De glanskop of parus palustris De glanskop lijkt als twee druppels water op de matkop. De gelijkenis is zo sterk, dat pas begin deze eeuw is ontdekt dat de 'zwartkopmees' bestond uit twee soorten met een totaal verschillende leefwijze. Alleen nauwkeurige waarnemers zien de verschillen. Glanskoppen houden van droge voeten en zijn vooral te vinden in de oudere loofbossen, terwijl de matkop juist de nattere wilgen- en berkenbossen verkiest. Kenmerken De glanskop verschilt van de zwarte mees door het ontbreken van de witte wangen en nekvlek. Lengte : 11,5 cm. Voedsel Glanskoppen eten vooral insecten en spinnen in het broedseizoen. Ze eten zaden, bessen en noten tijdens de rest van het jaar. Wintervoedering zaden en restjes Nest Glanskoppen nestelen in natuurlijke holtes laag boven de grond. Matkoppen hakken hun eigen nestholte uit in oud rottend hout. De bodem van het nest wordt gevoerd met mos. Broedgegevens Maanden april tot augustus - één legsel - zeven tot acht witte eieren met een paar bruine vlekjes - broedtijd : 13-15 dagen door het vrouwtje - vliegvlug : na 17-20 dagen; zelfstandig na 8-14 dagen.
Ereli en Knudde
|