De pandabeer komt eigenlijk alleen maar voor in China. Om precies te zijn in zuidwest China, in de provincies: Sichuan, Gansu en Shanxi . Het totale woongebied van de panda beslaat zo'n 30.000 vierkante kilometer. Dat is ongeveer evengrootals Nederland zonder de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.
De pandabeer woont daar in de bamboebossen. Dat moet wel, want bamboestengels zijn het voor-naamste voedsel van de panda.
XML:NAMESPACE PREFIX = O />XML:NAMESPACE PREFIX = V />![](http://www.hanssen-elsloo.nl/sanne/images/panda/homepa3.gif)
Het totale woongebied van de panda is 30.000 m2 kilometer. Dat is heel Nederland zonder de provincies: NoordBrabant, Zeeland en Limburg. Maar dat is eigenlijk best klein, want de pandabeer leeft niet in groepen, maar hij leeft alleen. Toch wordt dat gebied bedreigd. Dat komt door Chinezen die stukken bamboebos weg halen voor hun akkers. Dus wordt het gebied van de panda steeds kleiner en kleiner.
De pandabeer leeft op berghellingen. Er heerst daar een koud, vochtig klimaat. Gelukkig beschermt zijn zwart-witte vacht hem daar tegen. Maar de panda is trouwens ook een heel goede boomklimmer. Toch leeft hij voornamelijk op de grond. Alleen als er gevaar dreigt klimt hij in bomen, bijvoorbeeld als er mensen aan komen. Want de mens blijft toch de grootste vijand.
De winters in Zuidwest China zijn strenger dan bij ons. Je zou daarom misschien verwachten dat de panda ook een winterslaap houdt, maar dat is niet zo: de panda blijft het hele jaar actief.
|
Bamboestengels Panda's zijn ongeveer 10 tot 12 uur per dag bezig met voedsel zoeken en eten. Toen men nog niet zo veel over de panda wist, dacht men dat de panda alleen bamboestengels at. Maar nu weten wij dat dat niet waar is. Behalve bamboestengels eet de panda namelijk ook een aantal andere planten. En bovendien voedt de panda zich af en toe met dierlijk voedsel, dat onder meer bestaat uit insecten, kleine vogels, kleine vissen en kleine knaagdieren. De kleine vissen worden door de panda met de voorpoten uit het water geslagen. Bamboe blijft nog wel het hoofdvoedsel van de panda. Per etmaal eet een volwassen panda daar wel 15 tot 20 kilo van. De bamboestengels worden door de panda met de voorpoten naar binnen gewerkt. De panda heeft een handig hulpmiddeltje om dat soepel te laten verlopen. Aan zijn voorpoten, naast zijn vijf tenen, zit namelijk een klein huidkussentje. Met deze zogenaamde zesde teen kan de panda de glibberige bamboestengels prima vasthouden.
Eén jong Panda's brengen de meeste tijd in hun eentje door. Alleen in het voorjaar ontmoeten de mannetjes en de vrouwtjes elkaar even. Zo'n 4 à 5 maanden later zet het pandavrouwtje één jong op de wereld, in een soort nest van gras en bladeren. Slechts bij uitzondering wordt er een pandatweeling geboren. Dat is eigenlijk maar goed ook, want het pandavrouwtje is niet in staat twee jongen groot te brengen. Ze kiest één jong uit om voor te zorgen; naar het andere jong kijkt ze niet meer om. Er zal dus altijd maar één jong overleven.
Zwarte plekken Een pandajong dat net geboren is, lijkt nog weinig op zijn ouders. Hij is nog maar zo groot als een rat, zijn oogjes zitten nog dicht en zijn lijfje is nog slechts bedekt met wat dunne, witte haartjes. Het duurt ongeveer een maand voordat een pandajong dezelfde zwarte plekken in zijn vacht heeft als zijn ouders. Weer een maand later gaan zijn oogjes open en begint hij kleine stukjes te lopen. Niet lang daarna zal het jong ophouden met het drinken van moedermelk. Zijn gebit is dan zo ver ontwikkeld dat hij vast voedsel kan gaan eten. Als het pandajong iets meer dan een half jaar oud is, heeft hij zijn moeder helemaal niet meer nodig. Hij zal haar dan ook verlaten om een eigen leven op te bouwen. |
![](http://www.hanssen-elsloo.nl/sanne/images/panda/panda3.jpg)
|
Bescherming De Chinezen zijn trots op de panda. Daarom hebben ze de bescherming van de panda in de wet vast laten leggen. Panda's mogen dus niet zomaar gedood worden. Dat is mooi, maar helaas wordt de panda toch in zijn voortbestaan bedreigd. Dat komt onder andere doordat het woongebied van de panda steeds kleiner wordt. Iedere keer wordt er door de plaatselijke bevolking een stukje van het gebied ingepikt. Steeds meer stukken bamboebos moeten plaatsmaken voor akkerland. Een andere bedreiging voor de panda is het voedselprobleem. Het gevaar van een tekort aan bamboe, het hoofdvoedsel van de panda, ligt namelijk voortdurend op de loer. Want zoals je misschien wel weet, wordt bamboe ook door de mens gebruikt. Er worden bijvoorbeeld buizen, pijpen en meubels van gemaakt. Maar dat is niet het enige probleem. De meeste slachtoffers onder de panda's vallen in de bloeitijd van de bamboe. Iedere bamboesoort bloeit gemiddeld om de 100 jaar en na het bloeien gaan alle oude bamboeplanten van de betreffende soort dood. Er groeien dan wel weer nieuwe bamboeplanten uit de zaden, maar het duurt bijna 15 jaar voordat deze planten weer voldoende voedsel leveren. Op deze manier kunnen grote gebieden sterk in voedsel- voorraad achteruit gaan. In 1975/1976 heeft de bamboebloei aan meer dan 10% van alle panda's het leven gekost. En je snapt natuurlijk wel: hoe kleiner het leefgebied van de panda wordt, hoe meer slachtoffers de bamboebloei zal eisen. |