Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
02-03-2007
Goede voeding voor de hond (Yradja)
Goede voeding voor de hond.
Waaruit is goede voeding samengesteld?
Een evenwichtige voeding dient in correcte hoeveelheden te zijn samengesteld uit volgende bestanddelen:
Eiwitten: zijn noodzakelijk voor de opbouw spieren, organen en andere weefsels. Groei = hogere behoefte aan eiwit van hoge biologische waarde. Vooral de samenstelling en de kwaliteit van het eiwit, het zogenaamde aminozurenpatroon, zijn belangrijk. Een aantal van die aminozuren is voor de hond essentieel, dwz hij heeft ze nodig en kan ze zelf niet maken. Deze ess. aminozuren dienen via het voedsel te worden verstrekt. Er zijn "goeie" en slechte eiwitverstrekkers, spiervlees (stoofvlees) is een voorbeeld van een "goeie" , organenvlees (lever, pens en niertjes behoren tot de "slechte", wat niet betekent dat die helemaal taboe zijn). U zult meteen ook al ten dele het prijsverschil begrijpen tussen "dure" en "goedkope" commerciële voeding. Voor de vegetariërs onder de lezers: eiwitten uit soja en peulvruchten (bijv) zijn voor de hond veel slechter verteerbaar maar soms wordt het wel gebruikt bij honden met voedingsallergie.
Vetten: leveren energie die oa belangrijk is voor de werking van de spieren en de lichaamsorganen. Bovendien levert de verbranding van vetten energie waarmee de hond zijn lichaamstemperatuur op peil kan houden. Net als bij eiwitten is de samenstelling van vetten van belang. Vetten zijn oa opgebouwd uit vetzuren, waarvan sommige essentieel zijn. Deze kan de hond niet zelf aanmaken. Een voorbeeld hiervan is linolzuur, dat van belang is voor de goede conditie van huid en haar. Juist deze vetzuren en lecithine (belangrijk voor het zenuwstelsel) moeten in voldoende mate in het voedsel aanwezig zijn. Onverzadigde vetzuren (komen het meest voor in plantaardige vetten) zijn goed voor de huid.
Koolhydraten: komen voor in de vorm van zetmeel en suikers. Bijna alle voedingsstoffen bevatten koolhydraten. Koolhydraten zijn energieleveranciers net als de vetten. De hond heeft hier slechts in geringe mate wat van nodig. De meeste voedingsstoffen waarin koolhydraten voorkomen bevatten ruwe celstof. Daarvan zal in een goede balansvoeding maar weinig voorkomen, omdat de hond dit moeilijk kan verteren.
Vitaminen: Net als mensen hebben honden behoefte aan verschillende vitaminen. Elke vitamine heeft zijn eigen functie in het hondenlichaam. Zo is bijvoorbeeld vit A (in yoghurt, vis, ei) noodzakelijk voor het goed werken van de slijmvliezen en werkt vit D (ook in yoghurt, vis, eierdooier) eraan mee dat het beenderstelsel van de hond goed wordt ontwikkeld, maar zowel teveel als te weinig vit D geeft rachitisachtige verschijnselen (misvorming van de botten). Een mens kan vit D synthetiseren uit zonlicht een hond kan dit niet. Vit E (tegenwoordig "hot item" tegen vroegtijdige celveroudering samen met selenium) zit in plantaardige oliën, goed dus voor celwanden. Vit C maakt de hond zelf aan in de darmen, en dit in tegenstelling tot de mens, met als gevolg dat groenten en fruit geen noodzaak zijn voor de vit C toevoer. Vit B complex voor o.a. het zenuwstelsel en de aanmaak van rode bloedcellen: zit in ei, brood, aardappelen, gist. Over vitaminen bestaan veel misverstanden o.a. dat de hond in de wintermaanden een extra dosis nodig heeft, niet dus!!! Opgelet: de in vet oplosbare vit A,D,E en K worden opgeslagen in het lichaam en kunnen een gevaar opleveren als er teveel wordt van gegeven. Dus weerom: in een evenwichtige voeding zijn alle vitaminen in een correcte hoeveelheid aanwezig: niet te weinig maar dus ook niet te veel!
Mineralen en spoorelementen: Sommigen bevorderen de groei, de stofwisseling (zoals ijzer, jodium, koper en zink), andere spelen een rol bij de botvorming (bijvoorbeeld calcium en fosfor) en spier- en zenuwfuncties; weer andere zijn belangrijk bij het reguleren van de waterhuishouding (kalium en natrium). Puur vlees bevat bv te weinig calcium voor de opbouw van het skelet, dus als je zelf kookt: calcium en eventueel vit. D bijgeven (maar opgelet: te veel calcium is net zo slecht: het saboteert de opname van andere essentiële voedingselementen en is schadelijk voor de nieren). Calcium en fosfor moeten bovendien in correcte verhoudingen gegeven worden, die zijn: 1.2:1 à 1.4:1. In vlees zit ook fosfor. Bij een nierbeschermend dieet zal geopteerd worden voor calciumcarbonaat (geen extra fosfor) evenals bij kattenvoeding omdat die via het vele vlees al voldoende fosfor binnenkrijgen. Bij de hond kiest men voor dicalciumfosfaat. Wederom, aan een "complete" commerciële voeding van goede kwaliteit hoeven geen mineralen te worden toegevoegd, ook niet voor opgroeiende honden. Meer nog: het is af te raden. Let wel dat het gaat om complete voeding , er zijn ook voedingen op de markt die bv enkel vlees bevatten en die nog moeten aangevuld worden met andere ingrediënten. Waarmee moet verder rekening worden gehouden?
De leeftijd en de grootte van het ras: Als pup heeft uw hondje de juiste voedingstoffen nodig om essentiële organen, spieren, botten en afweerstoffen op te bouwen.. Eenmaal volwassen zijn deze bouwstenen belangrijk voor hun herstellende en onderhoudende functie. Puppies Hierbij dient onderscheid gemaakt te worden tussen de honden die behoren tot de reuzenrassen en andere honden. Honden die behoren tot de reuzenrassen (+ 45kg) krijgen bij voorkeur een speciale voeding met name: large breed = grote rassen (bv.van Hillls, Eukanuba...). Als ze die voeding niet krijgen mag u slechts tot de leeftijd van 3 maand een gewone puppyvoeding geven. De reden hiervoor is: gewoon puppyvoer bevat te veel vet, calcium, fosfor en calorieën. Dat is bij grote honden gevaarlijk: een te hoge energie en calciumopname kan leiden tot skeletaandoeningen. Vlugge groei is niet = evenwichtige groei. Het gewicht van kleine hondjes neemt relatief minder toe dan grote rassen (die soms hun gewicht vervijftigvoudigen). De eerste drie weken krijgt de pup uitsluitend moedermelk. Tussen 3 en 5 weken begint hij vast voedsel te eten en tussen 5 en 8 weken wordt hij gespeend. Alle puppies hun energiebehoefte is in verhouding tot hun gewicht 3 à 4 x zo groot als bij volwassen hond. Tot wanneer puppyvoeding geven: maximum tot 9 maand voor middelgrote honden (15-25 kg) of 1 jaar voor grote honden (tot 45 kg) max 18 maanden voor reuzenrassen die de speciale voeding krijgen (opgelet niet alle large breed voedingen mogen tot 18 maanden gegeven worden, sommige maar tot 12: kijk op de verpakking). Hoe groter de hond hoe langer het duurt voor hij volgroeid is maar eens volwassen zijn de rollen omgedraaid: kleine hondjes worden trager ouder en bereiken een hogere leeftijd dan grote. Adult of volwassen voeding, vanaf 3-18 maanden (zie hierboven) en tot de leeftijd van 5 of 7 jaar (vanaf dan gaan ze tot de senioren behoren) Senior Op de leeftijd van 5 jaar (grote honden) of 7 jaar (andere rassen) is het aan te bevelen over te schakelen op een goede senioren voeding. Deze voeding is beperkt in eiwit, calcium, fosfor en natrium om o.a. hart en nieren te sparen.
De aanleg Labradors hebben bijvoorbeeld de neiging om snel te dik te worden, eens volwassen is bij hen zeker een light voeding aan te bevelen. Dit werkt enkel preventief, eens uw hond te dik is moet die echt wel op een speciaal "afvaldieet" (om te vermageren dus), elders op deze website vindt u ook hierover informatie. Minder van de gewone voeding geven is niet het zelfde immers :
Minder gewone voeding geven betekent dat uw dier honger zal lijden. Met dieetvoeding is dit niet of zeker veel minder het geval want hierin zitten onverteerbare vezels die het volume verhogen en een verzadigd gevoel geven.
Minder gewone voeding geven betekent ook dat uw dier te weinig vitaminen en andere bouwstoffen binnenkrijgt. Bij speciaal dieetvoer is ingecalculeerd dat de hond "minder" krijgt dan een normale portie.
De mate van activiteit Performance jacht- en werkhonden hebben meer calorieën nodig. Er is dan nog een verschil tussen honden die energie nodig hebben voor langdurige activiteit (bv sledehonden) en voor kortdurende explosieve activiteit (bv renhond, greyhound): de eerste hebben energie nodig uit vetten, de andere uit koolhydraten (suikers).
Ziekte Er bestaan tal van speciale diëten, die de levensduur en levenskwaliteit van uw ziek dier kunnen verbeteren. Daar gaan we het straks nog even over hebben.
Het temperament Erg rustige of juist erg drukke dieren, het metabolisme is voor elk individu verschillend, een druk dier dat continu in de weer is verbruikt uiteraard veel meer energie dan eentje dat de ganse dag ligt te slapen.
De omgeving hitte, koude, vochtigheid het speelt allemaal een rol. Denk bijv. maar aan Huskies in Alaska, die zullen uiteraard veel meer energie nodig hebben, om zich op te warmen en om de slede te trekken.
Fokken na ca 5 weken zwangerschap en gedurende lactatie geeft u het moederdier best puppy- of kittenvoer om te voldoen aan haar gestegen energiebehoefte.
De pels langharige honden hebben iets minder calorieën nodig dan kortharige, ze hebben immers een "pelsenjasje" aan.
Wanneer, hoe, hoe vaak en hoeveel voederen? Daarover verschillen de meningen: ofwel op het ogenblik dat u zelf aan tafel gaat om bedelen te voorkomen, of juist consequent (de groepsleider, en dat bent u, eet eerst) dus na u, de pup moet dan wel uit de buurt van de tafel gehouden worden zodat hij niet kan gaan bedelen of snoepen van stukjes die op de grond vallen. In een roedel eten de dominante dieren altijd eerst. De reden hiervoor is dat bij hongersnood enkel de sterksten in leven blijven en zich kunnen voortplanten. Hou er rekening mee dat na de maaltijd de hond net als wij minder dynamisch is door het verteringsproces: dus het eerste uur niet gaan wandelen. Bij grote hond extra belangrijk: maagkanteling voorkomen!! Daar hebben we het straks nog even over. Ideaal voor grote honden is een in de hoogte verstelbare eetbak. Als de bak hoger staat eten ze rustiger, slokken minder, happen dus minder lucht binnen en de kans op maagkanteling daalt. Het diertje wel leren dat de baas steeds de kluif of het etensbakje mag wegnemen of zijn hand erin stoppen. Hoe leert u dat? de kluif vragen, en iets lekkers er voor in ruil geven, daarna de kluif direct terug geven. Wat het eten betreft, het zelfde systeem: bakje wegnemen, iets extra lekkers er voor in ruil geven of in het bakje leggen. Dit kan later agressie helpen voorkomen als bv een kindje het eten van de hond afpakt. Regelmaat: op de zelfde plaats op het zelfde uur 2 tot 4 maaltijden per dag Net gespeende pups 4x/dag om de 4uur gedurende 16 uur, 's nachts dus 8 uur niets. Frequent voederen geldt zeker voor puppies van 6-12 weken van kleine rassen, wegens makkelijk voorkomen van hypoglycemie (suikertekort) oa door onderkoeling (geringe lichaamsgewicht dus ze koeler veel vlugger af) Pups van 3 tot 6 maanden: 3x/dag Pups na 6 maanden minstens 2 maal per dag. Pas indien de hond volledig volgroeid is mag eventueel overgeschakeld worden op 1 maaltijd per dag, maar lang niet iedereen is het hiermee eens, persoonlijk bevelen wij het niet aan. Eten max.15 min laten staan en dan bakje wegnemen. Zogende teven en hard werkende honden moeten de hele dag kunnen eten of anders 3 voedingen per dag krijgen. Ideaal voor volwassen honden en zeker voor grote honden is 2 voedingen per dag.
Hoeveelheid hangt af van het gewicht, de activiteit, het klimaat. Opgelet voor overvoederen: te snelle groei leidt tot skeletafwijkingen. Vooral pups van de grootste rassen mogen de eerste 6 maanden van hun leven niet te veel voer krijgen. Een hond met aanleg voor HD die tijdens de groeifase te veel gevoederd is, vertoont in ernstiger mate de aandoening dan de hond die volgens de norm is gevoed. Drachtige teef pas op het einde van de dracht en tijdens de lactatie meer geven. Dit betekent de laatste 3 à 4 weken van de zwangerschap de voeding geleidelijk aan opvoeren tot 130 % (+30 %). Bot-, gewrichts- en bewegingsproblemen: soms duurt het jaren voordat uw hond er last van krijgt maar de basis wordt tijdens de groei gelegd. Denk er ook aan dat overgewicht bijdraagt tot :hart, lever en gewrichtsaandoeningen... en hiermee komen we in een vicieuze cirkel te recht: pijn dus minder stappen dus nog dikker worden. Dus jong geleerd is oud gedaan: niet overvoederen. Tip voor commerciële voeding: eerst als leidraad wat er op de verpakking staat en indien de hond te zwaar of te mager wordt aanpassen.
Droogvoer, blik of zelf koken? Droogvoer vertraagt de tandsteenvorming. Speciale voedingen zijn verkrijgbaar, de krijgen dan de benaming "oral care" toegevoegd. Dit is voeding bestaande uit extra grote brokken, de hond/kat moet kauwen en schuurt aldus de tanden. Sommige honden vormen tandsteen bij welke voeding dan ook: poetsen kan hier soelaas bieden. Laat in elk geval minstens 1x/jaar het gebit controleren want slechte tanden hebben invloed op de gezondheid, gezien bacteriën via de mond in de rest van het lichaam terecht kunnen komen.
Indien u blikvoer geeft zorg dan voor harde speeltjes. Geef uw hond zeker geen kattenvoer dit is veel te eiwitrijk!! In elk geval is uw kat hondenvoer geven nog erger dus dit zeker niet doen. Als u voeding van goede kwaliteit geeft hoeft u niets aan de voeding toe te voegen, tenzij de dierenarts het voorschrijft. Oppassen met plots wisselen van voeding: bij veel dieren veroorzaakt dit diarree. Dus de voedselwissel spreiden over een periode van minstens 1 week. Een goede commerciële voeding is evenwichtig dus gelieve er geen extra vlees, noch vitamines of mineralen aan toe voegen: dit geldt zowel voor blik als voor droogvoer. Het is niet zo dat in blik meer vlees zit, blik is gewoon duurder omdat er ca 70 % vocht inzit, in tegenstelling tot de ca 10 % bij droogvoer. Dat vocht moet in blik verpakt worden en getransporteerd en mits het volume veel groter is, is de verkoopprijs navenant. Nog een kleine opmerking: u heeft de gewoonte van korrels te weken? Dat mag maar denk er dan wel aan die voeding geen uren te laten staan want anders ontwikkelen zich bacteriën, net als indien u een biefstuk een paar uur op het aanrecht zou laten liggen. Gewone droge korrels mogen wel blijven staan natuurlijk.
U wenst zelf te koken? Zie dan hier een recept dat voldoet aan de voedingsbehoeften van uw hond: Voor pupjes 140 gr vlees, 70 gr rijst, 30 gr lever, 3 theelepel beenmeel, 1 theelepel koolzaadolie (omega 3) en ½ theel jodium- of kaliumzout (of mengeling) en dit is voldoende voor een ganse dag voor een pupje van 6.6 kg.
Eens volwassen wordt het 140 gr rijst en 70 gr vlees, 30 gr lever, 3 theelepel beenmeel, 1 theel. koolzaadolie en ½ theel. jodium- of kaliumzout (of mengeling) en is deze hoeveelheid voldoende voor een hond van 10 kg.
Bij puppies ligt de voedsel behoefte dus op 150 % (50% hoger),om vanaf 4 maanden geleidelijk aan te verminderen tot 100 % op volwassen leeftijd.
Verlangen naar variatie is menselijk aangeleerd en hoeft dus niet. Een hond mag dus gerust zijn hele leven hetzelfde eten, als het maar de juiste bestanddelen bevat. Meer nog, vaak is het zo dat bij verandering van voeding juist problemen gaan ontstaan zoals bv. diarree.
Nog een woordje over dure en goedkope voeding: de "dure" is vaak helemaal niet zo duur! Op maandbasis uitrekenen is de boodschap. Kwalitatief hoogstaande voeding bevat veel meer (nutritionele componenten) voedingsstoffen, en minder water en balaststoffen die toch uitgescheiden worden, dus: je moet er minder van geven.
Kan de voeding de kans op maagtorsie bij voorbeschikte rassen vergroten? Ja, volumineus, slecht verteerbaar voer kan, vooral als het als één grote maaltijd gegeven wordt, de weefsels waar de maag mee vast zit uitrekken, waardoor hij kan draaien. Hierbij is natuurlijk het gasvolume belangrijk!! Hoe zie je dit: willen braken en niet kunnen, zich plots heel ellendig voelen, heel onrustig, enorm opzwellen... Te hoog calciumgehalte kan ook leiden tot veranderingen in de maag die mogelijk verband houden met een maagtorsie.
Dus wat kunnen we doen om het risico te verkleinen ?
goed verteerbaar en uitgebalanceerd voedsel zonder extra calcium geven
eten opsplitsen in 3 maaltijden per dag met regelmatige tussenpozen
opwinding en beweging gedurende één uur na de maaltijd en net voor de maaltijd beperken
het voer nat maken
de etensbak hoog zetten (of verstelbare)
Hapjes als beloning? Natuurlijk mag u uw hond belonen! Maar dat hoeft u niet noodzakelijk met een hondensnoepje te doen. Te veel tussendoortjes kunnen overgewicht veroorzaken. Want juist die lekkere dingen bevatten vaak te veel energie. Om een dier te belonen kun je net zo goed een aai, vriendelijke woorden of een spelletje gebruiken. Geen tafelrestjes en mijd koekjes: ze trekken de voeding uit zijn evenwicht, en veroorzaken bedelgedrag. Geeft u een toch een beloning onder de vorm van voer zorg dan dat die niet groter is dan een flinke "kruimel", bv een brokje voeding van een andere merk. Opgepast met botten: kleine kunnen vastraken in de bek of darmen, grote kunnen tanden breken maar helpen anderzijds ze wel die schoon te houden! Best namaakbotten uit buffelhuiden maar niet mee overdrijven, ze verteren perfect, beschadigen de tanden niet maar kunnen wel diarree veroorzaken. Denk er ook aan dat puppies vooral tussen de 3 en 6 maanden enorm knagerig zijn, als tanden en kiezen wisselen!! Een touwspeeltje is zeker een goed alternatief, zodat ze niet aan rondslingerende schoenen en dergelijk gaan knagen.
Enkele zaken die nooit mogen.
rauw of te weinig gekookt varkensvlees: Aujezsky virus = dodelijk voor hond en kat
veel rauwe eieren: vit. B afbraak
koud voedsel: diarree
veel rauwe vis: vit.A afbraak
botjes die makkelijk splinteren bv wild, gevogelte, kotelet: darmperforaties
wel grote botten: steeds koken (1/4 uur)
koemelk of kaas: diarree (lactose = melksuiker is niet verteerbaar voor kat en hond), integenstelling tot yoghurt (daarin is de lactose is immers al vergist) en cottage cheese, die in sommige diëten wordt gebruikt als vervanger van vlees.
veel rauwe lever: hypervitaminose A, (koken zal vit A afbreken)
chocolade: ( zelfs in kleine hoeveelheden) hartritme stoornissen bij de hond
En tot slot De meeste blik en droogvoeders in de handel zijn compleet, dwz: ze bevatten alles wat u hond nodig heeft: zowel vlees en vet als koolhydraten (rijst/brood/deegwaren) en andere noodzakelijke ingrediënten. Droogvoer is zeker evenwaardig aan blikvoer, enkel is hier de hoeveelheid water drastisch verminderd. Door het lagere gewicht is het goedkoper in transportkosten en de verpakking kost ook minder wat natuurlijk zijn weerslag heeft op de prijs. Dit betekent dus ook dat u naar believen droog- en blikvoer mag mengen, maar tevens dat commercieel voer (droog- of blikvoer) mengen met bv rijst, of extra brood bijgeven eigenlijk niet zo verstandig is omdat uw dier dan te veel koolhydraten binnenkrijgt en te weinig andere voedingsstoffen. Wat vlees bijvoegen betreft geldt net hetzelfde natuurlijk, te veel eiwitten kunnen, vooral nier- en leverproblemen veroorzaken.
Met dank aan Arlette Strubbe, assistente en voedingsdeskundige in Dierenkliniek VvD.