Versje van de dag,
Lees kinderen vandaag gedichten voor en fluister zachtjes verzen in hun oor. De tijd is rijp dus bloemlees en begin. Niet alles wat geen nut heeft, heeft geen zin.
Aldus Stijn De Paepe (1979-2022). Deze 'moderne rederijker' mocht op deze werelddag van de gedichten niet ontbreken met zijn gedichtje speciaal voor deze dag gemaakt.
Ik moet niet zeggen dat de lente begint vandaag, want dat was gisteren om 16u33. En het zal duren tot 2048 vooraleer de lente op een andere dag zal beginnen dan 20 maart. Gisteren was dat lentegevoel absoluut niet aanwezig. Maar vandaag, na een ijskoude nacht en ijskoude start van de dag, is de zon al paraat om mijn hartje te verblijden en alles op te warmen. Er staat me een heerlijke dag te wachten. Wel moet ik mondvoorraad gaan inslaan, winkelen dus. Dat vind ik echt niet zo prettig maar ik ga er een aangename uitstap van maken door eerst naar een plantencentrum te gaan. Eens bekijken of de primulakes al gearriveerd zijn. Ik heb een paar bloempotten die nog om een bloemeke vragen. Verder is er ook binnenshuis heel wat groen gesneuveld. Ook die cachepots moeten gevuld worden. Ik breng waarschijnlijk sansevierias mee, een plant voor alle seizoenen en alle omstandigheden. Hun oppervlakte is groot genoeg om al de ongezonde CO2 uit de lucht te filteren zodat ik in een gezond huis kan wonen. En zoals alle 'vrouwentongen' zijn ze ijzersterk en kunnen een leven lang meegaan. Ik had nog de planten van mijn moeder zaliger hier staan, maar ze hebben vorig jaar de geest gegeven net zoals hun vorige eigenaar deed in 2012. Op deze Wereld Down-Syndroomdag breng ik ook wat 'hyacinten' mee voor mijn vriendin Yacinth. Ik zal geen verschillende kleuren kousen dragen maar wel twee kleurtjes geurende voorjaarsbloemen meebrengen. Voorts ga ik ook nog eens langs Gistel passeren en wat kaarsjes branden bij Godelieve, een heilige naar mijn hart. Door corona is het een tijdje geleden dat ik er gepasseerd ben. Een oase van rust, niet ver van de autostrade is dat heiligdom gelegen, met een prachtig parkje midden in de West Vlaamse velden. Een mooi eeuwenoud kapelletje om even te bezinnen, in een omgeving die daartoe aanleiding kan geven. Een sereen, rustig plekje. En als ik dan terugkom, staat er altijd iemand klaar die me gemist heeft en me uitbundig begroet. Voor al dat enthousiasme krijgt hij een grote knook om te kauwen. Ik ben niet naïef, daar zit hij op te wachten. Rap zal hij in de boodschappentassen snuffelen waar ik dat been verstopt heb. Ieder zijn snoepje, zal ik maar zeggen, als ik commissies doe. Tot morgen
|