ALGEMENE INFO OVER KIKKERS (8 februari 2004)
In de hele wereld vind je wel duizend soorten kikkers en padden en het is niet altijd zo eenvoudig om het verschil tussen beiden te zien. Padden hebben een grotere lichaamsbouw, ze zijn plomper en hun poten zijn korter. Padden bewegen meestal trager, kikkers daarentegen springen meer op hun lange achterpoten . Padden leven vaker op het land, kikkers daarentegen leven vaker in het water. De kikkers zijn beschermde amfibieën. Ze zijn koudbloedig en kunnen zichzelf niet warm houden. Bij warm weer zijn ze veel levendiger. In de winter houden ze een winterslaap. Ze kruipen dan diep in de modder en worden niet één keer wakker. Als het warmer begint te worden ontwaken ze uit hun winterslaap.
|
|
|
Bruine kikker (landkikker) |
Groene kikker (poelkikker) |
Groene kikker |
Lichaamsbouw : Kikkers hebben vier poten en een dunne gladde vochtige huid zonder haren of schubben. Ze hebben geen ribben en de wervelkolom is kort. Hun geraamte heeft minder botten dan andere dieren. Hun kop is breed en er zijn grote oogkassen. Het merendeel van de kikkers heeft aan de zijkant van de kop twee kwaakblazen. Ze kwaken o.a. bij de voortplanting.
Zwemvliezen van de bruine kikker Close-up
Hoe ademen ze : Als kikkers volwassen zijn ademen ze door hun longen en huid. De jonge kikkers (kikkervisjes) hebben geen longen maar kieuwen.
Van eitje naar kikker
Voeding : Ze eten insecten, larven, wormen, pieren, slakken, kevers, spinnen, vliegen, wespen ... Wanneer ze een lekker hapje zien kunnen ze er secondenlang naar staren om te zien hoe ver het insect van hen vandaan zit, dan opent hij zijn bek en zijn kleverige roze tong schiet naar buiten. Zijn tong zit van voren vast en dus niet van achteren. Hierdoor kan hij deze helemaal uitrollen. Dus als zijn tong naar buiten schiet, rolt het topje zich helemaal uit en plakt vast aan het insect. De kikker trekt zijn tong terug met het insect eraan vastgeplakt weer naar binnen en weg is het insect. De aanval van de kikker duurt nog niet eens één seconde. Hij slikt zijn prooi in een keer door. Als hij slikt knijpt hij zijn oogjes dicht. Zo duwt hij zijn voedsel omlaag zijn maag in. Kikkervisjes eten planten zoals algen. Als je kikkervisjes in je vijver hebt kan je ze voeren met kapotte slakken, visvoer, stukjes worm maar niet in te grote porties geven want anders verrot je water. Een kikker eet zoveel als er te eten is omdat hij nooit weet of er later ook nog voedsel is. Kikkers grijpen vooral diertjes die op de grond rondscharrelen of voorbijvliegende insecten. Ze eten alles wat beweegt en alles wat niet te groot is om in te slikken.
Secondenlang staren en dan ... hap !!!
Gedrag : Kikkers zijn koudbloedigen wat wil zeggen dat hun lichaamstemperatuur afhangt van de temperatuur in de omgeving. Heel weinig soorten kunnen een temperatuur onder 4° C of boven 40° C verdragen . Daarbij komt nog kijken dat de dunne, klamme huid van de kikker weinig bescherming biedt tegen vochtverlies. Daarom moeten ze uitkijken niet uit te drogen op het land. De meeste kikkers zijn actief tijdens de nacht omdat de temperatuur koeler is en de vochtigheid hoger dan overdag. Kikkers drinken niet maar vervangen het verloren vocht door het via de huid op te nemen wanneer ze zich in het water bevinden. Op het land verplaatsen kikkers zich al springend zonder enig spoor na te laten hetgeen hen beschermt tegen eventuele vijanden zoals reigers, slangen, schildpadden. Heel grote kikkers kunnen zelfs een muis of kleine slangen verorberen.
Vechtende kikkers
Parende kikkers Verliefde kikkers
Voortplanting : In de lente (april-mei en de groene kikker een maand later) ontmoeten mannetjes en vrouwtjes elkaar op vaste plaatsen. Het is meestal het mannetje dat het eerst uit de winterslaap ontwaakt. Hij gaat op zoek naar een plas en begint te kwaken om de vrouwtjes naar de plas te lokken voor de paring. Het mannetje klimt op de rug van het vrouwtje, pakt haar met zijn voorpootjes stevig vast onder haar oksels en laat haar voorlopig niet meer los en zwemt een tijdje met haar mee. Hij duwt met zijn voorpoten de eitjes naar buiten. Deze eitjes noemt men kikkerdril omdat elk eitje in een doorzichtig gelei-omhulsel verpakt is. Deze eitjes zijn zo ingepakt om ze te beschermen tegen eventuele beschadiging. Tegelijkertijd werkt dit dril ook als een soort lens waardoor de zonnewarmte op het groeiend eitje geconcentreerd wordt. Dit is heel belangrijk want het vrouwtje zorgt verder niet meer voor haar eitjes. Ook het mannetje verdwijnt meteen na de paring. Het mannetje stort zijn zaadcellen over de eitjes zodat deze bevrucht kunnen worden. Het kikkerdril is glibberig en de eitjes hebben geen schaal. Meestal zijn er 2000 tot 3000 eitjes !! Als het water warm is komen de eitjes sneller uit, maar gemiddeld duurt het toch een drietal weken. Als een kikkervisje na ongeveer 3 weken uit het eitje komt, is het natuurlijk nog heel klein larve). Het heeft enkel een zuignapje waarmee het zich vastzuigt aan een waterplant of aan het dril waar hij uitgekomen is. Een paar dagen later wordt het meer een visje en krijgt het een mondje en oogjes en het staartje is dan ook sterk genoeg om te zwemmen. Het visje eet alleen algen die hij met zijn scherpe tandjes van de waterplanten schrapt. Langzaam verandert de vorm van het kikkervisje of dikkopje. Het krijgt eerst achterpoten en dan voorpoten. Als laatste (na twee maanden) krijgt het een kortere darm en vervangen longetjes zijn kieuwen. Het staartje verdwijnt en nu wordt het een vleesetertje. Het kikkertje moet nu steeds naar het wateroppervlak om adem te halen omdat hij geen kieuwen meer heeft om onder water te ademen. Na ongeveer drie maanden is het een echte kikker geworden.
|
|
|
|
|
Cyclus |
Kikkerdril |
Kikkervisje1 |
Kikkervisje2 met voorpootjes |
Kikkervisje3 bijna volgroeid |
Kikkervisje Nog niet volwassen ...
Voortbeweging : De kikkers leven zowel op het land als in het water, vooral in sloten. Op het land springen ze met hun twee lange achterpoten. Ze kunnen heel hoog springen om bv insecten te vangen. In het water zwemmen ze door hun achterpoten, die met zwemvliezen voorzien zijn, op en neer te bewegen.
Bescherming : Volgens de Natuurbeschermingswet mag je geen kikkers verstoren, laat staan ze doden of meenemen. De boomkikker, geelbuikpad en de knoflookpad behoren tot de bedreigde soorten. De heikikker, poelkikker en vroedmeesterpad behoren tot de kwetsbare amfibieën.
Heikikker (kwetsbaar) Geelbuikpad (ernstig bedreigd Boomkikker (bedreigd)
Knoflookpad (bedreigd) Poelkikker (kwetsbaar) Vroedmeesterpad ( kwetsbaar)
Oorsprong : Toen miljoenen jaren geleden de aarde geleidelijk aan warmer werd en rivieren en meren opdroogden, ontwikkelde zich op aarde voor sommige waterdieren de mogelijkheid zich aan te passen om zowel op land als in het water te kunnen leven. Deze werden later amfibieën genoemd. Dit komt van het Grieks "amphibios", amphi = beide kanten, bios = leven of levenswijze. De eerste fossielen die gevonden werden dateren van 208 tot 144 miljoen jaren geleden. Zoveel miljoen jaren hebben de kikkers weten te overleven. Tegenwoordig is het moeilijker geworden. Ontwatering, verzuring van de grond en allerlei virussen en schimmels bedreigen wereldwijd het kikkerleven. Kikkers zijn heel belangrijk voor het onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Volwassen kikkers worden gebruikt voor het bestuderen van de anatomie van gewervelde dieren, dieren die een ruggengraat hebben. Kikkereieren daarentegen geven wetenschappers meer inzicht in de embryologische ontwikkeling. Ecologisten en wetenschappers die de ecosystemen van de aarde bestuderen zijn zeer geïnteresseerd in kikkers en andere amfibieën omdat deze dieren beschouwd worden als bio-indicators. Dit betekent dat de gezondheid van de kikkerbevolking de weerspiegeling is van de gezondheid van ons ecosysteem in zijn geheel. Heden ten dage heeft men ongeveer 4.000 soorten van kikkers kunnen identificeren en er worden er nog nieuwe ontdekt bij het onderzoeken van het Regenwoud en andere delen van de wereld. Rond de jaren '80 echter stelde men een daling in de kikkerbevolking vast over de hele aarde. Ook komen er meer en meer misvormde kikkers voor en dit tot grote ongerustheid bij de wetenschappers want zoals ik al eerder schreef zijn de kikkers onze bio-indicators. Daarom ook dat vele landen zich aangesloten hebben om de kikkers te beschermen.
Mythologische betekenis : In het oude Egypte was de kikker heilig. De Egyptenaren dachten dat de kikkers vanzelf uit de modder waren ontstaan en dus de geheimen van het leven kenden. Oergoden werden dan ook vaak als mannen met een kikkerkop afgebeeld. Ook de geboortegodin Heket had de gestalte van een kikker want ook zij kende waarschijnlijk (?) het geheim van het spontaan verrijzende leven. Zij werd afgebeeld als kikker, het symbool van leven en herboren worden. Haar hiërogliefteken was het teken voor "kikker". Een mogelijke relatie tussen de kikker en de geboorte is de houding van de kikker terwijl hij zit, de overeenkomst met de houding van de foetus in de baarmoeder. De grote hoeveelheden jonge kikkers die elk voorjaar verschenen waren het eerste teken van het wassen van de Nijl en dus van de terugkeer van de vruchtbaarheid van het land en de natuur. Hekets kikkeramulet draagt de tekst "Ik ben de wederopstanding". Deze amuletten weren aan mummies meegegeven als hulp bij hun wedergeboorte. Heket is wel in verband gebracht met de Griekse voedster of vroedvrouw Baubo en met de Soemerische Bau of Baba. Heka of Hekau zijn de "Machtige Woorden" waarmee de doden hun weg door het hiernamaals konden vinden door ze van buiten te kunnen reciteren.
Soorten : Er zijn verschillende soorten kikkers waaronder een paar giftige. Meestal herken je ze aan hun felle of bijzondere kleur. De grootste kikker is de Goliath-kikker (Conraua goliath) en is te vinden in West Afrika (Kameroen). Hun lichaam is 30 cm lang (en hun poten zijn bijna even lang !!). Deze kikker weegt bijna evenveel als een gewone huiskat t.t.z. 3,300 kg! zie verder algemene informatie
|
|
|
Goliathkikker uit Kameroen naast een baby-hert |
De kleinste kikker 9.8 mm met ingetrokken poten (Gold Frog) |
Deze kleine kikker werd onlangs ontdekt (1996) in Cuba en heeft nog geen naam buiten de latijnse |
Vijanden : Als kikkervisjes zijn zijn grote natuurlijke vijanden : vissen, salamanders, libellenlarven, roofkevers en watertorren. Als hij volwassen is zijn de natuurlijke vijanden : reigers, ooievaars en snoeken en .... de mens. De wegen die de mens bouwt, zijn gevaarlijk voor de kikker. Als een kikker na zijn winterslaap naar de plas trekt, gebeurt het vaak dat hij nooit aankomt omdat hij wordt opgegeten door reigers of ooievaren maar ook omdat hij doodgereden wordt. De bestrijdingsmiddelen die de mensen gebruiken tegen ongedierte op hun velden of om onkruid of mos te bestrijden in gazons vergiftigen de insecten die de kikker eet. Doordat mensen plassen dichtgooien en beekjes rechtmaken heeft de kikker geen woon-en paringsplek meer. Heb je een vijvertje, span dan een net tegen reigers en ooievaars.
Hoe lang leven kikkers ? Een heel moeilijke vraag. Er is hieromtrent heel weinig geweten omdat het niet eenvoudig is kikkers hun hele leven lang te volgen. Men heeft nog geen systeem gevonden om hen een soort halsband om te doen en zo hun doen en laten te volgen. In gevangenschap echter weet men dat kikkers tussen 4 en 15 jaar oud kunnen worden.
Waarom kwaken kikkers ? Bij de meeste soorten zijn het de mannetjes die kwaken en dit om de vrouwtjes te lokken en om andere mannetjes van hun territorium te sturen. De vrouwtjes vinden dit gekwaak heel sexy!! Veel van de kikkers vullen hun kaken met lucht wanneer ze kwaken. Dit vergroot het geluid van hun stembanden.
Kwakende kikkers op zoek naar een vrouwtje
Hoe overwinteren kikkers ? Ze graven zichzelf onder in de modder in de plassen. Kikkers zijn koudbloedig en hebben een soort antivries ingebouwd.
Gaan kikkers en vissen samen ? Als er veel kikkers zijn is dat geen probleem maar als er weinig zijn wordt het problematisch. Vissen "bijten" kikkers wel eens en ze zijn niet bevorderlijk voor de uitbreiding van de kikkerpopulatie. Vissen hebben snel in de gaten waar er iets te eten valt en op het moment dat de kikkerlarfjes uitkomen zwemmen ze regelrecht in de muil van de vis! De natuur treft echter maatregelen. De kikkers leggen hun eitjes meestal op plekken in de vijver waar de vissen niet kunnen komen of tussen dichtbegroeide planten. De eerste dagen houden de larfjes zich doodstil omdat bewegen te veel energie kost en de aandacht trekt wat dodelijk kan zijn. Uit een vijver die erg bevuild is door de uitwerpselen van vissen zullen de kikkers uiteindelijk verdwijnen. Overigens gaan bruine en groene kikkers ook niet zo goed samen. Wanneer er te veel groene kikkers zijn, gaan de bruine kikkers hun eitjes elders leggen.
Algemene informatie : Kikkers leven graag in groepsverband en zoeken elkaar altijd op. Ze gaan dan naast of op elkaar zitten. Een kikker kan je gauw tam maken maar je moet er geduld voor hebben. Het loont echt de moeite. Zelf geef ik hen steeds op dezelfde plaats meelwormen, levende insecten (vliegen, spinnen, pieren, wormen ...). Na een tijdje hield ik een worm in mijn hand en ja ... eentje met veel lef kwam het uit mijn hand halen !!! De eerste keer is wel even schrikken want het gaat enorm snel hoor. Het gebeurt ook dat ze niet kunnen wachten en de wormen gewoon uit het doosje komen halen. Je moet wel uitkijken dat je ze niet over voert.
De bruine kikker (rana temporalia) is een grote plompe bruine kikker (max 10,7 cm) met een korte stompe snuit. Het vrouwtje kan tot 4 mm langer worden dan het mannetje. Soms lijkt hij meer groen dan bruin. Toch is er een duidelijk kenmerk : aan de zijkant van de kop, vanaf het oog tot aan de schouder, heeft hij een grote donkerbruine vlek. Tijdens het paarseizoen zijn de mannetjes ook herkenbaar aan de zwarte paarkussentjes op de duimen. De vrouwtjes hebben tijdens de paartijd vaak witte stippels op hun flanken. Hij beweegt zich al springend voort. 's Nachts gaat hij op jacht en komt enkel in de lente in het water voor de voortplanting. Hiervoor gebruikt hij een poel met ondiepe oeverzones en wat plantengroei. Het is vaak de enige soort die zich kan handhaven in de door de landbouw vervuilde wateren. Ze eten voornamelijk kevers, landslakken, mieren, duizendpoten en andere insecten. De larven eten vooral algen of elkaar.
Bruine kikker
Er zijn drie soorten groene kikkers : de kleine (poelkikker - rana lessonae), middelste (rana klepton esculenta) en de grote groene kikker (meerkikker - rana ridibunda). Ze zijn een beetje groter (10 cm) dan de bruine kikker. De vrouwtjes doen hun naam alle eer aan, de mannetjes daarentegen kunnen soms zo donkergroen zijn dat je ze kan verwarren met de bruine kikker als je niet naar de wang kijkt. De rugzijde vertoont zwarte vlekken. Op de achterpoten heeft hij een witte tot felgele tekening en op de rug een lichtgroene streep. De kop is smaller dan die van de bruine kikker. Zijn huid is glad en hij is vrij schuchter in vergelijking met de bruine kikker. De voortplanting is van mei tot juli. In het begin van deze periode worden kwakende koren gevormd die in kracht afnemen naargelang het seizoen verstrijkt. Het geluid van de paarroep wordt versterkt door middel van kwaakblazen. Deze zijn aan de zijkanten van de kop geplaatst. Eieren hangen in kleine klompen aan waterplanten. In de zomer blijven ze aan de oever van de plas, alleen bij nat weer verspreiden ze zich. Overwintering gebeurt zowel op het land als in het water. Hij houdt zich vaak in het water op en moet alles kunnen zien wat erboven gebeurt. Hierdoor zijn de oogbollen naar boven gericht, in een veel sterkere mate dan bij de meeste andere soorten. Het gezichtsveld is erg groot en de gezichtsvelden van beide ogen overlappen elkaar. Hierdoor kan hij diepte zien wat belangrijk is voor het schatten van afstanden. Daar de kikker een horizontaal gezichtsveld heeft van 360°, kan hij om zich heen kijken zonder zijn kop te bewegen. Bovendien is hij in staat voor zich en achter zich voorwerpen met beide ogen tegelijk te zien. Hij kan een vlieg die links of rechts van hem loopt, grijpen zonder het lichaam te draaien. Ze komen de hele zomer voor om en in schoon water en stellen geen specifieke eisen aan hun biotoop. Wel moeten ze kunnen "zonnen", bij een vijver die vaak in de schaduw ligt, zullen ze op zoek gaan naar een plek waar meer zon is, is dit niet aanwezig om je vijver dan zullen ze wegtrekken. De groene kikker kwaakt harder dan de bruine.
Groene kikker
Vijver : Het is ontzettend belangrijk om het water één keer per week te verversen door ongeveer 10 % eruit te pompen en vers water toe te voegen. Doe je dit niet dan komen er schadelijke stoffen in de vijver, met alle gevolgen vandien. Zweefalg maakt je vijver troebel. Dit is te verhelpen door een uv lamp te plaatsen. Draadalg is misschien vervelend om te zien, maar het bewijst dat de waterkwaliteit goed is en het is de eerste levensbehoefte van vele diersoorten, jonge vis, salamanderlarven, kikkervisjes etc. Die kunnen daarin schuilen en vinden daar hun voedsel. Wordt het te erg dan verwijder je het gewoon door een gespleten stokje te nemen en dat rond te draaien in het draadalg. Kroost krijg je nooit meer weg. Het beste is, als het te veel wordt, om het eruit te scheppen. Het is niet schadelijk. Waterlelies staan heel mooi maar overwoekeren gauw, elk jaar inkrimpen is de beste oplossing. Kikkers zitten heel graag op de bladeren van de waterlelie. Zuurstofplanten kunnen aardig woekeren als ze het naar hun zin hebben. Om dit in de hand te houden, kan je ze in bosjes bijeen binden met een elastiek en een steen om het te laten zinken. Gaat het woekeren, dan haal je het uit de vijver, knijpt het onderste gedeelte eraf, dun het in, weer vastmaken en opnieuw in je vijver doen. Zuurstof is ook heel belangrijk. Je kan hiervoor een pomp plaatsen. Indien je bezoek krijgt van reigers is het het best een net te spannen over de vijver. Wil je kikkers lokken naar je vijver neem dan liefst geen vissen want vaak eten ze de eitjes of larven op. In sommige vijvers vind je vissen en kikkers samen maar het is beter dit te vermijden. Richt je vijver natuurlijk in met planten en glooiende kanten. Verder moet er zonlicht in kunnen. Is de biotoop goed dan kunnen de kikkers vanzelf in je vijver komen. Vangen en uitzetten is verboden door de wet. Wanneer ze zich niet thuis voelen gaan ze op zoek naar een andere poel of vijver, of ze gaan dood, dus niet doen ! Zorg verder voor voldoende schuilplaatsen, want deze dieren planten zich alleen voort in het water. Verder veel hout om je vijver plaatsen, en stenen, daaronder kunnen ze schuilen.
met dank aan Chantal Bezoeken jullie ook eens haar mooie site http://users.telenet.be/cha.go1/kikkertekst.html
|