Ongeloofelijk hoe we verwend worden door een azuurblauwe hemel en milde temperaturen. Een terechte vergoeding voor al die sombere grijze luchten van de laatste maanden en de kille dagen. Ondanks deze liefelijke tijd, wil men de oorlogsindustrie weer opstarten. Er staan genoeg fabriekshallen leeg en er zijn werkelozen in overvloed en jonge mannen die geïnteresseerd zijn om 2000€ te verdienen in het leger. Zodat het volgens de Minister van Defensie een goede oplossing is om jeugdwerkloosheid een oplossing te bieden en ouderen terug aan een job te helpen. Is iedereen dan The Flower Power beweging vergeten met 'make Peace, no War'? Een slogan die terug moet geroepen worden en zoals Abbie Hoffman (1936-1989), een anti-oorlogsactivist, ten tijde van de Vietnamoorlog, zei "het is tijd om de East River (toen, nu de wereld) te 'mijnen' met narcissen". Omdat de jonge beleidsmakers dat niet meegemaakt hebben, vergeef ik hun gedrag. Ze leven per slot van rekening in het heden en niet in het verleden. Maar Poetin en Trump, zullen nooit naar protesten luisteren en zullen waarschijnlijk nooit bloemen in hun haar gedragen hebben en nooit volgende liedjes gezongen hebben uit die jaren: in 1965 "Let me tell you about the birds and the bees, the flowers and the trees, and the moon up above and a thing called love" van Jewel Akens (1933-2013) en in 1967 "San Francisco, be sure to wear flowers in your hair" gezongen door Scott McKenzie (1939-2012). Daar luister ik toch liever naar dan de voorgestelde Canadese componiste in de Klara kalender: Hildegard Westerkamp, geluidsecoloog, radiokunstenaar, docent. In de filosofie stelt men een Indiase filosoof voor, Jiddu Krishnamurti (1895-1986), een spiritueel rijke leraar: "Een geest die in zichzelf verdeeld is, kan niet liefhebben". Ik weet niet of de Beatles en The Rolling Stones ooit tot zijn adepten behoorden in de jaren '60-'70; 'The Plastic Ono Band' (John Lennon/Yoko Ono) zong zelfs "Give Peace a Chance", tijdens hun bed-in in typische Indische gewaden. Dat moeten we vandaag toch ook wel zingen. Tot morgen
|