De oorsprong van de huiskatxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Voor de oorsprong van de kat moeten we terug naar ZuidOost Azië, vermoedelijk liggen hier de wortels van ons zo beminde huiskat. En niet alleen van onze huiskat, alle katten zijn volgens hetzelfde anatomische model geschapen en men neemt dan ook aan dat deze 'oerkat' kat zich evolueerde tot ondermeer onze huiskat maar ook de leeuw, tijger jaguar etc. Dat onze kat een gezamelijke voorvader heeft valt op te maken uit het anatomische model dat bij alle katten exact gelijk is. Uitzondering hierop is de Pampaskat met 18 chromosomenparen, de rest heeft er allemaal 19.
Onderzoekers delen de kat op in 2 groepen, tot de een behoren de Jachtluipaarden, leeuwen, luipaarden. deze groep kenmerkt zich doordat ze haar klauwen niet kan intrekken. De 2e groep waarin onze huiskat valt word weer opgedeeld in kleine en grotere rassen.
Behalve het niet in kunnen trekken van de klauwen verschilt de eerste groep ook nog op een ander punt van de groep tot waar onze huiskat toebehoort en dat is brullen.. Dit brullen word de eerste groep mogelijk gemaakt door het verbeende tongbeen Dit stukje extra kraakbeen heeft echter ook weer tot gevolg datze alleen bij het uitademen kunnen spinnen. de veel grotere poema die zowel bij het inademen als het uitademen kan spinnen behoort dan ook tot de zelfde groep als onze huiskat.
afstamming van de huiskat: Onze huiskat komt dus voort uit groep 2 en onderzoekers stellen dat slechts een uit deze groep de voorvader van onze huiskat is nl de Afrikaanse izabelkat (felis silvestris lybica). Alhoewel in een later stadium inmenging van de wilde boskat (felis silvestris silvestris) en de steppekat (feils silvestris ornata) niet uitgeloten word.
Waarneer onze huiskat precies beloot dat de mens een goed partner was is niet helmaal duidelijk vermoed word dat dit omstreeks 2000 v. Chr. is geweest. de tijd dat de mens grote voedsel voorraden ging aanlegen om de winter te overbruggen. Grote voorraad schuren met graan trokken ongedierte zoals muisen en ratten aan en vormden voor de kat een prima plek om te vertoeven, dankbaar dat de kat hun van de indringers 'verloste' begon de mens de aanwezigheid van de kat te koesteren. De Egyptische Mau vindt zijn oorsprong in het oude Egypte. 4000 jaar terug werd hij daar vereerd als een god. Mau is in het Egyptisch kat of zon. In het begin was hij bijna de beschermer van de mensen omdat hij muizen (graandieven) en slangen doodde. Wanneer iemand een kat doodde of slecht behandelde, dan kreeg hij de doodstraf. De Mau was een lid van de familie, kreeg goed eten en had een hoog aanzien.
Dat de kat ook minder rooskleurige tijden heeft gekend bewijst de vondst van Archeologen, zij vonden enorme grafvelden, zoals die van Beni Hassan, waar meer dan 300.000 geofferde katten lagen begraven. Ook later in de Middeleeuwen werd om onder het mom van duivelse verafgoding veel katten levend verbrand.
Zeelieden Ook vandaag de dag hebben heel wat schepen een 'scheepskat' Ook zeelieden moeten hun voedselvoorraden beschermen tegen ongedierte. zo rond 1000 voor Chr. gingen waarschijnlijk de eersten huiskatten naar het Midden-Oosten, wat nu Italië is en vanaf daar verspreidde ze zich langzamerhand over heel Azië en Europa. Doordat ze nog steeds aan boord van schepen werden genomen, bereikten ze ook de Nieuwe Wereld toen rond 1600 ontdekkingsreizen en handel steeds belangrijker werden.
Azië Om heilige geschriften tegen muizen te beschermen werden zij vaak in tempels gehouden. Ook hielden ze ratten en muizen ver van de kostbare zijdecocons vandaan. De zijdehandel was van een enorm economisch belang voor China en Japan. Australië: Katten gingen zich in de hele wereld thuisvoelen, behalve in Australië: het was pas de huiskat die als eerste van de katachtigen het vijfde continent betrad.
Raskatten het bewust fokken van rassen is pas vrij recentelijk ontstaan. Het was dhr Harrison Weir die op het lumineuze idee kwam een kattententoonstelling te organiseren op 13 juli 1871. Tevens stelde hij de eerste "Points of Excellence" op, de voorloper van de huidige rasstandaarden. Vele mensen raakten toen besmet met de "kattenkoorts" en na deze eerste tentoonstelling voor katten zijn er nog velen gevolgd. Ook het bewust fokken van verschillende rassen nam een aanvang; men stelde standaarden op en ging aan de slag. Zo werd de kat gepromoveerd van muizenvanger tot elegante salonheld(in). Omdat katten, anders dan honden, niet geschikt zijn voor de jacht, vechtsporten, bewaken enz., concentreerde men zich bij het fokken op het uiterlijk van het dier. De kattententoonstellingen waren (en zijn) daarom uitsluitend schoonheidswedstrijden omdat de katten nagenoeg uitsluitend op hun uiterlijk worden beoordeeld. Het karakter en de gezondheid van het dier zijn hierbij van ondergeschikt belang. Na de 2e W.O. kwam het fokken en houden van raskatten pas echt van de grond. Was het voorheen een hobby uitsluitend weggelegd voor de 'happy few', door de toenemende welvaart konden meer en meer mensen zich deze hobby permitteren. Ook het feit dat er inmiddels een vaccin was tegen de zo gevreesde kattenziekte gaf aan het fokken een flinke impuls.
Door selectie op bepaalde kenmerken ontstonden er vele nieuwe rassen naast de (van oorsprong) "natuurlijke" rassen zoals o.a. de Siamees, de Blauwe Rus en de Turkse Angora. Ook de natuurlijke rassen werden "vervolmaakt" d.m.v. selectie. Slechts weinig rassen hebben hun oorspronkelijke uiterlijk behouden; de (Blauwe) Rus is hiervan een voorbeeld.
< bron: huisdieren info >
|