Een vriesnacht is voorbij. Alles met een wit laagje ijs bedekt als ik buiten kijk. Gevaarlijk weer zo'n ijsnacht maar zo schoon om naar te zien. Voorzichtigheid is geboden bij het buitenstappen want ik heb al eens een zware uitschuiver gehad bij dergelijk weer en ik draag er nog altijd de gevolgen van. Ik ben een voorzichtig meisje geworden als ik dat wondermooie landschap betreed. En dat moet ik ook doen met een hondje dat nooit kou heeft, goed uitgerust is 's morgens en volop energie heeft opgespaard in de nacht. Dan maar goed ingeduffeld de kou trotseren om pitcher te spelen voor mijn catcher van de tweemansploeg. Er staat geen wind en het voelt niet zo koud aan als de -3 zou doen vermoeden. Nochthans hoor ik geen tramlawaai en ik zie grote bussen rijden. De tramsporen zullen nog niet ijsvrij zijn gemaakt en de stellen staan waarschijnlijk nog in de remise voor een paar uur. Het is een doodgewone zaterdag en blijkbaar zonder enige nieuwswaarde. Geen woord van de dag dat mijn fantasie doet werken, evenmin een heilige die me lyrisch doet worden. Zelfs met het citaat van de dag kan ik niets aanvangen. De spelletjes in de krant zijn opgelost en de dagdagelijkse nieuwsgaring ben ik beu om daar nog een woord over te typen. De mooie verhalen van de gazet zijn mijn zondagse tractatie. Toch is er wel een verjaardag om te herinneren en even bij stil te staan: in 1909 werd Simone Lucie Ernestine Marie Bertrand de Beauvoir geboren in een doodgewoon gezin waar wel veel aandacht was voor onderwijs. Zij studeerde aan de Sorbonne literatuurwetenscappen, wiskunde en filosofie. Tijdens haar lerarenopleiding leerde ze Jean Paul Sartre (1905-1980)kennen. Zij werden elkaars levensgezel. Een huwelijk was te burgerlijk. Het was belangrijk elkaars vrijheid te respecteren. Hij gaf haar het koosnaampje 'Castor' een figuur uit de Grieks-Romeinse mythologie. Werd hij Pollux genoemd? Dat was de helderste ster in het sterrenbeeld Gemini. Dat zou best mogelijk zijn, een naam van een tweeling gebruiken, om hun verbondenheid te tonen maar de helderste ster als naam voor hem behouden. Een gissing van mijnentwege. Net zoals Sartre was ze als filosofe een aanhangster van het existentialisme. Haar bekendheid kwam er in 1949 met het boek"Le Deuxième Sexe" en was de inspirator voor de tweede golf van het feminisme. Vooral haar zin, "je wordt niet als vrouw geboren, maar je wordt tot vrouw gemaakt/ on ne naît pas femme, on le devient" gold als de catechismus voor de vrouwenbeweging. Ze geloofde niet in God en in de vergeving van de zonden door God, ondanks haar zeer katholieke opvoeding. De eigen daden niet afschuiven op religieuze, sociale of maatschappelijke conventies. Ieder moet de verantwoordelijkheid dragen voor zichzelf, voor zijn daden, voor de wereld en voor het milieu. Dat is het existentialisme.
|