Merels houden zich vooral op de grond op
Henk van Halm
omdat ze daar gewoonlijk hun voedsel vinden. Buiten het winterseizoen, als ze veel bessen eten, leven ze voornamelijk van plantaardig voedsel, zoals zaden, en van bodemdieren, waaronder vooral regenwormen.
In het bos zoeken ze die tussen het afgevallen boomblad dat ze daarbij opzij schoffelen. Zoeken ze wormen in een pas gemaaid gazon, dan gaan ze anders te werk. Ze hippen rond, onderwijl met scheef gehouden kop aandachtig luisterend, waar zich de wormen onder de grond bevinden. Ze horen exact waar een pier zich voortbeweegt. Merels foerageren nooit in lang gras.
|