Zondag
Zus had ons laten weten dat er niet zo ver van hen vandaan een grote vliegshow zou plaatsvinden met The Red Arrows en veel andere rand attracties. (zie video)
Nadat iedereen had ontbeten zo ongeveer tegen de middag, want we waren laat gaan slapen niewaar, trokken we in colonne richting RAF-luchthaven.
Er komen altijd massas volk had zus ons gezegd, dus het kon wel een beetje aanschuiven worden.
Met militaire precisie werden we door (in mijn ogen) piepjonge soldaatjes netjes de enorme parking binnengeloodst.
Zus moest naar links, wij naar rechts.
Het leek alsof we op Woodstock aangekomen waren. Massas autos en ongelooflijk veel volk, men spreekt in de video van 50.000 man.
De habitués hadden zich op alles voorzien en hadden hun strandstoeltjes bij en velen zaten op het gras te picknicken.
Toen we eindelijk de enorme parking uit waren en ik nergens banken of stoelen zag om te zitten, zei ik tegen mijne zilveren dat een klapstoeltje meebrengen geen slecht idee zou geweest zijn.
k heb nog zon driepikkeltje in de auto liggen zei hij trots.
Wilt ge dat dan misschien gaan halen? vroeg ik hem.
Uit zijn verontwaardigde blik maakte ik op dat hij helemaal geen zin had om zo ver terug naar de wagen te lopen. Ik drong niet meer aan want ik ben een heel volgzaam vrouwke en misschien was er op die enorme vlakte wel ergens een stoel of een bank.
Onze groep had voordien besloten om zich op te splitsen en later tegen het vertrekuur op een vast punt af te spreken.
Het eerste doelwit van mijn ventje was natuurlijk een bierkraam.
Met een engelse pint in onze handen leunden we dan maar tegen de bierkraam aan en genoten we van de acrobatische toeren van The Red Arrows .
Ik hield mijn tenen en vingers gekruist, want de crash destijds in Oostende zat nog in mijn geheugen gegrift.
Ik vroeg me ook af waarom wij zuinig moeten omspringen met energie wanneer er zoveel liters verbruikt worden voor een show, maar soit.
Tegen een uur of vier hielden we het voor gezien en trokken we naar onze meeting point.
Zus vertrok naar haar parking en wij naar die van ons.
We startten de auto, reden weg uit onze parkeerplaats en
. voilà, dat was het, verder zijn we niet geraakt.
Meer dan drie uur hebben we daar terplekke op die parking stilgestaan. De hele parking was nu een grote chaos. Van enig structuur was er geen sprake en nergens was er een soldaat meer te bespeuren.
Typisch brits was wel de ongelooflijke kalmte van iedereen.
Af en toe een stil gemopper, maar niemand werd echt boos, niemand vloekte en vooral niemand toeterde. Misschien hadden we beter met zn allen een luid toeterconcert gegeven, dan waren de soldaten wat sneller in actie geschoten.
Na een hele poos telefoneerde zus om te vragen of we de weg kwijt waren, want zij waren al lang thuis en hadden honger.
Wij ook natuurlijk.
Her en der begonnen er eindelijk enkele soldaatjes op te duiken die flesjes water uitdeelden en tegen iedereen die het vroeg zeiden dat ze ook niet wisten wat er fout was gelopen.
Indien het Brits leger nog geen parking ontruimd krijgt, dan vraag ik me af of hun soldaatjes in Irak gewoon in kringetjes rondlopen in de woestijn.
Je zou toch denken dat iemand voordien een evacuatieplan had gemaakt voor een eventuele ramp.
Ik bleef maar hopen dat de vliegtuigjes die nog steeds aan t loop-de-loopen waren, daar mooi boven in de lucht zouden blijven en niet zouden neerstorten op de wachtende massa autos.
Enfin, uiteindelijk hebben ze ergens één of ander oude generaal uit zijn middagslaapje gewekt en kwam er schot in de zaak.
Nooduitgangen werden eindelijk geopend en een hele tijd later zaten we terug thuis bij zus, doodmoe, dorstig en hongerig.
Maandag
We moesten vroeg vertrekken want de trein was besteld.
Zus had nog gezorgd voor een uitgebreid engels ontbijt we hebben feestelijk bedankt voor de bonen in tomatensaus want we moesten nog met zn vieren een hele dag samen in de auto zitten.
Ons GPSske werd geprogrammeerd en wijle weg.
Ventje reed, broer sliep, schoonzus en ik dommelden wat in of lazen tot we het twistpunt van onze beide mannen bereikten : gingen we nu westwaarts of oostwaarts rond Londen omrijden?
Ons lief madammeke op de GPS bleef voet bij stuk houden, zij verkoos dezelfde route als bij het oprijden. Zij wou naar het oosten.
Als je de tolwegen afzet dan zal ze wel de andere route kiezen en die is veel korter zei broer, wat ventje al rijdend deed, (waarom hadden ze dit niet van tevoren afgesproken? ) - ondertussen merkte mijne chauffeur wel niet op dat er volop wegenwerken waren met grote omleiding borden.
Neem de volgende afslag zei ons lief GPS madammeke kordaat.
Foert gij, zaagt niet zei mijne zilveren en hij reed prompt rechtdoor.
Ze zal seffens wel een andere route aangeven zei hij vol vertrouwen tegen broer.
Neem de volgende afslag hield zij vol.
Ik had mijn tijdschrift al naast me neergelegd, want ik voelde al in mijn knoken dat dit niet goed ging aflopen.
Toen we na een tijdje van de autosnelweg afreden wist ik al hoe laat het was.
Wij zijn al dikwijls naar Engeland geweest, en dit lang voor er ooit sprake was van autosnelwegen rond Londen.
Ik herkende de North Circular onmiddellijk en zei héél voorzichtig (tegen een man met een stuurwiel in zijn handen mag je nooit teveel zeggen) : euh
sorry shoeke, maar als ik me niet vergis zitten we nu in Finchley waar nicht M. vroeger woonde, ik herken de buurt.
Geen van beide mannen antwoordde, maar ventje vroeg aan broer om de kaart van Londen te nemen.
Onze GPS lady taterde beleefd doch vriendelijk verder
haar was gevraagd om naar Folkestone te rijden en zij zou ons de weg wijzen. Zwijg verdomme onnozel mens! mopperde broer terwijl hij zich probeerde te situeren op de kaart.
Ik denk dat ik de stem in de GPS zal moeten wijzigen naar die van een autoritair klinkende man, misschien luisteren ze dan wel.
Ik keek over de schouder van broer. De kaart van Londen die hij vasthield moet van 1969 geweest zijn want ze hing in flarden uiteen.
Normaal gezien was het nu hoog tijd indien we nog op de autosnelweg geweest waren om een sanitaire stop te doen. Int midden van Londen is dit niet echt aan te raden.
Euh
.kunde nog efkes ophouden misschien? vroeg Hij-die-alles-beter-weet.
Toen we eindelijk, uren later, Londen achter ons lieten begon de tijd wel echt te dringen we moesten onze trein halen.
Kunde nog een beetje ophouden? vroeg Mr. Silver weer en vroem, hij zette zijn voet neer op het gaspedaal en toen gaf ie pas echt gaaze . Ik hoop dat we nergens geflitst zijn, want anders zal het een nog duurder reiske worden.
De kilometers tussen Londen en Folkestone flitsten voorbij.
Aan de trein hadden we nog net tijd om snel naar een WC te strompelen en een hamburger te kopen die we dan mee in de auto moesten nemen, want we werden al opgeroepen om de auto op de trein te rijden.
Broer en ventje bekeken elkaar fier met een blik van : voilà - dat hebben we dan toch maar weeral goed geflikt hé.
Broer zei wel : met mijne GPS zou het zo niet gegaan zijn hoor!
Korte tijd later reden we de trein uit in Calais en het leek alsof we in Dantes inferno waren beland.
We kregen een ongelooflijke klank en lichtspel aangeboden: donder, bliksem en striemende regen achtervolgde ons de godganse weg naar huis.
Eens terug thuis overviel me zoals altijd de goesting om op mijn blote kniekes te gaan zitten en mijn huisdorpel een kuske te geven.
Theres no place like home geloof me!