Gezeten onder mijn baldakijn, niet van dure stoffen gemaakt maar van lichtjes (duister weer), heel plechtig en opgedirkt in pyjama, ga ik vandaag aan mijn desk/eettafel zitten. De personal computer gepoetst, van alle stofjes en pluisjes ontdaan, pal voor mij gezet. Want het is een hoogst belangrijke dag. Today schrijf ik mijn 200e tekstje. Ik ben daar best fier en trots over dat ik zowel diepzinnige, nuttige, vrolijke, absurde en soms totaal overbodige opstelletjes heb gefabriceerd. Soms moest ik al eens glimlachen om wat ik allemaal denk en dan typ. Soms moest ik ook veel herschrijven omdat mijn gedachten kant noch wal raakten. Soms moest ik ook helemaal opnieuw beginnen omdat ik de verkeerde knop gebruikte en alles delete in plaats van het te bewaren. Soms moest ik ook veel schrappen om bij het maximum van 500 woorden te blijven, zoals ik me heb voorgenomen. Meestal zit ik te popelen om aan mijn schrijfwerk te beginnen en mijn zoveelste blog aan mijn pc en de wereld toe te vertrouwen. Ik wil het nog niet direct een 'essay' noemen. Dat is per blad een filosofische, culturele, wetenschappelijk inzicht geven van bepaalde onderwerpen. Zó slim ben ik nu ook weer niet. Het is pseudo intellectueel, maar snobistisch wil ik het niet noemen. Het zijn dus letterlijk 'probeersels', een poging, een 'essai' om iets leesbaars en soms interessants te schrijven. Mijn dagboek en mijn bedenkingen bij het leven van alledag.
Wat is de nieuwsgaring heden ten dage? Mondmaskers en het onmin tussen ministers en experten. Ik lever daar geen commentaar op, het zijn sowieso betweters op hun domein en ik waag me niet uit te spreken wie gelijk of ongelijk heeft. Schoenmaker blijf bij uw leest, is mijn devies en raad. Van de nood een deugd maken en zoveel mogelijk in mijn fort blijven en me daar nuttig maken en amuseren. En als ik mijn chateautje verlaat, mondmasker op, spijtig genoeg. Tot bij nummer 201
|