Trekvogels hebben natuurlijke gpsxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
,,Vogels bezitten wonderbaarlijke gaven. Zo beschikken ze over een natuurlijk gps-systeem dat hen geschikt maakt om lange expedities te ondernemen'', vertelt dierendokter Rob Lückerath, wanneer we hem vragen naar de gedrag xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />inge n van trekvogels.
'Arenden, valken en gieren kunnen van hoog in de lucht de kleinste details op de grond waarnemen. Zo worden muizen opgespoord op basis van hun urineverlies. Wat de vogel echter geschikt maakt om lange expedities te ondernemen, is het bezit van een gps-systeem. Een vogel heeft een relatief grote hoeveelheid kleine hersenen -het deel van de hersenen staat in voor de coördinatie. Voorts hebben ze een aantal instrumenten als surplus''.
,,Vogels bezitten een systeem dat ze in staat stelt om zich te oriënteren op aardmagnetisme. Waar dit systeem zich bevindt is nog niet geheel duidelijk. Bij proeven met postduiven is vastgesteld dat er in het hersenweefsel deeltjes magnetiet en andere moleculen aanwezig zijn, die deze functie kunnen vervullen. Een vogel heeft ook nog de zogenaamde lichaampjes van Herbst. Dit zijn sensoren die over het gehele lijf zijn verspreid en de vogels gevoelig maken voor atmosferische druk en trillingen van de lucht, het water en de aarde''.
Waarom trekken vogels zo graag op reis?
,,Het is een fysiologische behoefte, om het hele jaar door de beste levensomstandigheden te hebben. In de winter is er op het noordelijke halfrond niet genoeg te eten. Ten noorden van de evenaar zijn de omstandigheden rond oktober optimaal. De regentijd heeft dan gezorgd voor een enorme toename van planten en insecten. Als in het droge seizoen de rivieren terugtrekken, planten sterven en insecten verminderen, zijn de vogels weer weg. Ze reageren als opportunisten op het cyclisch patroon van het seizoen en maken gebruik van de natuur''.
Welke zijn de grootste ongemakken op hun tocht?
,,Het grootste obstakel op hun trek van Zuid naar Noord is niet de Middellandse Zee maar de Sahara. Landen in de woestijn is voor vogels absoluut nefast. Als hij op zoek gaat naar een schaduwplek, is het contact met de warme ondergrond al goed voor enorm veel vochtverlies. Terwijl er geen water en voedsel voorradig is. Dus is het maar beter om er in één ruk overheen te vliegen. De Sahara is op het smalste punt 1.500 km breed en een vogel vliegt niet sneller dan 40 km/uur. Ze maken gebruik van de bredere noordoost-zuidwestroute waar een gunstige thermiek heerst, die hen meevoert. Ook de hoogte is bepalend: vliegen ze te laag, dan hebben ze last van zandstormen; te hoog, dan is er sprake van storingen. Tussen 1.000 en 2.000 meter hoogte is de ideale vluchthoogte. De reis eist wel zijn tol: de helft van de vertrekkende vogels komt niet meer terug.
In welke volgorde verloopt het reisprogramma?
Eind januari beginnen de roodborstjes, vinken en heggenmussen terug te komen. De zomertalingen (soort van eenden) keren eind februari terug. Eind maart komt de koekoek terug: in de volksmond kondigt zijn kreet de luikende lente aan, maar in feite is dit natuurlijk niets anders dan de roep om een vrouwtje te lokken. Rond dezelfde tijd verschijnt de rietzanger vanuit Afrika. Rond augustus/september vertrekken al die soorten weer. Tussen eind maart en half mei komen de boerenzwaluwen, grasmussen en tjiftjaf (onopvallend grijsgrauw vogeltje: grasmus, met een opvallend keelgeluid) om tot oktober te blijven. Begin mei zien we ook weer de tortel, die in september alweer afreist.
Roel Vandecasteele (NB)
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/
|