"Wil april niet vertrouwen, hij is en blijft de ouwe. Nu lacht hij met zonnegloren, dan met hagelstenen om de oren." Eén van de vele spreuken en gezegdes over deze grasmaand. Mijn voordeur is aan de noordkant en bij het proberen buitengaan word ik bijna terug binnen geblazen. De lente is de laatste tijd ver te zoeken. Ik heb bewondering voor alle levende wezens die altijd buiten zijn, alles ondergaan en op tijd en stond weer doen waar ze voor gekend zijn. De bloesems die wachten met af te waaien tot er een klein vruchtje te zien is, de vogels die diep verscholen in de bomen of struiken een nestje bouwen om hun vogeltjes op te vangen, de bloemen die wachten met afknappen tot ze uitgebloemd zijn. Het zijn sterke wortels die deze schepsels hebben. Hoe zwaar ook het weer is met noordenwind of uit andere windstreken, ze knappen misschien af maar volgend jaar zijn ze er weer met hun volle pracht. Ik heb een hekel om planten en bloemen te kortwieken om in een vaas in huis te laten belanden. Vandaag weer mijn volle respect voor de atleten op de fiets die door weer en wind de laatste voorjaarsklassieker gaan betwisten. Heuveltje op en af in de Ardennen, vechtend tegen de wind, koude, ijsregen en hagelbollen. Niet alleen de winnaar verdient mijn respect, maar al degenen die om den brode 'La Doyenne', of de ouderdomsdeken van de koersen, uitrijden. Het is dan wel een Waalse wedstrijd, maar het zal een Flandrien zijn die wint. Niettegenstaande het de 'Internationale Dag van de Creativiteit'is, is mijn creativiteit voor vandaag opgebruikt. Ik zal voor de rest van de dag gebruik maken van de creativiteit van anderen zoals tv-programma's bekijken die ik gemist heb, en woorden van anderen tot mij nemen. Dat wil zeggen dat ik het na 313 woorden voor gezien hou vandaag. Tot morgen
|