Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
10-03-2007
natuur (Cis-ka)
Zegt het jullie iets om jullie (klein)kinderen dichter bij de natuur en de dieren te brengen samen met de school?
men moet zijn vijand niet zelf de gelegenheid geven,
om op te treden ; men moet niet zelf beginnen met
zich moeite op de hals te halen
In ' t Frans noemt men niet de hond, maar de kat ;
IL NE FAUT PAS R2VEILLER LE CHAT QUI DORT
MET ONWILLIGE HONDEN IS ' T KWAAD HAZEN VANGEN
met mensen die tegen hun zin meedoen bereikt men moeilijk het doel ;
personeel dat geen lust heeft in het werk verricht slecht zijn taak.
TWEE KWADE HONDEN BIJTEN ELKAAR NIET
boze mensen zin ' t licht eens, als het tegen een derde gaat,
die ze kunnen belagen
HIJ IS VAN ' T HONDJE GEBETEN
' t is een ingebeelde gek.
De uitdrukking is door tuinman verklaar
HIJ IS GEBETEN DOOR ' t HONDJE,
DAT LAATDUNKEN HEET.
VEEL HONDEN ZIJN DER HAZEN DOOD
tegen de overmacht kan niemand op.
WIE EEN HOND WIL SLAAN, KAN LICHT EEN STOK VINDEN
men vindt altijd wel een reden, als men iemand benadelen wil. ( Gezelle )
ALS MEN EEN HOND WIL KWIJK GERAKEN, LEGT MEN HEM 'T VERWOED OP
d.i. beweert men dat hij dol is.
IEMAND UITSCHELDEN DAT DE HONDEN ER GEEN BROOD VAN LUSTEN
hem zo kleineren, dat zelfs een hond geen stuk brood meer van hem aanneem.
KOMMANDEER JE HOND EN BLAF ZELF!
jij hebt hier niets te zeggen;
als je wat wilt moet je ' t zelf doen
HIJ HEEFT HET HONDENGELOOF, HIJ HEEFT HET VLEES LIEVER DAN DE BOTTEN.
DE HOND KEERT TERUG TOT ZIJN UITBRAAKSEL
hij valt weer terug in zijn oude kwaad.
WIE MET HONDEN OMGAAT, KRIJGT VLOOIEN
wie in slecht gezelschap verkeert,
neemt slechte eigenschappen en gewoonten over.
HOE RUIGER HOND, HOE MEER VLOOIEN
hoe slechter gezelschap, des te onaangenamer gevolgen.
WIE MET HONDEN NAAR BED GAT, STAAT MET VLOOIEN OP.
HIJ LOERT ER OP ALS EEN HOND OP EEN ZIEKE KOE.
hij verlangt naar de dood van zijn erflater.
EEN STOMME HOND
een lelijke scheldwoord voor een dom persoon..
BETER EEN LEVENDE HOND DAN EEN DODE LEEUW
het leven gaat boven als.
HIJ LOOPT WEG ALS EEN HOND MET DE STAART TUSSEN DE POTEN.
hij druipt angstig af
HET IS GEEN WEER, OM HOND OF KAT BUITEN TE JAGEN
heel slecht weer.
ALS OUDE HONDEN BLAFFEN, IS HET TIJD OM UIT TE ZIEN.
als mannen van ervaring waarschuwen, moet men naar hun raad luisteren.
EEN LOPEN DE HOND
VINDT ALTIJD WAT VOOR DE MOND
EEN LIGGENDE HOND
WAAIT GEEN BROOD IN DE MOND.
' T IS NET OF DE HOND HET IN ZIJN GAT GEHAD HEEFT
het goed ziet er verfrommeld uit.
Bij Harreboméé : HET IS, ALSOF HET DEN HOND IN ZIJN GAT GEZETEN HEEFT
' T MOET AL EEN RUIGE HOND WEZEN, DIE TWEE NESTEN WARM HOUDEN KAN
' t moet een rijke man zijn, die behalve zijn eigen gezin er nog een andere vrouw op na houdt
DAT KAN HOND NOCH KAT VERSTAAN
dat is al zeer onduidelijk.
IEMAND AFSNAUWEN, ALOF MEN HEM VOOR DE HONDEN GEVONDEN HEEFT
op een verschrikkelijke manier; hem behandelen, alsof hij alleen maar goed was als vreten voor de hond.
DIE BIJ DE HOND SLAAPT, BETRAPT VAN ZIJN VLOOIEN ( vlaams )
kwade gezelschappen bederven goede zeden.
ALS OUDE HONDEN BASSEN, IS HET TIJD OM UIT TE ZIEN ( vlaams )
luister naar de raad van ervaren mensen.
JAAG EEN HOND WEG, JE KRIJG EEN REKEL WEER
alle verandering is geen verbetering.
' T IS EEN SLECHT HOND, DIE ZIJN BROOD PAKKEN LAAT ( vlaam )
men moet zich de kaas niet van ' t brood laten eten.
WIE KAN DE HOND HET BASSEN BELETTEN? ( vlaam )
men kan een lasteraar ( of ook iemand, die scheldt en raast ) de mond niet stoppen.
TWISTZIEKE HONDEN LOPEN MET GESCHEURDE OREN ( vlaams )
wie altijd ruzie zoekt, word op zijn beurt toegetakeld en moet de gevolgen dan maar dragen.
' t is de ene hond leed, dat de andere in de keuken gaat.
MEN TERGT GEEN HOND IN ZIJN EIGEN KOT ( vlaams )
men beledigt niet iemand in zijn eigen huis.
HONDEN OP DE BAND VANGEN GEEN HAZEN ( vlaams )
als men wil, dat iemand zijn best doet, moet men hem niet aan
de band houden, doch vrijheid van beweging geven.
EEN HOND IS STOUT OP ZIJN EIGEN DAM ( vlaams )
de dam is de ingang van het boerenheem.
DE HONDEN ZIJN THUIS HET STOUTST.
DE ENE HOND VERWIJT DE ANDERE? DAT HIJ VLOOIEN HEEFT ( Gezelle )
ZWICHT U VAN EEN HOND, DIE NIET EN BAST, EN VAN EEN VROUW, DIE LICHTE KRIJST ( Gezelle )
pas op voor een hond, die nooit blaft, maar ook voor een vrouw, die al te gauw scheldt.
DE KLEINE HONDEN JAGEN DE HAAS OP, MAAR DE GROTE PAKKEN HEM ( Fries )
de kleine man doet het werk ende grote man geniet er de voordelen van.
EEN KWAAIE HOND MOET MEN WEL EEN STUK BROOD GEVEN, WANT ANDERS BIJT HIJ JE ( Fries )
men moet wel wat doen, om gevaarlijke lui te vriend te houden.
MEN MOET HUILEN MET DE HONDEN, DAAR MEN MEE IN ' T BOS IS.
ALS HIJ NIETS MEER KAN, HANGT DE JAGER ZIJN HOND OP ( Fries )
ondank is ' s werelds loon.
ER ZIJN ALTIJD VEEL HONDEN OM ' T AAS ( Gron )
wanneer er wat te halen is, dan komen er altijd genoeg liefhebbers op los ;
zo lang men trakteert, heeft men overvloed van vrienden.
' T Woord aas is niet meer in gewoon gebruik in Groning ; zo hoort men veelal ;
' T ZIET ER UIT, VEEL HONDEN OM DE HAAS
' T ZIET ER UIT, OF DE HOND ER JONGEN GEHAD HEEFT ( Gron )
de hele boel ligt verward overhoop.
IK, ZEI DE HOND, VOOROP! ( Gron )
schertsend gezegde, als iemand zich zelf het eerst noemt.
HONDEN EN MANNEN
MOGEN UITSPANNEN
MAAR KATTEN EN WIJVEN
MOETEN THUIS BLIJVEN
ZOEK GEEN SPEK IN EEN HONDENEST
doe geen moeit, als je van te voren weet het tevergeefs is.
' T GLIMT ALS EEN HONDEKEUTEL IN DONKEREN
Schertsend gezegde, wanneer een ding, dat blinken moet, dof is.
Zo dat waren ze dan, allé die van de honden toch. Welk dier er volgt kan ik nog niet zeggen. Dat zien jullie dan wel. En voor ik het kan vergeten, aan allen:
Een Chinees claimt dat zijn karper komt als je hem roept. De vis kent zijn eigen naam doordat de vader van de huidige eigenaar Fang Peng dagelijks vier uur in de buurt van de vis doorbracht. Hij maakte een stukje brood of cake vast aan het uiteinde van een hengel en riep dan 'Onderzeeboot', de naam van de karper. "Telkens hij nu zijn naam hoort, duikt hij op", zegt Peng. (hln)
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/
In de hele wereld vind je wel duizend soorten kikkers en padden en het is niet altijd zo eenvoudig om het verschil tussen beiden te zien. Padden hebben een grotere lichaamsbouw, ze zijn plomper en hun poten zijn korter. Padden bewegen meestal trager, kikkers daarentegen springen meer op hun lange achterpoten . Padden leven vaker op het land, kikkers daarentegen leven vaker in het water. De kikkers zijn beschermde amfibieën. Ze zijn koudbloedig en kunnen zichzelf niet warm houden. Bij warm weer zijn ze veel levendiger. In de winter houden ze een winterslaap. Ze kruipen dan diep in de modder en worden niet één keer wakker. Als het warmer begint te worden ontwaken ze uit hun winterslaap.
Bruine kikker (landkikker)
Groene kikker (poelkikker)
Groene kikker
Lichaamsbouw : Kikkers hebben vier poten en een dunne gladde vochtige huid zonder haren of schubben. Ze hebben geen ribben en de wervelkolom is kort. Hun geraamte heeft minder botten dan andere dieren. Hun kop is breed en er zijn grote oogkassen. Het merendeel van de kikkers heeft aan de zijkant van de kop twee kwaakblazen. Ze kwaken o.a. bij de voortplanting.
Zwemvliezen van de bruine kikker Close-up
Hoe ademen ze : Als kikkers volwassen zijn ademen ze door hun longen en huid. De jonge kikkers (kikkervisjes) hebben geen longen maar kieuwen.
Van eitje naar kikker
Voeding : Ze eten insecten, larven, wormen, pieren, slakken, kevers, spinnen, vliegen, wespen ... Wanneer ze een lekker hapje zien kunnen ze er secondenlang naar staren om te zien hoe ver het insect van hen vandaan zit, dan opent hij zijn bek en zijn kleverige roze tong schiet naar buiten. Zijn tong zit van voren vast en dus niet van achteren. Hierdoor kan hij deze helemaal uitrollen. Dus als zijn tong naar buiten schiet, rolt het topje zich helemaal uit en plakt vast aan het insect. De kikker trekt zijn tong terug met het insect eraan vastgeplakt weer naar binnen en weg is het insect. De aanval van de kikker duurt nog niet eens één seconde. Hij slikt zijn prooi in een keer door. Als hij slikt knijpt hij zijn oogjes dicht. Zo duwt hij zijn voedsel omlaag zijn maag in. Kikkervisjes eten planten zoals algen. Als je kikkervisjes in je vijver hebt kan je ze voeren met kapotte slakken, visvoer, stukjes worm maar niet in te grote porties geven want anders verrot je water. Een kikker eet zoveel als er te eten is omdat hij nooit weet of er later ook nog voedsel is. Kikkers grijpen vooral diertjes die op de grond rondscharrelen of voorbijvliegende insecten. Ze eten alles wat beweegt en alles wat niet te groot is om in te slikken.
Secondenlang staren en dan ... hap !!!
Gedrag : Kikkers zijn koudbloedigen wat wil zeggen dat hun lichaamstemperatuur afhangt van de temperatuur in de omgeving. Heel weinig soorten kunnen een temperatuur onder 4° C of boven 40° C verdragen . Daarbij komt nog kijken dat de dunne, klamme huid van de kikker weinig bescherming biedt tegen vochtverlies. Daarom moeten ze uitkijken niet uit te drogen op het land. De meeste kikkers zijn actief tijdens de nacht omdat de temperatuur koeler is en de vochtigheid hoger dan overdag. Kikkers drinken niet maar vervangen het verloren vocht door het via de huid op te nemen wanneer ze zich in het water bevinden. Op het land verplaatsen kikkers zich al springend zonder enig spoor na te laten hetgeen hen beschermt tegen eventuele vijanden zoals reigers, slangen, schildpadden. Heel grote kikkers kunnen zelfs een muis of kleine slangen verorberen.
Vechtende kikkers
Parende kikkersVerliefde kikkers
Voortplanting : In de lente (april-mei en de groene kikker een maand later) ontmoeten mannetjes en vrouwtjes elkaar op vaste plaatsen. Het is meestal het mannetje dat het eerst uit de winterslaap ontwaakt. Hij gaat op zoek naar een plas en begint te kwaken om de vrouwtjes naar de plas te lokken voor de paring. Het mannetje klimt op de rug van het vrouwtje, pakt haar met zijn voorpootjes stevig vast onder haar oksels en laat haar voorlopig niet meer los en zwemt een tijdje met haar mee. Hij duwt met zijn voorpoten de eitjes naar buiten. Deze eitjes noemt men kikkerdril omdat elk eitje in een doorzichtig gelei-omhulsel verpakt is. Deze eitjes zijn zo ingepakt om ze te beschermen tegen eventuele beschadiging. Tegelijkertijd werkt dit dril ook als een soort lens waardoor de zonnewarmte op het groeiend eitje geconcentreerd wordt. Dit is heel belangrijk want het vrouwtje zorgt verder niet meer voor haar eitjes. Ook het mannetje verdwijnt meteen na de paring. Het mannetje stort zijn zaadcellen over de eitjes zodat deze bevrucht kunnen worden. Het kikkerdril is glibberig en de eitjes hebben geen schaal. Meestal zijn er 2000 tot 3000 eitjes !! Als het water warm is komen de eitjes sneller uit, maar gemiddeld duurt het toch een drietal weken. Als een kikkervisje na ongeveer 3 weken uit het eitje komt, is het natuurlijk nog heel klein larve). Het heeft enkel een zuignapje waarmee het zich vastzuigt aan een waterplant of aan het dril waar hij uitgekomen is. Een paar dagen later wordt het meer een visje en krijgt het een mondje en oogjes en het staartje is dan ook sterk genoeg om te zwemmen. Het visje eet alleen algen die hij met zijn scherpe tandjes van de waterplanten schrapt. Langzaam verandert de vorm van het kikkervisje of dikkopje. Het krijgt eerst achterpoten en dan voorpoten. Als laatste (na twee maanden) krijgt het een kortere darm en vervangen longetjes zijn kieuwen. Het staartje verdwijnt en nu wordt het een vleesetertje. Het kikkertje moet nu steeds naar het wateroppervlak om adem te halen omdat hij geen kieuwen meer heeft om onder water te ademen. Na ongeveer drie maanden is het een echte kikker geworden.
Cyclus
Kikkerdril
Kikkervisje1
Kikkervisje2 met voorpootjes
Kikkervisje3 bijna volgroeid
KikkervisjeNog niet volwassen ...
Voortbeweging : De kikkers leven zowel op het land als in het water, vooral in sloten. Op het land springen ze met hun twee lange achterpoten. Ze kunnen heel hoog springen om bv insecten te vangen. In het water zwemmen ze door hun achterpoten, die met zwemvliezen voorzien zijn, op en neer te bewegen.
Bescherming : Volgens de Natuurbeschermingswet mag je geen kikkers verstoren, laat staan ze doden of meenemen. De boomkikker, geelbuikpad en de knoflookpad behoren tot de bedreigde soorten. De heikikker, poelkikker en vroedmeesterpad behoren tot de kwetsbare amfibieën.
Oorsprong : Toen miljoenen jaren geleden de aarde geleidelijk aan warmer werd en rivieren en meren opdroogden, ontwikkelde zich op aarde voor sommige waterdieren de mogelijkheid zich aan te passen om zowel op land als in het water te kunnen leven. Deze werden later amfibieën genoemd. Dit komt van het Grieks "amphibios", amphi = beide kanten, bios = leven of levenswijze. De eerste fossielen die gevonden werden dateren van 208 tot 144 miljoen jaren geleden. Zoveel miljoen jaren hebben de kikkers weten te overleven. Tegenwoordig is het moeilijker geworden. Ontwatering, verzuring van de grond en allerlei virussen en schimmels bedreigen wereldwijd het kikkerleven. Kikkers zijn heel belangrijk voor het onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Volwassen kikkers worden gebruikt voor het bestuderen van de anatomie van gewervelde dieren, dieren die een ruggengraat hebben. Kikkereieren daarentegen geven wetenschappers meer inzicht in de embryologische ontwikkeling. Ecologisten en wetenschappers die de ecosystemen van de aarde bestuderen zijn zeer geïnteresseerd in kikkers en andere amfibieën omdat deze dieren beschouwd worden als bio-indicators. Dit betekent dat de gezondheid van de kikkerbevolking de weerspiegeling is van de gezondheid van ons ecosysteem in zijn geheel. Heden ten dage heeft men ongeveer 4.000 soorten van kikkers kunnen identificeren en er worden er nog nieuwe ontdekt bij het onderzoeken van het Regenwoud en andere delen van de wereld. Rond de jaren '80 echter stelde men een daling in de kikkerbevolking vast over de hele aarde. Ook komen er meer en meer misvormde kikkers voor en dit tot grote ongerustheid bij de wetenschappers want zoals ik al eerder schreef zijn de kikkers onze bio-indicators. Daarom ook dat vele landen zich aangesloten hebben om de kikkers te beschermen.
Mythologische betekenis : In het oude Egypte was de kikker heilig. De Egyptenaren dachten dat de kikkers vanzelf uit de modder waren ontstaan en dus de geheimen van het leven kenden. Oergoden werden dan ook vaak als mannen met een kikkerkop afgebeeld. Ook de geboortegodin Heket had de gestalte van een kikker want ook zij kende waarschijnlijk (?) het geheim van het spontaan verrijzende leven. Zij werd afgebeeld als kikker, het symbool van leven en herboren worden. Haar hiërogliefteken was het teken voor "kikker". Een mogelijke relatie tussen de kikker en de geboorte is de houding van de kikker terwijl hij zit, de overeenkomst met de houding van de foetus in de baarmoeder. De grote hoeveelheden jonge kikkers die elk voorjaar verschenen waren het eerste teken van het wassen van de Nijl en dus van de terugkeer van de vruchtbaarheid van het land en de natuur. Hekets kikkeramulet draagt de tekst "Ik ben de wederopstanding". Deze amuletten weren aan mummies meegegeven als hulp bij hun wedergeboorte. Heket is wel in verband gebracht met de Griekse voedster of vroedvrouw Baubo en met de Soemerische Bau of Baba. Heka of Hekau zijn de "Machtige Woorden" waarmee de doden hun weg door het hiernamaals konden vinden door ze van buiten te kunnen reciteren.
Soorten : Er zijn verschillende soorten kikkers waaronder een paar giftige. Meestal herken je ze aan hun felle of bijzondere kleur. De grootste kikker is de Goliath-kikker (Conraua goliath) en is te vinden in West Afrika (Kameroen). Hun lichaam is 30 cm lang (en hun poten zijn bijna even lang !!). Deze kikker weegt bijna evenveel als een gewone huiskat t.t.z. 3,300 kg! zie verder algemene informatie
Goliathkikker uit Kameroen naast een baby-hert
De kleinste kikker 9.8 mm met ingetrokken poten (Gold Frog)
Deze kleine kikker werd onlangs ontdekt (1996) in Cuba en heeft nog geen naam buiten de latijnse
Vijanden : Als kikkervisjes zijn zijn grote natuurlijke vijanden : vissen, salamanders, libellenlarven, roofkevers en watertorren. Als hij volwassen is zijn de natuurlijke vijanden : reigers, ooievaars en snoeken en .... de mens. De wegen die de mens bouwt, zijn gevaarlijk voor de kikker. Als een kikker na zijn winterslaap naar de plas trekt, gebeurt het vaak dat hij nooit aankomt omdat hij wordt opgegeten door reigers of ooievaren maar ook omdat hij doodgereden wordt. De bestrijdingsmiddelen die de mensen gebruiken tegen ongedierte op hun velden of om onkruid of mos te bestrijden in gazons vergiftigen de insecten die de kikker eet. Doordat mensen plassen dichtgooien en beekjes rechtmaken heeft de kikker geen woon-en paringsplek meer. Heb je een vijvertje, span dan een net tegen reigers en ooievaars.
Hoe lang leven kikkers ? Een heel moeilijke vraag. Er is hieromtrent heel weinig geweten omdat het niet eenvoudig is kikkers hun hele leven lang te volgen. Men heeft nog geen systeem gevonden om hen een soort halsband om te doen en zo hun doen en laten te volgen. In gevangenschap echter weet men dat kikkers tussen 4 en 15 jaar oud kunnen worden.
Waarom kwaken kikkers ? Bij de meeste soorten zijn het de mannetjes die kwaken en dit om de vrouwtjes te lokken en om andere mannetjes van hun territorium te sturen. De vrouwtjes vinden dit gekwaak heel sexy!! Veel van de kikkers vullen hun kaken met lucht wanneer ze kwaken. Dit vergroot het geluid van hun stembanden.
Kwakende kikkers op zoek naar een vrouwtje
Hoe overwinteren kikkers ? Ze graven zichzelf onder in de modder in de plassen. Kikkers zijn koudbloedig en hebben een soort antivries ingebouwd.
Gaan kikkers en vissen samen ? Als er veel kikkers zijn is dat geen probleem maar als er weinig zijn wordt het problematisch. Vissen "bijten" kikkers wel eens en ze zijn niet bevorderlijk voor de uitbreiding van de kikkerpopulatie. Vissen hebben snel in de gaten waar er iets te eten valt en op het moment dat de kikkerlarfjes uitkomen zwemmen ze regelrecht in de muil van de vis! De natuur treft echter maatregelen. De kikkers leggen hun eitjes meestal op plekken in de vijver waar de vissen niet kunnen komen of tussen dichtbegroeide planten. De eerste dagen houden de larfjes zich doodstil omdat bewegen te veel energie kost en de aandacht trekt wat dodelijk kan zijn. Uit een vijver die erg bevuild is door de uitwerpselen van vissen zullen de kikkers uiteindelijk verdwijnen. Overigens gaan bruine en groene kikkers ook niet zo goed samen. Wanneer er te veel groene kikkers zijn, gaan de bruine kikkers hun eitjes elders leggen.
Algemene informatie : Kikkers leven graag in groepsverband en zoeken elkaar altijd op. Ze gaan dan naast of op elkaar zitten. Een kikker kan je gauw tam maken maar je moet er geduld voor hebben. Het loont echt de moeite. Zelf geef ik hen steeds op dezelfde plaats meelwormen, levende insecten (vliegen, spinnen, pieren, wormen ...). Na een tijdje hield ik een worm in mijn hand en ja ... eentje met veel lef kwam het uit mijn hand halen !!! De eerste keer is wel even schrikken want het gaat enorm snel hoor. Het gebeurt ook dat ze niet kunnen wachten en de wormen gewoon uit het doosje komen halen. Je moet wel uitkijken dat je ze niet over voert.
De bruine kikker (rana temporalia) is een grote plompe bruine kikker (max 10,7 cm) met een korte stompe snuit. Het vrouwtje kan tot 4 mm langer worden dan het mannetje. Soms lijkt hij meer groen dan bruin. Toch is er een duidelijk kenmerk : aan de zijkant van de kop, vanaf het oog tot aan de schouder, heeft hij een grote donkerbruine vlek. Tijdens het paarseizoen zijn de mannetjes ook herkenbaar aan de zwarte paarkussentjes op de duimen. De vrouwtjes hebben tijdens de paartijd vaak witte stippels op hun flanken. Hij beweegt zich al springend voort. 's Nachts gaat hij op jacht en komt enkel in de lente in het water voor de voortplanting. Hiervoor gebruikt hij een poel met ondiepe oeverzones en wat plantengroei. Het is vaak de enige soort die zich kan handhaven in de door de landbouw vervuilde wateren. Ze eten voornamelijk kevers, landslakken, mieren, duizendpoten en andere insecten. De larven eten vooral algen of elkaar.
Bruine kikker
Er zijn drie soorten groene kikkers : de kleine (poelkikker - rana lessonae), middelste (rana klepton esculenta) en de grote groene kikker (meerkikker - rana ridibunda). Ze zijn een beetje groter (10 cm) dan de bruine kikker. De vrouwtjes doen hun naam alle eer aan, de mannetjes daarentegen kunnen soms zo donkergroen zijn dat je ze kan verwarren met de bruine kikker als je niet naar de wang kijkt. De rugzijde vertoont zwarte vlekken. Op de achterpoten heeft hij een witte tot felgele tekening en op de rug een lichtgroene streep. De kop is smaller dan die van de bruine kikker. Zijn huid is glad en hij is vrij schuchter in vergelijking met de bruine kikker. De voortplanting is van mei tot juli. In het begin van deze periode worden kwakende koren gevormd die in kracht afnemen naargelang het seizoen verstrijkt. Het geluid van de paarroep wordt versterkt door middel van kwaakblazen. Deze zijn aan de zijkanten van de kop geplaatst. Eieren hangen in kleine klompen aan waterplanten. In de zomer blijven ze aan de oever van de plas, alleen bij nat weer verspreiden ze zich. Overwintering gebeurt zowel op het land als in het water. Hij houdt zich vaak in het water op en moet alles kunnen zien wat erboven gebeurt. Hierdoor zijn de oogbollen naar boven gericht, in een veel sterkere mate dan bij de meeste andere soorten. Het gezichtsveld is erg groot en de gezichtsvelden van beide ogen overlappen elkaar. Hierdoor kan hij diepte zien wat belangrijk is voor het schatten van afstanden. Daar de kikker een horizontaal gezichtsveld heeft van 360°, kan hij om zich heen kijken zonder zijn kop te bewegen. Bovendien is hij in staat voor zich en achter zich voorwerpen met beide ogen tegelijk te zien. Hij kan een vlieg die links of rechts van hem loopt, grijpen zonder het lichaam te draaien. Ze komen de hele zomer voor om en in schoon water en stellen geen specifieke eisen aan hun biotoop. Wel moeten ze kunnen "zonnen", bij een vijver die vaak in de schaduw ligt, zullen ze op zoek gaan naar een plek waar meer zon is, is dit niet aanwezig om je vijver dan zullen ze wegtrekken. De groene kikker kwaakt harder dan de bruine.
Groene kikker
Vijver : Het is ontzettend belangrijk om het water één keer per week te verversen door ongeveer 10 % eruit te pompen en vers water toe te voegen. Doe je dit niet dan komen er schadelijke stoffen in de vijver, met alle gevolgen vandien. Zweefalg maakt je vijver troebel. Dit is te verhelpen door een uv lamp te plaatsen. Draadalg is misschien vervelend om te zien, maar het bewijst dat de waterkwaliteit goed is en het is de eerste levensbehoefte van vele diersoorten, jonge vis, salamanderlarven, kikkervisjes etc. Die kunnen daarin schuilen en vinden daar hun voedsel. Wordt het te erg dan verwijder je het gewoon door een gespleten stokje te nemen en dat rond te draaien in het draadalg. Kroost krijg je nooit meer weg. Het beste is, als het te veel wordt, om het eruit te scheppen. Het is niet schadelijk. Waterlelies staan heel mooi maar overwoekeren gauw, elk jaar inkrimpen is de beste oplossing. Kikkers zitten heel graag op de bladeren van de waterlelie. Zuurstofplanten kunnen aardig woekeren als ze het naar hun zin hebben. Om dit in de hand te houden, kan je ze in bosjes bijeen binden met een elastiek en een steen om het te laten zinken. Gaat het woekeren, dan haal je het uit de vijver, knijpt het onderste gedeelte eraf, dun het in, weer vastmaken en opnieuw in je vijver doen. Zuurstof is ook heel belangrijk. Je kan hiervoor een pomp plaatsen. Indien je bezoek krijgt van reigers is het het best een net te spannen over de vijver. Wil je kikkers lokken naar je vijver neem dan liefst geen vissen want vaak eten ze de eitjes of larven op. In sommige vijvers vind je vissen en kikkers samen maar het is beter dit te vermijden. Richt je vijver natuurlijk in met planten en glooiende kanten. Verder moet er zonlicht in kunnen. Is de biotoop goed dan kunnen de kikkers vanzelf in je vijver komen. Vangen en uitzetten is verboden door de wet. Wanneer ze zich niet thuis voelen gaan ze op zoek naar een andere poel of vijver, of ze gaan dood, dus niet doen ! Zorg verder voor voldoende schuilplaatsen, want deze dieren planten zich alleen voort in het water. Verder veel hout om je vijver plaatsen, en stenen, daaronder kunnen ze schuilen.
Waarom toont mijn hond zo weinig respect? Vraag: Help! Onze één jaar oude hond heeft totaal geen respect voor ons. We hebben een cursus in gehoorzaamheid met hem gevolgd, maar hij luistert nog steeds maar zelden naar ons. Hij heeft gewoon een eigen willetje en ondanks dat we hem erg veel aandacht geven, lijkt het wel of het nooit genoeg is. Hij duwt steeds tegen ons aan, en in zijn haast om het eerst buiten te zijn, drukt hij ons zelfs opzij met zijn lichaam als we door de voordeur gaan. Hij weigert van de bank af te gaan. Echt: alles moet op zijn manier gebeuren! Het is een schat van een hond, maar we hebben hem niet meer onder controle. Wat kunnen we nog doen?
Antwoord: U hebt helemaal gelijk, dit is een groot probleem. Het lijkt er op dat uw hond een probleem heeft met dominantie, en hij is hard op weg om bij u thuis de leider van het gezin (zijn roedel) te worden. Uw hond heeft de adolescentieleeftijd bereikt en gaat nu, net als een tiener, zijn grenzen opzoeken. Dit is de ideale leeftijd om deze problemen de kop in te drukken.
In de natuur Honden leven van nature volgens een strikte rangorde. De groep honden waar hij in leeft noemen we zijn roedel. De roedelleider is de alpha. De alpha krijgt overal het beste van: hij krijgt het beste eten, de beste slaapplaats, het beste speeltje enz. De alpha mag ook alles als eerste doen: hij mag het eerst eten, hij mag als eerste weggaan en hij krijgt als eerste aandacht. Alle andere honden in de roedel respecteren de wensen van de alpha. Een alpha hond vraagt niet eerst als hij iets wil: hij eist het gewoon. En hij laat op niet mis te verstane manier weten dat hij iets wil.
Bij u thuis Uw familie is de roedel van uw hond. De meeste honden voegen zich zonder veel problemen in een lagere positie in de rangorde van de familie. Ze doen wat u van ze verlangt en ze betwisten uw autoriteit zelden of nooit. Andere honden hebben meer problemen om zich aan te passen aan uw autoriteit. Soms omdat ze van nature een leider zijn. Soms omdat ze van nature een sociale klimmer zijn. Een sociale klimmer zoekt altijd naar manieren om te stijgen in de rangorde. Deze honden kunnen veel problemen veroorzaken als zij in een familie terecht komen die geen idee heeft van hun natuurlijke rangorde instincten. Gezinsleden kunnen soms ongewild hun hond aanmoedigen om de roedelleider te worden binnen het gezin. Ze behandelen de hond als gelijke, en niet als lagere in rang. Ze geven de hond speciale privileges, zoals toestemming om op de bank te liggen. Of ze laten de hond zelfs op hun bed slapen. Ze staan toe dat de hond ongehoorzaam is en niet naar hun bevelen luistert. In de natuur zou alleen de alpha hond deze behandeling krijgen. In de natuur moet een hond het niet wagen op de plek van de alpha te gaan slapen, of om bevelen te negeren: de hond zou genadeloos afgestraft worden.
U bent roedelleider Honden hebben leiding nodig. Sterker nog: de meeste honden willen dit ook graag! Ze hebben een instinctieve behoefte om in hun roedel te passen. Ze hebben de zekerheid nodig van de wetenschap dat ze hun plaats weten en kennen. De meeste honden willen helemaal geen alpha hond zijn. Ze willen dat een ander de beslissingen neemt en ze willen dat iemand anders hun bevelen geeft. Maar als zijn mensen de leiding niet op zich nemen, zal de hond de rol van leider zelf op zich nemen. Om voor uzelf en uw gezinsleden de rechtmatige plaats van roedelleiders terug te krijgen, moet uw hond leren om onderdanig te zijn, en geen gelijke. Ooit wist hij dit wel, toen hij nog een kleine pup was. Ooit leerde hij dit namelijk van zijn moeder. Zij liet hem al vroeg in zijn leventje zien dat zij de alpha was, en dat hij haar diende te respecteren. Nu is het tijd om zijn geheugen op te frissen!
Hoe wordt u alpha? Voordat u de hond van zijn alpha positie kan verdrijven, moet u eerst zelf alpha worden en zijn respect verdienen. Alpha is een houding. Het houdt in dat u zelfverzekerd bent, waardig en intelligent. Ook moet u een air van autoriteit uitstralen. Uw hond voelt zon houding vrijwel direct aan. Dit is immers hoe zijn moeder tegen hem deed. Kijk maar eens naar goede honden trainers: zij staan rechtop en gebruiken hun ogen en stem om de honden het idee te geven dat ze capabel genoeg zijn om te krijgen wat ze willen. Ze zijn kalm en rechtvaardig, liefdevol maar toch streng. De meeste honden zijn direct onderdanig als zij zon persoonlijkheid tegenover zich krijgen, omdat ze een alpha meteen herkennen en respecteren zodra ze ermee geconfronteerd worden.
Sta dus rechtop, met uw schouders naar achteren. Maak uzelf lang. Oefen een nieuw stemgeluid, één die diep en krachtig is. Vraag uw hond niet om iets te doen (of laten): vertel het hem! Hier zit een verschil tussen, en uw hond zal dit opmerken. Als alpha bent u gerechtigd om de regels op te stellen en om orders uit te delen. Uw hond zal dit instinctief begrijpen.
Neem de tijd Omdat u hond er aan gewend is geraakt dat alles op zijn manier gebeurt, is het hoogstwaarschijnlijk dat er meer voor nodig is dan alleen een verandering in uw houding, om hem gehoorzamer te maken. De verandering zal in eerste instantie schokkend voor de hond zijn, maar u zult er versteld van staan hoe de hond de verandering van rangorde oppikt, en hoe graag hij u terwille zal zijn.
Gebruik commandos Uw hond kent het zit commando al. Nu moet u elke keer dat de hond iets wil (hetzij eten, hetzij een wandeling, hetzij aandacht, enz.) tegen de hond zeggen (niet vragen dus) dat hij eerst moet gaan zitten. Als de hond hieraan gehoor geeft, prijst u hem (goedzo!) dan geeft u hem het vrij commando en hetgeen waar hij om vroeg als beloning. Als de hond weigert te gaan zitten, loopt u weg en u negeert hem verder. Niet zitten: geen beloning! Als u denkt dat de hond het zit commando niet begrijpt, zult u hem meer training moeten geven, ook kunt u (nog eens) een cursus gehoorzaamheid met uw hond volgen. Als de hond niet doet wat u wilt, negeer hem dan. Geef hem niet wat hij wil en beloon hem op geen enkele manier.
Laat hem gaan zitten voordat u hem zijn eten geeft, laat hem zitten voordat u hem uitlaat. Laat hem voor u zitten voordat u hem gaat aaien, laat hem zitten voordat u hem zijn speeltje geeft. Is het uw gewoonte om gedurende de hele dag iets te eten voor uw hond te hebben staan? Stop hier dan mee! Geeft hem niet vaker dan twee keer per dag te eten, op tijden die u bepaalt. Haal de restjes weg. Wil uw hond niet gaan zitten voordat u hem eten geeft: geen eten! Loop weg en negeer hem. Haal het eten later weer tevoorschijn en zeg weer dat hij moet gaat zitten. Als u er zeker van bent dat uw hond donders goed begrijpt wat hij moet doen als hij het zitcommando hoort, zeg het dan niet vaker dan eenmaal. Hij heeft u de eerste keer heus wel gehoord. Geef de commandos terwijl u staat en met een diepe, ferme stemklank.
Om te voorkomen dat hij tegen u aanduwt in de deuropening, voordat u samen de deur uitloopt, doet u hem een halsband om. Laat hem zitten terwijl u de deur opent en geef hem toestemming om naar buiten te lopen. Ok, of: Vrij!
Aanraken Alpha honden zijn het gewend om veel aangeraakt te worden. In een echt hondenroedel wordt hij voordurend aangeraakt, gelikt en verzorgd door de honden die lager in rang staan. Dit is een teken van respect en onderdanigheid. Totdat uw hond zijn houding heeft verbeterd, kunt u hem beter minder vaak knuffelen en aaien. Wanneer hij aandacht wil, laat u hem eerst zitten. Hierna kunt u hem prijzen en even kort aaien. Maar niet te lang. Ga gewoon verder met waar u mee bezig was en negeer hem verder. Blijft hij u lastig vallen, zeg dan op ferme toon: Nee! En negeer hem verder. Aai de hond wanneer u daar zin in hebt en niet alleen omdat de hond erom vraagt. Ga hierbij niet op u knieën zitten en ga zeker niet naast hem op de grond liggen. Dat is namelijk een teken van onderdanigheid voor uw hond. Aai, prijs en beloon de hond altijd vanuit een positie waarbij u hoger dan hem geplaatst bent.
Wilde spelletjes Worstel niet met de hond als u met hem speelt. Speel ook geen wilde spelletjes. Sta ook niet toe dat andere mensen dit met uw hond doen. Dergelijke wilde spelletjes moedigen uw hond aan om mensen fysiek te domineren. In een nestje of in een roedel, betekenen dit soort spelletjes meer dan alleen spel; ze helpen, gebaseerd op fysieke kracht, om de rangorde te bepalen. U hond is al sterker en sneller dan u bent. Wilde, lichamelijke spelletjes bewijzen dit alleen maar aan hem.
Uw domein Waar slaapt uw hond? Niet in uw slaapkamer en zeker niet in uw bed! Uw slaapkamer is uw speciale plek. Een alpha hond zal zichzelf als uw gelijke beschouwen als u hem toestaat om op uw slaapplaats te slapen. Uw slaapkamer moet verboden terrein voor uw hond zijn, in iedere geval zeker tot het moment dat uw hond zijn alpha problemen tot het verleden behoren. Het zelfde geldt voor het slapen / liggen op uw bank. Kunt u de hond er niet van weerhouden op de bank te gaan zonder dat dit een strijd wordt tussen u en hem: verbiedt hem dan (tijdelijk) om in de kamer te komen waar de bank staat.
Teken van succes Als uw alpha training succesvol verloopt, zal uw hond in afwachting van uw goedkeuring en / of instructies naar u kijken, voor hij bepaalde dingen doet. Hij zal laten zien dat hij u graag pleziert. Kijk hoe uw hond u benadert en begroet. Komt hij met zijn kop en zijn oren omhoog op u af? Dit ziet er misschien mooi uit, maar betekent wel dat uw hond zich nog steeds alpha gedraagt, en dat u nog steeds problemen heeft! Een hond die mensen accepteert als zijn meerdere, zal u benaderen met zijn hoofd licht gebogen en met zijn oren naar achteren of opzij wijzend. Hij zal zijn hele lichaam een beetje laten krimpen als zichtbaar teken van onderdanigheid. Kijk hoe hij de rest van de familie begroet. Als hij sommige gezinsleden op de onderdanige manier begroet en sommige niet, dan moeten de gezinsleden waarbij hij dit niet doet harder werken aan hun alpha technieken.
Na de training Wanneer uw hond zijn nieuwe manier van leven en zijn nieuwe positie binnen het gezin eenmaal geaccepteerd heeft, is het verstandig om (nog eens) een gehoorzaamheidstraining met hem te volgen, onder leiding van een gekwalificeerde trainer. Gehoorzaamheidstraining is een proces dat een leven lang duurt. Gehoorzaamheidscommandos moet u regelmatig blijven oefenen en toepassen. Ook in een echt roedel herinnert de alpha hond zijn roedel er regelmatig aan dat hij de leider is, om zijn autoriteit nog eens te bevestigen. Bepaalde commandos, zoals: zit en blijf, zijn erg geschikt om de hond er van tijd tot tijd aan te herinneren wat zijn plaats is binnen uw gezin, en wie er de baas is. Een goedgetrainde, gehoorzame hond die zijn plaats weet, is zelfverzekerd en zit lekker in zijn vel. Hij weet wat er van hem verwacht wordt. Hij kent zijn grenzen en weet wie zijn leiders zijn. Hij is vrij om uw geliefde gezelschap te zijn en niet uw baas!
*Noot van de vertaalster: Voor de leesbaarheid is dit artikel in de hij vorm geschreven. Vanzelfsprekend kan hij en hem overal vervangen worden door zij en haar.
Voor de oorsprong van de kat moeten we terug naar ZuidOost Azië, vermoedelijk liggen hier de wortels van ons zo beminde huiskat. En niet alleen van onze huiskat, alle katten zijn volgens hetzelfde anatomische model geschapen en men neemt dan ook aan dat deze 'oerkat' kat zich evolueerde tot ondermeer onze huiskat maar ook de leeuw, tijger jaguar etc. Dat onze kat een gezamelijke voorvader heeft valt op te maken uit het anatomische model dat bij alle katten exact gelijk is. Uitzondering hierop is de Pampaskat met 18 chromosomenparen, de rest heeft er allemaal 19.
Onderzoekers delen de kat op in 2 groepen, tot de een behoren de Jachtluipaarden, leeuwen, luipaarden. deze groep kenmerkt zich doordat ze haar klauwen niet kan intrekken. De 2e groep waarin onze huiskat valt word weer opgedeeld in kleine en grotere rassen.
Behalve het niet in kunnen trekken van de klauwen verschilt de eerste groep ook nog op een ander punt van de groep tot waar onze huiskat toebehoort en dat is brullen.. Dit brullen word de eerste groep mogelijk gemaakt door het verbeende tongbeen Dit stukje extra kraakbeen heeft echter ook weer tot gevolg datze alleen bij het uitademen kunnen spinnen. de veel grotere poema die zowel bij het inademen als het uitademen kan spinnen behoort dan ook tot de zelfde groep als onze huiskat.
afstamming van de huiskat: Onze huiskat komt dus voort uit groep 2 en onderzoekers stellen dat slechts een uit deze groep de voorvader van onze huiskat is nl de Afrikaanse izabelkat (felis silvestris lybica). Alhoewel in een later stadium inmenging van de wilde boskat (felis silvestris silvestris) en de steppekat (feils silvestris ornata) niet uitgeloten word.
Waarneer onze huiskat precies beloot dat de mens een goed partner was is niet helmaal duidelijk vermoed word dat dit omstreeks 2000 v. Chr. is geweest. de tijd dat de mens grote voedsel voorraden ging aanlegen om de winter te overbruggen. Grote voorraad schuren met graan trokken ongedierte zoals muisen en ratten aan en vormden voor de kat een prima plek om te vertoeven, dankbaar dat de kat hun van de indringers 'verloste' begon de mens de aanwezigheid van de kat te koesteren. De Egyptische Mau vindt zijn oorsprong in het oude Egypte. 4000 jaar terug werd hij daar vereerd als een god. Mau is in het Egyptisch kat of zon. In het begin was hij bijna de beschermer van de mensen omdat hij muizen (graandieven) en slangen doodde. Wanneer iemand een kat doodde of slecht behandelde, dan kreeg hij de doodstraf. De Mau was een lid van de familie, kreeg goed eten en had een hoog aanzien.
Dat de kat ook minder rooskleurige tijden heeft gekend bewijst de vondst van Archeologen, zij vonden enorme grafvelden, zoals die van Beni Hassan, waar meer dan 300.000 geofferde katten lagen begraven. Ook later in de Middeleeuwen werd om onder het mom van duivelse verafgoding veel katten levend verbrand.
Zeelieden Ook vandaag de dag hebben heel wat schepen een 'scheepskat' Ook zeelieden moeten hun voedselvoorraden beschermen tegen ongedierte. zo rond 1000 voor Chr. gingen waarschijnlijk de eersten huiskatten naar het Midden-Oosten, wat nu Italië is en vanaf daar verspreidde ze zich langzamerhand over heel Azië en Europa. Doordat ze nog steeds aan boord van schepen werden genomen, bereikten ze ook de Nieuwe Wereld toen rond 1600 ontdekkingsreizen en handel steeds belangrijker werden.
Azië Om heilige geschriften tegen muizen te beschermen werden zij vaak in tempels gehouden. Ook hielden ze ratten en muizen ver van de kostbare zijdecocons vandaan. De zijdehandel was van een enorm economisch belang voor China en Japan. Australië: Katten gingen zich in de hele wereld thuisvoelen, behalve in Australië: het was pas de huiskat die als eerste van de katachtigen het vijfde continent betrad.
Raskatten het bewust fokken van rassen is pas vrij recentelijk ontstaan. Het was dhr Harrison Weir die op het lumineuze idee kwam een kattententoonstelling te organiseren op 13 juli 1871. Tevens stelde hij de eerste "Points of Excellence" op, de voorloper van de huidige rasstandaarden. Vele mensen raakten toen besmet met de "kattenkoorts" en na deze eerste tentoonstelling voor katten zijn er nog velen gevolgd. Ook het bewust fokken van verschillende rassen nam een aanvang; men stelde standaarden op en ging aan de slag. Zo werd de kat gepromoveerd van muizenvanger tot elegante salonheld(in). Omdat katten, anders dan honden, niet geschikt zijn voor de jacht, vechtsporten, bewaken enz., concentreerde men zich bij het fokken op het uiterlijk van het dier. De kattententoonstellingen waren (en zijn) daarom uitsluitend schoonheidswedstrijden omdat de katten nagenoeg uitsluitend op hun uiterlijk worden beoordeeld. Het karakter en de gezondheid van het dier zijn hierbij van ondergeschikt belang. Na de 2e W.O. kwam het fokken en houden van raskatten pas echt van de grond. Was het voorheen een hobby uitsluitend weggelegd voor de 'happy few', door de toenemende welvaart konden meer en meer mensen zich deze hobby permitteren. Ook het feit dat er inmiddels een vaccin was tegen de zo gevreesde kattenziekte gaf aan het fokken een flinke impuls.
Door selectie op bepaalde kenmerken ontstonden er vele nieuwe rassen naast de (van oorsprong) "natuurlijke" rassen zoals o.a. de Siamees, de Blauwe Rus en de Turkse Angora. Ook de natuurlijke rassen werden "vervolmaakt" d.m.v. selectie. Slechts weinig rassen hebben hun oorspronkelijke uiterlijk behouden; de (Blauwe) Rus is hiervan een voorbeeld.
Er was eens "De wolf" (Canis Lupus) Orde: Carnivoren Onderorde: Arctoidea (honden, marters, beren en wasberen) Familie: Canidae
In het Paleoceen (zo'n 60 miljoen jaar geleden) verschijnen de primitieve voorouders van de latere hoger ontwikkelde hoefdieren, roofdieren en primaten. Zij liepen op 5 tenen en hadden deels intrekbare klauwen.
In het Oligoceen (37-38 miljoen jaar geleden) ontwikkelen zich de voorouders van de hedendaagse honden, katten en beren.
In het Mioceen (zo'n 26 miljoen jaar geleden) zijn er duidelijke verschillen in de twee groepen voorouders van de latere hond en kat. Met het verstrijken van de tijd werden de poten van de wolf langer, zijn hersenen groter en zijn tanden scherper.
In het Pleistoceen (zo'n 1,5 miljoen jaar geleden) Ziet de wolf er ongeveer uit zoals wij hem nu kennen.
Zo'n 10.000 tot 15.000 jaar geleden begint de relatie mens - wolf. De mensen uit het stenen tijdperk waren voedselverzamelaars en jagers. De belangrijkste elementen van hun leefgebied waren water, beschutting en voedsel. Ideaal dus ook voor de wolf. De mens tolereerde de aanwezigheid van de wolf waarschijnlijk om zijn waakzaamheid, terwijl de wolf aangetrokken werd door voedselresten en warmte.
De wolf is een erg sociaal dier en leeft net als de mens in groepsverband (roedel). Deze roedel heeft een strenge sociale rangorde, waarbij de alfawolf het leiderschap op zich neemt. Dit leiderschap wordt gehandhaafd door wederzijds respect. Iedere wolf kent zijn/haar plaats inde roedel. Wie zich hier niet aan houdt, wordt onverbiddelijk gestraft.
Een nest verlaten wolvenjongen zou het begin kunnen zijn geweest van de domesticatie van de wolf. De jonge wolf accepteert het leiderschap van de mens. De wolf werd gebruikt bij de jacht, voor het bijeenhouden van de kudde en het waarschuwen voor gevaar. Gaandeweg begon men eisen aan het uiterlijk en gedrag van de wolf te stellen. Zoals er verscheidenheid is bij mensen, zo is dat ook bij wolven. Gelet op klimaat en geologie. De tamme wolf werd gekruist op zijn eigenschappen, afzijdig gehouden van zijn wilde soortgenoten en werd huishond. Blafte de hond? Dan werd hij gebruikt als waakhond. Was de hond stil en snel? Dan was deze weer goed voor de jacht. Zo werd de basis gelegd voor het ontstaan van de verschillende rassen.
De oudst herkenbare hondenrassen zijn de windhonden en de dogachtigen. Er zijn afbeeldingen gevonden in het oude Egypte en westelijk Azië die waarschijnlijk dateren uit 8000 voor Christus.
In de middeleeuwen gingen de mensen de hond als een soort statussymbool beschouwen. Het aantal hondenrassen begon enorm toe te nemen. Honden werden gefokt op grootte, lengte, kleur, kop, aaibaarheid enzovoort. Zo komen we van de primitieve carnivoren uit het Oligoceen tot de hond van nu.
Willen wij onze hond of dat nu een Maltezer is of een Bernasenner goed begrijpen, dan moeten wij eerst eens kijken naar zijn voorouder "de wolf".
De diverse fasen in het leven van de hond:
De vegetatieve fase (of neonatale fase)- 0-2 weken De pups zijn nog helemaal blind en doof. Het reukorgaan is echter wel al helemaal ontwikkeld. Hierdoor kunnen de tepel vinden om te zorgen dat ze in de eerste dagen goed groeien. De neus wordt ook gebruikt om soortgenoten te leren herkennen aan hun geur.
De overgangsfase- 3-4 weken Ogen en gehoorgangen gaan open en stelt de pup instaat om te reageren op zijn/haar omgeving. Binnen de beschermende omgeving van het nest leert de pup de eerste sociale gedragspatronen te herkennen.
De primaire socialisatiefase - 4-12 weken ook wel onderverdeeld in:
Inprentingsfase - 4-7 weken De zintuigen van de pup zijn volledig ontwikkeld. Alles wordt besnuffeld en onderzocht. Ook de tandjes worden gebruikt bij dit onderzoek. De pup staat open voor alles wat nieuw is (voorwerpen, dieren, geluiden). Nieuwsgierigheid wint van de neiging tot vluchten. De pup heeft in deze periode een enorm incasserings- en leervermogen.
socialisatiefase - 8-12 weken De pups maken kennis met alle leden van de roedel en leren wat wel en niet mag. Prima periode voor wisseling van "mensenroedel". En onthoudt ja is ja en mag altijd; en nee is nee!
Maak gebruik van de nieuwsgierigheid en neem de pup overal mee naartoe.
De secondaire socialisatiefase - 12 weken tot ongeveer een half jaar ook wel de juveniele fase genoemd welke weer is onderverdeeld in:
De fase van de rangorde - 12-16 weken De pup krijgt zijn plaats in de roedel. In de "mensenroedel" heeft de pup een duidelijke roedelleider nodig.
De samenwerkingsfase In deze fase leert de wolf, eerst spelenderwijs, samen met zijn ouders op jacht te gaan. De wolf leert te overleven en samen te werken binnen de roedel.
Deze lange fase wordt ook wel eens aangeduid als angstfase. De natuurlijke nieuwsgierigheid is overgegaan in een natuurlijke neiging tot vluchten. Alles kan nu ineens weer eng zijn. Het herstelvermogen op nare ervaringen is behoorlijk afgenomen. Traumatische ervaringen laten een stevige indruk achter. Neem de pup dus overal mee naartoe en laat hem/haar merken dat er niets veranderd is en dat hij/zij dus nog steeds niet bang hoeft te zijn.
De pubertijd (duur: 1-3 maanden) De pup gaat testen of er geen hogere plaats binnen de rangorde beschikbaar is. De pup laat ongehoorzaam en onbehouwen gedrag laten zien en commando's die eerst goed werden uitgevoerd lijken nu ineens vergeten. Blijf consequent en vasthoudend.
De hond in de mensenroedel- Rangorde bevestigende handelingen
Ga niet naar je hond toe, laat de hond naar jou toekomen, ook met begroeten.
Laat je hond niet springen/rijden op mensen.
Laat de hond niet op de bank, stoel of op je bed.
Stoei nooit liggend met je hond op de grond.
Geef je hond een eigen slaapplaats.
Begin zelf een spelletje en eindig zelf het spel. Niet wachten tot hij/zij geen zin meer heeft.
Borstel en betast je hond elke dag even. Vergeet ook het gebit niet.
Eerst zelf de deur door, dan pas je hond.
Handhaaf consequent de gestelde regels.
Gebruik regelmatig het commando los.
Stel je zelfverzekerd op, niet aarzelen.
Negeer of verbiedt opdringerig gedrag zoals pootjes geven, aandacht vragen of een speeltje komen brengen.
Leg je hand over de snuit van je hond en duw zijn/haar kop omlaag richting zijn/haar borst.
Maak met je hele gezin afspraken over de regels waar de hond zich aan moet houden.
Ga regelmatig over je hond heen staan (stappen).
Pas op met trekspelletjes.
Zorg ervoor dat jij tijdens de wandelingen de route bepaalt en niet je hond.
Zorg ervoor dat een commando ook wordt uitgevoerd. >
Til de voorkant van de hond op door je handen onder zijn borst te vouwen.
Jij neemt altijd en overal het initiatief!
Beloon onderdanig gedrag.
Gebruik een lage stem voor de commando's en een hoge stem voor de beloning. >
Straf je hond nooit op zij/haar eigen ligplaats.
Bedenk iedere keer leuke opdrachten voor je hond
Indien er kinderen in het gezin zijn let dan op het volgende:
Laat kinderen nooit alleen met de hond. Dit mede om te voorkomen dat ze één van de volgende regels overtreden.
De etensbak, waterbak of speeltjes zijn alleen van de hond. Het kind mag hier dan ook niet aankomen.
Het uitlaten van de hond door een kind mag alleen onder begeleiding.
Kinderen mogen een hond geen dominante commando's geven. Wel voorzichtig de hond verzorgen zoals b.v. borstelen.
Trek- of stoeispelletjes met de hond zijn uit den boze. Wel kunnen er zoek- of apporteerspelletjes worden gedaan.
Een etende of slapende hond mag niet gestoord worden en zeker niet door kinderen.
Laat je kind nooit op een vreemde hond toelopen.
Een hond zal elk kind onder de 7 jaar per definitie beschouwen als ranglagere. Daarom accepteert hij/zij geen commando's of dominante gedragingen.
De fretkat of fossa (Cryptoprocta ferox ) is het grootste inheemseroofdier op het Afrikaanse eiland Madagaskar . Hoewel hij uiterlijk op een kat lijkt, behoort de fretkat tot een andere familie, de Madagaskarcivetkatten (Eupleridae). Het is de enige levende soort van de onderfamilie Cryptoproctinae , maar in het Pleistoceen leefde er nog een tweede soort, Cryptoprocta spelaea.
Zoals de naam al aangeeft, lijkt de fretkat enigszins op een katachtige. Hij heeft een lang, slank lichaam, ronde oren en grote, naar voren gerichte ogen. Het dier wordt 60 tot 90 centimeter lang en 7 tot 14 kilogram zwaar. De staart is met een lengte van 55 tot 90 centimeter bijna net zo lang als de rest van het lichaam. Het dier heeft een dichte, korte vacht, die roodbruin tot donkerbruin van kleur is. De fretkat is een zoolganger . Hij kan zijn nagels intrekken.
De fossa leeft enkel in de bossen van Madagaskar. Het is een solitair roofdier, dat in de bomen op lemuren en vogels jaagt. Ook eet hij vogeleieren. Ook op de grond is hij een goede jager. Hier jaagt hij onder andere op parelhoenders , tenreks en slangen . De fretkat staat op Madagaskar aan de top van de voedselketen . In de bomen beweegt hij zich behendig voort; hij is een goede klimmer en springt makkelijk van tak naar tak. De fossa jaagt voornamelijk 's nachts, maar ook overdag. Rusten doet hij in een holle boom of een hol in de grond. Hier eet hij ook zijn prooidieren op.
Fretkatten leven solitair. Enkel in de paartijd , in september en oktober, leven fossa's in tijdelijke groepjes. Tijdens de paartijd houdt een vrouwtje zich hoog in de bomen op, waaronder zich verscheidene mannetjes verzamelen, die luidruchtig vechten en roepen om te mogen paren met het vrouwtje. Het vrouwtje paart uiteindelijk met meerdere mannetjes. De paring zelf duurt vrij lang, soms meer dan 2½ uur, en het mannetje blijft, net als bij huishonden , vastzitten. Na een week neemt een ander vrouwtje haar plek in, dat met de gebleven mannetjes paart.
Na een draagtijd van 10 weken werpt het vrouwtje in een holle boom of tussen rotsen twee tot vier jongen. De jongen wegen bij de geboorte 80 tot 100 gram. De ogen openen zich pas na 16 tot 25 dagen. Na drie maanden eten ze voor het eerst vast voedsel, en na vier maanden worden ze gespeend. De fossa is na twee jaar volgroeid, en geslachtsrijp als hij ongeveer vier of vijf jaar oud is.
Vrouwelijke fossa's ondergaan tijdens het opgroeien een "masculine" periode: tijdens de adolescentie groeit de clitoris flink, wordt gesteund door een botje en er groeien stekels op, vergelijkbaar met de penis van een volwassen mannelijke fretkat. Ook scheiden klieren op de onderzijde van het lichaam een oranje vloeistof af, net als volwassen mannetjes. Bij volwasen vrouwtjes ontbreken deze eigenschappen. De fossa is de enige diersoort waarvan een dergelijke "mannelijke" fase bekend is.
De fossa wordt bedreigd door boskap en bejaging door boeren, die hun pluimvee willen beschermen. Ook wordt het vlees als een delicatesse beschouwd.
Allergieën: wat als u de haren van uw huisdier niet verdraagt? (Ereli)
Gezondheid Huisdieren
Allergieën: wat als u de haren van uw huisdier niet verdraagt?
Nogal wat mensen zijn allergisch voor honden of katten . Door enkele voorzorgsmaatregelen te nemen kunt u het risico beperken dat u een allergie zou ontwikkelen en uw huisdier niet meer kunt houden.
Allergisch voor honden en katten
U bent dol op honden of katten , maar zodra u ze vastpakt of in hun buurt komt, krijgt u jeuk, uw ogen beginnen te prikken, u krijgt huiduitslag of astma-aanvallen. De oorzaak van deze onaangename en vaak gevaarlijke reacties zijn de allergene stoffen die aanwezig zijn in het speeksel, de huidschilfers, de vacht en de urine van de dieren. Bij katten is het eiwit FeLd-1 de belangrijkste allergene stof die verantwoordelijk is voor heel wat allergieën voor katten . De allergie voor deze allergene stoffen manifesteert zich pas na enkele weken, soms pas na enkele maanden. De meest gebruikelijke oplossing is dat men zijn huisdier wegdoet!
Hoe het risico op een allergie verminderen?
Door enkele maatregelen te nemen kunnen we het risico op een allergie voor onze viervoetige vrienden aanzienlijk verminderen. Alle dieren dragen allergene stoffen met zich mee, maar de keuze van het ras is al een belangrijk criterium. Sommige katten (naaktkatten, Siamese katten) en honden (Chinese naakthonden, poedels, krulharige leeuwtjes) verliezen namelijk minder haar of hebben er geen of heel weinig! Ook regelmatig borstelen en kammen van de vacht, en voor sommige honden een scheerbeurt bij de hondenkapper, vermindert de hoeveelheid haar op het dier, waardoor er ook minder allergene stoffen vrijkomen en worden verspreid. Ook de hygiëne in huis kan de hoeveelheid allergene stoffen helpen verminderen. Maak regelmatig tapijten, vloer, gordijnen, beddengoed, dekens en kussens schoon. Zo verwijdert u meteen het speeksel, de huidschilfers en de haren van uw huisdier. Als u uw hond of kat de toegang tot bepaalde kamers - zoals de slaapkamer - verbiedt, zult u ook in een omgeving met minder allergene stoffen leven.
Hypoallergene kat De Amerikaanse firma « Allerca » heeft onlangs « hypoallergene » katjes op de markt gebracht. Daarmee wil ze de kattenliefhebbers helpen die door hun allergie hun passie niet kunnen uitleven. De firma gaat uit van de hypothese dat niet alle katten dezelfde hoeveelheid van het eiwit FeLd-1 produceren. De hypoallergene poesjes die nu te koop worden aangeboden, zijn het eindproduct van een lange reeks van kruisingen tussen katten waarvan de genen dit eiwit maar heel zwak vertonen. Het fokken van deze hypoallergene katten is dus, aldus de firma, gebaseerd op een kunstmatige selectie uit talrijke generaties van katten en niet op wijzigingen van het genoom van de kat via genetische manipulatie. Maar dat betekent niet dat u nu overhaast moet overgaan tot de aanschaf van zo'n « allerca » poesje. Enkele bedenkingen: de prijs van zo'n poesje schommelt tussen 4950 en 9950 euro en het risico op een allergie is niet nihil. De gevoeligheid voor de allergene stoffen varieert immers heel sterk van mens tot mens en er is nog niets bekend over de schadelijke invloed van deze katten op lange termijn!
Merels houden zich vooral op de grond op (Simone1)
Merels houden zich vooral op de grond op
Henk van Halm
omdat ze daar gewoonlijk hun voedsel vinden. Buiten het winterseizoen, als ze veel bessen eten, leven ze voornamelijk van plantaardig voedsel, zoals zaden, en van bodemdieren, waaronder vooral regenwormen.
In het bos zoeken ze die tussen het afgevallen boomblad dat ze daarbij opzij schoffelen. Zoeken ze wormen in een pas gemaaid gazon, dan gaan ze anders te werk. Ze hippen rond, onderwijl met scheef gehouden kop aandachtig luisterend, waar zich de wormen onder de grond bevinden. Ze horen exact waar een pier zich voortbeweegt. Merels foerageren nooit in lang gras.
Gastro-intestinale aandoeningen bij honden en katten
Honden en katten met gastro-intestinale (maagdarm-)aandoeningen kunnen lijden aan braken, oprispingen, winderigheid, zwakte en/of diarree of constipatie. Op grond van elk van deze symptomen kan uw dierenarts de diagnose van een gastro-intestinale (GI) aandoening stellen. Raadpleeg uw dierenarts indien deze symptomen zich bij uw huisdieren openbaren.
GI-aandoeningen tasten de maag en darmen aan en zijn vaak pijnlijk. Ze kunnen ook andere problemen veroorzaken. Er zijn verschillende soorten GI-aandoeningen, waaronder colitis, constipatie/diarree, gastro-enteritis en pancreatitis.
Dierenartsen zijn bekend met vele mogelijke typen en oorzaken van GI-aandoeningen, waaronder:
colitis
Wordt meestal veroorzaakt door zweepwormen (een parasiet), tumoren of poliepen, een verandering van voedsel, allergieën (waaronder die voor voedsel), ingeslikte objecten anders dan voedsel en een aantal andere ziekten.
constipatie
Wordt meestal veroorzaakt door onvoldoende vezel- en wateropname, het eten van haar, botten of andere vreemde objecten, veroudering, tumoren, trauma of breuken, prostaataandoeningen, ruggemergaandoeningen, zenuwaandoeningen aan de dikke darm, stofwisselings- of endocriene aandoeningen en verzwakking.
diarree
Wordt veroorzaakt door infecties, inwendige parasieten, stress, verandering van voedsel, restjes of vette snacks, eten uit de vuilnisbak en disfunctie van lichaamsorganen.
gastro-enteritis
Tot de oorzaken behoren het eten van ranzig eten of eten dat niet meer goed is, het inslikken van vreemde objecten, het eten van giftige planten, inwendige parasieten, stress, voedselallergieën en ziekte.
pancreatitis
De oorzaken zijn vaak onbekend. Mogelijke oorzaken zijn een vetrijk dieet of vette restjes, infectie, ziekte of trauma.
Dierenvoer kan een grote invloed hebben op de gezondheid van het maagdarmkanaal. Dierenartsen raden goed verteerbaar voer aan om irritatie van de gevoelige maag en darmen te voorkomen. Ook voedsel met veel oplosbare en onoplosbare vezels in combinatie met een gematigde hoeveelheid vet ondersteunt een goede darmfunctie. Omdat een deel van deze aandoeningen permanent kan zijn, kan het nodig zijn de ziekte langdurig nutritioneel te behandelen.
Allergie en voedselintolerantie bij honden en katten
Voedselallergieën en -intolerantie kunnen braken of diarree, huidirritatie, een slechte vachtconditie en/of haarverlies bij uw hond of kat veroorzaken. Indien uw huisdier één of meer van deze symptomen heeft, zal uw dierenarts een allergie vermoeden en meer specifiek een allergische reactie op het voer dat u uw dier geeft. Ingrediënten in voer dat uw huisdier niet kan verdragen, kunnen een groot aantal verschillende negatieve reacties veroorzaken. Allergie en voedselintolerantie wordt ook "een negatieve reactie" op voedsel genoemd en kan blijvende problemen met de huid en het spijsverteringskanaal tot gevolg hebben.
Er zijn vele oorzaken voor voedselallergieën bij honden en katten mogelijk. Enkele ingrediënten die de meest voorkomende problemen veroorzaken, worden echter aangetroffen in dagelijkse dierenvoeders.
Bij honden zijn de meest voorkomende oorzaken van negatieve reacties: rundvlees, zuivelproducten, granen, kip en varkensvlees.
Bij katten zijn de meest voorkomende oorzaken van negatieve reacties: rundvlees, zuivelproducten, vis, granen en kip.
Het kan maanden of zelfs jaren duren voordat een dier een allergische reactie op een specifieke voeding ontwikkelen. Als zich eenmaal een negatieve reactie op een bepaald ingrediënt voordoet, zal uw huisdier echter bijna altijd allergisch zijn voor die voedingsbron. Omdat allergische reacties op voedsel meestal worden geassocieerd met eiwitbronnen, is het mogelijk dat u uw huisdier een eiwitbron moet geven die hij nog niet eerder heeft gekregen. Tot de meest gebruikte "nieuwe"eiwitten ("nieuw" omdat uw huisdier ze waarschijnlijk nog niet eerder heeft gegeten) behoren ei, eend, zalm, lam en witvis. In bepaalde gevallen kan middels een eliminatieproces worden ontdekt dat uw huisdier allergisch is voor al deze eiwitbronnen. In dat geval is voeding nodig met speciale afgebroken eiwitten.Raadpleeg steeds uw dierenarts bij elk vermoeden van een ziekte .betervoorkomen dan genezen .< bron GZT >
Een evenwichtige voeding dient in correcte hoeveelheden te zijn samengesteld uit volgende bestanddelen:
Eiwitten: zijn noodzakelijk voor de opbouw spieren, organen en andere weefsels. Groei = hogere behoefte aan eiwit van hoge biologische waarde. Vooral de samenstelling en de kwaliteit van het eiwit, het zogenaamde aminozurenpatroon, zijn belangrijk. Een aantal van die aminozuren is voor de hond essentieel, dwz hij heeft ze nodig en kan ze zelf niet maken. Deze ess. aminozuren dienen via het voedsel te worden verstrekt. Er zijn "goeie" en slechte eiwitverstrekkers, spiervlees (stoofvlees) is een voorbeeld van een "goeie" , organenvlees (lever, pens en niertjes behoren tot de "slechte", wat niet betekent dat die helemaal taboe zijn). U zult meteen ook al ten dele het prijsverschil begrijpen tussen "dure" en "goedkope" commerciële voeding. Voor de vegetariërs onder de lezers: eiwitten uit soja en peulvruchten (bijv) zijn voor de hond veel slechter verteerbaar maar soms wordt het wel gebruikt bij honden met voedingsallergie.
Vetten: leveren energie die oa belangrijk is voor de werking van de spieren en de lichaamsorganen. Bovendien levert de verbranding van vetten energie waarmee de hond zijn lichaamstemperatuur op peil kan houden. Net als bij eiwitten is de samenstelling van vetten van belang. Vetten zijn oa opgebouwd uit vetzuren, waarvan sommige essentieel zijn. Deze kan de hond niet zelf aanmaken. Een voorbeeld hiervan is linolzuur, dat van belang is voor de goede conditie van huid en haar. Juist deze vetzuren en lecithine (belangrijk voor het zenuwstelsel) moeten in voldoende mate in het voedsel aanwezig zijn. Onverzadigde vetzuren (komen het meest voor in plantaardige vetten) zijn goed voor de huid.
Koolhydraten: komen voor in de vorm van zetmeel en suikers. Bijna alle voedingsstoffen bevatten koolhydraten. Koolhydraten zijn energieleveranciers net als de vetten. De hond heeft hier slechts in geringe mate wat van nodig. De meeste voedingsstoffen waarin koolhydraten voorkomen bevatten ruwe celstof. Daarvan zal in een goede balansvoeding maar weinig voorkomen, omdat de hond dit moeilijk kan verteren.
Vitaminen: Net als mensen hebben honden behoefte aan verschillende vitaminen. Elke vitamine heeft zijn eigen functie in het hondenlichaam. Zo is bijvoorbeeld vit A (in yoghurt, vis, ei) noodzakelijk voor het goed werken van de slijmvliezen en werkt vit D (ook in yoghurt, vis, eierdooier) eraan mee dat het beenderstelsel van de hond goed wordt ontwikkeld, maar zowel teveel als te weinig vit D geeft rachitisachtige verschijnselen (misvorming van de botten). Een mens kan vit D synthetiseren uit zonlicht een hond kan dit niet. Vit E (tegenwoordig "hot item" tegen vroegtijdige celveroudering samen met selenium) zit in plantaardige oliën, goed dus voor celwanden. Vit C maakt de hond zelf aan in de darmen, en dit in tegenstelling tot de mens, met als gevolg dat groenten en fruit geen noodzaak zijn voor de vit C toevoer. Vit B complex voor o.a. het zenuwstelsel en de aanmaak van rode bloedcellen: zit in ei, brood, aardappelen, gist. Over vitaminen bestaan veel misverstanden o.a. dat de hond in de wintermaanden een extra dosis nodig heeft, niet dus!!! Opgelet: de in vet oplosbare vit A,D,E en K worden opgeslagen in het lichaam en kunnen een gevaar opleveren als er teveel wordt van gegeven. Dus weerom: in een evenwichtige voeding zijn alle vitaminen in een correcte hoeveelheid aanwezig: niet te weinig maar dus ook niet te veel!
Mineralen en spoorelementen: Sommigen bevorderen de groei, de stofwisseling (zoals ijzer, jodium, koper en zink), andere spelen een rol bij de botvorming (bijvoorbeeld calcium en fosfor) en spier- en zenuwfuncties; weer andere zijn belangrijk bij het reguleren van de waterhuishouding (kalium en natrium). Puur vlees bevat bv te weinig calcium voor de opbouw van het skelet, dus als je zelf kookt: calcium en eventueel vit. D bijgeven (maar opgelet: te veel calcium is net zo slecht: het saboteert de opname van andere essentiële voedingselementen en is schadelijk voor de nieren). Calcium en fosfor moeten bovendien in correcte verhoudingen gegeven worden, die zijn: 1.2:1 à 1.4:1. In vlees zit ook fosfor. Bij een nierbeschermend dieet zal geopteerd worden voor calciumcarbonaat (geen extra fosfor) evenals bij kattenvoeding omdat die via het vele vlees al voldoende fosfor binnenkrijgen. Bij de hond kiest men voor dicalciumfosfaat. Wederom, aan een "complete" commerciële voeding van goede kwaliteit hoeven geen mineralen te worden toegevoegd, ook niet voor opgroeiende honden. Meer nog: het is af te raden. Let wel dat het gaat om complete voeding , er zijn ook voedingen op de markt die bv enkel vlees bevatten en die nog moeten aangevuld worden met andere ingrediënten. Waarmee moet verder rekening worden gehouden?
De leeftijd en de grootte van het ras: Als pup heeft uw hondje de juiste voedingstoffen nodig om essentiële organen, spieren, botten en afweerstoffen op te bouwen.. Eenmaal volwassen zijn deze bouwstenen belangrijk voor hun herstellende en onderhoudende functie. Puppies Hierbij dient onderscheid gemaakt te worden tussen de honden die behoren tot de reuzenrassen en andere honden. Honden die behoren tot de reuzenrassen (+ 45kg) krijgen bij voorkeur een speciale voeding met name: large breed = grote rassen (bv.van Hillls, Eukanuba...). Als ze die voeding niet krijgen mag u slechts tot de leeftijd van 3 maand een gewone puppyvoeding geven. De reden hiervoor is: gewoon puppyvoer bevat te veel vet, calcium, fosfor en calorieën. Dat is bij grote honden gevaarlijk: een te hoge energie en calciumopname kan leiden tot skeletaandoeningen. Vlugge groei is niet = evenwichtige groei. Het gewicht van kleine hondjes neemt relatief minder toe dan grote rassen (die soms hun gewicht vervijftigvoudigen). De eerste drie weken krijgt de pup uitsluitend moedermelk. Tussen 3 en 5 weken begint hij vast voedsel te eten en tussen 5 en 8 weken wordt hij gespeend. Alle puppies hun energiebehoefte is in verhouding tot hun gewicht 3 à 4 x zo groot als bij volwassen hond. Tot wanneer puppyvoeding geven: maximum tot 9 maand voor middelgrote honden (15-25 kg) of 1 jaar voor grote honden (tot 45 kg) max 18 maanden voor reuzenrassen die de speciale voeding krijgen (opgelet niet alle large breed voedingen mogen tot 18 maanden gegeven worden, sommige maar tot 12: kijk op de verpakking). Hoe groter de hond hoe langer het duurt voor hij volgroeid is maar eens volwassen zijn de rollen omgedraaid: kleine hondjes worden trager ouder en bereiken een hogere leeftijd dan grote. Adult of volwassen voeding, vanaf 3-18 maanden (zie hierboven) en tot de leeftijd van 5 of 7 jaar (vanaf dan gaan ze tot de senioren behoren) Senior Op de leeftijd van 5 jaar (grote honden) of 7 jaar (andere rassen) is het aan te bevelen over te schakelen op een goede senioren voeding. Deze voeding is beperkt in eiwit, calcium, fosfor en natrium om o.a. hart en nieren te sparen.
De aanleg Labradors hebben bijvoorbeeld de neiging om snel te dik te worden, eens volwassen is bij hen zeker een light voeding aan te bevelen. Dit werkt enkel preventief, eens uw hond te dik is moet die echt wel op een speciaal "afvaldieet" (om te vermageren dus), elders op deze website vindt u ook hierover informatie. Minder van de gewone voeding geven is niet het zelfde immers :
Minder gewone voeding geven betekent dat uw dier honger zal lijden. Met dieetvoeding is dit niet of zeker veel minder het geval want hierin zitten onverteerbare vezels die het volume verhogen en een verzadigd gevoel geven.
Minder gewone voeding geven betekent ook dat uw dier te weinig vitaminen en andere bouwstoffen binnenkrijgt. Bij speciaal dieetvoer is ingecalculeerd dat de hond "minder" krijgt dan een normale portie.
De mate van activiteit Performance jacht- en werkhonden hebben meer calorieën nodig. Er is dan nog een verschil tussen honden die energie nodig hebben voor langdurige activiteit (bv sledehonden) en voor kortdurende explosieve activiteit (bv renhond, greyhound): de eerste hebben energie nodig uit vetten, de andere uit koolhydraten (suikers).
Ziekte Er bestaan tal van speciale diëten, die de levensduur en levenskwaliteit van uw ziek dier kunnen verbeteren. Daar gaan we het straks nog even over hebben.
Het temperament Erg rustige of juist erg drukke dieren, het metabolisme is voor elk individu verschillend, een druk dier dat continu in de weer is verbruikt uiteraard veel meer energie dan eentje dat de ganse dag ligt te slapen.
De omgeving hitte, koude, vochtigheid het speelt allemaal een rol. Denk bijv. maar aan Huskies in Alaska, die zullen uiteraard veel meer energie nodig hebben, om zich op te warmen en om de slede te trekken.
Fokken na ca 5 weken zwangerschap en gedurende lactatie geeft u het moederdier best puppy- of kittenvoer om te voldoen aan haar gestegen energiebehoefte.
De pels langharige honden hebben iets minder calorieën nodig dan kortharige, ze hebben immers een "pelsenjasje" aan.
Wanneer, hoe, hoe vaak en hoeveel voederen? Daarover verschillen de meningen: ofwel op het ogenblik dat u zelf aan tafel gaat om bedelen te voorkomen, of juist consequent (de groepsleider, en dat bent u, eet eerst) dus na u, de pup moet dan wel uit de buurt van de tafel gehouden worden zodat hij niet kan gaan bedelen of snoepen van stukjes die op de grond vallen. In een roedel eten de dominante dieren altijd eerst. De reden hiervoor is dat bij hongersnood enkel de sterksten in leven blijven en zich kunnen voortplanten. Hou er rekening mee dat na de maaltijd de hond net als wij minder dynamisch is door het verteringsproces: dus het eerste uur niet gaan wandelen. Bij grote hond extra belangrijk: maagkanteling voorkomen!! Daar hebben we het straks nog even over. Ideaal voor grote honden is een in de hoogte verstelbare eetbak. Als de bak hoger staat eten ze rustiger, slokken minder, happen dus minder lucht binnen en de kans op maagkanteling daalt. Het diertje wel leren dat de baas steeds de kluif of het etensbakje mag wegnemen of zijn hand erin stoppen. Hoe leert u dat? de kluif vragen, en iets lekkers er voor in ruil geven, daarna de kluif direct terug geven. Wat het eten betreft, het zelfde systeem: bakje wegnemen, iets extra lekkers er voor in ruil geven of in het bakje leggen. Dit kan later agressie helpen voorkomen als bv een kindje het eten van de hond afpakt. Regelmaat: op de zelfde plaats op het zelfde uur 2 tot 4 maaltijden per dag Net gespeende pups 4x/dag om de 4uur gedurende 16 uur, 's nachts dus 8 uur niets. Frequent voederen geldt zeker voor puppies van 6-12 weken van kleine rassen, wegens makkelijk voorkomen van hypoglycemie (suikertekort) oa door onderkoeling (geringe lichaamsgewicht dus ze koeler veel vlugger af) Pups van 3 tot 6 maanden: 3x/dag Pups na 6 maanden minstens 2 maal per dag. Pas indien de hond volledig volgroeid is mag eventueel overgeschakeld worden op 1 maaltijd per dag, maar lang niet iedereen is het hiermee eens, persoonlijk bevelen wij het niet aan. Eten max.15 min laten staan en dan bakje wegnemen. Zogende teven en hard werkende honden moeten de hele dag kunnen eten of anders 3 voedingen per dag krijgen. Ideaal voor volwassen honden en zeker voor grote honden is 2 voedingen per dag.
Hoeveelheid hangt af van het gewicht, de activiteit, het klimaat. Opgelet voor overvoederen: te snelle groei leidt tot skeletafwijkingen. Vooral pups van de grootste rassen mogen de eerste 6 maanden van hun leven niet te veel voer krijgen. Een hond met aanleg voor HD die tijdens de groeifase te veel gevoederd is, vertoont in ernstiger mate de aandoening dan de hond die volgens de norm is gevoed. Drachtige teef pas op het einde van de dracht en tijdens de lactatie meer geven. Dit betekent de laatste 3 à 4 weken van de zwangerschap de voeding geleidelijk aan opvoeren tot 130 % (+30 %). Bot-, gewrichts- en bewegingsproblemen: soms duurt het jaren voordat uw hond er last van krijgt maar de basis wordt tijdens de groei gelegd. Denk er ook aan dat overgewicht bijdraagt tot :hart, lever en gewrichtsaandoeningen... en hiermee komen we in een vicieuze cirkel te recht: pijn dus minder stappen dus nog dikker worden. Dus jong geleerd is oud gedaan: niet overvoederen. Tip voor commerciële voeding: eerst als leidraad wat er op de verpakking staat en indien de hond te zwaar of te mager wordt aanpassen.
Droogvoer, blik of zelf koken? Droogvoer vertraagt de tandsteenvorming. Speciale voedingen zijn verkrijgbaar, de krijgen dan de benaming "oral care" toegevoegd. Dit is voeding bestaande uit extra grote brokken, de hond/kat moet kauwen en schuurt aldus de tanden. Sommige honden vormen tandsteen bij welke voeding dan ook: poetsen kan hier soelaas bieden. Laat in elk geval minstens 1x/jaar het gebit controleren want slechte tanden hebben invloed op de gezondheid, gezien bacteriën via de mond in de rest van het lichaam terecht kunnen komen.
Indien u blikvoer geeft zorg dan voor harde speeltjes. Geef uw hond zeker geen kattenvoer dit is veel te eiwitrijk!! In elk geval is uw kat hondenvoer geven nog erger dus dit zeker niet doen. Als u voeding van goede kwaliteit geeft hoeft u niets aan de voeding toe te voegen, tenzij de dierenarts het voorschrijft. Oppassen met plots wisselen van voeding: bij veel dieren veroorzaakt dit diarree. Dus de voedselwissel spreiden over een periode van minstens 1 week. Een goede commerciële voeding is evenwichtig dus gelieve er geen extra vlees, noch vitamines of mineralen aan toe voegen: dit geldt zowel voor blik als voor droogvoer. Het is niet zo dat in blik meer vlees zit, blik is gewoon duurder omdat er ca 70 % vocht inzit, in tegenstelling tot de ca 10 % bij droogvoer. Dat vocht moet in blik verpakt worden en getransporteerd en mits het volume veel groter is, is de verkoopprijs navenant. Nog een kleine opmerking: u heeft de gewoonte van korrels te weken? Dat mag maar denk er dan wel aan die voeding geen uren te laten staan want anders ontwikkelen zich bacteriën, net als indien u een biefstuk een paar uur op het aanrecht zou laten liggen. Gewone droge korrels mogen wel blijven staan natuurlijk.
U wenst zelf te koken? Zie dan hier een recept dat voldoet aan de voedingsbehoeften van uw hond: Voor pupjes 140 gr vlees, 70 gr rijst, 30 gr lever, 3 theelepel beenmeel, 1 theelepel koolzaadolie (omega 3) en ½ theel jodium- of kaliumzout (of mengeling) en dit is voldoende voor een ganse dag voor een pupje van 6.6 kg.
Eens volwassen wordt het 140 gr rijst en 70 gr vlees, 30 gr lever, 3 theelepel beenmeel, 1 theel. koolzaadolie en ½ theel. jodium- of kaliumzout (of mengeling) en is deze hoeveelheid voldoende voor een hond van 10 kg.
Bij puppies ligt de voedsel behoefte dus op 150 % (50% hoger),om vanaf 4 maanden geleidelijk aan te verminderen tot 100 % op volwassen leeftijd.
Verlangen naar variatie is menselijk aangeleerd en hoeft dus niet. Een hond mag dus gerust zijn hele leven hetzelfde eten, als het maar de juiste bestanddelen bevat. Meer nog, vaak is het zo dat bij verandering van voeding juist problemen gaan ontstaan zoals bv. diarree.
Nog een woordje over dure en goedkope voeding: de "dure" is vaak helemaal niet zo duur! Op maandbasis uitrekenen is de boodschap. Kwalitatief hoogstaande voeding bevat veel meer (nutritionele componenten) voedingsstoffen, en minder water en balaststoffen die toch uitgescheiden worden, dus: je moet er minder van geven.
Kan de voeding de kans op maagtorsie bij voorbeschikte rassen vergroten? Ja, volumineus, slecht verteerbaar voer kan, vooral als het als één grote maaltijd gegeven wordt, de weefsels waar de maag mee vast zit uitrekken, waardoor hij kan draaien. Hierbij is natuurlijk het gasvolume belangrijk!! Hoe zie je dit: willen braken en niet kunnen, zich plots heel ellendig voelen, heel onrustig, enorm opzwellen... Te hoog calciumgehalte kan ook leiden tot veranderingen in de maag die mogelijk verband houden met een maagtorsie.
Dus wat kunnen we doen om het risico te verkleinen ?
goed verteerbaar en uitgebalanceerd voedsel zonder extra calcium geven
eten opsplitsen in 3 maaltijden per dag met regelmatige tussenpozen
opwinding en beweging gedurende één uur na de maaltijd en net voor de maaltijd beperken
het voer nat maken
de etensbak hoog zetten (of verstelbare)
Hapjes als beloning? Natuurlijk mag u uw hond belonen! Maar dat hoeft u niet noodzakelijk met een hondensnoepje te doen. Te veel tussendoortjes kunnen overgewicht veroorzaken. Want juist die lekkere dingen bevatten vaak te veel energie. Om een dier te belonen kun je net zo goed een aai, vriendelijke woorden of een spelletje gebruiken. Geen tafelrestjes en mijd koekjes: ze trekken de voeding uit zijn evenwicht, en veroorzaken bedelgedrag. Geeft u een toch een beloning onder de vorm van voer zorg dan dat die niet groter is dan een flinke "kruimel", bv een brokje voeding van een andere merk. Opgepast met botten: kleine kunnen vastraken in de bek of darmen, grote kunnen tanden breken maar helpen anderzijds ze wel die schoon te houden! Best namaakbotten uit buffelhuiden maar niet mee overdrijven, ze verteren perfect, beschadigen de tanden niet maar kunnen wel diarree veroorzaken. Denk er ook aan dat puppies vooral tussen de 3 en 6 maanden enorm knagerig zijn, als tanden en kiezen wisselen!! Een touwspeeltje is zeker een goed alternatief, zodat ze niet aan rondslingerende schoenen en dergelijk gaan knagen.
Enkele zaken die nooit mogen.
rauw of te weinig gekookt varkensvlees: Aujezsky virus = dodelijk voor hond en kat
veel rauwe eieren: vit. B afbraak
koud voedsel: diarree
veel rauwe vis: vit.A afbraak
botjes die makkelijk splinteren bv wild, gevogelte, kotelet: darmperforaties
wel grote botten: steeds koken (1/4 uur)
koemelk of kaas: diarree (lactose = melksuiker is niet verteerbaar voor kat en hond), integenstelling tot yoghurt (daarin is de lactose is immers al vergist) en cottage cheese, die in sommige diëten wordt gebruikt als vervanger van vlees.
veel rauwe lever: hypervitaminose A, (koken zal vit A afbreken)
chocolade: ( zelfs in kleine hoeveelheden) hartritme stoornissen bij de hond
En tot slot De meeste blik en droogvoeders in de handel zijn compleet, dwz: ze bevatten alles wat u hond nodig heeft: zowel vlees en vet als koolhydraten (rijst/brood/deegwaren) en andere noodzakelijke ingrediënten. Droogvoer is zeker evenwaardig aan blikvoer, enkel is hier de hoeveelheid water drastisch verminderd. Door het lagere gewicht is het goedkoper in transportkosten en de verpakking kost ook minder wat natuurlijk zijn weerslag heeft op de prijs. Dit betekent dus ook dat u naar believen droog- en blikvoer mag mengen, maar tevens dat commercieel voer (droog- of blikvoer) mengen met bv rijst, of extra brood bijgeven eigenlijk niet zo verstandig is omdat uw dier dan te veel koolhydraten binnenkrijgt en te weinig andere voedingsstoffen. Wat vlees bijvoegen betreft geldt net hetzelfde natuurlijk, te veel eiwitten kunnen, vooral nier- en leverproblemen veroorzaken.
Met dank aan Arlette Strubbe, assistente en voedingsdeskundige in Dierenkliniek VvD.
Poezen en katers steeds jongere vruchtbaar. (Okidoki)
Poezen en katers steeds jongere vruchtbaar. (September 2005)
VROEGCASTRATIE VAN KATTEN, HET OP JONGERE LEEFTIJD CASTREREN VAN POES EN KATER. Er valt een verontrustend verschijnsel waar te nemen: poezen en katers worden op steeds jongere leeftijd vruchtbaar. Katten kunnen op een leeftijd van 5 maanden of eerder al geslachtsrijp zijn. Veel mensen zijn er nog steeds niet van doordrongen, dat een poes al jongen kan krijgen als ze zelf nog maar net geen kitten meer is. Men denkt te vaak dat ze nog wel even tijd hebben, om vervolgens voor de tweede keer te worden verrast door hun superpoes! Tja? En dan zit je, met een mand of doos vol met zulke schattige donsjes van een week of tien. Waar laat je ze dan? De asiels zitten er inmiddels ook al vol mee, zij bieden hun kittens uit noodzaak zelfs op internet aan. Naarmate de tijd verstrijkt, zijn het geen kittens meer, maar katten, waar er al heel veel van zijn.
De asiels zouden vroegcastratie, vóór herplaatsing in overweging moeten nemen. Voor nieuwe eigenaren een hele zorg minder! De beslissing om op tijd te laten castreren werd al voor hun genomen. Het zwerfkattenprobleem wordt op deze manier ook effectief aangepakt. Van huis geraakte katten planten zich immers niet meer voort.
Stichting Castraatje, belde met 25 dierenartsenpraktijken. We vroegen wat de beste leeftijd is voor castratie van de kater en de poes. De dierenartsen in de grote steden gaven een gemiddelde leeftijd op van 6 maanden. Buiten de grote steden was het advies 8 of 10 en zelfs 12 maanden! Ook vroegen we, of we een afspraak konden maken voor castratie van onze kater, die met sproeien was begonnen en onze poes, die plaste bij deuren en op matten, beide 4 maanden oud. Mispoes!
Vroegcastratie, wordt door dierenartsen in Nederland, nauwelijks of niet gedaan, ook niet bij onzindelijkheidsproblemen. Op onze vraag wat daar de reden van was kregen we geen duidelijk antwoord! Zo krijg je veel onzindelijksheidsklachten, een reden maar al te vaak om een kat te dumpen én ongewenste nestjes!
De dierengezondheidszorg is de laatste tien jaar enorm vooruit gegaan, maar de zeer uiteenlopende leeftijdsadviezen landelijk gezien voor castratie van katers en poezen zijn absoluut onaanvaardbaar.
In Noord Amerika gebeurt vroegcastratie op leeftijd van 13 weken, al meer dan 25 jaar zonder problemen. In 1993 bevestigde de American Veterinary Medical Association, dat ze vroegcastratie steunen en sindsdien hebben velen zich daarbij aangesloten en is er meer onderzoek gedaan. Wij kijken te lang de kat uit de boom. De meeste negatieve opmerkingen worden gemaakt door mensen, die zich niet in de materie verdiept hebben en vasthouden aan oude gewoontes, bakerpraatjes of totaal achterhaalde informatie. De hoop, is dan ook gevestigd op jonge dierenartsen die oog en interesse hebben voor de vele voordelen die pleiten voor vroegcastratie.
Het is U misschien nog niet opgevallen, maar als u in het donker goed om u heen kijkt, bijvoorbeeld in de Amsterdamse Bijlmermeer, kunt u veel zwerfkittens zien, die door honger gedreven massaal op zoek gaan naar eten. Kittens, die als ze blijven leven, zullen opgroeien tot wilde katten. Het probleem groeit en groeit. De katten kunnen het niet helpen. Wij mensen moeten veranderen en onze verantwoordelijkheid nemen. Vroeger castreren, is een stap in de goede richting ter voorkoming van erger.
Stichting Castraatje Neutralisatie - programma Amsterdam e.o. www.castraatje.nl
Zaterdag 24 februari 2007 - WAALWIJK - Lusteloos en bijna niet vooruit te branden. Zo gedroeg de toen driejarige ruin Nikos zich wanneer ruiter Gertjan Bekkers tijdens het rijden ging doorzitten. "Ik vond het zó vreemd, heb allerlei dierenartsen bezocht. Maar die konden niks vinden." Via, via kwam Bekkers, die onder meer clinics met Anky van Grunsven verzorgt, acht jaar geleden in contact met de paranormaal begaafde Anja Reijns.
Anja Reijns. Foto Marc Bolsius
"Ik heb haar een foto gestuurd. Meer niet, dus zonder informatie. Anja kwam tot de conclusie dat Nikos een ontsteking in de darmen had, in de buurt waar het zadel ligt." Reijns: "Als er iets mis is met mens, dier, of zelfs planten, voel ik dat en vang ik beelden op. Bij Nikos waren dat dus zijn darmen." De Waalwijkse zocht Nikos en Bekkers persoonlijk op, bij manege de Vughtse Hoeve. "Ik wil mens en ruiter zien, zodat ik de combinatie kan beoordelen. Want als er geen klik is of onbegrip, is het belangrijk om paard en ruiter te begeleiden en daardoor eventuele blessures te voorkomen.".De ruin knapte na de instraalsessies wonderwel op. De pijn werd weggenomen, het paard was meer in balans. Anja blijft echter Nikos helpen. "Het is een aangeboren kwaal, daar komt hij niet meer vanaf. Maar hij heeft nu bijna geen behandelingen meer nodig." Opvallend is dat twee jaar geleden bij een scan inderdaad een ontsteking in de dikke darm werd geconstateerd. Gertjan was sceptisch toen hij Anja leerde kennen. "Baat het niet, dan schaadt het niet. Zo stond ik er tegenover. Maar ik ben er nu van overtuigd dat het werkt." Meer ruiters delen zijn mening. Zoals Edward Gal. Zijn Risky Business had al lang last van een dik been. Alles aan gedaan, niets hielp. In laten slapen was het advies. Bekkers: "Edward was zo aan dit paard gehecht, hij wilde er niet vanaf. En dus is Anja erbij gekomen. Het been is zichtbaar dunner geworden en hij geniet nu bij Edward van een mooie oude dag." In de wereld van de dierenartsen is er twijfel over de gaven van Reijns. Maar niet bij iedereen. "Ik ben hier een keer langs de stallen gelopen. Bij paarden die wat mankeerden vertelde ik wat er aan de hand was. Er liep toen ook een dierenarts mee. En die zei dat het klopte." Bekkers maakt ook gebruik van Reijns gaven als hij meedoet aan een dressuurwedstrijd. "Mijn paarden worden dan rustiger, meer ontspannen. Dat levert dan ook betere resultaten op."
'Iets mis met mens of dier, of zelfs planten, dan voel ik dat en vang ik beelden op
26-02-2007: In het vorig deel werd uitgelegd dat een eenvoudige papegaaiende papegaai qua vaardigheden overeen kan komen met een kind van zes jaar. Om het maar even cru te plaatsen: een papegaai kan cognitief beter zijn dan een mentaal gehandicapte. Vanzelfsprekend zijn dit soort vermogens relatief en laat ik cruheid verder in het midden...
Net zoals deel 1 bevat deze blog een kleine selectie van onderzoek of nieuws dat duidt op een zelfbeeld bij dieren. Zo gek is dat niet, maar 't is wel iets waar u en ik maar weinig bij stilstaan. We beginnen bij de vis, altijd lekker, die een logisch redenerend vermogen blijkt te hebben.
( Een cichlide )
Als u ooit wel eens in een fysiek gevecht bent verwikkeld dan zult u vast wel weten dat u niet de grootste dreiging gaat uitzoeken. Als u de keuze heeft tussen een teddybeer en een grizzly dan is de kans groot dan teddy's vel verkocht wordt. De cichlide, de vis die u hierboven op foto ziet, denk daar hetzelfde over. "Deze resultaten tonen aan dat vissen wel degelijk redeneren om te bepalen waar ze zich bevinden op de sociale ladder. En dat nog wel alleen door naar andere mannetjes te kijken," aldus deskundige Russel Fernald.
Zelfbeeld herkennen?
Hoe valt eigenlijk te zeggen of mens of dier een zelfbeeld heeft? Eén van de mogelijke signalen is zelfherkenning. Als u in een reflecterend object kijkt, men neme een spiegel, en u heeft geen flauw idee wie die dame of kerel is die zo dom staat te kijken, dan is de kans groot dat het matig met uw zelfbeeld is gesteld.
Aziatische olifanten zouden het in dat geval stukken beter doen. De mastodonten weten zichzelf namelijk prima te herkennen, blijkt uit een onderzoek op drie olifantenwijfjes uit de Bronx zoo van New York. Een PDF van de studie vindt u via deze link. Vanzelfsprekend zijn het niet alleen olifanten die tekenen van een zelfbeeld vertonen. Ook Dolfijnen, mensapen (het kon uw buurman zijn) en andere onderzochte vissen vertonen hetzelfde patroon.
Dumbo geen dombo
Zelfbeeld hebben, dus begrip van de omgeving, betekent ook communicatie. De huisdierenliefhebber zal weten dat katten, honden of vogels met elkaar 'praten'. Het gaat natuurlijk om (voor ons) onverstaanbare klanken, maar dat maakt het niet minder een taal.
Daar houdt het echter niet bij op. Wat dacht u van een olifant die echt kan praten, in mensentaal? Een Zuid-Koreaanse dikhuid was de eerste waarvan dit officieel werd geregistreerd. U ziet het bewuste dier links op foto.
De mannelijke olifant uit de dierentuin van Everland, het grootste amusementspark van Zuid-Korea, begon in 2004 menselijke klanken uit te stoten. De grote grijze doet dat door zijn slurf in zijn bek te stoppen en die tijdens het uitademen heen en weer te bewegen. Eerder was al een Keniaanse olifant bekend die een vrachtwagen nabootste. In geen van de gevallen weten wetenschappers of de olifanten ook weten wat ze zeggen, maar het onderzoek blijft duren.
( De truckende Keniaanse olifant )
En nu? Pootjes geven?
Wat u hier allemaal van moet denken maakt u natuurlijk lekker zelf uit. Dit is hoe dan ook pas deeltje 2 van deze reeks en u hebt er hierna nog minstens één te goed. Daarin zult u kunnen genieten van onze broer de chimpansee.
Net zoals bij het vorige blog mag ik u graag oproepen om in de reactiemogelijkheid eigen links te plaatsen die duidelijk maken dat dieren minstens even beestig als mensen zijn.
Wat is er mis met mijn konijn of mijn cavia ? (Cis-ka)
Konijnen: eigenlijk geen knaagdier maar een haasachtige. Dit omdat konijnen achter hun voortanden nog 4 kleine stifttandjes hebben staan en echte knaagdieren deze niet hebben. Malaise: een konijn wat zich terugtrekt en stilletjes in een hoekje zit is ziek! Controleer zo snel mogelijk of er afwijkingen te zien zijn (gebit, diarree, gespannen buik, vermagering). Wacht niet te lang met langskomen. Gebit: De tanden en kiezen groeien het hele leven door en slijten doordat alles perfekt op elkaar staat. Een veel voorkomende afwijking bij konijnen is een verkeerde stand van de tanden. Hierdoor slijten ze niet goed af en zullen de boventanden naar binnen groeien (op de foto duidelijk te zien) en de ondertanden naar buiten (olifantslagtanden). Uiteraard heeft zo'n konijn problemen met eten, zal vermageren en vaak een natte kin hebben tgv. speekselen. Het is mogelijk deze tanden te knippen (gemiddeld eens per 2 maanden), een andere (betere) oplossing is om ze te trekken! Dit klinkt wellicht raar doch dit is eigenlijk wel de veiligste oplossing. De kiezen kunnen problemen geven als er haken op ontstaan die in het wangslijmvlies prikken. Dit veroorzaakt pijn en een konijn met pijn heeft stress en zal daardoor niet eten. Voeding: voldoende vezels in de vorm van hooi zijn een noodzaak voor konijnen. Indien een konijn te veel bix krijgt en daardoor te weinig hooi eet, zal er diarree optreden. Een vuistregel is: 20 gram bix per kg lichaamsgewicht per dag (liefst over 2 porties). Een konijn van 2 kg mag dus 2 x daags 20 gram krijgen. Weeg dit af op een keukenweegschaal; het is maar heel weinig! Hooi moet altijd te beschikking staan. Scheve kop (torticollis): kan o.a. veroorzaakt worden door middenoorontsteking, hersenvliesontsteking of herseninfarct. Afhankelijk van de bevindingen bij het onderzoek zal de therapie worden ingesteld. Meestal herstellen ze probleemloos, doch een aantal konijnen zal wel een lichte scheve stand blijven houden. Vacht: kaal plukken wordt vaak bij voedsters gezien. Meestal ontstaat tgv schijndracht de behoefte tot het bouwen van een nest. Heeft het konijn echter een schilferige vacht met kale plekken dan wijst dit op luis. Ook vlooien komen voor bij konijnen. Let op: behandel een konijn nooit met Frontline! Reeds meerdere konijnen zijn hieraan gestorven. Laat U zich dus goed voorlichten, voordat U een konijn gaat behandelen. Voortplanting: konijn hebben natuurlijk een reputatie hoog te houden! Zorg er dus op tijd voor om rammelaars en voedsters te scheiden. De castratie van een rammelaar is een relatief kleine ingreep. Na een castratie moeten konijnen nog minimaal 1 maand gescheiden blijven. Het is ook zinnig om vrouwtjes te laten helpen, omdat zij vaak op latere leeftijd baarmoedertumoren krijgen. Een operatie bij een jong vrouwtje is daarom aan te bevelen. Een bijkomend voordeel dat gesteriliseerde vrouwtje vaak een stuk liever worden. Diarree: het is normaal dat konijn 's morgens plakkerige ontlasting hebben. Deze ontlasting eten ze zelf op en is een onmisbare bron van Vit B. Diarree (waterige ontlasting) is niet normaal en kan veel problemen geven. Veel voorkomende oorzaken: voedingsfouten (zie bij voeding), coccidose en wormen, gebitsproblemen. Diarree bij konijnen is eigenlijk een spoedgeval. Probeer ook wat ontlasting mee te nemen voor onderzoek.
Cavia: dit uit Zuid-Amerika afkomstig knaagdiertje is zowel binnen als buiten goed te houden. De meeste mensen zijn er echter van overtuigd dat het tere diertjes zijn die slecht tegen kou kunnen. Dat dit niet zo is, blijkt wel uit het feit dat bij dierenartsen Ebeli en assistente Anita de caafs bij -15°C (februari 2005) nog lekker buiten aan het rondscharrelen waren. Beschutting tegen zon, wind en regen is wel erg belangrijk. Een middagje in de zon op het grasveld kan door oververhitting snel fataal zijn! Hieronder enkele wetenswaardigheden. De zieke cavia: herken je aan vuile oogjes, geen eetlust (zeer afwijkend dus!), terugtrekken. Wacht niet te lang met langskomen. Een zieke cavia is erg kwetsbaar. Niet eten leidt tot fatale uitdroging. Voeding: hooi (van goede kwaliteit) en knaagdiervoer ( 25 gram per dag) aangevuld met vit C tabletjes opgelost in het water zijn de basis van de voeding. Groenvoer (witlof, andijvie, wortelen, paprika) moet ook dagelijks worden gegeven. Huisvesting: cavia's zijn onderzoekende beestjes. Geef ze dus een flinke kooi. Een cavia in zijn eentje in een bakje van 40 bij 60 cm is ronduit zielig. Een huisje om in weg te duiken en wilgentakken geven speelmogelijkheden. Als bodemstrooisel kan het beste zaagsel worden gebruikt. Huidproblemen: zien we bijna dagelijks bij cavia's. Vooral schurft geeft grote problemen: de cavia krabt zich helemaal kapot op de flanken en nek. Schimmel zien we vaak aan de kop en oortjes (en bij de verzorgers, omdat het behoorlijk besmettelijk is voor mensen). Luizen komen we ook regelmatig tegen, doch deze geven minder problemen (en zijn niet overdraagbaar op mensen). Vettige talgklonten op de achterzijde van de rug zien er soms vervelend uit, doch geven zelden problemen. Kortom; heeft uw caaf een huidaandoening, laat hem dan controleren. Gebit: zowel tanden als kiezen kunnen afwijkend doorgroeien. Een cavia die plots mager wordt, speekselt en moeite heeft met eten moet goed in de bek gekeken worden. Op de foto is te zien dat de boventanden te lang zijn en binnen de ondertanden vallen. Tumoren: komen relatief weinig voor bij cavia's. Zwellingen bij cavia's zijn vaker cystes (bijv talgkliercyste op de rug of eierstokcyste in de buik). Diarree: kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door voedingsovergang. Wacht niet te lang met langskomen, want diarree die langer dan 24 uur aanhoudt kan dodelijk zijn. Nagels: zeker aan de voorpootjes kunnen deze krulsgewijs doorgroeien en soms zelfs ingroeien. Korthouden dus.
(Dierenkliniek Buitenmere)
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/
De cavia: alles wat je moet of wil weten! (Cis-ka)
De cavia: alles wat je moet of wil weten
Een cavia aanschaffen Een cavia kan je in de dierenwinkel kopen, maar ook bij kinderboerderijen, particulieren en asielen. Cavia's kosten meestal zo rond de 7 , waarbij de gladharigen meestal goedkoper zijn als de borstelharigen. Neem de tijd om de cavia die je op het oog hebt goed te observeren. Het moet gezond zijn, schoon en zonder verwondingen of afwijkingen. Kijk bijvoorbeeld ook naar hoe het verblijf waar je het diertje wil kopen er uit ziet en hoe de cavia omgaat met soortgenoten en of hij een levendige indruk maakt. Koop nooit impulsief dieren! Zorg dat je het verblijf thuis klaar hebt staan en goed geïnformeerd bent over de cavia, de benodigdheden en de kosten die hieraan verbonden zijn. Denk ook aan dierenartskosten die mogelijk aan de orde kunnen komen. Qua karakter maakt het niet veel uit of je een mannetje (beer) of vrouwtje (zeug) koopt. Een beer wordt wel groter en ruikt meer dan een vrouwtje. Mensen met verstand van cavia's kunnen makkelijk direct na de geboorte het geslacht bepalen.
Eten en drinken voor uw cavia Naast hooi hebben cavia's hardvoer nodig dat je bij de supermarkt of in een dierenwinkel kan kopen. Je kan hierbij kiezen tussen geperste graskorrels of gemengd voer. Een nadeel bij gemengd voer is dat de cavia het lekkerste eruit pakt en de rest laat liggen, waardoor hij niet alle voedingsstoffen binnen krijgt, omdat elk verschillend stukje voer een andere samenstelling heeft. Vaak wordt reclame gemaakt dat er extra vitamine C is toegevoegd aan het voer. Dit is dan wel zo, maar dit is echter nog niet toereikend voor de behoefte van de cavia. Om er zeker van te zijn dat de cavia voldoende vitamine C binnen krijgt, kan je elke dag een vitamine C tablet geven van 50 mg. Buiten het hardvoer kan je je cavia ook lekkernijen tussendoor geven, zoals wortel, andijvie, sla, komkommer etc. Doe dit niet te veel anders krijgt de cavia last van zijn buikje door overmatig vocht. Ook kan je knaagdierenlekkernijen in de dierenwinkel kopen, zoals een liksteen, knaagstangen e.d. Geef nooit snoep, koek, chips e.d! Zorg bovendien altijd voor vers, schoon en voldoende water. Het liefst in een fles, zodat de cavia het niet zelf kan bevuilen.
Huisvesting en buitenverblijf Huisvesting
Voor een cavia dient het verblijf minstens 60 x 45 x 40 cm. (L x B x H) te zijn. Voor twee cavia's 90 x 45 x 40 cm. en voor drie cavia's 110 x 45 x 40 cm. Het is aan te bevelen een verblijf te nemen met een ruif, zodat de cavia altijd beschikt over schoon hooi. Als bodembedekking kan je bijvoorbeeld eerst een laag kranten neerleggen. Zorg hierbij wel voor dat de cavia deze niet kan opeten i.v.m. giftige inkt! Hierover kan je een laag kattenkorrels leggen die de urine absorbeert. Ikzelf leg hierover nog een laag houtzaagsel heen, zodat de cavia zacht kan lopen en liggen. Er moet altijd voldoende schoon hooi aanwezig zijn. De darmen van de cavia moeten namelijk altijd bezig zijn (tegen verrotting) en het eten van hooi zorgt hiervoor. Bovendien kan de cavia zich verstoppen in het hooi en zacht en warm liggen. Cavia's vinden het ook fijn als er een huisje of iets dergelijks aanwezig is waar het zich kan terugtrekken of verstoppen. Het beste is om overdag het huisje uit het verblijf te halen. Dan worden cavia's sneller tam en vluchten ze niet telkens als je ze wilt aanhalen en/of oppakken. Zeker bij een nieuwe cavia is dit erg belangrijk. Het verblijf dient 1 a 2 maal per week te worden schoongemaakt.
Buitenverblijf
Als het wat warmer wordt (boven 10 a 15 graden) kan de cavia best lekker buiten staan. Zorg er wel voor dat de cavia veilig is voor andere dieren zoals katten, roofvogels etc. De cavia moet ook tochtvrij staan en voldoende hooi, voer en water tot zijn beschikking hebben. Zet nooit de cavia in de volle zon! Hij kan hierdoor uitdrogen of een zonnesteek oplopen wat fataal kan zijn. Pas ook op dat de cavia niet kan ontsnappen door kieren in het verblijf en geen giftige planten kan eten. Een cavia kan je niet, zoals een hond, mee naar buiten nemen aan de lijn. Ten eerste zijn de straatstenen veel te grof en hard voor de voetzooltjes van je cavia. Ten tweede zijn er veel te veel gevaren zoals hollende kinderen en verkeer. Ten derde kan de cavia zo bang worden, waardoor hij nooit meer in zijn gewone doen en laten zal komen.
Verdraagzaamheid en karakter
Cavia's zijn groepsdieren, maar kunnen desondanks alleen worden gehouden. Als cavia's in een groep worden gehouden, zal er altijd een bepaalde rangorde zijn onderling. Bij geslachtsrijpe beren kunnen er nogal eens problemen ontstaan, omdat zij gaan concurreren met elkaar om met de zeugjes te paren. Hierbij kunnen zij elkaar behoorlijk verwonden. Soms echter gaat het houden van twee mannetjes wel goed. Twee vrouwtjes houden gaat meestal beter. Elke cavia heeft zijn eigen persoonlijkheid en als het niet klikt, dan gaat het fout.
Cavia's zijn van nature zachtaardig en zullen nooit zomaar bijten. Dit gebeurt enkel als ze pijn hebben of er te hardhandig met ze om wordt gegaan. Jonge cavia die pas nieuw zijn in huis, zullen schuw zijn en vaak wegrennen. Benader cavia's altijd van de zijkant i.p.v. de bovenkant. De roofvogel is een van de natuurlijke vijanden en deze valt de cavia van bovenaf aan. De cavia zal jou als een bedreiging zien en wegrennen. Plaats tijdens de wenperiode geen huisje in het verblijf. De cavia zal zich hier vanwege angst in terugtrekken en wordt minder snel handtam.
Cavia-geluiden
Cavia's kunnen vele verschillende geluiden produceren. Maar wat wil nu welk geluid zeggen.
Aandacht vragen: als de cavia aandacht wil of krakende plastic zakjes hoort die hij associeert met eten, zal hij hard gaan piepen. Dit piepen lijkt een beetje op fluiten.
Boos zijn: als de cavia kwaad is, zal hij gaan klappertanden. Dit gebeurt voornamelijk onder soortgenoten.
Zich goed voelen: als de cavia zich op zijn gemak voelt, zal hij een soort van zachte knorrende en piepende geluidjes maken. Pijn hebben: als de cavia pijn heeft zal hij gaan kreunen en piepen.
Geïrriteerd zijn: als een cavia vervelende geluiden hoort zal hij een kort gebrom maken.
(Al deze geluiden kan je beluisteren op de webiste van http://www.huisdierinfopunt.be/Algemeen.htm waar je ook de foto's vindt die bij de verschillende kleurslagen en rassen hieronder horen.
Verschillende kleurslagen
Agoutie:lijkt het meest op de wilde soortgenoten van de cavia en wordt daarom ook wel "wildkleur" genoemd.
Zwart:intens zwart. Men houdt erg van deze kleurvariant en er wordt veel mee gefokt.
Chocolade: de kleur van bittere chocolade. De ogen zijn donkerbruin, maar met bepaalde lichtinval verschijnt er een rode gloed.
Lilac: een lichtblauwe pelskleur met een rossige gloed.
Wit:hebben rode of donkere ogen (bruin of blauw)
Schildpad:heeft blokken op het lichaam met verschillende kleuren zoals het schild van de schildpad.
Hollander:twee gekleurde kopplaten met over de neus een witte bes. Heeft ook een bandtekening op het lichaam.
Rus:wit met rode ogen, maar heeft zwarte neus, oren en pootjes.
Beige:donker roomkleurige vachtkleur.
Rood:een warme kastanje rode pels. Met 9 maanden tot een jaar is de definitieve kleur vast te stellen, omdat de jongen bruin worden geboren en soms daarna erg licht worden.
Goud:mooie rode ogen. De pelskleur is warm oranje.
Buff:lijkt op donkergeel oker. Donkerbruine ogen.
Blauw:een nieuwe kleur. Is een grijze cavia.
Creme:roomkleurig met bruine oortjes.
Japanner:heeft rood met zwarte banden om het lichaam. De Japanner is moeilijk te fokken en komt dan ook sporadisch voor.
Brindle:zwart met bruine kleurtekening
Dalmatiner:genoemd naar het hondenras. Donker gekleurde kop en op het lichaam zwarte vlekken.
Schimmel:de schimmel heeft een bepaalde kleur dat vermengd is met wit. De witten haren moeten voldoende en gelijkmatig aanwezig zijn, behalve op kop en pootjes. Schimmels zijn in de standaard enkel erkend als borstelhaar.
Paren / Dracht / Geboorte / Jongen
Een zeugje wordt eens in de 16 dagen bronstig gedurende 20 tot 24 uur. Tijdens de bronst breekt er een vlies in de vagina waardoor de dekking plaats kan vinden. De paring gebeurd heel discreet en meestal niet in het openbaar. Nadat de beer de zeug gedekt heeft sluit hij haar vagina af met een wasachtige prop, zodat het sperma er niet uit kan lopen. Deze prop laat vanzelf weer los. Drachtige cavia's kunnen flink in gewicht aankomen (50 tot 75 %), maar je kan dit pas echt zien als de dracht al voor driekwart verstreken is. De dracht duurt 65 a 70 dagen. Laat het vrouwtje i.v.m. stress zo veel mogelijk met rust. De zeug heeft behoefte aan extra vitamine C tijdens haar zwangerschap. Geef haar dus elke dag (als je het al niet doet) 50 mg hiervan. De geboorte kan gewoon in het verblijf plaatsvinden en in principe kan de beer er ook bij aanwezig zijn. Hij zal zich weinig van de bevalling aantrekken. Wees er wel van bewust dat de zeug al 24 uur na haar bevalling weer paringsbereid is! Ze kan dus meteen weer gedekt worden door de beer. Hierom kan het dus aan te bevelen zijn om de beer even ergens apart te zetten. Gewoonlijk verloopt de bevalling vlot en binnen een kwartier zijn de jongen op de wereld. Als een jong is geboren likt de moeder het vruchtvlies open en bijt de navelstreng door. Raak de jongen niet aan, want hierdoor krijgen ze een vreemde geur en zullen ze verstoten worden! De jongen komen volkomen ontwikkeld op de wereld: behaard en met de oogjes en oortjes al open. Ook kunnen ze al snel na de geboorte lopen. Zo kunnen ze al meteen vluchten voor gevaar. Hoewel hun maag al meteen ingesteld is op vast voedsel, drinken de jongen nog ongeveer een maand bij de moeder. Hierna worden de jongen verstoten door haar en moeten ze zelf op pad.
Verschillende rassen
Gladhaar:glad haar met een lengte van ca. 3 cm. over het hele lichaam.
Gekruind:lijkt veel op de gladhaar, maar heeft een kruin op zijn kop. Komt in twee soorten: Engels en Amerikaans . Bij Engels gekruinde cavia's heeft de kruin dezelfde kleur als de rest van de vacht en bij Amerikaans gekruinde cavia's heeft de kruin juist een andere kleur dan de rest van de vacht.
Borstelhaar of abessijn:een borstelhaar heeft over het hele lichaam kruinen. De haarlengte is ca. 3,5 cm. Door alle kammen en rozetten is deze cavia minder aaibaar.
Langhaar:er zijn drie verschillende langhaarcavia's: de peruvian , de sheltie en de coronet . Peruvian: Heeft lang haar dat moet worden bijgeknipt. Op de achterhand heeft de peruvian twee rozetten. Borstelen, kammen en wassen is nodig tegen klitten en huidproblemen.Sheltie: onstaan uit de peruvian. Bij de Sheltie zijn de twee rozetten niet aanwezig. Op de snuit is korte beharing, waardoor de ogen goed zichtbaar zijn. Coronet: vrij vertaalt "gekroonde cavia". De cavia is zo genoemd door de rozet die op zijn kop zit. Verder het zelfde lange haar als de peruvian en de sheltie.
Merino:vacht van de Tessel en de kruinen van de Peruvian.
Naakt:Dit zijn haarloze cavia's en hebben dus geen vacht.
Satijn:een van de nieuwste rassen. Deze cavia heeft een holle haarschacht en hierdoor weerkaatst lichtinval terug. Het haar is net als bij de gladhaarcavia ca. 3 cm. lang.
Rex:deze cavia's zijn veelal grote cavia's die wat zwaarder zijn en wat meer tegen een stootje kunnen. De vacht lijkt op die van een teddybeer.
US Teddy:lijkt op de Rex, maar is zachter en de vacht op zijn buik is glad.
Tessel:het nieuwste caviaras in Nederland. De tessel is een kruising tussen de sheltie en de rex. De vacht is mooi gekruld en dicht ingeplant.
Alpaca:vacht is net als de Tesselcavia met een rozet op het voorhoofd
Cuye:reuze cavia die 50 cm. kan worden en 4 kg kan wegen. Een Cuye wordt ongeveer 2-3 jaar oud en is erg schuw.
Abortus/miskraam Aborteren is het verliezen van jongen. Als dit gebeurd voor de zesde week zijn er meestal geen gevolgen. Het is dan beter om de zeug weer onmiddellijk te laten dekken, want vaak gaat de volgende dracht wel goed. Abortus op een later tijdstip kan gevolgd worden door een ontsteking. Dit kan met antibioticum worden verholpen. Dit geld ook bij een baarmoederontsteking. Als de baarmoeder er uitkomt tijdens de bevalling, kan deze, mits het onbeschadigd is, weer door de dierenarts worden teruggestopt 24-02-2007 om 19:24
geschreven door mailgroep