieet zal geopteerd worden voor calciumcarbonaat (geen extra fosfor) evenals bij kattenvoeding omdat die via het vele vlees al voldoende fosfor binnenkrijgen. Bij de hond kiest men voor dicalciumfosfaat. Wederom, aan een "complete" commerciële voeding van goede kwaliteit hoeven geen mineralen te worden toegevoegd, ook niet voor opgroeiende honden. Meer nog: het is af te raden. Let wel dat het gaat om complete voeding , er zijn ook voedingen op de markt die bv enkel vlees bevatten en die nog moeten aangevuld worden met andere ingrediënten. Waarmee moet verder rekening worden gehouden?
De leeftijd en de grootte van het ras: Als pup heeft uw hondje de juiste voedingstoffen nodig om essentiële organen, spieren, botten en afweerstoffen op te bouwen.. Eenmaal volwassen zijn deze bouwstenen belangrijk voor hun herstellende en onderhoudende functie. Puppies Hierbij dient onderscheid gemaakt te worden tussen de honden die behoren tot de reuzenrassen en andere honden. Honden die behoren tot de reuzenrassen (+ 45kg) krijgen bij voorkeur een speciale voeding met name: large breed = grote rassen (bv.van Hillls, Eukanuba...). Als ze die voeding niet krijgen mag u slechts tot de leeftijd van 3 maand een gewone puppyvoeding geven. De reden hiervoor is: gewoon puppyvoer bevat te veel vet, calcium, fosfor en calorieën. Dat is bij grote honden gevaarlijk: een te hoge energie en calciumopname kan leiden tot skeletaandoeningen. Vlugge groei is niet = evenwichtige groei. Het gewicht van kleine hondjes neemt relatief minder toe dan grote rassen (die soms hun gewicht vervijftigvoudigen). De eerste drie weken krijgt de pup uitsluitend moedermelk. Tussen 3 en 5 weken begint hij vast voedsel te eten en tussen 5 en 8 weken wordt hij gespeend. Alle puppies hun energiebehoefte is in verhouding tot hun gewicht 3 à 4 x zo groot als bij volwassen hond. Tot wanneer puppyvoeding geven: maximum tot 9 maand voor middelgrote honden (15-25 kg) of 1 jaar voor grote honden (tot 45 kg) max 18 maanden voor reuzenrassen die de speciale voeding krijgen (opgelet niet alle large breed voedingen mogen tot 18 maanden gegeven worden, sommige maar tot 12: kijk op de verpakking). Hoe groter de hond hoe langer het duurt voor hij volgroeid is maar eens volwassen zijn de rollen omgedraaid: kleine hondjes worden trager ouder en bereiken een hogere leeftijd dan grote. Adult of volwassen voeding, vanaf 3-18 maanden (zie hierboven) en tot de leeftijd van 5 of 7 jaar (vanaf dan gaan ze tot de senioren behoren) Senior Op de leeftijd van 5 jaar (grote honden) of 7 jaar (andere rassen) is het aan te bevelen over te schakelen op een goede senioren voeding. Deze voeding is beperkt in eiwit, calcium, fosfor en natrium om o.a. hart en nieren te sparen.
De aanleg Labradors hebben bijvoorbeeld de neiging om snel te dik te worden, eens volwassen is bij hen zeker een light voeding aan te bevelen. Dit werkt enkel preventief, eens uw hond te dik is moet die echt wel op een speciaal "afvaldieet" (om te vermageren dus), elders op deze website vindt u ook hierover informatie. Minder van de gewone voeding geven is niet het zelfde immers :
Minder gewone voeding geven betekent dat uw dier honger zal lijden. Met dieetvoeding is dit niet of zeker veel minder het geval want hierin zitten onverteerbare vezels die het volume verhogen en een verzadigd gevoel geven.
Minder gewone voeding geven betekent ook dat uw dier te weinig vitaminen en andere bouwstoffen binnenkrijgt. Bij speciaal dieetvoer is ingecalculeerd dat de hond "minder" krijgt dan een normale portie.
De mate van activiteit Performance jacht- en werkhonden hebben meer calorieën nodig. Er is dan nog een verschil tussen honden die energie nodig hebben voor langdurige activiteit (bv sledehonden) en voor kortdurende explosieve activiteit (bv renhond, greyhound): de eerste hebben energie nodig uit vetten, de andere uit koolhydraten (suikers).
Ziekte Er bestaan tal van speciale diëten, die de levensduur en levenskwaliteit van uw ziek dier kunnen verbeteren. Daar gaan we het straks nog even over hebben.
Het temperament Erg rustige of juist erg drukke dieren, het metabolisme is voor elk individu verschillend, een druk dier dat continu in de weer is verbruikt uiteraard veel meer energie dan eentje dat de ganse dag ligt te slapen.
De omgeving hitte, koude, vochtigheid het speelt allemaal een rol. Denk bijv. maar aan Huskies in Alaska, die zullen uiteraard veel meer energie nodig hebben, om zich op te warmen en om de slede te trekken.
Fokken na ca 5 weken zwangerschap en gedurende lactatie geeft u het moederdier best puppy- of kittenvoer om te voldoen aan haar gestegen energiebehoefte.
De pels langharige honden hebben iets minder calorieën nodig dan kortharige, ze hebben immers een "pelsenjasje" aan.
Wanneer, hoe, hoe vaak en hoeveel voederen? Daarover verschillen de meningen: ofwel op het ogenblik dat u zelf aan tafel gaat om bedelen te voorkomen, of juist consequent (de groepsleider, en dat bent u, eet eerst) dus na u, de pup moet dan wel uit de buurt van de tafel gehouden worden zodat hij niet kan gaan bedelen of snoepen van stukjes die op de grond vallen. In een roedel eten de dominante dieren altijd eerst. De reden hiervoor is dat bij hongersnood enkel de sterksten in leven blijven en zich kunnen voortplanten. Hou er rekening mee dat na de maaltijd de hond net als wij minder dynamisch is door het verteringsproces: dus het eerste uur niet gaan wandelen. Bij grote hond extra belangrijk: maagkanteling voorkomen!! Daar hebben we het straks nog even over. Ideaal voor grote honden is een in de hoogte verstelbare eetbak. Als de bak hoger staat eten ze rustiger, slokken minder, happen dus minder lucht binnen en de kans op maagkanteling daalt. Het diertje wel leren dat de baas steeds de kluif of het etensbakje mag wegnemen of zijn hand erin stoppen. Hoe leert u dat? de kluif vragen, en iets lekkers er voor in ruil geven, daarna de kluif direct terug geven. Wat het eten betreft, het zelfde systeem: bakje wegnemen, iets extra lekkers er voor in ruil geven of in het bakje leggen. Dit kan later agressie helpen voorkomen als bv een kindje het eten van de hond afpakt. Regelmaat: op de zelfde plaats op het zelfde uur 2 tot 4 maaltijden per dag Net gespeende pups 4x/dag om de 4uur gedurende 16 uur, 's nachts dus 8 uur niets. Frequent voederen geldt zeker voor puppies van 6-12 weken van kleine rassen, wegens makkelijk voorkomen van hypoglycemie (suikertekort) oa door onderkoeling (geringe lichaamsgewicht dus ze koeler veel vlugger af) Pups van 3 tot 6 maanden: 3x/dag Pups na 6 maanden minstens 2 maal per dag. Pas indien de hond volledig volgroeid is mag eventueel overgeschakeld worden op 1 maaltijd per dag, maar lang niet iedereen is het hiermee eens, persoonlijk bevelen wij het niet aan. Eten max.15 min laten staan en dan bakje wegnemen. Zogende teven en hard werkende honden moeten de hele dag kunnen eten of anders 3 voedingen per dag krijgen. Ideaal voor volwassen honden en zeker voor grote honden is 2 voedingen per dag.
Hoeveelheid hangt af van het gewicht, de activiteit, het klimaat. Opgelet voor overvoederen: te snelle groei leidt tot skeletafwijkingen. Vooral pups van de grootste rassen mogen de eerste 6 maanden van hun leven niet te veel voer krijgen. Een hond met aanleg voor HD die tijdens de groeifase te veel gevoederd is, vertoont in ernstiger mate de aandoening dan de hond die volgens de norm is gevoed. Drachtige teef pas op het einde van de dracht en tijdens de lactatie meer geven. Dit betekent de laatste 3 à 4 weken van de zwangerschap de voeding geleidelijk aan opvoeren tot 130 % (+30 %). Bot-, gewrichts- en bewegingsproblemen: soms duurt het jaren voordat uw hond er last van krijgt maar de basis wordt tijdens de groei gelegd. Denk er ook aan dat overgewicht bijdraagt tot :hart, lever en gewrichtsaandoeningen... en hiermee komen we in een vicieuze cirkel te recht: pijn dus minder stappen dus nog dikker worden. Dus jong geleerd is oud gedaan: niet overvoederen. Tip voor commerciële voeding: eerst als leidraad wat er op de verpakking staat en indien de hond te zwaar of te mager wordt aanpassen.
Droogvoer, blik of zelf koken? Droogvoer vertraagt de tandsteenvorming. Speciale voedingen zijn verkrijgbaar, de krijgen dan de benaming "oral care" toegevoegd. Dit is voeding bestaande uit extra grote brokken, de hond/kat moet kauwen en schuurt aldus de tanden. Sommige honden vormen tandsteen bij welke voeding dan ook: poetsen kan hier soelaas bieden. Laat in elk geval minstens 1x/jaar het gebit controleren want slechte tanden hebben invloed op de gezondheid, gezien bacteriën via de mond in de rest van het lichaam terecht kunnen komen.
Indien u blikvoer geeft zorg dan voor harde speeltjes. Geef uw hond zeker geen kattenvoer dit is veel te eiwitrijk!! In elk geval is uw kat hondenvoer geven nog erger dus dit zeker niet doen. Als u voeding van goede kwaliteit geeft hoeft u niets aan de voeding toe te voegen, tenzij de dierenarts het voorschrijft. Oppassen met plots wisselen van voeding: bij veel dieren veroorzaakt dit diarree. Dus de voedselwissel spreiden over een periode van minstens 1 week. Een goede commerciële voeding is evenwichtig dus gelieve er geen extra vlees, noch vitamines of mineralen aan toe voegen: dit geldt zowel voor blik als voor droogvoer. Het is niet zo dat in blik meer vlees zit, blik is gewoon duurder omdat er ca 70 % vocht inzit, in tegenstelling tot de ca 10 % bij droogvoer. Dat vocht moet in blik verpakt worden en getransporteerd en mits het volume veel groter is, is de verkoopprijs navenant. Nog een kleine opmerking: u heeft de gewoonte van korrels te weken? Dat mag maar denk er dan wel aan die voeding geen uren te laten staan want anders ontwikkelen zich bacteriën, net als indien u een biefstuk een paar uur op het aanrecht zou laten liggen. Gewone droge korrels mogen wel blijven staan natuurlijk.
U wenst zelf te koken? Zie dan hier een recept dat voldoet aan de voedingsbehoeften van uw hond: Voor pupjes 140 gr vlees, 70 gr rijst, 30 gr lever, 3 theelepel beenmeel, 1 theelepel koolzaadolie (omega 3) en ½ theel jodium- of kaliumzout (of mengeling) en dit is voldoende voor een ganse dag voor een pupje van 6.6 kg.
Eens volwassen wordt het 140 gr rijst en 70 gr vlees, 30 gr lever, 3 theelepel beenmeel, 1 theel. koolzaadolie en ½ theel. jodium- of kaliumzout (of mengeling) en is deze hoeveelheid voldoende voor een hond van 10 kg.
Bij puppies ligt de voedsel behoefte dus op 150 % (50% hoger),om vanaf 4 maanden geleidelijk aan te verminderen tot 100 % op volwassen leeftijd.
Verlangen naar variatie is menselijk aangeleerd en hoeft dus niet. Een hond mag dus gerust zijn hele leven hetzelfde eten, als het maar de juiste bestanddelen bevat. Meer nog, vaak is het zo dat bij verandering van voeding juist problemen gaan ontstaan zoals bv. diarree.
Nog een woordje over dure en goedkope voeding: de "dure" is vaak helemaal niet zo duur! Op maandbasis uitrekenen is de boodschap. Kwalitatief hoogstaande voeding bevat veel meer (nutritionele componenten) voedingsstoffen, en minder water en balaststoffen die toch uitgescheiden worden, dus: je moet er minder van geven.
Kan de voeding de kans op maagtorsie bij voorbeschikte rassen vergroten? Ja, volumineus, slecht verteerbaar voer kan, vooral als het als één grote maaltijd gegeven wordt, de weefsels waar de maag mee vast zit uitrekken, waardoor hij kan draaien. Hierbij is natuurlijk het gasvolume belangrijk!! Hoe zie je dit: willen braken en niet kunnen, zich plots heel ellendig voelen, heel onrustig, enorm opzwellen... Te hoog calciumgehalte kan ook leiden tot veranderingen in de maag die mogelijk verband houden met een maagtorsie.
Dus wat kunnen we doen om het risico te verkleinen ?
goed verteerbaar en uitgebalanceerd voedsel zonder extra calcium geven
eten opsplitsen in 3 maaltijden per dag met regelmatige tussenpozen
opwinding en beweging gedurende één uur na de maaltijd en net voor de maaltijd beperken
het voer nat maken
de etensbak hoog zetten (of verstelbare)
Hapjes als beloning? Natuurlijk mag u uw hond belonen! Maar dat hoeft u niet noodzakelijk met een hondensnoepje te doen. Te veel tussendoortjes kunnen overgewicht veroorzaken. Want juist die lekkere dingen bevatten vaak te veel energie. Om een dier te belonen kun je net zo goed een aai, vriendelijke woorden of een spelletje gebruiken. Geen tafelrestjes en mijd koekjes: ze trekken de voeding uit zijn evenwicht, en veroorzaken bedelgedrag. Geeft u een toch een beloning onder de vorm van voer zorg dan dat die niet groter is dan een flinke "kruimel", bv een brokje voeding van een andere merk. Opgepast met botten: kleine kunnen vastraken in de bek of darmen, grote kunnen tanden breken maar helpen anderzijds ze wel die schoon te houden! Best namaakbotten uit buffelhuiden maar niet mee overdrijven, ze verteren perfect, beschadigen de tanden niet maar kunnen wel diarree veroorzaken. Denk er ook aan dat puppies vooral tussen de 3 en 6 maanden enorm knagerig zijn, als tanden en kiezen wisselen!! Een touwspeeltje is zeker een goed alternatief, zodat ze niet aan rondslingerende schoenen en dergelijk gaan knagen.
Enkele zaken die nooit mogen.
rauw of te weinig gekookt varkensvlees: Aujezsky virus = dodelijk voor hond en kat
veel rauwe eieren: vit. B afbraak
koud voedsel: diarree
veel rauwe vis: vit.A afbraak
botjes die makkelijk splinteren bv wild, gevogelte, kotelet: darmperforaties
wel grote botten: steeds koken (1/4 uur)
koemelk of kaas: diarree (lactose = melksuiker is niet verteerbaar voor kat en hond), integenstelling tot yoghurt (daarin is de lactose is immers al vergist) en cottage cheese, die in sommige diëten wordt gebruikt als vervanger van vlees.
veel rauwe lever: hypervitaminose A, (koken zal vit A afbreken)
chocolade: ( zelfs in kleine hoeveelheden) hartritme stoornissen bij de hond
En tot slot De meeste blik en droogvoeders in de handel zijn compleet, dwz: ze bevatten alles wat u hond nodig heeft: zowel vlees en vet als koolhydraten (rijst/brood/deegwaren) en andere noodzakelijke ingrediënten. Droogvoer is zeker evenwaardig aan blikvoer, enkel is hier de hoeveelheid water drastisch verminderd. Door het lagere gewicht is het goedkoper in transportkosten en de verpakking kost ook minder wat natuurlijk zijn weerslag heeft op de prijs. Dit betekent dus ook dat u naar believen droog- en blikvoer mag mengen, maar tevens dat commercieel voer (droog- of blikvoer) mengen met bv rijst, of extra brood bijgeven eigenlijk niet zo verstandig is omdat uw dier dan te veel koolhydraten binnenkrijgt en te weinig andere voedingsstoffen. Wat vlees bijvoegen betreft geldt net hetzelfde natuurlijk, te veel eiwitten kunnen, vooral nier- en leverproblemen veroorzaken.
Met dank aan Arlette Strubbe, assistente en voedingsdeskundige in Dierenkliniek VvD.