Eerst en vooral, ik heb een zalige nacht gehad. Gisterenavond een koude douche genomen. En zonder me af te drogen ben ik tussen de lakens gekropen en heb hemelse uren geslapen, zelfs een 6 tal. En the kid heb ik dezelfde behandeling gegeven en die heeft het wijzertje rond in de hemel geweest. Het beloofd weer warm te worden en dus heeft mijn klein grut om 10u al op de billenkar gezeten. Ik zag zo dat het strand al stillekensaan begon vol te lopen met zonnekloppers en zonaanbidders. De zee was niet zo rimpelloos als gisteren en had de onsmakelijke bruine kleur. En dan zijn we huiswaarts gekeerd, in de schaduw wel te verstaan. Straks een lichte lunch en dan is het schermtijd voor mijn bezoeker en ook voor mij. Vandaag is er weer een interessante rit in de Tour, een echte alpenrit. Er is weer eens een aanleiding om de dood van Tom Simpson (1937-1967) aan te halen. Vandaag precies 55 jaar geleden en toen was het ook zo warm en ook een zware bergrit. De voorzieningen voor de renners zijn er gigantisch op vooruitgegaan en het gebruik van stimulerende middelen zijn toch grotendeels uit de wielrennerij verdwenen. Veel meer heb ik vandaag niet te melden alleen nog het speeltje van de dag: nr 25. Schommelen, wippen op een ton, kistje weergaard doen. Laat ons zeggen, als ik hier voor een keer mijn geboortedialect mag gebruiken (sinnekloases): biezabeizen. Maar ik heb genen tauter, beis, ballesoore, kort gezegd, ik heb geen schommel. Het is ook te 'warem' om enige lichaamlijke inspanning te doen, hoe plezant dat in de lucht zweven ook mag zijn. Tot morgen
|