Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
07-03-2007
De geschiedenis van de hond (Tante Lotte)
De geschiedenis van de hond
Er was eens "De wolf" (Canis Lupus) Orde: Carnivoren Onderorde: Arctoidea (honden, marters, beren en wasberen) Familie: Canidae
In het Paleoceen (zo'n 60 miljoen jaar geleden) verschijnen de primitieve voorouders van de latere hoger ontwikkelde hoefdieren, roofdieren en primaten. Zij liepen op 5 tenen en hadden deels intrekbare klauwen.
In het Oligoceen (37-38 miljoen jaar geleden) ontwikkelen zich de voorouders van de hedendaagse honden, katten en beren.
In het Mioceen (zo'n 26 miljoen jaar geleden) zijn er duidelijke verschillen in de twee groepen voorouders van de latere hond en kat. Met het verstrijken van de tijd werden de poten van de wolf langer, zijn hersenen groter en zijn tanden scherper.
In het Pleistoceen (zo'n 1,5 miljoen jaar geleden) Ziet de wolf er ongeveer uit zoals wij hem nu kennen.
Zo'n 10.000 tot 15.000 jaar geleden begint de relatie mens - wolf. De mensen uit het stenen tijdperk waren voedselverzamelaars en jagers. De belangrijkste elementen van hun leefgebied waren water, beschutting en voedsel. Ideaal dus ook voor de wolf. De mens tolereerde de aanwezigheid van de wolf waarschijnlijk om zijn waakzaamheid, terwijl de wolf aangetrokken werd door voedselresten en warmte.
De wolf is een erg sociaal dier en leeft net als de mens in groepsverband (roedel). Deze roedel heeft een strenge sociale rangorde, waarbij de alfawolf het leiderschap op zich neemt. Dit leiderschap wordt gehandhaafd door wederzijds respect. Iedere wolf kent zijn/haar plaats inde roedel. Wie zich hier niet aan houdt, wordt onverbiddelijk gestraft.
Een nest verlaten wolvenjongen zou het begin kunnen zijn geweest van de domesticatie van de wolf. De jonge wolf accepteert het leiderschap van de mens. De wolf werd gebruikt bij de jacht, voor het bijeenhouden van de kudde en het waarschuwen voor gevaar. Gaandeweg begon men eisen aan het uiterlijk en gedrag van de wolf te stellen. Zoals er verscheidenheid is bij mensen, zo is dat ook bij wolven. Gelet op klimaat en geologie. De tamme wolf werd gekruist op zijn eigenschappen, afzijdig gehouden van zijn wilde soortgenoten en werd huishond. Blafte de hond? Dan werd hij gebruikt als waakhond. Was de hond stil en snel? Dan was deze weer goed voor de jacht. Zo werd de basis gelegd voor het ontstaan van de verschillende rassen.
De oudst herkenbare hondenrassen zijn de windhonden en de dogachtigen. Er zijn afbeeldingen gevonden in het oude Egypte en westelijk Azië die waarschijnlijk dateren uit 8000 voor Christus.
In de middeleeuwen gingen de mensen de hond als een soort statussymbool beschouwen. Het aantal hondenrassen begon enorm toe te nemen. Honden werden gefokt op grootte, lengte, kleur, kop, aaibaarheid enzovoort. Zo komen we van de primitieve carnivoren uit het Oligoceen tot de hond van nu.
Willen wij onze hond of dat nu een Maltezer is of een Bernasenner goed begrijpen, dan moeten wij eerst eens kijken naar zijn voorouder "de wolf".
De diverse fasen in het leven van de hond:
De vegetatieve fase (of neonatale fase)- 0-2 weken De pups zijn nog helemaal blind en doof. Het reukorgaan is echter wel al helemaal ontwikkeld. Hierdoor kunnen de tepel vinden om te zorgen dat ze in de eerste dagen goed groeien. De neus wordt ook gebruikt om soortgenoten te leren herkennen aan hun geur.
De overgangsfase- 3-4 weken Ogen en gehoorgangen gaan open en stelt de pup instaat om te reageren op zijn/haar omgeving. Binnen de beschermende omgeving van het nest leert de pup de eerste sociale gedragspatronen te herkennen.
De primaire socialisatiefase - 4-12 weken ook wel onderverdeeld in:
Inprentingsfase - 4-7 weken De zintuigen van de pup zijn volledig ontwikkeld. Alles wordt besnuffeld en onderzocht. Ook de tandjes worden gebruikt bij dit onderzoek. De pup staat open voor alles wat nieuw is (voorwerpen, dieren, geluiden). Nieuwsgierigheid wint van de neiging tot vluchten. De pup heeft in deze periode een enorm incasserings- en leervermogen.
socialisatiefase - 8-12 weken De pups maken kennis met alle leden van de roedel en leren wat wel en niet mag. Prima periode voor wisseling van "mensenroedel". En onthoudt ja is ja en mag altijd; en nee is nee!
Maak gebruik van de nieuwsgierigheid en neem de pup overal mee naartoe.
De secondaire socialisatiefase - 12 weken tot ongeveer een half jaar ook wel de juveniele fase genoemd welke weer is onderverdeeld in:
De fase van de rangorde - 12-16 weken De pup krijgt zijn plaats in de roedel. In de "mensenroedel" heeft de pup een duidelijke roedelleider nodig.
De samenwerkingsfase In deze fase leert de wolf, eerst spelenderwijs, samen met zijn ouders op jacht te gaan. De wolf leert te overleven en samen te werken binnen de roedel.
Deze lange fase wordt ook wel eens aangeduid als angstfase. De natuurlijke nieuwsgierigheid is overgegaan in een natuurlijke neiging tot vluchten. Alles kan nu ineens weer eng zijn. Het herstelvermogen op nare ervaringen is behoorlijk afgenomen. Traumatische ervaringen laten een stevige indruk achter. Neem de pup dus overal mee naartoe en laat hem/haar merken dat er niets veranderd is en dat hij/zij dus nog steeds niet bang hoeft te zijn.
De pubertijd (duur: 1-3 maanden) De pup gaat testen of er geen hogere plaats binnen de rangorde beschikbaar is. De pup laat ongehoorzaam en onbehouwen gedrag laten zien en commando's die eerst goed werden uitgevoerd lijken nu ineens vergeten. Blijf consequent en vasthoudend.
De hond in de mensenroedel- Rangorde bevestigende handelingen
Ga niet naar je hond toe, laat de hond naar jou toekomen, ook met begroeten.
Laat je hond niet springen/rijden op mensen.
Laat de hond niet op de bank, stoel of op je bed.
Stoei nooit liggend met je hond op de grond.
Geef je hond een eigen slaapplaats.
Begin zelf een spelletje en eindig zelf het spel. Niet wachten tot hij/zij geen zin meer heeft.
Borstel en betast je hond elke dag even. Vergeet ook het gebit niet.
Eerst zelf de deur door, dan pas je hond.
Handhaaf consequent de gestelde regels.
Gebruik regelmatig het commando los.
Stel je zelfverzekerd op, niet aarzelen.
Negeer of verbiedt opdringerig gedrag zoals pootjes geven, aandacht vragen of een speeltje komen brengen.
Leg je hand over de snuit van je hond en duw zijn/haar kop omlaag richting zijn/haar borst.
Maak met je hele gezin afspraken over de regels waar de hond zich aan moet houden.
Ga regelmatig over je hond heen staan (stappen).
Pas op met trekspelletjes.
Zorg ervoor dat jij tijdens de wandelingen de route bepaalt en niet je hond.
Zorg ervoor dat een commando ook wordt uitgevoerd. >
Til de voorkant van de hond op door je handen onder zijn borst te vouwen.
Jij neemt altijd en overal het initiatief!
Beloon onderdanig gedrag.
Gebruik een lage stem voor de commando's en een hoge stem voor de beloning. >
Straf je hond nooit op zij/haar eigen ligplaats.
Bedenk iedere keer leuke opdrachten voor je hond
Indien er kinderen in het gezin zijn let dan op het volgende:
Laat kinderen nooit alleen met de hond. Dit mede om te voorkomen dat ze één van de volgende regels overtreden.
De etensbak, waterbak of speeltjes zijn alleen van de hond. Het kind mag hier dan ook niet aankomen.
Het uitlaten van de hond door een kind mag alleen onder begeleiding.
Kinderen mogen een hond geen dominante commando's geven. Wel voorzichtig de hond verzorgen zoals b.v. borstelen.
Trek- of stoeispelletjes met de hond zijn uit den boze. Wel kunnen er zoek- of apporteerspelletjes worden gedaan.
Een etende of slapende hond mag niet gestoord worden en zeker niet door kinderen.
Laat je kind nooit op een vreemde hond toelopen.
Een hond zal elk kind onder de 7 jaar per definitie beschouwen als ranglagere. Daarom accepteert hij/zij geen commando's of dominante gedragingen.
De fretkat of fossa (Cryptoprocta ferox ) is het grootste inheemseroofdier op het Afrikaanse eiland Madagaskar . Hoewel hij uiterlijk op een kat lijkt, behoort de fretkat tot een andere familie, de Madagaskarcivetkatten (Eupleridae). Het is de enige levende soort van de onderfamilie Cryptoproctinae , maar in het Pleistoceen leefde er nog een tweede soort, Cryptoprocta spelaea.
Zoals de naam al aangeeft, lijkt de fretkat enigszins op een katachtige. Hij heeft een lang, slank lichaam, ronde oren en grote, naar voren gerichte ogen. Het dier wordt 60 tot 90 centimeter lang en 7 tot 14 kilogram zwaar. De staart is met een lengte van 55 tot 90 centimeter bijna net zo lang als de rest van het lichaam. Het dier heeft een dichte, korte vacht, die roodbruin tot donkerbruin van kleur is. De fretkat is een zoolganger . Hij kan zijn nagels intrekken.
De fossa leeft enkel in de bossen van Madagaskar. Het is een solitair roofdier, dat in de bomen op lemuren en vogels jaagt. Ook eet hij vogeleieren. Ook op de grond is hij een goede jager. Hier jaagt hij onder andere op parelhoenders , tenreks en slangen . De fretkat staat op Madagaskar aan de top van de voedselketen . In de bomen beweegt hij zich behendig voort; hij is een goede klimmer en springt makkelijk van tak naar tak. De fossa jaagt voornamelijk 's nachts, maar ook overdag. Rusten doet hij in een holle boom of een hol in de grond. Hier eet hij ook zijn prooidieren op.
Fretkatten leven solitair. Enkel in de paartijd , in september en oktober, leven fossa's in tijdelijke groepjes. Tijdens de paartijd houdt een vrouwtje zich hoog in de bomen op, waaronder zich verscheidene mannetjes verzamelen, die luidruchtig vechten en roepen om te mogen paren met het vrouwtje. Het vrouwtje paart uiteindelijk met meerdere mannetjes. De paring zelf duurt vrij lang, soms meer dan 2½ uur, en het mannetje blijft, net als bij huishonden , vastzitten. Na een week neemt een ander vrouwtje haar plek in, dat met de gebleven mannetjes paart.
Na een draagtijd van 10 weken werpt het vrouwtje in een holle boom of tussen rotsen twee tot vier jongen. De jongen wegen bij de geboorte 80 tot 100 gram. De ogen openen zich pas na 16 tot 25 dagen. Na drie maanden eten ze voor het eerst vast voedsel, en na vier maanden worden ze gespeend. De fossa is na twee jaar volgroeid, en geslachtsrijp als hij ongeveer vier of vijf jaar oud is.
Vrouwelijke fossa's ondergaan tijdens het opgroeien een "masculine" periode: tijdens de adolescentie groeit de clitoris flink, wordt gesteund door een botje en er groeien stekels op, vergelijkbaar met de penis van een volwassen mannelijke fretkat. Ook scheiden klieren op de onderzijde van het lichaam een oranje vloeistof af, net als volwassen mannetjes. Bij volwasen vrouwtjes ontbreken deze eigenschappen. De fossa is de enige diersoort waarvan een dergelijke "mannelijke" fase bekend is.
De fossa wordt bedreigd door boskap en bejaging door boeren, die hun pluimvee willen beschermen. Ook wordt het vlees als een delicatesse beschouwd.
Allergieën: wat als u de haren van uw huisdier niet verdraagt? (Ereli)
Gezondheid Huisdieren
Allergieën: wat als u de haren van uw huisdier niet verdraagt?
Nogal wat mensen zijn allergisch voor honden of katten . Door enkele voorzorgsmaatregelen te nemen kunt u het risico beperken dat u een allergie zou ontwikkelen en uw huisdier niet meer kunt houden.
Allergisch voor honden en katten
U bent dol op honden of katten , maar zodra u ze vastpakt of in hun buurt komt, krijgt u jeuk, uw ogen beginnen te prikken, u krijgt huiduitslag of astma-aanvallen. De oorzaak van deze onaangename en vaak gevaarlijke reacties zijn de allergene stoffen die aanwezig zijn in het speeksel, de huidschilfers, de vacht en de urine van de dieren. Bij katten is het eiwit FeLd-1 de belangrijkste allergene stof die verantwoordelijk is voor heel wat allergieën voor katten . De allergie voor deze allergene stoffen manifesteert zich pas na enkele weken, soms pas na enkele maanden. De meest gebruikelijke oplossing is dat men zijn huisdier wegdoet!
Hoe het risico op een allergie verminderen?
Door enkele maatregelen te nemen kunnen we het risico op een allergie voor onze viervoetige vrienden aanzienlijk verminderen. Alle dieren dragen allergene stoffen met zich mee, maar de keuze van het ras is al een belangrijk criterium. Sommige katten (naaktkatten, Siamese katten) en honden (Chinese naakthonden, poedels, krulharige leeuwtjes) verliezen namelijk minder haar of hebben er geen of heel weinig! Ook regelmatig borstelen en kammen van de vacht, en voor sommige honden een scheerbeurt bij de hondenkapper, vermindert de hoeveelheid haar op het dier, waardoor er ook minder allergene stoffen vrijkomen en worden verspreid. Ook de hygiëne in huis kan de hoeveelheid allergene stoffen helpen verminderen. Maak regelmatig tapijten, vloer, gordijnen, beddengoed, dekens en kussens schoon. Zo verwijdert u meteen het speeksel, de huidschilfers en de haren van uw huisdier. Als u uw hond of kat de toegang tot bepaalde kamers - zoals de slaapkamer - verbiedt, zult u ook in een omgeving met minder allergene stoffen leven.
Hypoallergene kat De Amerikaanse firma « Allerca » heeft onlangs « hypoallergene » katjes op de markt gebracht. Daarmee wil ze de kattenliefhebbers helpen die door hun allergie hun passie niet kunnen uitleven. De firma gaat uit van de hypothese dat niet alle katten dezelfde hoeveelheid van het eiwit FeLd-1 produceren. De hypoallergene poesjes die nu te koop worden aangeboden, zijn het eindproduct van een lange reeks van kruisingen tussen katten waarvan de genen dit eiwit maar heel zwak vertonen. Het fokken van deze hypoallergene katten is dus, aldus de firma, gebaseerd op een kunstmatige selectie uit talrijke generaties van katten en niet op wijzigingen van het genoom van de kat via genetische manipulatie. Maar dat betekent niet dat u nu overhaast moet overgaan tot de aanschaf van zo'n « allerca » poesje. Enkele bedenkingen: de prijs van zo'n poesje schommelt tussen 4950 en 9950 euro en het risico op een allergie is niet nihil. De gevoeligheid voor de allergene stoffen varieert immers heel sterk van mens tot mens en er is nog niets bekend over de schadelijke invloed van deze katten op lange termijn!
Merels houden zich vooral op de grond op (Simone1)
Merels houden zich vooral op de grond op
Henk van Halm
omdat ze daar gewoonlijk hun voedsel vinden. Buiten het winterseizoen, als ze veel bessen eten, leven ze voornamelijk van plantaardig voedsel, zoals zaden, en van bodemdieren, waaronder vooral regenwormen.
In het bos zoeken ze die tussen het afgevallen boomblad dat ze daarbij opzij schoffelen. Zoeken ze wormen in een pas gemaaid gazon, dan gaan ze anders te werk. Ze hippen rond, onderwijl met scheef gehouden kop aandachtig luisterend, waar zich de wormen onder de grond bevinden. Ze horen exact waar een pier zich voortbeweegt. Merels foerageren nooit in lang gras.
Gastro-intestinale aandoeningen bij honden en katten
Honden en katten met gastro-intestinale (maagdarm-)aandoeningen kunnen lijden aan braken, oprispingen, winderigheid, zwakte en/of diarree of constipatie. Op grond van elk van deze symptomen kan uw dierenarts de diagnose van een gastro-intestinale (GI) aandoening stellen. Raadpleeg uw dierenarts indien deze symptomen zich bij uw huisdieren openbaren.
GI-aandoeningen tasten de maag en darmen aan en zijn vaak pijnlijk. Ze kunnen ook andere problemen veroorzaken. Er zijn verschillende soorten GI-aandoeningen, waaronder colitis, constipatie/diarree, gastro-enteritis en pancreatitis.
Dierenartsen zijn bekend met vele mogelijke typen en oorzaken van GI-aandoeningen, waaronder:
colitis
Wordt meestal veroorzaakt door zweepwormen (een parasiet), tumoren of poliepen, een verandering van voedsel, allergieën (waaronder die voor voedsel), ingeslikte objecten anders dan voedsel en een aantal andere ziekten.
constipatie
Wordt meestal veroorzaakt door onvoldoende vezel- en wateropname, het eten van haar, botten of andere vreemde objecten, veroudering, tumoren, trauma of breuken, prostaataandoeningen, ruggemergaandoeningen, zenuwaandoeningen aan de dikke darm, stofwisselings- of endocriene aandoeningen en verzwakking.
diarree
Wordt veroorzaakt door infecties, inwendige parasieten, stress, verandering van voedsel, restjes of vette snacks, eten uit de vuilnisbak en disfunctie van lichaamsorganen.
gastro-enteritis
Tot de oorzaken behoren het eten van ranzig eten of eten dat niet meer goed is, het inslikken van vreemde objecten, het eten van giftige planten, inwendige parasieten, stress, voedselallergieën en ziekte.
pancreatitis
De oorzaken zijn vaak onbekend. Mogelijke oorzaken zijn een vetrijk dieet of vette restjes, infectie, ziekte of trauma.
Dierenvoer kan een grote invloed hebben op de gezondheid van het maagdarmkanaal. Dierenartsen raden goed verteerbaar voer aan om irritatie van de gevoelige maag en darmen te voorkomen. Ook voedsel met veel oplosbare en onoplosbare vezels in combinatie met een gematigde hoeveelheid vet ondersteunt een goede darmfunctie. Omdat een deel van deze aandoeningen permanent kan zijn, kan het nodig zijn de ziekte langdurig nutritioneel te behandelen.
Allergie en voedselintolerantie bij honden en katten
Voedselallergieën en -intolerantie kunnen braken of diarree, huidirritatie, een slechte vachtconditie en/of haarverlies bij uw hond of kat veroorzaken. Indien uw huisdier één of meer van deze symptomen heeft, zal uw dierenarts een allergie vermoeden en meer specifiek een allergische reactie op het voer dat u uw dier geeft. Ingrediënten in voer dat uw huisdier niet kan verdragen, kunnen een groot aantal verschillende negatieve reacties veroorzaken. Allergie en voedselintolerantie wordt ook "een negatieve reactie" op voedsel genoemd en kan blijvende problemen met de huid en het spijsverteringskanaal tot gevolg hebben.
Er zijn vele oorzaken voor voedselallergieën bij honden en katten mogelijk. Enkele ingrediënten die de meest voorkomende problemen veroorzaken, worden echter aangetroffen in dagelijkse dierenvoeders.
Bij honden zijn de meest voorkomende oorzaken van negatieve reacties: rundvlees, zuivelproducten, granen, kip en varkensvlees.
Bij katten zijn de meest voorkomende oorzaken van negatieve reacties: rundvlees, zuivelproducten, vis, granen en kip.
Het kan maanden of zelfs jaren duren voordat een dier een allergische reactie op een specifieke voeding ontwikkelen. Als zich eenmaal een negatieve reactie op een bepaald ingrediënt voordoet, zal uw huisdier echter bijna altijd allergisch zijn voor die voedingsbron. Omdat allergische reacties op voedsel meestal worden geassocieerd met eiwitbronnen, is het mogelijk dat u uw huisdier een eiwitbron moet geven die hij nog niet eerder heeft gekregen. Tot de meest gebruikte "nieuwe"eiwitten ("nieuw" omdat uw huisdier ze waarschijnlijk nog niet eerder heeft gegeten) behoren ei, eend, zalm, lam en witvis. In bepaalde gevallen kan middels een eliminatieproces worden ontdekt dat uw huisdier allergisch is voor al deze eiwitbronnen. In dat geval is voeding nodig met speciale afgebroken eiwitten.Raadpleeg steeds uw dierenarts bij elk vermoeden van een ziekte .betervoorkomen dan genezen .< bron GZT >
Een evenwichtige voeding dient in correcte hoeveelheden te zijn samengesteld uit volgende bestanddelen:
Eiwitten: zijn noodzakelijk voor de opbouw spieren, organen en andere weefsels. Groei = hogere behoefte aan eiwit van hoge biologische waarde. Vooral de samenstelling en de kwaliteit van het eiwit, het zogenaamde aminozurenpatroon, zijn belangrijk. Een aantal van die aminozuren is voor de hond essentieel, dwz hij heeft ze nodig en kan ze zelf niet maken. Deze ess. aminozuren dienen via het voedsel te worden verstrekt. Er zijn "goeie" en slechte eiwitverstrekkers, spiervlees (stoofvlees) is een voorbeeld van een "goeie" , organenvlees (lever, pens en niertjes behoren tot de "slechte", wat niet betekent dat die helemaal taboe zijn). U zult meteen ook al ten dele het prijsverschil begrijpen tussen "dure" en "goedkope" commerciële voeding. Voor de vegetariërs onder de lezers: eiwitten uit soja en peulvruchten (bijv) zijn voor de hond veel slechter verteerbaar maar soms wordt het wel gebruikt bij honden met voedingsallergie.
Vetten: leveren energie die oa belangrijk is voor de werking van de spieren en de lichaamsorganen. Bovendien levert de verbranding van vetten energie waarmee de hond zijn lichaamstemperatuur op peil kan houden. Net als bij eiwitten is de samenstelling van vetten van belang. Vetten zijn oa opgebouwd uit vetzuren, waarvan sommige essentieel zijn. Deze kan de hond niet zelf aanmaken. Een voorbeeld hiervan is linolzuur, dat van belang is voor de goede conditie van huid en haar. Juist deze vetzuren en lecithine (belangrijk voor het zenuwstelsel) moeten in voldoende mate in het voedsel aanwezig zijn. Onverzadigde vetzuren (komen het meest voor in plantaardige vetten) zijn goed voor de huid.
Koolhydraten: komen voor in de vorm van zetmeel en suikers. Bijna alle voedingsstoffen bevatten koolhydraten. Koolhydraten zijn energieleveranciers net als de vetten. De hond heeft hier slechts in geringe mate wat van nodig. De meeste voedingsstoffen waarin koolhydraten voorkomen bevatten ruwe celstof. Daarvan zal in een goede balansvoeding maar weinig voorkomen, omdat de hond dit moeilijk kan verteren.
Vitaminen: Net als mensen hebben honden behoefte aan verschillende vitaminen. Elke vitamine heeft zijn eigen functie in het hondenlichaam. Zo is bijvoorbeeld vit A (in yoghurt, vis, ei) noodzakelijk voor het goed werken van de slijmvliezen en werkt vit D (ook in yoghurt, vis, eierdooier) eraan mee dat het beenderstelsel van de hond goed wordt ontwikkeld, maar zowel teveel als te weinig vit D geeft rachitisachtige verschijnselen (misvorming van de botten). Een mens kan vit D synthetiseren uit zonlicht een hond kan dit niet. Vit E (tegenwoordig "hot item" tegen vroegtijdige celveroudering samen met selenium) zit in plantaardige oliën, goed dus voor celwanden. Vit C maakt de hond zelf aan in de darmen, en dit in tegenstelling tot de mens, met als gevolg dat groenten en fruit geen noodzaak zijn voor de vit C toevoer. Vit B complex voor o.a. het zenuwstelsel en de aanmaak van rode bloedcellen: zit in ei, brood, aardappelen, gist. Over vitaminen bestaan veel misverstanden o.a. dat de hond in de wintermaanden een extra dosis nodig heeft, niet dus!!! Opgelet: de in vet oplosbare vit A,D,E en K worden opgeslagen in het lichaam en kunnen een gevaar opleveren als er teveel wordt van gegeven. Dus weerom: in een evenwichtige voeding zijn alle vitaminen in een correcte hoeveelheid aanwezig: niet te weinig maar dus ook niet te veel!
Mineralen en spoorelementen: Sommigen bevorderen de groei, de stofwisseling (zoals ijzer, jodium, koper en zink), andere spelen een rol bij de botvorming (bijvoorbeeld calcium en fosfor) en spier- en zenuwfuncties; weer andere zijn belangrijk bij het reguleren van de waterhuishouding (kalium en natrium). Puur vlees bevat bv te weinig calcium voor de opbouw van het skelet, dus als je zelf kookt: calcium en eventueel vit. D bijgeven (maar opgelet: te veel calcium is net zo slecht: het saboteert de opname van andere essentiële voedingselementen en is schadelijk voor de nieren). Calcium en fosfor moeten bovendien in correcte verhoudingen gegeven worden, die zijn: 1.2:1 à 1.4:1. In vlees zit ook fosfor. Bij een nierbeschermend dieet zal geopteerd worden voor calciumcarbonaat (geen extra fosfor) evenals bij kattenvoeding omdat die via het vele vlees al voldoende fosfor binnenkrijgen. Bij de hond kiest men voor dicalciumfosfaat. Wederom, aan een "complete" commerciële voeding van goede kwaliteit hoeven geen mineralen te worden toegevoegd, ook niet voor opgroeiende honden. Meer nog: het is af te raden. Let wel dat het gaat om complete voeding , er zijn ook voedingen op de markt die bv enkel vlees bevatten en die nog moeten aangevuld worden met andere ingrediënten. Waarmee moet verder rekening worden gehouden?
De leeftijd en de grootte van het ras: Als pup heeft uw hondje de juiste voedingstoffen nodig om essentiële organen, spieren, botten en afweerstoffen op te bouwen.. Eenmaal volwassen zijn deze bouwstenen belangrijk voor hun herstellende en onderhoudende functie. Puppies Hierbij dient onderscheid gemaakt te worden tussen de honden die behoren tot de reuzenrassen en andere honden. Honden die behoren tot de reuzenrassen (+ 45kg) krijgen bij voorkeur een speciale voeding met name: large breed = grote rassen (bv.van Hillls, Eukanuba...). Als ze die voeding niet krijgen mag u slechts tot de leeftijd van 3 maand een gewone puppyvoeding geven. De reden hiervoor is: gewoon puppyvoer bevat te veel vet, calcium, fosfor en calorieën. Dat is bij grote honden gevaarlijk: een te hoge energie en calciumopname kan leiden tot skeletaandoeningen. Vlugge groei is niet = evenwichtige groei. Het gewicht van kleine hondjes neemt relatief minder toe dan grote rassen (die soms hun gewicht vervijftigvoudigen). De eerste drie weken krijgt de pup uitsluitend moedermelk. Tussen 3 en 5 weken begint hij vast voedsel te eten en tussen 5 en 8 weken wordt hij gespeend. Alle puppies hun energiebehoefte is in verhouding tot hun gewicht 3 à 4 x zo groot als bij volwassen hond. Tot wanneer puppyvoeding geven: maximum tot 9 maand voor middelgrote honden (15-25 kg) of 1 jaar voor grote honden (tot 45 kg) max 18 maanden voor reuzenrassen die de speciale voeding krijgen (opgelet niet alle large breed voedingen mogen tot 18 maanden gegeven worden, sommige maar tot 12: kijk op de verpakking). Hoe groter de hond hoe langer het duurt voor hij volgroeid is maar eens volwassen zijn de rollen omgedraaid: kleine hondjes worden trager ouder en bereiken een hogere leeftijd dan grote. Adult of volwassen voeding, vanaf 3-18 maanden (zie hierboven) en tot de leeftijd van 5 of 7 jaar (vanaf dan gaan ze tot de senioren behoren) Senior Op de leeftijd van 5 jaar (grote honden) of 7 jaar (andere rassen) is het aan te bevelen over te schakelen op een goede senioren voeding. Deze voeding is beperkt in eiwit, calcium, fosfor en natrium om o.a. hart en nieren te sparen.
De aanleg Labradors hebben bijvoorbeeld de neiging om snel te dik te worden, eens volwassen is bij hen zeker een light voeding aan te bevelen. Dit werkt enkel preventief, eens uw hond te dik is moet die echt wel op een speciaal "afvaldieet" (om te vermageren dus), elders op deze website vindt u ook hierover informatie. Minder van de gewone voeding geven is niet het zelfde immers :
Minder gewone voeding geven betekent dat uw dier honger zal lijden. Met dieetvoeding is dit niet of zeker veel minder het geval want hierin zitten onverteerbare vezels die het volume verhogen en een verzadigd gevoel geven.
Minder gewone voeding geven betekent ook dat uw dier te weinig vitaminen en andere bouwstoffen binnenkrijgt. Bij speciaal dieetvoer is ingecalculeerd dat de hond "minder" krijgt dan een normale portie.
De mate van activiteit Performance jacht- en werkhonden hebben meer calorieën nodig. Er is dan nog een verschil tussen honden die energie nodig hebben voor langdurige activiteit (bv sledehonden) en voor kortdurende explosieve activiteit (bv renhond, greyhound): de eerste hebben energie nodig uit vetten, de andere uit koolhydraten (suikers).
Ziekte Er bestaan tal van speciale diëten, die de levensduur en levenskwaliteit van uw ziek dier kunnen verbeteren. Daar gaan we het straks nog even over hebben.
Het temperament Erg rustige of juist erg drukke dieren, het metabolisme is voor elk individu verschillend, een druk dier dat continu in de weer is verbruikt uiteraard veel meer energie dan eentje dat de ganse dag ligt te slapen.
De omgeving hitte, koude, vochtigheid het speelt allemaal een rol. Denk bijv. maar aan Huskies in Alaska, die zullen uiteraard veel meer energie nodig hebben, om zich op te warmen en om de slede te trekken.
Fokken na ca 5 weken zwangerschap en gedurende lactatie geeft u het moederdier best puppy- of kittenvoer om te voldoen aan haar gestegen energiebehoefte.
De pels langharige honden hebben iets minder calorieën nodig dan kortharige, ze hebben immers een "pelsenjasje" aan.
Wanneer, hoe, hoe vaak en hoeveel voederen? Daarover verschillen de meningen: ofwel op het ogenblik dat u zelf aan tafel gaat om bedelen te voorkomen, of juist consequent (de groepsleider, en dat bent u, eet eerst) dus na u, de pup moet dan wel uit de buurt van de tafel gehouden worden zodat hij niet kan gaan bedelen of snoepen van stukjes die op de grond vallen. In een roedel eten de dominante dieren altijd eerst. De reden hiervoor is dat bij hongersnood enkel de sterksten in leven blijven en zich kunnen voortplanten. Hou er rekening mee dat na de maaltijd de hond net als wij minder dynamisch is door het verteringsproces: dus het eerste uur niet gaan wandelen. Bij grote hond extra belangrijk: maagkanteling voorkomen!! Daar hebben we het straks nog even over. Ideaal voor grote honden is een in de hoogte verstelbare eetbak. Als de bak hoger staat eten ze rustiger, slokken minder, happen dus minder lucht binnen en de kans op maagkanteling daalt. Het diertje wel leren dat de baas steeds de kluif of het etensbakje mag wegnemen of zijn hand erin stoppen. Hoe leert u dat? de kluif vragen, en iets lekkers er voor in ruil geven, daarna de kluif direct terug geven. Wat het eten betreft, het zelfde systeem: bakje wegnemen, iets extra lekkers er voor in ruil geven of in het bakje leggen. Dit kan later agressie helpen voorkomen als bv een kindje het eten van de hond afpakt. Regelmaat: op de zelfde plaats op het zelfde uur 2 tot 4 maaltijden per dag Net gespeende pups 4x/dag om de 4uur gedurende 16 uur, 's nachts dus 8 uur niets. Frequent voederen geldt zeker voor puppies van 6-12 weken van kleine rassen, wegens makkelijk voorkomen van hypoglycemie (suikertekort) oa door onderkoeling (geringe lichaamsgewicht dus ze koeler veel vlugger af) Pups van 3 tot 6 maanden: 3x/dag Pups na 6 maanden minstens 2 maal per dag. Pas indien de hond volledig volgroeid is mag eventueel overgeschakeld worden op 1 maaltijd per dag, maar lang niet iedereen is het hiermee eens, persoonlijk bevelen wij het niet aan. Eten max.15 min laten staan en dan bakje wegnemen. Zogende teven en hard werkende honden moeten de hele dag kunnen eten of anders 3 voedingen per dag krijgen. Ideaal voor volwassen honden en zeker voor grote honden is 2 voedingen per dag.
Hoeveelheid hangt af van het gewicht, de activiteit, het klimaat. Opgelet voor overvoederen: te snelle groei leidt tot skeletafwijkingen. Vooral pups van de grootste rassen mogen de eerste 6 maanden van hun leven niet te veel voer krijgen. Een hond met aanleg voor HD die tijdens de groeifase te veel gevoederd is, vertoont in ernstiger mate de aandoening dan de hond die volgens de norm is gevoed. Drachtige teef pas op het einde van de dracht en tijdens de lactatie meer geven. Dit betekent de laatste 3 à 4 weken van de zwangerschap de voeding geleidelijk aan opvoeren tot 130 % (+30 %). Bot-, gewrichts- en bewegingsproblemen: soms duurt het jaren voordat uw hond er last van krijgt maar de basis wordt tijdens de groei gelegd. Denk er ook aan dat overgewicht bijdraagt tot :hart, lever en gewrichtsaandoeningen... en hiermee komen we in een vicieuze cirkel te recht: pijn dus minder stappen dus nog dikker worden. Dus jong geleerd is oud gedaan: niet overvoederen. Tip voor commerciële voeding: eerst als leidraad wat er op de verpakking staat en indien de hond te zwaar of te mager wordt aanpassen.
Droogvoer, blik of zelf koken? Droogvoer vertraagt de tandsteenvorming. Speciale voedingen zijn verkrijgbaar, de krijgen dan de benaming "oral care" toegevoegd. Dit is voeding bestaande uit extra grote brokken, de hond/kat moet kauwen en schuurt aldus de tanden. Sommige honden vormen tandsteen bij welke voeding dan ook: poetsen kan hier soelaas bieden. Laat in elk geval minstens 1x/jaar het gebit controleren want slechte tanden hebben invloed op de gezondheid, gezien bacteriën via de mond in de rest van het lichaam terecht kunnen komen.
Indien u blikvoer geeft zorg dan voor harde speeltjes. Geef uw hond zeker geen kattenvoer dit is veel te eiwitrijk!! In elk geval is uw kat hondenvoer geven nog erger dus dit zeker niet doen. Als u voeding van goede kwaliteit geeft hoeft u niets aan de voeding toe te voegen, tenzij de dierenarts het voorschrijft. Oppassen met plots wisselen van voeding: bij veel dieren veroorzaakt dit diarree. Dus de voedselwissel spreiden over een periode van minstens 1 week. Een goede commerciële voeding is evenwichtig dus gelieve er geen extra vlees, noch vitamines of mineralen aan toe voegen: dit geldt zowel voor blik als voor droogvoer. Het is niet zo dat in blik meer vlees zit, blik is gewoon duurder omdat er ca 70 % vocht inzit, in tegenstelling tot de ca 10 % bij droogvoer. Dat vocht moet in blik verpakt worden en getransporteerd en mits het volume veel groter is, is de verkoopprijs navenant. Nog een kleine opmerking: u heeft de gewoonte van korrels te weken? Dat mag maar denk er dan wel aan die voeding geen uren te laten staan want anders ontwikkelen zich bacteriën, net als indien u een biefstuk een paar uur op het aanrecht zou laten liggen. Gewone droge korrels mogen wel blijven staan natuurlijk.
U wenst zelf te koken? Zie dan hier een recept dat voldoet aan de voedingsbehoeften van uw hond: Voor pupjes 140 gr vlees, 70 gr rijst, 30 gr lever, 3 theelepel beenmeel, 1 theelepel koolzaadolie (omega 3) en ½ theel jodium- of kaliumzout (of mengeling) en dit is voldoende voor een ganse dag voor een pupje van 6.6 kg.
Eens volwassen wordt het 140 gr rijst en 70 gr vlees, 30 gr lever, 3 theelepel beenmeel, 1 theel. koolzaadolie en ½ theel. jodium- of kaliumzout (of mengeling) en is deze hoeveelheid voldoende voor een hond van 10 kg.
Bij puppies ligt de voedsel behoefte dus op 150 % (50% hoger),om vanaf 4 maanden geleidelijk aan te verminderen tot 100 % op volwassen leeftijd.
Verlangen naar variatie is menselijk aangeleerd en hoeft dus niet. Een hond mag dus gerust zijn hele leven hetzelfde eten, als het maar de juiste bestanddelen bevat. Meer nog, vaak is het zo dat bij verandering van voeding juist problemen gaan ontstaan zoals bv. diarree.
Nog een woordje over dure en goedkope voeding: de "dure" is vaak helemaal niet zo duur! Op maandbasis uitrekenen is de boodschap. Kwalitatief hoogstaande voeding bevat veel meer (nutritionele componenten) voedingsstoffen, en minder water en balaststoffen die toch uitgescheiden worden, dus: je moet er minder van geven.
Kan de voeding de kans op maagtorsie bij voorbeschikte rassen vergroten? Ja, volumineus, slecht verteerbaar voer kan, vooral als het als één grote maaltijd gegeven wordt, de weefsels waar de maag mee vast zit uitrekken, waardoor hij kan draaien. Hierbij is natuurlijk het gasvolume belangrijk!! Hoe zie je dit: willen braken en niet kunnen, zich plots heel ellendig voelen, heel onrustig, enorm opzwellen... Te hoog calciumgehalte kan ook leiden tot veranderingen in de maag die mogelijk verband houden met een maagtorsie.
Dus wat kunnen we doen om het risico te verkleinen ?
goed verteerbaar en uitgebalanceerd voedsel zonder extra calcium geven
eten opsplitsen in 3 maaltijden per dag met regelmatige tussenpozen
opwinding en beweging gedurende één uur na de maaltijd en net voor de maaltijd beperken
het voer nat maken
de etensbak hoog zetten (of verstelbare)
Hapjes als beloning? Natuurlijk mag u uw hond belonen! Maar dat hoeft u niet noodzakelijk met een hondensnoepje te doen. Te veel tussendoortjes kunnen overgewicht veroorzaken. Want juist die lekkere dingen bevatten vaak te veel energie. Om een dier te belonen kun je net zo goed een aai, vriendelijke woorden of een spelletje gebruiken. Geen tafelrestjes en mijd koekjes: ze trekken de voeding uit zijn evenwicht, en veroorzaken bedelgedrag. Geeft u een toch een beloning onder de vorm van voer zorg dan dat die niet groter is dan een flinke "kruimel", bv een brokje voeding van een andere merk. Opgepast met botten: kleine kunnen vastraken in de bek of darmen, grote kunnen tanden breken maar helpen anderzijds ze wel die schoon te houden! Best namaakbotten uit buffelhuiden maar niet mee overdrijven, ze verteren perfect, beschadigen de tanden niet maar kunnen wel diarree veroorzaken. Denk er ook aan dat puppies vooral tussen de 3 en 6 maanden enorm knagerig zijn, als tanden en kiezen wisselen!! Een touwspeeltje is zeker een goed alternatief, zodat ze niet aan rondslingerende schoenen en dergelijk gaan knagen.
Enkele zaken die nooit mogen.
rauw of te weinig gekookt varkensvlees: Aujezsky virus = dodelijk voor hond en kat
veel rauwe eieren: vit. B afbraak
koud voedsel: diarree
veel rauwe vis: vit.A afbraak
botjes die makkelijk splinteren bv wild, gevogelte, kotelet: darmperforaties
wel grote botten: steeds koken (1/4 uur)
koemelk of kaas: diarree (lactose = melksuiker is niet verteerbaar voor kat en hond), integenstelling tot yoghurt (daarin is de lactose is immers al vergist) en cottage cheese, die in sommige diëten wordt gebruikt als vervanger van vlees.
veel rauwe lever: hypervitaminose A, (koken zal vit A afbreken)
chocolade: ( zelfs in kleine hoeveelheden) hartritme stoornissen bij de hond
En tot slot De meeste blik en droogvoeders in de handel zijn compleet, dwz: ze bevatten alles wat u hond nodig heeft: zowel vlees en vet als koolhydraten (rijst/brood/deegwaren) en andere noodzakelijke ingrediënten. Droogvoer is zeker evenwaardig aan blikvoer, enkel is hier de hoeveelheid water drastisch verminderd. Door het lagere gewicht is het goedkoper in transportkosten en de verpakking kost ook minder wat natuurlijk zijn weerslag heeft op de prijs. Dit betekent dus ook dat u naar believen droog- en blikvoer mag mengen, maar tevens dat commercieel voer (droog- of blikvoer) mengen met bv rijst, of extra brood bijgeven eigenlijk niet zo verstandig is omdat uw dier dan te veel koolhydraten binnenkrijgt en te weinig andere voedingsstoffen. Wat vlees bijvoegen betreft geldt net hetzelfde natuurlijk, te veel eiwitten kunnen, vooral nier- en leverproblemen veroorzaken.
Met dank aan Arlette Strubbe, assistente en voedingsdeskundige in Dierenkliniek VvD.
Poezen en katers steeds jongere vruchtbaar. (Okidoki)
Poezen en katers steeds jongere vruchtbaar. (September 2005)
VROEGCASTRATIE VAN KATTEN, HET OP JONGERE LEEFTIJD CASTREREN VAN POES EN KATER. Er valt een verontrustend verschijnsel waar te nemen: poezen en katers worden op steeds jongere leeftijd vruchtbaar. Katten kunnen op een leeftijd van 5 maanden of eerder al geslachtsrijp zijn. Veel mensen zijn er nog steeds niet van doordrongen, dat een poes al jongen kan krijgen als ze zelf nog maar net geen kitten meer is. Men denkt te vaak dat ze nog wel even tijd hebben, om vervolgens voor de tweede keer te worden verrast door hun superpoes! Tja? En dan zit je, met een mand of doos vol met zulke schattige donsjes van een week of tien. Waar laat je ze dan? De asiels zitten er inmiddels ook al vol mee, zij bieden hun kittens uit noodzaak zelfs op internet aan. Naarmate de tijd verstrijkt, zijn het geen kittens meer, maar katten, waar er al heel veel van zijn.
De asiels zouden vroegcastratie, vóór herplaatsing in overweging moeten nemen. Voor nieuwe eigenaren een hele zorg minder! De beslissing om op tijd te laten castreren werd al voor hun genomen. Het zwerfkattenprobleem wordt op deze manier ook effectief aangepakt. Van huis geraakte katten planten zich immers niet meer voort.
Stichting Castraatje, belde met 25 dierenartsenpraktijken. We vroegen wat de beste leeftijd is voor castratie van de kater en de poes. De dierenartsen in de grote steden gaven een gemiddelde leeftijd op van 6 maanden. Buiten de grote steden was het advies 8 of 10 en zelfs 12 maanden! Ook vroegen we, of we een afspraak konden maken voor castratie van onze kater, die met sproeien was begonnen en onze poes, die plaste bij deuren en op matten, beide 4 maanden oud. Mispoes!
Vroegcastratie, wordt door dierenartsen in Nederland, nauwelijks of niet gedaan, ook niet bij onzindelijkheidsproblemen. Op onze vraag wat daar de reden van was kregen we geen duidelijk antwoord! Zo krijg je veel onzindelijksheidsklachten, een reden maar al te vaak om een kat te dumpen én ongewenste nestjes!
De dierengezondheidszorg is de laatste tien jaar enorm vooruit gegaan, maar de zeer uiteenlopende leeftijdsadviezen landelijk gezien voor castratie van katers en poezen zijn absoluut onaanvaardbaar.
In Noord Amerika gebeurt vroegcastratie op leeftijd van 13 weken, al meer dan 25 jaar zonder problemen. In 1993 bevestigde de American Veterinary Medical Association, dat ze vroegcastratie steunen en sindsdien hebben velen zich daarbij aangesloten en is er meer onderzoek gedaan. Wij kijken te lang de kat uit de boom. De meeste negatieve opmerkingen worden gemaakt door mensen, die zich niet in de materie verdiept hebben en vasthouden aan oude gewoontes, bakerpraatjes of totaal achterhaalde informatie. De hoop, is dan ook gevestigd op jonge dierenartsen die oog en interesse hebben voor de vele voordelen die pleiten voor vroegcastratie.
Het is U misschien nog niet opgevallen, maar als u in het donker goed om u heen kijkt, bijvoorbeeld in de Amsterdamse Bijlmermeer, kunt u veel zwerfkittens zien, die door honger gedreven massaal op zoek gaan naar eten. Kittens, die als ze blijven leven, zullen opgroeien tot wilde katten. Het probleem groeit en groeit. De katten kunnen het niet helpen. Wij mensen moeten veranderen en onze verantwoordelijkheid nemen. Vroeger castreren, is een stap in de goede richting ter voorkoming van erger.
Stichting Castraatje Neutralisatie - programma Amsterdam e.o. www.castraatje.nl
Zaterdag 24 februari 2007 - WAALWIJK - Lusteloos en bijna niet vooruit te branden. Zo gedroeg de toen driejarige ruin Nikos zich wanneer ruiter Gertjan Bekkers tijdens het rijden ging doorzitten. "Ik vond het zó vreemd, heb allerlei dierenartsen bezocht. Maar die konden niks vinden." Via, via kwam Bekkers, die onder meer clinics met Anky van Grunsven verzorgt, acht jaar geleden in contact met de paranormaal begaafde Anja Reijns.
Anja Reijns. Foto Marc Bolsius
"Ik heb haar een foto gestuurd. Meer niet, dus zonder informatie. Anja kwam tot de conclusie dat Nikos een ontsteking in de darmen had, in de buurt waar het zadel ligt." Reijns: "Als er iets mis is met mens, dier, of zelfs planten, voel ik dat en vang ik beelden op. Bij Nikos waren dat dus zijn darmen." De Waalwijkse zocht Nikos en Bekkers persoonlijk op, bij manege de Vughtse Hoeve. "Ik wil mens en ruiter zien, zodat ik de combinatie kan beoordelen. Want als er geen klik is of onbegrip, is het belangrijk om paard en ruiter te begeleiden en daardoor eventuele blessures te voorkomen.".De ruin knapte na de instraalsessies wonderwel op. De pijn werd weggenomen, het paard was meer in balans. Anja blijft echter Nikos helpen. "Het is een aangeboren kwaal, daar komt hij niet meer vanaf. Maar hij heeft nu bijna geen behandelingen meer nodig." Opvallend is dat twee jaar geleden bij een scan inderdaad een ontsteking in de dikke darm werd geconstateerd. Gertjan was sceptisch toen hij Anja leerde kennen. "Baat het niet, dan schaadt het niet. Zo stond ik er tegenover. Maar ik ben er nu van overtuigd dat het werkt." Meer ruiters delen zijn mening. Zoals Edward Gal. Zijn Risky Business had al lang last van een dik been. Alles aan gedaan, niets hielp. In laten slapen was het advies. Bekkers: "Edward was zo aan dit paard gehecht, hij wilde er niet vanaf. En dus is Anja erbij gekomen. Het been is zichtbaar dunner geworden en hij geniet nu bij Edward van een mooie oude dag." In de wereld van de dierenartsen is er twijfel over de gaven van Reijns. Maar niet bij iedereen. "Ik ben hier een keer langs de stallen gelopen. Bij paarden die wat mankeerden vertelde ik wat er aan de hand was. Er liep toen ook een dierenarts mee. En die zei dat het klopte." Bekkers maakt ook gebruik van Reijns gaven als hij meedoet aan een dressuurwedstrijd. "Mijn paarden worden dan rustiger, meer ontspannen. Dat levert dan ook betere resultaten op."
'Iets mis met mens of dier, of zelfs planten, dan voel ik dat en vang ik beelden op
26-02-2007: In het vorig deel werd uitgelegd dat een eenvoudige papegaaiende papegaai qua vaardigheden overeen kan komen met een kind van zes jaar. Om het maar even cru te plaatsen: een papegaai kan cognitief beter zijn dan een mentaal gehandicapte. Vanzelfsprekend zijn dit soort vermogens relatief en laat ik cruheid verder in het midden...
Net zoals deel 1 bevat deze blog een kleine selectie van onderzoek of nieuws dat duidt op een zelfbeeld bij dieren. Zo gek is dat niet, maar 't is wel iets waar u en ik maar weinig bij stilstaan. We beginnen bij de vis, altijd lekker, die een logisch redenerend vermogen blijkt te hebben.
( Een cichlide )
Als u ooit wel eens in een fysiek gevecht bent verwikkeld dan zult u vast wel weten dat u niet de grootste dreiging gaat uitzoeken. Als u de keuze heeft tussen een teddybeer en een grizzly dan is de kans groot dan teddy's vel verkocht wordt. De cichlide, de vis die u hierboven op foto ziet, denk daar hetzelfde over. "Deze resultaten tonen aan dat vissen wel degelijk redeneren om te bepalen waar ze zich bevinden op de sociale ladder. En dat nog wel alleen door naar andere mannetjes te kijken," aldus deskundige Russel Fernald.
Zelfbeeld herkennen?
Hoe valt eigenlijk te zeggen of mens of dier een zelfbeeld heeft? Eén van de mogelijke signalen is zelfherkenning. Als u in een reflecterend object kijkt, men neme een spiegel, en u heeft geen flauw idee wie die dame of kerel is die zo dom staat te kijken, dan is de kans groot dat het matig met uw zelfbeeld is gesteld.
Aziatische olifanten zouden het in dat geval stukken beter doen. De mastodonten weten zichzelf namelijk prima te herkennen, blijkt uit een onderzoek op drie olifantenwijfjes uit de Bronx zoo van New York. Een PDF van de studie vindt u via deze link. Vanzelfsprekend zijn het niet alleen olifanten die tekenen van een zelfbeeld vertonen. Ook Dolfijnen, mensapen (het kon uw buurman zijn) en andere onderzochte vissen vertonen hetzelfde patroon.
Dumbo geen dombo
Zelfbeeld hebben, dus begrip van de omgeving, betekent ook communicatie. De huisdierenliefhebber zal weten dat katten, honden of vogels met elkaar 'praten'. Het gaat natuurlijk om (voor ons) onverstaanbare klanken, maar dat maakt het niet minder een taal.
Daar houdt het echter niet bij op. Wat dacht u van een olifant die echt kan praten, in mensentaal? Een Zuid-Koreaanse dikhuid was de eerste waarvan dit officieel werd geregistreerd. U ziet het bewuste dier links op foto.
De mannelijke olifant uit de dierentuin van Everland, het grootste amusementspark van Zuid-Korea, begon in 2004 menselijke klanken uit te stoten. De grote grijze doet dat door zijn slurf in zijn bek te stoppen en die tijdens het uitademen heen en weer te bewegen. Eerder was al een Keniaanse olifant bekend die een vrachtwagen nabootste. In geen van de gevallen weten wetenschappers of de olifanten ook weten wat ze zeggen, maar het onderzoek blijft duren.
( De truckende Keniaanse olifant )
En nu? Pootjes geven?
Wat u hier allemaal van moet denken maakt u natuurlijk lekker zelf uit. Dit is hoe dan ook pas deeltje 2 van deze reeks en u hebt er hierna nog minstens één te goed. Daarin zult u kunnen genieten van onze broer de chimpansee.
Net zoals bij het vorige blog mag ik u graag oproepen om in de reactiemogelijkheid eigen links te plaatsen die duidelijk maken dat dieren minstens even beestig als mensen zijn.
Wat is er mis met mijn konijn of mijn cavia ? (Cis-ka)
Konijnen: eigenlijk geen knaagdier maar een haasachtige. Dit omdat konijnen achter hun voortanden nog 4 kleine stifttandjes hebben staan en echte knaagdieren deze niet hebben. Malaise: een konijn wat zich terugtrekt en stilletjes in een hoekje zit is ziek! Controleer zo snel mogelijk of er afwijkingen te zien zijn (gebit, diarree, gespannen buik, vermagering). Wacht niet te lang met langskomen. Gebit: De tanden en kiezen groeien het hele leven door en slijten doordat alles perfekt op elkaar staat. Een veel voorkomende afwijking bij konijnen is een verkeerde stand van de tanden. Hierdoor slijten ze niet goed af en zullen de boventanden naar binnen groeien (op de foto duidelijk te zien) en de ondertanden naar buiten (olifantslagtanden). Uiteraard heeft zo'n konijn problemen met eten, zal vermageren en vaak een natte kin hebben tgv. speekselen. Het is mogelijk deze tanden te knippen (gemiddeld eens per 2 maanden), een andere (betere) oplossing is om ze te trekken! Dit klinkt wellicht raar doch dit is eigenlijk wel de veiligste oplossing. De kiezen kunnen problemen geven als er haken op ontstaan die in het wangslijmvlies prikken. Dit veroorzaakt pijn en een konijn met pijn heeft stress en zal daardoor niet eten. Voeding: voldoende vezels in de vorm van hooi zijn een noodzaak voor konijnen. Indien een konijn te veel bix krijgt en daardoor te weinig hooi eet, zal er diarree optreden. Een vuistregel is: 20 gram bix per kg lichaamsgewicht per dag (liefst over 2 porties). Een konijn van 2 kg mag dus 2 x daags 20 gram krijgen. Weeg dit af op een keukenweegschaal; het is maar heel weinig! Hooi moet altijd te beschikking staan. Scheve kop (torticollis): kan o.a. veroorzaakt worden door middenoorontsteking, hersenvliesontsteking of herseninfarct. Afhankelijk van de bevindingen bij het onderzoek zal de therapie worden ingesteld. Meestal herstellen ze probleemloos, doch een aantal konijnen zal wel een lichte scheve stand blijven houden. Vacht: kaal plukken wordt vaak bij voedsters gezien. Meestal ontstaat tgv schijndracht de behoefte tot het bouwen van een nest. Heeft het konijn echter een schilferige vacht met kale plekken dan wijst dit op luis. Ook vlooien komen voor bij konijnen. Let op: behandel een konijn nooit met Frontline! Reeds meerdere konijnen zijn hieraan gestorven. Laat U zich dus goed voorlichten, voordat U een konijn gaat behandelen. Voortplanting: konijn hebben natuurlijk een reputatie hoog te houden! Zorg er dus op tijd voor om rammelaars en voedsters te scheiden. De castratie van een rammelaar is een relatief kleine ingreep. Na een castratie moeten konijnen nog minimaal 1 maand gescheiden blijven. Het is ook zinnig om vrouwtjes te laten helpen, omdat zij vaak op latere leeftijd baarmoedertumoren krijgen. Een operatie bij een jong vrouwtje is daarom aan te bevelen. Een bijkomend voordeel dat gesteriliseerde vrouwtje vaak een stuk liever worden. Diarree: het is normaal dat konijn 's morgens plakkerige ontlasting hebben. Deze ontlasting eten ze zelf op en is een onmisbare bron van Vit B. Diarree (waterige ontlasting) is niet normaal en kan veel problemen geven. Veel voorkomende oorzaken: voedingsfouten (zie bij voeding), coccidose en wormen, gebitsproblemen. Diarree bij konijnen is eigenlijk een spoedgeval. Probeer ook wat ontlasting mee te nemen voor onderzoek.
Cavia: dit uit Zuid-Amerika afkomstig knaagdiertje is zowel binnen als buiten goed te houden. De meeste mensen zijn er echter van overtuigd dat het tere diertjes zijn die slecht tegen kou kunnen. Dat dit niet zo is, blijkt wel uit het feit dat bij dierenartsen Ebeli en assistente Anita de caafs bij -15°C (februari 2005) nog lekker buiten aan het rondscharrelen waren. Beschutting tegen zon, wind en regen is wel erg belangrijk. Een middagje in de zon op het grasveld kan door oververhitting snel fataal zijn! Hieronder enkele wetenswaardigheden. De zieke cavia: herken je aan vuile oogjes, geen eetlust (zeer afwijkend dus!), terugtrekken. Wacht niet te lang met langskomen. Een zieke cavia is erg kwetsbaar. Niet eten leidt tot fatale uitdroging. Voeding: hooi (van goede kwaliteit) en knaagdiervoer ( 25 gram per dag) aangevuld met vit C tabletjes opgelost in het water zijn de basis van de voeding. Groenvoer (witlof, andijvie, wortelen, paprika) moet ook dagelijks worden gegeven. Huisvesting: cavia's zijn onderzoekende beestjes. Geef ze dus een flinke kooi. Een cavia in zijn eentje in een bakje van 40 bij 60 cm is ronduit zielig. Een huisje om in weg te duiken en wilgentakken geven speelmogelijkheden. Als bodemstrooisel kan het beste zaagsel worden gebruikt. Huidproblemen: zien we bijna dagelijks bij cavia's. Vooral schurft geeft grote problemen: de cavia krabt zich helemaal kapot op de flanken en nek. Schimmel zien we vaak aan de kop en oortjes (en bij de verzorgers, omdat het behoorlijk besmettelijk is voor mensen). Luizen komen we ook regelmatig tegen, doch deze geven minder problemen (en zijn niet overdraagbaar op mensen). Vettige talgklonten op de achterzijde van de rug zien er soms vervelend uit, doch geven zelden problemen. Kortom; heeft uw caaf een huidaandoening, laat hem dan controleren. Gebit: zowel tanden als kiezen kunnen afwijkend doorgroeien. Een cavia die plots mager wordt, speekselt en moeite heeft met eten moet goed in de bek gekeken worden. Op de foto is te zien dat de boventanden te lang zijn en binnen de ondertanden vallen. Tumoren: komen relatief weinig voor bij cavia's. Zwellingen bij cavia's zijn vaker cystes (bijv talgkliercyste op de rug of eierstokcyste in de buik). Diarree: kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door voedingsovergang. Wacht niet te lang met langskomen, want diarree die langer dan 24 uur aanhoudt kan dodelijk zijn. Nagels: zeker aan de voorpootjes kunnen deze krulsgewijs doorgroeien en soms zelfs ingroeien. Korthouden dus.
(Dierenkliniek Buitenmere)
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/
De cavia: alles wat je moet of wil weten! (Cis-ka)
De cavia: alles wat je moet of wil weten
Een cavia aanschaffen Een cavia kan je in de dierenwinkel kopen, maar ook bij kinderboerderijen, particulieren en asielen. Cavia's kosten meestal zo rond de 7 , waarbij de gladharigen meestal goedkoper zijn als de borstelharigen. Neem de tijd om de cavia die je op het oog hebt goed te observeren. Het moet gezond zijn, schoon en zonder verwondingen of afwijkingen. Kijk bijvoorbeeld ook naar hoe het verblijf waar je het diertje wil kopen er uit ziet en hoe de cavia omgaat met soortgenoten en of hij een levendige indruk maakt. Koop nooit impulsief dieren! Zorg dat je het verblijf thuis klaar hebt staan en goed geïnformeerd bent over de cavia, de benodigdheden en de kosten die hieraan verbonden zijn. Denk ook aan dierenartskosten die mogelijk aan de orde kunnen komen. Qua karakter maakt het niet veel uit of je een mannetje (beer) of vrouwtje (zeug) koopt. Een beer wordt wel groter en ruikt meer dan een vrouwtje. Mensen met verstand van cavia's kunnen makkelijk direct na de geboorte het geslacht bepalen.
Eten en drinken voor uw cavia Naast hooi hebben cavia's hardvoer nodig dat je bij de supermarkt of in een dierenwinkel kan kopen. Je kan hierbij kiezen tussen geperste graskorrels of gemengd voer. Een nadeel bij gemengd voer is dat de cavia het lekkerste eruit pakt en de rest laat liggen, waardoor hij niet alle voedingsstoffen binnen krijgt, omdat elk verschillend stukje voer een andere samenstelling heeft. Vaak wordt reclame gemaakt dat er extra vitamine C is toegevoegd aan het voer. Dit is dan wel zo, maar dit is echter nog niet toereikend voor de behoefte van de cavia. Om er zeker van te zijn dat de cavia voldoende vitamine C binnen krijgt, kan je elke dag een vitamine C tablet geven van 50 mg. Buiten het hardvoer kan je je cavia ook lekkernijen tussendoor geven, zoals wortel, andijvie, sla, komkommer etc. Doe dit niet te veel anders krijgt de cavia last van zijn buikje door overmatig vocht. Ook kan je knaagdierenlekkernijen in de dierenwinkel kopen, zoals een liksteen, knaagstangen e.d. Geef nooit snoep, koek, chips e.d! Zorg bovendien altijd voor vers, schoon en voldoende water. Het liefst in een fles, zodat de cavia het niet zelf kan bevuilen.
Huisvesting en buitenverblijf Huisvesting
Voor een cavia dient het verblijf minstens 60 x 45 x 40 cm. (L x B x H) te zijn. Voor twee cavia's 90 x 45 x 40 cm. en voor drie cavia's 110 x 45 x 40 cm. Het is aan te bevelen een verblijf te nemen met een ruif, zodat de cavia altijd beschikt over schoon hooi. Als bodembedekking kan je bijvoorbeeld eerst een laag kranten neerleggen. Zorg hierbij wel voor dat de cavia deze niet kan opeten i.v.m. giftige inkt! Hierover kan je een laag kattenkorrels leggen die de urine absorbeert. Ikzelf leg hierover nog een laag houtzaagsel heen, zodat de cavia zacht kan lopen en liggen. Er moet altijd voldoende schoon hooi aanwezig zijn. De darmen van de cavia moeten namelijk altijd bezig zijn (tegen verrotting) en het eten van hooi zorgt hiervoor. Bovendien kan de cavia zich verstoppen in het hooi en zacht en warm liggen. Cavia's vinden het ook fijn als er een huisje of iets dergelijks aanwezig is waar het zich kan terugtrekken of verstoppen. Het beste is om overdag het huisje uit het verblijf te halen. Dan worden cavia's sneller tam en vluchten ze niet telkens als je ze wilt aanhalen en/of oppakken. Zeker bij een nieuwe cavia is dit erg belangrijk. Het verblijf dient 1 a 2 maal per week te worden schoongemaakt.
Buitenverblijf
Als het wat warmer wordt (boven 10 a 15 graden) kan de cavia best lekker buiten staan. Zorg er wel voor dat de cavia veilig is voor andere dieren zoals katten, roofvogels etc. De cavia moet ook tochtvrij staan en voldoende hooi, voer en water tot zijn beschikking hebben. Zet nooit de cavia in de volle zon! Hij kan hierdoor uitdrogen of een zonnesteek oplopen wat fataal kan zijn. Pas ook op dat de cavia niet kan ontsnappen door kieren in het verblijf en geen giftige planten kan eten. Een cavia kan je niet, zoals een hond, mee naar buiten nemen aan de lijn. Ten eerste zijn de straatstenen veel te grof en hard voor de voetzooltjes van je cavia. Ten tweede zijn er veel te veel gevaren zoals hollende kinderen en verkeer. Ten derde kan de cavia zo bang worden, waardoor hij nooit meer in zijn gewone doen en laten zal komen.
Verdraagzaamheid en karakter
Cavia's zijn groepsdieren, maar kunnen desondanks alleen worden gehouden. Als cavia's in een groep worden gehouden, zal er altijd een bepaalde rangorde zijn onderling. Bij geslachtsrijpe beren kunnen er nogal eens problemen ontstaan, omdat zij gaan concurreren met elkaar om met de zeugjes te paren. Hierbij kunnen zij elkaar behoorlijk verwonden. Soms echter gaat het houden van twee mannetjes wel goed. Twee vrouwtjes houden gaat meestal beter. Elke cavia heeft zijn eigen persoonlijkheid en als het niet klikt, dan gaat het fout.
Cavia's zijn van nature zachtaardig en zullen nooit zomaar bijten. Dit gebeurt enkel als ze pijn hebben of er te hardhandig met ze om wordt gegaan. Jonge cavia die pas nieuw zijn in huis, zullen schuw zijn en vaak wegrennen. Benader cavia's altijd van de zijkant i.p.v. de bovenkant. De roofvogel is een van de natuurlijke vijanden en deze valt de cavia van bovenaf aan. De cavia zal jou als een bedreiging zien en wegrennen. Plaats tijdens de wenperiode geen huisje in het verblijf. De cavia zal zich hier vanwege angst in terugtrekken en wordt minder snel handtam.
Cavia-geluiden
Cavia's kunnen vele verschillende geluiden produceren. Maar wat wil nu welk geluid zeggen.
Aandacht vragen: als de cavia aandacht wil of krakende plastic zakjes hoort die hij associeert met eten, zal hij hard gaan piepen. Dit piepen lijkt een beetje op fluiten.
Boos zijn: als de cavia kwaad is, zal hij gaan klappertanden. Dit gebeurt voornamelijk onder soortgenoten.
Zich goed voelen: als de cavia zich op zijn gemak voelt, zal hij een soort van zachte knorrende en piepende geluidjes maken. Pijn hebben: als de cavia pijn heeft zal hij gaan kreunen en piepen.
Geïrriteerd zijn: als een cavia vervelende geluiden hoort zal hij een kort gebrom maken.
(Al deze geluiden kan je beluisteren op de webiste van http://www.huisdierinfopunt.be/Algemeen.htm waar je ook de foto's vindt die bij de verschillende kleurslagen en rassen hieronder horen.
Verschillende kleurslagen
Agoutie:lijkt het meest op de wilde soortgenoten van de cavia en wordt daarom ook wel "wildkleur" genoemd.
Zwart:intens zwart. Men houdt erg van deze kleurvariant en er wordt veel mee gefokt.
Chocolade: de kleur van bittere chocolade. De ogen zijn donkerbruin, maar met bepaalde lichtinval verschijnt er een rode gloed.
Lilac: een lichtblauwe pelskleur met een rossige gloed.
Wit:hebben rode of donkere ogen (bruin of blauw)
Schildpad:heeft blokken op het lichaam met verschillende kleuren zoals het schild van de schildpad.
Hollander:twee gekleurde kopplaten met over de neus een witte bes. Heeft ook een bandtekening op het lichaam.
Rus:wit met rode ogen, maar heeft zwarte neus, oren en pootjes.
Beige:donker roomkleurige vachtkleur.
Rood:een warme kastanje rode pels. Met 9 maanden tot een jaar is de definitieve kleur vast te stellen, omdat de jongen bruin worden geboren en soms daarna erg licht worden.
Goud:mooie rode ogen. De pelskleur is warm oranje.
Buff:lijkt op donkergeel oker. Donkerbruine ogen.
Blauw:een nieuwe kleur. Is een grijze cavia.
Creme:roomkleurig met bruine oortjes.
Japanner:heeft rood met zwarte banden om het lichaam. De Japanner is moeilijk te fokken en komt dan ook sporadisch voor.
Brindle:zwart met bruine kleurtekening
Dalmatiner:genoemd naar het hondenras. Donker gekleurde kop en op het lichaam zwarte vlekken.
Schimmel:de schimmel heeft een bepaalde kleur dat vermengd is met wit. De witten haren moeten voldoende en gelijkmatig aanwezig zijn, behalve op kop en pootjes. Schimmels zijn in de standaard enkel erkend als borstelhaar.
Paren / Dracht / Geboorte / Jongen
Een zeugje wordt eens in de 16 dagen bronstig gedurende 20 tot 24 uur. Tijdens de bronst breekt er een vlies in de vagina waardoor de dekking plaats kan vinden. De paring gebeurd heel discreet en meestal niet in het openbaar. Nadat de beer de zeug gedekt heeft sluit hij haar vagina af met een wasachtige prop, zodat het sperma er niet uit kan lopen. Deze prop laat vanzelf weer los. Drachtige cavia's kunnen flink in gewicht aankomen (50 tot 75 %), maar je kan dit pas echt zien als de dracht al voor driekwart verstreken is. De dracht duurt 65 a 70 dagen. Laat het vrouwtje i.v.m. stress zo veel mogelijk met rust. De zeug heeft behoefte aan extra vitamine C tijdens haar zwangerschap. Geef haar dus elke dag (als je het al niet doet) 50 mg hiervan. De geboorte kan gewoon in het verblijf plaatsvinden en in principe kan de beer er ook bij aanwezig zijn. Hij zal zich weinig van de bevalling aantrekken. Wees er wel van bewust dat de zeug al 24 uur na haar bevalling weer paringsbereid is! Ze kan dus meteen weer gedekt worden door de beer. Hierom kan het dus aan te bevelen zijn om de beer even ergens apart te zetten. Gewoonlijk verloopt de bevalling vlot en binnen een kwartier zijn de jongen op de wereld. Als een jong is geboren likt de moeder het vruchtvlies open en bijt de navelstreng door. Raak de jongen niet aan, want hierdoor krijgen ze een vreemde geur en zullen ze verstoten worden! De jongen komen volkomen ontwikkeld op de wereld: behaard en met de oogjes en oortjes al open. Ook kunnen ze al snel na de geboorte lopen. Zo kunnen ze al meteen vluchten voor gevaar. Hoewel hun maag al meteen ingesteld is op vast voedsel, drinken de jongen nog ongeveer een maand bij de moeder. Hierna worden de jongen verstoten door haar en moeten ze zelf op pad.
Verschillende rassen
Gladhaar:glad haar met een lengte van ca. 3 cm. over het hele lichaam.
Gekruind:lijkt veel op de gladhaar, maar heeft een kruin op zijn kop. Komt in twee soorten: Engels en Amerikaans . Bij Engels gekruinde cavia's heeft de kruin dezelfde kleur als de rest van de vacht en bij Amerikaans gekruinde cavia's heeft de kruin juist een andere kleur dan de rest van de vacht.
Borstelhaar of abessijn:een borstelhaar heeft over het hele lichaam kruinen. De haarlengte is ca. 3,5 cm. Door alle kammen en rozetten is deze cavia minder aaibaar.
Langhaar:er zijn drie verschillende langhaarcavia's: de peruvian , de sheltie en de coronet . Peruvian: Heeft lang haar dat moet worden bijgeknipt. Op de achterhand heeft de peruvian twee rozetten. Borstelen, kammen en wassen is nodig tegen klitten en huidproblemen.Sheltie: onstaan uit de peruvian. Bij de Sheltie zijn de twee rozetten niet aanwezig. Op de snuit is korte beharing, waardoor de ogen goed zichtbaar zijn. Coronet: vrij vertaalt "gekroonde cavia". De cavia is zo genoemd door de rozet die op zijn kop zit. Verder het zelfde lange haar als de peruvian en de sheltie.
Merino:vacht van de Tessel en de kruinen van de Peruvian.
Naakt:Dit zijn haarloze cavia's en hebben dus geen vacht.
Satijn:een van de nieuwste rassen. Deze cavia heeft een holle haarschacht en hierdoor weerkaatst lichtinval terug. Het haar is net als bij de gladhaarcavia ca. 3 cm. lang.
Rex:deze cavia's zijn veelal grote cavia's die wat zwaarder zijn en wat meer tegen een stootje kunnen. De vacht lijkt op die van een teddybeer.
US Teddy:lijkt op de Rex, maar is zachter en de vacht op zijn buik is glad.
Tessel:het nieuwste caviaras in Nederland. De tessel is een kruising tussen de sheltie en de rex. De vacht is mooi gekruld en dicht ingeplant.
Alpaca:vacht is net als de Tesselcavia met een rozet op het voorhoofd
Cuye:reuze cavia die 50 cm. kan worden en 4 kg kan wegen. Een Cuye wordt ongeveer 2-3 jaar oud en is erg schuw.
Abortus/miskraam Aborteren is het verliezen van jongen. Als dit gebeurd voor de zesde week zijn er meestal geen gevolgen. Het is dan beter om de zeug weer onmiddellijk te laten dekken, want vaak gaat de volgende dracht wel goed. Abortus op een later tijdstip kan gevolgd worden door een ontsteking. Dit kan met antibioticum worden verholpen. Dit geld ook bij een baarmoederontsteking. Als de baarmoeder er uitkomt tijdens de bevalling, kan deze, mits het onbeschadigd is, weer door de dierenarts worden teruggestopt 24-02-2007 om 19:24
geschreven door mailgroep
Aantal imkers stijgt de jongste jaren, ook in de steden
Roeselare - Het zachte winterweer haalt de bijen vroeger dan normaal uit hun winterrust. ,,Samen met de flora die in bloei komt. Het is eind februari en de bijen keren al naar hun kasten terug met stuifmeel aan hun pootjes'', bevestigt imker Henri Tilleman.
Bijen vliegen uit als de thermometer een twaalftal graden Celsius haalt. Dat is meestal rond begin april het geval. Het is nu al zo warm en dus ontdek je nu al bijen in de tuin, op zoek naar stuifmeel. Deze drukte zo vroeg in het jaar is geen probleem. Maar ik hoop dat we dit voorjaar dan geen reeks koude dagen meer krijgen. Dat zou de voortplanting kunnen verstoren. Mooi weer is ook belangrijk voor een goede honingproductie. Op dat vlak ziet het er voorlopig goed uit. Maar het mag niet té droog worden'', weet imker Henri Tilleman.
De voorzitter van De Mandelbie woont in een Roeselaarse woonwijk. De moderne imkerij is niet langer het alleenrecht van plattelandsbewoners. ,,Het aantal imkers in de steden ging er de jongste jaren duidelijk op vooruit'', bevestigt Henri Tilleman. ,,Voor veel mensen is het de ideale manier om een stukje natuur in het stadsleven te integreren. Ook meer vrije tijd en de groeiende aandacht voor gezondheid en voeding spelen een rol. In tegenstelling tot wat men zou kunnen verwachten, levert een bijenvolk dat in de stad actief is doorgaans meer honing dan op het platteland. Op de buiten vermindert het aantal wilde bloemen, bossen en struiken. De monocultuur in de land- en tuinbouw, het gebruik van gewasbeschermende producten of onkruidbestrijders is daar niet vreemd aan.''
Minder steeklust
,,In de stad is weliswaar minder groen dan op het platteland, maar doordat almaar meer steden stadsparken en groene pleinen aanleggen, is er een inhaalbeweging bezig. Daarbij wordt een bredere plantenvariatie aangeplant. Bovendien zorgt de aanplanting van vooral lindebomen, wilde kastanjebomen of acacia's ervoor dat de aanmaak van honing bijna het hele seizoen doorgaat. Imkers zijn dan ook heel blij als de lokale overheid kiest voor deze boomsoorten bij de aanleg van een groene oase.''
Niet alleen de flora is sterk veranderd. Ook de bijen zijn niet meer dezelfde als weleer. ,,Door de verstedelijking zijn de buren nooit ver weg. Bijen die om de haverklap de buurt op stelten zetten, passen niet meer in onze samenleving. De moderne imkerij houdt daarom een zachtaardige bij met minder steeklust en aangepast aan ons klimaat.''
,,Een goede imker moet er ook voor zorgen dat de bijen voldoende ruimte hebben in de kast. Als er overbevolking dreigt, gaan de bijen uitzwermen en kunnen ze voor overlast zorgen. De moderne imkerij vraagt duidelijk om opleiding. Een hobbyist zonder professionele kennis loopt vroeg of laat tegen de lamp'', besluit Henri Tilleman.
In het Praktijkcentrum voor Land- en Tuinbouw (PCLT), Zuidstraat 25 start op zaterdag 3 maart een cursus beginnennd imker. Tien lessen telkens van 9 tot 12 uur. Info: henri.tilleman@telenet.be of pclt@skynet.be
Herwig Willaert23/02/2007
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/
22-02-2007: Dieren, met uitzondering van ons eigen mensenras, werden lang voor domme eetbare zool versleten. Honden zijn rechtlijnig trouw; papegaaien konden slechts nabootsen en geen enkel ander dier vertoont intelligentie. Mens als kroon op de schepping, u kent het fabeltje wel... Ook de God uit de christelijke bijbel vertelt dat dieren er slechts zijn als instrument van de mens. Als Hij het al zegt; wie zijn wij als kroon dan? Het antwoord is eenvoudig: zoekend en onwetend. Een kroon zijn is ook niet alles...
Een kort artikel uit een oude Kijkgeeft u misschien een indruk waat ik naartoe wil. Leest u even mee?
Vogels hebben niet een aangeboren talent om mooi te zingen. Nieuw onderzoek toont aan dat ze heel precies naar hun eigen gefluit luisteren om het helemaal goed te tunen.
Ornithologen gebruiken vaak het geluid van een vogel om te kunnen identificeren om welke soort het gaat. Studie van de Universiteit van Californië in San Francisco toont aan dat zangvogels niet zijn voorgeprogrammeerd met een specifiek geluid, maar dit tijdens hun leven ontwikkelen.
Na hun geboorte beginnen de vogels met een soort fluiterig gebrabbel. Ze verbeteren hun zangkwaliteiten met de hulp van een leraar. Wanneer ze eenmaal een eigen geluid hebben ontwikkeld gebruiken ze dit om hun territorium af te bakenen of een soortgenoot te verleiden. Kleine verschillen in de melodie onderscheidt de ene zangvogel van de andere. En het kost ze dan ook veel moeite om hun eigen sound hun hele leven vast te houden.
Om tot deze conclusies te komen hebben de wetenschappers verschillende proeven met zangvogels gedaan. Eén hiervan was het niet laten functioneren van het gehoor. Hieruit bleek dat na een tijdje het geluid van de vogel steeds verder afweek van het oorspronkelijke deuntje.
Volgens de onderzoekers gebruiken vogels dezelfde manieren om hun geluid te produceren en terug te horen als wij. De resultaten van hun studie kunnen hierdoor nieuw licht werpen op het onderzoek naar stotteren bij mensen.
(JvdK, 25-09-2006)
Met andere woorden: vogels zijn slim of leren hoe dan ook van situaties op een manier die van een zelfbeeld spreekt. Vooralsnog houd ik het even bij één soort vogel: de papegaai.
Jaco kon uw kind zijn.
Ander onderzoek uit 2006 wijst uit dat papegaaien ook al veel slimmer zijn dan gedacht. Daar kwam men achter door bijna 30 jaar de hersenactiviteit van de Afrikaanse grijze roodstaart papegaai te observeren. Niet voor niets dat die Jaco's bijna zijn uitgestorven. Hoe dan ook blijken de communicatieve vaardigheden van de papegaai overeen te komen met die van een tweejarig kind. Op het gebied van rekenen en herkennen van kleuren en vormen valt zelfs een vergelijking te maken met een kind van vijf á zes jaar. "De allerslimste van de drie vogels waarmee Pepperberg de jongste tijd werkte, de 29-jarige Alex, kan zeven verschillende kleuren benoemen, vijf vormen onderscheiden en tot vijf tellen. Hij herkent, vraagt of weigert zo'n 1000 verschillende voorwerpen en doet ook veel meer dan napraten," aldus de nieuwssite Het Laatste Nieuws.
Humor vereist intelligentie?
Men zegt wel eens dat slechts slimme mensen in staat zijn tot humor; dat het iets te maken heeft met snel schakelen en het associatief vermogen. Wat dan te denken van een moppen tappende papegaai? Alweer een Afrikaanse grijze roodstaart papegaai is in staat om 950 woorden te herkennen en gebruiken.
"Hij formuleert zelfstandig woorden en zelfs hele zinnen als hij met nieuwe situaties wordt geconfronteerd waarin zijn vocabulaire nog niet voorziet. Toen een andere papegaai ondersteboven aan z´n stokje hing riep het beest z´n baasje toe om even snel een fototoestel te pakken. Later lieten de onderzoekers de gevleugelde grappenmaker een foto zien van een dierenverzorger met een aap op z´n arm. Toen daarna de verzorger, nu zonder aap, kwam binnenlopen vroeg de wondervogel waar de verzorger z´n aap had gelaten," aldus Fok.nl.
De grote vraag?
Dit is natuurlijk slechts deel 1. In een volgend deel breng ik u een verzamelijk van leuke dierenmanieren die tonen dat dieren soms menselijker zijn dan u denkt. De grote vraag is: hoe menselijk precies?
Mensen vinden dit een vies gezicht. Maar ontlasting bevat nog voeding. Hoe eiwitrijker de ontlasting des te lekker deze voor de hond is. Bovendien zijn konijnenkeutels en paardenmest rijk aan de vitaminen B, C en K.
Poep eten is dus niet ongezond, mits de ontlasting niet van een ziek dier is. De hond kan wel met het eten van ontlasting van andere dieren zich besmetten met eieren van wormen. Voor Bobtails, Canadeze herdershonden, Collies en Shelties is het ook beter dat in de paardenmest niet het wormdodend middel ivermectine zit.
Hoe onfris het er ook uit ziet, een hond eet poep voor de lekkere trek en kan hier dik van worden.
Poep eten kan
een aangeleerd gedrag zijn,
een vorm van aandacht vragen zijn,
een uiting van verveling zijn,
een uiting van stress zijn,
ten gevolge van een extreem hongergevoel na castratie of 'sterilisatie',
ten gevolge van een extreem hongergevoel door bepaalde medicijnen (b.v. corticosteroïden, phenobarbital of valium) of
soms een lichamelijk oorzaak hebben.
Voorbeelden van een lichamelijke oorzaak zijn:
hormonale stoornissen in de bijnieren (de ziekte van Cushing), de schildklieren (hyperthyreoïdie) en de alvleesklier ( suikerziekte ),
een tekort aan eiwitsplitsende enzymen van de alvleesklier,
aandoeningen aan het centrale zenuwstelsel (b.v. een hersentumor).
Wat te doen tegen het eten van poep?
Zorgen dat de hond er niet bij kan, dus aan de lijn uitlaten. En als de hond los loopt er goed op letten, dat niet stiekem gesnoept wordt. Vooral goed opletten, dat ù het lekkers eerder ziet. En de hond direct aanlijnen zónder dat deze de kans krijgt er een hapje van te nemen. Het duurt maanden, eer uw hond zijn snoepgewoonten verandert.
Ook wordt wel geprobeerd uitwerpselen, die men straks met de hond gaat passeren, tijdens het uitlaten onaangenaam te maken door er bijvoorbeeld zout of een misselijkheid oproepende stof (LiCI) tevoren in aan te brengen, zodat 'voedselvermijdingsleren' kan optreden.
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/
Glasvleugelvlinder (Jeedeeke, en vertaling van Cis-ka)
Glasvleugelvlinder
Leeft in Zuid-Amerika
Vlinders met doorzichtige vleugels zijn zeldzaam en prachtig. De regenwoudspecialisten beschouwen de aanwezigheid van deze zeldzame vlinder, die even breekbaar is als fijn geblazen glas, als een duidelijke ecologische aanwijzing dat het leefmilieu waarin hij leeft een hoog habitatniveau heeft, en zijn dood waarschuwt hen voor ecologische veranderingen.
De lichtdoorlatende vleugels van de glasvleugelvlinder rivaliseren met de verfijnde schoonheid van glasramen, wanneer de zon hen doet schitteren in hun glimmende turkooise, oranje, groene of rode pracht.
Mooi dingen moeten niet kleurvol zijn om opgemerkt te worden; dat wat in het leven onopgemerkt blijft heeft de grootste kracht. (Tekst vertaald door onze mentor Cis-ka uit het engels). Klik op het plaatje om het groter te zien.
Hier zie je hem nog eens Het is de atlapetes latinuchus yariguierum of ook Yariguiesvink genoemd , een nieuwe ondersoort van de atlapetes latinchus (oef wat een naam!!!)
Olifant niet van de grond door menselijk haar (Cis-ka)
Olifant niet van de grond door menselijk haar
In Taiwan is het plan om een olifant op te tillen met menselijk haar niet doorgegaan omdat er te veel protest op kwam. Het museum voor technologie en wetenschap heeft meer dan 6.000 euro gespendeerd om 1,6 miljoen haren aan elkaar te knopen tot een touw dat 8 ton kon optillen.
Het was de bedoeling om de olifant op te tillen zodat hij op een platform kon gaan staan. Omdat er veel protest opkwam, heeft de Zoo besloten het op een andere manier aan te pakken.
(HLN)
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/