Mijn persoonlijke belevingswereld. Lieve bezoekers van mijn blog.
Ik wil jullie vragen om geen grote prenten als button te gebruiken omdat het mijn blog onnoemelijk langzaam maakt en slecht te openen, wat anderen dan weer afschrikt. Ik hoop op jullie begrip! Bedankt.
28-04-2009
Wat is er loos?
Ja dat begin ik me echt wel af te vragen! Er bestaat zoiets als een writersblock en geloof het of niet maar ik denk dat ik daardoor overvallen ben. Heb vanalles te vertellen en als ik eraan wil beginnen, vind ik het weer niet de moeite waard of veronderstel dat het niemand zal interesseren en laat het maar weer achterwege. Waar komt dat eigenaardige gevoel vandaan? Heb dat ook meermaals ondervonden bij het schilderen en dan specifiek bij aquarellen. Ik zit dan voor een groot leeg blad, netjes opgespannen op een houten onderlaag en dan komt het moment dat ik er de eerste penseelstreek op moet zetten. Ik staar naar die witte vlakte en dan overvalt me het gevoel: als ik daar mijn penseel opzet, is het verknoeid. Natuurlijk schiet er dan van die maagdelijke witheid niet veel over, maar vooral bij aquarel is het zo bepalend , wat je met die kleur doet en welke je gebruikt. Je kunt niet, zoals bij olieverf of acryl eindeloos nieuwe lagen zetten en de vorige laag overschilderen, zodat ze niet eens meer te zien is. Op een bepaald ogenblik houdt het gewoon op en moet je het doen met het resultaat op papier en elke nieuwe borstelstreek kan de zaak alleen maar verpesten. M. schildert met olieverf en acryl en kan eindeloos doorgaan aan een bepaald schilderij. Hij speelt het zelfs klaar, om een schilderij, dat hij al in een kader aan de muur heeft gehangen, er terug uit te halen en weer dingen te veranderen, zoals de tint van de huid, die hem niet echt aanstaat, of hier of daar een klein detail dat hem irriteert of dat hij als onjuist ervaart. Dat kan natuurlijk niet meer als het schilderijoppervlak eenmaal gevernist is. Dan houdt het gepriegel op, of zoals onze leermeester steeds zei: ben je weer aan het fietsen. Als ik dan lang genoeg naar dat witte papier heb gestaard, komt het er uiteindelijk toch van hoor. Dat penseel, in kleur gedoopt, verbreekt die vlekkeloze witheid, en de aanzet is gegeven voor uren ingespannen ontspanning en een totaal onderduiken in je eigen schepping met een gevoel van verwachting maar ook onzekerheid over het te verwachten resultaat. En soms ben ik daar blij mee, maar nooit helemaal tevreden. Maar dat is natuurlijk de aard van het beestje.
Het is zaterdag 11 april en ik ben bezig met het vullen van twee rugzakjes. Paar boterhammetjes, bepaald soort koekjes met woudvruchten, allemaal separaat verpakt, een banaan, verschilende kleine flesjes met drinken. Voor zover het eten maar nu moet er natuurlijk ook nog wat kledij bovenop, zoals een regenjasje. Het is namelijk de dag van de 46ste Kennedymars en M. gaat samen met onze kleinzoon van 8 de 10 kilometer of minimars lopen. De Kennedymars bestaat uit drie te lopen afstanden: n.l. 80 km genaamd de Kennedymars, 40 km of de Swentiboldmars, en 10 km of de minimars. De mars is ontstaan als reactie op een uitspraak van president Kennedy, die ooit zegde, dat de moderne mens zodanig verwend en week geworden was, dat hij niet meer in staat was om 50 mijlen af te leggen binnen 20 uren. Elk jaar opnieuw bewijzen duizenden, dat hij het verkeerd voorhad. In Sittard vertrekt elke paaszaterdag de Kennedymars en mensen van overal nemen er deel aan en lopen de 80 kilometer. Ze vertrekken al om 6 uur 's morgens en lopen (stappen) onafgebroken van Sittard over Maaseik in België om uiteindelijk weer terug aan te komen in de sporthal van Sittard. Voor de 80 km waren er dit jaar 3062 inschrijvingen, voor de 40 km 1529 en voor de 10 km 2253. Deze laatste wandeling wordt vooral gedaan door moeders en vaders en grootouders met kleinkinderen van minder dan 10 jaar. Onze schoondochter loopt de 80 km en S., onze zoon loopt de 40 km samen met onze kleindochter van 11 jaar. Zelf ben ik stand by voor het geval dat er iemand niet meer verder kan of van ellende opgeeft. Langs het volledige parcours staan mensen de wandelaars aan te moedigen. Er staan kraampjes met drinken en fruit, tentjes met Rode Kruis-helpers, die voeten en blaren verzorgen, muziekbandjes en harmonieleden, die uitbundig muziek maken en als de wandelaars langs komen wordt er geroepen en geklapt en het grijpt je gewoon naar de keel. Het geeft de wandelaars een enorme kick en die hebben ze nodig, want iedereen krijgt zijn dipjes, waarop hij/zij denkt: nu kan ik niet meer, nu moet ik opgeven. De rijkswacht is overal aanwezig om de wandelaars vrijgeleide te geven aan kruispunten.In Sittard zelf is een groot deel van het parcours afgezet met hekken, waarachter de toeschouwers op een veilige afstand gehouden worden. Toch zijn er die erover klimmen en de laatste kilometers samen met de wandelaars afleggen. Sommigen onder hen komen wenend van ellende en strompelend de sporthal binnen, maar ze blijven doorgaan. Ik zou zo met hen meewenen, als ik die vertrokken en getekende gezichtjes zie van sommige meisjes. Anderen komen zwaaiend toe en schijnen er totaal geen hinder van te ondervinden. Er zijn mensen in rolstoel, alleen of met begeleiders. Piepjonge wandelaars en mensen, die de 60 allang achter zich gelaten hebben, sportgroepen en soldaten in camoeflageuitrusting, allen komen ze aangelopen met gezichten, die opklaren bij het daverende applaus, dat weerklinkt, als ze de sporthal betreden. Hier zitten honderden mensen, vrienden en familieleden te wachten tot hun geliefden binnenkomen. Een fanfare speelt non-stop muziek en elke wandelaar, die aankomt aan de meet wordt vernoemd via de luidspreker. Naam, toenaam, plaats van afkomst en het aantal deelnames dat hij/zij gepresteerd heeft. Er is één man, die 46 maal de mars gelopen heeft en hij is 80 jaar oud! Er is ook een vrouw, die 39 marsen gelopen heeft, maar ik ken haar ouderdom niet. Buiten achter de sporthal is een stuk van een parkeerplaats vrijgemaakt voor een wafelkraam, een frietkraam, een heel groot overdekt podium, waar weeral een orkest muziek maakt, een tent met allemaal speeltuigen voor de kinderen, zoals een flipper en dergelijke toestellen enook nog een springkasteel.Verder zijn er wat open hoge tenten, waaronder de mensen kunnen gaan zitten op stoelen en op de grond en een beetje bescherming krijgen tegen de zon. Langs de laatste meters van het parcours staan de mensen rijen dik rijkhalzend uit te kijken wie er aankomt. De GSM is een veelgebruikt attribuut om contact te houden met de wandelaars en om bij benadering te kunnen inschatten, wanneer ze eindelijk zullen arriveren. Vlak bij de sporthal staat ook een heel grote kraam met prachtige bloemen en boeketten. Die gaan als zoete broodjes van de hand want die worden de wandelaars bij aankomst toegestoken door familie en vrienden en beladen met hun bloemen komen ze dan de hal binnen. M. en onze kleinzoon hebben net 2u30 gewandeld over de 10 km. Onze zoon en kleindochter hebben 6 uren gedaan over de 40 km en als ik dat lieve frêle meisje zie aankomen aan de zijde van onze lange zoon, loopt mijn hart over. Ik kan hen wel te pletter drukken! Nu is het wachten op mama, die de 80 km moet afleggen. Via telefonisch contact wist ik al dat er verschillende dipjes geweest waren maar van opgeven was geen sprake. Om 20u24 klokt ze af aan de finish, beladen met bloemen en ongelooflijk blij dat het achter de rug is. Dan worden de schoenen en sokken uitgetrokken en de ravage aan de voeten bekeken. Niet te doen, maar als verpleegster weet ze wel welke verzorging hier soelaas zal bieden. De spierpijn zal nog wel enkele dagen parten spelen, maar dat gaat ook voorbij. En van vakantie is geen sprake, want zij hebben geen paasvakantie in Nederland. En hier zit ik dan, temidden van het tumult, muziek en luidsprekers stilletjes te genieten en trots te wezen op die prachtmensen, die onze kinderen en kleinkinderen zijn.
Ja, het is echt vandaag lente geworden! Toen ik vanmorgen opstond lag het gras er totaal wit gevroren bij. Maar niet getreurd, toen Laura zich eenmaal liet kijken was die wittigeheid zo verdwenen en kreeg de wereld een andere aanblik! Ik was in de voormiddag al een paar maal naar buiten gegaan om poolshoogte te nemen van de toestand, maar toen vond ik het nogal frisjes. Verwend door de warmte van de verwarming en de open haard, denk ik. M. was in de namiddag druk doende tussen de plantjes en boompjes rond het huis en ik wandelde naar achter om de vorderingen van zijn werkzaamheden te beoordelen! Achter het huis liggen twee gazons gescheiden door aanplantingen en beukenbomen. Naast een van de beukenbomen ligt er hout opgestapeld tot ongeveer 2.5 meter hoogte. Aan de zijkanten wordt dat hout gestut door twee wanden en daar overheen een dak, dat alles netjes droog houdt. Naar het zuiden gericht staat er een bank tegen het hout en ik zette me eventjes in het zonnetje. Het was daar zo lekker dat ik er helemaal niet meer weg wilde. Ben dan maar opgestaan en heb een gemakkelijke tuinstoel gaan halen en een voetbankje, zodat ik een beetje confortabel kon gaan zitten (half liggen!) Wat kan die zon me toch een onbeschrijfelijk gevoel van weldaad geven. Mijn kleren slorpten de warmte op en die drong langzaam door mijn huid en bereikte zo mijn botten, die totaal ontdooiden na die ellendige lange winter! IK hield mijn ogen gesloten en genoot intensief en met volle teugen van het licht, de warmte en de geur van het hout achter mij. Uit de wind en lekker in de zon werd het al behoorlijk warm. Het licht scheen door mijn gesloten oogleden en gaf me het gevoel ergens in het zuiden te zitten. Rondom was het een getater en geschierp van vogels alom. Ik kan ze gewoon niet thuiswijzen, want heb totaal geen verstand van alle vogelsoorten. Maar dat het er erg veel zijn, is een feit en allemaal geven ze het beste van zichzelf, in alle toonaarden en zonder dat er ooit een dissonant te horen is. Een dikke bij zoemde rond mijn hoofd en ik was zelfs te lui om ze weg te jagen. En ik heb mijn eerste gele vlindertje gezien! In de weide achter onze tuin lag het paard van de buren te genieten in het gras. Zou het echt aan het zonnebaden zijn? Ik heb dat dier nog nooit zien liggen, wel zien staan en grazen. Plots werd het opgeschrikt door een traktor een eindje verderop en sprong recht en begon door de weide te galopperen ging dan over in draf en weer in galop, in diagonaal door de weide zoals een dressuurpaard van A naar C en van B naar D galoppeert. Mooi en wild en blij met de zon en de wind in zijn manen. Zo heb ik daar een uurtje totaal en volledig zitten genieten. Daarna heb ik stoel en voetbank opgeruimd en ben ik terug naar binnen getrokken. Maar ik voel me gewoon een ander mens. Ik moest een en ander voorbereiden voor de repetitie van het koor en alles ging zonder problemen, snel en accuraat terwijl de liedjes door mijn hoofd speelden en mijn hart huppelde op de cadans van de muziek. Ik voel me terug "NORMAAL" en dat is een heerlijk gevoel. En dat doet de lente en de zon met me.
Buiten hangt Laura te schitteren in de lucht en het is echt de lente die zich aandient. De wind is nog venijnig en rustig in het zonnetje zitten genieten, is er nog niet echt bij, of je zou in een afgeschermd hoekje moeten zitten natuurlijk. Dat alles zou een mens toch moeten aanzetten om naar buiten te rennen en met diepe teugen te genieten en uit volle borst te zingen, of niet? Niks van dat alles. Ik steek mijn neus amper buiten en het enige gevoel dat overheerst is een verschrikkelijke moeheid, die ik niet van me af kan schudden. Dit ken ik helemaal niet! M. zegde steeds: Dat kan niet dat jij nooit moe bent, je geeft dat gewoon niet toe. Maar toch was dat zo, ik was zelden of nooit echt diep moe. Als dat dan wel eens het geval was, negeerde ik dat gewoon en dan was er niets aan de hand, want de motor trok weer even goed als altijd. Ik kan dus echt niet overweg met dit gevoel, en weet absoluut niet wat ik er mee aan moet. Gisterenavond moesten we naar een jaarmis van een overleden nichtje. We zaten nog geen twee minuten in de kerk of ik werd al vreselijk ongemakkelijk van de houten bankrug, die met een uitstulping net op die wervel drukte, die altijd gevoelig en pijnlijk is. Heb naar voor geschoven op de bank en weer terug, naar onder doorgezakt en weer omhoog, er werd op een zeker ogenblik helemaal kriegel van dat vervelende gevoel in mijn ruggegraat. Had een grote stola om en heb die dan omgevouwen en over de rugleuning gehangen, maar ook dat kon allemaal niet baten. Heb totaal niets verstaan van wat de pastoor allemaal vertelde. Hij trok nochtans alle registers open en bespeelde alle noten van notenbalk van hoog naar laag en weer terug. Daarbij wipte hij voorturend van zijn tenen naar zijn hakken en praatte zichzelf compleet in trance. Het enige wat ik ervan overhield was een gevoel van totale uitputting en moeheid en ik werd zo licht in mijn hoofd, dat ik het gevoel had, dat ik ging omkieperen. Wij zaten gelukkig op de laatste bank zodat ik niemand stoorde, die achter me zat. Ik was helemaal opgelucht, toen de dienst voorbij was en ik naar buiten kon, waar de koude me bij mijn positieven bracht. Heb ik dat allemaal aan de lente te danken?
Het was een heerlijke zomerdag en de wereld baadde in de zon zonder dat de warmte drukkend of klam was. Ik was aan het werk geweest en keek van uit mijn bureauvenster over het water. Het bedrijf lag aan de rand van een bos en langs dat bos was er een groot grindgat, waar in het verleden heel wat kiezel uitgehaald was en dat zich nu gevuld had met grondwater, waardoor ik nu uitkeek op een prachtig meertje, waar een zwanenkoppel zijn stekje gevonden had. Ze wisten perfect dat de chauffeurs van alle vrachtwagens, die naar de weegbrug kwamen een beetje verderop, het niet konden laten om hen wat toe te werpen, waarop het koppeltje statig wegdreef en schitterend wit afstak tegen het water en de groene omkransing van het bos. Ik had middagpauze en dus een uur de tijd om een wandeling rond het water te maken en het zwanenpaar te observeren. Dat deed ik dan ook erg dikwijls maar vandaag had mijn zoon gevraagd om naar hun huis te rijden en de kleine pup Baloe, een Berner Senne, even uit te laten. Het arme ding was nog te klein om de hele dag binnen te zijn zonder dat er ongelukjes gebeurden. IK had met plezier toegezegd want dat heerlijke mollige en speelse beertje had van de eerste dag mijn hart gestolen. Ik liet het water en de zwanen dus voor wat het was en stapte in mijn wagen en vertrok. Onze zoon en zijn vrouwtje hadden mijn voormalig ouderhuis gekocht en opgemaakt en die weg was me natuurlijk erg vertrouwd en slechts een paar kilometers van het industrieterrein, waar ik werkte, verwijderd. Ik kwam over de brug aangereden en reed de straat in naar het kruispunt. Grote bomen aan weerszijden van de weg wierpen hun schaduw over de straat. Links van de weg stonden moeders met elkaar te babbelen. Hun kinderen, die ze uit school hadden gehaald, renden achter elkaar over de stoep en vulden het middaguur met hun geschater en gekke kreetjes. Ik zag ook een mooie, vrij jonge hond bij het groepje staan. Een Mechelse scheper of een Duitse herder, ik kon en kan ze niet goed uit elkaar houden. Als ik in de buurt kom van kinderen of dieren, ben ik altijd behoorlijk alert, want ik vertrouw ze voor geen millimeter. Ik vertraagde dus en kwam langzaam aangereden. Ze bleven echter allemaal mooi op de stoep, kinderen en hond incluis en ik gaf wat meer gas. Dan zag ik een flits aan mijn linker voorwiel en nergens nog een hond te speuren. Ik stond ter plaatse stil en voelde mijn hart in mijn keel kloppen. Die hond, waar was die nu? Ik zag hem niet meer en iedereen stond mij aan te staren. Ik moest uitstappen en gaan kijken maar ik kon me gewoon niet bewegen en zat te trillen als een blad. Toen ik me eindelijk vermand had en uit de auto gestapt was, ging ik aarzelend naar de snuit van de auto en de banden kijken . Niets te zien!! Waar was dat dier nu gebleven? Of had hij toch de auto niet geraakt. IK had niets gevoeld maar dat kwam waarschijnlijk omdat ik erg traag reed. Een man, die een eindje verderop in zijn tuin stond, en die het allemaal had zien gebeuren, riep me toe, dat ik mijn wagen goed moest inspecteren, want dat er wel een stukken aan konden zijn. IK keek wel, maar zag eigenlijk niets, want ik was totaal overstuur. Waar was dat dier nu gebleven, dat kon toch niet zomaar verdwenen zijn. Ik was helemaal rond de wagen gelopen en zag nog steeds niets. Plots kreeg ik een man in de gaten, die aan de rechtse kant van de weg tussen de bomen geknield zat. En daar zag ik hem liggen, die mooie hond en de man was zijn baasje. Hij was de eigenaar van een taverne vlakbij en de hond, die achter de zaak vrij rondliep was ontsnapt en de weg over gerend naar de kinderen. Toen de man dat in de gaten kreeg, was hij naar buiten komen lopen om het dier terug te halen. De hond zag zijn baasje, net op het ogenblik dat ik daar aangereden kwam en rende terug de weg over, naar hem toe. Later bleek dat hij waarschijnlijk mijn wiel geraakt had. Zijn rechterbil was volledig open gereten en zelfs het bot en de spieren lagen bloot. Links op de stoep stonden de mama's en de kinderen stilzwijgend en met grote ogen te kijken. Ik was er gewoon niet goed van. Ben na een tijdje doorgereden om voor een ander hondje te gaan zorgen! De ironie hiervan trof me met koude rillingen. Later hoorde ik dat de veearts het dier een spuitje had moeten geven om hem van zijn lijden te verlossen. Elke keer als ik langs die zaak gereden kom, denk ik opnieuw aan die prachtige jonge hond, die op een even prachtige zomerdag vertrok naar het land achter de regenboog.
Onze zoon vond het heerlijk om rond te zwerven en had binnen de kortste tijd een vriendje, het zoontje van de eigenaars van een restaurant een beetje verderop. Ze verstonden zich uitstekend, S. in Vlaams en het jongetje in Italiaans dialect. Met brede handgebaren onderstreepten ze hun gesprekken en ze amuseerden zich kostelijk. De mannen trokken er elke morgen gezwind op uit om inkopen te doen en we genoten van veel vers fruit en groenten en zuiderse kruiden. Een van de andere vrouwen en ik waren echte zonaanbidders en van de hitte hadden we totaal geen last. Als we midden op de dag op het terras lagen liep de temperatuur hoog op. Eénmaal hebben we een thermometer naast ons gelegd maar toen de temperatuur, in volle zon wel te verstaan, opliep tot 50°C hebben we die snel naar binnen gebracht omdat we bang waren, dat het ding uit elkaar zou springen. M. vroeg me dan wel eens of mijn hersenen nog niet kookten, maar daar had ik totaal geen last van. Ik droeg zelfs geen hoedje of petje in die blakende zon. De mannen staken in de namiddag hun neus niet buiten voordat het een uur of vijf was. Ze hielden zich in huis op en luierden, speelden kaart, lazen of sliepen in afwachting van hun dagelijkse wandeling naar het strand. En ja hoor daar waren ze dan! Allemaal in zwembroek, een handdoek om de schouders geslagen en op blote voeten liepen ze de weg af richting strand. Ik heb nooit beter de uitdrukking begrepen dan toen: dansen als een kat op een heet zinken dak. De weg was namelijk zo heet van de brandende zon, dat ze niet konden stilstaan met hun blote voeten. Er was geen sprake van langzaam naar het strand wandelen! Het was snel van voet wisselen en dat resulteerde in een soort dansachtig voortbewegen, dat behoorlijk op onze lachspieren werkte. De tweede dag hadden ze allemaal hun badslippers aan om naar zee te trekken. Het strand was een ongekende weelde. Er was nauwelijks volk en je kon ongestoord liggen, zwemmen, wandelen in de vloedlijn of, als je daar behoefte aan had, verder slapen! Slechts éénmaal méér in mijn leven heb ik zo'n rustig strand gezien, en dat was ergens in een uithoekje van Korfoe. Zo was het elke dag van de week, maar in de weekends was het gedaan met de rust. De mensen uit het stadje, en waarschijnlijk van de dorpen rondom, kwamen allemaal naar het strand met de hele familie en bleven er tot de zon onderging. Eten en drinken en heel veel plezier, samen met de familie. Toen we er arriveerden rond vijf uur, werd van alle kanten geroepen en gezwaaid en eerst begrepen, wij vrouwen er niets van, maar uiteindelijk viel het kwartje: onze mannen waren door hun dagelijkse inkopen overal in het stadje bekend en iedereen riep en zwaaide. Warm en hartelijk gaven ze ons het gevoel van heel welkom te zijn. 's Avonds gingen we steeds naar hetzelfde restaurant om te dineren. Het lag vlak bij het stadspleintje en je kon er heerlijk eten tegen een schappelijke prijs. De eerste keer zaten we allemaal de menukaart te bestuderen en konden onze ogen niet geloven: zo goedkoop allemaal, dat bestond toch niet! Inderdaad dat bestond ook niet en maar goed dat mijn man Italiaans kende, want anders zouden we nogal ogen opengetrokken hebben bij het zien van de rekening . Boven de prijs stond iets gedrukt maar geen mens had er aandacht aan besteed, maar M. zegde ons dat de prijzen per 100 gr. vlees of vis waren. Dat hadden we nog nooit gehoord of gezien. Als je dan bijvoorbeeld vis bestelde, kwam nadien iemand met een schotel met allemaal grote, verse rauwe vissen rond en kon je aanduiden, welke je op je bord wilde. Koos je een grote was de rekening natuurlijk hoger dan wanneer je een kleiner exemplaar uitkoos. Maar wat hebben we daar heerlijk geëten elke avond weer opnieuw. En het meest geliefde voorgerecht was Prosciutto Crudo, rauwe ham flinterdun gesneden en met een aroma, waar je nooit genoeg van krijgt. Zo'n grote ham is dan ook later mee naar huis gegaan. Ze werd buiten gedroogd en door de invloed van de zon, de zee en de dennelucht kreeg ze een onnavolgbaar aroma dat haar tot een delicatesse maakte. Na het eten gingen we naar een klein terrasje, dat toebehoorde aan een koffiehuis-café-winkel om wat te drinken. Cappuccino was voor ons het geliefkoosde drankje want in die tijd vond je dat hier nog niet in elk zich respecterend restaurant of café. De mannen genoten van hun biertje en wij dronken dan een glaasje wijn. Onze kleine zoon liep als een hondje achter de ober aan en hielp hem de tafels zuiver maken, asbakken legen, gebruikte glazen naar binnen brengen en afwassen. De man zegde regelmatig iets tegen hem maar natuurlijk verstond hij er geen jota van. In de winkels en cafés of restaurants sprak geen mens een andere taal dan Italiaans in die tijd en ik vroeg me wel eens af, hoe toeristen, die de taal niet spraken, zich uit de slag trokken. De laatste dag dat we er iets dronken, gaf de ober ons zoontje een grote doos met kauwgom. Iets anders had hij niet om weg te schenken. Ik vond het ontroerend en heel erg lief. Als we dan 's avonds laat terugkeerden naar de villa en een lange wandeling maakten, gaf dat een onbeschrijfelijk gevoel. Het nachtblauw was bezaaid met duizende sterren, groot en fonkelend en ik had het gevoel dat ik ze kon aanraken als ik mijn hand uitstak. De lucht was zwanger van zuiderse geuren en de krekels begeleidden ons met hun hoge zang, die deel uitmaakt van het zuiderse leven en er niet weg te denken is. Als we in bed lagen, nadat ik de vensters had geopend en de blinden gesloten, luisterde ik naar dat hoge trillende geluid, dat bij dat leven hoorde en zakte gans langzaam weg in een diepe weldoende slaap.
Het was een uur of negen in de morgen toen we aanmeerden. Van het slagveld van de vorige avond was geen spoor meer te bekennen en het personeel had ervoor gezorgd dat alles netjes opgeruimd en verfrist was. Na het onbijt aan boord, dat nu in alle rust genuttigd werd, moesten we naar onze wagen met alle bagage en dan wachten op het teken dat wij van de boot konden rijden. Het was opwindend om de reis voort te zetten en we hadden het gevoel dat onze vakantie nu echt begonnen was. Het was stralend weer en zelfs in de morgen al behoorlijk warm. Dat die warmte niets was in vergelijking met de middagwarmte, daar kwamen we gauw genoeg achter! Onderweg naar de villa stopten we nog bij een huis om de sleutel op te halen en nu zo snel mogelijk naar ons onderkomen, zodat we ons konden inrichten voor de komende veertien dagen. Omdat ik nooit notities maak weet ik de naam van het dorpje niet meer en M. heeft hieromtrent ook alles vergeten. Het was niet eens zo ver van Olbia en we arriveerden tamelijk snel op het aangegeven adres. Daar lag de witte ommuurde villa in een grote oppervlakte , waar doorheen allemaal betonnen wegen liepen, zodat men goed zag hoe de kavels verdeeld waren. Hier en daar op geruime afstand, stond er nog een gelijkaardig onderkomen maar verder helemaal niets en de wegen leidden recht naar het strand en de zee. Héérlijk rustig. Iemand opende de dubbele poort en een na een reden we het terrein op. Toen wij naar binnen reden, voelden we een ferme klap onder de auto. Dat klonk niet echt gezond! M. stopte de wagen en ging kijken wat dat kon geweest zijn. De zwaar geladen auto had met de onderkant de ijzeren houder in de grond geraakt, waarin het schuifslot van de poort geschoven werd. Die houder stak veel te ver naar boven en zou ons problemen bezorgen als we met de auto wegreden en terugkwamen van het dorp. Nu daar wist M. wel wat op. Hij liep rond het huis en stootte op een kleine bergruimte, waarin allerlei gereedschap en poetsmateriaal stond. Er stond ook een soort van houweel om zware stenen e.d. uit de grond te slaan. Hiermee ging hij aan het werk om die te hoog stekende ijzeren pin iets naar beneden te slaan. Hij stond daar in zijn short op instekers en het onvermijdelijke gebeurde: hij sloeg met het houweel in de binnenzijde van zijn voet. Jongens, wat zag dat er lelijk uit en het bloed spoot uit de wonde. Oh dat zou wel goed komen, want hij zou dat met zeep goed uitwassen en wat ontsmetten en dan was het leed geleden. Kleinzielig is die man van mij dus echt niet! Hij overdrijft alleen naar de andere kant. Een open wonde aan een voet kun je niet zuiver houden en dat zou onvermijdelijk gaan ontsteken. Ook een pleister kon hier geen soelaas bieden en toen de voet dan ook nog wat ging zwellen, kregen wij hem ervan overtuigd, dat er naar een apotheker moest gereden worden en dat er een of ander fatsoenlijk verband rond moest. De mannen gingen op weg naar het stadje, waar we doorheen gereden waren en zouden dan gelijk de inkopen doen voor de maaltijden voor die middag en die avond en de volgende dag. Met een lange lijst trokken ze erop uit. De afspraak was, dat we 's morgens en 's middags in huis zouden eten en 's avonds gingen we op restaurant voor een warme maaltijd. Terwijl ze weg waren controleerden wij of alles proper was, en dat was inderdaad het geval. Daarna laadden wij de koffers uit, maakten de bedden op en gingen op onderzoek uit in het huis. Er waren twee badkamers, vier slaapkamers een keuken en een mooie woonkamer, waarin zelfs een open haard was. Die zagen we echt niet nodig te hebben, want de temperatuur begon behoorlijk op te lopen. Aan de voorkant van het huis was er een mooi terras en van daaruit ging een stenen trap omhoog en geraakten wij op het dak, waar men uitgebreid kon zonnebaden, als we de ligstoelen mochten geloven, die daar stonden. Nadat onze nieuwsgierigheid bevredigd was, gingen we een lekkere douche nemen en wachten op onze mannen met de proviand! Die hadden natuurlijk de hele ronde van het dorp gedaan: bakker, slachter, groente- en fruitman, apotheker en dat zou elke dag hun taak zijn: verse ingrediënten halen voor de maaltijden en afwassen. Wij maakten de maaltijden klaar en zorgden voor het stofzuigen, bedden maken en het sanitair zuiver maken. Toen ze dan terug arriveerden van hun winkelronde, had M. een soort spray bij die hij op de wonde kon spuiten. Die wonde werd daardoor afgedekt met en soort plastieken velletje, waardoor ze droog en zuiver bleef. Ik heb zelfs nu nog dergelijk spul in mijn kast staan. Toen we eindelijk aan tafel konden en ons onze eerste maaltijd goed lieten smaken, droop het contentement van ons af. En men hoefde niet eens te vragen wat het eerstvolgende zou zijn na de afwas?? Platte rust, binnen of buiten, al naargelang de behoefte. (Wordt vervolgd.)
Als iemand het woord laat vallen of erover schrijft zoals Natoken in haar blog, dan staat onmiddellijk dat éne beeld voor mijn ogen: sterren. Geen filmgoden of gelijkaardig kaliber maar de fluwelen nachten in Sardinië, een jaar of 35 geleden. Met drie stellen hadden wij een villa gehuurd op een verkaveling, bestemd voor een villawijk maar waar nog slechts enkele huizen gebouwd waren. We maakten de reis met drie auto's dwars door Zwitserland en Italië tot in Livorno, waar wij de boot naar het eiland zouden nemen. De vele snelwegen van tegenwoordig waren toen nog een utopie en de reis door Zwitserland voerde ons langs kronkelende smalle bergwegen, op en af als een carrousel en dodelijk vermoeiend voor de chauffeur, zoveel was duidelijk. Toen de avond viel hebben wij ergens overnacht in een hotelletje in een klein plaatsje aan zee, waarvan ik de naam totaal kwijt ben. Veel hebben we er ook niet van gezien. We hebben ons gewassen, wat een verademing was na de lange rit, lekker geëten en even een poging gewaagd om door het kleine stadje rond te lopen maar binnen het half uur waren we terug op onze kamer en vielen als een blok in slaap. Uitslapen was er niet bij want we hadden nog aardig wat kilometers voor de boeg en we moesten tijdig in Livorno zijn om daar de wagens op de het schip te rijden. De rit verliep voorspoedig en we waren in de vroege namiddag ter plaatse. Alles werd geregeld voor de tickets en de kajuiten, want de overzet duurde de ganse nacht en we zouden onze slaap kunnen gebruiken na dat lange hangen in de wagen. Toen de auto's op het schip gereden waren, konden we even de stad in om wat te drinken en te eten, want dat was geleden van 'smorgens vroeg. Drinken konden we wel ergens krijgen maar eten, vergeet het maar. We hadden geen rekening gehouden met de siësta, die in de zuiderse landen zo gewoon is als ademhalen. We hebben dan maar plaats genomen op een terrasje en wat koffie of biertjes achterover geslagen. Helpt wel een beetje om de honger te onderdrukken. Tegen een uur of zeven 's avonds werden we geacht in te schepen en we liepen niet het risico om te laat aan te komen! We begaven ons naar de eetzaal van het schip en konden onze ogen niet geloven! Prachtig en een keur aan gerechten en drank, die ons voorstellingsvermogen teboven ging. Dat maakte het lange wachten op eten direct helemaal goed. We installeerden ons aan een ronde tafel en nu zouden we eens gaan genieten, want we hadden de hele avond nog voor ons. Onze zoon, die toen een ventje van een jaar of 6-7 was, maakte ook deel uit van het gezelschap. Hij en ik hadden reispilletjes geslikt, want we werden nogal gemakkelijk wagenziek en zeeziek. Met pil was dat geen enkel probleem. Tot die avond!! We zaten aan tafel te genieten van ons voorgerecht, toen we merkten dat het schip toch wel erg deinde. Na enige tijd kwam men ronde de tafels een soort van rand plaatsen, zodat de schotels en glazen er niet vanaf zouden schuiven. Mijn eten smaakte me al niet echt meer! Toch waren er in het gezelschap die daar duidelijk geen last van hadden. Dan werd het deinen van het schip zo erg, dat er geen eten meer te krijgen was en de eerste zieken strompelden al de eetzaal uit. Nog geen kwartier later leek het er wel een slagveld! Mensen lagen en hingen op de banken en eronder, doodziek groen en asgrauw in het gezicht en alles wat zo lekker geleken had, kwam er minder lekker terug uit. Arme stewards, die dat allemaal mochten opruimen. Aan onze tafel was iedereen ziek behalve mijn man. Wij trokken allemaal naar onze kajuit en gingen liggen, na nog maar een reispilletje geslikt te hebben en we vielen gelukkig snel in slaap en merkten niets meer van het tumult op en in het water rond ons. M. ging het dek op en heeft daar zo ongeveer de hele nacht naar die woeste zee liggen kijken vanuit een ligstoel. Tegen de morgen kwamen we aan in Olbia op Sardinië en de zee lag er glad en vredig bij. Er was geen vuiltje meer aan de stralend blauwe hemel.
De winter houdt het nog steeds niet voor bekeken en eigenlijk is dat ook niet meer dan normaal, want volgens de kalender is het nog steeds putje winter! Toch wordt er heel wat afgezucht en gegromd over dat koude weer, die gure wind en de sneeuw- en andere vlagen, die ons met de regelmaat van een klok teisteren. Door de noord-oostenwind krijgt iedereen, die zich buiten waagt, het gevoel dat het nog véél kouder is dan de thermometer aangeeft. Je hebt natuurlijk altijd van die ijsberen, die door weer en wind naar buiten trekken en niet klein te krijgen zijn. Ik hoor daar dus echt niet bij! In de zomer zou ik zelfs buiten willen slapen en in de winter steek ik mijn neus niet buiten de deur, als het niet absoluut moet! Ik maak zelfs de brievenbus niet leeg en dus ontfermt zich M. over dat werkje. Vanmorgen viel er weer van die poedersneeuw en ik vind het allemaal prachtig van achter mijn vensterraam! Nadien ging die sneeuw over in regen, die natuurlijk ijskoud was en begeleid werd door koude, hevige windvlagen. Als ik dat zie, kruip ik van de weeromstuit wat dieper in de kraag van mijn pull en dank de hemel, dat ik een warm en gezellig huis heb, waar ik mij kan verstoppen. Ik heb natuurlijk mijn dagelijkse huishoudbezigheden, maar daarenboven lees ik de sterren van de hemel en leef als het ware voortdurend in een boek. Gisteren weer een dikke pil uitgelezen en moet dat even laten bezinken, want het was toch wel beklijvend. Wat kan een mens dan beter verzinnen dan bureaukasten uitruimen? We krijgen de mappen niet eens meer geplaatst en dokumenten en papieren van jaren liggen opgeslagen en worden nooit meer bekeken of gelezen. Dus M. en ik vol goede moed aan de slag. En wat je dan allemaal tegenkomt, daar heb je bij voorbaat geen idee van. Twintig jaar oude cursussen, aantekeningen en nota's, rapporten en besprekingen, notulen van vergaderingen, teveel om op te noemen en om te bewaren!! Ik vond zelfs nog een getuigschrift van een cursus "Zakelijke communicatie in de Franse taal", die ik ooit gevolgd heb en waarvan ik me niet eens meer herinnerde , dat ik daar een certificaat voor gekregen had. Alle nota's waren netjes opgeslagen in een map. Ik zal het nu niet meer nodig hebben! Toch kon ik niet overal afstand van doen. Boeken en nota's van de jaren Spaans en Duits, die ik gevolgd heb, en prachtige boekjes over zijdeschilderen, die ik aangeschaft had, na de cursus zijdeschilderen, kan ik niet van de hand doen. Deze laatste gaan dan maar bij al de rest over aquarellen en schilderen. Ik kan er seffens een winkeltje mee beginnen. Er belandden echter een hele hoop papieren en aantekeningen in de papierbak en heel wat klasseurs en mappen zijn leeg om opnieuw gevuld te worden met artikelen en rapporten, verslagen en nota's van al de vergaderingen, die wij nog steeds bijwonen en voorzitten. We zullen het wel nooit helemaal afleren.