Principieel sta ik niet op vooraleer ik de krant in de brievenbus hoor vallen. Principes zijn er ook om uitzonderingen op te maken. Soms breekt nood mijn eigen wetten. Gisterenavond een dutje gedaan voor teevee en dan weet ik dat er nog weinig slaap zal overschieten om dat in mijn bed te doen. Niet getreurd, morgenstond heeft goud in de mond. Natuurlijk weet mijn sjareltje, mijn sloeber, mijn kastaar niet wat hem overkomt als ik zo vroeg naar beneden kom. Want uitgeslapen is hij allerminst. Ik zie aan zijn kop dat hij niet weet hoe hij moet reageren op mijn vroege komst. Ingetogen of uitbundig blij of achterdochtig voor een nare verandering. Rap genoeg weet hij waarom we voor dag en dauw paraat moesten zijn. De stellingen worden aan mijn huis gezet! Eindelijk is er een nieuw dak op komst! Na alle perikelen, schrik voor de wind en stormen, komt de dakman me verlossen van de zenuwen die er bij iedere windvlaag is. Dit is dan ook alles wat ik te vertellen heb voor vandaag.
|