nu met de februarizon
hoor ik het de onderwijzer weer zeggen
één zwaluw maakt nog geen lente
en ik wist precies wie hij bedoelde
het ging om kotte
de boerenzwaluw die onze gevel
had uitgekozen om elke zomer
zijn nest te bouwen
samen met zijn vrouw lotte
hij was ongemanierd dik en smerig
een vlerk van een vogel
zo scheerde hij zeer graag
over de kop van onze poes
miepke die hiervan altijd weer hevig schrok
en verontwaardigd naar de hemel spiedde
en ook scheet hij ons
mijn moeder vader en ikzelf
regelmatig onder
met een soort witgeel venijn
en zat daarna wat in de goot te zonnen
en te kwelen
dat het hem goed ging
vit tjwit tjilewit
en soms zelfs
tsjirrrrrrrrrrrrrr
met fel rollende r-tjes
kotte dat wist ik wel zeker
was die zwaluw die de lente niet maakte
daar was hij veel te lui en tegendraads voor
maar ik vond het wel raar
dat de onderwijzer
hem ook kende
|