De noodzaak van een schoon gebit
Tandsteen en tandvleesontsteking vormen een serieuze bedreiging voor de gezondheid van onze huisdieren. Er zijn heel veel dieren die (onnodig) te kort leven en een hoop ongemak beleven door een onopgemerkte of slecht behandelde ziekte van het gebit.
Veel eigenaren denken dat het normaal is als een acht jaar oud poedeltje zn tanden verliest: hij wordt al oud, zn tanden beginnen uit te vallen!
De relatie tussen dier en eigenaar wordt nogal op de proef gesteld door tandsteen en tandvleesontsteking vanwege de stinkende adem en de irritatie bij het hondje dat vroeger altijd kusjes mocht geven en nu niet meer. Honden zeggen hallo door snuffelen en likken, en als hun adem stinkt worden ze gehinderd in het uiten van dit normale gedrag. Het vervelende is, dat op het moment dat men dan eindelijk besluit om er iets aan te laten doen, veel schade niet meer hersteld kan worden, en veel gebitselementen verloren gaan. Bij dieren in de vrije natuur komen tandsteen en tandvleesontstekingen bijna niet voor. Daarom moeten deze afwijkingen haast wel het gevolg zijn van de voeding die hen door ons gegeven wordt!
. Tandsteen ontstaat door mineralisering van tandplak Dit laatste is een pasta-achtige substantie die zich constant op de tanden vormt, en die bestaat uit levende en dode bacteriën, slijmvliescellen, voedselresten enz. Tandsteen is op zichzelf geen ziekte, maar biedt een ideale voedingsbodem aan bacteriën die zorgen voor parodontitis. Parodontitis Tandsteen kat
is het ziekteproces dat op treedt rondom tanden en kiezen en dat leidt tot het verlies van tand of kies, doordat het bot dat de tand vasthoudt, verloren gaat. De aanwezigheid van tandsteen is alleen maar een symptoom van parodontitis. De ziekte ontstaat doordat er bacteriën groeien in de voedsel- en speekselresten onder de tandvleesranden (in de sulcus). Het lichaam reageert op deze bacteriën met een invasie van witte bloedcellen, en dus ontsteking. Hierdoor ontstaat een ontsteking rondom de tand. Deze ontsteking veroorzaakt de afbraak van het bot dat de tand op zijn plaats houdt. Je hoort vaak praten over tandvlees dat zich terug trekt bij tandsteen en tandvleesontstekingen. In feite gebeurt dit omdat het tandvlees vast zit aan het onderliggende bot, dat wordt opgelost tijdens de oorlog tussen de witte bloedcellen en de bacteriën in de plaque onder het tandvlees. Na behandeling: bloedend tandvlees
Parodontitis is een wijd verbreide ziekte; ongeveer 85% van de volwassen honden lijdt er aan. Het is een ziekte die in principe levensgevaarlijk is, en die voorkómen én genezen kan worden. Omdat de mondslijmvliezen zeer sterk doorbloed zijn, verspreiden bacteriën zich heel gemakkelijk door het hele lichaam, waarbij ze zich gemakkelijk nestelen in lever, nieren, hartkleppen en gewrichten. Bij honden (trouwens ook bij mensen!) zijn de niet-aangeboren hartklepafwijkingen bijna altijd het gevolg van ontstekingen in het tandvlees!
De meeste mensen beseffen hoe belangrijk een dagelijkse gebitsverzorging is, omdat het gebit ongeveer 60 tot 80 jaar mee moet kunnen. Vergelijk dit eens met een hondje dat op 8-jarige leeftijd al zijn tanden al kwijt is. Mogelijk weet u zelf uit eigen ervaring wel hoe vervelend pijn in de mondholte is, of dit nu door een tandvleesontsteking of door een ontstoken kies komt. Denk dan eens aan een dier, dat niets kan zeggen, en dat soms jaren lang met dit soort problemen rond loopt. De kwaliteit van leven van zon dier gaat hierdoor enorm achteruit, en iedere eigenaar heeft de morele plicht om hier iets aan te (laten) doen
Naast parodontitis is trauma een belangrijke oorzaak van gebitsproblemen. Denk maar aan de afgebroken hoektand bij een politiehond. Ook abcessen boven de 4e premolaar (de grootste kies) in de bovenkaak bij honden ontstaan vaak na een (nauwelijks zichtbare) fractuur in deze kies. Deze kies is trouwens ook de plaats waar de afvoergang van de oorspeekselklier uitmondt. Dit speeksel bevat veel kalk, en daarom zien we juist bij deze kies vaak het meeste tandsteen!
Tandvleesontstekingen en/of gebitsproblemen worden soms door ziektes veroorzaakt. Honden met ernstige mondholteproblemen zouden eigenlijk op de volgende kwalen onderzocht moeten worden:
1. Bij suikerziekte gaat het glucosegehalte van het speeksel flink omhoog. Hierdoor zien allerlei, op zichzelf onschuldige, bacteriën hun kans schoon om flink te groeien. Omdat suikerziekte ook de afweer van het dier vermindert, kunnen gemakkelijk ontstekingen ontstaan in de mondholte.
2. Een verminderde schildklierfunctie (hypothyreoïdie) leidt ook vaak tot gebitsproblemen, en een bij hond met een aangetoonde hypothyreoïdie moet dus ook naar zn tanden gekeken worden! Een te geringe schildklierfunctie uit zich door traagheid/sloomheid, vetzucht, huidproblemen en verminderde weerstand tegen infecties.
3. Allergieën en andere ziektes die maken dat dieren op hun vacht kauwen, kunnen er toe leiden dat haren zich ophopen in de sulcus en zo infecties en veel schade veroorzaken. Het kauwen van haren kan tanden en kiezen uit kun normale positie wegdrukken en het gebit versneld laten verslijten.
4. Nierziektes kunnen gebitsproblemen veroorzaken door ontkalking van het bot, en dus verzwakking van de tandkassen. Bovendien kan het aanleiding geven tot zweren in de mondholte.
5. Verkeerde voeding kan een enorme effect op het gebit hebben, omdat veel soorten voedsel plaque-afzetting bevorderen, vooral blikvoeding. Teveel fosfaat in de voeding (puur vlees) zorgt voor ontkalking van het bot en dus een zwakker gebit. Hills Prescription t/d voorkomt tandsteenvorming
6. Pica (=het eten van vreemde voorwerpen) kan gebitsproblemen veroorzaken. Kauwen op stenen, hekken, deuren, staal, botten enz. is nu eenmaal niet goed voor de tanden! Honden die vaak met tennisballen spelen vertonen soms enorme slijtage van het gebit: het zand tussen de haren van de tennisbal werkt als schuurpapier!
< bron Den Heuvel >
|