" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
02-02-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 238
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B64Bis      DE VAL VAN ITALIE.                    

 

Na de geallieerde landing op Sicilië op 10/7/'43 stond het fascistische regime in Italië op instorten. Weer moesten de as-troepen achteruit en de ontmoedigde Italianen gaven zich massaal over. Mussolini drong op 19/7 opnieuw bij Hitler aan om een vergelijk te zoeken, temeer omdat tijdens deze ontmoeting Rome voor het eerst overdag een zwaar bombardement moest verduren. De Führer trachtte hem nog moed in te spreken, maar toen de Duce in zijn brandende hoofdstad weerkeerde, merkte hij dat zijn medestanders van hem afwilden. Op 25/7 werd zijn beleid door de "Fascistische Hoge Raad" afgekeurd en dezelfde avond werd hij door de koning ontslagen en verstopt in een ambulance naar de gevangenis gevoerd.               

Maarschalk Badoglio vormde onmiddellijk een a-politieke regering die de fascistische partij ontbond, hooggeplaatste leiders ontsloeg en de politieke gevangenen vrijliet. Tijdens deze zachte revolutie viel geen enkel schot en niemand stak een vinger uit om Mussolini en zijn beleid te verdedigen. Het volk was de verwaande Zwarthemden al lang kotsbeu en het stelde de Duce verantwoordelijk voor de rampzalige gevolgen van zijn blufpolitiek tegenover Duitsland, dat nu Italie in zijn ondergang dreigde mee te sleuren. Want na het verlies van Sicilie (16/8) was iedereen er nu wel van overtuigd dat de As de oorlog verloren hadden en alle Italianen verketterden plots hun afgoden met evenveel panache als ze die vroeger hadden bejubeld.                               

Hitler was woedend en beschouwde de val van zijn kompaan als een persoonlijk affront. Maarschalk Badoglio liet Hitler wel onmiddellijk weten dat Italie de strijd aan Duitse zijde zou voortzetten, maar niemand nam dit ernstig. De Führer liet zijn staf twee operaties voorbereiden: de onmiddellijke bevrijding van zijn vriend, de Duce, en de Duitse overname van de macht over Italie en zijn leger, zohaast dit vrede zou pogen te sluiten met de geallieerden. Hij verwachtte dit verraad binnen de week, doch door politiek geknoei en militaire schroomvalligheid bij de geallieerden zou deze halfslachtige toestand nog anderhalve maand aanslepen.                   

Reden ? Tijdens hun conferentie in Casablanca (januari '43) hadden Churchill en Roosevelt besloten van de verslagen vijanden een ONVOORWAARDELIJKE overgave te eisen. Op 17/8 riep Badoglio evenwel via zijn geheime gezand in Madrid, generaal Castellano, verzachtende omstandigheden in en dit pietluttige touwtrekken dreigde de Italiaanse capitulatie op de lange baan te schuiven.

Op 3/9 landde Monty met zijn 8ste Leger vanuit Sicilië in de teen van Italië. De Italiaanse weerstand stortte overal ineen, en op 8/9 capituleerden ze. Zwakke Duitse troepen ontwapenden en demobiliseerden zonder moeite de "ex-bevriende" divisies op het Italiaanse vastelandZij die weerstand boden werden gezapig krijgsgevangen genomen. De geallieerden profiteerden onvoldoende van deze verwarring en beperkten zich op 9/9 tot de landing van het 5. US Leger in de baai van Salerno en het droppen van een paradivisie in Tarente. Beide operatietonelen lagen echter op de grens van de potentiële geallieerde luchtsteun vanuit de Siciliaanse vliegvelden en kregen onmiddellijk te kampen met een tekort aan bevoorrading. In Salerno geraakten ze - na verraad - moeilijk van het strand af wegens de sterke Duitse reactie vanuit de omliggende bergen. Tussen 13 en 16 september dreigden de  landingstroepen zelfs terug in zee te worden geworpen...                               

Enkel de massale interventie van de zware scheepsartillerie van de voor de kust kruisende oorlogsbodems kon deze ramp verhinderen, maar moest daar wel een zware tol voor betalen. Want de Duitsers testten in de baai van Salerno voor het eerst een nieuw geheim wapen: de zweefbom FX 1400. Dit was een luchttorpedo van 1.400 kg met sterke zijvinnen én raketaandrijving, die vanop een vooraf ingestelde hoogte door een vliegtuig werd afgeworpen en radiobestuurd naar zijn doel geleid. De bom zweefde over een afstand gelijk aan driemaal zijn afwerphoogte, waardoor het wegzwenkende vliegtuig buiten het bereik van de luchtafweer bleef. Een tiental grote en kleinere geallieerde oorlogsbodems werden met deze bommen buiten strijd gesteld. In totaal verloren de geallieerden tijdens het achtdaagse gevecht om Salerno 15.000 man aan doden, gewonden en vermisten, al werden er nadien van deze laatsten veel uit krijgsgevangenschap bevrijd...                         

Wie op 12/9 eveneens werd bevrijd was de Duce. Midden de chaos van Salerno haalden Duitse para's hem met een gedurfde luchtlandingsraid uit een "streng bewaakt" hotel op de Gran Sasso d'Italia in de Abruzzen. Praktisch zónder een schot te lossen...Op deze stunt werd wekenlang in de berichtgeving zodanig gegeild dat geen enkele krant het de moeite vond te vermelden dat ondertussen  Monty's 8ste Leger vanuit Zuid-Italië tot tegen Salerno was opgerukt. De Duitse troepen trokken zich daarop zeer langzaam en "Ordnungsvoll" naar het noorden terug, alles achter zich vernietigend.

Op 1/10 ontruimden ze in Napels de volledig geruïneerde haven en dezelfde dag landden weer Britse commando's achter hun lijnen in Termoli, op de Adriatische kust. Pas tegen eind oktober zouden de Duitsers er in slagen een stevig front te vormen (de "Gustav-linie" bij Monte Cassino, 80 km noordelijk van Napels) en zodoende eindelijk de toestand in Italie te stabiliseren.                        

Half oktober was de regering Badoglio er ondertussen in geslaagd heimelijk Rome te ontvluchten om zich, z.g. gezuiverd van alle fascistische politiekers en ambtenaren, in het bevrijde Bari te installeren. Op 18/10 verklaarde Italië de oorlog aan Duitsland om nog tot mei '45 - op zéér kleine schaal - aan de zijde van de geallieerden mee te "vechten"...                    

Daardoor beschouwden de Duitsers hùn deel van het schiereiland als bezet gebied en lieten pro-forma Mussolini in de noordelijke stad Salo een marionetten-regering leiden van fanatieke fascisten. Die maakten van hun godendeemstering gebruik om alle leden van de "Hoge fascistische raad", die Mussolini in de nacht van 25 juli hadden afgezet (waaronder zijn eigen schoonzoon graaf Ciano), op 12 januari '44 te laten fusilleren. Maar de Duce zélf was na zijn gevangenschap in de Abruzzen een oude gebroken man, zonder de minste veerkracht of uitstraling, die de zaken maar op hun beloop liet en zich liever terugtrok bij zijn 23-jarige minnares Clara Petacci. Hij verzette zich dan ook niet tegen de invoering van allerlei racistische wetten die nu voor het eerst in Noord-Italië aanleiding gaven tot een jodenvervolging. Tot het einde van de oorlog zouden daar echter "slechts" (vergeleken bij de àndere bezette landen) 6.700 mensen het slachtoffer van worden...

                                              


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
02-02-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 237
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B64.  DE WRAAK VAN MARIE.

 

               Westende, augustus 1943.

Met de Lac-aux-Dames was het nog goed afgelopen, want Briek Erte had tijdens de lente de installaties mooi onderhouden en toevallig het zwemdok met zuiver water gevuld de week voor zijn arrestatie. Tijdens Brieks ‘afwezigheid’ had de Ortskommandant in Lombardzijde een loodgieter kunnen opeisen om de filters gaande te houden. Zodoende hadden de soldaten hun wekelijkse stoeibeurt in het luxebad niet moeten missen en dat was voor Jupp weer een zorg minder, al voelde de voorlopige oplossing aan als een plaaster op een houten been. Lang kon dat zo niet duren..

Maar Dicke Pappie had dan toch – met de hulp van Jupp en Provoost Heydrich - aan de goede touwtjes getrokken: Briek Erte werd op eind juli door de Gestapo van Brugge even onverwacht als hij werd opgepakt weer vrijgelaten. Nog bleek van schrik onder zijn getaande huid en fel vermagerd: niet écht als een gebroken man, maar mentaal toch getekend... Van zijn opgewekt karakter bleef in elk geval niet veel meer over, en zijn vroeger zo guitige ogen leken dof en uitgedoofd...

Pappie, zijn baas, lachte het ‘incident’ van zijn arrestatie vettig weg: "” Vergeet het, Mensch, dat komt in de beste families voor! De ‘Heren’ in Brussel hebben van een scheet een donderslag gemaakt! Ik heb het dossier kunnen inzien en in feite wordt u niets ten laste gelegd. In de zaak van de terrorist Van Schelle is uw naam éénmaal gevallen, en dan nog héél zijdelings, en tóch hebben die bloedhonden gemeend u even aan de tand te moeten voelen...Maar kom, dat is nu voorbij!" ” En om het goed te maken en zijn vermagerde ‘sprinkhaan’ weer in forme te laten komen, kreeg Briek iedere avond een pak krachtvoer mee. Enfin Yvonne kon er maar goed mee zijn...

Die had natuurlijk ook van haar ventje gehoord dat de Westendse politiek en plaatselijke spanningen niets te maken hadden met zijn opsluiting in Brugge: Marie Petré zat daar voor niets tussen! En daarom speet het haar wel dat ze haar veto over de jeugdige vrijage van haar dochtertje had uitgesproken, vooral nu haar ‘Boontje’ het voor Leon opnam. “ "'’t Is een brave jongen en een harde werker, lijk er nog niet veel zijn! En vergeet niet dat ik het aan hem te danken heb dat Pappie mij door mijn waterfleures heeft gesleurd, toen dat ‘k bijkanst dood was, twee jaar geleden... Of weet ge dat niet meer, soms?"”

"“ Toch, m'’n Boontje, toch! "” suste Yvonne :" ” Maar ik weet ook dat die twee kinders ondertussen bijkanst zeventien zijn geworden, braaf of niét!... Dat ze van hun twaalfde vriendjes waren, was al slecht gezien in ’'t dorp, maar we hebben toen beslist dat die pilarenbijters de pot op konden met hun preutse regels van '‘soorte bie soorte'’! Mijn dochter zou géén fezelende begijn worden, en later haar man kunnen kiezen met haar ogen open! Maar dat wil niet zeggen dat wij niet van tijd moeten kunnen bijsturen als er drama’s gebeuren rondom... En als we ze op tijd en stond iets verbieden, voelen wij direct of ze nog naar ons stuur luisteren...”"

Zijn Yvonne had altijd gelijk, wist Briek... Dus besloten ze aan hetzelfde zeel te trekken en Olga voor alle veiligheid zo rap mogelijk naar het pensionaat in Kortrijk te sturen: ”We zien wel wat dat wordt. Zo leren ze misschien nog liefdesbrieven schrijven: da’'s niet gemakkelijk en sterkt de banden. Laat ze maar doen...Want als die twee jonge apen zich in hun romance bedreigd voelden, konden er wel eens ongelukken gebeuren...”

En misschien kon ze toch beter die Marie Petré haar verontschuldigingen aanbieden voor die felle uitval van vorige maand. Dat kostte niks en dat mens had blijkbaar zeer goede relaties met ‘den Duits ,en via haar vrijer ,met de baas van haar ventje ’: onnodig die vrouw tegen zich in het harnas te jagen!

Op eerste zicht leek Marie zich tot nu toe van politiek in '‘t algemeen, en de oorlog in het bijzonder, weinig aan te trekken.Het was maar sinds Jupp de vrees had uitgesproken dat de Duitse verliezen aan het Oostfront vroeg of laat gecompenseerd zouden moeten worden door ‘verse’ troepenaanvoer uit het Westen -– met lijntrekkers zoals hij op kop! - dat ze '’s avonds met hem was beginnen mee luisteren naar de BBC... En het begon er meer en meer op te lijken dat het geluk en welzijn van Marie volledig ging afhangen van de Duitse krijgskansen.. Die er eerlijk gezegd niet erg schitterend voorstonden, hé... En voor iemand met ogen in zijn kop zelfs vlakaf slecht!

Na de catastrofe van Stalingrad leefde haar vrijer doorlopend in bange verwachting van een mutatie, en dat was zijn humeur de laatste tijd niet ten goede gekomen. Nu Hitler ook bij de tankslag van Kursk flink op zijn donder had gekregen, was zijn Italiaanse bondgenoot Mussolini plots op een vreemde en blijkbaar definitieve manier in een hospitaal verdwenen... Al bleef de krant over deze coup de théatre verdacht vaag, toch begonnen plots veel Duitsers nattigheid te voelen en viel er met Jupp nadien nog nauwelijks land te bezeilen...

Van de weeromstuit kon er ook bij Marie slechts zelden nog een hartelijke lach af... Ze was echt een zuurpruim aan het worden, steeds met de stekels rechtop, klaar om iedereen die voor haar voeten liep de volle laag te geven! Leon op de eerste plaats! Want sinds die een stommiteit had begaan met dat dure Kado voor zijn Olgatje -– gestolen goud op de koop toe! - kon hij in haar ogen geen goed meer doen! Vooral omdat hij nu hààr had opgescheept met het morele dilemma wat zij met die ‘buit’ moest aanvangen...Sluiks bijhouden en van krommenaas gebaren, of aan Jetje geven? Want dié was in feite de spirituele ‘erfgename’ van haar afwezige hartsvriendin Rachel... Maar Marie kon die Oostendse modepop nog steeds niet pruimen! Kwam daarbij dat die jodin in feite heel de juwelenstock van haar ex-vent op haar bil had geslagen, zonder daar nog wettelijk récht op te hebben! En méér nog: volledig in strijd met de Duitse verordeningen voor de handel in goud en edelstenen...

Ze twijfelde of ze niet beter raad zou vragen bij Jupp. Maar sinds ze zo langzamerhand vermoedde wat haar ‘Schatz’ allemaal steels had uitgestoken om Jetje en Rachel vrij te krijgen, vertrouwde ze hem niet meer voor het volle pond... Schijnbaar was de hele juwelenstock van dat mens bedrieglijk verdwenen, maar werd wél Marie voor die verdwijning scheef bekeken. Doch ook in hààr geest was het allesbehalve duidelijk wie er bij deze mislopen mensenruil bedrog had gepleegd, en dus met het gouden losgeld was gaan lopen... Al bij al zag ze Jupp daar héél goed toe in staat...En wou ze niet dat hij op de koop toe ook nog beslag zou leggen op de achttien gouden armbandjes van Leon...

Neen, voorlopig niks doen leek haar nog de verstandigste optie... Tijd bracht wel raad. Of misschien ook niét, maar dan scheurde ze er toch haar eigen broek niet aan met te wachten... En in de biecht bij de paster zou ze er zéker over zwijgen!

Na dit zondig besluit schrok zij zich vanzelf een aap toen op een dinsdagavond plots twee gendarmen op haar  keukendeur klopten. Belgische, godzijdank! En ze herkende de oudste van vroeger, van lang voor de oorlog, toen ze nog volop met de garde overhoop lag over de ‘moord’ op Dis... Als pakkeman was dat wel een bullebak maar geen bijter, flitste het door haar hoofd...En ze vroeg zich af of ze meteen zou bekennen over dat goud, of de onnozele uithangen. Of zich beter verschuilen achter haar ‘goede relatie’ met een Duitse onderofficier?... Misschien kénden ze zelfs Herr Oberfeldwebel Deutinger?

Door het vriendelijke “" Ha, de weduwe Petré! Hoe gaat het, mens?”" liet zij zich niet van de wijs brengen. Ze kende zo langzamerhand wel al die streken van luie Charel! Ze zei beleefd "‘Dag Chef"’ maar bleef pardoes in haar deurgat staan. De rijkswachters leken dit ongastvrij gebaar zelfs niet te merken, want Chef Remy (de naam van de oudste schoot haar juist te binnen) klapte enkel zijn lederen schoudertas open en vond op de blinde tast één bruine omslag. Dus zoveel werk schenen die mannen ook niet te hebben, dacht ze.

“" Vrouw Maria Cattrysse, weduwe Petré! Dat zijdde gij hé! Hier, een convocatie om morgen na de noen op den buro te komen in Nieuwpoort! Ge moogt met een kruisje tekenen voor ontvangst”"

"“ Wat heb ik nu weer misdaan?!”" gekte ze nerveus:"” Of hebde eindelijk de moordenaar van mijn vent zaliger te stekken? Dat zou ook wel eens tijd worden hé! ”"

“ "Waarom spreekt gij van '‘moord'’ en '‘zaliger'’, Vrouw Cattrysse? Sinds wanneer weet gij dat uw vent dood is?”"

"“ Maar Chef toch! Gij spreekt mij daarjuist zélf aan lijk ‘weduwe Petré’! Dan is het toch omdat ze hem officieel dood verklaard hebben, zekers?!”"

De pakkeman staarde haar even verrast aan en salueerde dan losjes tegen zijn sjako :" ” Tot morgen !" ”

Toen Jupp later op de avond even langs kwam voor het radionieuws op de Engelse post, zweeg ze over de gendarmen als vermoord. Hij trok de leren zetel dichter tegen de luidspreker om tijdens de fel gestoorde uitzending in de Duitse taal weer een paar morele mokerslagen te mogen incasseren. Na de verloren slag van Kursk hadden de Duitsers nu ook Briansk moeten ontruimen: weer een stap dichter bij zijn mogelijke inzet aan het Oostfront, dacht hij benepen... De triomfantelijke Britse berichten dat de laatste Duitse troepen op Sicilië waren vernietigd leek heel wat minder op zijn humeur te werken! Die zonnige operette-oorlog daar in het Zuiden kon niemand ernstig nemen...  

Leon lag in de àndere zetel te slapen met op zijn buik de hond Tourrah, die af en toe lui één lodderoog opende...Na de uitzending kwispelde het beest en keek Jupp even vragend aan... Deze keek twijfelend naar Marie... Maar zij leek eveneens met zware problemen te worstelen en vroeg hem niet om te blijven slapen...

Bon, ook goed...

Marie was met een bezwaard hart naar Nieuwpoort gefietst, maar dat bleek nergens voor nodig. Er werd niet de minste allusie gemaakt op de plotse vrijlating van Jetje of de deportatie van Rachel, en evenmin op de arrestatie van Briek Erte, allemaal zaken waar de roddels in het dorp haar nochtans ondubbelzinnig aan linkten...

Ze schrok wél toen Chef Remy onmiddellijk met de deur in huis viel :"” Vrouw Cattrysse, de Duitse overheid laat mij uitzoeken wie de échte vader van uw eerstgeboren zoon Joseph Petré is! Gij moet dat weten, want gij waart er zeker bij hé ! "”... Clown Remy, de droogkomiek!

Het was alsof zij een klets in volle gezicht kreeg, en beduusd bleef zij wel tien seconden naar adem snakkend zitten, volledig van de kaart! Als uit de verte hoorde ze de Chef dezelfde brutale vraag opnieuw stellen, nu een beetje schreeuwerig :" Hebt gij het verstaan, Vrouw Petré of niet?... Wel dan??... De Duitse overheid wil dat weten om vast te stellen dat uw zoon Joseph Petré zuiver christelijk bloed in d'’aderen heeft en zo benoemd kan worden tot officier in het keurkorps van de SS"...” Hij zei dat laatste met een zeker ontzag: als het over die mannen ging, viel hier niet te lachen!

Maar Marie had zich weer stevig onder controle en poneerde geprikkeld :" Joseph is de zoon van zijn vader en daarmee uit! ”"

“ "Ja-ja, veel kans dat dàt klopt! Zoon van zijn vader: daar twijfelt geen mens aan! Maar den Duits wil weten wie zijn vader écht is! Met andere woorden: wie heeft u bevrucht toen gij uw zoon Joseph gemaakt hebt?! Want in dat fabeltje van de onbevlekte ontvangenis met een duif geloven ze niet in Berlijn! Er was daar een échte vent bij betrokken hé! ... Wie was dat verdomme?!”"

Plots werd Marie ijzig kalm :"” Chef, wat mankeert er aan mijn Dis? Is die niet schoon genoeg, of wat?! Zijn naam staat toch klaar en duidelijk op mijnen trouwboek, dat ik weet, als vader van mijn twee kinders! Of kunnen ze niet lezen, daar in Berlijn?”"

“" Berlijn trekt zich dat niet aan, met welke Jan, Pier of Pol gij uw eerste kind gemaakt hebt, die hebben wat ànders te doen! Maar '’t is uw zoon Joseph zelve die beweert dat Dis zijn échte vader niet is, en wil weten wié het wél was. Om te bewijzen dat hij van een zuiver-christelijke vader afstamt! Want dat valt bij uw echtgenoot Désiré Petré moeilijker, zoniet onmogelijk te bewijzen, zuiver omdat hij als pasgeborene te vinden werd gelegd door onbekende ouders. En dié ouders terugvinden is veel te moeilijk... Het zou voor de Duitse autoriteit beter zijn moest gij de naam van de échte vader van Joseph bekend maken, zodat wij kunnen bevestigen dat het een zuiver christelijke mens is van goede familie...Dan is die zaak van de baan: we moeten zelfs die man daar niet voor lastig vallen..."”

Maar Marie hield zedig voet bij stuk: Dis was de vader! En als ze van hem méér wilden weten, moesten ze dat bij het Zwartnonnenklooster in Veurne gaan vragen!

Punt!

De wereld van Leon stond op instorten. Zijn Olga had de fatale botsing tussen hém en haar moeder kunnen vermijden door op een avond zelf naar de Stella Maris te fietsen. In de schemer van het koertje bracht ze haar aanbidder vluchtig op de hoogte van de banbliksems die haar moeder over hun relatie had uitgesproken, en dat ze volgende week, bij het begin van het nieuwe schooljaar, naar een nonnenpensionaat in het binnenland zou verbannen worden, onverbiddelijk!

"“ Maar waarom, verdomme!? Ik heb haar of u toch niks misdaan! Akkoord, dat gouden armbandje was er dik over en in haar ogen veel te serieus! Zij beziet ons nog altijd als jonge snotters! Maar wij zijn toch al méér dan vier jaar bijeen, en wij zien elkaar toch nog altijd geren dat ik weet... Allee, ik u toch..."”

“" ’t Is daarvoor dat ons moeder bang is, peins ik! Zo’'n beer lijk gij, zegt ze altijd...En ik dan eerder een smalle!... Ik zien haar altijd prakkezeren dat, moest ge' ’t in uw kop krijgen om mij te overmeesteren, hé..."”

“" Hoezo, ik u overmeesteren?! Waar haalt ze dàt?!”"

“ "Wel, dat ge mij gemakkelijk een kind zoudt kunnen maken, met al uw macht... En we zijn alle twee bijkanst zeventien hé...Dat is nogal gebeurd... En als het gebeurt, is het te laat hé! ...Dan zitten wij met de gebakken peren... en dat kind...'t Is daarvan dat ze bang is...”"

Ze keken elkaar in de schemer van de koer een wijle ernstig in de ogen, tot de tinteling hun mondhoeken krulde en ze plots samen in een schaterlach uitbarstten!

“ Een kind maken! ...”

 

Zo: Het grote woord was er uit: ” Een kind maken! Hij...bij zijn liefste lief...een kind maken...Hij was er heel de nacht ongemakkelijk van: wie durft dààr nu aan te denken! En het meest vervelende vond hij nog dat ook zijn Olgatje daar zo makkelijk over sprak. Het leek wel volledig in haar lijn van verwachtingen te liggen dat hij vroeg of laat...met haar...En zij met hém! Want dàt vond hij nog het schokkenste: dat zij er zich aan verwachtte ieder ogenblik door hem besprongen te worden lijk een beest! Tranen van schaamte welden in zijn ogen op...

Dat hij op zijn scheerzolder bijna iedere nacht - en zelfs '’s morgens vroeg op de koop toe! -– in gedachten dan hé...Ja, met verschillende meisjes van het dorp en een paar ferme mokkels van Nieuwpoort: ze moeten zich maar zo uitdagend pikant niet gedragen in zijn natte dromen! En de vuile aanmoedigingen die zij in zijn oren fluisterden! Komaan hé, die vroegen er om dat hij met hen de beest uithing, en zelfs als christelijke jongen had hem dat nooit overmatig gestoord. Er kwamen ook nooit kinders van dat straffe gestoei tijdens z'n dromen, dat hij wist...En al dat nachtelijk gedoe hoorde nu eenmaal bij de normale onkuise gedachten waarmee je naar de biechtstoel trok...Een akte van berouw en hij kon het vergeten :geen kinders !

Maar nóóit, nóóit of te nimmer was Olgatje in zijn dromen daaraan te pas gekomen! Nooit!...

En nu flapte zijn engeltje er van god-geen-erg  zomaar uit dat ze er zich aan verwachtte -– of al lang verwacht had! -– eerstdaags door hem overweldigd te worden! En zelfs Yvonne, haar moeder, die hij altijd héél hoog had geschat, speelde onbezwaard in gedachten met deze verschrikkelijke mogelijkheid, al hàd ze het niet zo graag omdat ze alle twee nog zo jong waren! Niemand scheen er graten in te zien, ja, het zelfs heel normaal te vinden dat hij zijn engeltje geweld zou aandoen, of pijn... Of haar van schaamte doen wenen als hij met haar zou doen wat hij met die geiten van het dorp iedere nacht uitstak... Iedereen zou deze smeerlapperij blijkbaar héél normaal vinden, maar viel wél over hun jeugdige leeftijd! Dààr lag de zonde!  

Waren alle volwassen mannen dan werkelijk zo'’n beesten? Waren de vunzigheden waar hij van droomde dan werkelijk dagelijkse kost bij alle getrouwde koppels?

Leon was compleet zijn pedalen kwijt...Zijn Olgatje, zijn engeltje bleek helemaal klaar om in die zwijnenstal te ploeteren en, zoals de geile mokkels in zijn dromen, er nog van te genieten ook!

Dàt kon hij niet aanvaarden!...Alhoewel...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
02-02-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
01-02-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 236
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B63 

  DE TWEEDE AANVRAAG VAN JOSEPH.

                                   Praag, juli 1943.

Eind mei '43 was het Legioen -– of wat daar van overbleef - in groepjes uit het front weggetrokken en trapsgewijs in goederentreinen eerst naar de legerplaats Debica in Zuid-Polen verplaatst om uiteindelijk in Milowitz te belanden, een reusachtig militair complex bij Praag.

Van deze lange reis kon Joseph zich later niet veel meer herinneren omdat hij bijna aan één stuk door geslapen had. De spanning van het maandenlang balanceren tussen leven en dood en de schrik zwaar verminkt te worden had hem mentaal compleet leeg gezogen. In zijn zeldzame heldere momenten op de trein spookten aanhoudend de beelden van stervende kameraden door zijn hoofd, maar wat de toekomst verder voor hem nog in petto had, voor straks, morgen of làter, interesseerde hem totaal niet...

Hij leek wel een zombie, en zijn makkers rondom deden niet veel beter. Hij had, zoals zovelen, erg last van fluitende oren, wat een normaal gesprek bijna onmogelijk maakte en aanleiding gaf tot idiote misverstanden en schreeuwerige ruzies.

De tussenstop in de Poolse legerplaats Debica pompte wat nieuwe energie in hun gemartelde lijven en het was ook daar dat hij voor het eerst sinds ruim een maand zijn vrienden Penjaert en  Aspeslaghs terug vond. Of beter gezegd: zij vonden hém terug... En alhoewel die twee als sergeanten van een groep Sturmgrenadiere waarschijnlijk dieper in het strijdgewoel hadden gezeten dan Joseph met zijn 2CM pantserauto, zagen zij er beiden op eerste zicht nog tamelijk ongeschonden uit. Hij vermoedde dat Penny dit dankte aan de ironische afstandelijkheid waarmee deze flierefluiter alle tegenslagen onderging, en John aan de koele verstandelijke beoordeling van zijn overlevingskansen... Maar hoe dan ook: ze hadden het dan toch alle drie gehaald... En er was sprake dat alle anciens van het eerste uur nu voor drie weken met verlof zouden gaan naar Vlaanderen, en nadien bevorderd zouden worden...

Het was John die het als eerste opwierp: "” Van het officierenkader blijft er niet veel over, heb ik gehoord. Er zijn compagnies waar er van de vijf ‘Junkers’ maar één of twee meer op hun poten staan, en ze gaan dus dringend nieuwe kandidaten moeten aanwerven om de gaten op te vullen... Naar ’'t schijnt staan wij, als anciens van ’'t eerste uur, bovenaan de lijst! ...”"

"“ Als ze er zó op gebrand zijn om ons een ster te geven, zal daar wel een reukske aan zitten! "” sneerde Penny: "” Voor mij hoeft het in elk geval niet! Altijd met blote borst voorop lopen en op de koop toe d’' ander verplichten de kastanjes uit het vuur te halen, dat zégt mij niks !" ”

 John bromde: “" Da’s nog altijd beter dan klakkeloos de orders te moeten uitvoeren van een bangschijter die zijn pedalen kwijt is! Als officier kunt ge tenminste een van hogerhand gekregen bevel volgens uw eigen verstand uitvoeren! ”"

Joseph haakte twijfelend in: "“ Als ik àf moet gaan op het aantal chefs dat hun kaas heeft gelaten, zijn er aardig wat die niet over uitzonderlijk veel eigen verstand beschikten! ”"

Ze grolden wat, maar het ging niet van harte. Al wisten ze tegen het einde van de reis dat ze het er alle drie op zouden wagen...In hoofdzaak voor de eer dan, al dacht Joseph nog sluiks even aan zijn wit paard. En een officier kreeg rapper het Ijzeren Kruis toegekend dan een simpele sergeant, nietwaar...

Zij het dan postuum...

 

De ‘Leiding’ dacht er goed mee te doen de verenigde ‘glorierijke’ eenheid zo vlug mogelijk op het paradeplein van Milowitz voor zich op te stellen. Kwestie om met een pompeus lovende speech en de zuurverdiende felicitaties van de Reichsführer SS Heinrich Himmler vooral zichzelf te bewieroken.

Maar op de moraal van de mannen had het een averechts effect, zoals ze daar zo verloren stonden te bakken op dat reusachtige zonovergoten plein, met al die open ruimten tussen de groepen. Want Joseph zag nu voor het eerst welke bloedige ravage hun inzet rond Leningrad in de verschillende afdelingen had aangericht. Zijn pantserauto met het 2CM kanon was de enige overlevende van de vier die oorspronkelijk de ruggengraat van de ‘compagnie-zware-wapens’ hadden gevormd. En weliswaar mooi gelijnd, maar triest om zien en pijnlijk verspreid, stonden de uitgedunde gelederen van de vroeger zo forse eenheden Sturmgrenadiere rond het podium in carré opgesteld. Echte anciens van het oorspronkelijke Legioen had Joseph nog nauwelijks ontdekt: de meeste mannen op het plein waren pas in de loop van de laatste maanden als snotterige rekruten ingelijfd en hadden de winter aan de Neva uiteindelijk overleefd...Veel van hun makkers blijkbaar  niét...Maar uit de verschillende lazaretten zouden de volgende weken nog wel een paar herstellenden komen aanwaaien, en ook uit de Heimat verwachtte de ‘Leiding’ een grote toevloed van vers bloed...

Dat was dan ook hoognodig, indien ze er binnen de drie maanden wilden staan als de pas gevormde ‘ 6. SS-Freiwilligen Sturmbrigade Langemarck’ ,voorziene getalsterkte tweeduizend man ! Zo had hun commandant het toch triomfantelijk door de flippende luidsprekers over het akelig-lege plein geschreeuwd. En met deze laconieke aankondiging heel wat gekoesterde illusies de kop ingedrukt! Want voor hén was de '‘Krieg im Osten’' dus nog bijlange niet gedaan! Van een gedroomde demobilisatie en een spoedige terugkeer naar het luizige burgerleven in Vlaanderen kon hoe dan ook geen sprake zijn!

Eens de eerste schok verwerkt legden de mannen zich daar maar node bij neer, al was er nu eenmaal niets tegen te doen... Ze hadden getekend voor de duur van de oorlog in Rusland, en niét voor de duur dat het ‘Vlaams Legioen’ zou bestaan... Maar velen ergerden er zich vooral aan dat zij, zonder de minste inspraak, zomaar bij de SS werden ingelijfd, en hun vereerd etiket van Vlaams-Christelijke bestrijders van het bolsjevistisch monster in de vuilbak vloog! Want dàt hadden ze aan de Wolchov wél geleerd: van énige Christelijke waarden of Vlaams sentimentaliteit was er in de SS absoluut geen sprake! Het was al Duits wat er de klok sloeg: zowel de voertaal van het kader als de kille gevoelloze ‘kadaverdiscipline’! Het zou gedaan zijn met dat lome-voeten-slepen bij het uitvoeren van een bevel dat hen niet erg aanstond ! Frontverhalen van lijntrekkers of twijfelaars die door de SS-officier ter plekke door de kop werden geschoten, waren niet van aard om de geestdrift voor hun nieuwe eenheid aan te wakkeren.

Nog een grotere verrassing beleefden ze toen ze samen hun aanvraag voor de officieren-opleiding hadden ingediend. Die van John werd blijkbaar aanvaard lijk een fluitje van een cent, maar de Penny werd kortaf geweigerd om disciplinaire redenen: niet uit het goede hout gesneden, vertaalde zijn compagniecommandant. Met àndere woorden, zijn manie om elk bevel even te laten bezinken deed hem de das om.

Ook de aanvraag van Joseph deed bij zijn commandant de wenkbrauwen fronsen :”" Dat wordt niks hé Petré! Vroeger bij het Legioen heeft mijn voorganger al last gehad om je tot Scharführer te bevorderen! Wegens je onzekere Arische afstamming, lees ik hier... Ze hebben het toen door de vingers gezien, schijnbaar... Maar wat in het Vlaams Legioen nog aanvaardbaar was, kwestie van onzuiver bloed, zal in de toekomstige 6. SS-Sturmbrigade Langemarck niet meer door de beugel kunnen, hé man! Een bloedlijn met een vader van ongekend ras die bij de geboorte te vinden werd gelegd, zoiets zorgt bij de SS voor de nodige kriebels, Petré! ... Afgewezen! ”

Joseph probeerde nog kruiperig aan te dringen met: ” "Heer Commandant, en als ik kan aantonen dat de vondeling Desiré Petré niét mijn biologische vader is?..."”

"“ Raus, Petré !" ”

Verslagenheid bij de vrienden!

Op aanraden van John vroeg Joseph schriftelijk zijn ontslag aan uit de gewapende dienst: ” En geef als reden op ‘Wegens onzuivere bloedlijn niet waard bevonden om Vlaanderen als Officier te dienen’ Dan moeten ze hun eigen logica maar durven doortrekken...”

Maar vreemd genoeg dreef de Luitenant het spel niet op de spits. Hij liet Joseph op het bureel roepen en gaf hem de ontslagaanvraag nijdig terug :" ” Verbranden! Begrepen?! Onmiddellijk! Dit vod werd nooit ingediend, verstaan!?”"

“"Jawohl Herr Leutenant! "” was al wat hij verrast kon uitbrengen, en wou al model rechtsomkeer maken toen de commandant hem toeblafte: ”" Ik zal in je Heimat laten nagaan of je vermoeden ,van een àndere biologische vader af te stammen ,op enige grond steunt! Maar als dat een jood blijkt te zijn, vlieg je in het K.Z., verstaan?!”"

Hij salueerde, ook al had hij geen flauw benul wat die man met ‘K.Z.’ bedoelde... Maar veel slechter dan de toekomstige SS-Sturmbrigade zou het wel niet zijn...

 

De sfeer in Westende was plots zeer onaangenaam geworden. De arrestatie van de populaire Briek Erte blies de sluimerende dualiteit vóór en tégen ‘den Fritz’ nieuw leven in. Sinds de overgave van het opgehemelde Duits-Italiaanse Afrikakorps in Tunesië op 12 mei, begonnen de ‘Engelsgezinden’ weer licht te zien aan het eind van de tunnel. Dat feldgraue monster bleek dus inderdaad niet zo onoverwinnelijk al de laatste jaren gevreesd werd! Eerst Stalingrad en nu weer Tunis: door zo van de ene nederlaag in de andere te tuimelen moesten die bullebakken vroeg of laat de oorlog verliezen! Dat bedwelmende vooruitzicht was een half jaar geleden nog ondenkbaar! Nu was het enkel nog vol vertrouwen wachten op een geallieerde landing in Griekenland of Italië, en dan was de zegestoet van de Westerse beschaving onstuitbaar aan het rollen!

Maar deze roes deed menige heethoofd de pedalen verliezen en zijn glorieuze dromen voor werkelijkheid nemen... Pubers jutten elkaar op om toch maar de Mof een hak te zetten, hoe driester hoe liever! Dat begon bij nachtelijke kalkploegjes die ‘V’-tekens rondkladden, en eindigde met het neerschieten van een collaborateur of een zatte matroos. En dus schepte de bezetter steeds meer "‘Bandieten"’ op, verdacht van sabotage of ondergrondse strijd. En bij ontstentenis van de échte daders arresteerden ze nét zo leuk hun gezinsleden, vrienden en kennissen... Of zelfs gewoon prominente burgers die als notoir pro-Engels bekend stonden. Zo maar, kortweg als gijzelaar..

 

In Westende-Bad was bekend geraakt dat ‘Monsieur Van Schelles’, zoals de baas van de Lac-aux-Dames voor de oorlog werd genoemd als lid van de plaatselijke ‘Upper-Ten’, een paar maand geleden zo door de Duitsers was terechtgesteld, gewoon als gijzelaar. Maar volgens Dikke Pappie later aan Jupp vertelde zat er aardig wat méér achter. De man zou banden gehad hebben met het amateuristische spionagenet van Jean Peerdepoot, waar ook de fotograaf Paul Hazard onbewust voor werkte. En in de rand van dit onderzoek zou ook de naam van Briek Erte gevallen zijn. Zoiets kon de Gestapo natuurlijk niet laten ontglippen, temeer omdat hen ter ore was gekomen dat Briek en Hussak goede vrienden waren geworden, en ze deze Figaro al een hele tijd in de mot hielden...

Maar Pappie stak kordaat zijn hand in het vuur dat zijn badmeester niets verweten kon worden. En dés te kordater omdat door de afwezigheid van Briek de opening van de ‘Lac’ in het gedrang dreigde te komen... Want als Ortskommandant stond Pappie, samen met Jupp, in voor dit openlucht zwemdok, veruit de voornaamste zomerse ontspanning van de soldaten van de batterij sinds die gasten niet meer op het gemijnde strand konden baden...

Het was dan ook niet meer dan normaal dat Pappie al zijn relaties aansprak om Briek weer op vrije voeten te krijgen. Al was het met die mannen van de Gestapo moeilijk kersen eten...Evenwel, was Jupp er in april niet in geslaagd zijn kokkin Georgette Neuville uit de klauwen van de Brugse Gestapo te bevrijden?... Hoe had dié dat geflikt, Donnerwetter!?

Vreemd toch dat Feldwebel Jupp Deutinger daar zo schuw op reageerde, vond hij. Net alsof die drankgezel van hun ‘Stammtisch’ iets te verbergen had...

 

Dat Yvonne Erte, de knappe echtgenote van de Briek, ondertussen ook niet stil zat om haar ventje vrij te krijgen, spreekt vanzelf. Maar ze was nu ongewild zowat de vaandeldraagster en de gevangene geworden van de Westendse patriotten en liep zeer in de kijker. Té zeer, volgens haar eigen zin! Want telkenmale ze bij Pappie, Jupp of een àndere Duitser zoals Provoost Heydrich aanklopte, werd ze nadien gegarandeerd door goedmenende en meelevende dorpsgenoten aangeklampt om tekst en uitleg te geven! En dat hing ferm haar voeten uit!

Daarom besloot ze om zich dringend uit de omarming van één of ànder kamp los te wringen en zich zichtbaar neutraal op te stellen. En het eerste slachtoffer van haar politieke ommezwaai was Leon!  

 

Marie viel bijna van haar stoel toen ze Yvonne Erte herkende, die op de fiets in haar koertje afremde! Mens, wat leek dié een haast te hebben! Ze kon met moeite de keukendeur openen, toen haar bezoekster reeds het vuur opende: "” Dag Marie Petré! Ge kent mij wel hé: Erte! En ge weet wel dat den Duits twee weken geleden mijn ventje opgepakt heeft hé? Al durf ik niet geloven dat ge daar voor iets tussen zit, lijk de mensen beweren! "”

"“ Ha, Yvonne! Merci voor de confience, mens! ” sneerde zij ad-rem: "” Is '’t om dat te roepen dat ge hier op visite komt? Zet je, mens, zet je! En wat zal het zijn? Een jatte kaffe?”"

Even keken de twee kemphaantjes elkaar nijdig aan, maar toen drong het absurde van de situatie tot hen door. 

Yvonne kalmeerde het eerste:" ” Pardon om hier zo binnen te vallen, maar ik zijn grote kuis aan '‘t doen! En dàt hier past niet in mijn huis! "” Ze graaide in haar schortzak en legde hautain een gouden armbandje op de keukentafel.

Marie wist een ogenblik niets te zeggen en bleef verschrikt naar het glinsterende juweeltje staren: "” Wat is me dàt?... Wat moet ik daarmee?... Da’s niet van mij mens! ” Een naamplaatje in goud aan een dun kettinkje, met bij nader toezien een naam gegraveerd..."

"“ Olga” " spelde ze wat moeilijk:" ” Da’s van je dochter, mens! ”"

"“ Ja, maar kado gekregen van Leon, uwe kleine! Voor haar verjaardag, omdat ze zogezegd bijeen zijn! Ik wil dat niet! Ten eerste is dat een veel te duur kado voor die kinders om zomaar te geven, en ten tweede wil ik niet dat Leon nog met mijn Olga loopt! Vanals ik mijn huishouden weer op de plooi krijg en mijn vent terug is, stuur ik haar op pensionaat naar Gent! Zolang wil ik die van u niet meer op mijnen dorpel zien, verstaan! " ”

Ze draaide zich om, sprong op de fiets en verdween.

 

Twee uur later sloeg ze Leon daarmee volledig uit zijn hout en kreeg hij de volle laag! "Waar haalde hij plots al dat geld vandaan om z'o’n duur kado te kopen?! En zoiets aan een kind geven dat nog niet droog achter d'’oren is! Allee, opbiechten verdorie!"

Het verhaal van de blikken koekentrommel onder de konijnenhokken van Jetje kwam er verward en hortend uit. En ook van de omslag met de kluts armbandjes die hij per ongeluk had scheef geslagen. Hij had er twee uitgekozen, een grote en een dunnetje. Met dat laatste had hij bij juwelier Tissot in Nieuwpoort ruim de kosten voor het graveren van Olga’s naam kunnen dekken en nog zestig frank teruggekregen...

"“ En die omslag”"  vroeg Marie nijdig: ”Zaten er daar nòg andere in? Waar is die gebleven?!”"

"“ Nog achttien..."” bekende hij benepen: "’ Boven, in mijn kleerkast, achter de onderste schuif geplakt met sparrendrap...“ "

"Hier d'’r mee! Gijsse dief! En rap! "””


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
01-02-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 235
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B62Bis      DE FATALE ZOMER 1943.                

 

De catastrofale Italiaanse verliezen (éérst aan het oostfront bij Stalingrad, en nu weer in Tunesië) zetten Mussolini op 7/4 aan bij Hitler te pleiten voor een vredesvergelijk met de Russen en de geallieerden: "Want mijn volk is de oorlog moe en ik vrees de ineenstorting van het regime". Maar de Führer stuurde hem wandelen met het fabeltje dat hij nog deze zomer de Russen vernietigend zou verslaan. Nochtans hadden zijn troepen sinds februari de omsingeling van Leningrad moeten opgeven en waren in deze regio nog steeds in het defensief. Op een lichtgolvende lijn tussen het Ilmenmeer in het noorden en het Koubanbruggenhoofd bij de Krim trachtten zijn legers zich op hun winterstellingen zo goed mogelijk van het débacle na Stalingrad te herstellen. Uit deze precaire vertrekpositie zal hij nochtans zijn - weliswaar laatste - vernietigend offensief op Russische bodem voorbereiden.                                       

Begin juli concentreerde hij daarvoor twee massale tanklegers, nieuw uitgerust met de modernste "Panther" en "Tiger" pantserwagens, rond de Russische wig in zijn Oekraïnefront: het saillant van Koersk. Omdat deze wig een gedroomde uitvalsbasis was voor een toekomstig Russisch offensief diende dit dringend opgeruimd. Maar Stalin had maandenlang de tijd gehad deze wig vol te proppen met mijnenvelden, versterkte kazematten, zware artillerie en antitankgeschut. Hitler zag z.g. "met genoegen" hoe steeds méér sovjettroepen daarin werden geconcentreerd. Hij droomde (een beter woord bestààt echt niet), met een reusachtige omsingeling van deze wig, weerwraak te kunnen nemen voor de nederlaag bij Stalingrad. Hij overschatte echter zijn eigen krachten en de massa's nieuwe "Stalintanks" bleken al vlug stukken beter te zijn dan hun Duitse tegenstrevers.              

0p 5/7 barstte eindelijk "Operatie Citadelle" los, bedoeld om dit "Russische saillant van Koersk" gelijktijdig vanuit Orel en Bielgorod met een tangbeweging af te knijpen. Maar veel beweging kwam er niet in, ondanks de reusachtige inzet en de afgrijselijkste verliezen: na een week van bloederige, uitputtende gevechten was de tang nog maar voor éénkwart gesloten. Tenslotte moest op 22/7 de aanval worden gestaakt, omdat de helft van de Duitse tanks en infanterie buiten gevecht was gesteld.                

De Sovjets veroorloofden zich zelfs de luxe dit resultaat niet eens af te wachten. Vanaf 13/7, een week nà het begin van "Citadelle" lanceerden ze zelfzeker tussen de regio Smolensk en de Zee van Azov voor de eerste maal een algemeen zomeroffensief, juist op het ogenblik dat ook de Duitsers daarmee wilden starten, zij het op een wat kleinere schaal. Op een paar dagen tijd ontvlamde het hele oostfront. De Duitsers moesten overal buigen voor de overmacht en haastig terugtrekken om aan plaatselijke omsingelingen te ontsnappen.

Op 5/8 heroverden de Russen Orel en Bjelgorod - de Duise vertrekpunten van hun "Operation Zitadele" - en op 23/8 viel Charkov ,ditmaal definitief ,in hun handen. Gedurende twee maanden moesten de Duitsers langs het hele zuidfront steeds méér wijken, achtervolgd door het Rode Leger. Kiev viel in november. Toen het Russische zomeroffensief kort daarop was uitgeraasd, hadden de Sovjets overal tussen 300 en 500 km terreinwinst geboekt en stonden ze op de oevers van de Dnjepr. In een laatste élan staken zij de middenloop van de brede stroom op vele plaatsen over. Deze grote stevige bruggenhoofden zouden in januari '44 als uitvalsbasis dienen voor de omsingeling van Korsoen-Tjerkassy waaruit een tiental Duitse divisies - én de "Sturmbrigade Wallonie" van Degrelle - slechts met zware verliezen konden ontsnappen. Enkel de monding van de Dnjepr bleef voorlopig in Duitse handen, maar door de verovering van de landengte van Perekop sloten de sovjets 30 Duitse divisies in de Krim op.     

Sinds het begin van het jaar bombardeerden de Amerikanen massaal de Noord-Duitse steden. Op 18/1/43 kreeg Berlijn een beurt als voorproefje van de zware aanvallen die vanaf 2/3 met de regelmaat van de klok dagelijks herhaald werden. In mei wierp de 8.USAF o.a. op Kiel en Dortmund zeer zware 'bomtapijten', een nieuwe techniek van de Yanks om openlijk de burgerbevolking te terroriseren (of noem het beter 'vermoorden') zonder zich schijnheilig achter z.g."militaire doelwitten" te verschuilen. Met speciaal ontworpen luchtmijnen vernietigde de RAF op haar beurt drie stuwdammen van het Roergebied, waardoor de plaatselijke industrie wekenlang een tekort aan drijfkracht had en een slordige zeshonderd Duitse burgers verdronken ,...plus dubbel zoveel geallieerde krijgsgevangenen en Ostarbeiterinnen die in nevenliggende kampen waren opgesloten. Ach wat ,een peulschil ,want tijdens vier opeenvolgende raids op Hamburg ,tussen 24/7 en 3/8 ,ontstond daarbij de z.g. "Fire Tornado" en stierven er 41.000 geïdentificeerde burgers in dat gloeiende inferno. Plus ,afgaand op de hoopjes menselijke asse in de geschroeide schuilkelders ,evenveel niet-geïdentificeerden...Van de 2.630 deelnemende bommenwerpers gingen er slechts 87 verloren ,weliswaar samen met hun 800 bemanningsleden. Voorwaar een echt succes...                    

De Duitse luchtverdediging bleek niet opgewassen tegen de massale compacte inzet van de moderne, zwaarbewapende Amerikaanse B-17 "Vliegende Forten". Daarbij werden deze formaties sinds kort tot boven hun doelen begeleid door hele eskaders P-51 "Mustang"jagers die de Messerschmitts uit de hemel veegden. Want de Yanks leerden vlug bij uit hun eigen fouten ,zoals hun drievoudige aanval in juli op de kogellagerfabrieken van Regensburg en Schweinfurt. Daar hadden ze hun misdadige overmoed -– dagaanvallen zónder jagerscherm -– zwaar moeten bekopen:  van de in totaal 1.000 vliegende forten gingen er 120 verloren. De RAF verpulverde dan weer, praktisch zonder verliezen, in augustus het rakettentestcentrum van de Duitse V-wapens in Peenemünde, een onverhoopt succes dat het verdere verloop van de oorlog wél sterk beïnvloedde...              

Door deze bommenregen op de grote steden moesten de nazi's met tegenzin de evacuatie van de niet-productieve stadsbevolking naar het platteland toestaan en daardoor hun onmacht bekennen om hun burgers te beschermen . Wat meteen ook hun grimmige wrok aanwakkerde tegen de bevolking van de bezette gebieden...         

In bezet Europa laaide de hoop op een spoedige bevrijding pas goed op door de geallieerde landing in Zuid-Sicilië op 10 juli '43. Het zou de grootste amfibische aanval van W.O.2 worden. Twee legers (het 8ste onder Montgomery op de zuidoostkust, het 7de onder Patton als flankdekking op de zuidkust) bestormden gelijktijdig de 180 km lange fortenlijn. Het slechte weer en allerlei gehakketak tussen de twee naijverige legerbevelhebbers dreigden er van bij de aanvang een soep van te maken... Maar dankzij de zwakke Italiaanse verdediging kon na een week de zuidelijke helft van het eiland zonder zware verliezen worden veroverd. Toen blokkeerden plots aangevoerde Duitse troepen Monty's opmars aan de voet van de Etna. Daar maakte Patton gebruik van om naar de noordkust door te breken om vervolgens achter de Duitse verdediging naar het oosten te stormen. Op 17 augustus veroverde hij Messina, een eer die volgens de plannen voor Monty was weggelegd. Deze stunt heeft ervoor gezorgd dat het beruchte incident in het veldhospitaal, waar Patton een vermeende lijntrekker met een kaakslag weer tot frontdienst wilde aanporren, in de Britse pers sterk werd opgeblazen...


                                              


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (8 Stemmen)
01-02-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
31-01-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 234
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 B62:

LEUGENS EN ACHTERDOCHT...

                Westende, lente 1943.

Het moorddadige Amerikaanse bombardement op de Antwerpse voorstad Mortsel, bij klaarlichte dag op 5 april, vond wel veel weerklank in de kranten, maar schokte in feite de gewone man – en vrouw – in de straat al niet meer. Ook in de Bassevillestraat niet: te ver van hun bed... Bommen vielen er nu zowat dagelijks én overal. De mensen raakten erdoor afgestompt: morgen was het misschien hùn beurt, en er was tóch niets tegen te doen...

Het officieuze bericht dat er in de Gevaertfabriek van Mortsel en een nevenliggende herstelwerkplaats van de Luftwaffe - – blijkbaar het échte doel van de luchtaanval –- slechts enkele ruiten waren gebroken, voelde wél aan als een vette leugen. De gazet schreef losjes dat de fabriek en de werkplaatsen  "“geen noemenswaardige schade"” hadden geleden, al kon geen enkele buitenstaander dit ter plaatse controleren. Het interesseerde ten andere niemand: alle ogen waren enkel gericht op het cataclysme dat heel het centrum van Mortsel tot één puinhoop had verpulverd. Er waren nog steeds verdwaasden bùiten het Antwerpse die spraken over leugenachtige Duitse propaganda of vergoelijk fluiterden over een menselijke fout. Maar toen er de volgende dagen meer details vrij kwamen over de 936 lijken - vooral kinderen - die uit het puin van de getroffen scholen en woonwijken waren gehaald, durfden Engelsgezinden toch nog schokschouderend te insinueren dat "iedereen wel zal weten dat het daar in Mortsel één zwart nest is"...Drie dagen làter was men in Westende al overgegaan tot de orde van de dag...

Want de Duitse Nieuwsdienst had zojuist verkondigd dat in een bos bij Katyn, dicht bij Smolensk in de Oekraïne, een massagraf ontdekt werd met naar schatting 5.000 lijken van terechtgestelde Poolse officieren, beestachtig afgemaakt door de Russische NKVD... Ja, vijfduizend, alstublieft ,in dat éne bos ! En wie weet wat vinden ze nog in de bossen daarrond ! En volgens de BBC werd rond Tunis heel het omsingelde Afrikakorps – zo’'n kwart miljoen man – met totale vernietiging bedreigd... Vijfmaal erger dan Stalingrad! Zoveel als de gezamenlijke bevolking van een stad als Gent! Wat was één mensenleven dan nog waard, of zelfs die duizend van Mortsel ? Vooral als het er waren ‘van de overkant’, de tegenpartij...? Een bende 'vuile zwartzakken' dus, met andere woorden...Dan zal het moorddadige bombardement wel een straf van God zijn, vonden de patriotten...En dus op één of àndere manier wel terecht.

 Al die lijken, verdomme! Marie kon het zich niet meer aantrekken: op hààr maag lagen nu àndere zorgen...

Ze was al de hele avond vies gezind, vittend op alles wat Leon ten berde bracht, en hij kreeg zo langzamerhand wel genoeg van haar gezaag... Zijn bed lonkte en hij krabde verveeld zijn laatste pijpje uit boven de koolbak in de keuken.

Hij was van plan geweest vanavond als een naïeveling onnozelweg uitleg te vragen over de koehandel die tot Jetjes plotse vrijlating had geleid, en zich ditmaal niet met een dooddoener over ‘grote-mensen-zaken’ te laten afschepen. Hij was tenslotte zeventien, nu! Om haar op weg te helpen had hij desnoods kunnen vertellen wat hij wist over die koekjestrommel met de pastellen ‘Astrid’, die veertien dagen geleden nog achter de koten van Gaston verborgen stak, en nu ineens was verdwenen... En welk duister verband hij tussen die plotse vrijlating van Jetje en die koekentrommel vermoedde op basis van de geheimzinnige fluistergesprekken die Marie de laatste tijd met Jupp had gevoerd terwijl hij zogenaamd in de zetel lag te slapen. En als dat ‘grote-mensen-gesprek’ met zijn moeder rustig verliep zou hij misschien een hint kunnen lossen over de bruine omslag met de kluts gouden armbandjes die hij ‘per ongeluk’ achterover had gedrukt en waar hij voor het ogenblik geen weg mee wist...

Maar dat was iets te hoog gegrepen: haar gezeur over Jetjes koele afwijzing van elk vertrouwelijk gesprek liet Leon geen kans om naar de dubieuze achtergrond van deze ‘wonderbaarlijke vrijlating’ te vissen. De tijd was nog niet rijp, blijkbaar...En als ‘de grote mensen’ hem uit hun gekonkelfoes buitensloten, hoefde hij ook niet al zijn geheimen armbandjes aan hun neus te hangen! Nè!

Marie bleef ook de volgende avond erg krikkel.

"” Die Jetje hangt mijn voeten uit hé! In plaats van haar pollen te kussen en blij te zijn dat zij zonder veel broks uit den bak is geraakt, loopt ze heelder dagen met een zuur bakkes rond! Daarbij ziet ze mij maar met moeite meer staan, en heb ik nog geen enkele ‘merci’ van haar gehoord voor al de moeite die wij hebben gedaan om haar vrij te krijgen! Ik zou bijkans zeggen: stank voor dank!"”                        

Leon had buiten naar het nachtelijk bombardement van Oostende staan kijken en het vuurwerk van het Duitse afweergeschut, maar wou nu gaan slapen. Daarom rondde hij af: "” Och, haar gemoed zal overhoop liggen van de weerbots, omdat haar vriendin overgeplaatst is naar het gevang in Mechelen en ze bang is die langen tijd niet te zien...’'t Is toch begrijpelijk dat ze daar verdriet voor heeft: hoe zoudt ge zelf zijn!" ”

“" Maar daarvoor moet ze mij nog niet vies bezien hé! Die Rachel was al weg naar Mechelen vooraleer wij er iets aan konden verhelpen! De Jupp heeft méér dan zijn best gedaan in die zaak! En zelfs zijn vingers verbrand om die half-jodin vrij te krijgen, wat zijn bazen hem vast en zeker heel kwalijk gaan nemen! Want zoiets vergeten ze niet bij den troep van den Duits! Wacht maar...”"

“" '’t Schijnt anders dat ze in '’t dorp niet hoog met de Jupp oplopen, zegt de Pylieser! En dat ze hem zelfs verdenken aan de basis te liggen van de aanhouding door de Gestapo van Jetje en Rachel, vorige maand! ...Want om '’t maar àl te zeggen, Moeder, zoude gij - volgens de roddel dan toch - aan Jupp verteld hebben dat Rachel bij Jetje ondergedoken leefde...Wat gebeurde was dus allemaal UW schuld omdat gij ruzie had met die twee vriendinnen en jaloers op hen waart...”"

“ "Ik?!...Maar waar gaan ze dàt halen? Ik heb zelfs gezorgd dat Jupp die twee van voldoende vreten heeft voorzien, want zonder mij had Jetje haar vriendin nooit al die maanden kunnen onderhouden! Die roddel komt weer van de Pylieser, natuurlijk, en de garde zal ook wel voor vuurke-stook gezorgd hebben! Altijd dezelfde!" ”

"“Dan gaat ge er toch eens iets tegen moeten doen, hé Moeder, tegen die valse beschuldigingen! Want de mensen beginnen ook mij vuil te bezien, terwijl ik van toeten noch blazen weet!" ”

Dat was een steek in haar moederhart :" “Ja, ik zal haar eens aanpakken, en nogal rap! Vanals ik haar morgen zie, heeft ze het zitten! ”

Maar de nacht bracht raad, en ze begreep dat ze beter de volgende morgen langs Jupp kon passeren om een oplossing te vinden. Die liet zich nogal gemakkelijk overhalen om haar vriendin Jetje op te nemen in zijn ploegje kuisvrouwen, waardoor zij zowel een geregeld inkomen kreeg als de gelegenheid om '’s avonds etensresten en een bruinkoolbriket mee naar huis te nemen... Meteen bleken heel wat van Jetjes zorgen als sneeuw voor de zon te verdwijnen, én samen daarmee ook de wrok en de verdenkingen die haar van Marie hadden vervreemd...

 

Ook in Rusland smolt de sneeuw voor de zon, schreef Joseph in zijn laatste brief aan Leon. Eindelijk, en niets te vroeg! Al was het slijkseizoen dat daarop volgde, de beruchte ‘raspoetitza ’,al even verwoestend voor lijf en leden! En de verpestende stank van de ontdooiende lijken hér en dér nauwelijks te harden! De lange winter in de loopgraven rond het ingesloten Leningrad was op zich al een onmenselijke beproeving geweest voor de jongens van het Vlaams Legioen, maar ze hadden het overleefd. Niet allemaal natuurlijk, want elke uitbraakpoging van de Russen had haar tol geëist in de rangen van de stormfuseliers! En veel nieuwe rekruten om de gaten te vullen waren er deze winter niet meer aangekomen...

Misschien moesten ze daar wel blij om zijn! Kwestie van de onophoudelijke stroom van verliezen wat in te perken: ” La bataille cessera faute de combattants...” Met een hoop levende lijken van een afgepeigerd Vlaams Legioen kon den Duits niets meer aanvangen, en Joseph hoopte dat ze uit de frontlijn zouden worden getrokken.

Want sinds de Ivans met hun verpletterend lenteoffensief in de zogenaamde ‘Ladogaslag’ de stalen ring rond Leningrad definitief doorbroken hadden, ging het van kwaad tot erger...In ‘Café Zannekin’, het Vlaams Huis van Nieuwpoort, had Leon van een Oostfronter-met-herstelverlof vernomen dat hij vreesde geen énkele van zijn kameraden nog levend terug te zien...Volgens de laatste berichten had de Duitse legerleiding getracht met de reeds uitgeputte troepen de Russische doorbraak in te dijken, en had ook het reeds gedecimeerde ‘Legioen’ voor de wolven gegooid. Na een week van bloedige gevechten waren ze dan toch eindelijk afgelost en uit de frontlijn getrokken, had hij vernomen... Hoog tijd, want van de initiale vierhonderd legionairs stonden er die 18e mei ’43 nog vijftig min of meer op de been...

Uit de brief begreep Leon dat John en Penny, Josephs vrienden uit Oostende, tot de overlevenden behoorden, maar dat broerlief met zijn 2CM-rupswagen wel tienmaal ternauwernood aan de Russische vuurwals was ontsnapt...

Doch Stance Berkenout, die wat verder in de Bassevillestraat woonde, had zojuist het gevreesde telegram ontvangen vanuit de ‘Leiding’: haar jongens, de tweelingbroers Robert en Bertrand Berkenout, waren beiden tijdens een heroïsche tegenaanval gesneuveld. “Voor ons dierbaar Vlaanderen” blijkbaar, wat dat ook mocht betekenen... Die zatte Oostfronter van de Zannekin wist wél wat dat betekende: ” Vermaald onder de rupsen van de T34-tanks, man! En gestikt in '’t slijk! Gelijk zovelen die tijdens een terugtocht sneuvelen, gaan die twee nooit een deftig soldatengraf krijgen...”

De laatste paragraaf van Josephs brief klonk minder luguber :"Die zot van een Pylieser heeft mij weer geschreven, ik verstaan niet waarom. Maar sinds het zo slecht met ons gaat en iedereen ons laat vallen (gelijk Nadine! ) is elk goed nieuwsje uit de Heimat erg welkom! Ook al stralen de woorden van uw Schipper niet direct veel optimisme uit, alle beetjes helpen! Ik herhaal letterlijk wat hij schrijft: ” Beste Joseph, ik heb geen familie en de tijden zijn zeer onzeker met al die accidenten op zee door de mijnen en de vliegers. Moest mij ietwat overkomen, dan gaat al wat dat ik heb naar de Belse Staat gaan, en dat wil ik niet! Ik heb mijn testament laten opmaken bij notaris Legein en daarin heb ik mijn petekinderen niet vergeten..."

Ge moet dat eens op uw gemak onderzoeken, hé Leon! Want de zever van die vent hangt mijn voeten uit “

 Maar veel gelegenheid kreeg Leon niet om dat op zijn gemak te onderzoeken, want in Westende brak op 28 mei ’43 plots de hel los. Toen Jupp tijdens de middaguren even in de werkplaats van Fotostudio Hasard langsliep, botste hij binnen op twee Feldgendarmen die juist de lijkbleke Paul de handboeien omdeden. En het scheelde niet veel of ze arresteerden ook Jupp, in één moeite door! Wat hij daar zo plots kwam doen, wilden ze weten: een onderofficier van de Wehrmacht had zich niet te moeien met hun werk!

Hij kreeg nog een stortvloed van gesnauwde vragen over zich heen, waarmee hij alle moeite had om zich als toevallige en vooral onschuldige passant voor te doen.  Maar in toeval schenen de pakkemannen niet erg te geloven en in onschuld al helemaal niet!

Hoezo, hij werkte samen met deze burger?... Ja of nee?!... Nee??... Toch in hetzelfde atelier, maar niet samen, hoe legde hij dat uit?!...Amateur-kunstfotograaf, ach zo?... Waar zijn dan al de kunstfoto’s die hij had gemaakt?... Deze zwijnerij met naakte wijven, noemde hij dat kunst??... Werd zoiets erkend door de ‘Kunstkammer’, misschien?... Niet?!... Dus deze ophitsende smeerlapperij dient enkel voor de ontspanning van de manschappen?  En ‘Ontspanning’ viel dan weer binnen het domein van zijn verantwoordelijkheden in het batterijcommando? Mooi zeg, dit misbruik van graad en functie voor deze volksvreemde perversiteiten! Morgen, tien uur, confrontatie in het bureel van uw batterijcommandant! Und jetzt loss! Abhauen, du Schweinhund! »

Die confrontatie, de volgende morgen, met zijn commandant Hauptmann Stolz viel al bij al nog mee. Zijn baas spreidde meer dan gewone moed tentoon met zijn oude Pruisische minachting voor de ‘nieuwe ordehandhavers ’,al wist hij waarschijnlijk dat zijn invaliditeit hem sowieso beschermde tegen een mutatie naar het Oostfront. Maar de flikken lieten Jupp goed verstaan dat dit soort bescherming voor hém absoluut niét gold, en hij zich in de toekomst beter wat gedeisd kon houden!

Van Paul Hasard bleef bij Jupp nog vluchtig een laatste beeld hangen, hoe die geboeide sukkel in zijn atelier al half van zijn stokje lag. Maar later heeft hij van de man nooit meer iets gehoord...Of toch niks betrouwbaars. Want een paar weken nadien vertelde Hussak hem voor de échte waarheid dat hij uit betrouwbare bron had vernomen dat er in Luik begin mei een koerier werd opgepakt. Een man met een horrelvoet, ja-ja! En op die man hadden ze microfoto’s gevonden, stel je voor! Microfoto’s van de Duitse kustverdediging tussen het Westend-Palace en de Lakodam! En dat de Gestapo zo op de beroepsfotograaf Hasard was gevallen - met zijn mooi technisch uitgerust atelier - die natuurlijk onmiddellijk bezweek onder hun brutale ondervraging!...

 

Daar moest Jupp toch even van slikken! ... Want voordien had hij met Marie altijd aangenomen dat Hasard door Jetje of Rachel verklikt werd tijdens hun wekenlange ondervragingen in de Brugse Gestapokelders. Dat lag méér voor de hand dan het sprookje met de horrelvoet...

Al bleef natuurlijk de vraag hangen hoe die vrouwen in godsnaam iets te weten waren gekomen over de mogelijke verzetsdaden van onze brave fotograaf...Totaal onwaarschijnlijk hé, zoniet onmogelijk! ... Tot Marie zich plots tot haar eigen verbijstering herinnerde dat zijzelf het aan Jetje had verteld, als een waarborg voor haar persoonlijke discretie... Leon had toen immers de blonde Rachel gezien in het mansardevenster van de buurvrouw, hé. En Marie had, als waarborg voor haar stilzwijgen, geruststellend verwezen naar wat zij wist over de amateuristische spionagecel van Hasard en Peerdepoot...

De wanhoop over haar loslippigheid tegen Jetje overviel haar pas ten volle, toen ook Briek Erte van zijn bed werd gelicht en door de Gestapo naar Brugge werd gesleept! Nu moést ze Jetje wel voor het blok zetten!

"Ik zweer het, Marie! Nooit ofte nimmer heb ik op de Gestapo één woord gelost over de Paul! Ze hebben mij daar ten andere ook nooit iets over gevraagd, gelukkig maar! ...Want gij hebt allemaal gemakkelijk spreken, mens, maar als die mannen u naar de ondervragingskelder slepen en ge hoort het kermen in de cellen nààst u! ...Ik zeg u maar dàt! ...Ik geloof nooit dat er één gevangene sterk genoeg is om te weerstaan aan de druk van die smeerlappen: iedereen gaat door de knieën en bekent wat ze willen horen, garantie! "

"Maar allee, Jetje, hoe legt ge dan uit dat ze nu ook Briek Erte te stekken nemen: de tweede naam die ik u gegeven heb als waarborg voor mijn zwijgen! "

" Marie, ik heb u just niks uit te leggen! Als ik u zeg dat ik er voor niks tussen zit, dan hebt gij dat van mij te geloven! Ik heb nooit tegen u gelogen, als ' ’t over iets serieus ging, en '’t is niet vandaag dat ik eraan ga beginnen! ”

" Gij misschien niet, maar hoe zit dat dan met Rachel? "

" Dat zult ge bij gelegenheid aan haarzélf moeten vragen, Marie... Wij zijn nooit samen ondervraagd geworden, kind, maar '’t is mogelijk dat zij daarvan wist... En '’t is juist dat ik haar in der tijd gerust gesteld heb over uw persoon, dat gij goed geheimen kont bewaren... En misschien heb ik haar over Paul en Briek Erte gesproken, om mijn raison klaar en duidelijk te maken, dat weet ik niet meer... Maar ik ga mijn geheugen daar over niet meer forceren, Marie: al wat ik vraag is heel die triestige historie zo rap mogelijk te vergeten, zodat ik eindelijk weer eens kan slapen zonder iedere keer al schreeuwend uit een nachtmerrie wakker te schieten! Want wat ik in Brugge gezien heb, wil ik mijn ergste vijanden niet toewensen..."





0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
31-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
30-01-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 233
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B61.

HET GESTOLEN LOSGELD.

  Westende, maart-april 1943.

Het duurde even vooraleer Marie de morele klap van Jetjes aanhouding te boven was gekomen. De eerste dagen verwachtte ze ieder moment dat haar buurvrouw plots weer in haar keuken of op het werk zou komen binnenvallen, pas gelost uit de gevangenis. Want dàt had Feldwebel Heydrich al kunnen achterhalen: Jetje en Rachel zaten van tien-negen vast in de Gestapo-cel van Sinte-Kruis-bij-Brugge. Waarschijnlijk op secreet, en dus onbereikbaar voor een gewone sterveling.

 Maar na een paar slapeloze nachten besloot ze niet langer werkloos te wachten tot haar vriendin teken van leven zou geven, en zelf te proberen een spoor van de twee vrouwen op te pikken. Op veel hulp van Jupp kon ze daarbij niet rekenen, want die was veel te bang om bij de Gestapo het idee te verwekken dat hij op één of àndere manier bij deze zaak betrokken was. En toen ze bij burgemeester Engelborghs aanklopte kreeg ze al evenmin gehoor, al was hij in haar ogen toch de meest geschikte autoriteit om zich onverdacht het lot van zijn dorpsgenoten aan te trekken.

"“ Maria, in ‘Gestapo’ staat, zoals ge weet, het woord ‘Geheim’ voorop! Geheime Staat Polies! Die mannen staan niet toe dat gewone burgermensen lijk gij en ik ons neus steken in hun dossiers. En van vreemde interventies in hun onderzoek al helemaal niet! Maar lijk gij zegt: veel kunnen ze Georgette Neuville niet ten laste leggen buiten de overtreding van de overnachtingsvoorschriften.. Dat zullen die agenten niet zo zwaar laten doorwegen als ze zien dat het niet met kwade bedoelingen gebeurde...Ik schat dat ze er met twee-drie maanden bak vanaf komt... Of ’'t zou moeten zijn natuurlijk dat ze tijdens haar ondervraging een verband vinden met àndere louche zaakjes hé: ge weet nooit..."”

Toen ze die laatste uitspraak aan Jupp voortvertelde zag ze met een zeker leedvermaak dat hij helemaal bleek wegtrok. Zijn diep-ingewortelde goudkoorts scheen hem nu lelijk op te breken, de vrek! Ze had altijd voorgewend niet te weten wat ze van de leveranciers aan hem doorgaf, na haar tweewekelijkse fietstochten in de polders: een dichtgeplakt luciferdoosje, binnenin goed gecapitonneerd met watten tegen het schudden. Maar toen ze het gekregen doosje tijdens een van haar eerste ritten langs haar oor schudde, was dit haar ontglipt en in een plas regenwater op de straat gevallen: kletsnat! En bij de geforceerde poging tot opdrogen boven de keukenstoof loste al het plaksel en barstte het doosje open... Eén schamele kopercent lag er in de natte watten, althans dat was haar eerste indruk...

Maar bij een nauwkeuriger onderzoek bleek het een goudstukje te zijn van één Engelse pond: niet erg indrukwekkend, moest ze bekennen... Doch toen ze links en rechts eens gevist had, kwam ze te weten dat de munt ongeveer 1.100 frank waard was, verdomme bijna zoveel als zijzelf verdiende op een maand! En dàt kreeg Jupp dus om de veertien dagen beurtelings van elke grote leverancier waar zij door weer en wind naartoe fietste! Om nog niet te spreken van de kleinere donoren, zoals Pylieser die de vis leverde aan de batterij, of de brouwer die voor de bierbevoorrading van de kantines instond, en hem vanzelf sprekend ook stommelings op tijd hun douceurtje mochten toeschuiven.

Dus ruw geschat sloeg haar chérie - met haar hulp nog wel! - zo iedere maand een kleine vierduizend frank op zijn bil, zonder haar eens een cadeautje te geven, de vrek! Want dat wekelijkse etentje in het chique Oostendse restaurant kon je moeilijk een cadeau noemen, als je ervoor een hele namiddag in alle onmogelijke standjes met je lijf moest laten kloten! Een hoer rijfde op die paar uur verdomme het tienvoudige binnen!

Maar sinds ze op de hoogte was van Jupps gefoefel, zag ze op geen honderd frank als ze aan de kelner van het restaurant haar menukeuze doorgaf. En om hem te pesten had ze zelfs al eens een fles champieter besteld, nadat hij zich heel de namiddag niet voor haar vóórkant had geïnteresseerd. Kwestie van die vuile pietoe er ferm maar vriendelijk aan te herinneren dat hij met zijn laag-bij-de-grondse fantasietjes in haar hogere prijsklasse was beland. Jupp had het sportief opgenomen, maar van toen af, telkens hij het bruin wilde bakken, op voorhand uit het officierencasino een goedkopere fles schuimwijn meegenomen om in de roodpluche hotelkamer alvast de scherpe kantjes glad te strijken... Wat de stand van het intieme steekspel weer op 1-1 bracht: gelijk spel. Marie moest nog grinniken als ze daaraan terugdacht...

Maar nu zàt hij er natuurlijk mee, met al zijn goud waarvoor hij geen zinnige uitleg zou kunnen geven moesten de Gestapo of de Feldgendarmen bij hem binnenvallen. In al die maanden had zijzelf hem zeker al ruim veertig kostbare ‘luciferdoosjes’ bezorgd, zéker! Reken daarbij de armbanden die Rachel uit haar juwelenstock bij hem voor eten had omgeruild, plus de douceurtjes van Pylieser en de brouwer... Alles bijeen een klein fortuin, dat haar chéri op een slinkse manier had vergaard, louter door zijn positie van keukenchef in de batterij te misbruiken. Als dàt uitkwam ,‘hing’ haar Pacha: daar moest ze niet aan twijfelen!

Ze keek dan ook helemaal niet verrast op toen hij haar op een middag na haar werk nogal gespannen vroeg even op zijn bureel te komen.

"“ Schatz, ik ga niet lang rond de pot draaien: ik verwacht een controle en bezit iets wat die heren beter niet te zien krijgen. Ik kan het natuurlijk op duizenden plekken verbergen, in de duinen begraven of bij een notaris neerleggen, maar heb liever het van dichtbij in het oog te kunnen houden. Zou jij dit niet tijdelijk in huis kunnen bewaren op een veilige plek?"”

"“ Wat bedoel je met "‘dit’"? Je spaarpot met de gouden centen van je fournisseurs?”

"Hij keek verrast op, maar Marie raasde verder: "” Of is er méér dat ik niet mag weten?... Luistert: iets van een kassei groot moogt ge in den abri begraven, maar niet in mijn huis, verstaan! Want als ze dàt bij mij vinden  heb IK de boter gefret, en sluiten ze MIJ ook nog op bij Jetje en Rachel, terwijl gij tussen de bomen gaat staan fluiten en van niks weet, zogenaamd! En met iets groters, lijk een geldkoffer, moet ge niet afkomen om in den abri te verduiken, want dat valt zéker op waar ik niks dan last mee ga krijgen! ”"

"“ Hoe weet gij dat, van die gouden munten? Ik heb je daarvan toch nooit iets verteld?"“

"“ En zijt ge daar ook nog fier op? Gij die mij uw Schatz noemt en mij als uw vrouw beschouwt? Als ge mij voor uw kar spant met uw vuile zaakjes, had ge mij minstens kunnen verwittigen aan wat voor risico’s ik mijn vingers kon verbranden! "”

"“ Marie, antwoord mij verdomme! Hoe weet gij dat van dat goud? Hebt ge dat aan iemand voort verteld? Aan  Jetje? Weet zij het?... Dan weet heel de Gestapo het natuurlijk ook! Ach verdammt, die Weiber! "”

Ow-ow-ow! Ik heb dat aan niémand voort verteld! Goed verstaan Jupp? Aan niémand! Geen kàt weet daarvan, en toch zéker niet van mij! Maar hoe IK dat weet van die gouden centen, is nogal een onnozele vraag hé, ventje! Geen énkele vrouw laat zich alle veertien dagen dertig kilometer op de velo door weer en wind jagen om een stekkendoosje op te halen, zonder te kijken wat daarin zo rammelt hé! En bij mij is het dan nog per ongeluk gebeurd, omdat het doosje onderweg in een plas viel en bij het drogen op de stoof openbarstte. Gij hebt mij ten andere van bij het begin zélf gevraagd om IN UW PLAATS deze relatiegeschenken van uw fournisseurs op te halen om u uit de wind te zetten... Méér weet ik niet, en wil ik ook niet weten! Maar als de polies mij morgen op de pijnbank legt om dat te bekennen, zullen ze niet veel moeite moeten doen! Als ik zie hoe weinig gij op mij vertrouwt, zou ik niet weten waarom ik bij hun ondervraging lang op mijn tanden zou moeten bijten om u te dekken!"

Van dekken gesproken, nu Leon zich ook de verzorging van Jetjes konijnennesten had aangetrokken, had hij Gaston, haar Vlaamse Reus, reeds op al ZIJN moeren laten rijden. Het beest wist niet wat er gebeurde: alle dagen kermis! Maar het was een plezier om zien hoe die vuile pitou vervaarlijk stampend zijn vaderlandse plichten vervulde... Leon bleef dan ook na het avondeten langer dan gewoonlijk in het konijnenhok van zijn buurvrouw plakken, tot de rust was weergekeerd.

Maar de eerste zondag na de inval van de Gestapo ontdekte hij in volle licht wat tijdens de schemeravonden in de week onzichtbaar was gebleven. De houten batterij van Jetjes konijnenhokken, drie naast één en drie hoog, was héél recent verschoven, goed te zien aan de rechte dam droge aarde op de cementvloer vóór de dorpel van de onderste koten. Door Gastons ‘woonblok’ ruim een halve meter van de achterliggende muur weg te trekken - én nadien terug te plaatsen - was een brede spie van de vloer brandschoon geschraapt...

Niet normaal, vond Leon...

Dus testte hij eerst hoe zwaar die batterij woog: hij moest zich niet eens écht schrap zetten om heel de woonblok van Gastons harem naar voor te trekken. Logisch dat hij ook eens loerde in de donkere spleet die hij achteraan had vrij gemaakt. En vanzelf viel zijn oog op de blikken koekjestrommel waarop een pastelkleurige koningin Astrid hem vol Zweedse melancholie vanuit de duistere diepten aanstaarde...

 

De rest is rap verteld. De doos woog zo zwaar als lood en Leon had de tuinhark nodig om zijn vondst naar voor in het daglicht te trekken. ‘Astrid’ bleek propvol te zitten met tientallen grote dichtgeplakte bruine enveloppen vol zware metalen rommel. Die ‘rommel’ bleek volgens de gekalligrafeerde inhoudsopgave van de bovenste omslagen vooral te bestaan uit ringen voor dames en heren, andere met weer niets dan oorbellen of broches... Eén omslag was opengesneden en bevatte een massa ‘bracelets’... Meer onderin voelde hij het zwaardere materiaal zitten, halskettingen waarschijnlijk...

Leon hijgde als een Brabants trekpaard, en één ogenblik leek het alsof hij van zijn stokken ging draaien, zó greep het zicht van deze schat hem aan! Niet omdat de waarde ervan hem deed duizelen, want geld interesseerde hem geen sikkepit. Het was vooral de schok te ontdekken dat hij hier de juwelenstock van Jetjes vriendin in handen had, de vreemde blondine die hij in het mansardevenster van het buurhuis had gezien. Daar had hij sinds kort uit flarden fluistergesprekken tussen Marie en Jupp één en ànder opgevangen dat niet echt voor zijn oren bestemd was. Zoiets over een probleem om ‘dat mens’ te onderhouden, dat in feite geen probleem wàs, aangezien zij over veel gouden ‘Schmuck’ beschikte van haar vroegere juwelenwinkel...En Jupp wel akkoord was om in ruil voor een paar stukken, Jetje van de nodige victualiën te voorzien...En nu zaten die twee buurvrouwen in de bak bij de Gestapo... Eén foute zet kon hier mensenlevens kosten!

Neen, zijn kop was niet gemaakt om deze wirwar van problemen aan te kunnen... Vlug besloot hij stilletjes van dit levensgevaarlijke strijdtoneel te verdwijnen en van krommenaas te gebaren. Rap de bus dicht, op zijn plaats in de donkere spleet gelegd en Gastons appartementenblok weer tegen de muur geschoven! Pas toen hij de sporen op de cementvloer met zijn klomp wou uitwissen, zag hij de opengesneden bruine omslag met de ‘bracelets’ nog op de grond liggen! Verdomme!

Maar heel de verduikoperatie met het wegsleuren en terugduwen van de batterij konijnenhokken opnieuw afhaspelen om die open enveloppe terug op haar plaats bij ‘Astrid’ te bergen, was wat veel gevraagd, vond hij! Die ene omslag zou Jetje niet zo gauw missen, daar in het gevang van Brugge! Op zijn kamer kon hij die voorlopig ook wel ergens veilig bewaren! ...

Dacht hij...

Jupp had alle moeite om uiterlijk zijn kalmte te bewaren, want hij kreeg bijna een appelflauwte toen zijn collega Feldwebel Heydrich, hem met een gesist “"Zo, Goudfazant! "” in de bar van de onderofficieren even vertrouwelijk terzijde nam. Want Heydrich was hoofd van de Provoost – (zeg maar militaire politie van de eenheid) – en Jupp vertrouwde die vent voor geen cent! En om in zo'’n zenuwslopende tijden door dit personage te worden aangesproken met "‘Goudfazant"’ was voldoende om ter plekke door de grond te zinken.

Maar hij hield zich sterk en keek die pretentieuze kwal wat afstandelijk aan.

"“ Je weet waarschijnlijk wel, Deutinger, dat ik nauwe banden heb met het Gestapo-kantoor voor de kuststreek in Brugge, hé..."”

Jupp knikte: hij had kortelings iets gehoord van een dicht familielid van die vent -– een neef of zoiets -– dat daar bij de opsporingsdienst werkte.

"Die  behandelt het onderzoek naar het illegaal verblijf in de Sperrzone van de vrouwen Neuville en Coulier. Hij is die twee vorige maand in de Bassevillestraat hierachter op hun onderduikadres komen oppikken en heeft ontdekt dat ze vroeger verwikkeld zaten in een zaak van laster van de Kriegsmarine en onwettige handel in edelmetaal. Allemaal wel zware overtredingen, maar in feite geen halszaken. Hij zou ze na een tijdje zweten kunnen lossen als de vrouwen verder meewerken. En Coulier, de hoofdverdachte, is daartoe volledig bereid..."

Jupp schraapte zijn moed bijeen en zei verveeld:" ”Bon Heydrich, en waarom kom je mijn vrije avond met dit spannend politieverslag verpesten? Voor zover ik weet gaat dat noch mij, noch u iets aan! Doe mij een plezier en ga bij een ander vriendje om een schouderklopje bedelen, wil je?!”"

"“ Och, stel je niet aan, man! ” siste Heydrich: ” Als ik bij jou aanpap is dat in opdracht! Officieus, vanwege mijn contact bij de Gestapo, maar ‘Geheimsache’, verstaan Deutinger?!...Coulier heeft destijds bij de opheffing van haar juwelenwinkel in Oostende heel haar goudstock aan de wettelijke beslagname onttrokken en wenst deze nalatigheid nu discreet goed te maken. Ze weigert echter aan mijn contact te zeggen waar zij deze stock verborgen heeft, en wil dat enkel in vertrouwen via een neutraal tussenpersoon te openbaren... In casu: gij! Gij moet met dat wijf in Brugge gaan spreken, en als deze zaak tot ieders tevredenheid is afgehandeld - het goud tegen hun vrijheid - hoeft niemand daar een cent armer van te worden, als je verstaat wat ik bedoel..."”

"“ Ja, maar waarom ik?!"”

Heydrich grinnikte: "“ Dat mens is niet op haar kop gevallen hé! Ze wil zich natuurlijk indekken tegen een bedrieglijk verbreken van de onderhandse overeenkomst, en verwacht dat iedereen die boter op zijn hoofd heeft uit angst voor verklikking zich aan zijn woord zal houden..."”

Jupp besteeg zijn hoge paard: "“ Boter op z'’n hoofd? Wat moet dat Heydrich?! Ik wens met deze duistere combines van jou geen deel te maken! Verstaan?!”"

"“ Ow-ow Deutinger! Kalmeer man! Waarom denk je dat, zowel dat mens als mijn contact, akkoord gaan met jouw bemiddeling? Omdat jij, nog voor de operatie start, al boter op je hoofd hebt, jij ezel! Of dacht je soms dat jouw ruilacties van goud tegen vleesblik ons ontgaan was, man? Neuville en Coulier hebben alles aan mijn contact bekend, maar we houden dat stil, voorlopig... En Friseur Hussak heeft ons al lang volledig inzicht gegeven in al zijn vieze handeltjes, en was blijkbaar niet erg opgezet toen jij de ‘Schmuck’ van hem overnam... Hou je dus maar gedeisd, Deutinger, en werk goed mee: daar worden we allemaal stukken beter van!" ”

Tableau!

De rest is vlug verteld. Zonder Marie in vertrouwen te nemen trok Jupp naar Brugge. De twee vrouwen zagen er ellendig uit, maar waren opgetogen eindelijk een houvast buiten de gevangenismuren te ontdekken. In de spreekkamer  legde Rachel hem de overeengekomen procedure uit. Zij zou Jupp de verduikplaats van haar goudstock uitleggen, en zohaast hij die ontdekt had moest hij Feldwebel Heydrich verwittigen. Daarop zou zijn contact bij de Gestapo Jetje lossen. Eenmaal Jetje veilig thuis moest Jupp DE HELFT van de goudstock aan Heydrich geven, bestemd voor de Gestapo-officier, waarop Rachel gelost zou worden. Jupp moest dan ter afronding de tweede helft in gelijke parten met Heydrich delen...

Alles leek vlot te verlopen: Jetje kwam vrij na een afmattende gevangeniskuur. Maar zij beweerde dat Rachel al een paar dagen voordien uit Brugge was weggehaald voor een onbekende bestemming. Jupp hoorde dat ze naar de Dossinkazerne in Mechelen was versast, omdat ze een joodse moeder had en met een zekere Polak (!) was getrouwd. Hoe dan ook, die transfert van Rachel viel volledig buiten de invloedsfeer van de samenzweerders!... Daarmee bleek heel de combine in het water te vallen, en zowel Jupp als Heydrich beweerden geen flauw idee te hebben wat er verder juist nog met de goudstock van Rachel gebeurd was...

Raar, toch...Zo maar verdwenen ,zonder een spoor na telaten ? ...Raar ,inderdaad.


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
30-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
29-01-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 232
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B60Bis   1943: DE BLOEDIGE WEG TERUG.               

 

Op 12/1/43 hadden de Russen ondertussen in het noorden, tegen het Ladogameer, Schlüsselburg heroverd en zo de ring rond Leningrad verbroken. Van de drie miljoen inwoners bleek, na een belegering van 16 maanden, slechts de helft de uithongering en de voortdurende beschietingen te hebben overleefd.                      

In het midden van het Oostfront waren de Duitsers tot 300 km van Moskou teruggedreven, maar vooral in het zuiden begon het débacle zich af te tekenen: Op 8/2 bevrijdden de Sovjets Koursk, en Charkov een week later. Maar dan bleef het grote Russische winteroffensief in de voorjaarsmodder steken. Begin maart lanceerden de Duitsers een tegenaanval om een omsingeld legerkorps te ontzetten en heroverden ze voor de tweede maal Charkov, maar niet voor lang.                               

Inmiddels kon het Afrikakorps zijn ondergang niet meer ontlopen: op 23/1/43 moest het de Libische hoofdstad Tripoli ontruimen en viel het terug op de zwaar versterkte Mareth-linie, tegen de Tunesische grens.       

De Duits-Italiaanse troepen, die sinds 11/11/42 in Tunesië geland waren (250.000 man onder Generaal von Armin) om te beletten dat de Amerikanen vanuit Algerië Rommel in de rug zouden aanvallen, slaagden er gedurende heel de maand februari in alle geallieerde aanvallen op Tunesië af te slaan, en hen zelfs terug te drijven over de Kasserine-pas naar de Algerijnse grens.

Maar op 15/3 geraakten de Amerikanen toch weer over deze pas en bedreigden op 6/4 het Afrikakorps aan de Mareth-linie in de rug. Daardoor werd Rommel (weldra wegens ziekte vervangen door de Italiaanse Generaal Messe) tot een overhaaste terugtocht verplicht naar een perimeter van 100 km rond de steden Tunis en Bizerte.

De vernietiging van dat laatste reduit begon op 22/4, en eindigde op 12/5/43 met de gevangenname van 260.000 Duitsers en Italianen. Dit is bijna driemaal meer dan in Stalingrad, maar van hén zal het gros een paar jaar later wél in goede gezondheid naar het vaderland terugkeren.

Door de rampzalige ineenstorting van de Duitse legers in Zuid-Rusland en in Afrika ging Hitlers strategisch concept, om de geallieerde bevoorradingsroutes naar de USSR via Perzië af te snijden, definitief de mist in.                  

Om de aandacht wat van deze catastrofe af te leiden "ontdekten" de Duitsers begin april '43 acht massagraven in het bos van Katyn (bij Smolensk), waar de Sovjets in het voorjaar van '40 ongeveer 5.000 krijgsgevangen Poolse officieren hadden afgeslacht. Met veel heisa (én met de waarheidsgarantie van het Internationale Rodekruis en hele schare Europese professoren) zette hun propaganda deze gruwel sterk in de verf.

Voorzichtigheidshalve verzwegen ze dat zijzelf, sinds het begin van de oorlog in Rusland, daar 2 miljoen krijgsgevangenen hadden laten verhongeren, alsook 750.000 Joodse burgers en communistische partijfunctionarissen hadden afgemaakt. Minstens...

Na mei '45 werden wij om de oren geslagen met de miljoenen dodelijke slachtoffers van tien jaar nazisme, doch pas sinds kort durft de wereld ook de 85 miljoen moorden in naam van 75 jaar communisme onder ogen te nemen. Waaruit blijkt dat beide totalitaire regimes elkaar op gebied van bestialiteit niets te verwijten hadden...          

Al zal het nog wel even duren vóór dit overal doordringt...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
29-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
28-01-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 231
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B60.

GEWAAGDE GOUDEN ZAAKJES.

    Westende, winter ’42-’43...

Het was waarschijnlijk tekenend voor de verwarring die bij de mensen heerste, maar toen er begin december in 't binnenland weer een chemische fabriek zonder aanwijsbare reden in de lucht vloog, werd er nog nauwelijks naar de Witte Brigade verwezen. Ditmaal was het de TNT-fabriek van Balen-Wezel, en stierven er in één klap vijftig werknemers, maar uit ondervinding had de Weerstand geleerd dat ze dergelijke wapenfeiten beter niet kon opeisen! Slechte reclame, en de mensen waren er nog niet rijp voor... Alhoewel, rijp?.. Wekelijks maakten de geallieerden met het bombarderen van een willekeurige stad méér dan vijftig burgerslachtoffers: de mensen keken er niet meer van op...Maar het begrijpen deden ze niet ,want er was nooit een Duitser bij de doden.

Wat ze wél begrepen - en 't is triestig om zeggen - maar mensenlevens waren waardeloos geworden... Zelfs Kardinaal Van Roey had van op de kansel laten oproepen tot meer broederschap en minder fanatisme, wat natuurlijk een lachertje was indien het niet zo dramatisch ware geweest. Want in de Walen en de Kempen schoten ‘terroristen’ met de regelmaat van de klok Duitsgezinde streekgenoten of hun gezinsleden neer uit wraak voor razzia’s van de bezetter – (of omgekeerd...) en de 'Brave Burger' las nog nauwelijks de aangeplakte ‘Bekanntmachung’ van de terechtgestelde gijzelaars...

Uitzichtloos... Al twee jaar sneuvelden er dagelijks ,links en rechts ,in België of het buitenland ,duizenden mensen, al dan niet in uniform, en nóg was er geen énkele hoop dat binnenkort de vrede zou zegevieren... Echt neerdrukkend.   

De brief van Joseph deed de deur dicht. Al schreef hij het niet met zoveel woorden, maar ook bij hem dropen de wanhoop en de ontgoocheling uit iedere paragraaf... Zelfs zijn blijde zinsnede dat hij officieel bevorderd was geworden tot Unterscharführer - wat dat ook mocht betekenen -– kon de algemene indruk van troosteloosheid niet verdoezelen...

"“ Unterscharführer, dat is zoveel als sergeant."” wist Leon: ”" Dan is hij de baas over tien man: een sectie lijk ze zeggen... Al goed dat hem er zelf mee kan lachen, want hij schrijft dat ze hem met die graad nog altijd geen wit paard gaan geven... Maar wel triestig, waar hij laat verstaan dat hij met al die gewonden dikwijls moeite heeft om nog aan zijn tien man te geraken ! ”"

"“ Pertang,"” zei Jetje:" ”Ik dacht dat ze alleen in Stalingrad op hun donder kregen...”"

"“ Vergeet het, tante Jetje! Ik heb nog eens op de grote kaart van ‘Het Anker’ mogen zien: het stinkt overal even erg! Die omsingelde Duitse troepen van Stalingrad zijn bijna allemaal doodgevroren en in de pan gehakt, of '’t scheelt niet veel: daar spreken ze al niet meer van... Maar die van de Kaukasus zijn compleet op de vlucht, volle vitesse! En niet te vergeten: de Ruski’s hebben ook de Duitse omsingeling rond Leningrad verbroken, just oostelijk waar Joseph ligt. Hij schrijft daar nog niks over in deze brief omdat die dateert van heel lang voor Nieuwjaar. Maar mijn gedacht gaat hij een dezer dagen volop in de brokken gaan delen, zie..."”

Verdikke, dat was nu al het derde kerstfeest dat Marie met Jupp vierde: wat vloog de tijd! Weer was hij op een onchristelijk uur samen met zijn vriend Ferdi, een Schwarzwaldtorte en twee flessen drank bij de Stella Maris binnen gevallen, en net als vorige jaren al goed zat. En weer hadden die twee hun heimwee uitgeschreeuwd met hun ondertussen wat belegen klassiekers ‘Wenn ich an meine Heimat dencke, seh’ ich den Dom so vor mich stehn’ afgewisseld met zijn meer filosofisch getinte ‘Alle Tage ist keen Sonntag...

Met zo'’n beperkt repertoire zou het komisch duo vast geen zalen vullen. En het werd zelfs uitgesproken vervelend toen Jupp zijn vroegere takt van geheime aanbidder overboord gooide en Marie opdringerig het hof wilde maken waar Leon en de hond bijzaten. Tot overmaat van ramp vond Ferdi dat de eenzame ‘Nachbarfrau’ Jetje ,waar hij de laatste tijd in de troepenkeuken blijkbaar al eens naar gelonkt had –, best opgetrommeld mocht worden om hém te troosten.

Onnodig te zeggen dat het feest nogal verward en abrupt eindigde en Marie haar Liebling de volgende dag héél nadrukkelijk en uitvoerig de afgesproken spelregels moest herinneren. Als hij niet proper en discreet met haar kon omgaan, mocht hij het schudden! Verstaan! Het was tegenwoordig absoluut onnodig de dorpsgenoten met haar losbandig leven te vermeien: die hadden al genoeg stof om haar reputatie door het slijk te halen!

"“ En breng die onnozele Ferdi maar rap aan zijn verstand dat hij van Jetje moest afblijven hé: daar kunnen enkel drama’s van komen! ...”"

Ja, Jupp kreeg het moeilijk met Marie!... Want met Nieuwjaar was het dan weer in de Hussak-kring uit de hand gelopen, het ‘Kulturverein’ boven het kapsalon dat eveneens onder Chef Deutinger resorteerde... De Tsjechen hadden er een feestje willen bouwen en het Friseurtje kon een paar van zijn beste vrouwelijke klanten strikken voor de zatte ‘receptie’... Niet zo’'n goed idee, bleek al vlug. Want Marie werd onmiddellijk aangeklampt door een vriend van Hussak, Svoboda, die van bij het begin al teveel op had en haar steeds maar vroeg of ze soms haar ‘Goldschmuck’ wilde omruilen tegen vleesconserven.

"“ Nimmer keine Hunger mehr, schöne Madam! ”"

Het was of er bij Marie een belletje ging rinkelen.Want had Jetje niet verklapt dat ze haar vriendin al maanden onderhield met eten dat ze van Hussak kreeg in ruil voor gouden sieraden uit de stock van haar vroegere juwelenboetiek? Ja, toch?... En zo te zien waren er nog àndere leden van de kring die achter de dure juwelen van hongerige Vlaamse dames zaten te vissen, hé?... Dat de bezetter zo’'n ruilhandel al geruime tijd verboden had scheen die truiartiesten niet bovenmatig te deren...Want als ook Hussaks vrienden in die combine meedraaiden, kon dat handeltje wel eens verdacht grote proporties aannemen, hé... En waar haalden die soldaten al die conserven vandaan, zeg? Toch niet gespaard van hun eigen rantsoen hé! Vast gestolen uit de officierskeuken van Jupp...Raar toch, zo vlak onder de neus van Chef Deutinger, die minstens moreel verantwoordelijk was voor de goede gang van zaken in zijn afdeling...Kon die daar geen last mee krijgen ? Want ‘goede-gang-van-zaken’, ge zegt daar zo iets... Jupp was tenslotte ook niet vies van aangebrande combines met zijn leveranciers, wist Marie van haar tweewekelijkse fietstochten in de rijke kustpolders, nietwaar ?...

De eerstvolgende zondag, toen ze hijgend lagen uit te blazen op hun roodpluchen hotelkamer in Oostende, wierp ze een visje uit... Of zeg maar een vis.

"“ Ik denk dat ik Hussak ga vragen die platendraaier en al de jazz-platen van Birnbaum terug te geven. Die zijn veel teveel waard om aan die stomme drankorgels toe te vertrouwen... Vooral als ge ziet hoe wild die zatlappen er mee omsprongen tijdens hun Sylvesterfeest..."”

Jupp bracht het niet verder dan een verwonderd gebrom. Dus deed ze er nog een schepje op:" ”Of tewel moet hij die fonoplaten maar van mij afkopen, dan doet hij ermee wat hij wil...Tegen een schone gouden collier, bij voorbeeld. Dat  zou al veel goedmaken, vind ik... Gezien ik die toch van u niet krijg...”"

Hij kreeg zijn adem al onder bedwang.

"“ Want ge weet toch dat die oplichter met zijn vrouwelijke klanten eten ruilt tegen gouden ‘Schmuck’ hé ? Kunt gij daar geen last mee krijgen ? Gij zijt toch als zijn baas verantwoordelijk voor wat daar gebeurt, in zijn ‘zaloon’ en zijn zangclub ?... Of niet soms ?..."”

Nu voelde ze Jupp zó naast zich verstijven, al was het niet op de gebruikelijke plaats :"” Wieso meinst du, Goldschmuck ?”" Hij probeerde op jammerlijke wijze tijd te winnen, de sukkel!"

Maar Marie had bloed geroken en beet zich vast! Dat verpestte wel de rest van de avond, maar na het restaurant wist ze hoe diep hij in nesten zat, en hadden ze al een aanloop gevonden om Hussak op z’'n plaats te zetten... Of een plaatsje làger dan zijn plaats, opnieuw tussen de bezems en dweilen als latrinekuiser... 

 Marie moest eerst Jetjes stormloop op de zwarte markt in veiliger banen leiden, weg van Jupps voorraadkelder. Een duidelijke hint - dat Hussak daaruit blijkbaar sluiks putte om hààr geeuwhonger en zijn gouddorst te stillen, en dat hij daarvoor terug naar het Oostfront kon vliegen en zij in den bak - was al voldoende om Jetjes galop op vier ijzers af te remmen.

Maar wat nù ?! Zonder eten kon Rachel niet bij hààr blijven..

De wanhoop in de ogen van haar vriendin deed haar pijn om het hart. "“ Weet ge wat ? Ik rij toch iedere tweede zaterdag voor Jupp langs zijn leveranciers in de polders. Als ge mee zoudt gaan met de velo en dat goud van Rachel rechtstreeks aan die mensen aanbiedt in ruil voor zware kost – eventueel over verschillende ritten verdeeld - dan heeft dat minstens het voordeel heel wat tussenpersonen uit te schakelen...Plus voor de juwelen het dubbele te krijgen van wat Hussak aanbiedt." ”

"“ Maar zijt gij nog nooit gepakt door de controleurs van de zwarte markt ? Als dié mij tegenhouden onderweg zijn ik alles kwijt: mijn colliers en mijn smokkelwaar! Al die moeite voor niets! "”

"“Tegengehouden ? Ja, natuurlijk: al twee keer! Maar dat stelt niks voor: ik laat mijn speciale Sonderschein zien, mijn speciale pas en die mannen moeten mij doorlaten...Dik tegen hun goesting, vaneigens, maar daarvan kan ik niet wakker liggen hé... Jupp zou uw naam ook op mijn Schein kunnen bijtypen en overstempelen, dan is er nooit een probleem...En als er toch vragen zouden zijn: altijd eerst bij mij komen en nooit rechtstreeks naar de Jupp gaan: die mag nooit bij deze combine betrokken geraken of hij riskeert ook naar Rusland te vliegen! En bij de verkoop van uw oud goud van Rachèl kunt ge best rechtstreeks met mij langs zijn leveranciers passeren...zonder tussenpersonen. Dan krijgt ge de beste prijs... in geld of in eten, lijk ge wilt... Natuurlijk betalen die enkel de volle pot voor het gewicht in zuiver goud van 24 karaat: voor 18 karaat is dat al een kwart minder, en voor 12 karaat maar de helft nie-meer..."”

"“ Ja, dat zal Rachel wel verstaan: ze komt uit die branche!" ”

"“ En voor het handwerk van de goudsmid wordt er ook niks betaald: of het een schone of een lelijke bijou is maakt niet uit want het wordt toch gesmolten! '’t Is daarom dat ik zeg: op méér dan een kwart van de winkelprijs moet zij niet rekenen! En om tegenwoordig de marktwaarde van het goud te kennen is ook al zo simpel niet: vroeger stond dat naar '’t schijnt in de gazetten, maar da’s gedaan hé..."

“ "Daar zal Rachel wel raad op weten. Maar ‘ik zit méér in met Hussak: zal die niet in zijn gat gebeten zijn dat hem zijn handeltje kwijt is ?”"

"“ Natuurlijk, maar die sjacheraars weten te leven met winst en verlies...En als hij wil vermijden dat zijn klapperend gebit uit z'’n bakkes vriest in Rusland zal hij véél liever hier op z'n sjiek bijten en lijk een mens met verstand de tanden opeen klemmen..."”  

Misschien zou zij zich daarin een beetje misrekenen.

Want alles verliep vlot tot einde januari: twee keer reed Jetje die zaterdagen mee de polder in, en de beide leveranciers gaven een mooie prijs voor de aangeboden armbanden. Spek, rundsvet, meel en aardappelen: ze was met haar logée voor een hele tijd uit de zorgen. Maar op 2 februari sloeg het drama toe, toevallig ook de dag dat in Stalingrad het laatste Duitse weerstandsnest werd opgeblazen... Schijnbaar geen enkel verband, al werd er niemand opgewekter van.

Pylieser was die avond, na zijn levering van pladijs voor de troepenkeuken en een poosje mooie tongen voor de officierentafel, wat met schnaps en cognac bij Jupp blijven plakken. Deze had, zoals gewoonlijk en zonder verpinken, de fel opgepepte factuur '‘Voor Ontvangst'’ getekend in ruil voor het even gebruikelijke ‘douceurtje’, vandaag toevallig onder de vorm van een eenvoudige gladde trouwring. Waarschijnlijk ongewild een zinnebeeld voor het verstevigen van de banden tussen de twee ‘foefelaars’... Want zo kon Pylieser deze aangedikte factuur laten verzilveren bij de ‘Dienst Regularisatie der Bezettingskosten’ en verdiende daarmee nog een aardige cent ,bovenop het oplichten van de fiscus..

Bon, de schipper zag in het zogenaamde ‘rollen’ ,of oplichten, van Feldwebel Deutinger eerder een daad van weerstand tegen de bezetter, zonder daar persoonlijk veel risico mee te lopen. Hij werd er zelfs slapend rijk van, wat nog aardig meegenomen was. De sfeer zat er die avond zo goed in dat onze patriot het uur uit het oog verloor. De Sperrstunde was al ruim voorbij toen de man wat onzeker op de fiets stapte en naar huis laveerde. Een ritje van nauwelijks vier kilometer: het zou al erg moeten tegenslaan als hij in die korte tijd op een patrouille zou vallen...

Koddig zicht, toen twee Feldgendarmen de schipper de volgende morgen geboeid en lichtjes gekneusd op het bureel van Jupp binnen brachten. Die schrok zich alvast een aap! Hij vreesde dat zijn ‘compagnon’ weer wild om zich heen had geslagen om zijn eigen onschuld te bewijzen en Jupp in zijn val zou meesleuren...

Of het waar was dat deze spion gisterenavond bij Jupp stevig was blijven plakken tot na de Sperrstunde? Ja?...Was hij toen écht bezopen of deed hij maar alsof? De schildwachten hadden hem midden in de nacht onder de houten Langebrug in Nieuwpoort horen ronken. Die brug was tijdens de "Sperrstunden" tot zes uur 's morgens gesloten voor alle verkeer ,en Pylieser was er dan met z'n zatte botten maar onder gekropen om te schuilen en - naar eigen zeggen uit vooroorlogse gewoonte - zogenaamd zijn roes uit te slapen...Maar ,vonden die Feldgendarmen ,voor hetzelfde geld de springladingen daar had kunnen saboteren...

Jupp kon de argwaan van de pakkemannen weglachen en na een borrel op de goede afloop lieten ze Pylieser met een natte broek en wenend van opluchting gaan...

Maar tijdens de pousse-café liet één van de stugge gendarmen verstaan dat de verdachte tijdens zijn eerste ondervraging inderdaad wild om zich heen had gezwaaid om zijn onschuld en zijn goede trouw te bewijzen. En daarbij een paar zaken had verklikt die zeker het onderzoeken waard waren. Meer zei hij niet, omdat het wilde verweer van die broekschijter énkel burgers betrof en dat viel in het domein van de Gestapo...

Burgers, zeiden ze... Dus geen militairen ? Jupp loosde een diepe zucht van opluchting!

 

Heel de donkere sombere maand februari verliep voor de Duitsers in het teken van het drama van Stalingrad. Net zoals na het zinken van de Bismarck in mei ’41 waren zij niet gewoon een onverwacht groot verlies op een verstandige manier psychologisch aan hun volk te verkopen. Twee jaar geleden hadden ze de vlucht van Rudolf Hess naar Schotland afgedaan als de daad van een geestesgestoorde en toen hadden de mensen ook al raar opgekeken. Nu alle schuld voor het debacle aan de Wolga in de schoenen schuiven van de ‘zieke’ veldmaarschalk Paulus ging er dan ook bij de meesten maar moeilijk in...

Over het verlies van de slag om Leningrad verkoos de Hogere Legerleiding te zwijgen, en dat viel dan bij de families van ‘onze-jongens-aan-het-Oostfront’ weer in zeer slechte aarde. Alsof hun bloedige afweergevechten aan de Neva en de zware verliezen in de Vlaamse gelederen het vermelden niet waard waren. Het weinige nieuws dat zowel Stance Berkenout als Jetje en Leon onbesmeurd door de censuur gesluisd kregen, wees op een totale uitputting van het Legioen. Het ‘thuisfront’ in de Bassevillestraat  kreeg de indruk dat zowel Joseph als de tweeling al lang een kruis gemaakt hadden over de mogelijkheid ooit nog levend en wel hun geboortedorp terug te zien...

Wie bij deze algemene neerslachtigheid niét het noorden verloor, was ons Nadientje... Zij bleek een heldere kijk te hebben op wat de toekomst haar nog kon bieden en vroeg eind februari aan Joseph haar te willen vergeten... Zomaar: Vlam!... Zo schreef ze vlakaf: "” Nu de Duitsers op alle fronten zware klappen krijgen -– waar ze zich natuurlijk wel weer van zouden herstellen, maar toch -– veronderstel ik dat de oorlog in Rusland nog een eeuwigheid kan duren...En derhalve is er voor ons samen in deze omstandigheden geen toekomst weggelegd. Spijtig dat gij in de zomer van ’41 niet naar mijn wijze raad hebt willen luisteren! Maar ja, ge wou absoluut op een paard rijden hé! Beste Joseph, ik vraag u niet meer naar mij terug te schrijven, want een brief krijgen met de ‘Feldpost’ zou mij in het dorp een zeer slechte reputatie bezorgen! "...  

Voilà!

De eerste zondag van maart, rond tien uur '‘s morgens hoorde Marie een auto stoppen naast de deur en een kwartier later zag Leon hoe de twee buurvrouwen - Jetje en haar geheimzinnige hartsvriendin - door vier man in burger gedwongen werden in de gesloten laadbak van de camionnette te stappen... Gestapo! “Geheime Staats Polizei”! Bij het gedacht alleen al kakten de mensen in hun broek!

Zij klampte onmiddellijk Jupp aan in de troepkeuken van ‘Ons Rustoord, maar deze scheen absoluut niet van plan zijn vingers te verbranden vooraleer zeker te weten wat er aan de hand was...Hun wekelijks uitstapje naar het hotel in Oostende schrapte hij voor alle zekerheid, dus moest hij toch aardig geschrokken zijn...

De meest betrouwbare inlichting kreeg hij pas na het avondeten in de bar: zijn collega Feldwebel Heydrich, hoofd van de provoostdienst, wist waarom de Gestapo de twee vriendinnen had opgepakt : "iemand" had Jetje en haar illegale logée verklikt wegens onwettig verblijf in de Sperrzone... Een drama was dat niet, al werd daar alleszins niet mee gelachen...Want vooraleer de Gestapo vier man mobiliseerde om twee weerloze vrouwen op te pakken, was er toch blijkbaar méér stront aan de knikker. Jupp piekerde vooral over het feit dat, primo, Jetje bij hem in de keuken werkte en, segundo, sinds twee maand meedraaide in het carrousel van de goudsmokkel. Officieel wist hij van niks en was hij daarbij niet betrokken, maar die lugubere geheime agenten wisten vast wel hoe ze zo'’n gat in hun inlichtingen vlug konden opvullen...

Bijvoorbeeld door met een nijptang even aan een teennagel te trekken...Niet hard ,en nooit echt lànger dan nodig ,maar altijd héél efficient...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
28-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
27-01-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 230
Klik op de afbeelding om de link te volgen

                 Boekdeel B5.

Beslaat de periode van december '42 tot augustus '44 waarin sprake is van goud en juwelen, niet-arisch bloed, koudvuur en een warme Schwester Monika, plus een wrange 'Bevrijding' en de kille aanslag op Marie...

 

 

B59. VREEMD VOLK.

             

            Westende, einde herfst 1942.         

Zoals te verwachten was, stonden er, samen met weer een oorlogswinter in aantocht, grote gebeurtenissen voor de deur. Niet dat de mensen, zoals vorig jaar, opnieuw voor een hongersnood vreesden, want ditmaal was uitzonderlijk de aardappeloogst eens niét mislukt. En de Duitsers haalden hun voedselvoorraden nu volop uit de Oekraïne zonder onze boeren leeg te zuigen...

Neen, iedereen voelde dat de glorierijke tijd van de Duitse ‘Sondermeldungen’ nu voorbij was: vanaf deze winter was het de beurt aan de Engelsman om te beginnen met victorie kraaien...Maarschalk Rommels fameuze ‘laatste sprong’ naar het Suezkanaal was op een bloedige sisser uitgedraaid en de BBC bazuinde rond dat het Afrikakorps vernietigend verslagen werd in El Alamein : enkel de eindeloze vlucht naar het westen ,richting Tripoli en Tunesië ,kon de man nog redden...

"“Flauwe kul, natuurlijk!" ” suste Jupp :"Onze sluwe Woestijnvos is niet voor één gat te vangen ! "”

Ook toen plots bekend werd gemaakt dat de Amerikanen op een paar plaatsen van de Marokkaanse en Algerijnse kust geland waren, zogenaamd achter de rug van het wijkende Afrikakorps - maar dan voor alle veiligheid wel héél ver er achter! - was er volgens Jupp nog geen vuiltje aan de lucht. "”Dààr of in Jacamacca, dat maakt niets uit! Die verwijfde operettesoldaatjes uit Hollywood met hun slobkousen en hun speelgoedgeweertje hebben niet eens moeten vechten tegen de Franse koloniale troepen die daar lagen te maffen! Wacht maar tot ze met onze mannen te maken krijgen! Nog voor Kerstmis is de boel daar opgekuist en vluchten ze weer over zee, zoals in Dieppe! En ondertussen hebben wij als tegenzet in twee dagen tijd heel Zuid-Frankrijk bezet, en daarmee de enige zwakke plek in onze verdediging opgevuld! Dat landingsmaneuver van de Yanks heeft ons dus niets dan winst opgebracht !" ”

En de opwinding over Noord-Afrika ging inderdaad weer even vlug liggen als ze was opgeflakkerd...Rommel ontruimde wel iedere dag een honderd kilometer woestijn, maar wat stelde dat voor? Een hoop zand?...

Maar tien dagen later brak het gevreesde Russische winteroffensief los en dat leek al straffere kost. Gelukkig bleef het in de ring rond Leningrad voorlopig rustig, hoorde Leon... Want daar vochten onze Vlaamse jongens al iedere dag vertwijfeld om stand te houden, en die zouden door dergelijke massale stormlopen van de Ruski’s hopeloos weggespoeld worden... Neen, helemaal in het zuiden was het te doen, bij de uitstulping naar Stalingrad, waar -– weer volgens Jupp - de Führer hun aanval ook had opgewacht. Een flinke, geplande frontcorrectie (of zeg maar een "ordelijke terugtocht" ,als zoiets al bestaat...) tot aan de Don zou dat varkentje wel wassen!

Maar de zelfzekere vrijer van zijn moeder kreeg het een week later op een avond toch aan de stok met Leon. Die had in het achterzaaltje van ‘Het Anker’ op de grote landkaart mogen gaan zien hoe de Russen -– volgens de sluikzender van de BBC - heel de Duitse ‘uitstulping’ met een reusachtig tangoffensief hadden afgeknipt, en hij liet zich door Jupp verder niets wijsmaken!

"“Heel uw fameuze ‘Frontabschnitt Stalingrad’ daar, zit in een reusachtige zak opgesloten, gelijk Joseph heeft meegemaakt aan de Wolchov, een jaar geleden. Maar nu zijn de rollen omgekeerd! Dees keer zitten niet de Russische legers in '’t net gevangen, maar die van u!" ”

Marie was te moe om de twee volleerde caféstrategen tot bedaren te brengen en ging vroeg slapen, toch op een rare manier content dat Joseph een heel eind uit de buurt van Stalingrad ‘de stomme kloot uithing’...

 

De zondag daarop, toen Leon na de mis op de achterkoer met de hond aan '’t ravotten was, kreeg hij opeens de indruk dat buurvrouw Jetje vanuit haar mansardevenster mee genoot van hun gestoei. Hij wierp lachend een blik omhoog, en keek vlak in het gezicht van... een volslagen vreemde vrouw! Een geverfde blondine, zag hij in een flits...met opvallend zwarte ogen en wenkbrauwen... Echt geen vrouw van '’t dorp, voelde hij instinctief...

Plots scheen het mens van haar verrassing te bekomen en week vlug achteruit. Het gebleekte voddengordijntje viel dicht, en dat was dat...        

“Tiens-tiens, “ dacht Leon: ” Tante Jetje heeft visite - zo te zien een logé - en heeft ons daar niks van verteld... Raar hé...”

En toen Marie thuis kwam van haar werk voor het middageten, verzekerde zij kortaf dat Jetje heel de morgen met haar samen in de Duitse keuken had gewerkt :" ” Ge gaat toch weer geen spoken zien, hé vent! Haar oude vriendin van Oostende, die vroeger nogal eens kwam logeren, kan het sowieso niet geweest zijn, want die is naar Brussel verkast op bevel van de Feldgendarmerie... Jetje zal ondertussen misschien een nieuwe hartsvriendin gevonden hebben, zeker... Al interesseert ons dat niet echt, hé...”"

 

Het interesseerde haar zo weinig dat ze niet kon nalaten Jetje de volgende morgen voor het blok te zetten.

"“ Ge had gisteren visite?"” Meer een beschuldiging dan een vraag. "Komiek dat ge daar niks van verteld hebt... Of mocht ik dat niet weten, soms?”"  Die zat!

Maar omdat ze merkte dat Jetje lichtelijk in paniek raakte, verzachte zij haar aanval direct :" ” Ge weet Jetje, het geneert mij niet meer als ge een nieuwe vriendin aan ’'t zoeken zijt... Die oude affaire tussen ons is in mijn ogen al lang amen en uit. Het heeft onze bakvisjaren gekleurd, en mij over de eerste schok met Dis geholpen, maar nu zijn ik compleet content met een vent lijk de Jupp... Mijn gedacht zijt gij volledig vrij te doen wat ge wilt met uw leven. Ik versta dat ge u eenzaam kunt voelen in dat groot huis en dat koud bed, nu dat Rachel naar Brussel is vertrokken... En als ge dat kunt oplossen met een nieuwe vriendin: mijn zegen hebt ge, kind! "”

 Jetje wist zo vlug niet wat zeggen. Ze leek eerst het zonlicht te willen ontkennen, maar mompelde tenslotte iets van ‘haar nicht’...

"Gij? Een nicht van onze ouderdom? Waar hebt ge die nog gevonden? Gij waart toch de oudste van de kinders Neuville?"”

“" Allee, ik zeg nu ‘nicht’, maar in feite is '’t geen echte familie. Ze is uit een Amerikaans bombardement op Kortrijk gered en erg onderkomen... De zeelucht zal haar goed doen...Een paar dagen maar en z'is weer wég...”"

“ "Als ze van de zeelucht vetter moet worden, zal dat in een paar dagen niet lukken, vrees ik! ... Maar allee, als ge er kortelings wat meer over wilt vertellen - maar dan échtig hé! - komt dan met haar eens een jatte caffe drinken! Dan kan ik mijn opvolgster eens van dichtenbij keuren! ”..." En om de zaak helemaal af te ronden monkelde ze nog:”" Ik hoop voor u dat ze plezante tetjes heeft! ”"

 

Die avond kwam Jetje inderdaad bedremmeld even buurten. Maar helemaal alleen. Marie deed even spottend alsof ze op de koer nog iemand zocht, maar zei toen "“Zet-je!" ” en begon zwijgend een pot ersatzkoffie klaar te maken. Achter haar rug loosde Jetje een zware zucht:" ”Is de Leon niet omtrent?”"

“ "Dien is gaat vrijen met de kleine van de Lakodam."” zei Marie tegen het gasvuur: "” Maar proper hé! Hij weet dat hij bij mij niet moet afkomen met vuil manieren! ..."”

Stilte...

“" Wel, Jetje, er ligt gelijk iets op uw maag, kind?”"

Weer een zware zucht. "“ Het leven is toch niet meer normaal hé Marie! Als een mens in haar eigen huis al niet meer mag ontvangen wie dat zij wilt! ..."”

Marie draaide zich om en keek haar vriendin begrijpend aan: ”" Die blonde op de mansarde? Hebt ge mij daarover soms horen klagen? Of mag dat ook al niet meer van den Duits?”"

“ "Neen begot! Misschien hoogstens voor een dag of drie, en dan nog zékers niét zonder ‘Schein’! ”..."

“" Wel, vraagt er dan één aan hé, bij Pappie... Dat is toch geen menseneter verdimme?... Of langs den Engelborghs, als ge een goed woordje nodig hebt..."”  

“" Mensenlief Marie! Het is hier spergebied hé, moest ge ’'t nog niet weten! Ze laten hier geen vreemd volk meer binnen, en zeker geen zonder geldigen ‘Ausweis’, of wat peinst gij wel! Ze zou zo eens een stukske van hunnen pinnekensdraad moeten pikken!" ”

“ "Zonder geldigen ‘Ausweis’?”" vroeg Marie ter bevestiging verwonderd: ”" Hoe is die blonde dan hier binnen geraakt, in het spergebied? En hoe lang zit die al bij u in huis?” " Ze dacht aan de schrik die ze zelf had geleden, in april van vorig jaar, toen haar broer René plots met die Engelse vlieger was aan komen waaien...Maar die blonde van hiernaast was duidelijk een vrouw, had Leon gezegd, en géén soldaat, of '’t zou een geparachuteerde spionne moeten zijn...Zo ene die geheime telegrams verstuurt in morse langs de radio... Haar hart sloeg een slag over van de spanning!

“" Heeft de kleine haar niet herkend?”" vroeg Jetje verwonderd. Maar Marie’s ontkenning scheen haar niet op te luchten: ”" Marie, ik kan er niet mee lachen: het is hier een kwestie van leven of dood, verstaat ge?! Ik kan daarover niks meer vertellen... Of ge moet mij op het hoofd van uw kinders en in naam van onze oude vriendschap zweren van het nooit aan een ander voort te vertellen!" ”

“ "Zeg Jetje, als '’t zo'’n zwaar geheim is, wil ik het liever niet weten, hé mens! Ik heb al zever genoeg aan mijn kop!" ”

“ "Maar dat gaat zo niet Marie! Nu dat de Leon haar gezien heeft, zijn ik wel verplicht u getweeën in vertrouwen te nemen. Met een half geheim kan niemand leven... Allee Marie, zweert het! ”"

 

Bleek uiteindelijk dat de vrouw in kwestie niemand ànders was dan haar oude vriendin Rachel, de vamp die Marie zo zwoel had toegelonkt uit de vitrine van de juwelenboetiek van de Wittenonnenstraat in Oostende.

“" Dan zit ze dus niet meer in Brussel?”"

"“ Nooit geweest. Ze kon het niet over haar hart krijgen om mij hier achter te laten, misschien wel voor een jaar of meer, gotweet! Ze is voor het zicht van de menschen wel naar de treinstatie geweest om een grote valies vodden op te sturen naar de depot in Brussel, maar zelf heeft ze sluiks op de velo uit de consigne demi-tour gemaakt naar hier..."”

“" Maar had ze van den Duits échtig bevel gekregen dat ze uit haar boetiek moest? Ik heb gezien dat die nu al een hele tijd leeg staat te verkommeren..."”

"“ Op aanstoken van de Marine zijn die gasten van de Hitlerjeugd haar beginnen pesten na die zogezegde roofoverval door twee matrozen die Rachel in scène had gezet. De dag dat ze haar ruit hebben ingesmeten, heeft ze haar souvenirwinkel niet meer open durven doen en alle blaffeturen met nagels vastgezet...Dan is ze nog een tijdje daarboven dat pand blijven wonen tot den Engelsman op een nacht de halve Christinastraat heeft plat gesmeten...En z’'is dan zogenaamd officieel gaan lopen naar Brussel, maar in feite was 't naar hier..." 

“" En hoelang zit dat mens dan al hier?”"

“" Ruim twee maanden..."”

“" Twee maanden?! En hebt ge daar al dien tijd eten voor gevonden, zo zonder rantsoenkaart?"”

“" Rachel heeft veel gouden juwelen van haar vroegere winkel...Ik heb het één en ander gefikst met de Friseur Hussak in ruil voor dozen vlees van de troep...We trekken goed onze plan en kunnen zo nog wel een tijdje voort..."”

“ "Omdat ge denkt haar situatie hier met de tijd te kunnen regelen?”"

“" Hier niet... Hiér, dat is hopeloos en het zal er niet op verbeteren...Maar misschien zouden we later samen kunnen verhuizen naar het binnenland...Méér zeg ik daar niet van. Het is te gevaarlijk...'”

“"Omdat ze een Jodin is?"

“ "Dat is ze niet! Wel getrouwd geweest met een jood, en dat kan den Duits ook al niet verdragen! Maar vooral omdat ze in feite geen familie van mij is..."”

En Jetje vervolgde zuchtend: ”" Verboden onderdak te geven in de sperzone of ‘'t moest aan naaste familie zijn. En dan moet ge nog mits officieel aanvraag een tijdelijke toelating krijgen! ...Ik kan dat vergeten: Rachel is geen naaste familie! En ze kan geen officiële aanvraag doen want ze zit hier zonder Ausweis, volledig onwettelijk, ondergedoken of '’t scheelt niet veel... Als dat uitkomt hangen wij alle twee! ’'t Is daarom van levensbelang dat zoiets niet uitlekt...Ik reken dus op u, hé Marie! "”

Marie wuifde dat glimlachend weg:" “ Ge kunt gerust zijn, mens! Moest ge weten hoeveel er van ons kennissen al bij den Duits in de bak zouden vliegen, moest ik mijn mond open doen! In ’'t dorp zeker tien, en zwaar gevallen hé: spionnen die de kogel zouden kunnen krijgen...Ik zeg maar dat...”"

"“ Heregods! De kogel!? Menschen die ik ken?”" 

“" Bah! ” pochte ze: ” Paul Hazard, om te beginnen...En Peerdepoot, als ge die nog kent?...En Briek Erte, en weet-ik-wie nog allemaal...Zijt gerust Jetje, bij mij is dat zogenaamd geheim van u zo veilig als in de biechtstoel! Zolang de menschen mij niet ambeteren, zwijg ik als een graf..."

Maar aan de starre ogen van haar vriendin meende ze te zien dat ze beter wat minder vlotte garanties voor haar stilzwijgen had gegeven!


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
27-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
26-01-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 229
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B58Bis  HET BEGIN VAN HET EINDE :STALINGRAD...                

 

Het verwachte Russische winteroffensief barstte los tijdens een hevige sneeuwstorm op 19/11/42, ten noorden en ten zuiden van de Duitse wig naar Stalingrad en brak binnen de vier uur (!) dwars door de zwakke (hoofdzakelijk Roemeense) flankverdediging.          

Generaal Paulus zag onmiddellijk een omsingeling van zijn 6.Leger dreigen en vroeg Hitler toelating om, 150 km naar het zuidwesten, achter de Don terug te trekken. Pas op 22/11 reageerde Hitler :alle uiteengeslagen eenheden  moesten gegroepeerd worden om de stad en het achterland te houden en desnoods overal ter plaatse in egelstelling gaan als ze omsingeld zouden worden. De verwaande Rijksmaarschalk Goering beloofde dat de Luftwaffe zou instaan om de belegerde troepen vanuit de lucht te bevoorraden...         

Op 23/11 sloot de Russische tang bij Kalatch, 70 km ten westen van Stalingrad. En terwijl het omsingelde 6. Leger de volgende dagen langzaam maar zeker in een steeds kleiner gebied naar het oosten tegen de Wolga werd aangedrukt, week ook het oude front steeds meer naar het westen.           

Uiteindelijk op 1/12, toen de kloof tussen beide Duitse fronten reeds 100 km breed was, gaf Hitler opdracht met een tankaanval vanuit het zuidwesten de verbinding met Stalingrad te herstellen. Niet om de belegerden langs deze corridor te laten vluchten maar enkel om de stad te kunnen bevoorraden en de gekwetsten af te voeren. Want Goering had ondertussen volledig gefaald in zijn belofte het 6. Leger langs de lucht te bevoorraden, in hoofdzaak omdat alle vliegvelden binnen het omsingelde gebied ofwel veroverd waren door de Russen, ofwel onbruikbaar waren ondergesneeuwd.                              

Op 12/12 startte veldmaarschalk von Manstein zijn tegenaanval op 140 km van de stad en maakte goede vorderingen. Hij geraakte op 22/12 tot op 45 km van de omsingelde troepen. Maar op 23/12 moest hij plots terugtrekken omdat een grote Russische doorbraak in de richting van Rostov hem achter zijn rug dreigde te omsingelen, en samen mét hem de twee Duitse legers in de Kaukasus.                           

Op 29/12 gaf Hitler het Kaukasusleger toelating om 700 km (!) terug te trekken op Rostov, waar het toch reeds volop in ijltempo naartoe vluchtte...Maar het Donleger moest kost wat kost stand houden. Doch dààr had het 8.Italiaanse leger de Don reeds een week voordien moeten lossen en hun vlucht was niet meer te stuiten. Heel het zuidelijke front stond begin januari 43 op instorten. En toen Rostov op 14/2 door de Russen heroverd werd, kon het Duitse Kaukasusleger enkel nog stand houden in het Koubanbruggenhoofd op de oostelijke oever van de Zee van Azov.                    

Ondertussen was heel het achterland van Stalingrad voor de Duitsers verloren gegaan en wat overbleef van het 6. Leger klampte zich wanhopig vast aan elke ruïne van de binnenstad. Om verder bloedvergieten te vermijden boden de Russen op 8/1/43 een eervolle overgave aan die door Hitler kortweg werd afgewezen.                     

Op 10/1 openden de Russen dan hun eindoffensief. Gesteund door 5.000 kanonnen en 2.000 tanks splitsten ze op 24/1 de ring rond de stad in drie eilandjes en veroverden het laatste noodvliegveld. Weer boden ze Paulus een eervolle overgave aan, maar deze kreeg van zijn Führer het bevel door te vechten tot de laatste man.                                                                                                 

0p 2/2/43 om 12 uur begaf het laatste Duitse weerstandnest aan de Wolga. Van het oorspronkelijk 284.000 man sterke 6.Leger vatten 91.000 levende lijken de lange mars aan naar de Siberische gevangenkampen.             

Toen 15 jaar later, in 1958, de balans van deze ramp bij de Wolga werd opgemaakt, bleken uiteindelijk slechts 5.000 overlevende "Stalingrad-kämpfer" uit de Siberische hel in Duitsland te zijn weergekeerd...            

 

...EN GUADALCANAL.                                    

 

Niet alleen de Duitsers, maar ook hun Japanse bondgenoten begonnen in de winter '42-'43 aan de-weg-terug, die hen onherroepelijk naar de onvoorwaardelijke overgave zou leiden.                     

Sinds ze in '31 besloten hun conflict met China met de wapens te beslechten en Mandjoerije te bezetten, hadden ze in de loop der jaren zowat heel Zuidoost-Azië onder de voet gelopen. Ze hoopten zo de Chineese generaal Tsjang Kai-sjek, die ze ondanks vele vernietigende veldslagen niet op de knieën kregen, van zijn economische hulpbronnen af te snijden en tot overgave te dwingen. In april '41 draaiden ze de Russische kraan dicht door met de Sovjets een non-agressiepact te sluiten. In juli moest het Franse Vichy-bestuur zich na een korte strijd in Hanoi neerleggen bij een Japanse bezetting van heel Indo-China. Maar in '42 werd, na de val van Singapore en Rangoon, hun opmars door Birma tijdens verwarde junglegevechten gestopt tegen de grens van Brits-Indië.                             

Ondertussen veroverden ze echter met behulp van hun vloot - die sterker én moderner bleek dan de gecombineerde eskaders van de Amerikanen, Engelsen en Nederlanders samen - onweerstaanbaar de Filippijnen, Nederlands-Indië en alle eilanden ten westen van Midway. Hun landing op dit laatste eiland kon na een uitputtend treffen tussen de beide vloten op 4 juni '42 afgeslagen worden. Daarbij bleek echter voor het eerst dat de vliegkampschepen - tot nu toe hun hoofdtroef bij de verovering van Melanesië - te kwetsbaar waren en de vervanging van deze gekelderde reuzen te kostelijk en te tijdrovend.

Tijdens drie enorme zeeslagen rond Guadalcanal  (8/5 Koraalzee, 23/8 Solomons en 24/10 Santa Cruz ) verloren beide kampen 30% van de ingezette schepen en 60% van hun carriers, maar waar Japan deze verliezen niet meer door nieuwe kon vervangen bouwden de werven in de USA nu oorlogsbodems aan de lopende band.       

Als basis om Australië binnen te vallen legden de Japanners, bij gebrek aan vliegdekschepen, daarom als springplank op de meest zuidelijk gelegen eilanden zoals Guadalcanal permanente vliegvelden aan. Dit konden de Amerikanen niet toestaan en met hun eerste amfibieaanval van de oorlog veroverden ze begin augustus '42 met drie bataljons het vliegveld van Guadalcanal. Gedurende zes maanden werd om een perimeter van een paar mijl verbeten gevochten terwijl beide kampen steeds meer versterkingen aanvoerden. Pas in februari '43 ontruimden de Japanners het eiland, 28.000 doden achterlatend tegen ruim 1.500 gesneuvelde Amerikanen. Deze cijfers houden geen rekening met de enorme verliezen bij de marine.

Maar de tij was gekeerd. En zoals Stalingrad voor de Duitsers betekende Guadalcanal voor Japan het begin van de ondergang, tweeënhalf jaar later...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
26-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
25-01-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 228
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B58: DODE TIJ...

            Westende, Oktober 1942.

Jetje wist dat Leon al een hele tijd op iets liep te broeden, maar ze vond dat hij er zelf maar mee voor de pinnen moest komen. En toen ze op een avond samen het laatste kattebelletje van Joseph over zijn frontinzet voor Leningrad ontcijferden, kwam het er eindelijk uit.

"“ Tante Jetje, wat peinst ge, zou ik dat niet beter eens aan de Jupp vragen, van die Bohemers?" ”

"“ Hoe, wat, Bohemers? !..."”

"“ Wel ja: dat onze bompa van tien-negen een Bohemer was... Lijk dat de nonnen van Veurne zeggen...”"

"“ Zeggen die dat? Contraire! Mij hebben ze altijd verteld ,met de complimenten van den Bisschop ,dat die Bohemers officieel just niks te maken hadden met de geboorte van den Dis. Ulle pa is te vinden gelegd in '’t portiek van het klooster, maar niemand weet door wie! Méér daarvan hebt ge 't raden... En mijn gedacht kan de Jupp daar geen klaarte in brengen! Dus houde beter je mond dicht! "”

"“ Maar enfin Jetje! Draait niet rond de pot! Iedereen weet dat het Bohemerwijf in de kloosterhof van Veurne een tweeling heeft gekregen alvorens dood te bloeien, en dat de nonnen '’s morgens maar één kind meer tussen haar rokken vonden...Ge moet niet voor schoolmeester leren om te verstaan dat het eerstgeboren kind -– onze pa - te vinden werd gelegd door de echte vader: ook een Bohemer die op z'’n vlucht door de portierster werd herkend!" ”

Jetje haalde vermoeid de schouders op :"” Allemaal praat voor de vaak, zonder het minste bewijs... Maar ik herhaal mijn vraag: wat heeft de Jupp daar verdimme mee te maken? !”"

"“ Wel, als Duitser weet die van tien-negen min of meer wat ze met de Bohemers van plan zijn! Nu dat ze de Joden naar werkkampen in Polen sturen, en ook niet veel van Bohemers moeten hebben, zou het toch interessant zijn te weten wat ze met die mensen gaan aanvangen. Vooral door het getetter in '‘t dorp dat ons pa in feite ook zo’'n Bohemer was, en dus ik en Joseph van '‘s gelijke! Of dan toch halvelings...En dat ik morgen misschien ook naar Polen zal moeten gaan werken..."”

"“ Leon, houd op met dien zever! De Dicke Pappie waar gij nu voor werkt zal nooit toelaten dat gij met zo'’n vage roddel uit dat nonnenklooster wordt lastig gevallen! Uw familie staat bij den Duits té goed bekend om zoiets te moeten vrezen. En moest er toch een ambetanterik u daarover komen ondervragen, zal de Jupp die wel rap een schop onder z'’n gat geven! ...Gij, een Bohemer! Waar zijt ge dat nu weer gaan halen? !"”

"“ Wel...'’t Is maar dat de Pylieser graag zou hebben dat ik weer voor hem zou gaan varen... Op den ouden ‘Astrid’ hé, terwijl hijzelf zou schipperen op zijn nieuwe boot, de ‘Stéphanie’...Maar '‘k vraag mij af of het niet veiliger zou zijn, met het oog op Polen, van voort te blijven werken voor de Kommandantur... Als ze ambetant beginnen doen om mij op te eisen voor Polen, dan zal Pappie mij stukken beter kunnen verdedigen dan schipper Gerard, peins ik... Wat gij, tante Jetje? ...”"

                                              Als ge het korte kattebelletje van Joseph kon ontcijferen, bleek daar alvast niet direct uit dat de Russische verdedigers van Leningrad zich rap gingen overgeven... Akkoord, wat hij schreef was oud nieuws van een maand geleden, maar hij liet wel verstaan dat het Legioen praktisch dagelijks ààngevallen werd door het ingesloten garnizoen van de miljoenenstad, en niet omgekeerd! Als ze hem mochten geloven beleefden hij en zijn makkers in die modderige tranchées net zo'’n verschrikkelijke drama'’s als de Belgische soldaten destijds in 14-18 in de ‘Dodengang’ aan de Ijzer! Als Nadientje dàt moest horen zou ze wel verplicht zijn haar huwelijksplannen op een lager pitje te zetten! En Stance Berkenout, die wat verderop in de Bassevillestraat woonde, had van haar tweeling in het Legioen al even bedrukt nieuws gekregen...Volgens die gastjes schreven zouden de Vlamingen uit een tamelijk rustige frontsector in de ring rond Leningrad verder naar het oosten moeten schuiven om daar de geleden verliezen op te vullen. En zo hoorden ze méér geruchten dat de fut bij de Duitsers er ver uit was.

In feite was zowat overal de hoerastemming over een nakend oorlogseinde aan het wegzakken. Over de ‘Duitse stormloop’ naar de Wolga, de ‘Blitzkrieg’ in de Oekraïne, werd niet meer gesproken... En alles wat de mensen nog opvingen over de verovering van het reusachtig industrieel complex Stalingrad, ging over ‘bloedig lijf-aan-lijfgevechten’ rond de reeds lang totaal vernietigde vleugel van een tractorenfabriek, steeds dezelfde...Het front stond er frustrerend stil... De Duitse vloedgolf was uitgeraasd, zou je zeggen... Ook de brandende olievelden van de Kaukasus waren blijkbaar geen voortzetting van dat offensief meer waard... Het leek wel of de overstroming van Rusland door Hitlers legioenen het hoogste dode tij had bereikt  en op deze uiterste grens nog even zou blijven klotsen, om dan langzaam maar zeker terug te trekken... Een Duitse bliksemoverwinning aan het Oostfront konden ze vergeten, temeer dat er weer een winter voor de deur stond... Al goed dat Joseph schreef over warme winterkleding die ze gingen ontvangen. Na de desastreuze slag voor Moskou, vorige winter schenen de Duitsers hun lesje wel geleerd te hebben...

Ook in Noord-Afrika scheen de geestdrift er een beetje uit te gaan, al waren de mensen het gewoon dat het front daar na een stilstand plots honderden kilometers opschoof, om dan weer weken te bevriezen, bij wijze van spreken... Dus daar was voor Rommels Afrikakorps nog alles mogelijk, met het Suezkanaal op slechts één dag rijden. Al sprak de Engelse post voor het eerst over ‘onneembare vestingen’ in deze smalle zandstrook langs de kust: daar zou de ‘Woestijnvos’ zeker zijn tanden op stukbijten! Wat de oorlog verdomme wéér voor minstens een jaar kon verlengen...

Kwam daarbij dat de Amerikaanse vliegers in klaarlichte dag half Rijsel in puin hadden gesmeten! Dat kont ge natuurlijk verwachten als ge een bende geschifte negers in zo’'n zwaar machien zette! Die zwarte gangsters vermoordden op deze manier gewetenloos in één klap over de driehonderd ‘bevriende’ burgers! Stomme klootzakken: ze moesten toch weten dat ze zo niet veel vrienden gingen bijmaken hé!... En waarom in godsnaam Rijsel? Voor ’'t zelfde geld kon hun volgende slachtoffer wel Brugge zijn! Of net zo goed Kortrijk, Gent of Antwerpen! Want naar ’'t schijnt hadden die zwarte cultuurbarbaren geen flauw idee wat ze hier aanrichtten! Ze vliegen recht naar een punt op de kaart en trekken gewoon hun schuif open, zonder benul van wat zij aanrichten met hun honderden bommen van samen minstens vijftig ton! Waanzin! En natuurlijk zonder één Duitser te treffen!...

 Ook voor de ‘Zwarthemden’ van het VNV kwam heel onverwacht een einde aan hun groei: de plotse dood van hun vurige Leider Staf De Clercq sloeg in als een bliksemschicht! En in zijn plaats zou er een ongekende prof het stuur overnemen: dokter Elias... Een babbelaar op de plaats van een krijger, een diplomaat die een soldaat vervangt... Een teken aan de wand!

In dit wazige klimaat, waarin niets nog scheen te lukken, verloor iedereen zijn moeizaam opgebouwde zekerheden. De Duitsers leken op het toppunt van hun macht te staan en toch te twijfelen... Ze heersten over Europa van de Noordkaap tot de Pyreneeën en van de Atlantik tot de Noord-Afrikaanse stranden, maar toch gaven hun vijanden het niet op! Dachten die nog een kans te hebben, misschien, omdat de Mof bij dit sinister pokerspel zijn hand overboden had? Of lieten zij de zaak liever verrotten en hoopten zij dat de reus op lemen voeten wel vanzelf zou instorten zoals in ‘Gullivers Reizen’? Misschien onder de aanhoudende speldenprikken van massabombardementen op cultuursteden, die nochtans enkel de burgerbevolking troffen. En waarbij niemand in de bezette gebieden nog zeker was van zijn leven, en gelijk wie, in volle willekeur, binnen de paar minuten alle gave en goed kwijt te raken!

Echt om er het noorden bij te verliezen!

 Wie daar schijnbaar niet de minste last van had was Hussak, het Friseurtje! Wat er in de wereld ook aan drama'’s gebeurde leek hem niet in het minst te interesseren, zolang hij zijn eigen nestje maar verder kon uitbouwen. Die gladde aal had door zijn opgewekte zorgeloosheid iedereen voor zich ingenomen, zijn baas Jupp nog het meest...Zijn kwebbel stond nooit stil, en zo haalde hij moeiteloos bij iedereen de pieren uit de neus. Hij had het nooit over de wisselvalligheden van de oorlog en praatte al zijn klanten naar de mond, maar leek na elke knipbeurt zijn mentale steekkaartenbak aan te vullen. Met Jupp had hij een soort zwijgende overeenkomst afgesloten om alle geruchten die hij kon opvissen aan hem door te spelen in ruil voor hints die het commando onofficieel onder de troep wilde verspreiden zonder de schokgolf van een '‘Bekantmachung’'...

Al wilde de man het niet zo gezegd hebben : heel zijn systeem steunde op ‘Voor-wat-hoort-wat’...Toen Marie liet verstaan dat ze wel graag een ietsje warmere kleur blond wilde proberen, siste hij twijfelend tussen zijn tanden: ” Schwer-schwer, liebe Dame! ” Zo eenvoudig als zij het voorstelde zou dat zéker niet gaan...

Marie had zoal iets voelen aankomen, toen de Figaro bij de laatste ‘Wasserwelle’ steeds maar stond te vissen naar de talen die een student van de ‘Mittelschule’ hier te verwerken kreeg: Frans, Duits, Engels? Nou-nou! Die Vlaamse jongens moesten op die manier geen schrik hebben van de vreemde toeristen, hé! ...En daarbovenop nog aan zelfstudie deden met een cursus Assimil op fonoplaten,hé! Waar hij dàt gehaald had kon Marie wel raden: van Leon natuurlijk! Die had het blijkbaar nodig gevonden over de koffergramofoon en de platencollectie van Arthur Birnbaum te zwetsen! Maar toen Hussak over deze heiligdommen van Joseph begon sloeg ze dicht, en Hussak was te glad om nog verder aan te dringen...Hij zou het vast langs een omweg proberen...

Marie was dan ook niet verwonderd toen Jupp haar op een avond plots vroeg of zij die oude fonoplaten met negermuziek van Joseph nog langer wilde bewaren. Nu ze bij hoog en bij laag beweerde ‘dien onnozele kloot’ uit haar leven geschrapt te hebben, kon ze misschien Hussak een plezier doen door hem Josephs cursus Assimil-Engels uit te lenen. Die kwibus scheen daar heel erg op uit te zijn...En wegens diens experimenten met z’'n haarkleuringen kon je de man beter te vriend houden als je niet plots met een groene haardos wilde rondlopen...

Nou, in godsnaam dan maar: Jupp moest samen met Leon maar eens in de rommel van Joseph kijken of die iets konden vinden. Zij was niet van plan haar handen daaraan vuil te maken!


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
25-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
24-01-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 227
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B57. TEUTOONSE BAZUINEN EN BRITSE ‘KULTUR’.

                             Westende, nazomer 1942.

Het was al heel augustus magnifiek weer, maar dat hielp de zaken in de badplaats natuurlijk niet vooruit. Benoni Ventiel was de enige die nog dacht, met de verhuur van wat ‘billekarren’, de Duitsers als toeristen te kunnen uitbuiten, maar dat sloeg lelijk tegen. De soldaten met vrij-van-dienst – en dan vooral de laatst toegekomen Tsjechische versterkingen - wilden in groepjes van twee à vier wel eens zot doen en met deze ludieke vehikels door de verlaten straten van het Bad koersen. En er ook in volle vaart mee chargeren op de brede stroken stuifzand die steeds meer de Distellaan versperden. Maar nogal dikwijls mocht de fietsenmaker na zes uur '’s avonds op zoek gaan waar die snaken zijn wielerpark gedumpt hadden. Want zijn mobiele broodwinning na verloop van de afgesproken tijd mooi terugbrengen naar de stal, dat kénden die gasten niet!... En bij de start een waarborg vragen of een pas bijhouden, dat ging natuurlijk bij dit soort toeristen evenmin, alleen al door de bijbelse spraakverwarring waarachter de Tsjechen zich verschuilden.

Gelukkig vond hij zijn gerief meestal rap terug, een straat verder, in de Avenue des Portiques bij het nieuwe kapsalon van de batterij. Daar schenen de verse rekruten op de eerste verdieping een soort ontmoetingsclub te hebben ingericht voor landgenoten, de Hussak-kring, een Tsjechisch Cultureel Centrum als het ware...Alhoewel, cultureel ?... Eerder spiritueel, ja, want er werd een flinke borrel gedronken en godweet wààr ze die vandaan haalden...Waarschijnlijk eigen stook..Maar het Friseurtje zorgde wel dat die gasten boven zijn 'kapperszaak' het niet al te bont maakten met drank en gezang en wierp iedereen op straat die niet op zijn eerste waarschuwing inbond. Want hommeles met zijn Chef, de Herr Feldwebel Deutinger, kon Hussak missen als de pest!

Zijn "‘zaloon"’ had een vliegende start genomen. In de midweek knipte hij in de kazerne ‘Rustoord’, maar op vrijdag, zaterdag en maandag werkt hij op het Bad. ’'s Morgens zaten daar altijd twee-drie soldaten gezellig  koutend te wachten om volgens militaire coupe kaalgepluimd te worden, en tegen vier uur kwamen op maandag de mannelijke burgers en op vrijdag en zaterdag de ‘Dames’ aan de beurt. Meestal werkvolk en bedienden van de batterij Lakodam of de Kommandantur, zoals Briek Erte of de vrouwen van Jupps keuken, en bij gelegenheid een kind van dit personeel samen met z’'n papa.

Nu hij merkte dat Hussak er de wind onder hield, wilde Jupp zich niet te veel met die gang van zaken op het Bad bemoeien. Hij wist dat bij de eerste wrijving met zijn Friseurtje het zou volstaan even de open plaats van latrinekuiser te vermelden om alle rimpels onmiddellijk plat te strijken... Voor het ogenblik hoefde hij tegen dit verwijfd mannetje de beest niet uit te hangen...

En Marie vaarde daar wel bij, want de Tsjech kende haar speciale relatie tot zijn baas en papte stoutmoedig met haar aan telkens hij '‘s vrijdag haar hoogblond coiffure gratis mocht bijwerken. Hij liet tegen haar lachend uitschijnen dat hij niet wakker lag van wetten en reglementen, en onderstreepte met een vette pinkoog dat hij bij gelegenheid heel veel kon fixen... Het volstond van te vragen... En als hij een onorthodoxe gunst nodig had van zijn chef, liet hij eerst bij haar een proefballonnetje op om Jupp om te praten. Dus hélemaal gratis waren zijn diensten niet, zoals Marie al vlug zou ondervinden...

Hoe dan ook, nu Hussak niet meer aan Jupps oren zaagde, kon deze al zijn aandacht besteden aan de vlotte afronding van zijn conflict met ‘Fotostudio Hasard’... Sinds hun aanvaring over die microfilms liep Paul er wel als een geslagen hond bij, maar zorgde er toch steeds voor dat Jupp de werkplaats '‘s zaterdags smetteloos ter beschikking kreeg. Wat al een hele vooruitgang was, vond hij. Nu moest hij die truiartiest nog even over hun nieuwe ‘levensverzekering’ spreken en dan konden ze het incident verder vergeten...

Tenzij natuurlijk de plotse verdwijning van Jean Peerdepoot uit het Bad nog roet in het eten zou gooien. Want niemand had hem de laatste week nog gezien of had enig idee waar die triestige clown kon zitten. Zijn bureau in de Kleine Tennis was gesloten en op zijn huurkamer wees alles op een overhaast vertrek. Maar op de gemeente wisten ze van niks en op de Kommandantur had hij geen officiële Schein aangevraagd om naar het binnenland te verhuizen. Die vent was op de vlucht, zoveel was wel zeker! Maar waarom ?! Aan het gerucht dat hij voor dag en dauw van zijn bed was gelicht door de Gestapo werd weinig geloof gehecht omdat zo'’n aanhouding in een kleine gemeenschap als het Bad hoe dan ook zou zijn opgevallen...

Toen Marie het enigma aan Jupp voortvertelde, gebaarde die van krommenaas. Maar hij voelde met zijn klompen aan dat Monsieur Jean met de noorderzon was vertrokken in verband met die microfilms van Paul...Verdwenen zonder te reageren op het geheim compromis van Jupp ,al was deze vlucht op zich al een duidelijk antwoord...En hij haalde Hauptmann Stolz over onmiddellijk beslag te leggen op de volledige inhoud van Jeans administratie, kadasterplannen incluis, en het gebouwtje in de put van de tennis te laten afsluiten en verzegelen. Er moest daar maar eens brand uitbreken hé...

Tegen Paul maakte hij wél een duidelijke zinspeling op de geheimzinnige verdwijning van Mr. Jean. Hij merkte dat Hasard compleet van z'’n melk was na het lezen van wat Jupp zijn ‘verzekeringscontract’ noemde. Op twee kantjes onthulde hij zijn ontdekking van de bijgaande microfilms en zijn vermoeden wie en wat daarbij betrokken was, onder andere Peerdepoot en diens Brusselse relaties...

"“ Ik heb begrepen, beste Paul, dat mijn vriendin Marie vroeger goed met u overweg kon, en heb daarom besloten deze zaak discreet af te handelen... Ge weet ook dat het niet mijn bedoeling is dat deze aantijgingen bij de Gestapo of de Sicherheidsdienst terecht zouden komen. Drie exemplaren van deze brief zullen daarom onder gesloten omslag bewaard worden door mijn vrienden, en normaal zullen deze omslagen ook tot in de eeuwigheid gesloten blijven... Maar moest u of mij iets overkomen dat niet pluis is, dan hebben mijn vrienden de opdracht met deze brieven de autoriteiten te verwittigen, en dan wordt heel dit nest amateurspionnen ‘ausgerotted’. Ik heb uit de plotse reislust van Monsieur Jean opgemaakt dat hij de boodschap al sinds een paar dagen opgevangen heeft. Des te beter! Als ook zijn vrienden zo verstandig willen zijn, is voor ons deze zaak proper afgehandeld, ja ?..."”

Hasard bleek plots beter Duits te spreken dan hij tot nu toe had laten blijken, of had de zin anders al een paar nachten van buiten geleerd. Want met bibberende stem declameerde hij:”" Herr Deutinger, ich bin Ihnen eeuwig dankbar...”"

Zelfs de uitspraak viel mee...  

       Zoals gezegd: het ging de Duitsers opmerkelijk voor de wind. En ze lieten niet na dat op de radio met veel bazuingeschal aan de wereld te verkondigen. Of het nu ging om hun doorbraak naar de Wolga of om de nakende val van grote industriepool Stalingrad, hun opmars naar het Suezkanaal of het kelderen van hele vloten cargoschepen: om het even! De ene '‘Sondermeldung'’ was nog niet uitgegalmd of daar zonden ze reeds de volgende uit. Werkelijk, het einde van deze schikkelijke oorlog leek godzijdank in zicht te komen, en dat was voor Jan met de pet geen dag te vroeg!

Even zorgde een Britse landingspoging op de Franse kust bij Dieppe nog voor een korte verwarring in de geesten van de grijze massa: hadden die stomme kaki’s het nu nóg niet begrepen ?! Die paar duizend doden vergrote toch maar enkel de miserie, verdomme! Het kon alleen het lijden van gewone mensen nog wat rekken...Maar bij het beluisteren van de BBC rechtten de verstokte ‘Engelsgezinden’ de ruggen na al die tegenslagen van de laatste maanden en zagen de Duitsers reeds met de staart tussen de billen afdruipen...

Tot een dag later uit de zoveelste ‘Sondermeldung’  bleek dat primo, de Moffen die rotzooi op de Franse Kanaalkust al aan het opruimen waren, en segundo, dat er bij heel deze tragische vertoning geen enkele Engelsman aan te pas was gekomen. Churchill had voor zijn misdadige krachtpatserij niet eens de politieke moed opgebracht om eigen troepen het vuur in te sturen! De drieduizend man die hij in dit "Avontuur van Dieppe" had verloren waren allemaal stomme Canadezen geweest. De Duitsers wilden er verder geen woorden meer aan vuil maken! ...

Wie minder opgezet waren met deze mislukte landing waren de strandvissers. In Westende waren dat er een stuk of tien, waaronder Roland en Robert, de zonen van Briek Erte. Die kregen voordien tegen de prijs van 10 frank een ‘Spezialschein’ om overdag op de ebbelijn met rijen beaasde haken vis te stropen of met een sleepnet garnaal te vangen. Sinds eeuwen vulden de armste strandjutters op deze manier hun mager dieet aan en in de laatste drie winters hadden ze zo volop kunnen meeprofiteren van de wonderbare haringvangsten!... Maar na '‘Dieppe'’ was het definitief uit met de pret: niemand mocht nog voorbij de ontelbare prikkeldraadversperringen op het strand komen, omdat ook deze stroken in ijltempo verpest werden met landmijnen, lichte en zware, maar allemaal even dodelijk!

Indien Nadine nog een aansporing nodig had om weer contact te zoeken met haar oude vlam, dan zorgde het geallieerde debacle in Dieppe daar wel voor. Nu de oorlog in Rusland ver op z'’n einde liep zou Joseph wel vlug naar huis terugkeren, en was er voor hun liefde misschien nog een toekomst weggelegd... Dat zou ze die gast eens rap per geparfumeerde brief laten weten,zie! Want de twee àndere huwelijkskandidaten die ze in het vizier had gehouden - de zoon van aannemer Berenbiet en de zoon van dokter Loenders -– hadden beiden bedroevend slapjes op haar charmes gereageerd. Ze wilde die twee vette vissen nog niet volledig uit het oog verliezen, maar het zou stom zijn een zékere vangst zoals de toekomstige officier Joseph Petré daarvoor op het spel te zetten! En voorlopig kon toch nog niemand haar verwijten met drie hengels tegelijk te vissen hé! ...

Ze had wel wat last om voor haar brief nog een beetje origineel nieuws te vinden, buiten de verloedering van de badplaats. Want twee maand geleden waren haar medische hoogstandjes bij de ‘verzorging’ van leegbloedende slachtoffers van de ondermijnde villa’s niet in goede aarde gevallen bij Joseph. In feite te begrijpen, aangezien hijzelf dag en nacht rondom zich niets ànders zag dan kameraden die in flarden werden geschoten... Dus hield ze het maar bij Max, de prachtige Mechelse scheper van ‘Bodega Bristol ’: ”Ge kent hem wel”.

“Dat stomme beest was tijdens de middagwandeling van zijn baasje Monsieur Dujardin weggelopen achter een konijn in de ondermijnde duinen tussen de Trianon en de ‘Lac’...En ‘Bang! ’ natuurlijk! ... Het dier had er nog ruim een uur hartverscheurend liggen janken midden in het mijnenveld.. Tot Dicke Pappie, als goede klant van de Bristol, er van op dertig meter met een geweer en twee kogels een eind aan maakte: vreselijk... Ze hebben Dujardin met een attaque moeten afvoeren naar de kliniek in Veurne...”

                Van Arthur Birnbaum had Nadine niets meer gehoord,  schreef ze...Mogelijk had hij nog naar zijn vriendin Françoise De Bens geschreven, maar nu ze niet meer naar school gingen in Oostende had Nadine ook hààr uit het oog verloren. Naar '’t schijnt vrijt ze stillekes min of meer met een Duitse Gefreiter met een stom brilletje, maar niet in ’'t openbaar...Nadine had wel gehoord dat Pa De Bens als kok naar Duitsland was gaan werken... " “Om van het gezaag van zijn vrouw af te zijn, zeggen de mensen, maar in feite  omdat ge nog moeilijk een deftig restaurant kunt open houden als er geen eten meer is. Een algemene teloorgang om van te blèten, als ge dat vergelijkt met ‘het seizoen van voor den oorlog’...”

“Het enige wat voor een vrouw het leven op het Bad nog een beetje draaglijk maakte was de komst van een Duitse Friseur. Een hele plezante, die ook ‘Dames deed’. Al het vrouwvolk van onze buurt loopt voor de moment met dezelfde kleur blond rond, maar binnen kort gaat hij uit het binnenland àndere tinten opgestuurd krijgen...”  

Ze twijfelde even of ze ook nog over de verdwijning van Peerdepoot zou schrijven, maar liet het zo. Ze herhaalde nog in de vlucht het speelse aanbod uit haar vorige brief: nu de oorlog in Rusland ver op z'’n einde liep moest hij maar zo rap mogelijk terug naar huis komen en z’'n best doen om haar hart opnieuw te veroveren! ... Daar hield ze nog steeds een warm hoekje voor hem vrij... Maar rap hé,schreef ze flirterig, want als ik lang de deur moet openhouden kon ik wel eens een valling krijgen van de trek! Of kon er sluiks wel eens een àndere kaper binnenglippen! ...Ik ken er twee die op de loer liggen, voegde ze er ondeugend aan toe...

Zo, haar kantjes waren vol: nu was het afwachten hoe Joseph ging reageren op haar speels uitgestoken hand... Indien niet, dan kon hij stikken, die stijfkop!

 Het bracht natuurlijk meer zaad in '’t bakje, maar alles wel beschouwd had Hussak met zijn burgerklanten meer last dan met zijn soldatenkoppen. Hij trok hen aan om meer inzicht te krijgen in de politieke kleur van de dorpelingen, maar slechts weinig klanten lieten die ‘Duitse’ militair in hun kaarten kijken. De meesten hielden zich op de vlakte als hij onder het knippen wat loos viste naar hun oordeel over de bezetting en het strandverbod, de verdwenen toeristische drukte en naar hun verwachtingen peilde over het verloop van de oorlog...Bij een paar ‘nieuwe vrienden’ die wel mee vooisden liet hij goed verstaan dat Tsjechen geen Duitsers waren en dat zijn landgenoten -– zacht uitgedrukt - in het algemeen niet stonden te springen van geestdrift om in ‘Feldgrau’ dienst te komen doen...

Bij Briek Erte viel dat niet in dovemansoren. Die brave man was content eindelijk ‘nen Duts’ te ontmoeten die begrip scheen te hebben voor zijn diskreet Belgisch patriottisme. En die duidelijk inzag dat zijn werk bij de Kommandantur niet noodzakelijk betekende dat hij doorlopend met een stijf-opgestoken arm rondliep...Toen Briek ook nog uitlegde dat hij tot vorige maand huisbewaker was geweest van de Lac-aux-Dames - dat nu sinds ‘Dieppe’ omgevormd werd tot ‘Stützpunkt’ in de defensieperimeter van de kustbatterij - en er in de catacomben onder het zwembad alle verborgen hoeken en kanten kende, werd het Friseurtje plots één oor!

Verborgen hoeken en kanten, zei hij ? Onvindbaar voor een buitenstaander ? En grote ruimtes ? Konden er een paar man een tijdje in schuilen ? Interessant zeg!

En Briek kreeg als uitsmijter zo'’n flinke walm reukwater over zijn kortgeknipte kop gespoten dat zijn vrouw Yvonne hem heel de avond achterdochtig bleef beloeren :"” Ge stinkt naar de hoeren, Boontje! Opgelet hé vader! Als er hier een varkentje gewassen moet worden zal IK dat wel doen, verstaan!"”

 

Jupp kon zijn '‘levensverzekering'’ zonder problemen geplaatst krijgen bij zijn vriend Ferdi, die de gesloten omslag zwijgend aanvaardde en zelfs geen bijkomende vragen stelde...Met het tweede exemplaar, dat hij bij Marie in bewaring wilde geven, ging het niet zo vlot. Hoezo, wat bedoelde hij met ‘verdwijnen’ ? En met dat pompeuze "‘slachtoffer van een aanslag’" ? En wat heeft Paul Hasard daarmee te maken ? En was zijzelf ook in gevaar ? En Leon?...

"“ In wat voor nesten hebt ge u nu weer gestoken ?! Als ik er het fijne niet van mag weten, moet ge maar een andere zot vinden om mee te spelen, verstaan ?!"”

Tenslotte was hij wel verplicht haar vaag uit te leggen dat hij haar vriend Paul gesnapt had bij een Duits-vijandige handeling, waarschijnlijk in opdracht van de verdwenen Herr Jean Peerdepoot...En dat Jupp in deze omslag alles over dat clubje had genoteerd. Indien hem iets mocht overkomen, moest ze die brief zonder verder commentaar aan de Dicke Pappie bezorgen. Hoe minder ze daar verder over wist, hoe veiliger het voor haar was. En het was van cruciaal belang dat niemand wist dat zij deze brief in bewaring had, goed begrepen ?...

   

Die zondag in Oostende deed Marie twee rare ontdekkingen. Toen Jupp haar op een ijsje trakteerde in de gekende crèmerie van de Wittenonnenstraat, zag ze voor het eerst dat de uitstalramen van de juweliersboetiek aan de overkant binnenin met kranten waren afgeschermd. Het luik voor de ingangsdeur was met een paar planken dichtgenageld en overplakt met verweerde anti-joodse propaganda, wat er op wees dat het pand al een tijdje leeg stond...

Het dienstertje van het ijssalon was blijkbaar geïmponeerd door de Duitse onderofficier en kon niets zinnigs uitbrengen. Maar de bazin wist, na wat aandringen, Marie te vertellen dat die ‘Madam Rachèle’ waarschijnlijk naar Brussel was moeten verhuizen...Zéker weet ze het niet, “Maar ge verstaat dat wel hé: Rachèle is toch geen echte Vlaamse naam... Surtout, haar man zaliger, die al een paar jaar geleden gestorven is, dien heette Polak, verstaat ge...”

"“ Een Pool ?”" vroeg Marie onnozel weg.

"“ Mais non...Un Juif, tu comprends ? " fluisterde ze met een wantrouwige blik in de richting van Jupp. "“ Un Juif, et ça c’'est quand’même dangereux aujourd’hui n'’est ce pas... »

« En zij, was zij ook...heu zo...?"”

"“Dat peins ik niet...Zij heette Mortier of Coulier, en daarvan zijn er toch veel hier in de stad: Allemaal goede Vlamingen dat ik weet...Maar de Feldgendarmen hebben haar weggepest, wegens haar vent-zaliger en een oude klacht van de Marine, peins ik..."” 

 

De tweede verrassing beleefde Marie die zondag in hun rendez-voushotel, toen Jupp er op stond haar buik helemaal kaal te scheren! Mes en kwispel had hij op zak, dus ging hij niet over één nacht ijs! Een jeugdtrauma, waarschijnlijk, juist nu Marie zo'’n moeite had gedaan om zich met het potje crème van Hussak overal te blonderen... Zijzelf vond het nogal een koude bedoening, maar god, als hij het zo leuker vond: voor haar niet gelaten!     

Nadien was het zijn beurt om raar op te kijken toen Marie hem, tussen de bedrijven door, vertelde wat Hussak haar bij haar laatste watergolf gevraagd had. De oude leerboeken ‘Engels’ van Joseph, toen die nog school liep in ’'t Atheneum van Oostende ? Wat zou die idioot dààrmee moeten aanvangen, verdomme! En Engels nog wel!... Daar moest hij het fijne van weten!

 

Zijn Friseurtje had zich blijkbaar aan deze achterdochtige charge van zijn chef verwacht, want hij legde heel rustig uit dat hij, zoals àlle Tsjechische studenten-middelbaar voor de oorlog, intensief Engelse les had gekregen en het ook nog wel een beetje sprak. Maar na tien jaar zat daar natuurlijk wel een spatje roest op, hé, en vandaar...

"“ Maar wat wil je hier nu in godsnaam met Engels aanvangen, als je nog niet eens deftig Duits kunt spreken verdomme ?!"”

"“ Omdat ik hoorde dat de Duitse overwinnaars in ‘Dieppe’ heel veel last hebben gehad om de krijgsgevangen Canadezen te ondervragen, Chef! Als die idioten vroeg of laat hier ook een landing willen wagen, zou het uitmelken van de krijgsgevangenen al heel wat vlotter verlopen indien wij met een paar man dezelfde taal spraken, nietwaar Chef ,als ge toestaat ?"” 

"“ Hoezo, met een paar man ?"”

"“ Wel ja, als ik toch de leerboeken vind om mijn oude kennis op te poetsen, kan ik evengoed mijn streekgenoten daarvan laten meegenieten! Die hebben vroeger net zoals ik Engelse les gekregen op school en hebben waarschijnlijk dezelfde latente kennis als ik over gehouden...Dan gaat deze opfrissing in één moeite door! Klassikale ‘Kultur’ als het ware, hé Chef! En u gaat toch over de ‘Culturele Opleiding van de Soldaat’ hé Chef?!...Een cursus Engels naast de reeds bestaande kringen die zich in hun vrije tijd met muziek, literatuur, geschiedenis en modelbouw bezig houden: dat zou toch niet misstaan ?"

"”Bon, als het voor de ‘Kultur’ is, vooruit dan maar...”  Engels, je weet nooit waarvoor dat kan dienen."

Daarop werd de kamer boven het kapsalon fluks omgetoverd tot klas-en-clublokaal met een zwart bord en een paar bakken bier waar ook de Friseur zijn profijtje op nam...‘Kultur’ is niet noodzakelijk het monopolie van armoedzaaiers, hé... 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
24-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
23-01-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 226
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B56Bis DE AFGANG VAN HET AFRIKAKORPS.            

 

Ook bij het opgehemelde Afrikakorps keerden in '42 de kansen. Rommel slaagde er ondanks vier dagen vechten (31/8 tot 3/9) niet meer in het Britse front bij El Alamein te doorbreken en ging uitgeput in verdediging. Hij vertrok met ziekteverlof naar Beieren, maar werd op 23/10 dringend door Hitler naar Egypte teruggestuurd : de vorige avond was de Brit Montgomery in de aanval gegaan met een overmacht aan troepen en materiaal plus een sterke reserve. 'Monty' ,zoals hij verheerlijkt werd genoemd ,brak op 2/11 door de Italiaanse lijnen en begon het As-front op te rollen. Op uitdrukkelijk bevel van Hitler hield Rommel nog twee dagen stand, maar moest dan voor de overmacht zwichten en kon zich uiteindelijk nog met één-derde van zijn korps terugtrekken. De Italiaanse divisies moesten "bij gebrek aan transport" achterblijven en gaven zich massaal over. Rommels terugtocht leek uiteindelijk heel erg op een vlucht, want hij verloor de volgende twee weken 1500 km woestijnkust!

   

 

                         

In hun 'Operatie Torch' landden op 8/11/'42 de Amerikanen met drie Taskforces (samen een 100.000 man) in de Magreb en ontmoetten daar enkel een symbolische weerstand van de Franse Vichy-troepen. Militair gezien was er dan ook geen enkel probleem, maar politiek des te meer :Vichy-Frankrijk en haar overzeese bezittingen waren na de wapenstilstand met de As neutraal gebied en voor het zelfde geld had de USA bijvoorbeeld Zweden kunnen binnenvallen!  

Generaal Eisenhower, de pasbenoemde en beminnelijke opperbevelhebber van de "Operatie Torch", had echter geen enkele gevechtservaring en liet de leiding van de operaties dan ook opgelucht over aan zijn Britse onderbevelhebbers Alexander (grond), Tedder (lucht) en Cunningham (zee). Dit veroorzaakte veel wrijvingen met Amerikaanse generaals zoals Patton, maar gaf Eisenhower de tijd zich uit het Franse diplomatiek wespennest te bevrijden. Als door de hemel gezonden nam de volgende morgen admiraal Darlan, opperbevelhebber van alle Franse Vichy-troepen (die toevallig in Algiers zijn zieke zoon bezocht) contact op met Eisenhower en bood hem een wapenstilstand aan, in ruil voor de voortzetting van het koloniaal Vichy-regime in de Magreb onder zijn bestuurlijke leiding. Ike aanvaarde dankbaar dit verraad als een "pact met de duivel" en slaagde er na enig touwtrekken in de Franse troepen in zijn legermacht op te nemen onder bevel van de Vichy-generaal Giraud. Churchill had voor deze commandopost de voorkeur gegeven aan generaal de Gaulle, maar deze was in de ogen van de Vichy-officieren een verrader en president Roosevelt stelde zijn veto. Kort daarop werd tot ieders opluchting Darlan in Algiers door een Franse student vermoord. Op wiens aanstichten deze moord gebeurde, werd door de diensten van Generaal de Gaulle nooit erg grondig onderzocht...                          

Als tegenzet op Darlans verraad bezetten de Duitse troepen op 11/11 in ijltempo heel Vichy-Frankrijk, op Toulon na. De Luftwaffe begon vanuit Sicilië troepen over te vliegen naar het Franse protectoraat Tunesië, om te beletten dat Eisenhower Rommels Afrika Korps in Lybië in de rug zou aanvallen. Binnen de maand kon Hitler daar tegen de Algerijnse grens een front met 250.000 man opbouwen: een huzarenstuk!         

Op 27/11 vielen de Duitsers eveneens Toulon binnen, toen ze geruchten opvingen dat de Franse vloot aanstalten maakte om naar de geallieerden in Algerië te ontsnappen. De Franse matrozen en marinefusiliers boden lang genoeg weerstand om de Admiraliteit toe te laten alle 177 (!) oorlogsschepen in de haven te saboteren ,ttz vrijwillig te laten zinken ,al dan niet met explosieven.


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
23-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
22-01-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 225
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B56:  PAUL HASARD, LEERLING TOVENAAR.

       Westende, 1 augustus 1942.

Jupp voelde dat er iets scheelde aan zijn zakenrelatie met zijn ‘collega’ Paul. Waar die man in feite steeds losser met hem zou moeten omgaan door de toch aangename werkverdeling die zij onderling hadden afgesproken, werd die stomme Hasard in tegendeel met de dag schichtiger... Die vent voelde zich bij Jupp allesbehalve op zijn gemak, ja leek zelfs bang te zijn !... De Duitser vroeg zich af of de man, als goede patriot, enkel in bijzijn van vreemde militairen zo op de toppen van zijn zenuwen leefde, of meer in het algemeen de stress van de oorlog steeds moeilijker verdroeg...

Niet te begrijpen: de fotograaf verdiende toch deftig zijn brood, nu hij met hem samenwerkte... En Jupp kon zich moeilijk inbeelden dat Paul juist door deze vlotte samenwerking scheef bekeken zou kunnen worden door zijn medeburgers: iederéén in Westende ‘schnabbelde’ toch min of meer met de bezetter...En voor zover hij zich herinnerde had hij die teerhartige sukkel toch nooit afgesnauwd of onheus behandeld. Neen, hij zag geen énkele reden waarom Paul speciaal angst zou moeten hebben voor Jupp als Duitser, of voor de bezetters in '’t algemeen... Die deden hem toch niets... De Engelsmans, ja, met hun geregelde nachtbombardementen op Oostende: dat een bangschijter het dààrvoor in z’'n broek deed of een zenuwinzinking kreeg, dat kon hij nog begrijpen... En nu ook de Amerikaanse luchtmacht begon mee te doen, zou dat er voorlopig niet op verbeteren... Maar wie had er nu in godsnaam last van de Duitsers, Donnerwetter! ?...Ach Scheisse, met die Vlaamse slapjanussen was het ook altijd wat!

Natuurlijk wist Jupp ook wel dat zijn lucratieve hobby niet helemaal koosjer was: pikante foto’s van halfnaakte jonge dames maken en die dan doorverkopen aan gespecialiseerde magazines kon bij pilarenbijters, op eerste zicht, ietwat choquerend overkomen. En moesten ze twéémaal kijken, met een loep bijvoorbeeld, zouden ze hier en daar wel een uitschuiver over de grens van het burgerlijke fatsoen kunnen ontdekken. Maar ze waren tenslotte niet voor burgers bedoeld, maar voor eenzame soldaten hé! En vuile pornofoto’s kon je dat moeilijk noemen: daarvoor zou hij hier nooit een welwillend model kunnen verleiden, en die simpele Mariette al zeker niet. Zijn collega Paul was natuurlijk op de hoogte van Jupps ‘beeldige’ kunsten, en vreesde misschien ,als het scheef liep – ,voor een eventuele verzegeling van zijn atelier... Maar om daarvoor al ruim twee maand met de daver op je lijf rond te lopen, vond Jupp toch een beetje over de top. Hij moest de preutse man over dat heikele onderwerp toch eens wat sussend geruststellen...

Wat hem evenwel veel méér tegenstak was de groeiende vergronding van het atelier die misschien door deze angst was veroorzaakt! Als Jupp '’s zaterdags bezit nam van de werkplaats vond hij de laatste tijd een slordige stoffige boel, en hij haatte het om zo te moeten werken! Akkoord, hij kon af en toe uit de rommel op de grond wel een strook filmnegatief gebruiken om bij voorbeeld de gevoeligheid van zijn fotopapier te testen, maar dat mocht voor Paul toch geen reden zijn om zijn afval zo maar overal te laten rond slingeren!

Auw, het liep al tegen Sperrstunde! Jupp had nu zijn voorlaatste filmrolletje met wondermooie naaktfoto’s nagezien en keerde langzaam uit zijn droomwereld tot de allerdaagse werkelijkheid terug. Also Schluss! Hij wou er juist de brui aan geven toen hij plots een raar gevoel kreeg. Hij bekeek nu wat nauwkeuriger het gevonden stukje negatief dat hij al een hele tijd als grijsstandaard bij zijn laatste foto’s had gebruikt... Hij voelde het gelijk aan z'’n ellebogen: daar was iets vreemds mee...

Een controle van de zwarte snipper celluloid op zijn lichttafel bracht niet veel duidelijkheid... Maar toen hij het negatief onder de vergroter legde verscheen er een pietluttig stukje landkaart van de kust... Van Westende, bij nader toezicht: de twee huizenblokken langs de dijk tussen het ‘Westend Palace’ en de ‘Arendlaan’... Foto’s van de grote kadastervellen die Paul voor de commandant van de batterij had moeten maken op schaal 1/1000e... Om deze toe te laten er nauwkeurig de geplande bunkers en veldversterkingen bij te tekenen... Maar deze foto’s hier waren veel en veel kleiner... Schaal 1/100.000! ... Slordig om dat zo maar te laten rondslingeren, vond Jupp: dat was tenslotte toch ‘Geheimsache’ nietwaar ?!... Daar meende hij zelfs die dreigende stempel te lezen!

Vlug legde hij het strookje negatief onder de microscoop en voelde bij het scherpstellen plots zijn maagzuur opstoten van de schrik. Daar stond inderdaad in Gotische druk de vette stempel ‘Geheimsache!’! En toen hij langzaam en uiterst voorzichtig de rij strandvilla’s onder de verlichte lens van het objectief doorschoof, verschenen één voor één de betonnen mitrailleursnesten in de dijk met hun schootsvelden ,en de onderaardse verbindingsloopgraven naar de achterliggende huizen! En dicht bij de hoek van de ‘Arendlaan’ zag hij plots het massieve blockhaus "‘Seidlitz"’ staan, hoeksteen van de kustverdediging ‘Lakodam’! Onvoorstelbaar!

Versteend bleef Jupp een hele tijd voor zich uit staren, tot hij plots in actie schoot en wild op zijn knieën de grond afzocht naar nog àndere filmsnippers... Zes vond hij er nog, die op eerste zicht gelijkaardige landkaartjes vertoonden!... Zijn eerste opwelling was om Paul, die waarschijnlijk bij zijn gezin boven zat, ter verantwoording te roepen voor deze vérgaande slordigheid maar kon zich nog juist herpakken. Dit was nu eens het type-voorbeeld van een situatie waarin hij beter zijn hersens kon gebruiken dan woest in verontwaardigd Feldwebelgeschreeuw uit te barsten...

Het duurde even vooraleer alle stadia van het drama voor zijn geest de revue waren gepasseerd. Foto’s op zo'’n schaal van 1/100.000  noemde men normaal microfoto’s... En microfoto’s van geplande bunkerlinies hoorden enkel thuis in hogere legerstaven... ’Geheimsache! ’... En Jupp kon zich niet inbeelden dat Hauptmann Stolz van de batterij – of gelijk welke àndere militair - bewust aan Herr Hasard opdracht zou geven de dikke rol bouwplannen voor de versterking van de dijk in Westende op microfilm te zetten... Nog afgezien van het feit dat Stolz op zijn bureau met zo'’n formaat niet kon werken wegens gebrek aan de geschikte apparatuur...Tenzij iemand ànders, ver weg, die wél een microfoto kon uitvergroten, dit volumineus pak plannen wilde bestuderen... Voor de verzending van deze zware bundel inlichtingen was zo’'n klein formaat wel erg handig...en zelfs vereist ! Zoals ook de Discrete verzending, vooral..

Jupp haalde even diep adem en hernam de redenering. Als geen énkele militair aan Paul deze vreemde opdracht had gegeven, kwam die dus van een burger, een onbevoegde buitenstaander... Een spion dus, met andere woorden!...

Hij kon niet om het glasheldere besluit heen: Paul werkte voor een spionagenetwerk. Méér nog: als dat ooit uitkwam was die vent een vogel voor de kat! En zou hij in zijn val natuurlijk Stomme Jupp meesleuren! Want BIBI had bij Hauptmann Stolz deze Kunstfotograaf Hasard warm aanbevolen om de kadasterplannen van Herr Jean Peerdepoot op een handiger boekformaat te kopiëren...Of anders gezegd: als Stomme Jupp met zijn ontdekking van het complot naar de ‘Kettenhunde’ (scheldnaam voor de Feldgendarmen) liep, kon hij zich net zo goed, hier en nu, meteen voor de kop schieten!

 In diep gepeins verzonken ruimde Jupp het atelier op, sloot af en fietste als in trance het rustig slapende Bad uit naar zijn kazerne in ’Ons Rustoord’...

Friseurtje Hussak was er als de vliegen bij om van Jupps tijdelijke hersendood te profiteren.

"“ Zoals ‘Herr Chef’ wel gemerkt zal hebben zit mijn Zaloon constant vol met klanten die dikwijls van heel ver moeten komen en daardoor veel diensttijd verprutsen. Zou het niet interessanter zijn als ik een tweede Zaloon zou openen op het Bad, voor al de jongens die daar aan de versterkingen op de dijk werken of er in de villa’s gelegerd zijn ?... Het zou hen aardig wat kilometers besparen hé..."”

Jupp begon langzamerhand zijn Pappenheimers genoeg te kennen om wel te weten dat het voorstel van die gladjanus absoluut niet gestoeld was op z.g. zorgwekkende dienstverlet. Maar hij had er geen zin in om de bullebak uit te hangen en zich nog een bijkomend probleem op de hals te halen. Dus gaf hij de leperd twee dagen om met een in detail uitgewerkt voorstel voor de pinnen te komen waar hij met kennis van zaken al dan niet zijn toestemming aan kon geven. Ondertussen kon hij voort piekeren over een mogelijke uitweg uit het spinnenweb waarin hij door Pauls schuld verstrikt was geraakt. 

Hij had al even overwogen van krommenaas te gebaren en de zaak op z’'n beloop te laten. Maar wegens de mogelijke militaire schade die daardoor veroorzaakt werd was zoiets voor een Duitse onderofficier ondenkbaar! Nog afgezien dat Pauls spionnenbende steeds driester zou worden en de man met z’'n stomme kop vroeg of laat toch in de val zou lopen. Om vervolgens tóch Bibi mee te sleuren in zijn ongeluk... Dus niét.

Het àndere uiterste - hem zelf gaan aangeven bij de overheid - had hij vanaf het begin verworpen wegens het gevaar opgepakt te worden voor schuldig verzuim en een gebrek aan militaire waakzaamheid. En dan was borsj-koken-aan-de-Wolga nog de zachtste straf die hij kon verwachten...Ook niets om smachtend naar uit te zien.

Hoe hij het ook draaide of keerde: hij kon enkel een geluidloze afloop verhopen door Hasard voor het blok te zetten en hem te verplichten zijn misdadige acties te stoppen... Maar dan liep de amateur-spion het risico door zijn eigen kamp ‘opgeruimd’ te worden als zwakste schakel en potentiële tijdbom! Of erger nog: dan liep Jupp zelf gevaar door die boeven geneutraliseerd te worden als mogelijke verklikker...

Na dagenlang beraad besloot hij open kaart te spelen: hij kon zowel Paul als zichzelf het beste beschermen tegen de potentiële moordenaars door die mannen een voorstel-onder-heren aan te bieden. Iets in de aard van:

"Schei onmiddellijk uit met dit belachelijke spionnengedoe en ik zal heel deze zaak vergeten. Maar mocht je wraak willen nemen op Paul of mij, weet dan dat ik mijn geheime maatregelen genomen heb om postuum alle vrienden en kennissen van Paul te laten aanhouden. De razzia zal door de overheid op mijn vertrouwelijke aanwijzingen breed genoeg worden opgevat om van heel uw groepje, familie incluis, zeker niemand te missen..."” 

Hij had al dikwijls gemerkt dat het dreigen met een nog groter - maar ongekend - onheil bij dergelijke duistere terreurchantages het meeste effect had. Probleem was nu een formulering te vinden waardoor deze dreigbrief door de tegenpartij niet misverstaan kon worden, maar tevens voldoende vaag - en vooral naamloos -– bleef. Immers, indien het epistel in handen van de Feldgendarmen zou vallen, mocht het geen enkele aanwijzing bevatten die naar Jupp kon leiden... Want dàn was hij zeker een vogel voor de kat!

De volgende zaterdag ging hij niet naar het atelier van Paul, maar bezocht hij na rijp beraad de bazin van het baancafé ‘Cambrinus’, een discrete bar met discrete ‘diensters’ even buiten Lombardzijde... Hij kwam daar soms met zijn leveranciers langs als ze iets vertrouwelijks te regelen hadden en wist dat deze ‘Madam’ hopeloos leed aan professionele amnesie.

In haar buro vertaalden zij samen onder vier ogen de Duitse tekst die hij op een vodje had geschreven in deftig Vlaams en de dame was zo vriendelijk het uit te tikken op één exemplaar neutraal papier. Waarna ze een fles echte Franse cognac cadeau kreeg en onmiddellijk vergat "‘dien Duts’ na Pasen nog gezien te hebben"...

Hij was er met zijn gedachten niet echt bij toen Hussak hem aansprak over zijn tweede ‘Zaloon’ op het Bad. De lepe vogel had een vooroorlogse kapperszaak opgesnord, centraal gelegen in de ‘Avenue des Portiques’ nummer 4, vlak naast de zogenaamde hulppost van het Rode Kruis in nummertje 2. De tent was eigendom van een Gentenaar die in '’40 naar Engeland was gevlucht en er vroeger enkel in het toeristenseizoen had gewerkt. Het pand stond dus nu al twee jaar leeg te verkommeren, maar was wel nog volledig uitgerust, twee wastafels en vier droogkappen voor dames inbegrepen.

"“ Wenn Sie gestatten, Chef: ich kann nach eine woche sauber machen gleich anfangen mit Friseurarbeiten für Damen und Herren! Wenn Sie gestatten und okee sagen Chef, und zwei Mann mit Putzen helfen, dann ist alles fertig in eine Woche. Alles so in Ordnung Chef ? Ja ?”"

Wat kon het Jupp ook verdommen! Hij stuurde de figaro met zijn fiat naar Dicke Papie, de Ortskommandant, om de opeising van het pand te regelen en werkte zijn krijgsplan verder uit om in alle stilte het idiote spionnenclubje rond Paul Hasard te neutraliseren...

Hun gebruikelijke uitstapje naar Oostende, die zondagmiddag, was niet wat je een hoogvlieger zou noemen. Marie voelde wel dat Jupp al sinds zijn terugkeer uit spoedverlof op een serieus ei zat te broeden –- iets met zijn puberende dochter, waarschijnlijk - maar was verstandig genoeg om hem niet de pieren uit de neus te halen. Nadat hij hun passage langs het rendez-voushotel ietwat afwezig had afgewerkt, besloot Marie om het er in het restaurant dubbel en dik van te nemen, zolang het nog bleef duren: hebben is hebben, en krijgen is de kunst!

“ Als hij onze vrijage wil verbreken, zal hij het zélf moeten zeggen! ” Zij was niet van plan het hem weer gemakkelijk te maken door plots te beginnen ruziën, zoals na die geile kletsen op haar gat vorig jaar! En tot hij haar voor de deur van de ‘Stella Maris’ goede nacht kuste, bleef ze opgewekt en poeslief alsof ze niets van zijn zorgelijke snuit merkte...

Maandagmiddag fietste Jupp met Hussak naar het Bad om zogenaamd het nieuwe kapsalon even te bezichtigen, maar reed daarna direct door naar Pauls Fotostudio. Zijn ‘vriend’ was binnen juist in gesprek met Jean Peerdepoot, maar Jupp liet goed merken dat hij Hasard onder vier ogen wilde spreken. Hij zette de knip op de deur zohaast de mankepoot vertrok en zag Paul ogenblikkelijk verstijven.

"“ Ja, Paul, inderdaad, het is serieus! Ga zitten! "”

En terwijl hij de man de mantel uitveegde voor de vuile verwaarlozing van het atelier toonde hij de verdachte filmafval die hij op de grond had gevonden.

"“ Microfilms, Mensch! Das ist doch ‘Geheimsache! ’ Wo hast du denn den Kopf, mit diesen verdammten Blödsinn! Spionen werden gleich erschossen: das wissen Sie doch!"

Paul stortte lijkbleek voor zijn ogen ineen. Jupp moest niets meer toevoegen: de overduidelijke gevolgen van de catastrofale ontdekking ontploften in het gezicht van de stomme leerling-tovenaar!

Jupp maakte het kort:" ” Luister goed, vriend! Ik wil niet weten wat hier allemaal achter schuil gaat! Maar hoe dan ook: deze onzin moet hier en nu stoppen! Goed verstaan ?!"”

Paul zat ineen gekrompen met zijn gezicht in de handen te wenen en scheen niet te merken dat de deur naar een mogelijke ontsnapping op een kier werd gezet. Tot Jupp het op z'’n heupen kreeg en de kwijlende sukkel met Teutoonse verve een klinkende oorveeg verkocht! Hij trok het gebogen hoofd bij de haren achteruit en schreeuwde in het betraande gezicht :" ” Stom Schijthuis! Kijk in m’'n ogen, verdomme! Versta je goed wat ik zeg ? Die onzin stopt hier en nu, kappisch ?!”"

Hasard knikte verwezen.

"“ Hier, kom mee in '’t atelier!... Drink een Schnaps en verman je een beetje! Als jij je hersens gebruikt kom je er misschien nog zonder kleerscheuren vanaf !" ”

Hij wachtte tot Paul een beetje bekomen was en zei toen wat rustiger:" ” Versta mij goed: ik wil van deze stommiteit niets horen! Ik weet van niks en voor mij is er nooit iets gebeurd... Maar als ook je vrouw daarvan op de hoogte was moet zij nu eveneens naar hier komen om te horen wat ik te zeggen heb, verstaat ge ?!"”

"“ Neen-neen! Liliane weet van niks..."”

"“ Bon, dan kunnen wij deze stommiteit onder vier ogen afhandelen... Ik heb een voorstel op papier gezet waarmee we heel dit drama geruisloos kunnen begraven: hier, lees het op je gemak en laat de betekenis goed in je bezinken... En geef het dan door aan je chef, of de idioot die jou in deze zaak heeft betrokken... De bedoeling is dat iedereen goed beseft dat het spel uit is. Lees nu maar... hardop!" ”

Hij schoof het getypte A4 naar Hazard toe die met bibberende hand zijn bril opzette, zijn keel schraapte en met trillende stem hortend voorlas.

“" Wij kennen elkaar, en vernoemen daarom verder geen namen. Ik wil u en uw idioterie vergeten, als gij er direct mee stopt en uit mijn oog verdwijnt. Maar moesten uw medestanders het in hun hoofd halen mijzelf of mijn vriend, drager van dit schrijven, iets in de weg te leggen, dan zal Pappie onmiddellijk op de hoogte worden gebracht. Ik heb daarom meerdere gesloten omslagen met heel de uitleg in verzekerde bewaring gegeven bij vertrouwenspersonen met de opdracht de inhoud aan de autoriteiten te openbaren indien wij zouden verdwijnen of ons iets ernstigs mocht overkomen. Verwittig uw vrienden hiervan, allen, zonder uitzondering. Uw hoofd en dat van uw gezinsleden staan op het spel! "” 

  Omdat Hasard vragend opkeek, knikte Jupp bevestigend: ” Ja vriend, als de SD of de Gestapo een razzia houden, leggen ze heel de familie van de verdachten op het rooster, vrouwen en kinderen inbegrepen! Uw kompanen zijn dus verwittigd: stoppen met die rotzooi of heel hun gezin vliegt naar een concentratiekamp in Polen! Als ze nog één vinger bewegen en u of mij scheef bezien, komt mijn wraakneming automatisch in actie. Mijn onbekende engelbewaarders geven de omslagen met de bewijslast af aan de autoriteiten en dan verdwijnen jouw ex-vrienden samen met onze huidige belagers met heel hun gezin in ‘Nacht und Nebel’! En dat ik hier geen loze bedreigingen uit, kon je vorige maand in de krant lezen: honderd Brusselse communisten, die zich niet koest hielden, werden opgepakt en naar het KZ gestuurd om wat af te koelen...Dat kan ook met alle leden van jouw clubje gebeuren ! Goed begrepen ?”"

Paul staarde hem nog steeds met paniek in de ogen aan, en vroeg tenslotte schor: "” Herr Feldwebel, zeg mij, alstublief: mag ik aannemen dat u mij niet arresteert ?"”

"“ Inderdaad, gij idioot! Ik wil vergeten wat ik ontdekt heb als gij uw woord geeft onmiddellijk met deze levensgevaarlijke stommiteiten te stoppen... Binnen een week moet ik het geschreven antwoord van de bendeleider krijgen dat hij mijn voorstel aanvaardt en zich uit onze regio terugtrekt! Verstaan ?!"

Hasard barstte opnieuw in tranen uit: ”" Dank u... Dank...Ik wist meteen dat u een echte gentleman was! " ”

Bijlagen:
maxresdefault.jpg (193.8 KB)   


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
22-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
21-01-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 224
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B55.FRISEURTJE HUSSAK,

‘Coiffeur pour Dames’...

                          Juli 1942.

Jupp voelde zich als nieuwgeboren. De dreiging om in versterking naar het Oostfront te worden gestuurd was blijkbaar definitief afgewend. Leutnant Gleiwitz, het chagrijnige hoofd van de vuurleidingsbunker, was als zoethoudertje met dertig ‘gezonde’ mannen eerst naar de Keulse Heimat in spoedverlof vertrokken om vervolgens van thuis uit recht naar Rusland door te reizen. En iedereen die hem uitzwaaide dacht:" Opgeruimd staat netjes.!"

Op de koop toe had de batterij evenveel vervangers  gekregen om de gaten op te vullen: vooral slachtoffers van het Russische winteroffensief voor Moskou, mannen met vrieswonden en amputaties die hen ongeschikt maakten voor velddienst bij het voetvolk... Jupp vond dat hij zeker niet mocht klagen want hij had in feite twee man bovenop gekregen. Tsjechen, weliswaar, Hussak en Svoboda, en op eerste zicht eerder lijntrekkers dan ijzervreters, maar Jupp zag wel iets in die mannen. Ze hadden vorige winter in Rusland alle twee wat bevroren vingers en tenen verloren, maar lieten dat niet aan hun hart komen...Het Duits dat ze spraken was moeilijk te verstaan en zeer approximatief, maar druk ondersteund door vriendelijk onmilitair handgezwaai ,wat veel goed maakte.

Svoboda beweerde "‘in Zieviel"’ (burgerleven) banketbakker geweest te zijn en bleef dus in de keuken om alvast met uienstoven zijn kunsten te bewijzen. Maar Hussak claimde onversaagd de titel van ‘Coiffeur pour Dames’, en liet tot steun voor zijn vakmeesterschap als een echte hypnotiseur een Praagse gouden medaille aan een lint voor Jupps neus slingeren. Hoe het ventje het geflikt had was een raadsel, maar hij wist reeds dat er vijftien vrouwen op de batterij werkten: ”" Wij delen de winst, chef, sam-sam, und deine Dame gratis!" ” 

“Deine Dame ?” Die gatlikker was hier nog geen dag en wist al van Marie af ? Een beetje te voortvarend, onze Sigi, vond Jupp, en benoemde hem voorlopig voor één maand tot exclusief verantwoordelijke van de kuisploeg, met – (moest dat tegen slaan) – een mogelijke vaste benoeming tot latrinereiniger in continudienst:

"” Verstanden, du Mistschwein ?!... Und jetzt Raus! "”.

Een klein foutje, besefte Jupp al gauw. Want als verantwoordelijke chef-kuisploeg kon de man natuurlijk moeiteloos in alle hoekjes van de kazerne rondneuzen en met iedereen aanpappen. Vooral de niet-rokers had hij vlug opgelijst en bood hen wekelijks een avond gratis en onbeperkt '‘saufen'’ in een bepaald dorpscafé naar keuze, in ruil voor hun rantsoen tabakswaren. Na afloop bracht hij zijn drinkebroer tijdig terug naar de kazerne, want zelf werd hij nooit dronken. Hij leek de beminnelijkheid zelve, maar beschikte wél over een fenomenaal geheugen. Binnen de week was hij met Jan-en-Alleman dik bevriend, kende hij de doopceel van de vier smokkelende cafébazen in het dorp en begon hij doodleuk met zijn gladde tong en zijn ‘zwarte’ ruilmarkt iedereen gelukkig te maken.

 Hussak stuurde ,na een maand kuisen ,Marie als eerste de arena in om Jupp tot betere gedachten te brengen. Met de dringende boodschap dat het wel jammer was zo'’n goeie coiffeur de schijthuizen te laten uitspuiten...

"“ Goeie coiffeur ?! Maar Marie, hoe weet gij dat ?!”"

"“ Van hem zélf, tiens! Hij heeft ons in de keuken zijn fotoalbum laten zien van vroeger in zijn Heimat, toen hij die concours had gewonnen van ‘Soir de Paris’: in zijn chique ‘salon de coiffure’, met hém en zijn vrouw vooraan en zijn pa en ma vanachter. Ze deden zowel het knippen van '‘t mansvolk als ’'t krullen van ’'t vrouwvolk! En voor het blonderen heeft hij z'’n eigen recept: een geheim crèmetje met ‘ôo-oxinée’ (of waterstofpéroxide in '’t Nederlands) Een groot succes want iedereen wilt de dag van vandaag wat blonter zijn hé! Alleine die Deutsche Soldaten wollen nicht geblondiert worden! ”",stelde zij spijtig vast.

"“ Deshalb sind wir ja Rheinländer, Schatz! Nur die blöden Preussen sind blond, und die dummen Mecklenburger! Ein Mann mit ein Bischen Gehirn lasst sich doch den Kopf nicht farben, Mensch!' ”

"“ Maar Schatteke, zoudt ge MIJ niet gaarne eens een beetje lichter van kleur zien op mijn haar, lijk een echte Duitse Mädel ? Toen ik een klein Mädchen was had ik ook bijna wit haar, van de zon en de zeelucht...En zie mij hier nu lopen met mijn triestige houten kop: noch vis, noch vlees! Het trekt zelfs naar het lichtbruin van ’'t vliegend schijt!"

” En monkelend trok ze hem aan zijn hemd dichterbij om in zijn oor te fluisteren :" En hij heeft zelfs potjes waarmee ik bij mijneigen het haar in mijn oksels en op mijnen buik wat kan opfrissen als ge dat wilt...Da’s toch weer eens iets ànders hé! ...Zoudt ge niet content zijn van eens op een echte blonte Mädel te liggen? Hé, mijn klein zwijntje, dan kunt ge tijdens ’'t ficken aan ‘je blonde Ilse’ denken, je eerste lief van twintig jaar geleden. Ik zal onderwijl zelfs in '‘t Keuls piepen van 'Joa Jupp joa! Tiefer! Tiefer! Du wild-Schwein!”..".

Bon. Hussak werd dus van de gemakken gehaald en kreeg zijn kamertje in de kazerne om het naar eigen smaak om te toveren tot ‘Friseursalon’. Zijn voorganger, die nu weer door de Russische steppe mocht ploeteren, had altijd zijn gereedschapstas rondgesleept door heel de batterij, maar dat was beneden de standing van onze Figaro...Na een weliswaar hoffelijke rooftocht langs de geschrokken burgercollega’s van Nieuwpoort en Middelkerke geraakte zijn ‘Geschäft’ in een knip volledig uitgerust, schabben vol potjes met huid- en haarcrème, baardwater, odekolon en reukverstuiver-met-rubberpeer inbegrepen. En aan de muur een grote foto van de hoogblonde Kristina Söderbaum, het sensuele hoofdpersonage uit '‘Die goldene Stadt'’: de zogenaamd ‘aangebrande’ Farbfilm die pas deze winter zou uitkomen, maar waar alle meisjes nu al heet op liepen... Heel dat kleurrijke decor van Hussaks salon was misschien een ietsje té voor een herenkapper in een kazerne, maar het vrouwvolk waar hij op aasde mocht óók wat in de watten gelegd worden, vond hij als excuus tegen de bedenkelijke frons van Jupp...

Marie was in elk geval heel content van zijn kunstgrepen en haar nieuwe kleurtje. En vooral van die ongevraagde massage van haar schouderspieren waar ze het warm van kreeg, plus het aanbod om hem van nu af aan maar ‘Petr’ te noemen...Hij was wél zo geslepen om haar op geen enkel moment van de geanimeerde conversatie in verband te brengen met zijn heer en meester Oberfeldwebel Deutinger, waardoor zij al vlug de illusie kreeg dat zij deze speciale behandeling enkel te danken had aan haar mooie ogen...Een echte charmeur, dat mannetje: misschien wel een ‘negen-Rudolf’-punten waard, als hij niet zo klein was geweest! Jammer dat damescoiffeurs in het algemeen zo'’n povere reputatie hadden ‘in-bed’, want anders kon ze misschien even wegdromen tijdens de esbattementen van de Jupp...En het leek wel of haar Figaro iets van haar fantasietjes rook, want op het einde schoof hij haar zelfs met een vette knipoog een potje toe met crème om zelf zogenaamd de mogelijks slecht-gedekte haarwortels even bij te kleuren..."”Achtung! Zehn minuten! "” waarschuwde hij met opgestoken vingertje.

Och, en waarom ook niet, zeg ?!...

Door zijn spoedverlof en al die veranderingen bij zijn keukenpersoneel had Jupp niet veel tijd gehad om zich wat te ontspannen met zijn hobby in Studio Hasard. En collega Paul Hazaert had het de laatste weken blijkbaar óók druk gehad, want het atelier lag er ietwat rommelig bij en dat beviel Jupp allerminst. Al die randknipsels van negatieven op de grond en stof op de werktafel! Hij had een kraakheldere lichtplaat nodig en dat moest hij meneer Paul toch eens goed aan het verstand brengen!

Juist nu hij zoveel werk had! Drie filmrolletjes met de suggestieve kunstfoto’s die hij van de ‘kleine’ Mariette had genomen moesten nog nagekeken en gesorteerd worden: weliswaar een aangename bezigheid want er waren pikante poses bij en ze had een aantrekkelijk lijfje. Daarbij moest hij doorlopend aan Marie denken zoals die Hussak haar had opgetut...En gaandeweg begon hij te overwegen of hij zijn fotomodel ook niet eens een ander haarkleurtje zou opdringen...Blond stond op foto zoveel engelachtiger dan de ietwat versleten banale brunette die ze van nature was, en aan die valse onschuld kon hij met aangepaste belichting subtiel een pervers tintje geven... Maar hij vermoedde wel dat ze met zo'’n lichte krullekop last zou krijgen met haar broer en besloot die aap één dezer dagen eens wat manieren te leren...

  In de kazernekeuken sloeg het nieuws in als een bom! Jupp kwam zijn vrouwen om één uur herhalen wat hij zojuist op de radio had gehoord: Prinses Lilian, de kersverse bruid van de koning, had vannacht een zoon gekregen! Na een vrolijke uitbarsting van moederlijke lachjes bij de rijpere vrouwen en wat dwaas gekakel van Mariette gooide Marie volop roet in het eten :"Wanneer was die wondermooie toverprinses met haar engelengezicht ook weer getrouwd, zei je ?...

Probleem... Want niemand durfde er op te zweren...Na een korte discussie bleek de edelvrouwe immers twee keer getrouwd: eerst kerkelijk door Monseigneur Van Roey en pas een hele tijd làter voor het stadhuis...En wat telde er nu om...heu...bijeen te mogen slapen ? Want dat deed een koning blijkbaar ook, hé, die vuile pitou! Ha-ha, zeg! En als ze goed kon tellen, zelfs een stuk vooraleer écht getrouwd te zijn! ...Dàt voor een KONING! ...Foei!

Maar allee, de kleine zal vaneigens veel te vroeg gekomen zijn, hé...Met al deze internationale spanningen  die onze Leopold ocharme de laatste tijd heeft moeten verduren! Eerst dien autobots bij Küssnach in Zwitserland ,met Astridje ,onze jonge koningin :dood hé, ocharme ! En dan die verloren oorlog en al die zever met zijn schijters van ministers die naar Engeland gingen lopen! Een mens zou voor minder zijn pedalen verliezen hé! En '’t is tenslotte toch ook maar een vent...En een schone vent op de koop toe, met permisse gezegd ,zo'n frisse krullekop ,lijk hem daar op de foto zo triestig achter dien pinnekensdraad staat te treuren...Da’s toch te verstaan dat die nieuwe prinses hem heeft willen troosten hé...En wie van ons zou er zich niet laten doen als zo'n’ schone vent '’s nachts van al die miseries niet meer kan slapen...

Ja, daar waren ze het allemaal over eens: zo'’n schone vent troosten, daar mochten ze dat arme meisje niet voor miszien...Alhoewel...Veel vuile venten vonden die prinselijke Trien rechtuit gesproken een hete doos, waarmee ze zo ook wel eens wilden uitglijden...

Want eerlijk gezegd...Er waren in Belgenland nog véél meisjes waarvan de venten achter pinnekensdraad stonden te treuren! Hé Victorine: wat gij ?!...En lijk gij zijn er hier in '’t dorp toch zeker nog een stuk of drie-vier! Moest gijder allemaal ineens een kind krijgen, de paster zou nogal een kop trekken, peins ik...

Ook Jetje was niet erg te spreken over die Koninklijke uitschuiver. Dat Marie voor haar neus op de vingers tellend slechts met moeite tot zeven geraakte, kon haar niet zo erg schelen...Dat gebeurde blijkbaar ook in de beste families, al was het wel een heiligschendende openbaring...Maar heel die komedie over Leopold die in zijn kasteel van Laken zogenaamd het harde lot van zijn krijgsgevangen soldaten deelde, terwijl hij in feite lustig met de freules in het hooi van zijn Koninklijke stallen dook: dàt vond ze niet komielfo!

 “"Wat nog eens bewijst dat de rijken en de bazen ons voortdurend van alle leugens wijsmaken waar wij blind intuimelen! Allemaal om ons braaf, godsvruchtig en dom te houden en ons beter te kunnen uitzuigen! IK ga die Rooie  Steiner nog moeten gelijk geven: ge weet wel, dien zotten schoenlapper die indertijd die bommen gesaboteerd heeft waar Dis mee verongelukt is! "”

"“ Waar dat gij nog over spreekt, Jetje! Dat is verdimme vier jaar geleden, mens! Dien rotzak is van tien-negen al lang dood: Franco heeft hem in Spanje zijn verdiende loon gegeven en er kipkap van gemaakt! "”

"“ Ja,vergeet het! Dien zot zit gezond en wel in Rusland: Joseph is hem daar overlaatst nog tegen ’'t lijf gelopen, zie! Twéé keer zelfs! ”..."

Marie versteende, en keek haar vriendin geschokt aan: ”" Als we plezant over dat kind van Leopold klappen, moet gij niet over Rusland beginnen, hé Jetje! Ge weet dat ik daar niets meer wil van horen! "”

"“ Maar IK heb een brief van Joseph gekregen die daarover spreekt! Wilt ge niet weten hoe hij het stelt en wat er nog zoal in staat ?"”

"“ Georgette! Steekt er voor mijn part de stoof mee aan, met uw verdomde brief! Ik wil die naam niet meer horen, verstaan! Schluss!" ”

 De brief van Joseph die Jetje zojuist had ontvangen was anders wel interessant...Hij beschreef er zijn laatste tussenkomsten met zijn nieuw snelvuurkanon bij het uitmoorden van de vergeefs aanvallende Russen en de uiteindelijke "opruiming" van het omsingelde moeras. Hoe hij bij de schifting van de krijgsgevangenen plots weer op Steiner was gevallen en hem de raad had gegeven zich zo vlug mogelijk op te geven voor het nieuwe leger van Generaal Vlassov, als hij niet wilde creperen in een van de reusachtige gevangenkampen. Maar hij schreef ook dat hij bevorderd was tot korporaal-chef bij de pantserafweer en nu zijn eigen persoonlijke tank had. En dat hij, door zijn hielwonde, nu in zijn open rupswagen van 't éne gevecht naar 't àndere  rééd, zonder nog een stap te voet te moeten marcheren.

Zo eindigde hij zijn inzet aan het Oostfront toch in schoonheid ,schreef hij, want dat de oorlog op zijn einde liep was nu voor iedereen wel duidelijk. In de Oekraïne rukten de Duitse troepen op naar de Wolga, en iedereen wist dat dit voor de Führer het einddoel was van operatie ‘Barbarossa’. Idem voor het Afrika-korps, dat in razend tempo vorderde naar het Suez-kanaal en dààr eveneens halt zou houden...En zelfs de Anglo-amerikanen zullen nu wel inzien dat ze op zee met een maandelijks verlies van 600.000 Brutoregisterton aan kostbare scheepsruimte het best een vredesakkoord met ons kunnen afsluiten. Het Vlaams Legioen ging nog even helpen bij de opruiming van Leningrad, maar daarna was het goed geweest! Hijzelf verwachte in elk geval tegen Weihnachten weer thuis te zijn om van de emoties te bekomen..

Ja-watte! Als dat geen goed nieuws was, zeg!


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
21-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 223
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B54Bis.      EEN LAATSTE "SIEG HEIL! "                          

Na de rampzalige nederlaag voor Moskou in de winter van '41-'42 lag Hitler even naar adem te happen in de touwen ,maar niét voor lang. De Duitse voorjaarsoffensieven deden de hoop weer opflakkeren. Rommel rukte met zijn versterkt Afrikakorps op 21 jan 42 in 17 dagen 400 km vooruit, van El-Agheila tot Tobroek op de Egyptische grens. Op 27 mei 42 hervatte hij samen met de Italianen de aanval, wierp de Engelsen op 23 juni over de  grens en werd pas eind juni te El Alamein gestuit, op 100 km van de Nijl. Niet zozeer door de Britse weerstand, dan wel bij gebrek aan benzine. Want op de duur werd 75% van zijn bevoorradingschepen, komend vanuit Italie, gekelderd door RAF-bommenwerpers, gestationeerd op het eiland Malta.             

De Duitse U-Boten torpedeerden echter op hun beurt per maand op de Atlantische Oceaan meer konvooien dan de geallieerde scheepswerven konden vervangen. Daarenboven konden de Engelsen niet beletten dat onder hun neus twee Duitse slagschepen en een zware kruiser (Scharnhorst, Gneisenau en Prinz Eugeen) die werkloos in Brest geblokkeerd lagen ,plots door het Kanaal naar Kiel ontsnapten. Deze zouden later naar Noorwegen doorvaren om er de westerse konvooien naar Mourmansk te bedreigen.         

Wél voerden de geallieerden in de loop van 1942 verschillende succesrijke commandoraids uit op de Duitse Atlantische kustverdediging. Maar aangezien deze steeds zonder veel verliezen werden afgeslagen kreeg Hitler de bedrieglijke zelfzekerheid dat, mits zijn Atlantikwal verder te versterken, hij elke serieuze invasiepoging in de kiem zou kunnen smoren. Ook al betaalden de geallieerden met hun raids soms zwaar leergeld, toch werd het beoogde doel steeds bereikt en deden zij daarbij een ondervinding op van onschatbare waarde. Zo konden ze op 27/2/42 in Bruneval bij Le Havre de voornaamste onderdelen van een nieuwe Duitse radar voor onderzoek meenemen. En op 28/3 ramde in St-Nazaire een soort zelfmoordcommando een met mijnen volgepropte torpedoboot in de sluisdeuren van het enige droogdok voor Duitse slagschepen in West-Europa en vernielde dat volledig. Op 19 augustus voerde een Canadese divisie een bloedige (maar leerrijke) landingstest uit in Dieppe waar van de 5.000 ingezette manschappen er na drie dagen zware gevechten slechts 1.500 terug in Engeland geraakten. De Duitsers jubelden:  nu hadden de geallieerden vast wel hun lesje geleerd! Dat zou twee jaar later in Normandië inderdaad  blijken...       

Ook in Zuid-Rusland ging het Hitler angstwekkend goed voor de wind. Vanuit de sector Charkov trokken de As in juni 42 weer in de aanval. Ze veroverden in juli heel de Donbocht en bereikten de brandende olievelden van Maikop op 8/8, Stalingrad op 20/8, de berg Elbroez in de Kaukasus op 21/8 en het oliecentrum Grosny begin september. Maar op 100 km vóór de Kaspische Zee waren zijn troepen totaal uitgeput en het offensief bloedde dood bij gebrek aan voorraden. Alle reserves aan manschappen, bewapening, munitie en brandstof waren opgebruikt. Daarenboven werd de 1.000 km lange noordflank van deze aanvalsspits tussen Voronesj en Grosny in hoofdzaak beveiligd door de minderwaardige "geallieerde  divisies". Dit moést onvermijdelijk op een ramp uitlopen!

Omdat het offensief ver vóór het beoogde doel stilviel, ontsloeg Hitler nog een paar legerleiders en liet nu in Stalingrad àlles op àlles zetten. Héél de maand oktober werd om de ruïne van elk huis of elke kelder verbeten gevochten. En ook al vorderden de Duitsers langzaam maar zeker naar de oever van de Wolga, hun schrikaanjagende verliezen voorspelden een rampzalige winter...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
21-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
20-01-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 222
Klik op de afbeelding om de link te volgen
        B 54/2        MOERASKOORTS.
       Joseph lag midden op de ‘dijk’ van de Wolchov-rivier met zijn nieuwe eenheid, de 5e Kompanie pantserafweer, de vijand op te wachten vlak bij het dorp Myasnoy Bor... De Russen gingen straks vast hun zoveelste poging starten om uit de ‘Wolchovkessel’ - gelegen in de moerassen ten westen van deze dijk - uit te breken. Dit was enkel mogelijk indien zij de zogenaamde ‘dijk’ konden overrompelen die de omsingelde Russische troepen van hun basissen ten oosten van de rivier afsloot...

        Deze ‘dijk’ was ongeveer 10 km lang en, waar Joseph stond, een goede twee kilometer breed en volgde in grote lijnen de linkeroever van de Wolchov-rivier noordwaarts. Op deze smalle strook was de grond droog en liepen zowel de spoorlijn als de steenweg tussen Novgorod en het Ladogameer. Hier was de Rus vier maand geleden doorgebroken in zijn poging Leningrad te ontzetten, maar liep daarbij vast in de dooiende moerassen. In wekenlange verbeten strijd waren de Duitsers met hun Westerse hulptroepen er in geslaagd deze ‘dijk ’over haar volle lengte opnieuw te veroveren en zo het 2e Russische Stormleger in de Wolchov-moerassen in te sluiten... De bedoeling was ze daar te laten verhongeren en iedere dag moesten groepjes uitgeteerde Ivans zich noodgedwongen overgeven. Maar de harde kern trachtte nog steeds zich met de wapens een weg uit de omsingeling te bevechten... Vruchteloos meestal.

        Om de tijd te doden herlas Joseph nog eens het epistel van Jetje dat hij zojuist had ontvangen. Hij voelde niet dat daar iets niet helemaal klopte: Jetje had hem helemaal om haar vinger gedraaid met haar proeve van hoogstaande volksverlakkerij. Met die '‘Lieve Jongen'’ in de aanhef wiegde zij zijn achterdocht al diep in slaap. Ze begreep ook wel (schreef ze) dat hij, zoals ieder normaal kind, absoluut een stamboom vol familie wou hebben, maar hij was nu toch oud genoeg om de waarheid te kunnen aanvaarden. Ze had hem vroeger dat kerstverhaal al verteld en in feite kon ze daar niets aan toevoegen: zijn vader Dis was na de geboorte door onbekenden te vinden gelegd bij de nonnen in Veurne! Mogelijk was dat zigeunermeisje ,dat doodgebloed gevonden werd in het tuinhuisje van het klooster ,inderdaad de moeder van Dis, en dus Josephs grootmoeder, maar wettelijk was dat nooit vastgesteld... Misschien al goed, want anders zou hij officieel maar een halve of een kwart ‘Kristen’mens meer zijn, en dat zou zijn carrière zeker geen deugd doen hé... Neen, hij kon er zich best bij neerleggen dat Dis geen gekende ouders had: dat was de properste oplossing!... Maar er was méér, schreef ze...

        Het lag nu eveneens aan hem - en hem alleen - – om ook een streep te trekken onder heel die kinderachtige jacht op de vermeende ‘Rudolf’! Marie heeft nooit geen vent met die naam gekend! En hij moest vooral stoppen met al die slechte romans waarin hij de laatste jaren een tiental zogenaamde ‘oude vrijers’ van zijn moeder had laten opdraven! Die mannen verdienden dat niet! Ze waren sindsdien allemaal brave huisvaders geworden, die niet stonden te springen om hem plots als een bastaardzoon te erkennen en zodoende hun huidig gezin op te blazen. Zijn zoektocht was totaal ongepast, en zinloos bovendien... 

       " “Want zolang er niemand is die uit z'n eigen zomaar verklaart dat gij zijn zoon zijt staat ge nergens, Joseph! Ge moet dus niet hopen op een ‘vader’ buiten den Dis, want heel die zotte fantasie die gij gemaakt hebt over ‘Rudolf’ berust op een spijtig misverstand! ”

       "Daarom herhaal ik plechtig: ’Rudolf’ is geen vent van vlees en bloed, jongen. Die naam hebben Marie en ik beginnen gebruiken toen we bakvissen van 16 waren. De zaken van de liefde werden toen nooit bij naam genoemd, en dus vonden alle vriendinnen ondereen een privé taaltje uit om over deze geheimen te spreken... Ik weet: het is moeilijk te geloven, maar uw moeder en ik zijn in onze jonge tijd ook ‘Zotte Trienen’ geweest die hitsig stonden van een schone minnaar lijk dien Amerikaanse filmster RUDOLF Valentino. Wij, just lijk alle vrouwen die zijn films zagen, droomden weg bij de vuile gazettenpraat dat zijn tegenspeelsters flauw vielen van zijn kussen en op slag den hemel zagen...Als vrijer was die filmstar in onze ogen DE MAX, de oppergod van de liefde! En iedere jongen die achter ons ‘deed’, gaven wij onder ons punten op onze geheime '‘Rudolf-meter'’, van nul tot tien... Zelfs nadat Marie getrouwd was met den Dis, durfden wij in onze zatte momenten ZIJN prestaties nog wel eens in vertrouwen te keuren. Maar ik herinner mij niet dat Dis van z'’n leven boven de ‘drie-Rudolf’-punten is geraakt. Om maar met permessie te zeggen dat Marie met haar vent nooit den hemel heeft gezien. Met de Jupp beweerde ze overlaatst wel op ‘zeven-Rudolf’-punten te zitten, maar dat was zonneklaar alleenlijk om mij te pesten! ” 

      "“ Het spijt mij dat ik dezen misverstand over dien zogezegde Rudolf niet eerder heb kunnen uitleggen, want het zou u zekerlijk een hoop slapeloze nachten bespaard hebben, en vele spanningen met Marie, misschien zelfs uw vertrek naar Rusland. Maar zolang ge nog niet droog waart achter d’oren, was '‘t niet mijn rol om over de geheimtaal van uw moeders jeugdliefdes te spreken. '’t Is pas sinds gij en ik brieven schrijven naar elkaar dat het mogelijk is voorzichtig het juiste woord te kiezen,zonder iemand te kwetsen...”

        "“ Nu gij de juiste situatie kent van uwen stamboom, kunt gij ook beter de kwalijke invloed daarvan schatten op uw kansen van avancement...Als dit gat u zou beletten om van z'’n leven nog officier te worden, dan kunt gij misschien uw dienst in Rusland opzeggen en naar huis weerkeren: voorwaar een prima zaak nu gij nog in goede gezondheid verkeert...Weet dan, lieve Joseph, dat hier NIEMAND u daarvoor scheef zal bezien, en ook die stomme ruzie met Marie zal zekers rap vergeten zijn."

Ontvangt tijderwijl de hartelijke groeten van uw Tante Jetje,

Georgette Neuville."

       
Onnodig te zeggen dat deze brief lang op zijn maag zou blijven liggen. Jetje had blijkbaar heel wat moeite gedaan om dat epistel ineen te boksen, en naar de gebruikte stadhuiswoorden te oordelen was zij daarbij niet alleen geweest. Hele zinnen waren overduidelijk ingefluisterd door iemand met een schoolopleiding, wat Marie en Leon alvast uitsloot. De vraag was daarbij of deze vreemde ‘souffleur’ in de coulissen hem – (toch een onpopulaire Oostfrontvrijwilliger! –) al dan niet gunstig gezind was. En, eerlijk gezegd betwijfelde hij dat er erg veel openlijke sympathisanten van de Vlaamse Zaak rondliepen in de kring van Jetjes vertrouwelingen...

        Want dat ze haar mentor 100% vertrouwde, stond als een paal boven water: heel die stamboomaffaire kon je toch moeilijk aan de neus van de eerste de beste passant gaan hangen... Engelborghs misschien ?...In dit geval was het voor Joseph ‘oppassen geblazen’! Of haar nieuwe vriendin uit het juwelenwinkeltje van Oostende? Die was met een jood getrouwd geweest: weinig kans dat deze vamp de ‘Vlaamse Leeuw’ kon zingen... Dan zag hij enkel nog die gemeentebediende van de ‘Bevolking’ in Veurne, maar die kende hij van haar noch pluim...

        En alles wel beschouwd: in hoeverre KENDE hij feitelijk Tante Jetje zélf?... Vriendin van zijn moeder, akkoord... Zelfs dikwijls zijn tweede moeder geweest, waarmee hij als kind was opgegroeid en die als het ware een deel van zijn jeugd had ‘bemeubeld’... Veel warmer dan Marie: de zure rokken van haar schoot had hij als kleine jongen dikwijls nat gehuild terwijl zij z'’n nekhaar streelde... Soms stout geweest tegen haar omdat ze zelden ‘kletsen’ gaf... En haar in zijn puberjaren dikwijls als pispaal gebruikt met zijn opgefokte problemen van de cadettenschool... Maar in feite was zij dubbel zo oud als hij en stamde zij toch uit een héél àndere wereld...Die van ‘de grote mensen’ waarin je als kind met je drama'’s en vragen geen toegang kreeg, of weg gesust werd, of met een kluitje in het riet gestuurd. Als ze al niet uit haar troostende rol viel en volledig naast de kwestie in lachen uitbarstte tot de tranen langs haar neus liepen! Die oudere vrouwen speelden doorlopend komedie tegen de kinderen en waren in feite voor geen cent te betrouwen... Jetje evenmin als Marie.

        En hij voelde dus wel dat er aan die brief een reukje zat, maar zag zo direct de val niet zitten...Het was niet normaal dat zij zo de nadruk legde op dat kerstverhaal van Dis zijn geboorte ,maar als vermoord bleef zwijgen over de geboorte van Joseph zélf. Hij wilde weten  wie ZIJN vader was ,en dat was niét den Dis ! Kop àf ! Maar  de tijd scheen nog niet rijp voor ze dat zou willen openbaren...Daarom besloot hij de zaak even te laten rusten want voorlopig waren er àndere katten te geselen!

       
Zijn laatste bevordering tot Korporaal-Chef (of Rottenführer, zoals deze graad hier officieel heette) had hij alvast binnen, zonder dat de commandant werkelijk moeilijk had gedaan over de situatie van Dis. Joseph stelde in elk geval tot zijn opluchting vast dat ze op het commando van het Legioen nog niet op de hoogte waren van het tranige kerstverhaal met dat zigeunermeisje...

        Houden zo! dacht hij, terwijl hij als een robot een nieuwe zware patroonband in zijn snelvuurkanon laadde. Aan de opvliegende kraaien boven het verzopen moeras in het niemandsland zag hij nu dat de vijand langzaam maar zeker zijn schootsbereik naderde. En aangezien de vogels niet na een korte vlucht weer neerstreken, maar verder weg naar de wazige einder fladderden, wist hij dat er heel veel mensen bewogen in de groene dampende jungle voor zijn vizier... Mensen?... Druipende moerasmonsters, ja, bedekt door slijkschubben van kwalijk stinkende vodden, met gloeiende ogen en uitgeteerde smoelen vol haar!... Mensen kon je dat niet meer noemen...

        Ze wilden het dus opnieuw proberen, de sukkels: in massale aanvalsgolven de dijk te doorbreken die hen van de hoofdmacht ten oosten van de Wolchow afsloot en in de zompige ‘Kessel’ gevangen hield...Wel, ze deden maar wat ze niet konden laten! Samen met de ‘División Azul’, de ‘SS-Nederland ’en verschillende Duitse regimenten hielden de Vlamingen deze relatief brede dijkstrook langs de rivier nu stevig in handen. Zwaar geteisterd weliswaar door het giftige klimaat en de onophoudelijke artillerie beschietingen van over de Wolchov, maar ook gehard in de strijd! Het ‘Legioen’ - of wat daar na vier maanden onafgebroken gevechten nog van over was – zou die rottige Ruski'’s straks warm onthalen!

Het Vlaamse Heer staat immer pal,

Waar ’t winnen of waar ’t sneven zal!

Aan lange lansen, de Leeuwen dansen!

        Zo trachtte Joseph zijn adrenaline op te jagen en zich moed in te pompen om binnen enkele minuten met de slachting te beginnen. Want toen hij vorige maand, na zijn afkeuring bij de pioniers, zijn opleiding bij de ‘2CM-Flak’ aanvatte, was hij erg geschrokken van de uiterst vernielende slagkracht van zijn gloednieuw 20mm snelvuurkanon... Normaal was dit bedoeld om laagscherende vliegtuigen neer te halen, maar tegen grondtroepen was het nog moorddadiger! Binnen de minuut veegde dat een aanvalsgolf van 200 man, drie rijen dik, in één enkele maaibeweging van het schootsveld! Bij vrij zicht, op één kilometer afstand, alstublieft! En indien, zoals hier vandaag, de lage begroeiing elk dieptezicht belette, vloog de stalen kogelregen toch moeiteloos dwars door een kilometerdikke strook struikgewas heen! Het enige nadeel van een ‘2CM’ was dat het kanon de vijand zo'’n schrik aanjoeg, dat deze dit moordwapen bij voorrang trachtten uit te schakelen. Het kwam er dus op aan rap van schietstelling te verwisselen en voortdurend in beweging te blijven om de mortiergranaten van de vijand te ontwijken...

        Het wapen van Joseph stond draaibaar gemonteerd in de bak van een open halfrups-pantserwagen met vijfkoppige bemanning. ZIJN kanon met ZIJN bemanning! Dit zou hun eerste groepsinzet worden met deze pantserauto: hijzelf als stukoverste, met André de chauffeur, Berten de radio, Conrad de richter en Dolf de lader. Allemaal gasten die hij nauwelijks kende, en tóch hing het grotendeels van ieder van hen af of zij als eenheid de avond zouden halen...

        Plots werd ver op de rechtervleugel door de Spanjaarden met M.G.’s hevig eigen vuur geopend: een vuil trucje om klaarstaande aanvallers te ontraden frontaal op te rukken en voortijdig af te leiden naar de buren...In casu de Vlamingen, verdomme!
        Bon, ze stonden er klaar voor...

 

     De wanhopige uitbraakpogingen van de Rus, waarbij deze in opeenvolgende helse vuurvlagen waarschijnlijk zijn laatste munitiereserve verschoot, duurde met korte onderbrekingen tweeënzeventig uur. Keer op keer, op elk moment van dag of nacht rolden de aanvalsgolven uit het moeras naar de Vlaamse stellingen op de dijk. Keer op keer werd hun wanhopig "‘hurrei !" ’ overdonderd door het oorverdovend kabaal van duizenden bommen en granaten. En telkens weer stierven tientallen Russen in het moordende vuur van de Duitse automatische wapens: genadeloos weggemaaid, compleet in flarden geschoten of stomweg met een kleine verwonding leeggebloed en verzopen in het stinkende moeras...

        Maar de dijk van de Vlamingen hield stand tot de laatste stormloop was uitgestorven, ook al sneuvelden er die paar dagen vijftien mannen van het Legioen...Daarna begonnen de Russen zich in steeds grotere groepen over te geven, en liep ook het gerucht dat hun generaal Vlassov het met de Duitsers op een akkoordje had gegooid...

        Joseph en zijn ploegje hadden de slag weliswaar heelhuids overleefd, maar waren lichamelijk compleet uitgeput en psychisch gekraakt door de eindeloze massamoord waaraan ze hadden deelgenomen. Ook al telden ze nadien op de stalen mantel van hun pantserauto zeker veertig littekens van kogelinslagen, toch konden ze die maar moeilijk als moreel alibi aanvoeren voor het bloedbad dat zij hadden aangericht...

        Ze hielpen nog een dag bij het uitkammen van de ‘Kessel’ en het samendrijven van de laatste gevangenen naar het schiftingskamp. En daar gebeurde het mirakel dat niemand voor mogelijk hield! Bij die schurftige bende sukkelaars meende hij plots een bekend gezicht te herkennen...Onmogelijk! ...Of tóch?...Joseph riep hem aan in z’'n Westends dialect... En inderdaad, de vent reageerde! Hij wenkte hem dichterbij en vroeg: "” Witte wien da’k zien ?”" Waarop de vent hem wezenloos aankeek en schor antwoordde: "” Joa’g: de klein van Petré...”Dien zwarte luiszak...  " 
        Hij had dus wél juist geraden :Steiner, verdomme ! Die stomme rooie schoenlapper van over het gemeentehuis van Westende !

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
20-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 221
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B54. HET ZIGEUNERMOEDERTJE...

                             Juni 1942.              

        Jupp had het nu al ruim een maand op z'’n heupen, stelde Marie vast. Hij was nors en kortaf tegen haar en dat was ze niet van plan nog lang te verdragen...

        Alhoewel, de sukkel had problemen zàt, dat wist ze ook wel: zijn commandant ,Hauptmann Stolz, knabbelde lustig aan zijn militair keukenpersoneel, en zonder volk kan niemand goed werk leveren. De mannen van Jupp waren tot nu toe normaal vrijgesteld van al dat soldatengedoe, zoals wachtlopen bij de kanonnen, schietoefeningen en drill, juist omdat ze met het keukenbedrijf al ruim hun handen vol hadden. Maar sinds de lente ging het gerucht dat de batterij quasi de betere helft van haar effectief als versterking naar het Oostfront zou moeten sturen, en Jupp vreesde in de eerste plaats het ergste voor zijn eigen persoontje... Want om de besten van de batterij voor het front klaar te stomen, moesten de maaglijders van Jupp opnieuw dienst beginnen kloppen bij het geschut in de duinen... Er was wel vaag sprake dat zijn gepluimd keukenpersoneel zou aangevuld worden met herstelde gewonden en slachtoffers van de vorst in Rusland, en zelfs met zogenaamde ‘Kozakken’, wat dat ook mocht zijn... Maar véél goeds kon Jupp zich daarbij niet voorstellen ,buiten een afgezaagd soldaterkoor...
       Zijn vraag om wat meer vrouwen uit het dorp aan te werven had Stolz afgewezen. Sindsdien draaiden de keukens voor de troep en het lagere kader al een hele tijd vierkant en hij zag blijkbaar zo direct geen mogelijkheid om daar rap iets aan te verbeteren. Goddank kon hij tot nu toe nog de kwaliteit van de officierentafel in het Casino redden, maar Jupp vroeg zich af of dit wel al het kunst- en vliegwerk waard was... Als hij Stolz een paar keer rauwe aardappelen zou voorzetten, zou die meneer misschien begrijpen hoe moeilijk Jupp het in de keuken had... Met het risico natuurlijk dat hij dan nog vlugger borsj zou zitten koken in Minsk of Kiëv of hoe die vervloekte negorijen daar bij de Wolga ,Don of Dnjeper ook mochten heten!

        Tot overmaat van ramp liep op 1 juni het bericht op de batterij binnen dat gisteren hun garnizoenstad Köln vernietigend gebombardeerd werd door de R.A.F.! Omzeggens de halve getalsterkte van de batterij ‘Lakodam’ kwam uit deze getroffen Keulse regio! Op de BBC uitzending -– die officieel wel niet beluisterd mocht worden, maar ja... - was er blijkbaar sprake geweest van een raid met duizend vliegtuigen en vijfduizend ton bommen! Ongehoord beestachtig, die Britten, om zomaar zonder militaire noodzaak heel die historische binnenstad vol onschuldige burgers plat te gooien! Het gerucht liep dat de Dom volledig in puin lag, en in de voorsteden woedden nog volop grote brandhaarden. Een ravage tienmaal erger dan Londen ooit gekend had! Hoeveel slachtoffers er waren wist nog niemand, maar op het commando van de batterij werd druk afgewogen wie éérst in spoedverlof voor tien dagen naar de Heimat kon gaan...

        Jupp was bij de uitverkorenen en vertrok hals over kop. Officieel wist hij nog niet hoe het thuis met zijn gezin was gesteld, of zijn dochtertje en zijn vader nog leefden, en wat er over was van zijn "‘Geschäft"’, zijn beenhouwerij... De stadstelefoon daar werkte niet meer... Maar hij vreesde het ergste...
       
Jetje was er niet goed van. De brief die zij van Joseph ontving loog er echt niet om: of ze nu verdomme eindelijk eens wilde uitleggen hoe het zat met zijn voorvaderen! Als hij ooit wilde opklimmen tot de rang van officier, dan moest hij kunnen bewijzen dat zijn ouders en vier grootouders van zuiver Germaans bloed waren, zoniet kon hij alle verdere bevorderingen wel vergeten! Aan Marie moest hij deze inlichtingen niet gaan vragen, want in haar ogen bestónd hij niet eens meer! En ook Leon scheen daar het belang nog niet van in te zien. Maar Jetje moest wel begrijpen dat dit voor hem ‘erop of eronder’ betekende! En als het ‘eronder’ was, dan stond hij niet meer in voor zijn daden, als ze dat verdomme maar goed beseften, daar in hun comfortabel warm boerengat, veilig afgeschermd van de beestige bloedbad vol verschrikkingen om hem heen!
        Zo'’n brutale afdreiging had ze nog nooit van haar leven meegemaakt! Joseph was wel héél erg veranderd, de laatste tijd, moest ze zeggen! Jezus-Maria, was dàt alles wat er van die lieve fijne jongen overbleef ? Een grollende hond, bijtends klaar ?! Om er kou om het hart van te krijgen: zó veranderd, begod! ...
        Leon monkelde struis, toen zij hem verontrust de brief voorlas: "“ Ja, Tante Jetje, daar verschiet ik niet van...Hij zit al lang op dien ‘wier’, en heeft tegen mij ook al uitgevlogen dat het de hoogste tijd is dat ge het probleem van onze grootouders nu eindelijk eens uit de doeken doet. Maar ik kan hem daar niet bij helpen, tenzij dat ik u wat pousseer om ons getwee eindelijk eens de waarheid te vertellen hoe dat zit met de afkomst van ons vader...Mij hebt ge ook maanden aan een stuk voor de zot gehouden met dat ‘Spook’ van den Dis, dat ik zogezegd gezien heb in dat café in Duinkerke... of niet gezien heb! Het was volgens u Dis zijn tweelingbroer, weet ge nog ?...Een tweeling, waarvan een koorddanseres van de cirque veertig jaar geleden bevallen zou zijn alvorens te sterven in '‘t kot in den groentenhof van het nonnenklooster. Straffe kost: zo'’n tweelingbroer uit uwen duim zuigen om mijn probleem met dat ‘Spook van Duinkerke’ op te lossen! ...Maar bon, voor mij niet gelaten! Want ondertussen weet ik toch zeker dat mijn vader echt dood is en niet bij de hoeren in Frankrijk zit, da'’s voor mij genoeg..."”

        “" Wel, dat heb ik toch al altijd gezegd dat den Dis morsdood was van die obussen, maar ge hebt mij langen tijd niet geloofd! Dan is het toch hoogtijd dat ook Joseph zijn ogen opent en aanvaardt dat z'n vader Dis een vondeling was. Akkoord, zo'’n kind komt niet uit den hemel gevallen, en heeft natuurlijk een éigen moeder en een vader! Alleen vervelend dat die niet bij naam gekend zijn! En het kan goed zijn dat die ongekende ouders van Dis volgens de legende negen kansen op tien waarschijnlijk in de cirque speelden :– ge ziet: ik zijn voorzichtig! ...Maar hoe gij het ook draait of keert,vent: volgens de wet bestaan die 'ongekende ouders' niet, punt aan de lijn ! En als dàt Joseph gaat beletten van generaal bij den Duits te worden, is dat een probleem dat hij zelf heeft gezocht!" ”

        “" Wel, Tante Jetje, dan moet ge hem dat maar eens schrijven hé! Succes! Maar ik kan nu al zeggen dat de Joseph met dien uitleg niet erg content zal zijn !" ”
 
        Jetje was er blijkbaar toch ook zo gerust niet in als zij zich bij Leon had voorgedaan. Maar tenslotte vond zij zich niet verplicht de vuile was van haar buurvrouw te doen: Marie was oud genoeg om haar eigen boontjes te doppen! Immers, telkenmale Jetje zich met de beste intenties bemoeid had met het wespennest van het gezin Petré, had ze van haar vriendin het deksel op de neus gekregen! Wel, Marie moest het nu zelf maar oplossen!
 
        Na een week van rijp beraad kon ze er écht niet meer om heen. Ze had al verschillende halve nachten wakker gelegen om het vóór en tégen van elk initiatief af te wegen en was dat zó beu dat ze het tenslotte Marie voor de voeten wierp.

       
        "“ Luistert, Keuntje, het moet nu gedaan zijn met al die flauwe kul. De Joseph is misschien dood in UW ogen, maar dat belet hem niet van MIJ het mes op de keel te zetten om hem de waarheid te zeggen over zijn afkomst. Want hij moet kunnen bewijzen dat hij van zuiver Vlaams bloed is of ze gaan hem nooit officier maken, daar in Rusland... Ik kan niet anders dan hem antwoorden! Maar ik moet nu rap weten hoe ver ik mag gaan met mijnen uitleg, anders springt die uit zijn vel !"“

        Marie staarde haar lang nadenkend vlak in de ogen, zonder haar écht te zien en haalde tenslotte nukkig de schouders op: ”" Bewijzen ?... Wat valt er te bewijzen ? Dat er niks is ? Ge zijt toch zelf in der tijd naar Veurne geweest op de velo, naar uw vriendin op de ‘Bevolking’ ? En naar de Moeder-overste van het nonnenklooster, nietwaar ? En ge hebt daar geen enkel wettelijk document kunnen vinden over de echte ouders van onze vondeling Désiré Vrooman, lijk dat de nonnen hem gedoopt hebben...Of van Désiré Petré, lijk Bompa Petré hem noemde na de adoptatie. Dat schoon kerstvertelsel van Moeder-overste, over de jonge moeder die dezelfde nacht in de stal van het klooster beviel van een ander ventje Noël Dieudonné, geeft geen enkel wettig verband met onze vondeling, dat heeft de paster zelf nog espres gezegd!" ”
        "“Ow-ow Marie! Akkoord, geen wettig verband! Maar wel een logiek verband hé! In dat klooster wist iedereen dat het meisje een tweeling gekregen had, alvorens leeg te bloeïen: twee jongens, Noël en Désiré! Terwijl de vader de nacht van de geboorte Désiré aan de poort te vinden ging leggen en opgepakt werd door de gard-civiek, baarde dat meisje haar tweede kind Noël dat pas na de vroegmis gevonden werd...Die twee jongens zijn apart gevonden door de nonnen, op honderd meter vaneen en met een nacht tussen! Waarop de paster hen verboden heeft een verband tussen die twee borelingen te leggen! Ik versta nog altijd niet waarom...Maar gezien niemand dat dode vrouwmens van de cirk kende is zij door de paniek van het moment in de twee geboorteakten nooit met zoveel woorden genoemd...En die fout hebben ze daarna ook nooit meer durven rechtzetten! ”"

        Marie moest eens spottend lachen: ”" Dus – lijk ik al honderd jaar zeg is de Dis te vinden gelegd, Jetje! ... Of hoort ge misschien niet goed ?! Van onbekende ouders, Jetje, officieel bevestigd...Verdimme, '’t is just alsof gijder allemaal verstopte oren hebt! ... Jetje, het kan toch niet simpelder: die onnozelaar in Rusland heeft geen gekende grootouders langs vaders kant! En dan mag hij nog van geluk spreken!"
    "”“ Hoezo, van gelukspreken!?"
    "”“ Gij leest geen gazet zeker! ? Luistert Jetje: zelfs al moest Joseph dat kerstvertelsel willen opvissen om officier te kunnen worden, dan schiet hij nog in zijn eigen voet! Want dat vrouwtje - en ook de vent die de vondeling aan ’t klooster afgaf – waren alle twee artiest in de cirque, volgens dat de nonnen dachten toch. Maar geen gewone artiesten, hé mens: in feite waren het rondzwervende Bohemers, nog staffer dieven dan de joden! En ge weet dat den Duits dat volk niet goed kan verdragen, en hen sinds vorige week allemaal oppakt voor een soort verplichten arbeidsdienst in Polen! Als Joseph nog veel van z’'n oren maakt en niet goed oppast vliegt hijzelf misschien ook in zo'’n kamp, als kleinzoon van zo'’n rotte stinkende Bohemer, wie weet!" ”

        “"Jezus-Maria! Zijt ge nu helegans uw vijzen kwijt ? Om zo'’n ongelukkig lot te verzinnen voor uw eigen vlees en bloed ?! Ge gaat mij op den duur nog verplichten hem heel die affaire met de Rudolf uit de doeken te doen! Is '’t soms dàt da ge wilt ?"
       ” Marie sprong op en siste Jetje in het gezicht: ” "Rudolf ?! Ge zijt niet goed snik zeker ?!... Georgette Neuville! Als ge dat durft doen, bezie ik u van mijn leven niet meer! Goed verstaan hé mens ?!"”

        Deze harde woorden raakten rap vergeten toen Jupp min of meer opgelucht terugkeerde uit verlof. Keulen-Stad was weliswaar afgrijselijk door dit massaal bombardement vernietigd - al bleef de Dom op een paar gaten na wonderlijk gespaard - maar de voorstad Porz op de rechter Rijnoever waar Jupp woonde, had niet zo veel geleden. Een beetje verderop in zijn straat waren wel twee zware bommen gevallen die vijf huizen hadden weggeblazen en er een dikke tiental erg beschadigd, maar in de ‘Metzgerei’ van de familie Deutinger waren enkel wat ramen uitgeslagen... Zijn dochter en zijn vader hadden geen schrammetje, en Pa beweerde manmoedig dat hij met de hulp van zijn twee ‘Fransosen’ de zaak binnen de week weer draaiende zou krijgen: Jupp hoefde zich niets aan te trekken! “
        " Ik had zelfs de indruk dat hij mij liever zag gaan dan komen!" ” lachte hij een beetje zuur. Zijn dochter Erika vond hij wel erg veranderd, een lange opgeschoten bonenstaak van vijftien, nu...Zeer terughoudend vond hij haar, en helemaal niet tot knuffelen geneigd...“
       " Maar ja, ik ben voor haar bijna een halve vreemde, een man die ze al twee jaar niet meer heeft gezien...En dit juist op de leeftijd dat ik haar een warm nest zou moeten geven kreeg dat kind zo'’n harde wereld op haar nek!...Als ik haar hoor heeft ze weinig tijd om eens weg te dromen, wat bakvisjes vroeger toch doorlopend deden... Neen, Erika is een harde tante aan '’t worden, jammer genoeg! ”"

        Hij zuchte: ”" Kan ook moeilijk ànders, nu zij met de “Duitse Meisjesbond”, de N.S-jeugdbeweging, verplichte diensturen moet kloppen in het ziekenhuis en de sociale hulppost, middenin de bloedige miserie van de barbaarse luchtoorlog... Van het voortdurend bijstaan van families die tussen de lijken hun verwanten moeten identificeren wordt ge niet erg vrolijk...”


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
20-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
19-01-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 220
Klik op de afbeelding om de link te volgen
        OVERLEVEN IN "SPERRGEBIET".
Heden ten dage willen de mensen dat niet meer geweten hebben ,en ontkennen ze uit alle macht dat hun voorvaderen destijds "iets met de Bezetter te doen hadden". Dat strookt natuurlijk niet met de rauwe werkelijkheid van toen ,en gaat zéker niet op voor de bewoners van de kuststrook : het zogenaamde "Sperrgebiet". Wie dààr niet min of meer voor of mét de Duitsers werkte - mét zin of met tégenzin - zou die vier jaar bezetting terplaatse simpelweg nooit hebben overleefd !
Ik vertel over dit soort geknoei om twee zaken toe te lichten, en niet om goedmenende burgers in een kwalijk daglicht te stellen. Maar in tegenstelling tot het diepe binnenland, waar de bezetter slechts sporadisch in beeld kwam en het dagelijks leven van de burgers min of meer ‘normaal’ verder liep, was de ‘Sperrzone’ langs de kust één groot afgesloten militair domein! Het wemelde daar  in de dorpen, velden en wegen van de soldaten en alles functioneerde er onder strikt toezicht van de bezetter. Zelfs in de burgerlijke stamcafés voelden de Duitsers zich volledig thuis, alsof ze in hun éigen Beierse Bierstube zaten. De Belgen waren er dikwijls in de minderheid en pasten zich aan bij die ‘anderstaligen’, zoals het reeds eeuwen in hun aangeboren aard zat. Iedereen, van jong tot oud, sprak zonder complexen een mondje Duits, of althans dàt soort gegermaniseerd koeterwaals wat daarvoor moest doorgaan.

        Zowel ‘Peerdepoot’ als Briek Erte waren zonder de minste twijfel goede vaderlanders en dat zal verder in dit verhaal nog dik in de verf gezet worden. Als zij dan toch voor de bezetter werkten, was het simpelweg omdat ze nu eenmaal in een volledig 'verduitst' ‘Bad’ woonden, en wie in dat bad zat werd nat, willen of niet!

        Komt daarbij dat iedereen die dacht slim te zijn en poten aan z'’n lijf had, in dit verwrongen levensklimaat rap veel geld kon verdienen. Vooral het werkvolk van firma Berenbiet, dat de Duitse bunkers en versterkingen bouwde in de duinen, nam op dat gebied grote risico’s... Zij begonnen, naast het officiële recuperatiecircuit van ‘Pappie & Erte’, sluiks voor eigen rekening ook loden leidingen uit villa’s te strippen... Villa’s die niét noodzakelijk op de Dijk stonden, en dus– - op eerste zicht - ook niét – door de Duitse genietroepen ondermijnd werden en dicht gemetseld.

        En hier begon het drama dat maandenlang véél slachtoffers zou eisen...

        Deze bloedige drama'’s met zieltogende werknemers van de aannemer Berenbiet en de goedgemeende medische eerste hulp die Nadine aan deze sukkels verstrekte, brachten haar tenslotte in contact met niet één, maar twéé geschikte huwelijkskandidaten ! En – hoera! - uiteindelijk ook met haar toekomstige echtgenoot...

        Maar laat ons niet té erg vooruit lopen: er gebeuren al drama'’s genoeg... 

        Praktisch iedere namiddag, na hun shift bij firma Berenbiet, drongen deze werklui in kleine groepjes van vier-vijf man langs de àchtergevel zo'’n leegstaande villa binnen. En zoals gezegd: zelfs dié huizen waar de Duitsers al aan '’t werk waren geweest. Die mannen voelden zich al vlug ware experts in het neutraliseren van de mijnen en boobytraps en deden gouden zaken... Maar de Duitsers waren noch met het ene, noch met het àndere erg opgezet. Dus liep zo'’n inbraak soms slecht af...

        En telkenmale de mensen van Westende-bad door zo’'n doffe knal werden opgeschrikt, wisten ze dat ze binnen het uur weer een paniekerige stoet voorbij zouden zien strompelen van werkmakkers die dringend medische hulp zochten voor hun zwaargewonde kompaan. Ze droegen het slachtoffer meestal met z'’n tweeën of vieren op een '‘blaffetuur'’ -– een door de ontploffing weggeslagen vensterluik -– de Avenue des Chardons in, op zoek naar de eerste-hulppost van het Rode Kruis. En hier begonnen steeds weer opnieuw dezelfde moeilijkheden...

        De gezusters Rayée, die voor de oorlog een bloeiend immobiliënkantoor hielden, waren de drijvende krachten van de plaatselijke Rode Kruisafdeling. Dat weten we reeds door hun inzet ten behoeve van de vluchtelingen in de schoolkolonie ‘Les Marchevins’ tijdens de 18-daagse veldtocht. Maar nu hadden ze hun z.g. hulppost ingericht in een leegstaand winkeltje van de Portiekenlaan. En zoals de naam het al doet vermoeden bevond de toegang tot dit huis zich in een... portiekje, jawel. Nogal een smàl portiekje, met daarin twee deuren: de deur rechtdoor opende op een – eveneens  smalle gang en de dito trap naar de eerste verdieping, terwijl een deur aan de rechterhand zogenaamd ‘toegang verleende’ naar de kleine winkelruimte waar de eigenlijke hulppost was ingericht.

        Nu was ‘toegang-verlenen’ een groot woord. Want het was absoluut onmogelijk om met een gekwetste op een draagberrie vanaf de stoep de korte bocht naar rechts te nemen om de ongelukkige de hulppost binnen te dragen. En met een ‘blaffetuur’ – die meestal breder was dan een gewone draagberrie – was dat sowieso onbegonnen werk. Telkens er dus een villa ontplofte en de werkmakkers met een zwaargekwetste kwamen aangesjouwd, botsten die op een paar toegelopen Westendenaren... En aangezien die àlles wisten over de toegangsbeperking van de hulppost verwezen zij deze sukkelaars naar twee hoekhuizen waar ze met hun lugubere vracht door de brede ingangsdeur op de hoek wél binnen geraakten. Eén daarvan was het café van het ‘Hotel des Invalides’, het àndere was de groentenwinkel van de familie De Handt... Beide uitbaters hadden een dochter die een stevige EHBO-opleiding genoten had... En zo komen we naadloos weer bij ons Nadine...

        Omdat er redelijk veel slachtoffers onder haar hand ter plekke stierven, kwam ze nogal dikwijls in contact met Jan Loenders, de zoon van de dorpsdokter en moniteur van de EHBO-cursus. En voor de wettelijke afwikkeling van het verzekeringsdossier kreeg ze meestal bezoek van Antoon Berenbiet ,de zoon van de gekende aannemer waarbij het slachtoffer werkte . Dàt waren nu eens twee jongeheren die haar wél iets zeiden, zie!... Knap, van rijken huize en goede stand: die mocht ze niet uit het oog verliezen..
        Maar dat was toekomstmuziek, zoals gezegd.

 

        Ondertussen zat ze natuurlijk opgescheept met Joseph Petré. Kandidaat-officier in het Duitse leger, dat sinds de lente aan het Oostfront weer volop in het offensief was gegaan, ditmaal voor goed, naar men zei... En zohaast dié de Russen uitgeschakeld zouden hebben - wat algemeen dit jaar nog verwacht werd -– zou het eindelijk weer vrede zijn... En zou Joseph naar huis terug komen, met de lauwerkrans van de overwinnaar! En dat verdomde witte paard, wie weet...

        Lange tijd, terwijl Hitler in de winter voor Moskou op zijn donder kreeg, had ze enkel zijdelings via Leon met Joseph contact gehouden... Tijdens deze duistere maanden zou het bij de mensen nogal idioot overgekomen zijn indien zij zo openlijk zou corresponderen met een Oostfronter! Daarbij, Ma De Handt had haar jongste goed laten verstaan dat ze elke ‘Feldpostbrief’ die de facteur bracht, onmiddellijk in de stoof zou kappen. Toen...ja!

        Maar ondertussen hadden de Duitsers zich na het vernietigende winteroffensief van de Russen schijnbaar flink hersteld van hun zware tegenslag voor Moskou. Ze gingen in de Oekraïne weer met groot succes in de aanval alsof er deze winter niets gebeurd was. Ze voerden gewoon een herhaling op van hun veldtocht van vorig jaar, maar wilden zich duidelijk geen tweede maal laten verrassen door het harde Russische klimaat. Leon zei dat het daarom bij Joseph, in de noordelijke helft van het Oostfront, door de ijzige winter en de slijkerige lente relatief rustig bleef. Maar nu slokten de machtige Duitse tankspitsen, volgens de gazetten, brede brokken op uit het rijke gematigde zuiden, van het mijnbouwbekken rond de Don tot de rijke olievelden in de Kaukasus. Victories die ze ons aanhoudend met luid bazuingeschal en bonkende paukenslagen in een cascade van ‘Sondermeldungen’ door de strot stompten.

        Door deze Duitse overwinningen werd veel meer geklaagd over de zinloze Britse bommen op Oostende, dan openlijk gemord op de bezetting. En stilaan begon er een vreemde sfeer van gelatenheid en achterdocht over de mensen te komen. Want iedereen was er nu - zoals vlak na de 18-daagse veldtocht - wel langzamerhand van overtuigd dat de Duitsers deze oorlog uiteindelijk gingen winnen... Of als het -– zoals enkel de verstokte optimisten nog hoopten - tot een onderhandelde vrede mocht komen, zouden we hoe dan ook nog een tijdje met een Duitse bezetting opgescheept zitten... Zich aanpassen werd het ordewoord: roeien met de riemen die men had en er het beste van hopen... Zoals schipper Pylieser had gedaan toen hij na het afblazen van de ‘Operatie Zeeleeuw’ van de Duitsers drie beschadigde Deense vissersboten had gekocht om in de dode momenten op te kalfateren. Het eerste herstelde schip had hij gisteren te water gelaten, vertelde Leon een beetje jaloers...

        Het kwam er dus op aan je verstand te gebruiken. En Nadine was een verstandige meid. Dus besloot zij maar eens grondig te slikken, dat stomme witte paard te vergeten en de rug te rechten. En na te denken hoe ze haar eerste medische hoogstandje in de rol van Florance Nightingale deftig in een troostende brief-aan-de-soldaat kon ophemelen...

        Dat het comateuze Berenbiet-slachtoffer haar eerste EHBO-interventie niet overleefd had, hoefde Joseph niet te weten... volgens Leon eiste hij een goed-nieuws-show uit de Heimat te ontvangen: wel, die kon hij krijgen!

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
19-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 219
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B53. NADINE DRAAIT BIJ...

           Westende, mei 1942.

        In tegenstelling tot wat Joseph verwacht had, was Nadine helemaal niet in een stemming om te lachen. En zeker niét uit leedvermaak met de tegenspoed die haar ‘ex’ daar in Rusland over zich heen had gekregen. Links en rechts werd al genoeg gefluisterd hoe rampzalig het Russische klimaat in de rangen van het Vlaams Legioen had huisgehouden, en eerlijk gezegd had ze eerder medelijden met die stomme kloot van haar... Sneeuwstormen in de toendra moeten trotseren bij een temperatuur van min 40°C , buiten in een open schutterskuiltje: ze mocht er niet aan denken !

        Want op ‘het 'Bad'’ was de tweede oorlogswinter al een hele tijd weggeëbd en de bijhorende calamiteiten zoals gebrek aan vers voedsel en nijpend e kolenschaarste bijna vergeten... De overvloedige haringvangst had veel hongerlijders door het barre winterseizoen gesleurd, in zoverre zelfs dat de meeste mensen nu geen haring meer konden zién!

        Sinds begin mei had de ontploffing van de chemische fabriek van Tessenderlo veel van haar winkelklanten aan het denken gezet. Eerst werd monkelend gefluisterd dat de Witte Brigade deze sabotage veroorzaakt had. Deze knappe heldendaad had weliswaar het halve dorp weggeblazen maar ook de buskruitproductie voor ‘den Duits’ afgesneden. Bravo ! Doch toen bleek dat dit lolletje eveneens 190 dode en 400 zwaargekwetste landgenoten had gekost, verdween uit de vaderlandse volksmond plots de Limburgse Weerstand uit beeld en bleek er een Brits vliegtuig een bom te hebben gegooid... En in feite niet gegooid, maar per ongeluk laten vallen omdat hij getroffen was door de Duitse Flakkanonnen. Eén patriot opperde als slag op de vuurpijl (!) dat de Duitsers zelf deze ramp hadden veroorzaakt, door de productie overmatig op te drijven! Eén oververhitte oven: et voilà! Een àndere profeet strooide rond dat een ploeg debiele arbeiders van de fabriek zélf verantwoordelijk waren voor de fatale vonk ,toen ze de aanééngekoekte hoop amoniumnitraat met pikhouwelen loskapten..Niet noodzakelijk mannen van de streek ,want er werkten daar ook Russische krijgsgevangenen...Hoe dan ook, de ramp bleef alle klanten van de winkel een hele tijd op de maag liggen. Ze moesten bij het zoeken naar een (mis)dadiger voor deze slachting kiezen tussen de pest en de cholera: den Duits of den Engelsman ,want over "het verzet" werd zedig niet meer gesproken :" Een ware Belg zou zo'n afschuwelijk bloedbad nooit durven aanrichten"...Op den duur wist niemand nog wat hij van deze miskleun moest denken en de sfeer van onbehagen nam overhands toe... "Al chance dat het schoon weer beloofde te worden ,om over iets ànders te klappen.,.."

        Maar toch raakte Nadine met de eerste warme dagen slechts moeilijk haar voorjaarsmelancholie kwijt... Ze vond de stilte in haar uitgestorven omgeving alsmaar zwaarder op haar gemoed drukken. Dit lekkere zachte lenteweer zou in een normaal vooroorlogs seizoen alvast een kleurrijke toevloed van opgewekte toeristen met massa'’s lawaaierige kinderen veroorzaakt hebben... Jammer genoeg was dat nù voltooid verleden tijd.

        De verlaten Distellaan af kijken verkilde haar hart.
        "“ Ik zijn verdimme al negentien, en ziet mij hier nu staan in dit verloren gat!" ” Westende-Bad lag er al ruim een jaar zo verlaten en verloederd bij, met brede strepen stuifzand in de straten, samen gewaaide hopen papierafval van de halfafgebroken reclamepanelen en veel verdord groen in de verwilderde perken... Als enige toeristen kwamen af en toe een paar veldgrijze soldaten verveeld langs de bloemkolen  en de prei in het uitstalraam slenteren, om plots op te fleurden als ze haar blonde pijpkrullen zagen, de sukkelaars!

       "“ Verdimme, als ik het dààrvan moet hebben!..."”
 
        Ze kende hen onderhand bijna allemaal van naam of bijnaam. En als er al eens een peloton van het marinegeschut in slonzig vuil-wit werktenue voorbij marcheerde, vrolijk-op-bevel zingend van ‘Eeee-rika! ’, dan liepen er in de achterste gelederen altijd wel een paar kleintjes die naar haar sluiks een zotte snuit trokken... Man-man, hoe leuk! Om je rot te lachen! En dan bedenken dat deze paljassen absoluut de enige ‘toeristen’ waren in Westende... Echt uitzinnig blij werd je daar als meisje niet van!

        En dan moest je al die vervuilde gevels zien met de afschilferende vensterluiken vol zoutkristal: intriest, dat verval. Maar dat ze de zee zelfs niet meer kon zien, vond Nadine nog het ergste! Want waar de Meeuwenlaan op de Dijk uitmondde kon ze vroeger vanuit de winkel - drie trapjes op - de eindeloze stoet wandelaars overschouwen en in de verte  daarboven van een spie zonnig zeezicht genieten met een steeds wisselend kleurenpalet. Nu werd dit charmante perspectief over het water compleet verpest door een metershoge versperring van kluwen verroest prikkeldraad! Die op de koop toe nog vol hing met papierafval, dat de winterstormen daaraan hadden vastgehaakt:mooi was ànders!

        Er was zelfs sprake van dat ‘ze’ daar de kop van de straat volledig gingen dichtmetselen met een soortement bakstenen gevangenismuur van vier meter hoog!... Zogezegd om de geallieerde landingstroepen tegen te houden. Alsof die niets beters te doen hadden dan hier dit troosteloze boerengat overhoop te zetten! ...

        ” Al mochten die gasten voor hààr gerust komen hoor! Misschien waren er zelfs een paar geschikte 'lovers'’ bij, en brachten die eindelijk een beetje leven in deze kille brouwerij! Want op die Duitse knullen was ze al twee jaar uitgekeken: geen enkele die wat standing had, knap was of spiritueel zoals de afgeborstelde officieren in de Weense liefdesfilms van ‘Cinema Nova’... En vooral: met de versleten uniformen van tegenwoordig was onmogelijk te achterhalen hoe ze er thuis ‘voor zaten’, ondanks hun opschepperij over hun welvarend ouderlijk "‘Geschäft" ’! Uit deze grijze massa een knappe rijke jonge vent vissen ,proper op z'n lijf ,met wat spieren aan zijn karkas en schoon tanden in zijn lachebek...Jezus-Maria ,zuchtte ze ,dat  was onbegonnen werk...

        Want voor Nadine stond als een paal boven water dat ze na haar huwelijk geen poot meer zou uitsteken! Haar uitverkorene mocht zorgen dat zij een leuk sociaal leventje kon leiden, vol boeiende contacten met haar vrolijke vriendinnen en voorname kennissen! Van het slopende zware slavenwerk in de winkel had ze definitief haar buik vol! Dus indien de Engelsen zouden komen, dan kon het – in haar ogen enkel maar béter worden voor een jonge maagd van negentien...

        Maar volgens alle klanten van de winkel viel er van de Britten voorlopig weinig moois te verwachten. Die zaten veilig verschanst op hun eiland hun wonden te likken en zich waarschijnlijk vol te vreten met lekkere Amerikaanse hulpgoederen!... In de gazet stond dat zij nu blijkbaar hun bekomst hadden van al dat vechten tegen de oppermachtige Duitsers... Na hun jammerlijk mislukte Griekse veldtocht toonden ze, volgens de ‘Signaal’, héél weinig geestdrift om met grondtroepen nog een uitval naar het vasteland te wagen. Hun R.A.F. wierp wel iedere nacht lafhartig wat bommen op de kuststeden -– zoals Oostende onder andere -– maar troffen daarbij vooral burgers van ‘bevriende naties’! En daar lagen de Duitse bezetters niet van wakker... Maar wij Belgen wel!... Neen, de mensen wisten dat ze van de Britten verder geen mirakels moesten verwachten. Want zowel in Azië als in Noord-Afrika kregen de Tommy’s er duchtig van langs en moesten er de ene nederlaag na de àndere incasseren. Diep in hun hart wist iedereen nu langzamerhand wel dat de Engelsen deze oorlog definitief verloren hadden...

        Maar als de Britten dan toch niet van plan waren om in Westende te landen, waarom moesten de Duitsers dan hier zo nodig alles ruïneren met bunkers, veldwerken en versterkingen die toch tot niets zouden dienen ?... Dit zinloos vandalisme maakte de mensen er alvast niet veel vrolijker op... En Nadine zeker niet!

        Want toen ze vorige week Leon hielp met het schrijven van zijn laatste brief naar Joseph was die gast op de koop toe afgekomen met het zotte gerucht dat 'den duts'’ die mooie wandeldijk volledig gingen openbreken om er zware kanonbunkers en allerlei weerstandsnesten in neer te poten, onderling verbonden met lange onderaardse gangen. Alles in onverwoestbaar gewapend beton! Een soortement tweede Siegfriedlijn, als het ware, maar ditmaal vlak voor onze neus!...

        Normaal zou je al die werken van hieruit niet kunnen zien omdat de Dijk nu voor niet-bevoegden strengverboden terrein was... Maar het was een publiek geheim dat alle villa’s langs het strand reeds van hun inboedel waren gestript en vervolgens ondermijnd en de mooie gevels dichtgemetseld... En ook de sluikhandel in dure meubels en stukken uitgebroken loden waterleidingen floreerde té goed om niet opgemerkt te worden... Maar dat ‘den smerigen Duits’ nu ook die mooie promenade op de Dijk moedwillig helemaal omzeep ging helpen, dàt was pas een echte heiligschennis! Meer nog: een onomkeerbare ramp!


        Nadine had die laatste ontdekking van Leon graag als één van zijn typische kwakkels afgedaan, zoals er zoveel gelanceerd werden in deze lente. Maar een paar dagen nà Leon kwam ook de fotograaf Paul Hazard, haar overbuur, deze ramp in vertrouwen bevestigen, al was het nog een groot geheim... Want hij was in de arm genomen door Jupp-de-keukenpiet-van-de-batterij, - of Feldwebel Deutinger zoals hij hem vormelijk noemde - die bij hem privé de eigen kunstfoto'’s ontwikkelde... Die had hem verklapt dat Jean ‘Peerdepoot’, de bureauchef van de Société, voor dit titanenwerk van de ‘Atlantikwal’ aan zijn commandant Hauptmann Stolz de kadasterplannen moest leveren van alle villa’s op de Dijk... Of beter gezegd, reeksen verkleinde fotokopieën van die plannen in boekvorm, omdat dit handiger werkte. En Jupp was er in geslaagd deze opdracht aan zijn vakbekwame ‘vriend’ meneer Hasard te laten toevertrouwen, omdat diens atelier daarvoor ideaal was uitgerust en het bij deze zielige artistieke hongerlijder weer een tijdje flink wat brood op de plank zou brengen..

        “ Dat alles maakt het juist zo uitzichtloos! ”, zuchtte Nadine: ” Die Duitsers met hun manie om overal prikkeldraad, mijnenvelden en betonnen bunkers neer te poten helpen Westende-–Bad helemaal om zeep! Ik hou dat hier niet meer uit!

        ” Toch werkte iedereen vrolijk mee aan die afbraak! Zogenaamd ‘omdat-een-mens-toch-moest-eten’, maar in feite omdat dit ‘meewerken’ hen absoluut geen windeieren legde, verre van zelfs: ze werden stinkend rijk! En wat Nadine nog het meeste ergerde was dat ze onder de zonen van deze plots zo welvarende middenstanders nog geen enkele geschikte aanbidder kon vinden...

        Als voornaamste ‘welvarende medewerker’ achter de schermen stond Peerdepoot op de eerste plaats. Maar voor Nadine was die niet interessant want hij had geen zonen: dat was algemeen gekend. De man was het eerste jaar van de bezetting heel discreet op de achtergrond gebleven, om de nieuwe bazen van de badplaats niet voor de voeten te lopen. Maar Hauptmann Stolz van de kustbatterij had via-via al vlug gemerkt dat deze zielige horrelvoet op gebied van plaatselijke infrastructuur en ondergrondse nutsleidingen een onschatbare bron van inlichtingen bezat onder de vorm van kadasterplannen. Die waren onmisbaar om de straten en de zeedijk veilig open te graven. En dus had Stolz deze plannen zonder de minste schroom ‘opgeëist’ ,monsieur Jean incluis...

        Nu werd over monsieur Jean gefluisterd dat hij door Jupp tijdig ingelicht werd welke villa’s door de Duitsers ondermijnd zouden worden... Waarop hij per telegram en uit zuivere compassie de Brusselse eigenaars verwittigde... Die dan juist geteld één week kregen om de waardevolle meubelen te redden. Maar omdat deze ‘inlanders’ meestal in zo'’n klein tijdsbestek geen Schein konden versieren om naar het ‘Sperrgebiet’ te reizen, gaven ze aan monsieur Jean de volmacht om in hun plaats het meubilair weg te halen en ergens in schuren of garages veilig op te bergen. En binnen de kortste keren was heel deze ‘onbaatzuchtige’ reddingsoperatie uitgegroeid tot een verhuisonderneming om ‘u’ tegen te zeggen...

        Ook Briek Erte was zo'’n stille figuur die door de bouwwoede van de bezetter plots een sleutelpositie had verworven... Vorig jaar nog gewone onderhoudsman die in opdracht van ‘Dikke Pappie’, de Ortskommandant, het mooie zwembad van de ‘Lac-aux-Dames’ open hield voor de Duitse soldaten. Hij deed het zó goed dat de ‘Dikke’ hem gelaste met het toezicht op de ‘Operatie Geroofd Lood’. Immers, de ondermijnde villa’s werden in opdracht van de Duitsers vooraf gestript van hun waardevolle loden waterleidingen. Leon werkte daaraan mee, nu het vissen met de ‘Astrid’ te gevaarlijk was geworden, en hij had Nadine verteld hoe met de sluikhandel in sanitair lood een paar ingewijden een schone cent bijverdienden, Leon incluis...Want Briek, zijn toekomstige ‘schoonvader’, zorgde voor de opslag en de schifting van dat lood ,in afwachting van het vervoer naar Duitsland. In deze grijze zone zouden nogal eens wat leidingen ‘naast den bak’ gevallen zijn, met medeweten van een oogluikende Pappie: een combine waarvan blijkbaar niémand armer werd.

        Het ging Briek dus tijdelijk erg voor de wind, wist Nadine. En dié man had wél zonen. Twéé knappe gasten zelfs! Maar Nadine durfde in haar ergste nachtmerries niet te dromen dat zij de rest van haar leven met "‘Madam Erte"’ zou worden aangesproken!

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
19-01-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!