Het begin van een prachtige dag met azuurblauwe lucht, een grote gele zon en toch....zie ik sneeuw in mij tuin. Ra ra ra....mijn japanse kerselaars verliezen hun blaadjes door de sterke koude noordenwind. Ze dwarrelen als sneeuwvlokjes neer in mijn tuin. Het uitzicht is geen weidelandschap meer. Eerder een sneeuwvlakte met hier en daar een groen stokje gras dat er tussen komt piepen. Het is mooi. Natuur is altijd schoon, onder welke omstandigheden ook.
Vandaag is er nog een nieuw woord tevoorschijn gekomen: huidhonger. Iedere huid snakt naar een aai, een streling, kortweg mekaar eens goed vastpakken of een stevige handdruk geven. Skin to skin. Volgens Wim Slabbinck: Tijdens een knuffel worden onze ademhaling en hartslag rustiger. Het stresshormoon in ons bloed wordt afgebroken en stimuleert de hormonen, oxytocine (knuffelhormoon), dopamine en endorfine. Doen ons beter in ons vel voelen, veiliger ook. Daarom verlaagt een knuffel onze angst en stress. Tot daar Wim. Iedereen is het eens over deze uitleg. Zeker voor babies is dat enorm belangrijk. Verschillende boeken zijn geschreven over het gunstige effect van huid naar huid, lichaamlijke warmte voor onze kleinsten. Maar in alle discussies en beschrijvingen is er ook nu weer geen aandacht voor de noodzaak van strelingen, aaien, elkaar eens vastpakken, aanrakingen, bij de ouderen. Gebrek aan lichaamlijk contact staat nu in the picture. Maar Mensen, in WZC zitten duizenden mensen die men nooit eens vastpakt. En als het dan al eens gebeurt is het nog met plastieken handschoenen, Nu en Altijd zo geweest! Is er nu nog iemand verbaasd dat er zoveel anti-depressiva gebruikt worden in die tehuizen? Ik niet! Het is niet omdat we oud en versleten zijn dat al die inzichten van geen tel zijn op onze groep. Het lichaam oogt niet zo fris meer, we gaan wat scheef en krom, maar de hormonen van welbevinden werken nog in ons lichaam. Niets of niemand neemt de angst en vrees eens weg, die bij sommigen in overvloed aanwezig is. Een echte gemeende warme knuffel zou iedereen van ons helpen. Zeker in een tehuis, de laatste halte, en iedereen is zich daar goed bewust van dat laatste station.
"hoe sterk is de eenzame fietser, die krom gebogen over zijn stuur, tegen de wind, zichzelf een weg baant...." Boudewijn De Groot. Dat is een lied over mij!. Ik ben de eenzame fietser op mijn hometrainer. Ik kijk naar buiten, want ik heb mijn vehikel aan het straatvenster opgesteld. En echt waar, hier passeert dus niets of niemand, zelfs geen straatkat. Ik ben echt de eenzame fietser van het lied al zal Boudewijn De Groot nooit vermoed hebben dat zoiets op pijltje van toepassing zou zijn.
|